Proefkatern Zin in taal Nieuw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Proefkatern Zin in taal Nieuw"

Transcriptie

1 Proefkatern Zin in taal Nieuw In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Zin in taal, groep 5: 1. Handleiding b1: het algemene gedeelte en eenheid 4 2. Taalboek b1: eenheid 4 3. Werkboek b1: eenheid 4 4. Kopieermap b: eenheid 4 5. Toetsmap b: het algemene gedeelte en de controletaken na eenheid 4. Met dit katern krijgt u zicht op hoe Zin in taal werkt. De materialen stellen u in staat lessen van eenheid 4 uit te proberen in uw groep. Zwijsen geeft u toestemming om voor het uitproberen kopieën te maken uit dit katern. Meer informatie over Zin in taal en bijbehorende materialen, zoals de Woordenschatboekjes en het Computerprogramma Woordenschat vindt u op Heeft u nog vragen, neem dan contact op met Zwijsen Klantenservice: of klantenservice@zwijsen.nl. Wij wensen u en uw leerlingen veel (leer)plezier met Zin in taal! Maakt deel uit van WPG Uitgevers BV

2 algemene informatie 1 In één oogopslag: Zin in taal Het is niet eenvoudig om met een nieuwe methode te gaan werken. Nieuwe materialen moeten worden verkend, u moet een planning maken voor het geven van de lessen in het nieuwe schooljaar, en u moet vaak dikke handleidingen van A tot Z bestuderen. Met deze nieuwe versie van Zin in taal hebben wij geprobeerd om dat alles voor u eenvoudiger te maken: De materialen zijn duidelijk gestructureerd en overzichtelijk vormgegeven, de jaarplanningen zijn voor u gemaakt, en er is veel aandacht besteed aan de hanteerbaarheid van de handleiding. In dit eerste hoofdstuk geven wij in het kort de belangrijkste informatie over de methode. Dit is de informatie die u in elk geval gelezen dient te hebben alvorens met de methode te starten. Vanuit dit hoofdstuk wordt u verwezen naar uitgebreidere informatie die u op een later tijdstip kunt raadplegen. 1.1 Zin in taal en Zin in spelling Voor u ligt de handleiding van Zin in taal. In deze methode wordt aandacht besteed aan de volgende leerlijnen voor taal: spreken/luisteren, woordenschat, woordbouw, zinsbouw, schrijven. Voor het taalaspect spelling kunt u gebruikmaken van een afzonderlijke leergang, die uitgegeven is onder de titel Zin in spelling. Wat betreft opbouw en structuur zijn deze twee methodes op elkaar afgestemd. Voor meer informatie over de leerlijn voor spelling verwijzen wij u naar de handleiding van Zin in spelling. 1.2 Kerndoelen voor taal Voor het basisonderwijs zijn door de overheid zogenoemde kerndoelen vastgesteld. Kerndoelen zijn streefdoelen voor wat een leerling moet kennen en kunnen aan het eind van de basisschool. Ze beschrijven het onderwijsaanbod op de basisschool in grote lijnen. Niet alles wat op school gebeurt, is voorgeschreven in kerndoelen. De kerndoelen gaan over wat in elk geval aan de orde moet komen. Daarnaast hebben scholen ruimte voor een eigen, specifiek onderwijsaanbod. Om de kerndoelen daadwerkelijk in het onderwijs te gebruiken, moeten ze uitgewerkt worden in methodes. Dat kan op veel verschillende manieren. Hóé leerlingen het niveau van de kerndoelen behalen, bepaalt de school zelf. Bijvoorbeeld door de keuze van een bepaalde methode. Bij de ontwikkeling van Zin in taal is uitdrukkelijk rekening gehouden met de kerndoelen voor taal. Een school die ervoor kiest om te werken met deze taalmethode is er dus van verzekerd dat het onderwijsaanbod van de methode voldoet aan de kerndoelen. 1.3 Flexibele methode: werkmodellen De ontwikkelingen in onze hedendaagse maatschappij gaan razendsnel. Dat geldt uiteraard ook voor de ontwikkelingen waarmee de school te maken krijgt. Flexibiliteit is daarom een belangrijke eis die aan een taalmethode dient te worden gesteld. De methode moet de mogelijkheden bieden om uw onderwijs af te stemmen op de behoeften van de leerlingen in uw groep en die behoeften kunnen dit jaar anders zijn dan volgend jaar. Daarom wordt in Zin in taal gewerkt met drie werkmodellen waaruit u kunt kiezen: het kernmodel, het woordenschatmodel, en het taalbeschouwingsmodel. K Het kernmodel bevat per eenheid zeven taallessen, verdeeld over de verschillende leerlijnen voor taal: spreken/luisteren, woordenschat, woordbouw, zinsbouw en schrijven. De leerstof die in het kernmodel aan de orde komt, is dekkend voor de kerndoelen. W Hebben uw leerlingen behoefte aan extra aandacht voor woordenschat, dan is er het woordenschatmodel. Via dit model breidt u het kernmodel uit met maximaal vier extra lessen voor woordenschatontwikkeling. T Scholen die meer willen dan enkel en alleen voldoen aan de kerndoelen maar geen behoefte hebben aan extra lessen voor woordenschatontwikkeling, kunnen hun taalaanbod door middel van het taalbeschouwingsmodel verbreden en verdiepen. Via dit model wordt het kernmodel uitgebreid met maximaal vier extra taalbeschouwingslessen. Voordat u begint met het geven van de taallessen, dient u dus een keuze te maken uit deze drie werkmodellen: kernmodel, woordenschatmodel of taalbeschouwingsmodel. Meer informatie over dit onderwerp kunt u lezen in het hoofdstuk Structuur van de methode. 1.4 Hoeveel tijd voor taal? Zin in taal bestaat per jaargroep uit tien eenheden. Voor elke eenheid worden vier, een enkele keer drie, onderwijsweken uitgetrokken. Met andere woorden: u kunt het jaarprogramma van Zin in taal afwerken in minder dan 40 schoolweken. Als u met de methode werkt volgens het kernmodel, dan geeft u in een periode van 4 weken (20 schooldagen) in totaal 7 taallessen. Een enkele keer geeft u deze 7 taallessen in een periode van 3 weken (15 schooldagen). Als u een van de twee andere werkmodellen toepast, dan geeft u 11 taallessen in een periode van 4 weken of een enkele keer in een periode van 3 weken. Met andere woorden: U hoeft zich geen zorgen te maken over de haalbaarheid van de methode. Om de planning van de methode verder te concretiseren is in deze handleiding een algemene jaarplanning opgenomen. Deze algemene jaarplanning wordt elk jaar specifiek afgestemd op het nieuwe schooljaar. Deze specifieke jaarplanningen kunt u vinden op de website bij de methode: Meer informatie over dit onderwerp kunt u lezen in paragraaf 2.3: Werken met een jaarplanning. 4 Handleiding B1

3 1.5 Materialen Zin in taal kent een zeer overzichtelijk materialenpakket. Voor jaargroep 5 zijn de volgende materialen ontwikkeld: met de woorden die in de woordenschatlijn van de methode worden aangeboden. Het programma Woordenschat Zin in taal maakt geen deel uit van het basispakket van de methode. Het is additioneel materiaal dat naar eigen behoefte kan worden ingezet. 1.7 Methodesite Zin in taal is een moderne methode die ontwikkeld is om te functioneren in een dynamische school. Om leerkrachten optimaal te ondersteunen hoort bij deze methode een methodesite: Via deze methodesite is het mogelijk om u snel en persoonlijk te voorzien van actuele informatie die van belang is in verband met uw taalonderwijs. Zo kunt u op de methodesite van Zin in taal bijvoorbeeld een jaarplanning vinden die specifiek is afgestemd op het schooljaar en de schoolvakanties in uw regio. Materialen voor de leerkracht handleiding B1 (eenheid 1 t/m 5) handleiding B2 (eenheid 6 t/m 10) audio-cd B1 (eenheid 1 t/m 5) audio-cd B2 (eenheid 6 t/m 10) kopieermap B (eenheid 1 t/m 10) toetsmap B (eenheid 1 t/m 10) klassikale kiesschijf (additioneel) Materialen voor de leerlingen taalboek B1 (eenheid 1 t/m 5) taalboek B2 (eenheid 6 t/m 10) werkboek B1 (eenheid 1 t/m 5) werkboek B2 (eenheid 6 t/m 10) antwoordenboek B1 (eenheid 1 t/m 5) antwoordenboek B2 (eenheid 6 t/m 10) woordenschatboekje B (eenheid 1 t/m 10) kiesschijf woordenschat (additioneel) computerprogramma Woordenschat Zin in taal (additioneel) Meer informatie over dit onderwerp kunt u lezen in het hoofdstuk Materialen. 1.6 Software bij Zin in taal Software is een bestanddeel geworden van bijna elke moderne onderwijsmethode. Door de ontwikkeling van een computerprogramma wordt het vaak beter mogelijk om aan te sluiten bij de behoeften van individuele leerlingen. De computer kan door middel van methodegebonden software de begeleiding van individuele leerlingen bij bepaalde aspecten gedeeltelijk overnemen van de leerkracht. Bij Zin in taal kunt u gebruikmaken van het computerprogramma Woordenschat Zin in taal. Dat programma sluit volledig aan bij de leerlijn woordenschat van Zin in taal. Met behulp van dit computerprogramma kunt u leerlingen met een beperkte woordenschat extra laten oefenen 1.8 Aan de slag: lesbeschrijvingen Bij het werken met de methode maakt u gebruik van de lesbeschrijvingen zoals die in de handleiding zijn opgenomen. De lesbeschrijvingen in Zin in taal kennen een vaste structuur: Twee pagina s per les: Elke les in Zin in taal heeft een duidelijke, vaste plek. De lesbeschrijving beslaat steeds twee naast elkaar gelegen pagina s met een duidelijke structuur. Lesfasen: Bij elke les worden de volgende vier lesfasen onderscheiden: introductie (5 minuten), instructie (10 minuten), verwerking (15 minuten), reflectie (15 minuten). Bij de genoemde lesfasen wordt het verloop van die lesfase in heldere taal beschreven. Informatie in de marges: In de marges bij elke les kunt u de volgende kopjes aantreffen: Doel, Materialen, Vooraf, Woordenschat, Activiteiten. Onder deze kopjes staat puntsgewijs informatie die van belang is bij het organiseren van de les. Het gaat hierbij om informatie over: Welke doelen worden met deze les nagestreefd? Welke materialen heb ik nodig bij het geven van de les? Welke voorbereidingen moet ik treffen om de les goed te kunnen geven? Welke woorden in de les kunnen moeilijk zijn voor de leerlingen? Uit welke activiteiten is de les opgebouwd? Informatie in kaders: Bij de lesbeschrijvingen staan ook kaders met aanvullende informatie, bijvoorbeeld bij spreken/luisteren over het houden van spreekbeurten en het maken van werkstukken, of bij woordbouw en zinsbouw in het kader Zin in taalkunde informatie over taalkunde die voor u als leerkracht de moeite waard is, en bij de lessen woordenschat staat beschreven hoe u de betekenis van woorden kunt aangeven. Handleiding B1 5

4 algemene informatie 2 Structuur van de methode Zin in taal bestaat uit vijf delen. Deel A is bestemd voor jaargroep 4, deel B voor jaargroep 5, et cetera. Ieder deel bestaat uit tien eenheden, waarmee u gedurende een periode van vier of drie weken werkt. Dit betekent dat u in elk schooljaar 30 tot 40 schoolweken nodig hebt om de methode voor die jaargroep door te werken. In elke eenheid zijn veertien taallessen opgenomen, die echter niet alle veertien moeten worden gegeven. In dit hoofdstuk gaan we nader in op de opbouw en het gebruik van de methode. Achtereenvolgens komen aan de orde: de verdeling van de lessen over de verschillende taalaspecten, werkmodellen waarmee u uw taalonderwijs kunt afstemmen op de behoeften van de leerlingen, werken met een jaarplanning en het lesrooster voor een eenheid. Taken Aan twee lessen per eenheid (een les zinsbouw en een les woordbouw) zijn taken verbonden. In die taken wordt lesstof door de leerlingen zelfstandig verder verwerkt en (in)geoefend. Ze worden verdeeld over een aantal dagen gemaakt. De leerlingen kunnen er zelfstandig, individueel of in tweetallen, aan werken. Alle taken zijn opgenomen in het werkboek. Gemiddeld kost het maken van een taak ongeveer 15 minuten. De taken vormen een verplicht onderdeel van de methode. 2.1 Taallessen en taalaspecten Zin in taal kent per jaargroep tien eenheden. In elke eenheid zijn in totaal veertien taallessen opgenomen, verdeeld over de volgende vijf taalaspecten: spreken/luisteren (SL), woordenschat (WS), woordbouw (WB), zinsbouw (ZB), schrijven (S). In deze paragraaf gaan we nader in op de verdeling van de veertien taallessen per eenheid over de vijf verschillende taalaspecten. Niet alle 14 lessen van een eenheid hoeven te worden gegeven. Per eenheid geeft u 7 of (maximaal) 11 taallessen. Overzicht taallessen De methode Zin in taal biedt per eenheid veertien taallessen aan. Dit betekent dat u voor een heel schooljaar de beschikking hebt over in totaal 140 taallessen, die u, zoals gezegd nooit allemaal geeft. De verdeling van de veertien taallessen per eenheid over de verschillende taalaspecten ziet er als volgt uit: Les 1: Spreken/luisteren (SL) Les 2: Woordenschat (WS) Les 3: Zinsbouw (ZB) Les 4: Zinsbouw (ZB) ** Les 5: Woordenschat (WS) Les 6: Schrijven (S) Les 7: Woordenschat (WS) Les 8: Spreken/luisteren (SL) Les 9: Woordenschat (WS) Les 10: Woordbouw (WB) ** Les 11: Woordenschat (WS) Les 12: Schrijven (S) Les 13: Woordenschat (WS) Les 14: Spreken/luisteren (SL) Aan de lessen die gemarkeerd zijn met ** zijn elk drie taken verbonden. Deze kunnen door de leerlingen zelfstandig worden gemaakt. Spreekbeurten en werkstukken Het houden van spreekbeurten en het maken van werkstukken is een geschikte manier om de verworven taalvaardigheden in praktijk te brengen. Alle taalaspecten die in de methode aan de orde komen (spreken/ luisteren, woordenschat, woordbouw, zinsbouw en schrijven) kunnen door het houden van spreekbeurten en het maken en presenteren van werkstukken worden toegepast. In elke eenheid van de methode is de mogelijkheid opgenomen om leerlingen met een tweetal teksten als uitgangspunt te laten werken aan het voorbereiden en houden van spreekbeurten en het maken en presenteren van werkstukken. Het onderdeel spreekbeurten en werkstukken is een facultatief onderdeel van de methode Zin in taal. U bepaalt zelf of en in welke mate u het houden van spreekbeurten en het maken van werkstukken in uw taalonderwijs integreert. 6 Handleiding B1

5 2.2 Werkmodellen: K, W, T Er bestaan enorme verschillen tussen leerlingengroepen in het basisonderwijs en datzelfde geldt voor leerlingen onderling, ook al zitten die leerlingen in dezelfde groep bij dezelfde leerkracht. Bij de ontwikkeling van een methode dient met dit gegeven rekening te worden gehouden, zodat de leerkracht het gebruik van de methode kan aanpassen aan de eigen leerlingengroep en kan afstemmen op de behoeften van kleine groepjes leerlingen of zelfs van individuele leerlingen. Om deze afstemming mogelijk te maken, biedt Zin in taal u de keuze uit drie modellen voor het werken met de methode: het Kernmodel (K), het Woordenschatmodel (W), en het Taalbeschouwingsmodel (T). Drie werkmodellen Zin in taal biedt per eenheid veertien taallessen aan. Het is echter niet noodzakelijk alle veertien lessen van een eenheid te geven. Door een keuze te maken uit drie werkmodellen kunt u accenten aanbrengen in uw taalonderwijs. Op deze wijze kunt u het taalonderwijs afstemmen op de behoeften van uw leerlingen. K Kernmodel Het kernmodel bestaat per eenheid uit zeven lessen. Kenmerkend voor deze verzameling lessen is dat ze samen dekkend zijn voor de kerndoelen die gelden voor het taalonderwijs op de basisschool. Het onderdeel spreekbeurten en werkstukken kunt u eventueel aan de lessen toevoegen. (zie pagina 18). W Woordenschatmodel In het woordenschatmodel worden de zeven lessen van het kernmodel aangevuld met (maximaal) vier extra woordenschatlessen. Op deze wijze kunt u het taalaspect woordenschat binnen het taalonderwijs aan uw groep een krachtige impuls geven. Ook bij dit model kunt u eventueel het onderdeel spreekbeurten en werkstukken toevoegen. T Taalbeschouwingsmodel De zeven lessen van het kernmodel vormen ook de basis voor het taalbeschouwingsmodel. In dit model kunt u uw taalonderwijs uitbreiden met vier extra taallessen waarin veel aandacht besteed wordt aan taalbeschouwing. Ook bij het taalbeschouwingsmodel kunt u het onderdeel spreekbeurten en werkstukken toevoegen. Overzicht werkmodellen Hiernaast zijn de drie werkmodellen in een schema geplaatst. Het kernmodel vormt met de zeven kernlessen de basis van de drie verschillende modellen. In het woordenschatmodel worden aan deze basis vier extra woordenschatlessen toegevoegd; in het taalbeschouwingsmodel worden aan de basislessen van het kernmodel vier taalbeschouwinglessen toegevoegd. Werkmodel kiezen Door het kiezen van een werkmodel kunt u het taalonderwijs afstemmen op de behoeften van uw leerlingen. Wij adviseren u om deze keuze al te maken voordat u met het geven van de lessen begint. Wanneer kiest u voor welk model? Voor wat betreft het woordenschatmodel is dat heel duidelijk: Als de leerlingen op uw school over een beperkte woordenschat beschikken, is het verstandig om het woordenschatmodel toe te passen. Via dit model kunt u meer aandacht geven aan woordenschatontwikkeling. Veel leerkrachten weten door ervaring en observatie hoe het gesteld is met de woordenschat van de leerlingen. Daarnaast kunt u ook gebruikmaken van toetsresultaten. Als veel leerlingen zwak of matig scoren op de Taaltoets Alle Kinderen (Cito), dan is toepassing van het woordenschatmodel op zijn plaats. Hebben de leerlingen op uw school geen behoefte aan extra lessen woordenschat, dan kunt u in principe uitgaan van het kernmodel. Via dit kernmodel besteedt u aandacht aan alle taalaspecten en aan de kerndoelen voor taal. U geeft dan per eenheid twee lessen spreken/ luisteren, twee lessen woordenschat, een les woordbouw, een les zinsbouw en een les schrijven. Maar u kunt uw taalonderwijs ook verdiepen door toepassing van het taalbeschouwingsmodel. Via dit model voegt u aan de kernlessen (maximaal) vier extra lessen met een taalbeschouwingkarakter toe: een les voor spreken/luisteren, een les voor woordenschat, een les voor zinsbouw en een les voor schrijven. Deze extra taalbeschouwinglessen maken het taalonderwijs rijker. Door deze lessen leren de leerlingen na te denken over taal, over taalgebruik en over het leren van taal. Flexibel toepassen Voor het kernmodel geldt dat alle zeven lessen van dit model gegeven moeten worden. Als u kernlessen overslaat, kunnen er hiaten ontstaan in de taalontwikkeling van uw leerlingen en is uw taalonderwijs niet meer dekkend voor de kerndoelen. Voor het overige kunt u de modellen flexibel toepassen. Ook bij het woordenschatmodel en taalbeschouwingsmodel geeft u in elk geval de zeven kernlessen. Mocht u tijd tekort komen, of om andere redenen minder dan elf taallessen willen geven, dan kunt u een of meer van de vier toegevoegde lessen laten vervallen. Het is ook mogelijk om bepaalde extra lessen niet aan de hele groep te geven. In dat geval geeft u de extra les aan een kleiner groepje leerlingen en werken de overige leerlingen zelfstandig aan andere leertaken. Bij alle modellen bepaalt u zelf of u het onderdeel spreekbeurten en werkstukken al dan niet toevoegt. woordenschat kernmodel taalbeschouwing Les 1: SL Les 2: WS Les 3: ZB Les 4: ZB Les 5: WS Les 6: SCH Les 7: WS Les 8: SL Les 9: WS Les 10: WB Les 11: WS Les 11: WS Les 12: SCH Les 13: WS Les 14: SL Handleiding B1

6 algemene informatie 2.3 Werken met een jaarplanning Zin in taal is opgebouwd uit eenheden; per jaargroep bestaat de methode uit tien eenheden. Voor de planning van het taalonderwijs in een schooljaar betekent dit dat u deze tien eenheden moet inplannen in het schooljaar en dat u daarbij natuurlijk rekening moet houden met schoolvakanties, vrije dagen, en eventuele andere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld een feestweek vanwege de viering van het jubileum van de school. In principe besteedt u vier onderwijsweken aan een eenheid, maar het is ook mogelijk om een eenheid in drie onderwijsweken af te ronden. Hoe u een eenheid in vier of in drie weken kunt plannen, kunt u lezen in de paragraaf Lesrooster voor een eenheid. Waarom een jaarplanning? Het werken met een jaarplanning voor de methode is zeer aan te bevelen. Door met een jaarplanning te werken kunt u het hele jaar door de vinger aan de pols houden in verband met het doorwerken van de methode. U kunt altijd nagaan of u met uw taalonderwijs in de pas loopt met het schooljaar en eventueel uw planning bijstellen. Op deze wijze kunt u voorkomen dat aan het eind van het jaar blijkt dat u niet alle lessen hebt afgekregen. Ook kan zo voorkomen worden dat belangrijke leerstof bij gebrek aan tijd wordt overgeslagen en dat uw school daardoor niet voldoet aan de kerndoelen voor taal. Om vakantiespreiding te realiseren is Nederland verdeeld in een drietal regio s: noord, midden en zuid. Voor de drie regio s vallen de vakanties in verschillende weken. Bovendien duurt het schooljaar in de drie regio s niet even lang. In de ene regio telt een schooljaar bijvoorbeeld 39 effectieve schoolweken, in een andere regio 40, en in de derde regio misschien wel 42 weken. Bij het maken van jaarplanningen dient daarmee rekening te worden gehouden. Voor elk schooljaar kunt u de specifieke jaarplanningen voor de drie verschillende regio s vinden op de website van de methode: Voorbeeld van een jaarplanning Hiernaast is ter illustratie een voorbeeld van een jaarplanning uitgewerkt. In dit voorbeeld begint het nieuwe schooljaar in week 34 op maandag 22 augustus en eindigt het schooljaar in week 26 van het volgende jaar op vrijdag 30 juni. Het schooljaar in dit voorbeeld bestaat uit 40 effectieve onderwijsweken. In deze jaarplanning zijn de tien eenheden van de methode ingepland en is een tweetal roostervrije weken opgenomen waarin eventueel toetsen kunnen worden afgenomen, bijvoorbeeld die uit het Cito Leerlingvolgsysteem. In deze voorbeeldplanning zijn de tien eenheden van de methode ingepland in een schooljaar. Het volgende valt op bij deze planning: Er is rekening gehouden met de volgende vakanties: Herfstvakantie: 1 week Kerstvakantie: 2 weken Voorjaarsvakantie: 1 week Meivakantie: 1 week Verder zijn er twee roostervrije weken ingepland: Week 47 (21-25 november) Week 14 (3-7 april) Voor acht van de tien eenheden zijn in de voorbeeldplanning vier schoolweken opgenomen; voor twee eenheden zijn drie schoolweken opgenomen. Informatie over de planning van een eenheid in 4 of in 3 schoolweken kunt u vinden op pagina Handleiding B1

7 Week Data Eenheid augustus zomervakantie Week Data Eenheid januari kerstvakantie augustus Eenheid aug. - 2 sept. Eenheid september Eenheid september Eenheid januari Eenheid januari Eenheid januari Eenheid jan. - 3 febr. Eenheid september Eenheid september Eenheid oktober Eenheid oktober Eenheid oktober herfstvakantie oktober Eenheid okt. - 4 nov. Eenheid november Eenheid november Eenheid november Roostervrije week nov. - 2 dec. Eenheid december Eenheid december Eenheid december Eenheid december kerstvakantie februari Eenheid februari Eenheid februari Eenheid feb. - 3 maart voorjaarsvakantie maart Eenheid maart Eenheid maart Eenheid maart Eenheid april Roostervrije week april Eenheid april Eenheid april Eenheid mei meivakantie mei Eenheid mei Eenheid mei Eenheid mei - 2 juni Eenheid juni Eenheid juni Eenheid juni Eenheid juni Eenheid vanaf 3 juli zomervakantie Handleiding B1

8 algemene informatie 2.4 Lesrooster voor een eenheid De methode Zin in taal biedt per eenheid veertien taallessen aan voor een periode van vier weken. Van deze veertien lessen worden er maximaal elf gegeven. De methode kan volgens drie verschillende werkmodellen worden gebruikt: het kernmodel (7 lessen per eenheid), het woordenschatmodel (11 lessen per eenheid), of het taalbeschouwingsmodel (11 lessen per eenheid). Behalve taallessen zijn er in elk werkmodel ook zes taken opgenomen. Kenmerkend voor die taken is dat de leerlingen deze zelfstandig kunnen maken. Met een taak is een leerling ongeveer 15 minuten bezig. De methode Zin in taal biedt u ook de mogelijkheid om leerlingen aan spreekbeurten en werkstukken te laten werken. Dit onderdeel is niet in de uitgewerkte lesroosters opgenomen en wel om twee redenen. Op de eerste plaats omdat het onderdeel spreekbeurten en werkstukken in alle werkmodellen facultatief is. En in de tweede plaats omdat er telkens slechts enkele leerlingen werken met het onderdeel en ze dit buiten de taallessen en taken om kunnen doen. Waarschijnlijk gaven leerlingen in andere jaren al spreekbeurten en maakten ze werkstukken. Nu sluit de inhoud daarvan aan op de taallessen. In deze paragraaf laten we zien hoe u de lessen en taken van de verschillende werkmodellen kunt plannen in een periode van vier schoolweken (twintig schooldagen). Ook zullen we aangeven hoe u een eenheid desgewenst kunt beperken tot drie schoolweken (vijftien schooldagen). Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Dag 7 Dag 8 Dag 9 Dag 10 Dag 11 Dag 12 Dag 13 Dag 14 Dag 15 Dag 16 Dag 17 Dag 18 Dag 19 Lesrooster woordenschatmodel Lessen Taken Les 1: SL Les 2: WS Les 4: ZB Les 5: WS Les 6: S Les 7: WS Les 9: WS Les 10: WB Les 11: WS Les 13: WS Les 14: SL Taak 1: ZB Taak 2: ZB Taak 3: ZB Taak 4: WB Taak 5: WB Taak 6: WB Lessen Les 1: SL Les 4: ZB Les 5: WS Les 6: S Les 7: WS Les 10: WB Les 14: SL Lesrooster kernmodel Taken Taak 1: ZB Taak 2: ZB Taak 3: ZB Taak 4: WB Taak 5: WB Taak 6: WB Lesrooster taalbeschouwingsmodel Lessen Taken Les 1: SL Les 3: ZB Les 4: ZB Les 5: WS Les 6: S Les 7: WS Les 8: SL Les 10: WB Les 11: WS Les 12: S Les 14: SL Taak 1: ZB Taak 2: ZB Taak 3: ZB Taak 4: WB Taak 5: WB Taak 6: WB Uit bovenstaand schema blijkt dat u ook bij het uitvallen van enkele schooldagen niet in tijdnood hoeft te komen bij het geven van de taallessen. In het kernmodel geeft u in een periode van vier weken (20 schooldagen) 7 taallessen en werken de leerlingen aan 6 taken. In het woordenschatmodel of taalbeschouwingsmodel geeft u in een periode van vier weken (20 schooldagen) maximaal 11 taallessen en werken de leerlingen aan 6 taken. 10 Handleiding B1

9 Van 4 weken naar 3 weken De voorgaande schema s maken duidelijk dat er bij Zin in taal geen tijdproblemen ontstaan als er eens een schooldag om welke reden dan ook uitvalt. Maar wat kunt u doen als u eens een hele week moet winnen in uw planning? Als u een eenheid in 3 weken in plaats van in 4 weken moet afwerken? Voor die situatie worden hieronder enkele tips gegeven: De eerste mogelijkheid is het intensiveren van het taalonderwijs. U plant dan alle taallessen en taken in een periode van 3 weken in plaats van 4 weken. Voor het kernmodel is dat geen enkel probleem; dan moeten de 7 taallessen en 6 taaltaken in plaats van in 20 schooldagen in 15 schooldagen worden gegeven. Voor de twee andere modellen, het woordenschatmodel en het taalbeschouwingsmodel, is dat moeilijker. Bij die twee modellen geldt dan namelijk dat 11 taallessen en 6 taaltaken moeten worden gegeven in een periode van 15 dagen. Dat kan wel, maar het is behoorlijk intensief. Voor het woordenschatmodel en voor het taalbeschouwingsmodel is er echter nog een tweede mogelijkheid om een eenheid in 3 weken af te kunnen werken. Die tweede mogelijkheid wordt gegeven door het kunnen laten vervallen van maximaal 4 lessen, namelijk de extra lessen uit het woordenschatmodel respectievelijk het taalbeschouwingsmodel. Met andere woorden: Voor een eenheid die in een periode van 3 weken moet worden afgerond, kan men terugvallen op het kernmodel, eventueel aangevuld met een of meerdere lessen uit het woordenschatmodel respectievelijk uit het taalbeschouwingsmodel. Handleiding B1 11

10 algemene informatie 3 Materialen Taalboek Het taalboek verankert de taalactiviteiten voor de leerlingen in zinvolle contexten. Het maakt leerlingen nieuwsgierig, helpt de leerkracht bij het creëren van betekenisvolle leersituaties, laat zien welk taalaspect in de les centraal staat, en nodigt leerlingen uit tot talige activiteiten. Hier staat de titel van de les. Rechtsboven is aangegeven binnen welke eenheid en welk thema de les valt. Er staat een nummer, een titel en een pictogram. Linksboven staat duidelijk binnen welke leerlijn de les past. Aan de inhoud van de kaders (woordenschat of lesdoel) ziet de leerling waar het in de les om gaat. Bijna elke les wordt het taalboek gebruikt. Les 13 (herhalingsles woordenschat) vormt hierop de enige uitzondering. Door gebruik van verschillende kleuren en verschillende illustratoren wordt het verband tussen de lessen onderling zichtbaar gemaakt. Hierdoor ontstaat een heldere structuur en toch veel variatie. Elke eenheid heeft in het taalboek ook twee pagina s presentatie. Deze pagina s zijn bedoeld om kinderen op het spoor te zetten bij het maken van een werkstuk of het voorbereiden van een spreekbeurt. Hiermee worden de verschillende leerlijnen geïntegreerd in een zinvolle, talige activiteit. U wijst per eenheid een groepje leerlingen aan die een spreekbeurt of werkstuk gaan maken en presenteren in les 14. Ze kiezen hiervoor elk een tekst uit. De afwijkende kleurstelling maakt duidelijk dat deze pagina s niet bij een les horen. Door de illustratorkeuze is wel weer te zien dat ze aansluiten bij de lessen spreken/luisteren. In een kader bij elke tekst staat de bijbehorende opdracht. 12 Handleiding B1

11 Werkboek Naast het taalboek maken de leerlingen vaak gebruik van het werkboek. Het bevat oefenstof voor de leerlijnen spreken/luisteren, woordenschat, zinsbouw en woordbouw. Het werkboek bevat geen werkbladen voor het taalaspect schrijven. Schrijfopdrachten worden door de leerlingen in hun schrift gemaakt. Via werkbladen verwerken de leerlingen leerstof die eerder in de instructie is aangeboden. De werkbladen zijn zo gemaakt dat de leerlingen er zelfstandig mee kunnen werken, individueel of in tweetallen. Leerlijn, les en eenheid staan boven elk werkblad genoemd. Leerlijn, nummer en eenheid staan boven elke taak. Naast werkbladen bevat het werkboekje ook taken. Deze worden los van een taalles gebruikt. Er zijn taakbladen voor de leerlijnen zinsbouw en woordbouw. Boven elke taak staat het leerlingdoel vermeld. De pictogrammen bij de opdrachten helpen de leerlingen bij zelfstandige verwerking van oefenstof. Na de opdrachten volgt een differentiatieopdracht voor vlotte leerlingen. Afwijkende kleurstelling benadrukt het verschil tussen werkbladen en taken nog eens extra. Elk werkboek begint met een registratieblad. Zo houden leerlingen goed overzicht over welke werkbladen en taken ze al gemaakt hebben en welke ze nog moeten doen. Op deze manier ervaren de leerlingen de vorderingen die ze maken. Als een leerling een werkblad af heeft, kleurt hij het bijbehorende vakje. Het onderscheid tussen werkbladen en taken is gemaakt door middel van de kleur van de pagina s. Voor de betekenis van de pictogrammen bij de opdrachten, kunnen leerlingen teruggrijpen naar de eerste pagina. Handleiding B1 13

12 algemene informatie Antwoordenboek De meeste opdrachten in Zin in taal kunnen door de leerlingen zelfstandig worden gemaakt. Hierdoor krijgt de leerkracht de handen vrij om bijvoorbeeld bepaalde leerlingen te begeleiden bij het maken van hun opdrachten of om bijvoorbeeld in een combinatiegroep instructie te kunnen geven aan de andere groep. In zo n situatie is het praktisch om te kunnen beschikken over antwoordenboeken waarmee de leerlingen hun eigen werk kunnen nakijken. Het antwoordenboek bevat antwoorden bij de opdrachten uit het taalboek, het werkboek en op het kopieerbladen. Deze zijn te vinden achter het tabblad van het betreffende deel. Antwoorden bij opdrachten uit het taalboek worden weergegeven zoals ze in het schrift van een leerling zullen staan. Bij meer creatieve opdrachten, zoals de schrijfles, worden geen antwoorden gegeven. Antwoorden bij opdrachten in het werkboek of op een kopieerblad worden ingevuld op de betreffende pagina s. Als bij een opdracht meer dan een antwoord mogelijk is, wordt een voorbeeldantwoord gegeven dat wordt voorafgegaan door Bijvoorbeeld. Woordenschatboekje Met de methode Zin in taal kunt u veel aandacht besteden aan de woordenschatontwikkeling van uw leerlingen. Het leren van nieuwe woorden is niet eenvoudig. Het is namelijk niet voldoende om een nieuw woord een keer aan de orde te stellen. Nieuwe woorden zullen regelmatig Door het ordenen op eenheid staan er minder woorden met dezelfde beginletter achter elkaar. Dit vergemakkelijkt het zoeken. De beschrijving van de woorden is minder precies, maar ook korter en eenvoudiger dan in bestaande woordenboeken. Ook ontbreken meervoudsvormen, voorbeeldzinnen en andere extra informatie. Daardoor is het al goed bruikbaar in groep 4. Vanaf groep 7 leren de leerlingen gebruik te maken van algemene woordenboeken, zoals bijvoorbeeld Van Dale Junior of de Basis Van Dale. moeten worden herhaald. Zonder voldoende herhaling is de kans groot dat de woordkennis weer wegzakt. Het woordenschatboekje helpt leerlingen bij het leren en zich eigen maken van nieuwe woorden. Als een kind de betekenis van een woord vergeten is, kan het dit woord snel even opzoeken in het woordenschatboekje. De woorden in het woordenschatboekje zijn geordend per eenheid. Binnen elk thema is de ordening alfabetisch. Zo kunnen leerlingen woorden makkelijk vinden. De zoekplaats beperkt zich tot de paar pagina s die een eenheid beslaat. Bij veel trefwoorden staan illustraties. Dit geeft extra steun voor het woordbegrip. 14 Handleiding B1

13 Kiesschijf woordenschat Er zijn verschillende manieren om de betekenis van een woord duidelijk te maken: voordoen voorbeeld geven aanwijzen tekenen iets erover vertellen andere woorden gebruiken. Met behulp van de kiesschijf woordenschat kunnen de leerlingen zo n manier uitkiezen. De kiesschijf is verkrijgbaar in twee varianten: een kleintje voor leerlingen en een grote voor klassikaal gebruik. Door aan de kiesschijf te draaien, verschijnt achter het venster steeds een andere truc. Computerprogramma Woordenschat Zin in taal Bij Zin in taal kunt u gebruikmaken van het computerprogramma Woordenschat Zin in taal. Dit computerprogramma sluit volledig aan op de leerlijn woordenschat. Per thema komen alle 80 woorden aan de orde die ook in het taalboek worden aangeboden. Hierdoor biedt het computerprogramma ideale mogelijkheden om de woorden die in de methode worden geleerd in voldoende mate te herhalen. Met woorden uit de categorie ken ik niet worden semantiserende spelletjes gedaan. Woorden die op deze wijze een aantal keren zijn gesemantiseerd, verhuizen naar de categorie ken ik al en worden vervolgens ook getoetst. De leerling gaat actief met de woorden aan het werk door bekende woorden in de categorie ken ik al en onbekende woorden in de categorie ken ik niet te plaatsen. Woorden uit de categorie ken ik al worden in spelvormen getoetst om na te gaan of de leerling die woorden daadwerkelijk kent. Als in de toets blijkt dat de leerling een bepaald woord inderdaad kent, verhuist dit woord naar de OK-woorden. Het is voor de leerlingen een uitdaging te proberen zoveel mogelijk woorden in de zak met OK-woorden te krijgen. Kortom, om zoveel mogelijk woorden te leren. Handleiding B1 15

14 algemene informatie Handleiding Het grootste gedeelte van de handleiding bestaat uit lesbeschrijvingen. Achter elk tabblad van een eenheid vindt u uitgewerkte lessen. Bovenaan de linkerpagina staat aangegeven tot welke leerlijn die les behoort: spreken/luisteren, woordenschat, zinsbouw, woordbouw, of schrijven. De lessen zijn per eenheid genummerd van 1 tot en met 14. Bovendien heeft elke les een titel, die overeenkomt met de titel in het taalboek. Elke les beslaat twee naast elkaar liggende pagina s. Op de rechterpagina staat het thema aangegeven, zowel met een pictogram als met een titel. Hier treft u informatie aan over het doel van de les, over de materialen die bij deze les worden gebruikt, over zaken die u voor de les moet voorbereiden (onder het kopje: vooraf), over woorden die misschien moeilijk kunnen zijn voor bepaalde leerlingen, of over hetgeen u voor het geven van de les op het bord moet schrijven. Bij elke les staat aangegeven in welke werkmodel de betreffende les moet worden gegeven. De letters K, W, T staan voor kernmodel, woordenschatmodel en taalbeschouwingsmodel. Het kan zijn dat meerdere letters vet zijn gedrukt. In dat geval wordt de les in meerdere werkmodellen gegeven. Regelmatig treft u hier ook een handige tip aan. Hier staat kernachtig aangegeven uit welke activiteiten de les bestaat. De concrete lesbeschrijvingen bestaan uit telkens vier lesfasen: introductie, instructie, verwerking, reflectie. Achter de kopjes van de lesfasen staat een indicatie van hoe lang het onderdeel zal duren. In de lesbeschrijvingen zijn ook kaderteksten opgenomen. Bij de lessen woordenschat vindt u in een kader bijvoorbeeld de uitleg bij de woorden die in de les aan de orde komen. Bij de lessen spreken/luisteren treft u regelmatig informatie aan over het houden van spreekbeurten en het maken van werkstukken, of vindt u suggesties om met de leerlingen over een bepaald onderwerp te praten. In de lessen voor woordbouw en zinsbouw treft u het kader Zin in taalkunde aan. In dat kader staat informatie over taalkunde die voor u als leerkracht de moeite waard is. Dergelijke kaders met achtergrondinformatie gaan in op het hoe en waarom van de activiteiten van de leerkracht tijdens de les. U doet wat in de lopende tekst staat en hou daarbij in het achterhoofd wat u in de kaders hebt gelezen. Met name bij de lessen woordenschat vindt u in de rechtermarge suggesties voor herhalingsactiviteiten (herhaling) en mogelijkheden om de woordenschat van de leerlingen tijdens de les te toetsen (evaluatie). Audio-cd Elke eenheid van Zin in taal begint met een les spreken/luisteren. In deze les wordt het nieuwe thema geïntroduceerd. Bij de introductie van het thema hoort een audio-cd met opnames van gesprekken van kinderen. In het taalboek staan tekeningen die aansluiten bij de gespreksfragmenten. Terwijl de leerlingen luisteren naar het gesprek volgen ze de route die in het taalboek door middel van de tekeningen staat afgebeeld. Elk gesprek bestaat uit verschillende onderwerpen. Bij elke les zijn de onderwerpen op de cd gescheiden in tracks. Zo kunt u de cd met de leerlingen per onderwerp terugluisteren. De verschillende onderwerpen zijn te herkennen aan de tekeningen in het taalboek. In het cd-doosje vindt u behalve de audio-cd ook een tekstboekje. In dit boekje staan de gesprekken volledig uitgeschreven. U kunt hiermee al een goede indruk krijgen van het gesprek zonder het gesprek eerst volledig te beluisteren. 16 Handleiding B1

15 Kopieermap De kopieermap bevat bladen die niet in alle werkmodellen van de methode aan de orde komen en bladen waaruit u kaartjes moet knippen. De kopieerbladen zijn in de map geordend per eenheid. Als u bij een les een kopieerblad nodig hebt, staat dat bij de lesbeschrijvingen onder het kopje Materialen aangegeven. Op de kopieerbladen vindt u dezelfde vignetten als in de handleiding, die de verschillende werkmodellen aanduiden: K (kernmodel), W (woordenschatmodel) en T (taalbeschouwingsmodel). Daaraan kunt u ook zien welke kopieerbladen u nodig heeft. In elke eenheid vindt u drie soorten kopieerbladen. Een bij de taalbeschouwingsles van spreken/luisteren (les 8), een bij de herhalingsles woordenschat (les 13) en negen bladen met woordkaartjes (bij les 1 en de verschillende woordenschatlessen). De kopieerbladen met de lessen lijken op de pagina s uit het werkboek. Ze zijn ook geschikt voor zelfstandig gebruik door de leerlingen en kunnen met behulp van het antwoordenboek worden nagekeken. Daarnaast zijn er kopieerbladen met woordkaartjes van alle woorden die in de leerlijn woordenschat aan de orde komen. Met behulp van deze woordkaartjes kunnen in de woordenschatlessen herhalingsactiviteiten worden gedaan. Toetsmap Om de vorderingen van de leerlingen te kunnen volgen, bevat Zin in taal controletaken die na een of enkele eenheden kunnen worden afgenomen. Er zijn controletaken voor spreken/luisteren, woordenschat, zinsbouw en woordbouw. De controletaken zijn als kopieerbladen opgenomen in de toetsmap. Voor de leerlijn schrijven kent de methode geen controletaken. In de toetsmap staat wel beschreven hoe u de vorderingen van de leerlingen bij het schrijven kunt volgen. In de toetsmap zitten allereerst aanwijzingen voor het afnemen van de controletaken. Daarnaast vindt u een toetskalender, die aangeeft wanneer welke toetsen kunnen worden afgenomen. Vervolgens treft u, gegroepeerd per leerlijn, de controletaken aan, met daarbij steeds een vorderingenoverzicht. De juiste antwoorden op de toetsitems vindt u op de antwoordbladen. Ook staan daar suggesties voor het gebruik van de toetsresultaten. Handleiding B1 17

16 algemene informatie 4 Leerdoelen en leerlijnen 4.1 De leerlijn spreken/luisteren Het directe doel van de leerlijn spreken/luisteren is het systematisch stimuleren van de ontwikkeling van een tiental mondelinge taalfuncties bij de leerlingen. Het gaat daarbij om zaken als vragen en antwoorden, iets uitleggen, iets beschrijven, of ergens verslag van doen. In elk leerjaar komen dezelfde tien taalfuncties op een steeds hoger niveau in de parallelle eenheden aan bod. Concreet gezegd: In de eerste eenheid van elke jaargroep gaat het steeds om de taalfunctie omgaan met vragen en antwoorden. De leerlingen ervaren en ze leren begrijpen welke rol de verschillende taalfuncties spelen en hoe ze die kunnen gebruiken. Het verder gelegen doel van de leerlijn spreken/luisteren is dat de leerlingen door het verwerven van inzicht in de taalfuncties en het toepassen ervan een open, persoonlijke en veelzijdige gesprekshouding ontwikkelen. De tien taalfuncties van de leerlijn spreken/luisteren 1. omgaan met vragen en antwoorden; 2. uitleggen; 3. delen van ervaringen, meningen en emoties; 4. omgaan met elkaar (interesse en respect); 5. vertellen en spelen; 6. gesprekken voeren; 7. beschrijven; 8. mededelingen doen en berichten; 9. verslag doen; 10. voorlezen en voordragen. Spreken/luisteren in het kernmodel en het woordenschatmodel Het kernmodel en het woordenschatmodel bevatten twee lessen spreken/luisteren (de eerste en de laatste les van elke eenheid). De eerste les is een introductie- en instructieles naar aanleiding van wat kinderen op de audio-cd vertellen over het thema dat in de eenheid centraal staat. De laatste les van elke eenheid is een toepassings- en integratieles naar aanleiding van een of meer teksten in het taalboek. Introductie- en instructieles Tijdens de eerste les van elke eenheid, de introductie- en instructieles, luisteren de leerlingen naar wat kinderen uit verschillende plaatsen in Nederland en Vlaanderen vertellen op de audio-cd. De uitspraken van deze kinderen gaan over het thema van de eenheid. Maar ze laten ook horen hoe de taalfunctie van die eenheid in spontaan taalgebruik door leeftijdgenoten wordt toegepast. Tijdens het luisteren volgen de leerlingen de luisterroute in hun taalboek. Elk onderwerp dat in het gesprek aan de orde komt, heeft een eigen illustratie in de luisterroute en een apart nummer (track) op de audio-cd. Dit laatste maakt het mogelijk om op een eenvoudige wijze een bepaald onderwerp tijdens het luisteren te herhalen of na afloop nogmaals te beluisteren. Na het luisteren maken de leerlingen twee of drie opdrachten in hun werkboek. De derde opdracht is een differentiatieopdracht. De drie opdrachten hebben door de methode heen een vaste structuur: Opdracht 1 controleert of de leerlingen met aandacht hebben geluisterd; Opdracht 2 richt zich specifiek op de taalfunctie die in de betreffende eenheid aan de orde is; De differentiatieopdracht vraagt leerlingen iets voor te bereiden voor de reflectie aan het einde van de les. Opdracht 1 en 2 kunnen de leerlingen nakijken met behulp van het antwoordenboek. De differentiatieopdracht staat centraal tijdens de reflectiefase. Leerlingen die deze opdracht schriftelijk hebben voorbereid, presenteren hun bevindingen. Door de aard van de differentiatieopdracht biedt deze presentatie vervolgens gelegenheid om leerlingen die de opdracht niet hebben voorbereid erbij te betrekken. Toepassings- en integratieles In de laatste les van elke eenheid (les 14) leren de leerlingen de taalfunctie van die eenheid toe te passen. Ze doen dit naar aanleiding van een informatieve tekst in het taalboek. Op de pagina ernaast staat een aantal vragen en opmerkingen van kinderen naar aanleiding van de tekst. De les kan worden uitgevoerd in groepjes, maar ook met de hele groep. Afgesloten wordt met een gezamenlijke reflectie. In deze les kunnen presentaties van leerlingen, die naar aanleiding van de spreekbeurten- en werkstukkenpagina s van de eenheid iets hebben voorbereid, worden geïntegreerd. De integratie maakt de les levendiger, maar ook complexer. Het is dan ook verstandig deze integratie pas toe te passen als de basis van de integratielessen goed verloopt. Wat de leerlingen leren in deze lessen is, naast het toepassen van de taalfunctie van de eenheid, met elkaar praten naar aanleiding van een tekst. Het gaat daarbij om de ontwikkeling van een open, persoonlijke en veelzijdige gesprekshouding. Bij het selecteren en formuleren van de vragen en opmerkingen van de kinderen in het taalboek is uitgegaan van twee manieren van reageren op een tekst: iets willen weten en iets willen vertellen. Elk van deze twee manieren is ingevuld vanuit drie verschillende invalshoeken. Door deze indeling wordt de veelzijdigheid van het erop volgende gesprek op een vanzelfsprekende manier gestimuleerd. Op de volgende pagina wordt elke invalshoek toegelicht met een voorbeeld dat voortkomt uit de tekst die u nu aan het lezen bent. 18 Handleiding B1

17 Iets willen weten Willen weten wat je niet begrijpt (bijvoorbeeld: Wanneer moeten die leerlingen hun spreekbeurt voorbereiden?); Willen weten wat anderen vinden (bijvoorbeeld: In hoeveel procent van alle klassen wordt er in de integratieles met de hele groep gewerkt?); Méér willen weten (bijvoorbeeld: Sluiten die spreekbeurt- en werkstukteksten aan op de tekst van les 14 of staan ze er helemaal los van?). Iets willen vertellen Willen vertellen wat je hebt geleerd (bijvoorbeeld: Het is verstandig om zo eenvoudig mogelijk te beginnen met deze integratieles.); Willen vertellen wat je al wist (bijvoorbeeld: Met elkaar praten over een tekst is een vaardigheid die veel moet worden geoefend.); Willen vertellen wat je nog meer weet (bijvoorbeeld: Veel leerlingen vinden het moeilijk om in hun eigen woorden te vertellen wat ze hebben gelezen.). Spreken/luisteren in het taalbeschouwingsmodel Via het taalbeschouwingsmodel kan een extra les voor spreken/luisteren worden toegevoegd (les 8 van elke eenheid). In deze verrijkings- en taalbeschouwingsles wordt de taalfunctie van de eenheid gepresenteerd in de context van een verhaal over de avonturen van een achtjarige Japanse jongen, Kodo, en zijn familie. Behalve de taalfunctie komt in deze lessen ook taalbeschouwing expliciet aan de orde. Verrijking De verhaaltjes over Kodo en zijn familie staan in het taalboek. Er staan twee versies van het verhaal in het boek. Op de linkerpagina staat de tekst als voorleesverhaal, met handelingen en dialogen, dat door de leerkracht wordt voorgelezen. Op de rechterpagina staat het verhaal als hoorspel, met de rollen en de dialogen, die door de leerlingen worden gelezen. Na het voorlezen van het verhaal en het zelf lezen van het verhaal als hoorspel gaan de leerlingen met behulp van een derde versie op zoek naar de taalfunctie van de eenheid. Deze derde versie van het verhaal is een stripverhaal (op een kopieerblad) waarin een deel van de dialogen ontbreekt. De negen taalperspectieven: taal en fantasie: je kunt door taal je fantasie gebruiken; taal en macht: je kunt door taal het gedrag van anderen beïnvloeden; taal en informatie: je kunt door taal leren; taal en pluriformiteit: taal heeft allerlei vormen; taal en spel: je kunt met taal spelen; taal en filosofie: je kunt over taal nadenken; taal en beeld: taal en beeld kunnen elkaar aanvullen; taal en transformatie: je kunt door taal de werkelijkheid anders benaderen; taal en expressie: je kunt je door taal uiten. Evaluatie van spreken/luisteren Spreken/luisteren (mondeling taalgebruik) doet een beroep op veel vaardigheden en kennis tegelijk. Het evalueren van vorderingen van leerlingen op dit gebied is niet eenvoudig. Spreken/luisteren is, net als schrijven (stellen), zo veelomvattend dat het zich in zijn totaliteit niet eenvoudig laat toetsen. Per leerjaar zijn er drie momenten waarop spreken/luisteren wordt geëvalueerd door middel van controletaken: na de eenheden 3, 6 en 9. In de controletaken voor spreken/luisteren wordt getoetst of de leerlingen begrijpen welke rol de taalfuncties spelen die in de leerlijn aan de orde zijn gekomen. De evaluatie van spreken/luisteren kan echter niet beperkt blijven tot het afnemen van deze controletaken. Daarnaast dient u het spreken en luisteren van de leerlingen tijdens de taallessen te observeren om zodoende een vollediger beeld te krijgen van de mate waarin de leerling zijn of haar vaardigheid in spreken en luisteren ontwikkelt. Meer informatie over het onderwerp evaluatie treft u aan in de toetsmap. Daarin zijn ook de controletaken voor spreken/luisteren als kopieerbladen opgenomen. Taalbeschouwing Taalbeschouwing komt in deze lessen aan bod met behulp van negen taalperspectieven. De leerlingen verwerven kennis en inzicht en denken na over de betekenis, het gebruik en de vorm van taal. In een les is er steeds aandacht voor drie van de negen taalperspectieven. Handleiding B1 19

18 algemene informatie 4.2 De leerlijn woordenschat Het doel van de leerlijn woordenschat is het systematisch uitbreiden van de woordenschat van de leerlingen. Daartoe omvat deze leerlijn twee deelgebieden: woorden leren (woordbetekenissen en relaties tussen woorden); woorden leren leren (strategieën en taalbeschouwing). Woorden leren In de woordenschatlessen leren de leerlingen de betekenis van een flink aantal woorden. Daardoor verbreden ze hun woordenschat. Ook leren de leerlingen relaties tussen woorden te leggen, waardoor ze hun woordenschat verdiepen. De keuze van de woorden komt in de eerste plaats voort uit de thema s en uit de teksten die daarin aangeboden worden. Daarnaast is gebruik gemaakt van de woordenlijst Woorden in het basisonderwijs (Schrooten en Vermeer, 1994). Er worden niet alleen losse woorden behandeld, maar ook combinaties van woorden (bijvoorbeeld: vriendschap sluiten) en uitdrukkingen (bijvoorbeeld: de handen uit de mouwen steken). Bij elke eenheid is na de lesbeschrijvingen in de handleiding (achter les 14) een lijst opgenomen waarop vermeld wordt welke woorden er in die eenheid behandeld worden en in welke les. Een alfabetische lijst met alle woorden die in groep 4 behandeld worden, vindt u op pagina 27 t/m 32. Er wordt veel aandacht besteed aan het leggen van relaties tussen woorden. Door samen met leerlingen te bedenken met welke woorden een nieuw geleerd woord verbonden kan worden, wordt het nieuwe woord opgenomen in het netwerk van woorden in de hoofden van leerlingen. Typen relaties die aan de orde komen zijn: associaties, verzameltermen, categorieën, tegenstellingen, synoniemen, homoniemen, gradaties en collocaties (woorden die vaak samen voorkomen). De relaties tussen woorden worden visueel gemaakt in schema s. Associaties bij een woord bijvoorbeeld worden in beeld gebracht in het schema van de woordenspin. duiken zwembad het sein het teken Synoniemen worden visueel gemaakt in de vorm van een wegwijzer met bordjes die dezelfde kant op wijzen. Woorden leren leren In de woordenschatlessen wordt niet alleen aandacht besteed aan de betekenis van woorden en aan relaties tussen woorden, maar ook aan strategieën om woorden te leren. Met deze strategieën vergroten de leerlingen hun vaardigheid om zelfstandig de betekenis van woorden te leren, ook buiten de woordenschatles. De volgende strategieën komen aan de orde: Strategieën om de betekenis van onbekende woorden te achterhalen: de betekenis afleiden uit de context; het woordenboek gebruiken; hulp vragen; woorden analyseren; vooraf voorspellen waar de les over gaat. Strategieën om de betekenis duidelijk te maken: de betekenis van een woord omschrijven; verschillende manieren om de betekenis van woorden aan anderen uit te leggen. Strategieën om woorden te onthouden: woorden groeperen; associaties maken. voorover achterover de duikplank eng hoog Het leren gebruiken van een woordenboek krijgt speciale aandacht doordat er bij de delen A, B en C van de methode een woordenschatboekje is opgenomen. Met dit woordenschatboekje beginnen de leerlingen al vanaf jaargroep 4 zich de gewoonte en vaardigheid eigen te maken om onbekende woorden op te zoeken. In de jaargroepen 7 en 8 zijn de leerlingen dan in staat om bestaande woordenboeken te raadplegen. De leerlijn woordenschat bevat ook lessen met een taalbeschouwelijk karakter. Doel van deze lessen is dat de leerlingen nadenken over taal en kennis opdoen over taal, in het bijzonder over woorden. In jaargroep 4 betekent dat bijvoorbeeld dat de leerlingen leren beseffen dat woorden naast een betekenis ook een vorm hebben. Of dat ze leren beseffen dat je in verschillende talen hetzelfde kunt uitdrukken met verschillende woorden. 20 Handleiding B1

19 Woordenschat in het kernmodel Twee van de zeven lessen van het kernmodel passen in de leerlijn woordenschat: les 5 en les 7. In deze lessen wordt de betekenis van woorden behandeld in de context van een voorleesverhaal. In les 5 komen vijftien woorden aan de orde naar aanleiding van een serieverhaal over de belevenissen van een groepje kinderen: Andrea, Halima en Emin. Het zijn verhalen die dicht bij de leefwereld van de leerlingen staan. Behalve de woordbetekenissen komt in deze lessen ook steeds een strategie voor het leren van woorden aan de orde. In les 7 van elke eenheid worden vijftien woorden behandeld naar aanleiding van een volksverhaal. Er zijn verhalen gekozen uit verschillende culturen. Naast de betekenis van woorden staat in deze lessen ook steeds een bepaald type relatie tussen woorden centraal. Bij beide lessen hoort een werkboek pagina met opdrachten, waarin ondermeer relaties tussen woorden visueel worden gemaakt. Per eenheid zijn er zes (soms vijf) woorden uit les 1 (spreken en luisteren), die terugkomen in bepaalde woordenschatactiviteiten. Deze woorden zijn gekozen uit de fragmenten van kinderen op de audio-cd en zijn vaak terug te vinden op de illustraties van les 1 in het taalboek. In het kernmodel worden per eenheid 36 (soms 35) woorden per thema aangeleerd. Woordenschat in het taalbeschouwingsmodel Via het taalbeschouwingsmodel wordt één les woordenschat toegevoegd. In het taalbeschouwingsmodel worden de volgende drie woordenschatlessen gegeven: les 5, 7 en 11. In les 11 van elke eenheid ligt het accent op een strategie voor woorden leren. In de leestekst, die een gesprek weergeeft tussen Boris en Mo, wordt een bepaalde strategie door deze personages gedemonstreerd. Vervolgens gaan de leerlingen zelf met de strategie oefenen aan de hand van concrete opdrachten. Tevens wordt in deze lessen de betekenis van vijftien woorden behandeld. In het taalbeschouwingsmodel worden per eenheid 51 (soms 50) woorden aangeleerd. Woordenschat in het woordenschatmodel In het woordenschatmodel worden aan de twee lessen van het kernmodel nog vier extra woordenschatlessen toegevoegd. In het woordenschatmodel zijn de volgende woordenschatlessen opgenomen: les 2, 5, 7, 9, 11 en 13. Hierna treft u informatie aan over de extra woordenschatlessen van het woordenschatmodel. Les 2 heeft het karakter van een verkenning van (een deel van) het thema. Vaak is dat aspect van het thema in les 1 al even ter sprake geweest en komt het weer terug in les 5. Aan de hand van een plaat in het taalboek worden in deze les vijftien themawoorden behandeld. Les 9 van elke eenheid sluit aan bij het verhaal uit les 7 (een les uit het kernmodel). Ook in deze les worden vijftien woorden behandeld, waarbij illustraties in het taalboek een belangrijke rol spelen bij het semantiseren van deze woorden. De inhoud van les 11 is hiervoor bij het taalbeschouwingsmodel beschreven. Les 13 is een herhalingsles. In een groepsactiviteit met de woordkaartjes wordt een aantal woorden van de eenheid nog eens doorgenomen. Op een kopieerblad kunnen de leerlingen nog individueel met de woorden oefenen. In het woordenschatmodel worden per eenheid in totaal 81 woorden aangeleerd. Evaluatie woordenschat Bij veel woordenschatlessen worden mogelijkheden aangegeven voor het evalueren van de woordenschat van de leerlingen. Hierbij observeert u de leerlingen tijdens woordenschatlessen. Daarnaast is het ook mogelijk om door middel van controletaken na te gaan of de leerlingen de nieuwe woorden werkelijk kennen. Aan het einde van elke eenheid, dus telkens na drie of vier weken taalonderwijs, kunt u een controletaak voor woordenschat afnemen waarin 18 woorden worden getoetst die in de betreffende eenheid aan de orde zijn geweest. Meer informatie over het onderwerp evaluatie treft u aan in de toetsmap. Daarin zijn ook de controletaken voor woordenschat als kopieerbladen opgenomen. Handleiding B1 21

20 algemene informatie 4.3 De leerlijn zinsbouw Het directe doel van de leerlijn zinsbouw is dat de leerlingen leren hoe zinnen in elkaar zitten. Een verderliggend doel is dat de taalvaardigheid van de leerlingen verbetert, meer in het bijzonder hun schriftelijke taalvaardigheid. Denk bijvoorbeeld aan minder interpunctiefouten, meer variatie in de bouw van zinnen, en ook eens een ander voegwoord dan en en maar. Spellingvaardigheid en leesvaardigheid kunnen door inzicht in taalstructuur ook wel verbeteren, maar op het bereiken van die doelen zijn de lessen in de leerlijn zinsbouw niet toegesneden. De leerstof wordt altijd eerst in de lesfase instructie met de hele groep behandeld en vervolgens verwerkt. Deze verwerking geschiedt grotendeels zelfstandig met behulp van werkbladen en taken in het werkboek. De leerlingen kunnen hun werk zelf nakijken met behulp van het antwoordenboek. Zinsbouw in het kernmodel en woordenschatmodel Het kernmodel en het woordenschatmodel bevatten één les zinsbouw (les 4 van elke eenheid) en drie bijbehorende taken, die verspreid over de eenheid worden gemaakt. Hierin leren de leerlingen dat er veel soorten woorden zijn en ook veel soorten zinnen. Twee van de in totaal tien lessen in elke jaargroep zijn geheel gewijd aan de zogeheten woorden voor mensen, dieren en dingen, twee andere aan de woorden voor hoe mensen, dieren en dingen kunnen zijn, drie aan woorden voor wat mensen, dieren en dingen kunnen doen. Die stof komt elk jaar op een hoger niveau terug en in groep 6 leren de leerlingen in dit verband de termen zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoord. De resterende drie van de tien zinsbouwlessen per jaargroep zijn steeds geheel gewijd aan de verschillende soorten zinnen die je kunt bouwen met woorden voor mensen, dieren en dingen, met woorden voor wat ze doen en met woorden voor hoe ze zijn. Ook het gebruik van de leestekens en van de hoofdletter aan het begin van een zin wordt in deze lessen behandeld, evenals het gebruik van voegwoorden. Ook deze stof komt elk jaar op een steeds hoger niveau terug. In groep 7 en 8 leren de leerlingen uit welke zinsdelen (gezegde, onderwerp) een zin opgebouwd kan worden. Zinsbouw in het taalbeschouwingsmodel Via het taalbeschouwingsmodel kan een extra les voor zinsbouw worden toegevoegd (les 3 van elke eenheid). In deze les leren de leerlingen dat je kunt nadenken over de inhoud en over de vorm van zinnen. De les biedt de leerlingen ruimte om te experimenteren met formuleringen, met verschillende manieren om hetzelfde te zeggen. Zo n experiment is bescheiden van omvang. Het betreft observaties van twee tot vijf woorden, twee- of drieregelige vraag- en antwoordcombinaties, een poëtische beschouwing van ten hoogste vier of zes regels, en in de bovenbouw ook eens een alinea. Er is ruimte voor minder alledaagse, meer kunstige taalvormen, en voor de zeg maar muzische aspecten van woorden en woordgehelen, zoals klank en ritme. De leerlingen leren in deze les wat je met zinnen kunt doen. In die zin heeft de les zeker raakvlakken met les 4, zinsbouw in het kernmodel, maar verder staat hij er los van. De leerlingen leren ook dat ze kunnen nadenken over wat ze willen vertellen, en dat ze kunnen nadenken over hoe ze dat vertellen. In dat opzicht heeft de les ook raakvlakken met de schrijflessen. In deze les 3 staat plezier in het experimenteren met taal voorop. Dat betekent dat deze lessen voor iedereen te doen zijn. Evaluatie zinsbouw Om de vorderingen van de leerlingen op de leerlijn zinsbouw te evalueren kunt u gebruikmaken van drie controletaken zinsbouw. Deze worden afgenomen na eenheid 4, 6 en 9. Meer informatie over het onderwerp evaluatie treft u aan in de toetsmap. Daarin zijn ook de controletaken voor zinsbouw als kopieerbladen opgenomen. 22 Handleiding B1

Proefkatern Zin in taal Nieuw

Proefkatern Zin in taal Nieuw Proefkatern Zin in taal Nieuw In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Zin in taal, groep 4: 1. Handleiding a1: het algemene gedeelte en eenheid 4 2. Taalboek a1: eenheid 4 3. Werkboek a1:

Nadere informatie

Proefkatern Zin in taal Nieuw

Proefkatern Zin in taal Nieuw Proefkatern Zin in taal Nieuw In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Zin in taal, groep 8: 1. Handleiding e1: het algemene gedeelte en eenheid 4 2. Taalboek e1: eenheid 4 3. Werkboek e1:

Nadere informatie

Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten November 2009

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten November 2009

Nadere informatie

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016 Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016 Leerkrachten: 4/5 Anja Smits en Jennie van Laarhoven 5A Marloes Bongers ALGEMEEN GEDEELTE Zelfstandig werken In de groepen 5 werken de leerlingen

Nadere informatie

Taaljournaal, tweede versie

Taaljournaal, tweede versie SPELLING Taaljournaal, tweede versie Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methode zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl en

Nadere informatie

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2015-2016. Samenwerkingsschool de Lispeltuut

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2015-2016. Samenwerkingsschool de Lispeltuut Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2015-2016 Samenwerkingsschool de Lispeltuut Oostkapelle, september 2015 informatieboekje voor groep 5/6 In dit boekje willen wij u in t kort vertellen hoe en met welke

Nadere informatie

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Tips bij het bestellen van nieuwe boeken Versie: juni 2015 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Nieuwe methode aanschaffen? Dat kan nu veel voordeliger. Snappet

Nadere informatie

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen

Nadere informatie

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8 Zoals u wellicht weet wordt er ieder jaar in oktober de KINDERBOEKENWEEK georganiseerd. Op de meeste scholen worden er dan ook Voorleeswedstrijden gehouden, en gaat de aandacht speciaal uit naar de PROMOTIE

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2014-2015

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2014-2015 Informatieboekje groep 5-6 schooljaar 2014-2015 Samenwerkingsschool de Lispeltuut Juf Teatske Juf Marleen Juf Judith Het informatieboekje voor groep 5/6 In dit boekje willen wij u in t kort vertellen hoe

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 4: 1 handleiding A2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek A2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Optimaal zicht op spelling

Optimaal zicht op spelling Cito Spelling LVS Team Werken met de LVS-toetsen en hulpboeken Optimaal zicht op spelling Kim heeft midden groep 5 bij de LVS-toets Spelling een vaardigheidsscore gehaald van 122. Haar leerkracht weet

Nadere informatie

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen.

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen. Informatie over de gang van zaken in leerjaar 5 Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen. ALGEMEEN Het allerbelangrijkste vinden wij dat de kinderen

Nadere informatie

Het verbeterplan Spelling is gemaakt n.a.v. de klassenbezoeken en daaraan gekoppeld de analyse van de taalopbrengsten.

Het verbeterplan Spelling is gemaakt n.a.v. de klassenbezoeken en daaraan gekoppeld de analyse van de taalopbrengsten. Voorwoord: Het verbeterplan Spelling obs de Lisdodde Daltonschool Het verbeterplan Spelling is gemaakt n.a.v. de klassenbezoeken en daaraan gekoppeld de analyse van de taalopbrengsten. Tijdens de klassenbezoeken

Nadere informatie

JAARPROGRAMMA GROEP 7

JAARPROGRAMMA GROEP 7 JAARPROGRAMMA GROEP 7 Even voorstellen De leerkrachten van deze groep zijn: Patricia Mulder, zij werkt op maandag en dinsdag. Evelien Rikken werkt op woensdag, donderdag en vrijdag. Technisch lezen Technisch

Nadere informatie

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde De bedoeling van dit document is leerkrachten handvatten te geven bij het inpassen van het werken met Nieuwsrekenen in de reguliere rekenmethode.

Nadere informatie

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs WWW.CPS.NL Contactgegevens Tseard Veenstra t.veenstra@cps.nl 06 55168626 Is spellingonderwijs nog relevant als we met behulp

Nadere informatie

Snappet is een alternatief voor...

Snappet is een alternatief voor... Snappet is een alternatief voor... Hulp bij het bestellen van nieuwe boeken. Versie: mei 2014 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Informatie Nieuwe methode aanschaffen?

Nadere informatie

STATION ZUID. Handleiding digibordsoftware

STATION ZUID. Handleiding digibordsoftware STATION ZUID Handleiding digibordsoftware Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Inloggen 4 2. De methodeportal 4 3. Algemene functionaliteiten van de digibordsoftware 4 4. Opbouw digibordlessen Station Zuid 4 5.

Nadere informatie

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken Ruud Janssen Alles telt (2e editie - ThiemeMeulenhoff) De methode biedt een doorgaande lijn vanuit de kleuterbouw. De leerlijnen zijn digitaal beschikbaar. Het

Nadere informatie

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 1 Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006 Mondeling onderwijs Kerndoel 1 Kerndoel 2 Kerndoel 3 Schriftelijk onderwijs Kerndoel 4 Bijlage kerndoel 4 leestechniek Kerndoel 5 Kerndoel

Nadere informatie

Informatieboekje groep 5-7 schooljaar 2013-2014. Samenwerkingsschool de Lispeltuut

Informatieboekje groep 5-7 schooljaar 2013-2014. Samenwerkingsschool de Lispeltuut Informatieboekje groep 5-7 schooljaar 2013-2014 Samenwerkingsschool de Lispeltuut Het informatieboekje voor groep 5/7. In dit boekje willen wij u in t kort vertellen hoe en met welke methodes we werken

Nadere informatie

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + +

Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands ? - + + Checklist Begrijpend lezen en woordenschat Curriculum Nederlands? - + + De gebruikte methoden stellen duidelijke (toetsbare) doelen en leerlijnen voor begrijpend lezen. Zwakke lezers krijgen een aanvullend

Nadere informatie

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal. Taal: vakspecifieke toelichting en tips Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders

Nadere informatie

De ontwikkelde materialen per unit.

De ontwikkelde materialen per unit. Handleiding. Dit is de handleiding voor het remediërende programma voor de leeszwakke leerling bij het vak Engels. De hulpmiddelen zijn ontwikkeld voor leerlingen die bij de toetsen technisch lezen uitvallen

Nadere informatie

Christelijke Basisschool De Bron. Frankenskamp 4 3848 DE Harderwijk 0341-426704 www.debronharderwijk.nl

Christelijke Basisschool De Bron. Frankenskamp 4 3848 DE Harderwijk 0341-426704 www.debronharderwijk.nl Christelijke Basisschool De Bron Frankenskamp 4 3848 DE Harderwijk 0341-426704 www.debronharderwijk.nl Huiswerkprotocol Visie op huiswerk Niet alle scholen geven huiswerk. Toch zijn er veel scholen, waaronder

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde De bedoeling van dit document is leerkrachten handvatten te geven bij het inpassen van het werken met Nieuwsrekenen in de reguliere rekenmethode.

Nadere informatie

Taaljournaal (tweede editie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Taaljournaal (tweede editie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten Taaljournaal (tweede editie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Taaljournaal (tweede editie) Beschrijvingsgegevens en toelichting

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Rekenrijk Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Al doende leren Een module voor trainers

Al doende leren Een module voor trainers Al doende leren Een module voor trainers Bijlagen: Powerpoint Een module voor trainers Handouts: Stappenplan internetgebruik (De Strategiekaart) Print van Powerpoint prestaties geld Parktijkopdrachten

Nadere informatie

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen

Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen Hoofdstuk 16 - Vreemde talen ondersteunen 16.1. Inleiding 215 16.2. Woorden, zinnen, in een vreemde taal laten voorlezen 217 16.3. Uitspraak van woorden leren en controleren 219 16.4. Woorden vertalen

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 4: 1 handleiding A1: het algemene gedeelte en blok 4 2 taalboek A1: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

2. Waar staat de school voor?

2. Waar staat de school voor? 2. Waar staat de school voor? Missie en Visie Het Rondeel gaat uit van de Wet op het Basisonderwijs. Het onderwijs omvat de kerndoelen en vakgebieden die daarin zijn voorgeschreven. Daarnaast zijn ook

Nadere informatie

Het huiswerk heeft de volgende functies: - Het kan er toe bijdragen dat kinderen niet achterop raken met het onderwijsprogramma

Het huiswerk heeft de volgende functies: - Het kan er toe bijdragen dat kinderen niet achterop raken met het onderwijsprogramma Huiswerk op De Springplank Informatiebrochure voor ouders / verzorgers Deze brochure is opgezet om u als ouders/verzorgers te informeren over de rol van huiswerk op De Springplank. We hopen dat deze informatie

Nadere informatie

Alles over. Leeslink. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Leeslink. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie

Informatieboekje groep 7 schooljaar 2015-2016. Samenwerkingsschool De Lispeltuut

Informatieboekje groep 7 schooljaar 2015-2016. Samenwerkingsschool De Lispeltuut Informatieboekje groep 7 schooljaar 2015-2016 Samenwerkingsschool De Lispeltuut Oostkapelle, september 2015 Beste ouders, Voor u ligt het informatieboekje van groep 7. Hierin staat informatie over de vakken

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING In het schooljaar2013-2014 staat onder andere een beleidsplan over huiswerk centraal. Met dit nieuwe beleidsplan krijgen de leerkrachten een afgewogen werkinstrument ter beschikking.

Nadere informatie

Informatieavond groep 3/4 september 2014

Informatieavond groep 3/4 september 2014 Informatieavond groep 3/4 september 2014 Welkom Voorstellen juf Marjolein meester Wim Doel van de avond Werkwijze in de klas Dagritme Zelfstandig werken Computer Hulp vragen Taakje in de klas Een aantal

Nadere informatie

HUISWERKBELEID BS DE TWEESPRONG SCHOOLJAAR

HUISWERKBELEID BS DE TWEESPRONG SCHOOLJAAR HUISWERKBELEID BS DE TWEESPRONG SCHOOLJAAR INLEIDING Huiswerk ligt in het verlengde van het leerproces dat in de klas is gestart. Het vormt een brug tussen thuis en de school. Met het meegeven van huiswerk

Nadere informatie

WELKOM INFORMATIEAVOND VAN GROEP 7 14 SEPTEMBER 2017

WELKOM INFORMATIEAVOND VAN GROEP 7 14 SEPTEMBER 2017 WELKOM INFORMATIEAVOND VAN GROEP 7 14 SEPTEMBER 2017 Even voorstellen: Thijs Backx Femke de Graef 2 Groep 7: - Belangrijk jaar - Meer eigen verantwoordelijkheid (zelf nakijken) - VO informatie avonden

Nadere informatie

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 1: Communiceren en sociaal contact onderhouden

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 1: Communiceren en sociaal contact onderhouden Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A Thema 1: : Thema 1 1. Introductieles De leerling vertelt waarom het belangrijk is om goed te presenteren. Arbeidsvoorbereidend

Nadere informatie

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Taal actief Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

Handleiding Snappet vervanging

Handleiding Snappet vervanging Handleiding Snappet vervanging Hulp bij het bestellen van nieuwe boeken. Versie: mei 2014 Leidseveer 2, 3511 SB Utrecht Telefoon: 088-999 0 444 Email: info@snappet.org Rekenen met Snappet De leerlingen

Nadere informatie

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde De bedoeling van dit document is leerkrachten handvatten te geven bij het inpassen van het werken met Nieuwsrekenen in de reguliere rekenmethode.

Nadere informatie

Juf, wat gaan we eigenlijk leren? Jouw vakkennis - hun basis

Juf, wat gaan we eigenlijk leren? Jouw vakkennis - hun basis Juf, wat gaan we eigenlijk leren? Jouw vakkennis - hun basis Inleiding: Al eerder schreef ik het ebook `het kan zonder groepsplan`. In veel scholen ervaren leerkrachten het maken van groepsplannen als

Nadere informatie

Handleiding leerkrachten. Eigen strip maken. Kerndoelen: Taal en ict 1x per week 4 tot 5 weken

Handleiding leerkrachten. Eigen strip maken. Kerndoelen: Taal en ict 1x per week 4 tot 5 weken Handleiding leerkrachten Eigen strip maken Doelgroep: Vak: Duur: Midden/bovenbouw Taal en ict 1x per week 4 tot 5 weken Inhoud: Het project wordt uitgevoerd tijdens de taallessen die ingeroosterd zijn.

Nadere informatie

Alles over. Timboektoe. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Timboektoe. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Timboektoe Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking

Nadere informatie

SLO-analyse Zin in taal - Zwijsen

SLO-analyse Zin in taal - Zwijsen SLO-analyse Zin in taal - Zwijsen Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever

Nadere informatie

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma

Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Algemeen Uitwerking Leerlijn ICT Ogtb Titus Brandsma Maart 2015 o Groep 0/instroom: Afhankelijk van de ontwikkeling van het kind kunnen de muisvaardigheden geoefend worden door het programma Spelen met

Nadere informatie

Wordt vervolgd. De gastles van de brandweer

Wordt vervolgd. De gastles van de brandweer Wordt vervolgd. De stroom Cito-toetsen is verwerkt, de daardoor verkregen gegevens ook. De rapporten zijn uitgedeeld, de gesprekken daarover zijn gevoerd. Plannen worden/zijn nu gemaakt voor het tweede

Nadere informatie

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas

Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas Hoofdstuk 18 - Tips om voorleessoftware in te zetten in de klas 18.1. Voorleessoftware compenserend inzetten voor leerlingen met een ernstige beperking 235 18.2. Voorleessoftware leerondersteunend inzetten

Nadere informatie

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer

Gedragswaaier. Een passende aanpak voor ieder kind. Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer Gedragswaaier Een passende aanpak voor ieder kind Stephanie de Kroon Margreet Smit Ronald Wiedemeyer 2. Introductie van de Gedragswaaier De Gedragswaaier biedt leerkrachten in het primair onderwijs handvatten

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerstofoverzicht Lezen in beeld Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep

Nadere informatie

Taal in beeld Spelling in beeld

Taal in beeld Spelling in beeld Taal in beeld/ / Spelling in beeld Kerndoelanalyse SLO Juli 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld

Nadere informatie

De doorgaande woordenschatlijn (huidige situatie) Basisschool de Kameleon April 2008

De doorgaande woordenschatlijn (huidige situatie) Basisschool de Kameleon April 2008 De doorgaande woordenschatlijn (huidige situatie) Basisschool de Kameleon April 2008 Kerndoel woordenschat Kerndoel Omschrijving Het vergroten van de woordvoorraad in het Nederlands van leerlingen. De

Nadere informatie

Afstemming met behulp van roosterplanning

Afstemming met behulp van roosterplanning Philippe de Kort ontwikkelingsbureau Driehoek 40 6711 DJ Ede tel: 06-10035196 info@philippedekort.nl www.philippedekort.nl Afstemming met behulp van roosterplanning INHOUD INHOUD... 2 1 Kwaliteitsbeleid...

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Nederlands Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Lesbeschrijving Nederlands

Lesbeschrijving Nederlands Lesbeschrijving Nederlands Overzicht Leerjaar 1 VOx leerlijn nr. 1 Mondelinge taal Onderdeel nr. 1.3 Spreekvaardigheid Subonderdeel nr. 1.3.1 Spreken Lesnummer 34 Titel van de les Ik houd mijn spreekbeurt

Nadere informatie

Hier een korte samenvatting over de verschillende lessen in deze groep.

Hier een korte samenvatting over de verschillende lessen in deze groep. INFORMATIE OVER GROEP 3 Uw kind zit in groep 3, maar wat doet het toch de hele dag? Hier een korte samenvatting over de verschillende lessen in deze groep. VEILIG LEREN LEZEN Dit is de methode die we in

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1

SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart. Uitgeverij Alles-in-1 SLO-kerndoelanalyse Alles-in-1/Alles apart Uitgeverij Alles-in-1 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede 2 maart 2010 Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder

Nadere informatie

Proefkatern Taal in beeld

Proefkatern Taal in beeld Proefkatern Taal in beeld In dit katern vindt u onderdelen uit de materialen van Taal in beeld, groep 8: 1 handleiding E2: het algemene gedeelte en blok 7 2 taalboek E2: de introductiepagina s en blok

Nadere informatie

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN? Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN

Nadere informatie

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL

2.BESCHRIJVING VAN HET TAALONDERWIJS VAN DE SCHOOL Taalbeleid 1.ALGEMEEN 1.1 Woord vooraf 1.2 Visie van de school 1.3 Omschrijving taalbeleid 1.4 Motivering van het belang van taalbeleid onze school 1.5 De populatie van de school 2.BESCHRIJVING VAN HET

Nadere informatie

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5 Mariët Förrer November - februari Doelen en accenten per groep Rol van intern begeleider / taalcoördinator IB en TC ook in deze periode Bewaken

Nadere informatie

Verlegen om woorden Lesbrief voor vmbo

Verlegen om woorden Lesbrief voor vmbo Verlegen om woorden Lesbrief voor vmbo Voor de lessen Nederlands, PSO en LOB. Verlegen om woorden is een pakket met tips en handvatten om een ouderbijeenkomst te organiseren over ouderbetrokkenheid en

Nadere informatie

Checklist Rekenen Groep 3. 1. Tellen tot 20. 2. Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren?

Checklist Rekenen Groep 3. 1. Tellen tot 20. 2. Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren? Checklist Rekenen Groep 3 1. Tellen tot 20 Als kleuters, in groep 1 en groep 2, zijn de kinderen bezig met de zogenaamde voorbereidende rekenvaardigheid. Onderdelen hiervan zijn ordenen en seriatie. Dit

Nadere informatie

Informatieboekje groep 5

Informatieboekje groep 5 Informatieboekje groep 5 Informatie groep 5 1 Dit is het informatieboekje van groep 5. Hierin kunt u informatie vinden over de methodes, de regels en andere specifieke zaken die bij groep 5 horen. Het

Nadere informatie

Verbeter de. scores op de Citotoetsen

Verbeter de. scores op de Citotoetsen Verbeter de scores op de Citotoetsen Verbeter de scores op de Citotoetsen voor kleuters (U bent niet meer verplicht die toetsen af te nemen! Het werkboek taal Alle scholen maken gebruik van de Cito-taaltoets

Nadere informatie

Alles over. Schrijven in de basisschool. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Schrijven in de basisschool. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Schrijven in de basisschool Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.

Nadere informatie

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde De bedoeling van dit document is leerkrachten handvatten te geven bij het inpassen van het werken met Nieuwsrekenen in de reguliere rekenmethode.

Nadere informatie

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2 Kleine Ezel Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2 Colofon Cubiss Tilburg, 2009 Samenstelling: Marion Bolte, Cubiss J:\klantenservice\Rode Draad\handleiding bibliothecaris\kleine Ezel groep 1-2 bibl.290609

Nadere informatie

Informatie over groep 4

Informatie over groep 4 Informatie over groep 4 Godsdienst Wij volgen de methode Trefwoord. Dit is een godsdienstmethode met lesmateriaal voor de hele basisschool. Er wordt gewerkt aan de hand van verschillende thema s.dit zijn

Nadere informatie

Informatiefolder groep 5

Informatiefolder groep 5 Informatiefolder groep 5 Schooljaar 2014-2015 foto van de nieuwe groep! Beste ouders, In deze folder vindt u de basis- informatie die van belang is voor uw kind in groep 5. Aanvullende informatie zult

Nadere informatie

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Visie en accenten leerplan Frans BaO 1 De eerste stappen zetten - Basiswoordenschat

Nadere informatie

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen

Het IGDI model. Het belang van goede instructie. Bij welke leerkrachten leren kinderen het beste? (Good 1989) Instructie en risicoleerlingen Het IGDI model Leesverbetertraject Enschede 8/11/07 Het belang van goede Risicoleerlingen deden het bij goede leerkrachten net zo goed als gemiddelde leerlingen bij zwakke leerkrachten. Niets was effectvoller

Nadere informatie

Handleiding ouderportaal ParnasSys

Handleiding ouderportaal ParnasSys Handleiding ouderportaal ParnasSys Inleiding Als team van WSKO basisschool Het Kompas vinden wij openheid naar ouders belangrijk. Tijdens de oriëntatie op een nieuw leerlingvolgsysteem hebben wij bewust

Nadere informatie

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

DATplus. Kerndoelanalyse SLO DATplus Kerndoelanalyse SLO September 2014 Verantwoording 2014SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande toestemming

Nadere informatie

Informatieboekje. Middenbouw. Voor ouders en kinderen uit de middenbouw

Informatieboekje. Middenbouw. Voor ouders en kinderen uit de middenbouw Informatieboekje Middenbouw Voor ouders en kinderen uit de middenbouw Lezen In groep 3 en 4 is het leren lezen erg belangrijk. Kinderen moeten veel kilometers lezen om zo steeds vloeiender en foutloos

Nadere informatie

werkbladen, telefoons en opnametoestel

werkbladen, telefoons en opnametoestel DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf

Nadere informatie

Taal actief in de weektaak

Taal actief in de weektaak Taal actief in de weektaak Voorbeelden uit de praktijk We e k t a a k G r T hema 3 We e k 3 maandag dinsdag rekenen woensdag donderdag bakkaart: groen, bla uw, paars spelling taal les 3 R of begrijpend

Nadere informatie

Nederlands in Uitvoering

Nederlands in Uitvoering Nederlands in Uitvoering Leerjaar 1 Sport & spel Een mondelinge instructie begrijpen Algemene modulegegevens Leerjaar: 1 Taaltaak: Een mondelinge instructie begrijpen Thema: Sport & spel Leerstijlvariant:

Nadere informatie

Alles over. Schrijven in de basisschool. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Schrijven in de basisschool. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Schrijven in de basisschool Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken.

Nadere informatie

Handleiding Instapprogramma Staal taal

Handleiding Instapprogramma Staal taal Handleiding Instapprogramma Staal taal 1 Over dit instapprogramma Dit instapprogramma is opgesteld voor kinderen in groep 5 tot en met 8, om hen kennis te laten maken met de structuur en opbouw van Staal

Nadere informatie

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk?

Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk? Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie Naam : Wat is de bedoeling? Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk? Er is een misdaad gepleegd! Een dief heeft de computer

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Alles over. Blits. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blits. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Alles over Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen Wij vinden het belangrijk dat u goed geïnformeerd wordt om vervolgens de juiste keuze te kunnen maken. In samenwerking met de educatieve

Nadere informatie