Om de beurt halen deelnemers nu de briefjes uit de vuilniszak en lezen ze voor. Bespreek wat erop staat.

Transcriptie

1 Ik geloof... iets Leeftijd: 12-16, 16+ Soort bijeenkomst: catechese Soort werkvorm: Thema: Geloven en spiritualiteit, Kerk Tijdsduur: 2 uur en 55 min. Kerk: wat mag weg, wat mag blijven; stellingen; Godsbeeld schilderen; geloof in de media; afbeeldingen bij eigen en andermans geloofsbeleving zoeken; geloofskwartet maken en spelen; evenwichtsspel. (Programma is geschikt voor meerdere bijeenkomsten). Wat geloof je nou eigenlijk? Een lastige vraag, die je af kunt doen met ach, ik heb mijn eigen geloof. Verdiep je je in de verschillende protestantse richtingen, rondom, maar ook binnen je eigen kerk, dan ontdek je veel onderlinge verschillen. Is dat erg? Nee, dat is rijkdom. Maar hoe vind je als zoekende (jonge) gelovige dan je weg? Ontdek het samen met je jongeren. Deze werkvormen kun je verdelen over meer bijeenkomsten, ze beslaan in totaal 3 uur. Lamaarzitten (introductie) Doelstelling: ontdekken wat belangrijk is in het geloof Nodig: vuilniszakken, witte kaartjes, pennen, waxinelichtjes, evt. grote schilderijlijsten/glasplaten Tijdsduur: twintig minuten Geef iedere deelnemer pen en wat kaartjes, leg een vuilniszak in het midden en zeg dat je grote schoonmaak gaat houden. Het heeft toch geen zin meer. Mensen hebben tegenwoordig zoveel commentaar op de kerk, veel jongeren vinden de club eigenlijk wat te suf en in de politiek wordt ook steeds moeilijk gedaan over (allerlei) geloven. Lamaarzitten dat geloof. Vraag je deelnemers om op te schrijven wat er allemaal weggegooid zou worden als er geen (christelijk) geloof meer zou zijn. Kerk, naastenliefde, diaconie, oude verhalen, lange kerkdiensten Ieder mag voor zich zoveel opschrijven als hij/zij wil. Na ongeveer vijf minuten stopt iedereen met schrijven en doet de briefjes in de vuilniszak. Om de beurt halen deelnemers nu de briefjes uit de vuilniszak en lezen ze voor. Bespreek wat erop staat. Besluiten jullie dat dit iets is dat eigenlijk moet blijven bestaan, leg het dan in het midden en steek er een waxinelichtje bij aan. Is het iets waar de meningen erg verdeeld over zijn, leg het dan open in het midden. Mag het van jullie allemaal verdwijnen, leg je het opzij. Dubbele of soortgelijke kaartjes leg je op elkaar. Bekijk het eindresultaat. Is het zo compleet of hebben jullie nog dingen die eigenlijk ook een kaarsje verdienen? Schrijf die alsnog op en zet die ook in het licht.

2 Is er nog concentratie over, bekijk dan de kaartjes waarover discussie was. Kun je die herformuleren zodat ze ook een kaarsje krijgen? Sluit dit onderdeel af met een gebed om te danken voor het waardevolle van het geloof en de kracht om te helpen dit voort te laten bestaan. En/of Sluit af door deze kaartjes in een grote schilderijlijst te plaatsen en hang dit op in de kerk, als bemoediging voor al die andere kerkgangers. Introduceer nu het thema van vandaag (of de komende bijeenkomsten): ik geloof iets. Iedereen gelooft wel iets. Maar de een kan dat makkelijker uiten dan de ander. Geloven is iets persoonlijks, maar juist in de kerk willen we samen geloven. Daarom gaan we vandaag op zoek naar elkaars en ons eigen geloof. Tip: Een verdiepende werkvorm die hierbij aansluit vind je hier. God gedacht Doelstelling: ontdekken hoe God voor jou is Nodig: vijf Post-Its ('geeltjes') voor elke deelnemer, flap over-vellen met uitspraken Tijdsduur: vijftien minuten Geef elke deelnemer vijf Post-Its. Op elk hiervan zetten een cijfer, van 1 (heel erg mee eens) tot 5 (helemaal niet mee eens). Vraag ze om deze te verdelen over de uitspraken op de flapovervellen. Dit zijn uitspraken als: God woont in de hemel; God bestaat niet, want er is geen bewijs; Er is een soort hogere macht, een opperwezen, en dat kun je God noemen; God is een Vader en Jezus is zijn Zoon enzovoort. Bekijk met elkaar welke opmerkingen eruit springen, positief of negatief. Als er gesprek ontstaat, laat dit rustig gaan. Zo niet, is dat ook goed. Beeldig Doelstelling: de relatie tot God in beeld krijgen Nodig: teken- of schildermateriaal Tijdsduur: twintig minuten Tip: Heb je de werkvorm God gedacht niet gedaan, begin dan met het voorlezen van enkele uitspraken uit de daarbij

3 behorende download. Geef iedereen teken- of schildermateriaal en vraag hen uit te beelden hoe zij God zien. Dat kan abstract zijn (een emotie/gevoel uitdrukken) of figuratief (eventueel met henzelf ook in beeld). In de vorm van een schilderij, cartoon, vormen en kleuren, fraai vormgegeven tekst of nog anders. Geloof is meer Doelstelling: ontdekken wat geloof kan zijn Nodig: kranten van de afgelopen weken, tijdschriften als Happinez, Fancy of Kampioen. Evt. internetartikelen met geloof als onderwerp, tekenmateriaal Tijdsduur: dertig minuten Zoek met elkaar in de kranten en tijdschriften naar artikelen die te maken hebben met geloven. Natuurlijk hangt voor veel christenen uiteindelijk alles samen met geloof, maar zoek nu de artikelen uit waarin dit verband directer is. Discussies kunnen ontstaan over: is meditatie ook geloof? Hoort milieu direct bij geloof als zorg voor de schepping of toch niet? Enzovoort. Als je een flinke stapel hebt, kun je een onderverdeling maken. En zijn verschillende mogelijkheden. Positief en negatief nieuws, christelijke en niet-christelijke onderwerpen, op maatschappelijke thema s, bijzonder nieuws en allang bekend nieuws, actualiteit en achtergronden? Misschien weten jullie nog meer rubriceringen. Verdeel deze en ga in groepjes uit elkaar. Iedere groep maakt een tabel of grafiek waarin je de verdeling in beeld brengt. Geloofsbeelden Doelstelling: richting vinden in eigen beelden bij geloof Nodig: kunstkaarten, psalmteksten enzovoort, downloads, pennen, behangpapier, verf(spuitbussen), lijm Tijdsduur: een uur Tip: Als je een grote groep hebt, kan deze werkvorm lang duren. Heb je de mogelijkheid, deel de groep dan in tweeën, bij voorkeur in aparte ruimtes. Zorg dan ook voor dubbel materiaal. Vraag je deelnemers te kijken naar de afbeeldingen. Vraag ze een beeld te zoeken dat bij een stukje van hun eigen geloof past: iets dat ze mooi vinden, of juist moeilijk. Als ieder dat voor zich heeft gevonden, zet die zijn/haar naam achterop die afbeelding en legt hem terug. Ga verder met de werkvorm die past bij de leeftijd van je deelnemers. 12+ Selecteer de afbeeldingen met een naam erop en leg ze naast elkaar.

4 Iedereen zoekt er een uit die hij of zij zelf niet had gekozen. Ze bekijken de afbeelding en vertellen wat ze zien. Heeft het wel of juist geen verband met hun eigen geloof? Daarna vertelt degene die deze afbeelding had gekozen waarom deze afbeelding aansprak. Let op dat er geen welles nietes sfeer ontstaat. Het gaat om persoonlijke meningen, niet om een objectieve waarheid. Op deze manier ontdekken jullie verschillende beelduitleggen en geloofsbeleving. 16+ Laat de deelnemers een partner zoeken die ze kennen. Zij gaan met elkaar in gesprek over hun geloof. Het doel is dat ze van elkaar ontdekken wat de ander aanspreekt/raakt. Dus het is niet de bedoeling dat ze samen tot een mooi compromis komen, of elkaar vertellen wat wel of niet goed is. Ze zullen echt dieptevragen moeten stellen om een beeld van het geloof van die ander te krijgen. Ieder zoekt nu een plaatje dat ze vinden passen bij het geloof van de ander. Ze schrijven diens naam achterop, met een A erachter. Ga in een kring zitten, de gesprekspartners niet naast elkaar. Leg de afbeeldingen in het midden. Iemand begint en laat zien welke afbeelding hij of zij gevonden heeft bij het geloof van de ander en waarom. De ander vertelt wat hij/zij daarvan vindt en vertelt vervolgens over de voor zichzelf gekozen afbeelding. Ga zo de kring langs. 12+ en 16+ Rond deze werkvorm af door van de gekozen afbeeldingen een kunstwerk te maken. Plak ze op een groot stuk (behang)papier en verf/graffiti eromheen. Tip: deze werkvorm kan persoonlijk zijn, dus let op dat er aandacht voor iedereen is. Bedank deelnemers regelmatig voor hun openheid. Houd na vier mensen steeds even koffie-/theepauze. Geloofskwartet Doelstelling: via Heidelbergse Catechismus en 10geloofsvragen het eigen geloof leren kennen Nodig: briefkaarten, pennen, dubbele prints met teksten van de catechismus en geloofsvragen, scharen, lijm Tijdsduur: dertig minuten Jullie gaan een geloofskwartet maken. Knip van een setjes prints de vragen uit de catechismus los van de

5 antwoorden en plak deze op aparte briefkaarten. Knip ook de 10 geloofsvragen los en plak ze op. Leg 10 lege kaarten in het midden. Schudt de andere kaarten door elkaar en speel kwartet (bij veel deelnemers speel je in teams). Als iemand een setje van 3 heeft (catechismus vraag en antwoord en bijpassende geloofsvraag) mag hij of zij de volgende beurt een witte kaart pakken. Hierop moet een antwoord op de geloofsvraag komen te staan. De speler denkt hierover na, terwijl de rest doorspeelt. Als hij/zij bij de volgende beurt een antwoord heeft bedacht, wordt het spel stilgelegd, mag deze deelnemer de verzamelde drie kaarten voorlezen en het eigen antwoord geven. Vindt de speler het te moeilijk om een antwoord te geven, mag met de groep worden overlegd. Lukt het dan nog niet, kan de speler de witte kaart terugleggen en verder spelen voor een ander kwartet. Lukt het wel, mag de speler het kwartet compleet maken door in enkele woorden het antwoord op te schrijven en dit kwartet houden. Als je wilt, kun je het nog eens spelen, maar dan met alle kaarten. Wie dan een compleet kwartet heeft, mag een eigen antwoord op de witte kaart toevoegen. Zo ontdek je de waarde die de oude Heidelberger en het moderne geloof voor jullie hebben. Evenwicht (afsluiter) Nu de jongeren hebben ontdekt hoe zijzelf en anderen in het geloof staan, wordt het tijd om even ontspannend en samenbindend bezig te zijn. Ga in groepjes van 8 tot 10 hand in hand in de kring staan. Zet de voeten stevig op de grond en houd de rug recht. Geef afwisselend de nummers 1 en 2. Op jouw verzoek leunen nummers 1 naar voren en 2 naar achteren, zodat ze elkaar in evenwicht houden. Kunnen ze ook wisselen van positie, of zelfs heen en weer schommelen. Ondanks verschillen, heb je elkaar nodig!