Samenvatting Economie Hoofdstuk 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Economie Hoofdstuk 5"

Transcriptie

1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5 Samenvatting door een scholier 3661 woorden 12 jaar geleden 7,5 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie: H5 Toestweek 5.1 Eenmanszaak: Onderneming heeft één eigenaar. Eigenaar heeft leiding en is als enige aansprakelijk voor mogelijke verliezen. Bedrijf gaat failliet? Eigenaar schuld uit eigen privé vermogen betalen. VOF: Vennootschap Onder Firma: Enkele mensen (vennoten) brengen arbeid en vermogen in. Voordelen: taken zijn verdeeld. Firmanten kunnen met elkaar overleggen. Iedere vennoot is hoofdzakelijk aansprakelijk voor mogelijke schulden. Het hangt van de inbreng van elke vennoot af hoe de winst van de VOF onder de vennoten verdeeld wordt. Bij BV/NV zijn de aandeelhouders eigenaar. Zij zijn niet verantwoordelijk voor de mogelijke verliezen van de BV/NV. In een BV en een NV zijn de aandeelhouders eigenaar van de onderneming. Wie een aandeel koopt, brengt dus geld in zijn haar eigen onderneming in. Ieder jaar krijgt de aandeelhouders een deel van de winst. Dat heet dividend. Van de winst van een BV/NV gaat eerst 35% vennootschapsbelasting af. Op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering wordt besloten welk deel van de winst na belasting in de onderneming blijft en welk deel nar de aandeelhouders gaat. Het deel van de winst dat in de onderneming blijft wordt toegevoegd aan de reserve van de BV of NV. Aandeelhouders kunnen nooit met hun privé vermogen aansprakelijk worden gesteld voor mogelijke schulden. Dat komt doordat een BV en een NV rechtspersonen zijn volgens de wet. Een rechtspersoon is een organisatie met rechten en plichten. Een rechtspersoon kan zijn eigen bezittingen en zijn eigen schulden hebben los van de leden die ertoe behoren. Net als een mens kan een rechtspersoon failliet gaan. Als het misgaat met de onderneming, kunnen de schuldeisers alleen aan het vermogen van de BV of NV komen. De aandeelhouders zijn dan alleen het geld kwijt dat ze voor hun aandelen hebben betaald. Een BV, maar vooral een NV is de beste ondernemingsvorm als er veel vermogen nodig is. Een NV kan namelijk aandelen uitgeven via de Effectenbeurs in Amsterdam en daardoor veel eigen vermogen aantrekken. De aandelen van een NV zijn vrij verhandelbaar. De aandeelhouders van een BV zijn meestal Pagina 1 van 12

2 familieleden of andere personen uit een kleine kring. Omdat de aandeelhouders met hun vermogensdeelname geregistreerd staan in een register weet de BV precies wie ze zijn. Buitenstaanders kunnen niet zomaar aandeelhouder van de BV worden. Daarvoor moet de directie van de BV toestemming geven. In een NV zijn de leiding en de vermogensverschaffing van elkaar gescheiden. De directieleden zijn meestal geen aandeelhouder, maar door de NV in loondienst aangesteld. Bijna alle grote bedrijven hebben de NV als ondernemingsvorm. Schema 5.1: Ondernemingsvorm Eenmanszaak VOF BV en NV Eigendom Eigenaar Vennoten Aandeelhouders Leiding Eigenaar Vennoten Door aandeelhouders aangestelde personen Aansprakelijkheid Eigenaar met Vennoten met BV en NV zijn zijn/haar hun hele rechtspersonen hele vermogen vermogen 5.2 Alle ondernemingen zijn wettelijk verplicht om jaarlijks een balans en resultatenrekening op te stellen. Een onderneming stelt een balans op om een overzicht te hebben van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen op een bepaald moment. Balans van een onderneming is altijd in evenwicht. Het eigen vermogen bestaat uit het geld dat door de eigenaren is ingebracht. Het vreemd vermogen bestaat uit schulden. Rechterkant van de balans (creditkant) staat de bronnen waaruit het geld van de onderneming afkomstig is. Hier staan de passiva: het eigen en vreemd vermogen Aan de linkerkant van de balans (de debetkant) zien we wat er met het vermogen van de onderneming is gedaan. Hier staan activa of bezittingen van de onderneming. Deze kunnen bestaan uit: grond, machines, gebouwen, voorraden geld in kas en of geld op de bank of Postrekening, vorderingen voor geleverde goederen of diensten op afnemers (debiteuren) Kosten en opbrengsten van een onderneming staan niet op de balans maar op de resultatenrekening. (winst en verliesrekening.) Het verschil tussen een balans en een resultatenrekening is dat op een balans bezittingen, eigen vermogen en vreemd vermogen staan en op een resultatenrekening kosten en opbrengsten. Het tweede verschil is dat een balans de stand van zaken op een bepaald moment laat zien en een resultatenrekening de winst of het verlies over een bepaalde periode Pagina 2 van 12

3 5.3 Kapitaalgoederen: Op de korte termijn hangt het vooral van de omvang van de aanwezige kapitaalgoederenvoorraad af hoeveel eenheden product een onderneming per periode max. kan voortbrengen. Het aantal producten dat in een bepaalde periode max. kan worden voortgebracht heet de productiecapaciteit. De productiecapaciteit is de max. mogelijke productie in een bepaalde periode. Het productievolume of productieomvang is de werkelijke omvang van de productie van een onderneming in een bepaalde periode. Op lange termijn. Kijkend naar de productiefactor kapitaal kan de productiecapaciteit op de lange termijn toenemen door de aanschaf van meer of verbeterde kapitaalgoederen. Dat heet uitbreidingsinvesteringen. Deze factoren bepalen omvang particuliere investeringen: - Winstverwachtingen - Afzetverwachtingen: verwacht bedrijf toename afzet? Goed om productiecapaciteit uit te breiden om in de toekomst aan de grotere vraag te kunnen voldoen - Vermogenskosten: als de rente laag is, is investeren m.b.v geleend geld aantrekkelijker dan bij een hoge rentestand. Kosten van het aantrekken van vreemd vermogen zijn dan namelijk laag. Bij investeringen onderscheidt te maken tussen netto- en bruto-investeringen. Bruto investeringen omvatten alle investeringen van een bedrijf in een bepaalde periode. Als we van de bruto investeringen de investeringen wegwens vervangen van versleten kapitaalgoederen aftrekken, houden we het netto investeringen over. Waardeverlies = afschrijvingen Netto investeringen = bruto investeringen vervangingsinvesteringen/afschrijvingen. Vaste kapitaalgoederen (vast kapitaal of vaste activa) en in vlottende kapitaalgoederen (vlottend kapitaal of vlottende activa) - vast kapitaal gaat meer dan één productieproces mee. - Vlottend kapitaal gaat maar één productieproces mee. Mogelijke investeringen: - Vervangingsinvesteringen: versleten (afgeschreven) vaste kapitaalgoederen - Uitbreidingsinvesteringen: de vaste kapitaalgoederen worden uitgebreid - Voorraadinvesteringen (voorraadmutaties) zorgen voor genoeg vlottend kapitaal - Netto-investeringen = uitbreidingsinvesteringen + voorraadinvesteringen - Bruto-investeringen = netto investeringen + vervangingsinvesteringen 5.4 op de lange termijn neemt de productiecapaciteit van een onderneming toe of af door veranderingen in de omvang en of de productiviteit van de productiefactoren natuur kapitaal, arbeid en ondernemersactiviteit. Met de productiviteit van een productiefactor bedoelen we het aantal eenheden product dat één eenheid van de productiefactor gemiddeld per periode voortbrengt. Pagina 3 van 12

4 Arbeidsproductiviteit bijv. is d productie per werknemer per tijdseenheid. De omvang en de aard van de productiecapaciteit kan in de loop van de jaren veranderen. Ondernemingen kunnen in de breedte en in de diepte investeren. Bij diepte investeringen neemt de hoeveelheid kapitaal(goederen) meer toe dan de hoeveelheid arbeid: de verhouding kapitaal/arbeid stijgt. Sprake van een arbeidsbesparende investering. Ondernemers investeringen in de diepte als de productiefactor kapitaal goedkoper is dan de productiefactor arbeid en als er nieuwe productietechnieken beschikbaar komen die de arbeidsproductiviteit vergroten. Milieusparende investeringen: ondernemingen kiezen daarvoor als de productiefactor milieu duur is of als de overheid strenge milieumaatregelen neemt. Kapitaalbesparende investering: Als door een investering minder eenheden kapitaalnodig zijn voor dezelfde productieomvang. Innovatie : letterlijk vernieuwing. Bij productinnovatie worden met succes nieuwe of verbeterde producten voortgebracht. Bij procesinnovatie wordt met succes gebruik gemaakt van nieuwe productietechnieken. Vb: productinnovatie: discman, woningisolatie, mountainbike Procesinnovatie: lopende band, thuisbankieren, postorderbedrijf. De factoren die bepalen of een onderneming in voldoende mate geschikt personeel kunnen aantrekken zijn: - De scholingsgraad van de beroepsbevolking - De omvang van de beroepsbevolking - In hoeverre de potentiële beroepsbevolking bereid is betaalde arbeid te verrichten De laatste wordt beïnvloed door emancipatie en arbeidstijd. 5.5: steeds meer concurrentie. Een van de belangrijkste afspraken in de EU is: dat er in de EU sprake is van vrij verkeer van goederen diensten personeel en kapitaal.: er mogen geen belemmeringen zijn voor de handel tussen EU landen, je mag in elk land van de EU gaan werken en een onderneming mag zich in elk land van de EU vestigen. Mondiale vrijhandelsafspraken; steeds meer bedrijven proberen afzetmarkten te veroveren en vestigingen te openen in allerlei verre landen. Milieuheffingen remmen de productie en de consumptie van milieubelastende producten omdat milieuheffingen deze producten duurder maken. 5.6 De kosten op de resultatenrekening vallen uiteen in twee hoofdgroepen: variabele kosten en constante kosten. Pagina 4 van 12

5 Variabele kosten zijn kosten die variëren met de productieomvang De variabele kosten stijgen als een onderneming meer producten voortbrengt. V.b kosten van grond en hulpstoffen van arbeid van energie en van transport. Constante kosten zijn kosten die niet variëren met de productieomvang. De totale constante kosten worden vooral bepaald door de productiecapaciteit van de onderneming. V.b van o.a capaciteitskosten zijn: afschrijvingskosten, onderhoudscontracten van gebouwen machines en auto s. de constante kosten vernaderen dan ook niet meteen als de onderneming veel weinig of geen producten maakt. Maar constante kosten blijven niet altijd gelijk. V.b door huurverhoging, loonstijging verhoging van de rente. Ook door uitbreiding van de onderneming gaan de constante kosten omhoog. V.b als er meer machines nodig zijn. Zolang de productieomvang kleiner is dan de productiecapaciteit zullen de constante kosten alleen veranderen door prijswijzigingen. Het totaal van alle kosten (TK) is gelijk aan de som van de totale variabele kosten(tvk) en de totale constante kosten (TCK) Dus: TK=TVK+TCK Als de totale variabele kosten TVK stijgen rechtevenredig met het aantal eenheden product Q dan wordt er gesproken over proportioneel variabele kosten. Een kostenfunctie laat zien wat het verband is tussen de kosten en het aantal geproduceerde eenheden product. v.b: TVK = 25q Telkens als er één eenheid product extra wordt gemaakt (dus telkens als q met één eenheid toeneemt) stijgen de totale variabele kosten (TVK) met 25,- TCK = Onafhankelijk van het aantal eenheden product zijn de totale constante kosten (TCK) ,- per periode (binnen de gegeven productiecapaciteit van eenheden product per periode) TK= 25q dat volgt uit TK = TVK + TCK - De TVK lijn is een stijgende rechte lijn vanuit de oorsprong. Dat betekent dat de totale variabele kosten proportioneel stijgen, dus rechtevenredig met het aantal eenheden product. - De TCK lijn is een horizontale lijn want de totale constante kosten per periode zijn even groot voor elk aantal eenheden product (binnen de bestaande productiecapaciteit) - De TK lijn is een stijgende lijn en begint ter hoogte van de totale constante kosten bij 0 eenheden product. Dus als je 0 eenheden product voortbrengt geldt; TK = TCK = 15000,- Om te berekenen of de onderneming winst maakt moeten we de totale kosten (TK) vergelijken met de totale opbrengst (TO) van de onderneming. De totale wint (TW) van de onderneming is gelijk aan het verschil tussen de totale opbrengst (TO) en de totale kosten TK dus: TW = TO TK Pagina 5 van 12

6 De snijpunt van de TO lijn en de TK lijn heet het break-evenpoint. Bij dat snijpunt is de totale opbrengst gelijk aan de totale kosten (dus volledige kostendekking) De break even omzet = de break even afzet x verkoopprijs De totale opbrengst (TO) is gelijk aan het aantal verkochte eenheden product q maal de verkoopprijs per eenheid product Dus : TO=pxq v.b: TO=40q en TK=25q Er is kostendekking (geen winst of verlies) als TO TK = 0 of als TO = TK Dus er is winst noch verlies als TO = TK 40q = 25q q 25q q = q = 15000/15 = 1000 eenheden product Als een producent naar kostendekking streeft moet hij 1000 eenheden product afzetten. 5.7 Ondernemingen kunnen alleen winstgevend produceren als ze genoeg eenheden van een product verkopen. De volgende factoren bepalen de vraag van de consumenten naar een bepaald consumptiegoed: - Preferenties (=voorkeuren) - Inkomen - Prijs van een product - Prijzen van andere producten - Aantal vragers De preferenties / behoeften van de consumenten zijn geen constant gegeven. Vaak beïnvloedbaar Er zijn producten die elkaar kunnen vervangen en producten die elkaar aanvullen. - als producten elkaar kunnen vervangen wordt er gesproken van substitutiegoederen. Zulke goederen voorzien in ongeveer dezelfde behoefte. - Als producten elkaar aanvallen spreken we van complementaire goederen. Als een complementair goed in prijs stijgt, wordt ook van het bijbehorende goed minder gekocht. De (prijs)vraaglijn is altijd een rechte lijn. Als de prijs (de oorzaak) verandert, verandert de gevraagde hoeveelheid (gevolg).(prijs)vraaglijn ook te tekenen aan de hand van een wiskundige vergelijking. Die vergelijking wordt een (prijs) vraagfunctie genoemd. v.b qv=-5p+250 p = prijs in euro s per kist tomaten qv= gevraagde aantal kisten tomaten Pagina 6 van 12

7 Uit het teken voor p blijkt dat er een negatief verband bestaat tussen de prijs p en de gevraagde hoeveelheid qv.: een stijging van de prijs veroorzaakt een daling van de gevraagde hoeveelheid en omgekeerd. Qv = -5p Als p = 0 dan geldt qv = 250 Als qv = 0 dan geldt 0 = -5p+250 à 5p = 250 à p = 50 Een vraagfunctie die het verband weergeeft tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid van één persoon, is een individuele vraagfunctie. Als we alle individuele vraagfuncties bij elkaar optellen, krijgen we de collectieve vraagfunctie. 5.8 Bij een prijsverandering verandert de gevraagde hoeveelheid van het ene goed meer dan van een ander goed. op luxe artikelen wordt gemakkelijker bezuinigd dan op de primaire levensartikelen. De prijs naar b.v aardappelen is erg (prijs) inelastisch en de vraag naar gebak erg elastisch. Bij een prijselastisch product wordt een prijsverandering gevolgd door een relatief grotere verandering van de vraag Bij een prijsinelastisch product wordt een prijsverandering gevolgd door een relatief kleinere verandering van de vraag. Met behulp van elasticiteit kunnen we weergeven hoe sterk het verband is tussen een verandering in de ene grootheid (de oorzaak) en een verandering in de andere grootheid (het gevolg) in zijn algemeen bereken je een elasticiteit (E) als volgt: E = procentuele verandering van het gevolg procentuele verandering van de oorzaak door een verandering in de prijs van een goed verandert de gevraagde hoeveelheid van een goed. de mate waarin dat gebeurt berekenen we met behulp van de prijselasticiteit van de vraag. Onder de prijselasticiteit van de vraag (Ev) verstaan we: Ev = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid procentuele verandering van de prijs De prijselasticiteit van de vraag (Ev) is bijna altijd negatief: - een stijging van de prijs veroorzaakt normaal gesproken een daling van de gevraagde hoeveelheid - bij een daling van de prijs stijgt (normaal gesproken) de gevraagde hoeveelheid EV = -0,25 betekent: - als de prijs stijgt met bijv. 10 % daalt de vraag met 0.25 x 10% = 2,5% Pagina 7 van 12

8 - als de prijs daalt met bijv. 20% stijgt de vraag met 0,25 x 20% = 5% Het teken wil zeggen: de stijging van de ene grootheid leidt tot een daling van de andere grootheid. Als p met een groter percentage stijgt dan Qv daalt - neemt TO = pxqv toe - ligt Ev tussen 1 en 0 omdat het negatieve getal boven de breukstreep kleiner is dan het positieve getal onder de breukstreep we spreken dan van een inelastische vraag. Als p met een kleiner percentage stijgt dan qv daalt, - neemt TO = p x qv af - is de uitkomst van de Ev kleiner dan 1 omdat het negatieve getal boven de breukstreep groter is dan het positieve getal onder de breukstreep we spreken dan van een elastische vraag. De vraag van primaire goederen is volkomen inelastisch. De prijselasticiteit van deze vraag is dus bijna gelijk aan 0. dat komt doordat de mensen deze goederen altijd nodig hebben. Een verandering in de prijs van deze producten veroorzaakt dus (bijna) geen veranderingen in de gevraagde hoeveelheid van deze goederen. Ofwel: de procentuele verandering van Qv boven de breukstreep is (bijna) 0. ook in de Ev formule is het getal boven de breukstreep bijna gelijk aan 0% zodat de uitkomst van de breuk ook bijna 0 is. De (prijs)vraaglijn van deze goederen loop dan ook (min of meer) verticaal: bij elke mogelijke prijs worden (ongeveer) evenveel eenheden van dit goed gevraagd. 5.9 Een markt is het samenhangend geheel van vraag naar aanbod van een goed. onderscheiding in abstracte en concrete markten: - bij een concrete markt is er sprake van een duidelijk aanwijsbare geografische plaats waar vragers en aanbieders elkaar op vaste tijden ontmoeten (veemarkt, automarkt) - bij een abstracte markt heeft geen duidelijk aanwijsbare plaats waar vragers en aanbieders elkaar op vaste tijden ontmoeten. (de huizenmarkt, arbeidsmarkt) Aanbodlijn: we kunnen het aanbod weergeven met een aanbodlijn en een aanbodfunctie Een aanbodlijn laat zien hoeveel eenheden van een product worden aangeboden bij uiteenlopende prijzen van het product. Vb. aanbodfunctie: Qa = 10p 200 Qa is aangeboden aantal kisten tomaten P is prijs in euro s per kist tomaten Pagina 8 van 12

9 Voor p staat geen minteken(!!!). daaruit blijkt dat er een positief verband is tussen de prijs p en de aangeboden hoeveelheid Qa dus; - een stijging van p leidt tot een stijging van Qa - een daling van p leidt tot een daling van Qa de evenwichtsprijs is de prijs waarbij de gevraagde en de aangeboden hoeveelheid gelijk zijn. De evenwichtshoeveelheid is de hoeveelheid die bij de evenwichtsprijs wordt verhandeld. Berekenen evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid: Vb. 5 p = 10p p = p = = 30 ( is evenwichtsprijs) -15 evenwichtshoeveelheid te berekenen door p = 30 in te vullen in de vraag of aanbodfunctie. Qv = -5 x = 100 Qa = 10x = 100 De evenwichtshoeveelheid is dus 100 er is dus sprake van marktevenwicht bij P = 30 en q = 100 In het algemeen verschuift de vraaglijn van een product naar rechts al: - de behoefte aan het goed toeneemt - het inkomen van de gezinnen stijgt - de prijzen van vergelijkbare producten stijgen - het aantal vragers toeneemt. In het algemeen verschuift de aanbodlijn van een product naar rechts als - de technische ontwikkeling het eenvoudiger (goedkoper) maakt om een product voort te brengen - het aantal aanbieders toeneemt. Dat gebeurt vooral als de evenwichtsprijs is gestegen door de toegenomen vraag De EU heeft gemeenschappelijk landbouwbeleid. De prijzen voor landbouwproducten en de regelingen voor het voortbrengen van landbouwproducten voor alle boeren in EU gelijk zijn. De doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de EU zijn: - een gemeenschappelijke landbouwmarkt - vergroting van de productiviteit in de landbouw - een redelijk inkomen voor de landbouwers Pagina 9 van 12

10 - stabilisering van de prijzen voor landbouwproducten - het veiligstellen van de voedselvoorziening - redelijke prijzen van landbouwproducten voor de consument minimumprijs om producenten te beschermen. Door gegarandeerde prijzen landbouwers kunnen productiviteit in bedrijf opvoeren. Door hogere opbrengstern per product hebben ze namelijk meer financiële ruimte om te investeren nadeel garantieprijzen is dat aangeboden hoeveelheid groter wordt dan gevraagde hoeveelheid. = aanbodoverschot. Landbouwers krijgen voor veel producten exportsubsidies om hun producten ook buiten de Eu af te kunnen zetten. In toekomst verdwijnen subsidies en heffingen waarschijnlijk. VS en ontwikkelingslanden vinden dat de EU met haar subsidies en heffingen de concurrentie vervalst aanbieders (producenten) meestal macht op de markt. Oorzaken: - maar één aanbieder op de markt. = monopolie. Producent kan zelf verkoopprijs vaststellen. - Klein aantal aanbieders beheerst markt. - Product word in verschillende uitvoeringen op markt aangeboden. - Aanbieders op markt hebben afgesproken om product niet onder bepaalde prijs te verkopen. Vakbonden verdedigen belangen van groepen aanbieders op arbeidsmarkt. Ook vragers macht op markt hebben, door zich te verenigen in consumentenorganisaties. Als bedrijf enige aanbieder van product is heeft het monopoliepositie: het bedrijf is monopolist. Die stelt zelf verkoopprijs vast en bepaalt ook hoeveel eenheden bedrijf van een bepaald product mag verkopen. Monopolist altijd rekening houden met concurrentie. Prijsoorlog: als één aanbieder toch het initiatief neemt tot een prijsverlaging en als zijn concurrenten dat vervolgens ook doen. Alle aanbieders worden er uiteindelijk de dupe van.: verkoopprijzen dalen: afzet neemt niet echt toe. Kartel: overeenkomst tussen zelfstandige ondernemingen om de onderlinge concurrentie te beperken. - product niet onder bepaalde prijs verkopen - hoeveel eenheden van een product elke onderneming in een bepaalde periode mag voortbrengen. Totale aanbod op markt wordt beperkt. Zodat prijs hoog kan blijven. Meeste consumentenorganisaties houden zich bezig met: - vergelijkende warenonderzoeken doen - info en voorlichting geven over aanschaf producten - juridische bijstand verlenen bij problemen met leveranciers - overheid adviseren ten aanzien van wetgeving of voorschriften die belangrijk zijn voor consument Pagina 10 van 12

11 geleding: elk vakje in de bedrijfskolom. Door bedrijven hun economische activiteiten in verticale of horizontale richting vergroten kunnen ze een grotere economische macht krijgen. Van een verruiming in verticale richting is sprake als een bedrijf ook actief wordt in een voorgaande en / of volgende geleding in de bedrijfskolom. Van een verruiming in horizontale richting is sprake als een bedrijf ook actief wordt in een geleding op het zelfde niveau ( in, een of meer ) andere bedrijfskolommen Bedrijven kunnen hun economische macht ook vergroten door in verticale of horizontale richting een bedrijf over te nemen of met een bedrijf te fuseren. Bij een overname wordt een kleine onderneming eigendom van een grote onderneming. Bij een fusie gaan ongeveer twee even grote ondernemingen samen in één onderneming. Steeds meer bedrijven fuseren of nemen elkaar over. Zo ontstaan bedrijven met grote marktaandelen en worden kosten per product meestal lager vanwege schaalvoordelen van massaproductie. Productie vindt steeds op grotere schaal plaats marktbeleid valt uiteen in vier categorieën: prijsbeleid, productbeleid, promotiebeleid en plaatsbeleid. 4 p s. = marketingmix. Prijsbeleid Als een onderneming winst wil maken moet ze voor haar producten een prijs vragen die hoger is dan de gemiddelde promotiekosten. met break even analyse te berekenen welke prijs een onderneming moet vragen. En of welk aantal eenheden een onderneming moet voortbrengen om winst te maken. Productbeleid: Heeft te maken met het assortiment dat de onderneming aanbiedt. Promotiebeleid: Gaat om de goede naam en grote naamsbekendheid te krijgen onder afnemers. Dmv reclame verkoopacties en service probeert onderneming bepaald imago op te bouwen bij de doelgroepen die ze wil bereiken Plaatsbeleid: Heeft te maken met de plaats(en) waar de onderneming zich vestigt. Meeste bedrijven proberen zo groot mogelijk te worden: via fusies en overnames. Hierdoor blijven op de markt vaak maar een klein aantal machtige ondernemingen over. Die maken meestal grote winsten. Wan. Markt wordt beheerst door klein aantal grote ondernemingen = sterke concentratie. Voor en nadelen voor samenleving: Pagina 11 van 12

12 1. Schaaleffecten: hoe grote bedrijven worden, des te meer kunnen ze aan massaproductie doen. = efficiënt produceren. Gemiddelde productiekosten dalen à verkoopprijs producten kan dalen. 2. Planning 3. innovatie: bedrijven die grote winsten maken hebben veel geld voor product en procesinnovatie. 4. Verstarring: - economische macht zo groot dat bedrijven toch hoge verkoopprijs vaststellen dor gebrek aan concurrenten - bedrijven kunnen ook zo groot worden dat voor de organisatie van onderneming talrijke regels en voorschriften nodig zijn. = bureaucratie - grote onderneming is minder flexibel dan kleinere onderneming. Als deze ontwikkelingen leiden tot gebrek aan dynamiek op markt spreken we van verstarring. Overheid heeft wetten gemaakt voor ingrijpen marktproces - mededingingswetten:om gezonde concurrentieverhoudingen in stand te houden - sociale wetten; om het wegvallen van inkomens op te vangen - milieuwetten: om het milieu te verbeteren en vervolgens schoon leefmilieu te behouden groot aantal bedrijven dat opgaan in een klein aantal grote bedrijven kan nadelig zijn voor samenleving: - minder concurrentie. Op korte termijn hoge verkoopprijzen - bedrijven zullen hun dynamiek verliezen. Ontwikkeling van nieuwe productietechnieken en nieuwe producten loopt in gevaar. Lange termijn: goedkoper beter of nieuwe producten op markt door andere nieuwe bedrijven van gezonde concurrentie tussen ondernemingen samenleving dubben voordeel; - op korte termijn vorm van scherpe prijzen - op lange termijn vorm van innovatie Mededingingsbeleid: EU wil dat er concurrentie moet blijven bestaan. Kartel moet weg. Drie voorschriften voor ondernemingen in Eu bevorderen concurrentie: 1. ongewenste bedrijfsconcentraties in EU tegengaan 2. de voorschriften voor techniek, milieu en gezondheid in EU gelijktrekken Fusies in Eu kunnen pas doorgaan als EU toestemming heeft gegeven. Kartels in hele EU zo goed als verboden. Kan wel sprake zijn van rayonkartel: totale afzetgebied wordt verdeeld onder verschillende deelnemers aan het kartel. Iedere aanbieder krijgt eigen afzetgebied, prijzen kunnen hoog blijven. 3. Belastingen in Eu harmoniseren: grote verschillen tussen EU landen. Uiterlijke doel Europese eenwording is machtig handelsblok laten ontstaan ten opzicht van andere handelsblokken naties zoals de VS en Japan. Om doel te bereiken moet economische integratie in EU bevorderd worden. Pagina 12 van 12

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt Ondernemingsvormen Samenvatting Economie Hoofdstuk 5: Produceren voor de markt De eenmanszaak = een onderneming met één eigenaar. De vennootschap onder firma (VOF) = een onderneming waarbij enkele mensen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5 Samenvatting door een scholier 2620 woorden 8 maart 2003 8,3 78 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie hoofdstuk 5 Produceren voor de markt. Winst maken

Nadere informatie

De (prijs)vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid.

De (prijs)vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid. Samenvatting door een scholier 2072 woorden 16 januari 2003 7,7 108 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 6.1.1: Het behoeftepatroon Er zijn een aantal factoren die het behoeftepatroon beïnvloeden:

Nadere informatie

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen. Praktische-opdracht door een scholier 3871 woorden 8 januari 2003 5,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Opdracht 1: Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5 Samenvatting door een scholier 3661 woorden 16 jaar geleden 7,2 49 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie blok E Hoofdstuk 5 Paragraaf 1: Eenmanszaak;

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en Producent

Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer Samenvatting door een scholier 2145 woorden 11 januari 2011 6,8 358 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H 1 Marktaandeel van de afzet= afzet onderneming/afzet

Nadere informatie

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18, 19 Samenvatting door een scholier 1806 woorden 8 april 2003 6,5 29 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie, Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19.

Nadere informatie

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product. Boekverslag door M. 988 woorden 11 oktober 2015 9.3 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Betalingsbereidheid: Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument & Producent

Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting Economie Consument & Producent Samenvatting door een scholier 1097 woorden 3 april 2003 7,7 84 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT Hoofdstuk 1 de klant Marktaandeel afzet eigen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting door een scholier 2032 woorden 16 januari 2003 8,1 27 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent Hfst 1 De klant 1.1 het marktaandeel

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3, 4, 5, 6, 7

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3, 4, 5, 6, 7 Samenvatting Economie Hoofdstuk 3, 4, 5, 6, 7 Samenvatting door een scholier 1407 woorden 7 jaar geleden 5,7 38 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 3 Hoe werken markten? Marktmechanisme:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2017 woorden 10 december 2004 7,4 24 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent H1 De klant 1.1 Het marktaandeel Het

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting Samenva Economie Hoofdstuk 3/7 samenva Samenva door E. 2301 woorden 12 juli 2013 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 3/7 samenva HAVO 4 en 5 3.1 Markten Welke soorten markten

Nadere informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie

1 Aanbodfunctie. 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie 1 Aanbodfunctie 2 Afschrijvingskosten Asymmetrische 3 informatie Het verband tussen prijs een aangeboden hoeveelheid kun je weergeven met een vergelijking: de aanbodfunctie. De jaarlijkse waardevermindering

Nadere informatie

Betalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen.

Betalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen. Samenvatting door A. 1304 woorden 7 februari 2017 7,6 23 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting vraag & aanbod Hoofdstuk 1 Concrete markt: vragers en aanbieders komen op bepaalde tijden

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 3664 woorden 3 november 2008 6,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Consument en Producent Samenvatting. Makkelijk: * Te doen: **

Nadere informatie

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Rekonomie

Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2

Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht

Nadere informatie

Samenvatting Economie Boek 1

Samenvatting Economie Boek 1 Samenvatting Economie Boek 1 Samenvatting door een scholier 987 woorden 31 maart 2004 6,1 89 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Samenvattingen Economie: Boek 1 Hoofdstuk 1: 1 t/m 12: Belang=

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vervoer

Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting Economie Vervoer Samenvatting door S. 1607 woorden 25 april 2017 5,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 2 : Met de taxi of met de fiets Afzet onderneming Markt Afzet= ------------------------------------

Nadere informatie

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt:

4.9. Samenvatting door K woorden 6 november keer beoordeeld Markt: Samenvatting door K. 1250 woorden 6 november 2012 4.9 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO 1.2 - Markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product of dienst. Er zijn 4 marktsvormen:

Nadere informatie

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten.

Constante kosten - Kosten die niet afhangen van de productieomvang. Bv. Verzekeringskosten & afschrijvingskosten. Samenvatting door D. 1289 woorden 4 oktober 2015 3,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 - STEEDS MEER MOBILITEIT 1 - Hoe verplaatsen we ons? Manieren van vervoeren: Fiets - Scooter - Auto - Bus

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1534 woorden 1 februari 2007 10 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 2 Bedrijven kunnen op verschillende

Nadere informatie

Samenvatting Economie Producenten

Samenvatting Economie Producenten Samenvatting Economie Producenten Samenvatting door een scholier 1593 woorden 11 jaar geleden 5,3 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Hoofdstuk 2 Producenten 2.1 Introductie Als de producent gaat

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1042 woorden 14 jaar geleden 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1: Productie en productiefactoren 1.1 Waarom

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 3

Samenvatting Economie Module 3 Samenvatting Economie Module 3 Samenvatting door een scholier 2066 woorden 16 juni 2003 8,3 38 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 3 Teksten 1 t/m 23 & 27 t/m 37 Op de veiling ontmoeten vragers

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting Economie Module 2, 3, 4 Samenvatting door een scholier 2744 woorden 2 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Basiskennis: Indexcijfers Indexcijfers zijn makkelijk

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) havo 5

Domein D: markt (module 3) havo 5 Domein D: markt (module 3) havo 5 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie 3.1 Wat zijn de kosten? Toegevoegde = extra waarde die ontstaat door de bewerking van een product waarde Toegevoegde waarde = verkoopwaarde inkoopwaarde Productiefactoren = productiemiddelen die een producent

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 3

Samenvatting Economie Module 3 Samenvatting Economie Module 3 Samenvatting door een scholier 2365 woorden 16 jaar geleden 7,5 50 keer beoordeeld Vak Economie Module 3 Hoofdstuk 1 Concrete markt - het geheel van vraag naar en aanbod

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2 Een kwestie van ondernemen

Samenvatting Economie Module 2 Een kwestie van ondernemen Samenvatting Economie Module 2 Een kwestie van ondernemen Samenvatting door een scholier 1446 woorden 14 december 2003 7,3 22 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 2 Een kwestie van ondernemen Hoofdstuk

Nadere informatie

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur. Samenvatting door een scholier 1547 woorden 16 april 2007 5,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie Module 2. Hoofdstuk 1 1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren

Nadere informatie

5,4. Samenvatting door een scholier 2312 woorden 6 december keer beoordeeld

5,4. Samenvatting door een scholier 2312 woorden 6 december keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2312 woorden 6 december 2010 5,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 5.1 ondernemingsvormen 1. De eenmanszaak Bijv. een cafetaria Een eigenaar die met zijn privévermogen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Producent

Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Producent Samenvatting Economie Lesbrief Consument & Pro Samenvatting door een scholier 2932 woorden 4 mei 2004 7,2 52 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT & PRODUCENT COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2397 woorden 9 januari 2011 5,1 1 keer beoordeeld Vak Economie 1.1 Het marktaandeel Het marktaandeel van een merk geeft aan wat

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 4563 woorden 25 juli 2008 6 2 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De Klant 1.1 Het marktaandeel het marktaandeel van een

Nadere informatie

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,

Nadere informatie

1 De bepaling van de optimale productiegrootte

1 De bepaling van de optimale productiegrootte 1 De bepaling van de optimale productiegrootte Voor wat zorgen de bedrijven en welk probleem treed zich op? De bedrijven zorgen voor het produceren van goederen en diensten. Er treed een keuzeprobleem

Nadere informatie

Samenvatting Economie Markt & Overheid

Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting Economie Markt & Overheid Samenvatting door S. 1169 woorden 25 april 2017 7,6 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: De telefoniemarkt Markt van volledige concurrentie /

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet

7,5. Samenvatting door R woorden 24 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. De kledingmarkt. Omzet = prijs x afzet Samenvatting door R. 1689 woorden 24 juni 2014 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. De kledingmarkt Omzet = prijs x afzet Omzetindex = (prijsindex x afzetindex) : 100 Afzet = verkochte

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod. 1) Geef 2 voorbeelden van variabele kosten. 2) Noem 2 voorbeelden van vaste (=constante) kosten. 3) Geef de omschrijving van marginale kosten. 4) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 5) Hoe

Nadere informatie

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit Uitwerking vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en producent

Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting Economie Consument en producent Samenvatting door een scholier 2499 woorden 17 mei 2004 6,6 64 keer beoordeeld Vak Economie CONSUMENT EN PRODUCENT Hoofdstuk 1 De klant Een marktaandeel geeft

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid

Nadere informatie

Katern 2 Markten en welvaart

Katern 2 Markten en welvaart Katern 2 Markten en welvaart Begrippen budgetlijn = deze lijn geeft de verschillende mogelijkheden van geld uitgeven voor een consument weer ceteris paribus vraaglijn = het verband tussen de prijs en de

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Samenvatting door een scholier 1291 woorden 7 maart 2004 8,4 13 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 'de Arbeidsmarkt' Hoofdstuk 1 Concrete markt: een vaste

Nadere informatie

Het gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen

Het gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen Samenvatting door A. 1641 woorden 27 januari 2013 7,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 Schaarste: de spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in

Nadere informatie

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Eco samenvatting; hs 2 + 5 Samenvatting door Inge 1413 woorden 12 januari 2014 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco samenvatting; hs 2 + 5 2.1 Hoe verkoop je een product? Martkaandeel is het aandeel van een product

Nadere informatie

Domein markt: volkomen concurrentie

Domein markt: volkomen concurrentie Domein markt: volkomen concurrentie De markt / het marktmechanisme Vraag-aanbodcurve evenwicht, surplus Elasticiteiten E v p, E v i, E v1 p2, E a p Een van de vele aanbieders Opbrengst Kosten Winst TW

Nadere informatie

Economie Module 2 & Module 3 H1

Economie Module 2 & Module 3 H1 Economie Module 2 & Module 3 H1 Module 2 1.1 De individuele vraag Individuele vraaglijn kent een dalend verloop: als de prijs daalt, stijgt als gevolg daarvan de gevraagde hoeveelheid. Men wil voor 1 appel

Nadere informatie

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari 2002 7,5 813 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief: Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op Concrete markt: een plek waar vragers en aanbieders

Nadere informatie

H2: Economisch denken

H2: Economisch denken H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 en 3, Markten en bedrijven

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 en 3, Markten en bedrijven Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 en 3, Markten en bedrijven Samenvatting door een scholier 1583 woorden 12 februari 2004 4,9 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie ViaDELTA Economie samenvatting begrippen

Nadere informatie

Domein D: markt (module 3) vwo 4

Domein D: markt (module 3) vwo 4 1. Noem 3 kenmerken van een marktvorm met volkomen concurrentie. 2. Waaraan herken je een markt met volkomen concurrentie? 3. Wat vormt het verschil tussen een abstracte en een concrete markt? 4. Over

Nadere informatie

2.1 De vraag naar spijkerbroeken

2.1 De vraag naar spijkerbroeken 2.1 De vraag naar spijkerbroeken Voorbeeld 1: Q v = -0,10P + 9 met Q v = gevraagde hoeveelheid spijkerbroeken van Petra P = prijs van een spijkerbroek in euro s P 90 80 60 30 0 Q v 0 1 3 6 9 Er is een

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Samenvatting Economie Micro-economie

Samenvatting Economie Micro-economie Samenvatting Economie Micro-economie Samenvatting door een scholier 3691 woorden 31 mei 2011 8,2 37 keer beoordeeld Vak Economie Micro-economie HOOFDSTUK 2 HET DICTAAT VAN DE MARKT (VOLKOMEN CONCURRENTIE)

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3

Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting door een scholier 1851 woorden 28 maart 2006 2 2 keer beoordeeld Vak Economie Module 1, Hoofdstuk 2, Consumeren 1. Hoe consumenten in hun behoeften

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn: Competitieve markten van 6 COMPETITIEVE MARKTEN Marktvormen Welke verschilpunten stel je vast als je het aantal aanbieders en het aantal vragers vergelijkt op volgende markten? a/ Wisselmarkt b/ Markt

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting door een scholier 1527 woorden 30 maart 2012, 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 4.1 De markt als organisator: De bevoorrading van bijvoorbeeld

Nadere informatie

Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5

Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5 Samenvatting Economie Vraag en aanbod hoofdstukken 3, 4 & 5 Samenvatting door een scholier 2679 woorden 14 juni 2011 7,4 5 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 3. De producent: prijzen, kosten en aanbod

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 875 woorden 19 juni 2007 5,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 1 Bedrijven - rechtsvorm - omvang - economische activiteit

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1842 woorden 3 juni keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1842 woorden 3 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1842 woorden 3 juni 2006 6 2 keer beoordeeld Vak Economie Economie hoofdstuk 3 - Indeling van onderneming kan in 4 verschillende mogelijk heden 1. naar grootte: je kan kijken

Nadere informatie

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw. Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4 Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4 Samenvatting door een scholier 1263 woorden 23 november 2002 5,9 14 keer beoordeeld Vak Economie Economie samenvatting hoofdstuk 1 t/m 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

6,7 # Samenvatting door een scholier 2691 woorden 13 december keer beoordeeld. Economie, # 1 Tm 3

6,7 # Samenvatting door een scholier 2691 woorden 13 december keer beoordeeld. Economie, # 1 Tm 3 Samenvatting door een scholier 2691 woorden 13 december 2005 6,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie, # 1 Tm 3 #1 1.1 Behoeften Alles wat de mens wil of nodig heeft Primaire behoeften

Nadere informatie

geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk (Coca Cola) en de totale afzet van een productvorm (cola)

geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk (Coca Cola) en de totale afzet van een productvorm (cola) Lesbrief Consument en Producent Hoofdstuk 1 De klant Marktaandeel van een merk: geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet van een merk (Coca Cola) en de totale afzet van een productvorm (cola) Afzet

Nadere informatie

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen)

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen) Samenvatting door een scholier 1898 woorden 28 maart 2004 6,9 64 keer beoordeeld Vak Economie Economie H 1 tm 5 1 aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken.

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 4 en 5

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 4 en 5 Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2, 4 en 5 Samenvatting door een scholier 1596 woorden 25 augustus 2004 6,5 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Hoofdstuk 4 Begrippen Beroepsbevolking toe-

Nadere informatie

WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF?

WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF? VRAAG & AANBOD WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF? De vraag naar een product kan bepaald worden door: Ø Een toe of afname van de bevolking Ø Een toe of afname van het inkomen Ø Een toe of afname behoeften

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1

Samenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1 Samenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2339 woorden 8 maart 2004 4,9 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie ViaDELTA Economie - Module 3 - Hoofdstuk 1: Markten Vraag

Nadere informatie

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. AANVULLENDE SPECIFIEKE TIPS ECONOMIE VWO 2007 1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet. : Leg uit dat loonmatiging in een open economie kan leiden tot

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk H 4, 5, 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk H 4, 5, 6 Samenvatting Economie Hoofdstuk H 4, 5, 6 Samenvatting door een scholier 2094 woorden 5 mei 2005 7,2 11 keer beoordeeld Vak Economie Economie H4: beroepsbevolking: het aantal mensen tussen 15 en 65 jaar,

Nadere informatie

H1: De klant. 5,8. Samenvatting door een scholier 6276 woorden 5 augustus keer beoordeeld. 1.1 Marktaandeel.

H1: De klant. 5,8. Samenvatting door een scholier 6276 woorden 5 augustus keer beoordeeld. 1.1 Marktaandeel. Samenvatting door een scholier 6276 woorden 5 augustus 2010 5,8 4 keer beoordeeld Vak Economie H1: De klant. 1.1 Marktaandeel. Het marktaandeel van een merk geeft aan wat de verhouding is tussen de afzet

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 30 november 2008 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 1. 1.1 Organisaties. Organisatie:

Nadere informatie

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19, Is de klant koning?

Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19, Is de klant koning? Samenvatting Economie Thema 4, Hoofdstuk 17, 18 en 19, Is de klant koning? Samenvatting door een scholier 3242 woorden 12 februari 2008 5,8 12 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode EC Thema 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

8,2. Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari keer beoordeeld. Samenvatting H1 en H2

8,2. Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari keer beoordeeld. Samenvatting H1 en H2 Samenvatting door een scholier 1037 woorden 10 februari 2004 8,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting H1 en H2 Productie: het toevoegen van waarden met behulp van productiefactoren

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische

Domein D: markt. 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische 1) Noem de 4 (macro-economische) productiefactoren. 2) Groepeer de micro-economische productiefactoren bij de macroeconomische productiefactoren. 3) Hoe ontwikkelt de gemiddelde arbeidsproductiviteit als

Nadere informatie

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3 LESBRIEF VERVOER havo 4 blok 3 Inhoud Met de taxi of met de fiets (kosten, opbrengsten, winst, mo, mk) Verzekeren tegen risico (verzekeren) De lucht in (vraag, aanbod, surplus) Het beroepsgoederenvervoer

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman Domein D markt monopolie enzo Zie steeds de eenvoud!! UITWERKINGEN vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1. Bij welke afzet geldt dat de MO-lijn de MK-lijn snijdt? q= 6 2. Teken een stippellijn naar de prijslijn

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 2; Een kwestie van ondernemen

Samenvatting Economie Module 2; Een kwestie van ondernemen Samenvatting Economie Module 2; Een kwestie van ondernemen Samenvatting door een scholier 2148 woorden 9 december 2003 7,1 25 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 2. Een kwestie van ondernemen.

Nadere informatie

Een keuze maken uit het grote aanbod van consumptiegoederen is steeds moeilijker.

Een keuze maken uit het grote aanbod van consumptiegoederen is steeds moeilijker. Samenvatting door een scholier 893 woorden 24 december 2003 6,4 43 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Vaardigheden H1 Consumeren Omgangstaal: Iets verbruiken, of soms iets gebruiken Economie: Het

Nadere informatie

8, Het marktaandeel. 1.2 De vraag naar consumenten. Samenvatting door een scholier 3973 woorden 1 april keer beoordeeld

8, Het marktaandeel. 1.2 De vraag naar consumenten. Samenvatting door een scholier 3973 woorden 1 april keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 3973 woorden 1 april 2002 8,6 207 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De klant 1.1 Het marktaandeel Het marktaandeel van een merk geeft aan wat de verhouding is tussen

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag

Nadere informatie

H3 Hoe werken markten

H3 Hoe werken markten H3 Hoe werken markten 3.1 Markten marktmechanisme Organisatie door Marktmechanisme Vragers en aanbieders met eigen belang Aanbieders passen aan aan vragers. Soorten markten één, enkele of veel aanbieders

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Hoofdstuk 1 Managen = iemand iets laten doen waarvan jij vindt dat het nodig is. Dit gaat d.m.v. communicatie. Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent

Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting Economie Lesbrief Consument en Producent Samenvatting door een scholier 6084 woorden 1 januari 2008 8 7 keer beoordeeld Vak Economie Economie Consument en Producent Samenvattingen: Hoofdstuk

Nadere informatie

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Remediëringstaak: Vraag en aanbod Remediëringstaak: Vraag en aanbod Oefening 1: a. Stijging olieprijs blijft beperkt. Je moet een grafiek tekenen waarin je je aanbod naar links laat verschuiven (aanbod daalt) (wegens pijpleidingen die

Nadere informatie

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden. Module 3 Hoofdstuk 1 1.1 - Markt, marktstructuur en marktvorm De markt is het geheel van factoren waaronder vragers en aanbieders elkaar ontmoeten en producten verhandelen. Er zijn twee soorten: - De concrete

Nadere informatie

Samenvatting Economie Markt en overheid

Samenvatting Economie Markt en overheid Samenvatting Economie Markt en overheid Samenvatting door M. 1925 woorden 2 jaar geleden 8,3 28 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Structuur, evenwicht en presentaties

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het

Nadere informatie