Effectmeting IkStartSmart Gelderland Harry van den Tillaart

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Effectmeting IkStartSmart Gelderland 2008-2012. Harry van den Tillaart"

Transcriptie

1 Effectmeting IkStartSmart Gelderland Harry van den Tillaart Januari 2013

2 2013 ITS, Stichting Radboud Universiteit te Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het ITS van de Stichting Radboud Universiteit te Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. ii Effectmeting IkStartSmart Gelderland

3 Woord vooraf Voor u ligt de Effectmeting IkStartSmart Gelderland Een effectmeting die in de periode 2008 tot medio startende ondernemers heeft gevolgd die hebben deelgenomen aan het project IkStartSmart. Verder hebben ook Ik- StartSmart -coaches en -intakers informatie aangeleverd voor deze effectmeting. Provincie Gelderland zet zich in voor meer en betere starters met het oog op verdere economische ontwikkeling. IkStartSmart is één van de instrumenten om dit te bereiken. Dit project ondersteunt startende ondernemers met een individueel maatwerkbegeleidingstraject gericht op het verbeteren van ondernemersvaardigheden. De hoofdproducten zijn Coachen, Trainen en Netwerken. Verder zijn er mogelijkheden voor advies door vakspecialisten. Zo wordt gebouwd aan duurzaam ondernemerschap. Samenwerkingspartners zijn Provincie Gelderland, de Gelderse gemeenten en de Kamer van Koophandel. IkStartSmart richt zich op kansrijke (pre-)starters en ondernemers die tot vijf jaar actief zijn met hun onderneming. De sterke punten zitten in de vraagsturing waarbij elke ondernemer werkt aan eigen te ontwikkelen ondernemersvaardigheden en het kiezen van de coach door de deelnemer uit een voorgeselecteerde coachpool. Het is niet alleen belangrijk om aan te tonen dat de doelstellingen van het project zijn gerealiseerd, het is ook belangrijk om te weten waarom mensen ondernemer willen zijn, wat het profiel van de startende ondernemer is die heeft deelgenomen, wat hem/haar als ondernemer drijft, welke keuzes hij/zij maakt en wat de waardering is voor het traject dat is gevolgd. Het belangrijkste is echter te weten welke effecten er gerealiseerd worden in termen van inzicht in ondernemerschap, economische positie, omzet- en inkomensontwikkeling en werkgeverschap door het aannemen van personeel. De deelnemers zijn vanaf de start in 2008 gevolgd en hebben via vragenlijsten en de e-scan ondernemerstesten inzage gegeven in hun ontwikkeling als ondernemer. Op basis van de e-scan ondernemerstesten aan het begin en het einde van het individuele begeleidingstraject, zien we een duidelijke verbetering van ondernemersvaardigheden terug. Van de deelnemers geeft 92% aan dat hun deelname grotendeels of volledig aan de verwachtingen heeft beantwoord. Heel belangrijk hierbij is de match tussen deelnemer en coach die grotendeels bepalend is voor het realiseren van de verwachtingen en het uiteindelijke resultaat. Effectmeting IkStartSmart Gelderland iii

4 De maatschappelijke effecten die zijn gemeten zijn zeer interessant voor verdere beleidsvorming: daling van het aantal uitkeringsgerechtigden onder de deelnemers; stijging van het aandeel werkgevers onder de deelnemers; vernieuwing in bedrijfsconcepten; positieve ontwikkeling in het zelfvertrouwen; niet starten als ondernemer maar wel tevreden. Natuurlijk biedt het ondernemerschap geen garantie op een financieel rooskleurige toekomst. Deze effectmeting laat zien dat de kans dat een ondernemer een betere ondernemer wordt, echter aanzienlijk groter is geworden. Het IkStartSmart -project blijkt daarmee effectief te zijn. In mijn optiek voor veel mensen die met plannen rondlopen voor zichzelf te beginnen of juist zijn gestart de moeite waard om deze optie serieus te overwegen en deel te nemen aan IkStartSmart! Hier ligt een mooie uitdaging voor de samenwerkingspartners het project te ontwikkelen tot een duurzame mogelijkheid voor toekomstige startende ondernemers in Gelderland. Lambêr van Nispen Projectmanager IkStartSmart Gelderland iv Effectmeting IkStartSmart Gelderland

5 Inhoudsopgave Woord vooraf iii 1 Starters in Nederland 1 2 IkStartSmart Gelderland: doel en aanpak 11 3 Profiel van de deelnemers 19 4 De IkStartSmart trajecten: inhoud en afspraken 35 5 Beoordeling van het project 55 6 Effecten 71 7 Betekenis van IkStartSmart Gelderland en aanknopingspunten voor verdere verbetering 89 Literatuur 105 Effectmeting IkStartSmart Gelderland v

6 vi Effectmeting IkStartSmart Gelderland

7 1 Starters in Nederland Ontwikkelingen in het aantal starters Toename van het aantal starters Het aantal starters is in de afgelopen jaar zeer duidelijk toegenomen, namelijk van circa starters medio jaren tachtig van de vorige eeuw naar ruim per jaar vanaf Tabel 1.1 indiceert overigens dat de minder gunstige conjunctuur in de eerste jaren van deze eeuw ( ) en vanaf 2008 de groei van het aantal starters (tijdelijk) afgeremd heeft. De sterke toename in 2010 en 2011 heeft zeer waarschijnlijk voor een belangrijk deel te maken met het gegeven dat enkele beroepsgroepen vaak aangeduid als vrije beroepsbeoefenaren zoals bijvoorbeeld de (para)medische beroepen zich vanaf 2010 moeten inschrijven bij de Kamer van Koophandel, terwijl dat vóór 2010 niet verplicht was. Tabel 1.1 Ontwikkeling aantal starters in de periode Totaal aantal startende ondernemers % starters in de dienstverlening % zzp ers % allochtoon % vrouw % %* (30%)** 26% % (32%) 30% % 84,5% 18% (33%) 32% % 86,4% 19% (33%) 32% % 88,0% 19% (33%) 32% % 89,0% 21% (35%) 35% % 25% (35%) 35% % 88% 40% % % 96% 39% Bron: Kamer van Koophandel (Startersprofiel, diverse jaren). * De gegevens in deze kolom zijn overgenomen uit Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap (Bleeker, e.a., 2011, p. 79). Ook Bleeker e.a. baseren zich op gegevens van de Kamer van Koophandel. ** De gegevens in deze kolom zijn gebaseerd op een eigen analyse van de onderzoeker waarbij gegevens van de Kamer van Koophandel zijn gekoppeld aan gegevens van het CBS. Door deze koppeling was het mogelijk ook de tweede generatie allochtone starters mee te tellen. Effectmeting IkStartSmart Gelderland

8 Ook kwalitatieve veranderingen Steeds meer starters in de dienstverlening Naast de kwantitatieve veranderingen in het aantal starters doen zich ook kwalitatieve veranderingen voor. Zo laat tabel 1.1 zien dat de laatste jaren steeds meer starters een bedrijf beginnen in de dienstverlenende sector. Tabel 1.2 brengt dit wat gedetailleerder in beeld en laat tevens zien dat de bouw, de groothandel en de detailhandel de laatste jaren juist relatief minder starters trekken. Tabel 1.2 Starters naar sector, periode Landbouw en visserij 2,6 2,6 2,6 2,3 2,1 1,9 2,1 Industrie 4,0 4,1 3,7 3,2 2,8 3,2 3,1 Bouw 14,7 17,6 17,8 15,9 9,9 9,5 9,9 Groothandel 8,2 6,8 5,8 5,0 4,8 4,6 3,8 Detailhandel 16,1 14,9 13,1 11,0 12,2 12,6 7,2 Horeca 4,0 3,6 3,2 2,7 3,0 3,2 3,3 Vervoer 3,5 3,3 3,1 3,0 2,7 2,9 3,1 Financiën 0,9 0,6 0,5 0,5 0,5 0,6 0,3 Adviesdiensten 13,9 14,7 15,4 16,5 15,7 15,4 16,0 Facilitaire diensten 13,9 13,5 14,0 14,5 15,0 14,7 15,9 Persoonlijke diensten 13,1 12,7 13,4 14,1 16,1 15,5 16,8 Algemene diensten 5,1 5,7 7,2 10,1 14,3 14,5 14,5 Overig ,2 1,0 1,5 0,3 Totaal (= 100%) Bron: Kamer van Koophandel (Startersprofiel, diverse jaren) Toename zzp ers (zelfstandigen zonder personeel) Het aandeel zzp ers (zelfstandigen zonder personeel) is de afgelopen jaren gestegen van ruim 84 procent in 2005 naar 96 procent in Ongeveer de helft van de zzp ers werkt in de dienstverlening. Het aantal starters in de dienstverlening adviesdiensten, facilitaire diensten, persoonlijke diensten, algemene diensten is gestegen van 46 procent van alle starters in 2005 naar 63 procent van alle starters in In aantallen: van starters in de dienstverlening in 2005 naar starters in de dienstverlening in Effectmeting IkStartSmart Gelderland

9 Klassieke versus nieuwe zelfstandigen zonder personeel Het CBS omschrijft zelfstandigen zonder personeel als personen die arbeid verrichten voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk of in een zelfstandig uitgeoefend beroep en die daarbij geen personeel in dienst hebben. Het overgrote deel van de bestaande ondernemers en zeker van de starters zie ook Tabel 1.1 vallen onder deze ruime definitie van zzp ers. De Vries en Braams (2012) maken een onderscheid tussen klassieke zelfstandigen en nieuwe zelfstandigen. Tot de klassieke zelfstandigen rekenen zij de ondernemers die een traditionele bedrijfsvorm voeren en die bijvoorbeeld kapitaal hebben geïnvesteerd en een productievoorraad hebben. Voorbeelden van deze klassieke zelfstandigen zijn zelfstandigen in de landbouw, de horeca of de detailhandel. De sterke opkomst van zzp ers in het eerste decennium van deze eeuw komt volgens De Vries en Braams hoofdzakelijk voor rekening van zelfstandigen die vergelijkbare werkzaamheden verrichten als personen in loondienst en zij gebruiken voor hen de term nieuwe zelfstandigen. De kwalificatie nieuw heeft geen betrekking op een recent ontstaan, maar op de recente politieke aandacht voor zzp ers. De belangrijkste kenmerken van nieuwe zelfstandigen zijn het ontbreken van substantiële kapitaalinvesteringen in hun bedrijf en het feit dat zij voornamelijk hun eigen arbeid aanbieden. Als typische voorbeelden van dit type zelfstandigen noemen De Vries en Braams zelfstandige metselaars, stukadoors, kraamhulpen, interim-managers, coaches, communicatiedeskundigen. Meer vrouwen en meer allochtonen Het aantal vrouwen en allochtonen onder de starters neemt duidelijk toe, met name in de periode Overigens doen zich ook binnen de categorie allochtone starters nog weer ontwikkelingen voor. De allochtone starters van jaar geleden behoorden vrijwel allemaal tot de eerste generatie. Onder de allochtone starters van de laatste 10 jaren bevinden zich echter in toenemende mate personen van de tweede generatie. De Kamer van Koophandel registreert alleen het geboorteland van de starter zelf en brengt dus uitsluitend het aantal eerste generatie allochtone starters in beeld. Om de tweede generatie allochtone starters mee te kunnen tellen, is informatie nodig over het geboorteland van de ouders. Door de gegevens van de Kamer van Koophandel te combineren met gegevens van het CBS is deze informatie beschikbaar gekomen. Tussen haakjes staat in tabel 1.1 het aandeel allochtone starters vermeld, waarbij ook de tweede generatie allochtone starters zijn meegeteld. Inmiddels blijkt ruim een derde deel van de starters in Nederland van allochtone herkomst te zijn. Voor een aanzienlijk deel van de allochtone starters gaat op dat zijzelf (eerste generatie) of een of beide ouders (tweede generatie) geboren zijn in Turkije, Indonesië, Suriname, Duitsland of Marokko. Effectmeting IkStartSmart Gelderland

10 Gemiddelde startleeftijd neemt in periode toe, daarna stabilisatie Een andere verandering is dat de gemiddelde startleeftijd in de jaren langzaam maar zeker stijgt. In 2005 was de gemiddelde leeftijd van de starters 36 jaar. De gemiddelde leeftijd van de starters ontwikkelt zich als volgt: jaar jaar jaar jaar jaar jaar Overlevingskansen veranderen niet Opmerkelijk is dat de sterke stijging van het aantal nieuwe bedrijven de overlevingskansen van deze bedrijven niet negatief beïnvloed blijkt te hebben. Het aantal nieuwe bedrijven dat vijf jaar na de start nog bestaat, blijkt door de jaren heen steeds rond de 50 procent te schommelen (Bangma en Timmermans, 2008). Waarschijnlijk speelt hierbij een rol dat de kwaliteit van de starters toeneemt. Een indicatie hiervoor is dat juist de nieuwe zelfstandigen, die in de afgelopen jaren sterk in opkomst zijn, duidelijk vaker hoog opgeleid zijn dan de klassieke zelfstandigen (De Vries e.a., 2011). Dat de overlevingskansen van door allochtonen opgerichte bedrijven door de jaren heen beter worden, komt voor een belangrijk deel doordat onder deze starters steeds meer ondernemers uit de tweede generatie zitten, dat wil zeggen starters die beter zijn opgeleid dan hun ouders en tevens de Nederlandse taal goed spreken. Dit komt tot uitdrukking in de branchekeuze. De eerste generatie allochtone ondernemers was vooral actief in de detailhandel en de horeca. De tweede generatie kiest vaak voor een bedrijf in de (zakelijke) dienstverlening (Van den Tillaart, 2007; Rusinovic, 2006). Betekenis van starters De laatste twee decennia is er steeds meer aandacht gekomen voor het zelfstandig ondernemerschap. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de beleidsnotities De ondernemende samenleving (1999) en In actie voor ondernemers (2003). De overheid heeft, mede op basis van deze beleidsnotities, diverse initiatieven genomen en maatregelen getroffen om het aantal starters te stimuleren. Zo wordt in het onderwijs aan jonge mensen steeds meer en eerder duidelijk gemaakt dat ook het ondernemerschap een reële optie bij de beroepskeuze is of kan zijn. Daarnaast zijn drempels en belemmeringen weggenomen of verminderd. Daarbij kan men denken aan de deregulering van wettelijke vestigingseisen, aan maatregelen die het starten vanuit een uitkering mogelijk maken of aan impulsen om de financiering van de bedrijfsstart te faciliteren, bijvoorbeeld via fiscale regelingen zoals de startersaftrek en via fondsen voor microkrediet. 4 Effectmeting IkStartSmart Gelderland

11 Overigens speelt niet alleen het overheidsbeleid een rol bij de toename van het aantal starters. Er spelen meer deels aan elkaar gerelateerde en elkaar versterkende factoren een rol bij de toegenomen belangstelling voor het ondernemerschap. Zonder uitputtend te willen zijn kunnen genoemd worden: de ontwikkelingen op ICT gebied, de groei van de dienstensector, de ontwikkelingen op het gebied van de sociale zekerheid, de toegenomen waardering voor (klein) ondernemerschap, de gestegen arbeidsparticipatie van vrouwen, en de behoefte aan meer flexibiliteit zowel aan de vraagkant als aan de aanbodkant. Argumenten Voor het stimuleringsbeleid van starters zijn goede argumenten. Het zelfstandig ondernemerschap heeft namelijk niet alleen betekenis op individueel niveau - vooral omdat het aan individuen kansen biedt om hun eigen arbeidsplek te scheppen en zodoende een inkomen te verwerven maar ook op maatschappelijk niveau. Op dit niveau wordt meestal de betekenis van starters voor de ontwikkeling van de (regionale) economie in termen van werkgelegenheid, innovatie, etc. genoemd, maar men kan ook denken aan de betekenis voor de emancipatie, de participatie en de (re-)integratie van bepaalde groepen in de samenleving of aan de betekenis van ondernemerschap voor de leefbaarheid van steden en wijken. Ondernemerschap en economische groei Ten aanzien van de betekenis van starters voor de economische groei en welvaart zijn heel wat onderzoeken verricht. Inmiddels zijn er tevens overzichtsstudies van de uitkomsten beschikbaar. Zo trekken De Clerq en De Sutter (2004) de conclusie dat talrijke studies aantonen dat nieuwe en kleine bedrijven inderdaad belangrijk zijn voor economische welvaart aangezien deze bedrijven: de innovatieve capaciteit van de economie verhogen; meer flexibel inspelen op marktvragen; de bestaande bedrijven aansporen om efficiënter te gaan werken; en nieuwe business-activiteiten creëren en daarmee zorgen voor nieuwe banen en werkgelegenheid. Ook Van Praag en Versloot (2007) trekken, op basis van 57 door hen geanalyseerde studies, de conclusie dat starters een zeer belangrijke functie vervullen in de economie, maar zij specificeren en nuanceren dit. Zo voegen zij bijvoorbeeld toe dat starters weliswaar naar verhouding veel werkgelegenheid creëren maar dat deze banen in het algemeen zowel wat betreft primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden als wat betreft werkzekerheid op wat langere termijn achterblijven bij de banen in grote, al langer bestaande bedrijven. Bovendien wijzen zij erop dat de bijdrage aan de werkge- Effectmeting IkStartSmart Gelderland

12 legenheid van starters weliswaar positief is, maar dat deze tevens in de tijd varieert: bij de start en op de wat langere termijn gezien hebben starters een positief effect op de werkgelegenheid. In de periode daar tussen in - dus de periode enkele jaren na de start - hebben zij echter een negatief effect op de werkgelegenheid, vooral omdat zij werkgelegenheid verdringen bij al langer bestaande en minder efficiënt werkende bedrijven. Op de lange termijn is het effect van starters op de werkgelegenheid echter duidelijk positief, niet alleen door eigen interne groei maar ook doordat zij een positief effect hebben op de werkgelegenheid van andere al langer bestaande bedrijven. Later onderzoek, zie bijvoorbeeld Koster en Van Stel (2011) bevestigt dat de effecten van starters op de werkgelegenheid vooral op de langere termijn zichtbaar worden, enerzijds omdat starters de bestaande bedrijven stimuleren om efficiënter of beter te produceren en anderzijds omdat een deel van de starters erin slaagt om op den duur uit te groeien tot grote(re) bedrijven. Stel en Suddle (2006) komen op basis van hun analyses tot soortgelijke bevindingen, namelijk dat starters weliswaar een positief effect op de werkgelegenheid hebben, maar dat dit effect in Nederland aanvankelijk maar heel beperkt is. Het effect wordt pas na verloop van enkele jaren zichtbaar en het maximale effect wordt na ongeveer zes jaar bereikt. Verder vergelijken zij Nederland met enkele andere landen waar dezelfde analyses zijn gemaakt en komen op basis daarvan tot de conclusie dat dit maximale effect in Nederland niet alleen eerder wordt bereikt, maar ook groter is dan in die andere landen. Dit kan er volgens hen op wijzen dat de gemiddelde kwaliteit van de starters in Nederland hoog is. Zij benadrukken dat niet alleen de kwantiteit van de starters belangrijk is, maar dat ook de kwaliteit een factor van betekenis is. Het gaat ook of zelfs vooral om kwalitatief goede starters die meer in hun mars hebben dan een bedrijf beginnen in een van de laagdrempelige branches. Ander onderzoek laat echter zien dat de kwaliteit van starters op zich niet voldoende is voor economische groei. Uit een onderzoek naar snel groeiende bedrijven komt naar voren dat de ambitie om te groeien de belangrijkste succesfactor is (Brummelkamp, 2011). Dit komt eveneens naar voren in een onderzoek onder het starterspanel van het EIM. In deze analyse zijn 647 starters betrokken, waarbij de personele groei in de eerste 6 jaar na de start is bekeken. Een van de conclusies van het onderzoek is dat om een bedrijf te laten groeien de ondernemer in ieder geval over de volgende zaken moet beschikken: groeiambitie, bepaalde vaardigheden zoals leiderschap en startkapitaal (Stam en Gibcus, 2012). In de ideaaltypische voorstelling van de ondernemer wordt die groeiambitie meestal als vanzelfsprekend beschouwd, evenals een duidelijke visie op de toekomst en een uitgesproken pioniersgeest. De meeste starters beantwoorden echter niet aan dit ideaalbeeld. Zij hebben vaak andere drijfveren en andere waarden. Veel starters kiezen 6 Effectmeting IkStartSmart Gelderland

13 vooral voor het ondernemerschap omdat zij de vrijheid zoeken om zaken op hun eigen manier te doen. Aan die vrijheid kunnen zij overigens nog heel verschillende betekenissen of inhouden geven. Voor sommige starters bestaat deze vrijheid uit de mogelijkheid om werk en privé beter op elkaar af te kunnen stemmen. Voor andere starters houdt die vrijheid in dat ze zelf willen en kunnen bepalen hoe hun werk of vak wordt ingevuld en uitgevoerd, respectievelijk hoe hun eigen competenties kunnen en zullen worden ingezet. Voor nog weer andere starters betekent vrijheid dat zij zelf willen bepalen welke markten en welke kansen voor hen de moeite waard zijn. Onderzoek onder starters heeft dat de afgelopen jaren met enige regelmaat laten zien (Bruins, 2009; De Vries e.a., 2011)). Overigens is dit niet iets wat met name geldt voor de nieuwe zelfstandigen. Ook decennia geleden lieten pas gestarte ondernemers, vrijwel allemaal van het klassieke soort uit ambacht en detailhandel, al duidelijk horen dat de vrijheid om zaken op hun eigen manier te doen een van hun belangrijkste drijfveren vormde (Van den Tillaart, e.a., 1981). Het aantal starters dat snel, in het eerste jaar na de start, personele groei vertoont blijkt vrij gering te zijn en hoogstens op 5 procent van alle starters uit te komen (Brummelkamp e.a., 2009). Bruins (2012) constateert op basis van een onderzoek onder het EIM starterscohort 2008 dat 4 procent van deze 2008-starters al bij de start personeel in dienst had en dat het aandeel met personeel onder deze 2008-starters in de jaren daarna stijgt naar 13 procent in Het aandeel starters dat van zzp er doorgroeit naar werkgever lijkt bovendien kleiner te worden. Bruins vergelijkt namelijk de uitkomsten van het starterscohort 2008 met die van starters uit de jaren Kort na de start had een op de tien van laatstgenoemde ondernemers personeel in dienst en in de jaren daarna nam dit aandeel geleidelijk toe naar een op de vier (24%) in het vierde jaar na de start. Het verschil tussen starters uit 2008 en starters uit wat betreft het aandeel ondernemers met personeel heeft volgens Bruins te maken met het toenemend aantal zzp ers en daarbij doelt hij waarschijnlijk op de nieuwe zzp ers in termen van De Vries en Braams. Inmiddels zijn er (dan) ook onderzoekspublicaties waarin het effect van ondernemerschap op economische groei wordt gerelativeerd. Er wordt rekening mee gehouden dat landen niet alleen een tekort aan ondernemers kunnen hebben, maar ook een te veel aan ondernemers. De vraag wordt gesteld of de bijdrage aan economische groei niet groter zou zijn geweest wanneer een deel van de ondernemers, in plaats van een eigen bedrijf te starten, in loondienst was gebleven. Een voorbeeld hiervan is de publicatie The more business owners the merrier (Van Praag en Stel, 2010). Overigens relativeren deze onderzoekers hun bevindingen door in deze publicatie expliciet te wijzen op enkele beperkingen van hun onderzoek. Een van de beperkingen die zij aangeven is dat zij in hun analyse geen rekening hebben kunnen houden met (ver- Effectmeting IkStartSmart Gelderland

14 schillen in) de sector samenstelling van de 19 landen waar het onderzoek betrekking op had. Dit kan inderdaad een relevante beperking zijn. Het effect dat het aantal ondernemers heeft op economische groei, is namelijk mede afhankelijk van het stadium waarin de economie zich bevindt. Brummelkamp (2011) vermeldt dat ontwikkelingseconomen drie stadia onderscheiden in de ontwikkeling van landen. In het eerste stadium steunt de economie voornamelijk op kleinschalige landbouw- en ambachtsbedrijven. Het tweede stadium kenmerkt zich door schaalvergroting en industrialisatie. Het derde stadium kenmerkt zich door een sterke ontwikkeling van de dienstensector ten opzichte van de maakindustrie. Brummelkamp verwijst hierbij naar Porter die deze drie stadia eerder heeft aangeduid als de factor driven stage, de efficiency driven stage en de innovation driven stage. In het eerste stadium zal vaak sprake zijn van ondernemerschap uit noodzaak, aangezien er vaak weinig of geen andere mogelijkheden zijn om inkomen te verwerven. Met de opkomst van de dienstensector, in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw, is de Nederlandse economie in het derde stadium terecht gekomen. Startende ondernemers in landen, die zich in de derde fase bevinden, kunnen meestal kiezen tussen een baan in loondienst of ondernemerschap. Economisch gezien zouden mensen dan de stap naar het ondernemerschap pas moeten zetten wanneer zij hierin perspectieven of kansen zien die ten minste even goed of zelfs beter zijn als de perspectieven en kansen die zij voor zichzelf in loondienst zien. Brummelkamp tekent hierbij aan dat deze veronderstelling niet wordt gestaafd door empirisch onderzoek. De vraag is ook of mensen, juist in situaties waarin zij de vrijheid hebben om een keuze te maken tussen ondernemerschap en werknemerschap, deze keuze uitsluitend of vooral op basis van economische argumenten maken. Onderzoek naar de motieven van mensen om voor het ondernemerschap te kiezen laten immers juist zien dat economische motieven vaak niet doorslaggevend zijn. Slechts een deel van de starters geeft aan dat zij voor het ondernemerschap hebben gekozen omdat dit financieel aantrekkelijker is dan in loondienst gaan of blijven. Duidelijk vaker wordt voor het ondernemerschap gekozen om meer vrijheid van handelen en beslissen te hebben. Werkgelegenheid is van groot belang om de welvaart en welzijn op peil te houden of te verbeteren. Dit maakt de aandacht van beleidsmakers en onderzoekers voor de mate waarin starters een bijdrage leveren aan de werkgelegenheid begrijpelijk. Tegelijkertijd is het van belang om goed voor ogen te houden dat dit niet het enige criterium is om de maatschappelijke bijdrage van starters aan af te meten. Hiervoor hebben we aangegeven dat ook andere criteria in een dergelijke analyse betrokken kunnen of moeten worden. 8 Effectmeting IkStartSmart Gelderland

15 Bovendien, zo blijkt uit de hierboven kort samengevatte onderzoeken en analyses, komt het effect van starters op de werkgelegenheid vaak indirect en bovendien pas op langere termijn tot uiting. Hierbij wordt vaak, in navolging van Schumpeter, gewezen op het proces van creatieve destructie, dat door starters met nieuwe ideeën steeds opnieuw in gang wordt gezet en dus in gang wordt gehouden: starters houden op deze manier de bestaande bedrijven scherp. De vraag is of zzp ers, en dan met name de nieuwe zzp ers, minder bijdragen aan dit proces van creatieve destructie dan andere starters. Een recente publicatie Hoe ondernemend zijn zzp ers? (De Vries, e.a. 2012) wijst niet in deze richting. Uit dit onderzoek onder zzp ers komt namelijk naar voren dat zij een bovengemiddelde innovatieve houding hebben, en dat geldt dan nog weer in sterkere mate voor mannelijke zzp ers en voor hoger opgeleide zzp ers. Verder komt uit dit onderzoek naar voren dat driekwart van de zzp ers denkt te beschikken over de kennis, vaardigheden en ervaring die nodig zijn om nieuwe bedrijfsactiviteiten te starten. De Vries e.a. wijzen erop dat dit in de totale beroepsbevolking duidelijk minder vaak opgaat, namelijk maar voor 45 procent. Verder kan hier gewezen worden op de actuele trend dat innovaties niet meer per se door bedrijven of kennisinstellingen worden ontwikkeld, maar ook door netwerken van individuele consumenten, die vaak op vrijwillige basis gezamenlijk aan innovaties werken (De Jong, 2012). Hessels (2010) geeft aan dat hiervan sprekende voorbeelden zijn te vinden in open source software en open design projecten. Wellicht dat hier méér dan voor andere ondernemers mogelijkheden liggen voor (een deel van de) zzp ers. Ze beschikken immers vaker dan de gemiddelde Nederlander uit de beroepsbevolking over de benodigde kennis, vaardigheden en ervaring om nieuwe activiteiten te starten. Bovendien komt uit het onderzoek van De Jong naar voren dat innoverende consumenten veel vaker dan de doorsnee Nederlander de intentie hebben om een bedrijf te starten. Het is van groot maatschappelijk belang dat deze intenties omgezet worden in realiteit. Tenslotte kan vermeld worden dat zzp ers ook nog een andere functie kunnen vervullen. Voor bedrijven is het belangrijk dat ze de personele capaciteit op een soepele manier mee kunnen laten ademen met ontwikkelingen op de markt. Dit betekent dat ze behoefte hebben aan een zekere flexibiliteit in de personele capaciteit. Naast uitzend- en detacheringbureaus spelen ook de zzp ers hierbij een rol. De laatste jaren komt er meer oog voor de betekenis van intersectorale mobiliteit. De werkgelegenheid ontwikkelt zich niet in alle sectoren op eenzelfde manier en tempo. Ook in de huidige recessie gaat op dat sommige sectoren hier meer door geraakt worden dan andere. Dit betekent dat intersectorale stromen op de arbeidsmarkt belangrijker worden. Ook hier kunnen zzp ers een rol spelen. Effectmeting IkStartSmart Gelderland

16 10 Effectmeting IkStartSmart Gelderland

17 2 IkStartSmart Gelderland: doel en aanpak Voorgeschiedenis In de periode is door een partnerschap van Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland, Kamer van Koophandel voor Centraal Gelderland, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en ITS het project Start Smart ontwikkeld en uitgevoerd. Dit project had als doel om, via coaching, begeleiding en training van (pre)starters, meer en betere ondernemers te krijgen. Van meet af aan was in het project Start Smart een effectmeting voorzien. Uit deze effectmeting bleek dat het project Start Smart de gestelde doelen ruimschoots heeft gerealiseerd ( zie verder: Van den Tillaart, 2008). Mede op basis van de resultaten van Start Smart heeft de provincie Gelderland in haar beleidsplan Maak het in Gelderland voor het eerst startersbeleid als speerpunt opgenomen en daarmee de basis, ook in financieel opzicht, gelegd voor het project IkStartSmart Gelderland. Doelstellingen en doelgroep van IkStartSmart Gelderland Doelgroep: kansrijke (pre)starters Het project IkStartSmart Gelderland richt zich op kansrijke (pre)starters en ondernemers in de provincie Gelderland. Ondernemers worden alleen tot IkStartSmart toegelaten wanneer zij nog niet langer dan 5 jaar actief zijn, waarbij inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel leidend is. Geformuleerde doelstellingen Aan het begin van IkStartSmart Gelderland zijn de doelstellingen als volgt geformuleerd: Individuele begeleiding van prestarters, starters en doorstarters; Ontwikkeling en verbetering van ondernemersvaardigheden van deelnemers; Professionalisering van de bestaande bedrijfsvoering bij 700 ondernemers; 35% van de prestarters begint binnen 9 maanden een eigen onderneming; Ontwikkeling van een startersvolgsysteem, waar diverse instanties gebruik van kunnen maken; Effectmeting IkStartSmart Gelderland

18 Onderzoeksrapport met de effecten van ondersteuning aan starters; Uitgebalanceerde methodiek voor startersondersteuning, die zich leent voor landelijke uitrol; Netwerkvorming; Samenwerkingverband tussen gemeenten, provincie Gelderland, onderwijsinstanties, bedrijfsleven en Kamer van Koophandel. Aanpak en opzet IkStartSmart Gelderland De ervaringen die in Start Smart zijn opgedaan met coaching en begeleiding van (pre)starters zijn benut bij de invulling en vormgeving van IkStartSmart Gelderland. Figuur 2.1 geeft een schematisch overzicht van de verschillende stappen of onderdelen van het IkStartSmart traject dat de deelnemers doorlopen. We zullen deze stappen kort toelichten. Figuur 2.1 Overzicht van de onderdelen waaruit IkStartSmart trajecten bestaan, alsmede momenten waarop informatie is verzameld onder de deelnemers, de coaches en de intakers Mikrokrediet Advies Kennismaking Diagnose Coaching Outtake Training Netwerken 1 e Ondernemerstest deelnemers Nulmeting onder deelnemers aan begin van traject 2 e Ondernemerstest deelnemers Nameting onder deelnemers aan eind van traject Enquête over elke deelnemer, onder coaches Eindmeting onder deelnemers in april-juni 2012 Enquête onder intakers (juni 2012) 12 Effectmeting IkStartSmart Gelderland

19 Kennismakingsgesprek met intaker van Kamer van Koophandel Het intakegesprek vindt plaats bij de Kamer van Koophandel. In dit gesprek toetst de intaker of de potentiële deelnemer voldoet aan de gestelde criteria. Eerste e-scan ondernemerstest De personen die aan de criteria voldoen maken vervolgens de e-scan ondernemerstest. De e-scan ondernemerstest is een volledig geautomatiseerde test. Aanvankelijk bestond deze test uitsluitend uit een aantal ondernemerseigenschappen (prestatiegerichtheid, doorzettingsvermogen, risicobereidheid, etc.). Door het ITS is deze test uitgebreid met een aantal ondernemersvaardigheden (verzorgen marketing, financieel beheer,verzorgen planning en organisatie, informatie zoekgedrag.) Op basis van de testresultaten wordt een rapport geproduceerd met het ondernemersprofiel van de desbetreffende deelnemer. Dit profiel wordt gespiegeld aan een referentieprofiel, dat wil zeggen het profiel van succesvolle ondernemers in de desbetreffende branche. Bovendien bestaat de mogelijkheid dat vrienden of bekenden aan de hand van dezelfde ondernemerstest in beeld brengen wat zij als de sterke en minder sterke kanten beschouwen van de desbetreffende (pre)starter. De deelnemers hebben dus de mogelijkheid om het beeld dat zij van zichzelf hebben te spiegelen aan het beeld dat personen uit de omgeving van hem of haar hebben. Diagnosegesprek Mede op basis van de e-scan ondernemerstest wordt het diagnosegesprek gevoerd. Ook dit gesprek vindt plaats bij de Kamer van Koophandel. In het gesprek wordt ingegaan op de sterke en zwakke punten van de (pre)starters en op de rol die het IkStartSmart project zou kunnen vervullen. Tevens worden de accenten bepaald die in het IkStartSmart traject gelegd zullen worden. Keuze van de coach Via een aanbestedingsprocedure is een coachpool samengesteld. Informatie over specialisme, specifieke werkwijze, achtergrond- en contactgegevens is verwerkt in de coachprofielen. Op basis hiervan kiest de deelnemer aan IkStartSmart zelf zijn of haar coach. Deze coachprofielen zijn terug te vinden op Op basis van deze profielen en telefonisch of face to face contact met 2 of 3 coaches kiest de deelnemer zelf zijn of haar coach. Effectmeting IkStartSmart Gelderland

20 Aanbod bestaat uit individuele en collectieve onderdelen De IkStartSmart deelnemer maakt met zijn of haar coach een persoonlijk actieplan. De nadruk ligt op individuele coaching, zo nodig aangevuld met individuele advisering door een accountant, bedrijfsadviseur of vakspecialist. Daarnaast hebben de deelnemers de mogelijkheid om gebruik te maken van collectieve vormen van begeleiding. Zo kan de IkStartSmart deelnemer gebruik maken van het trainingsaanbod van de Kamer van Koophandel en enkele andere aanbieders van trainingen. Het gaat om trainingen zoals Ondernemersvaardigheden voor starters, Marketing voor starters, Sturen op cijfers, Grip op groei, Netwerken, etc. Overigens worden in IkStartSmart, ook los van de training Netwerken, mogelijkheden geboden om contacten te leggen en te netwerken. Er worden in IkStartSmart namelijk netwerkbijeenkomsten en themabijeenkomsten georganiseerd voor de deelnemers. Het aanbod van IkStartSmart voorziet ook in de mogelijkheid dat de deelnemers een beroep doen op Microkrediet Gelderland. Een dergelijk krediet is bedoeld voor kansrijke starters en ondernemers met een jong bedrijf die geen gewone lening bij een bank kunnen krijgen. Tweede e-scan ondernemerstest en eindgesprek Na afloop van het IkStartSmart traject maken de deelnemers voor de tweede keer de e-scan ondernemerstest. Het IkStartSmart traject wordt afgesloten met een outtake gesprek met de Kamer van Koophandel, waarbij ook de resultaten van het traject, mede aan de hand van de uitkomsten van de e-scan ondernemerstest, worden besproken. Effectmeting Voor de effectmeting is vooral informatie verzameld bij de deelnemers, maar ook de coaches en de intakers hebben een rol in de effectmeting gespeeld. Informatie van de deelnemers Twee keer de e-scan ondernemerstest Hiervoor hebben we al aangegeven dat de deelnemers van IkStartSmart Gelderland twee keer de e-scan ondernemerstest maken. De eerste test speelt een belangrijke rol in het diagnosegesprek dat de intakers van de Kamer van Koophandel voeren met de deelnemers. De tweede test wordt gebruikt bij het eindgesprek dat de deelnemers met de Kamer van Koophandel hebben. Uiteraard bevatten de ondernemerstesten ook relevante informatie voor de effectmeting. De test die aan het begin van het IkStartSmart traject wordt gemaakt is namelijk 14 Effectmeting IkStartSmart Gelderland

21 identiek aan de test die aan het eind van het traject wordt gemaakt. Vergelijking van de uitkomsten van de twee testen brengt dus in beeld in welke mate de ondernemerseigenschappen en ondernemersvaardigheden van de deelnemers tijdens het traject zijn verbeterd. Daarnaast een enquête bij begin van traject en een enquête aan eind van traject Aan de deelnemers wordt op twee momenten gevraagd een enquête in te vullen. De eerste keer gebeurt dat wanneer de deelnemers aan het begin staan van hun Ik- StartSmart traject. In deze enquête wordt informatie verzameld over de sociaaleconomische positie en achtergrond van de deelnemers (onder andere wordt gevraagd of op dat moment de volgende posities wel of niet van toepassing zijn: ondernemer, werknemer, in uitkering, niet economisch actief), alsmede over hun redenen om aan het project mee te doen en de verwachtingen die zij er vooraf van hebben. Aan het eind van hun IkStartSmart traject krijgen de deelnemers het verzoek de tweede enquête in te vullen. In deze tweede enquête wordt opnieuw naar de sociaaleconomische positie van dat moment gevraagd. Daarnaast wordt met behulp van deze enquête in beeld gebracht in hoeverre de verwachtingen vooraf, in het IkStartSmart traject zijn gerealiseerd. In de periode vanaf begin 2008 tot eind 2012 zijn in het kader van IkStartSmart Gelderland in totaal (pre)starters en ondernemers met een jong bedrijf gecoacht. Van van deze zijn gegevens beschikbaar. Van al deze deelnemers zijn de uitkomsten van de eerste e-scan ondernemerstest beschikbaar. De gegevens van de eerste enquête, de tweede test en de tweede enquête zijn steeds maar voor een deel van de deelnemers beschikbaar (zie overzicht 2.2). Dit heeft drie oorzaken. De eerste oorzaak is dat we medio 2012 met de eindanalyse van deze effectmeting zijn gestart. Dit betekent dat we medio 2012 een analysebestand hebben gemaakt van de op dat moment beschikbare gegevens. Op dat moment was een deel van de deelnemers echter nog bezig met hun IkStartSmart traject. Deze deelnemers waren op dat moment dus nog niet toe aan het maken van de tweede e-scan ondernemerstest, respectievelijk aan het invullen van de tweede enquête. De tweede oorzaak is dat begin 2008, dus bij de start van IkStartSmart Gelderland de eerste enquête nog niet beschikbaar was. Voor de eerste deelnemers was het dus niet mogelijk om de eerste enquête in te vullen. Aangezien het bij de eerste enquête om een nulmeting gaat, had het geen zin deze deelnemers op een later moment te vragen om deze enquête alsnog in te vullen. De derde oorzaak is dat niet alle deelnemers bereid bleken aan de effectmeting mee te werken, hoewel ze bij hun toelating tot het IkStartSmart project wel hun medewerking aan de effectmeting hadden toegezegd. Effectmeting IkStartSmart Gelderland

22 Overzicht 2.2 Overzicht van de informatie die medio 2012 van deelnemers van IkStartSmart Gelderland beschikbaar is eerste e-scan ondernemerstest eerste enquête (nulmeting) tweede e-scan ondernemerstest tweede enquête (nameting) totaal ja ja ja ja 474 ja ja ja nee 189 ja ja nee ja 40 ja nee ja ja 119 ja ja nee nee 371 ja nee ja nee 118 ja nee nee ja 11 ja nee nee nee 177 N = N = N = 900 N = 644 N = Eind 2011 hebben 885 deelnemers hun IkStartSmart traject volledig afgesloten. Deze deelnemers hebben dus bijna allemaal de eerste enquête is pas wat later beschikbaar gekomen de gelegenheid gehad om beide testen en beide enquêtes in te vullen. Voor deze 885 deelnemers is het beeld als volgt: eerste e-scan ondernemerstest gemaakt 885 (100%) eerste enquête (nulmeting) ingevuld 618 (70%) tweede e-scan ondernemerstest gemaakt 764 (86%) tweede enquête (nameting) ingevuld 622 (70%) Afsluitende derde enquête in april-juni 2012 Bij het afsluiten van het IkStartSmart project in 2012 waren de eerste deelnemers al bijna drie jaar geleden uitgestroomd. Vandaar dat besloten is om alle deelnemers die hun IkStartSmart traject voor eind 2011 afgerond hebben een derde enquête voor te leggen. In deze enquête zijn opnieuw vragen opgenomen over de sociaaleconomische positie van de deelnemers op dat moment, dus in Daarnaast zijn, voor de deelnemers met een eigen bedrijf, vragen opgenomen over de ontwikkelingen van het bedrijf in de afgelopen jaren wat betreft omzet, winst en werkgelegenheid. De derde enquête is uitsluitend gehouden onder deelnemers die hun IkStartSmart traject voor het eind van 2011 hadden afgerond. Deelnemers die op een later moment zijn uitgestroomd, zijn van deze derde enquête uitgesloten omdat er bij hen een te korte periode zou komen te zitten tussen het invullen van de tweede en het invullen van de derde enquête. 16 Effectmeting IkStartSmart Gelderland

23 In totaal kwamen 885 deelnemers voor de derde enquête in aanmerking. Van hen hebben er 468 (53%) de vragen van de derde enquête beantwoord. Uiteraard speelt dan de vraag of de 417 deelnemers die de derde enquête niet ingevuld hebben, op belangrijke punten afwijken van de 468 die dit wel gedaan hebben. Om hier zicht op te krijgen hebben we een random steekproef van 103 deelnemers getrokken uit de 417 deelnemers die de derde enquête niet hebben ingevuld. Deze 103 deelnemers zijn vervolgens allemaal telefonisch benaderd en daarbij zijn de centrale vragen uit de derde enquête telefonisch afgenomen. In de analyse is vervolgens nagegaan of deze 103 in hun antwoorden op de derde enquête afwijken van de 468 die eerder al de internetversie van de derde enquête hebben ingevuld. Twee extra controles In totaal zijn 885 deelnemers gevraagd om medewerking te verlenen aan de derde enquête, in de periode april-juni De andere 614 deelnemers zijn hiervoor niet benaderd omdat zij op dat moment nog in traject zaten. Van deze 614 zijn wel de gegevens van de eerste e-scan ondernemerstest beschikbaar en in de meeste gevallen ook de gegevens van de eerste enquête (nulmeting). In de analyse is systematisch gecontroleerd of er verschillen zijn in de uitkomsten van zowel de eerste test als de eerste enquête tussen de 885 deelnemers die wel en de 614 deelnemers die niet gevraagd zijn om de derde enquête in te vullen. Bovendien is, als extra check, systematisch gecontroleerd of de drie subgroepen de 468 die de derde enquête digitaal hebben ingevuld, de 103 waarbij de belangrijkste vragen uit de derde enquête telefonisch zijn afgenomen en de 314 die de derde enquête noch digitaal noch telefonisch hebben ingevuld van elkaar verschillen in de informatie, die zij eerder in de 2 enquêtes (nulmeting én nameting) en de 2 e-scans ondernemerstesten, beschikbaar hebben gesteld. Informatie van de coaches en de intakers Coaches De coaches is gevraagd om, voor elk van hun deelnemers afzonderlijk, een korte enquête in te vullen. In de enquête konden de coaches aangeven wat hun ervaringen waren in het desbetreffende traject en in welke mate dit naar hun oordeel tegemoet kwam aan de verwachtingen van de desbetreffende deelnemer. Intakers De intakers hebben eveneens hun ervaringen in kunnen brengen. Dit is gebeurd via een enquête waarin zij in algemene zin, dus niet per deelnemer, hun oordeel over de verschillende onderdelen van het project IkStartSmart konden aangeven. Effectmeting IkStartSmart Gelderland

24 Daarnaast heeft medio 2012 een groepsgesprek met enkele intakers plaatsgevonden waarin de gelegenheid is geboden om hun ervaringen in het project te uiten, alsmede eventuele mogelijkheden die zij zien om het project te verbeteren. De medewerking van de coaches en de intakers aan de effectmeting was zeer goed. De coaches zijn gevraagd voor elk van hun deelnemers een enquête in te vullen. Voor meer dan 90 procent van de deelnemers is dit gebeurd. De intakers hebben allemaal meegewerkt. Bij hen ging het echter ook maar om één enquête. Conclusie: hoewel niet alle deelnemers de afspraak om medewerking te verlenen aan de effectmeting zijn nagekomen, is er ruim voldoende informatie voorhanden om te bepalen of IkStartSmart Gelderland de vooraf geformuleerde doelstellingen heeft gerealiseerd. 18 Effectmeting IkStartSmart Gelderland

25 3 Profiel van de deelnemers Achtergrondkenmerken Deelnemers In de periode vanaf begin 2008 tot eind augustus 2012 zijn in het kader van Ik- StartSmart Gelderland (pre)starters gecoacht. Van van deze zijn gegevens beschikbaar. Meer vrouwen dan mannen Onder de deelnemers zitten meer vrouwen (58%) dan mannen (42%). Dat was overigens ook het geval bij de voorlopers van dit project. Van de deelnemers van Start Smart ( ) was 60 procent vrouw en van IkStartSmart Salland ( ) 52 procent. Vergelijken we het aandeel vrouwen onder de deelnemers van IkStartSmart Gelderland met het aandeel vrouwen onder alle starters in Nederland, dan komt een duidelijk verschil naar voren. Bij alle starters in Nederland in de periode is het aandeel vrouwen met procent namelijk duidelijk lager. Zowel starters als prestarters Van de deelnemers geeft bijna een kwart (24%) aan dat zij geen ondernemer waren op het moment dat zij zich aanmeldden voor IkStartSmart Gelderland, bij nog eens bijna een kwart (24%) viel het begin van het coachtraject ongeveer samen met hun start als ondernemer en voor de rest (52%) gaat op dat zij al ondernemer waren toen zij zich aanmeldden voor IkStartSmart Gelderland. Ruim de helft geeft dus aan dat zij al ondernemer waren bij hun instroom in Ik- StartSmart Gelderland. Dit betekent echter nog niet in al deze gevallen dat zij zich toen ook al op de eerste plaats als ondernemer beschouwden. Dat gaat namelijk op voor minder dan tweederde deel van deze deelnemers. De andere deelnemers beschouwden zich meestal eerder als werknemer of freelancer dan als ondernemer (zie tabel 3.1). Effectmeting IkStartSmart Gelderland

26 Tabel 3.1 laat tevens zien dat de deelnemers voor wie opgaat dat de start van het coachtraject ongeveer samen viel met de start van hun bedrijf, op dat moment meestal nog inkomsten hadden uit loondienst of uit een uitkering. Deze deelnemers typeerden zichzelf op dat moment ook vaker als werknemer of uitkeringsgerechtigde dan als ondernemer. Tabel 3.1 laat daarnaast zien dat de deelnemers die nog geen bedrijf hadden toen zij zich aanmeldden voor IkStartSmart Gelderland op dat moment meestal in loondienst werkzaam waren of een uitkering hadden. Tabel 3.1 Economische positie van de deelnemers bij de aanmelding voor Ik- StartSmart Gelderland al ondernemer voor instroom in ISS Gelderland (52%) start ondernemerschap en start ISS-traject vallen vrijwel samen (24%) bij start ISS-traject nog geen ondernemer (24%) Situatie is bij start van ISS-traject (vooral) van toepassing fulltime baan in loondienst 5* (4)** 14* (11)** 25* (23)** parttime baan in loondienst 23 (16) 29 (18) 33 (28) werken via uitzendbureau 2 (0) 1 (1) 7 (2) meewerkend in bedrijf ouders 0 (0) 2 (1) 0 (0) freelance werkzaamheden 19 (7) 15 (4) 5 (0) eigen bedrijf zonder personeel 80 (60) 36 (22) 0 (0) eigen bedrijf met personeel 4 (4) 1 (1) 0 (0) bijstandsuitkering 1 (0) 0 (0) 2 (2) werkloosheidsuitkering 5 (1) 30 (16) 26 (20) arbeidsongeschiktheidsuitkering 2 (1) 0 (0) 0 (0) vrijwilligerswerk 4 (0) 9 (1) 5 (3) huishoudelijk werk 3 (1) 3 (0) 6 (2) studie/opleiding 8 (1) 14 (3) 17 (3) voorbereiding bedrijfsstart 9 (5) 39 (23) 32 (18) totaal (100%) (100%) (100%) Bron: eerste enquête onder deelnemers (nulmeting) * In deze kolom cijfers staan de antwoorden op de vraag: Welke van de genoemde situaties waren voor u van toepassing op het moment dat u zich aanmeldde voor het IkStartSmart Gelderland project? De deelnemers konden bij deze vraag meer dan een antwoord geven. De percentages in deze kolom komen opgeteld dan ook boven de 100 uit. ** In deze kolom cijfers staan de antwoorden op de vraag: Welke van de genoemde situaties typeerde uw situatie bij het begin van het IkStartSmart traject het beste? Op deze vraag konden de deelnemers maar één antwoord geven. De percentages in deze kolom komen opgeteld dan ook op 100 uit. 20 Effectmeting IkStartSmart Gelderland

27 Overigens is ruim driekwart (79%) van de deelnemers (eerder) in loondienst geweest. Dit geldt ook voor de deelnemers die bij de start van hun ISS-traject al ondernemer waren. Bijna de helft (44%) van de deelnemers van IkStartSmart Gelderland is in loondienst (geweest) van de branche waarin ze nu ondernemer zijn of willen worden. Bijna de helft (47%) van alle ISS-deelnemers heeft in loondienst ervaring opgedaan met leidinggeven, 31 project heeft in loondienst ervaring opgedaan met acquisitie van opdrachten of klanten en 22 procent heeft in loondienst ervaring opgedaan met financiële administratie. Van de vrouwen onder de deelnemers beschikt 81 procent over ervaring als werknemer en voor 41 procent van de vrouwen gaat op dat ze over loondienst ervaring beschikken in de branche waarin ze nu een bedrijf hebben of willen beginnen. Bij de mannen zijn deze cijfers respectievelijk 73 en 53 procent. Mannen blijken in loondienst wat vaker ervaring opgedaan te hebben met leidinggeven (56%) en acquisitie (39%) dan vrouwen (respectievelijk 39 en 24%). Klein deel kent ondernemerschap van huis uit Voor bijna eenderde deel (31%) gaat op dat de ouders een eigen bedrijf hadden. Dit betekent overigens niet dat de deelnemers uit deze ondernemersgezinnen altijd veel mee gekregen hebben van het ondernemerschap. In ieder geval zegt maar 13 procent van de deelnemers dat zij via het bedrijf van de ouders vertrouwd zijn geraakt met diverse aspecten van het zelfstandig ondernemerschap. Er zijn ook maar weinig deelnemers (5%) die aangeven dat vooral hun ouders een rol gespeeld hebben bij hun keuze voor het ondernemerschap (zie figuur 3.2). Veel vaker komt deze keuze voort uit de wens om zelf te bepalen hoe het werk ingevuld en uitgevoerd wordt. Men verwacht dat dit tot een betere benutting van de eigen kwaliteiten leidt en dat het meer mogelijkheden biedt om werk en gezin te combineren (zie figuur 3.2). De deelnemers hebben dus vooral positieve motieven (pull) om ondernemer te (willen) worden. Negatieve motieven (push) ontevredenheid over de baan of de loopbaanmogelijkheden in loondienst en weinig of geen andere alternatieven spelen maar bij een heel klein deel van de IkStartSmarters een belangrijke rol. De motieven om ondernemer te (willen) worden gelden algemeen. Er is op dit punt nauwelijks of geen verschil tussen jongere en oudere deelnemers aan IkStartSmart, evenmin als tussen mannen en vrouwen of tussen hoog en laag opgeleiden. Effectmeting IkStartSmart Gelderland

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

EFFECTMETING IKSTARTSMART SALLAND

EFFECTMETING IKSTARTSMART SALLAND EFFECTMETING IKSTARTSMART SALLAND ii Effectmeting Ikstartsmart Salland Harry van den Tillaart Maart 2009 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen iii CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK DEN HAAG Tillaart, Harry

Nadere informatie

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt

M Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel. Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt M200919 Nieuwe werkgevers in 2004: De stap naar het aannemen van personeel Guido Brummelkamp Wim Verhoeven Sjaak Vollebregt Zoetermeer, december 2009 Nieuwe werkgevers Boodschap Nederland kent over de

Nadere informatie

EFFECTMETING START SMART PROJECT

EFFECTMETING START SMART PROJECT EFFECTMETING START SMART PROJECT ii Effectmeting Start Smart project Begeleiding startende ondernemers Harry van den Tillaart Maart 2008 ITS Radboud Universiteit Nijmegen Deze uitgave is te bestellen bij

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins M200916 Parttime van start drs. A. Bruins Zoetermeer, 24 september 2009 Parttime van start Van de startende ondernemers werkt een kleine meerderheid na de start fulltime in het bedrijf. Een op de vier

Nadere informatie

Kennismakingsgesprek StartSmart

Kennismakingsgesprek StartSmart StartSmart Startpunten bij de Kamer van Koophandel Centraal gelderland Kennismakingsgesprek StartSmart Deelnamenummer Startsmart Datum Tijdstip Plaats Contactpersoon KvK Naam bedrijf HR-nummer (evt.) Naam

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Opdrachtgevers & Netwerkpartners Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid dat a zorg onderwijs zekerheid t enschap rg welzijn obilit eit n beleids- Het ITSmaakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave CE

Nadere informatie

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap J. Mevissen, L. Heuts en H. van Leenen SAMENVATTING Achtergrond van het onderzoek Het verschijnsel zelfstandige zonder personeel (zzp er) spreekt tot de verbeelding.

Nadere informatie

Meting economisch klimaat, november 2013

Meting economisch klimaat, november 2013 Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,

Nadere informatie

Een eigen bedrijf is leuk!

Een eigen bedrijf is leuk! M200815 Een eigen bedrijf is leuk! Ervaringen van starters uit de jaren 1998-2000 drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, december 2008 2 Een eigen bedrijf is leuk! Een eigen bedrijf geeft ondernemers

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

Starten in een dal, profiteren van de top

Starten in een dal, profiteren van de top M200715 Starten in een dal, profiteren van de top drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, november 2007 2 Starten in een dal, profiteren van de top Ondernemers die in 2003 een bedrijf begonnen, waren zich

Nadere informatie

M200705. Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins

M200705. Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins M200705 Werkgelegenheid bij startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2007 2 Werkgelegenheid bij startende bedrijven Van startende bedrijven wordt verwacht dat zij bijdragen aan nieuwe werkgelegenheid.

Nadere informatie

Werken in startende bedrijven

Werken in startende bedrijven M201211 Werken in startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, september 2012 Werken in startende bedrijven De meeste startende ondernemers hebben geen personeel. Dat is zo bij de start met het bedrijf,

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Ondernemerschap & Ondernemendheid. In de beroepssector handel & de bedrijfstak MITT 2010

Ondernemerschap & Ondernemendheid. In de beroepssector handel & de bedrijfstak MITT 2010 Ondernemerschap & Ondernemendheid In de beroepssector handel & de bedrijfstak 2010 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding... 4 Samenvatting... 5 Conclusies en aanbevelingen... 6 1. Ondernemers in Nederland...

Nadere informatie

Nameting Scan Mijn Bedrijf 2.0 2011-2012

Nameting Scan Mijn Bedrijf 2.0 2011-2012 Sociale innovatie De volgende vragen gaan over sociale innovatie en innovatief ondernemingsbeleid. Sociale Innovatie is een vernieuwing of een verbetering in de arbeidsorganisatie en in de arbeidsrelaties

Nadere informatie

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren J.W. Veerman N. van Erve M. Poiesz Praktikon BV Postbus 6906 6503 GK Nijmegen tel. 024-3615480 www.praktikon.nl praktikon@acsw.ru.nl 2010 Praktikon

Nadere informatie

Minder startende ondernemers

Minder startende ondernemers Starters ING Economisch Bureau Minder startende ondernemers in 2012 Aantal starters loopt in alle provincies terug Dit jaar zijn er tot en met september circa 95.000 mensen een onderneming gestart, ruim

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid M201207 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1987-2010 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid In de periode 1987-2010 is het aantal bedrijven per saldo

Nadere informatie

IkStartSmart Nijmegen Ondernemersfonds. Rapportage

IkStartSmart Nijmegen Ondernemersfonds. Rapportage IkStartSmart Nijmegen Ondernemersfonds Rapportage GROEI SMART IkStartSmart Nijmegen Ondernemersfonds Rapportage Voor de 50 deelnemers gefinancierd uit het Nijmegen Ondernemersfonds De gemeente Nijmegen

Nadere informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies

Nadere informatie

Coaching van startende ondernemers

Coaching van startende ondernemers Coaching van startende ondernemers Onderzoek naar vorm, inhoud en kwaliteit van de coaching in de optiek van aanbieders en gebruikers Harry van den Tillaart Cees van Diemen John Warmerdam Jan Heijink Erik

Nadere informatie

ECONOMISCHE STIMULANS

ECONOMISCHE STIMULANS DE ZZP ER CENTRAAL Arnhem is een ondernemende stad. Met name het aantal ZZP ers is de afgelopen jaren spectaculair toegenomen. Bij elkaar opgeteld zijn het meer mensen dan het grootste bedrijf in Arnhem

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Markt starters. Trendanalyse. Demografisch. Trendanalyse 14/04/16. 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek.

Markt starters. Trendanalyse. Demografisch. Trendanalyse 14/04/16. 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek. Markt starters Trendanalyse 13 april Elles Derrez manager MKB Rabobank Westelijke Mijnstreek Trendanalyse 2 1 Aantal starters door de jaren Starters per jaar 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000

Nadere informatie

Startende ondernemers in Moerdijk 2005

Startende ondernemers in Moerdijk 2005 Startende ondernemers in Moerdijk 2005 I. Ontwikkeling startende ondernemers Aantal startende ondernemers licht gedaald In 2005 zijn in Moerdijk 136 personen een onderneming gestart 1. Dit zijn er 6 minder

Nadere informatie

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam Colofon ONDERZOEKER StartFlex B.V. CONSULTANCY Centre for applied research on economics & management (CAREM) ENQETEUR Alexander Sölkner EINDREDACTIE

Nadere informatie

Ervaringen van vrijwilligers

Ervaringen van vrijwilligers Ervaringen van vrijwilligers Synthese [Externe versie] Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Augustus 2017 2017 Praktikon Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs

MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs M201114 MKB ziet wel brood in ondernemerschapsonderwijs MKB-ondernemers over ondernemen in het reguliere onderwijs drs. B. van der Linden drs. P. Gibcus Zoetermeer, november 2011 MKB ziet wel brood in

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld Rapport Startersprofiel 2012 van Datum uitgave Januari 2013 onderwerp Startende ondernemers in beeld Pagina 1 van 12 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 3 2 Kerncijfers startende ondernemers... 4 2.1 Meer

Nadere informatie

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12

1.1 Bevolkingsontwikkeling 9. 1.2 Bevolkingsopbouw 10. 1.2.1 Vergrijzing 11. 1.3 Migratie 11. 1.4 Samenvatting 12 inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Bevolking 9 1.1 Bevolkingsontwikkeling 9 1.2 Bevolkingsopbouw 10 1.2.1 Vergrijzing 11 1.3 Migratie 11 1.4 Samenvatting 12 2. Ontwikkelingen van de werkloosheid 13 2.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Voor wie verstandig handelt! Daling personeel

Voor wie verstandig handelt! Daling personeel Daling personeel Trendsamenvatting Naam Definitie Scope Invloed Conclusie Bronnen Daling personeel Het aantal medewerkers dat werkzaam is in de sector / branche zal gemiddeld genomen hoger opgeleid zijn,

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Parttime ondernemen in de bijstand De stand van zaken

Parttime ondernemen in de bijstand De stand van zaken Parttime ondernemen in de bijstand De stand van zaken Onderzoek bij 36 Nederlandse gemeenten over het re-integratie-instrument parttime ondernemen Karen Smit Raynor Reinink Bob de Levita April 2019 Parttime

Nadere informatie

Junior Company op vmbo basis, kader en gemengd (profiel dienstverlening en producten)

Junior Company op vmbo basis, kader en gemengd (profiel dienstverlening en producten) Junior Company op vmbo basis, kader en gemengd (profiel dienstverlening en producten) Tijdens Junior Company richten de leerlingen hun eigen company op en deze runnen ze één schooljaar. Ze verdelen functies,

Nadere informatie

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven 2008-2012 Ester Hilhorst Economic Board Utrecht April 2014 Samenvatting Vinger aan de pols Innovatie is sterk verbonden met vooruitgang, vernieuwing en

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie

Zzp er: werknemer nieuwe stijl

Zzp er: werknemer nieuwe stijl Vooruitzicht Starters Zzp er: werknemer nieuwe stijl Aantal starters blijft ook de komende jaren op hoog niveau 140.000 130.000 120.000 110.000 100.000 Stabilisatie aantal starters in 2016 Meer starters

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Hoe help je jouw starters om succesvol te zijn? Mylène Hodzelmans - senior adviseur Economie Gemeente Breda

Hoe help je jouw starters om succesvol te zijn? Mylène Hodzelmans - senior adviseur Economie Gemeente Breda Hoe help je jouw starters om succesvol te zijn? Mylène Hodzelmans - senior adviseur Economie Gemeente Breda Wat gaan we doen? Iets over Breda Waarom startersbeleid en welke ondersteuning Rol van de gemeente

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011 Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan Aan de Waterkant 2008-2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Evaluatiekader 3 1.2 Leeswijzer 3 2 Vrijwilligerswerk Oostzaan 4 2.1 De situatie toen 4 2.2 De

Nadere informatie

Noord-Holland heeft hoogste startersquote

Noord-Holland heeft hoogste startersquote Vooruitzicht Starters Noord-Holland heeft hoogste startersquote Ontwikkeling aantal starters onzeker door nieuwe wetgeving Fors meer taxichauffeurs door nieuwe taxiwet en Uber Ontwikkeling aantal starters

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. V^/^0\^/ II. Dat. 0 8 JAN 2013. ontv.: Routing

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. V^/^0\^/ II. Dat. 0 8 JAN 2013. ontv.: Routing Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Provinciale Staten van Overijssel PROVINCIALE STATEN

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2012 / 1

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2012 / 1 ECONOMISCHE MONITOR EDE 2012 / 1 De economische monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 2008 tot 20. De economische monitor is verdeeld in twee delen. Het

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers

Nadere informatie

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid data zorg onderwijs zekerheid etenschap rg welzijn mobiliteit jn beleids- Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave Wachtdagen

Nadere informatie

Resultaten ondernemers enquête starters en ZZP-ers Land van Heusden en Altena

Resultaten ondernemers enquête starters en ZZP-ers Land van Heusden en Altena Resultaten ondernemers enquête starters en ZZP-ers Land van Heusden en Altena Samenvatting Ondernemersenquête Land van Heusden en Altena 2016 Bedrijvenkring Altena (BKA), Netwerkplatform Ondernemend Altena

Nadere informatie

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010

Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010 Monitor Werkloosheid Noord-Veluwe 3 e kwartaal 2010 Oktober 2010 Opsteller: Jiska Krikke Contactpersoon: Gerrit Marskamp Regio Noord-Veluwe, t:0341-474 436 Regio Noord-Veluwe wil in het kader van arbeidsmarktbeleid,

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Minder starters in 2016

Minder starters in 2016 Vooruitzicht Starters Minder starters in 2016 Aantal starters stabiel in 2015, daling verwacht in 2016 130.000 Meer starters in de bouw, minder starters in de transport percentage, jan t/m sep 2015 t.o.v.

Nadere informatie

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over Rapport Marktmonitor 2015 18 September 2015 Colofon In opdracht van: Majka van Doorn Research Consultant 033 330 33

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Samenvatting mediapartners Shopping2020

Samenvatting mediapartners Shopping2020 Samenvatting eindrapport expertgroep Online Ondernemen Webwinkeliers te optimistisch over overlevingskansen. Op basis van data van de Kamer van Koophandel (N=26.250), een online enquête (N=500) en interviews

Nadere informatie

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Evaluatie van de Digitale Werkplaats Evaluatie van de Digitale Werkplaats 2016 Dialogic innovatie interactie 1 Datum Utrecht, 16 juni 2017 Auteurs Robbin te Velde Tessa Groot Beumer 2 Dialogic innovatie interactie Dialogic innovatie interactie

Nadere informatie

Roest Advies ontwikkelt ondernemerschap

Roest Advies ontwikkelt ondernemerschap Roest Advies ontwikkelt ondernemerschap voor zelfstandig ondernemers en maatschappelijke organisaties Voor meer informatie: info@roestadvies.nl telefoon 030-2640480 www.roestadvies.nl Wie zijn wij Roest

Nadere informatie

monitor 2018 sociale firma s Amsterdam

monitor 2018 sociale firma s Amsterdam monitor 2018 sociale firma s Amsterdam introductie In het kader van de ontwikkeling van de Sociaal Werkkoepel heeft De Omslag de opdracht gekregen om te inventariseren wat het perspectief is van sociaal

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers

BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers BergOp 4.1 Handleiding voor gebruikers Testversie 1 Praktikon B.V. Postbus 6909 6503 GK Nijmegen www.praktikon.nl tel. 024-3615480 praktikon@acsw.ru.nl fax. 024-3611152 www.bergop.info 2016 Praktikon B.V.

Nadere informatie

Minirapportage: M200211. Doelstellingen van startende ondernemers. Tijdbesteding van de ondernemer. Werknemers

Minirapportage: M200211. Doelstellingen van startende ondernemers. Tijdbesteding van de ondernemer. Werknemers Minirapportage: M200211 Doelstellingen van startende ondernemers Inlichtingen: drs. A. Bruins Datum: 17-09-2002 Het 'eigen baas zijn' is voor velen een belangrijk - en vaak het belangrijkste - motief om

Nadere informatie

Life event: Een nieuwe baan

Life event: Een nieuwe baan Life event: Een nieuwe baan Inhoudsopgave 1 Belangrijke bevindingen 2 Achtergrond en verantwoording 3 Onderzoeksresultaten Arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling Pensioeninformatie Pensioenkennis Waardeoverdracht

Nadere informatie

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Hoofdrapport Samenstelling: Dr. L. Broersma & Drs D. Stelder, Sectie Ruimtelijke Economie, FEW, RuG Prof. Dr. J. van Dijk, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen,

Nadere informatie

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter. 2012 Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012 N W O Fase A Z Jij de Baas Gids voor de Starter Versie 1.2: november 2012 2012 Stichting Entreprenasium Inleiding 2 School De school Inleiding 2 Doelen 3 Middelen 4 Invoering 5 Uitvoering 6 Jij de Baas:

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4 ECONOMISCHE MONITOR EDE 20 / 4 De Economische Monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 2008 tot 20. De Economische Monitor is verdeeld in twee delen: Het

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 In deze rapportage van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 1 Persoonlijke ontwikkeling en loopbaanontwikkeling. Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 1 Persoonlijke ontwikkeling en loopbaanontwikkeling. Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2017 kwartaal 1 Persoonlijke ontwikkeling en loopbaanontwikkeling Randstad Nederland Maart 2017 INHOUDSOPGAVE Persoonlijke ontwikkeling 3 Loopbaanontwikkeling 8 Mobiliteit

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Rapport. van. Kamer v an Koophandel Nederland. Startersprofiel 2013. Datum uitgave Januari 2014. onderwerp Startende ondernemers in beeld

Rapport. van. Kamer v an Koophandel Nederland. Startersprofiel 2013. Datum uitgave Januari 2014. onderwerp Startende ondernemers in beeld Rapport Startersprofiel 2013 van Kamer van Koophandel Nederland Datum uitgave Januari 2014 onderwerp Startende ondernemers in beeld Pagina 1 v an 13 Inhoudsopgave 1 Samenvatting...3 2 Kerncijfers startende

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

In juli 2015 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een ZZP onderzoek. Nogmaals hartelijk dank voor uw deelname!

In juli 2015 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een ZZP onderzoek. Nogmaals hartelijk dank voor uw deelname! Panelonderzoek ZZP Geacht panellid, In juli 2015 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een ZZP onderzoek. Nogmaals hartelijk dank voor uw deelname! Graag delen wij de belangrijkste

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

R E G E N B O O G A D V I E S

R E G E N B O O G A D V I E S DE MEERWAARDE VAN VROUWELIJKE ONDERNEMERS door Helena Imminga- Berends Oldambt, 21 juni 2011 R E G E N B O O G A D V I E S Prsentatie voor het Netwerk Vitaal Oldambt Een netwerk van ondernemende vrouwen

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December 2012 1

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December 2012 1 GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December 2012 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten in detail Type beleggingsverzekering en wijze van afsluiten Kennis van- en informatie over de

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie