KERAMIEK H10, 4e graad

Transcriptie

1 DE HAL KERAMIEK H10, 4e graad WERKWIJZE Welkom in de H10 (hogere 10, een 10 jarige opleiding van 4 lesuren per week) van de keramiek-afdeling van de HAL. Deze opleiding gaat nu zijn 2e jaar in. Het wordt ook wel de draaiklas genoemd omdat de focus op het draaien zal liggen. In feite leer je alle technieken die in de keramiek-opleiding vooropgesteld worden door het jaarplan (OVSG). Enkel zal het draaien meestal de techniek zijn waaruit er vertrokken wordt. Alle technieken komen vroeg of laat aan bod. Dit jaar staat er naast allerlei draaiopdrachten ook een opdracht voor het gieten van mallen op het programma. Ook het maken en werken met gietklei wordt een module. Deze lessen worden gegroepeerd in de weken na de herfstvakantie (november). In deze klas zit je met alle jaren gemengd: dat wil zeggen dat je beginners, geoefenden, gevorderden en ver-gevorderde draaiers in je klas zult tegenkomen. Iedereen werkt op zijn eigen tempo en met zijn eigen planning. Specifieke uitleg wordt individueel of in groepjes gegeven. Als je vragen hebt of graag een individuele bespreking wenst: laat het weten en/of op het bord kun je je naam noteren. In het eerste jaar (beginners) zijn er een aantal opdrachten die je best in volgorde volgt, om zo stap voor stap de technieken te leren. In het tweede (geoefende starters) derde en vierde jaar (geoefenden) bespreek je met je leerkracht je leerdoelen (technische vaardigheden) die je dit jaar wilt leren. Daarvoor worden dan samen enkele oefeningen gekozen waarrond je op eigen tempo gaat werken. Je eigen stijl ontwikkelen wordt een speerpunt vanaf het derde en vierde jaar. Vanaf het vijfde jaar (gevorderden) ga je leren werken vanuit een thema. Het ontwerpen vanuit een concept is een werkwijze die je stap voor stap leert toepassen. Voor het werken vanuit een concept zijn hier ook enkele suggestie-opdrachten geformuleerd (>3.1) Je mag ook je eigen thema of rode draad kiezen. Er zijn 10 draaischijven, hopelijk komen er dit schooljaar nog 2 bij. Maar keramiek is meer dan draaien alleen: afwerken, decoreren, verwerken, monteren, glazuren, klei prepareren het zijn maar enkele van de vele handelingen waarvoor je geen draaischijf nodig hebt. Het verdelen van de schijven gebeurt in onderling overleg: eventueel delen we de klas op in 2 groepen en wisselen we om 20u30. Maar dat bekijken we nog in de praktijk. Niemand kan aanspraak maken op een vaste draaischijf. Maar met voorkeuren kunnen we rekening houden :-) Als er vragen zijn, bekommernissen of opmerkingen: blijf er niet mee zitten maar neem contact met me op. Wil je graag een afspraak maken om je werk of evolutie te bespreken? Laat het weten ;-) Jeannine jeanninevrins.academie@gmail.com 1

2 TECHNISCHE VAARDIGHEDEN: MOEILIJKHEIDSGRAAD Kneden op verschillende manieren * Tweehandigheid trainen door duimpotten * Klei recuperatie en bewaren * Gebruiken van de strengpers * Centreren * Draaien van cilinders * (Af)snijden draaivormen * Stempels maken * Openen en sluiten van een cilinder ** Halve bollen draaien (lomer) ** Bollen en buiken draaien ** Kelken en halzen draaien ** Draaien met stok ** Platte vormen draaien op de plank ** Kleine vormen draaien op de stam * 2-delig draaien *** Draaien op gewicht ** Vervormen ** Monteren * Afdraaien * Variëren in vormgeving ** Dezelfde draaien * Oren en handgrepen * Deksels ** Draaiend decoreren met textuur ** Slibs maken en draaiend toepassen * Groot draaien *** Sculpturaal draaien *** Over vormgeving en vormspanning ** Over samengestelde vormen en vervorming, sculptuur *** 2

3 Over klei * Over eenvoudig glazuur * Glazuur afwegen naar recept en maken ** Glazuur toepassen op draaiwerk door gieten en borstelen * Glazuur mat en blinkend maken en toepassen ** Glazuur aanpassen **** Over slibs en terra sigillata * Over keramiek in verschillende culturen ** Over functionele keramiek *** Over keramische fouten en oplossingen **** Zelf ontwerpen van vormen ** Werken vanuit een concept *** Kijken naar moderne keramiek ** Kunstgeschiedenis en keramiek ** Over plaaster en moules * Over gieten en gietmallen ** Over mallen draaien in klei ** Over draaien in plaaster **** Over werken met platen en monteren ** Over combineren van verschillende technieken *** 3

4 OVERZICHT OPDRACHTEN: De nummering heeft niets te maken met de klas of het jaar waar je in zit, maar met de verdeling starter/behendig/geoefend/gevorderd/vergevorderd nummer moeilijkheidsgraad titel 1.1 * vingerspitsengevoel aanspitsen 1.2 * yunomi 1.3 * voetenspel 1.4 * (on)handelbare oren 1.5 * kleur en textuur 1.6 * op hoge poten 2.1 ** stolp en schaal 2.2 ** nestschalen 2.3 ** bubbles 2.4 ** schenken 2.5 ** Muurbloem 2.6 ** kleur-en-gradaties 3.1 *** urne voor een muze 3.2 *** kookboek 3.3 *** rolmodel 3.4 *** weerspiegeling 3.5 *** souvenir 3.6 *** Titel: N, W 4

5 PLANNING Er zijn voor dit jaar verschillende uitstappen gepland. We gaan op zaterdag 11 november naar Brancusi in Brussel (Bozar) en zaterdag 11 januari 2020 naar Den Haag voor een bezoek aan de tentoonstellingen van Louise Bourgeois en Niki De Saint Valle. We houden jullie op de hoogte! De planning van september vind je hier. De rest van de planningen worden telkens per doorgestuurd. 5

6 OPDRACHT 1.1 Titel: Vingerspitsengevoel aanspitsen Kneden op verschillende manieren, duimpotten knijpen en afwerken. De oudste potten werden al duizenden jaren geleden met de hand gemaakt op een heel eenvoudige wijze. Maar het lijkt eenvoudiger dan dat het is. Onze handen zijn een heel geavanceerd gereedschap maar elke techniek moet meerdere malen beoefend worden wil je er handigheid in krijgen. Afrikaanse potjes en potten worden nog steeds met deze techniek vervaardigd. Deze oefening spitst je 'Fingerspitzengefühl' en is een hele goede voorbereiding op het draaien. Om je klei goed voor te bereiden op het draaien worden je 2 verschillende kneedtechnieken gedemonstreerd: de stierenkopmethode en het spiraalkneden. Deze methodes oefen je elke les om je klei goed te mengen, de lucht eruit te kneden en om de klei soepel te maken. Nog een extra voordeel van het kneden is het feit dat alle kleideeltjes in een circulaire ordening in je klei komen te zitten: handig voor het circulaire draaien ;-) Deze opdracht loopt gedurende het hele schooljaar. Het is de bedoeling dat je verschillende afwerkings technieken beoefent op een duimpot. Maak minstens 5 duimpotten: neem een bol klei die in je hand past. Zorg dat de klei vochtig genoeg is zodat deze niet barst terwijl je de klei uitduwt. (maar de klei moet ook niet te nat zijn, want dan blijft het aan je handen plakken en houdt het geen vorm). Duw de klei in verschillende fases naar buiten met je duimen - links en rechts- terwijl je de bol in je andere hand houdt. Een duimpot heeft een ronde bodem en een wanddikte die overal gelijk is. Laat de duimpotten opstijven en duw de pot in een tweede fase nog wat dunner uit. Werk de rand zorgvuldig af en laat de pot leder hard worden. De lederharde fase is de belangrijkste fase in het afwerkingsproces. Hier kan je de klei nog terug zacht maken en de klei laat zich goed polieren, kerven, snijden en afwerken. Er worden verschillende afwerkingstechnieken gedemonstreerd. Probeer vanalles uit. Maak een reeks potten: laat ze bij elkaar passen en toch allemaal verschillend zijn. Kies voor bijvoorbeeld dezelfde vormen, of dezelfde grootte. Ook kleikleur kan een overeenkomst tussen de potten zijn. Je kunt ze allemaal even groot maken maar je mag ze ook in elkaar laten passen. Tijdens het jaar worden er decoratie-technieken besproken met verschillende kleuren en materialen (oxides, engobes, terra sigillata). De duimpotten zijn ideaal om deze technieken op uit te proberen. Experimenteer en zoek naar wat jij zelf graag ziet. INSPIRATIEBRONNEN op instagram: #pinchpots of op pinterest: duimpotten of pinchpots 6

7 OPDRACHT 1.2 Titel:Yunomi speelse cilinders draaien Draaien is geen eenvoudige techniek om te leren. Reken zeker op 3 maanden als je maar 1x in de week kunt draaien. Het duurt die tijd om te leren voelen dat jij met de klei draait en de klei niet met jou. Start met bolletjes die in één hand passen: ongeveer 200/250 gr. Het kneden is heel belangrijk. Het draaien wordt voor gedaan. (zo vaak als je maar wenst... vraag het!) De eerste aantal keren ben je nog niet met de opdracht bezig, enkel met het oefenen van de techniek. Het draaien op zich is een techniek vol met tegenstellingen waarin je je eigen evenwicht moet zoeken: draaien en stilhouden, stevig duwen en vingerzachtheid, snel draaien en langzaam bewegen... Een yunomi is een vorm van theekopje, een cilinder die hoger dan breed is, met een voetje. In tegenstelling tot de meer formele chawan-theekom die tijdens de Japanse theeceremonie wordt gebruikt, is de yunomi gemaakt voor dagelijks thee drinken. Een yunomi hoeft niet perfect (wat is perfect?) te zijn. Daarom is het een ideale vorm om te leren draaien. Je kunt de yunomi één voor één centreren en draaien. Na enkele weken draaien kun je ook eens proberen ze op de stam te draaien: vraag het even en we demonstreren het graag! Niet alleen de wand en het optrekken is een belangrijke oefening. Ook de voet afwerken of afdraaien is een techniek die je moet leren. Dit doe je als je klei leerhard is. Zorg dat je al je draaiwerk in een plastic box bewaart zodat het niet uitdroogt. Afdraaien doe je best met een scherpe mirette of afdraai-ijzer. Neem om deze techniek te leren de tijd. ben geduldig met jezelf. Je kunt het enkel leren door rustig te blijven oefenen en oefenen. Vraag het als je hulp nodig hebt! Technische aspecten: leren kneden, leren centreren, leren voelen, leren doseren van kracht. Beeldende aspecten: de eenvoud van een cilinder leren benutten tot een buitengewone drinkbeker. Leren over verhoudingen, gewicht, maten, leren over imperfectie en perfectie, leren kijken naar japanse theekomen. INSPIRATIEBRONNEN Pinterest: yunomi 7

8 OPDRACHT 1.3 Titel: Voetenspel: een reeks kommetjes met verschillende voetjes Dezelfde vormen draaien is niet gemakkelijk. In eerste instantie oefen je best door te vertrekken van bolletjes van precies het zelfde gewicht. Na het kneden weeg je daarvoor je klei. Voor een klein kommetje heb je 200 gram nodig. Al je handelingen moet je het zelfde doen: dus bij het draaien van het eerste kommetje memoriseer je je handelingen. Bij het draaien van een kommetje moet je ook nog opboksen tegen de zwaartekracht. Je draait eerst een cilinder en opent deze naar een schaal. De maximale diameter van de rand is maar ⅓ groter dan de diameter van de voet. Anders gaat de zwaartekracht de kom laten inzakken. Zorg ook voor een stevige bodem van minstens 1,5 cm of draai je kommetjes op aparte houten schijven. (vraag het even). Als je hele kleine kommetjes wil draaien (diameter <10cm) kun je ze ook op de stam draaien. Daarvoor neem je een grote hoeveelheid klei van 1,5 kg die je goed kneedt. Het draaien van dezelfde vormpjes van op de stam vraagt wat meer oefening. Het draaien op de stam heeft wel het voordeel dat je sneller kunt werken, je hoeft niet telkens de klei terug van 0 te centreren. Ook hier weer: memoriseer al je handelingen. Enkel op die manier kun je dezelfde vormpjes krijgen. Laat je kommetjes opstijven en draai ze vervolgens af. Probeer bij het afdraaien zoveel mogelijk verschillende voetjes uit: op die manier kan je je eigen stijl leren ontwikkelen. Je kunt de voetjes ook raspen of snijden. 8

9 OPDRACHT 1.4 Titel: Onhandelbare oren Een pot is een pot... keramiek bestaat jaar, zoek dan nog maar eens naar een originele vorm... dat bestaat bijna niet. Maar door te spelen en te combineren van vormen kun je toch een eigen ontwerp maken dat jouw signatuur draagt. Zoek bij deze oefening naar aan een kleine een gedraaide vorm waarbij deze gaat afwerken met een oor, of 2 oren of een reeks van oren je mag hierbij uit je bol gaan. Het maken van oren kan op verschillende manieren. Het ontwerpen van oren is een heel spel. De klei van je oren en de klei van je potje moet gelijkwaardig van vochtigheid zijn voordat je ze aan elkaar monteert. Het trekken van oren, snijden van oren, rollen van oren en boetseren van oren wordt voorgedaan. Je experimenteert zelf maar verder. Ondertussen draai je een aantal bolle vormen: je draait een cilinder die hoger is dan dat ie breed is en duwt de buik naar buiten en de rand naar binnen. Na het afdraaien ga je spelen met het vormen van je oortjes. Pak de oortjes en de potjes samen in en monteer ze pas na enkele uren: dan is de vochtigheid gelijk. Monteren doe je door de klei aan 2 zijdes in te krassen en in te smeren met hechtslib. Goed aanduwen. Dan langzaam drogen! INSPIRATIEBRONNEN Pinterest: pottery handles 9

10 OPDRACHT 1.5 Titel: Kleur en textuur Een slib (ook wel engobe genoemd) is een -witte of gekleurde- klei in vloeibare vorm. De dikte van deze vloeibare klei is aan te passen met de hoeveelheid water. Je kunt deze kleislib maken in allerlei kleuren: de inkleuring kan gebeuren door oxides of stains. Slibs draaiend toepassen: Op lederharde gedraaide werkstukken kun je reliefs en texturen aanbrengen door het gebruik van slibs. Experimenteer al draaiend met een paar vormen en kies een textuur die je wilt toepassen. Pas deze techniek toe op een aantal komvormen: Aan de binnenkant of buitenkant. Technische aspecten: experimenteren met opleg-texturen Beeldende aspecten: experimenteren met decoratie en kleur 10

11 OPDRACHT 1.6 Titel: Op hoge poten, draaien en monteren van vormen Je gaat bij deze opdracht ontwerpend schetsen: al draaiend zoeken naar originele vormen en toepassingen van een pot. 1.Draai op stam enkele eenvoudige vormen om te schetsen (max. 5 cm): al draaiend probeer je tot andere vormen te komen. Na het draaien boetseer je pootjes, trek je sprieten of rol je cilindertjes. Deze pak je na de les allemaal samen in zodat de vochtigheid op dezelfde manier verloopt. Voor het trekken van oren, sprieten en pootjes zijn verschillende methodes: vraag even voor een demo. 2. Draai de volgende les -alle onderdelen van punt 1. moeten lederhard zijn- de potjes af of snij ze af of rasp ze in vorm. Maak een kleislib aan van dezelfde klei. Speel met de vormen, monteer de pootjes, experimenteer maak als het ware collages. Deze schetsen worden besproken. 3. Vanuit de schetsen wordt één uitwerking gekozen om groter uit te werken. Hierbij komt de zwaartekracht kijken als grote spelbreker: pootjes houden hun vorm niet meer bij uitvergrotingen. Het drogen zal opzijnkop of hangend moeten gebeuren. Er zal misschien een steunvorm moeten worden gemaakt om de potjes ook in de oven hun vorm te laten behouden. Kies je kleuren en afwerkingen in aansluiting van je ontwerp. Technische aspecten: Leren schetsen op de draaischijf, leren spelen met gedraaide vormen, leren monteren van gedraaide vormen, leren trekken van oren, andere boetseertechnieken combineren met gedraaide vormen. Beeldende aspecten: zoeken naar originaliteit met gedraaide vormen, schetsen en vergroten van een eigen ontwerp, zelf ontwerpen van gedraaide vormen. INSPIRATIEBRONNEN instagram en pinterest 11

12 OPDRACHT 2.1 Titel: Stolp en schaal, een gietvorm in plaaster maken van een gedraaid kleimodel Kies een bestaand bordje of schaaltje: het materiaal maakt niet uit. maar het moet niets waardevols zijn. Het moet wel lossend zijn! (wat is lossend ;-) Voor dit bestaand bordje of schaaltje ontwerp je een kleine stolp. Dit doe je al schetsend op papier of in klei. Het stolpje draai je in klei. Er worden 2 mallen gemaakt: 1. van het bestaande schaaltje/sokkeltje en 2. van het gedraaide stolpje. De stap naar een gietmal is niet zo eenvoudig: we onderzoeken de lossendheid en passen eventueel de vorm hier en daar aan. Natuurlijk kan een meerdelige moule ook, maar dat is wat moeilijker. De naden echter van de moule kunnen ook een karakteristieke rol spelen in je vorm. Het gieten van de mallen wordt stap voor stap voorbereid. Als je eenmaal de moule gaat gieten moeten de verschillende delen in dezelfde week worden afgewerkt. Een gietmal moet 2 weken drogen voordat er in gegoten kan worden. Gietklei wordt gemaakt volgens een bepaald recept. Het gieten wordt je voorgedaan zodat je de kneepjes van het proces leert kennen. Het is een uitgebreid proces met vele stappen: neem er je tijd voor. Het positief/negatief denken is een techniek die je enkel al doende kunt leren. Eenmaal je mallen gemaakt kun je eindeloos dezelfde vormen gieten. Maar ook in dit proces heb je nog creatieve mogelijkheden zoals het monteren van verschillende vormen. Indien je gietelingen wilt combineren/hechten: hou ze dan vochtig in een afgesloten emmertje. De gietklei is het het hechtslib. Technische aspecten: leren maken van volle kleivormen voor een lossende mal uit één deel, leren plannen en maken van een gietmal met gietring in plaaster, leren maken van plaaster, leren gieten met gietklei. Beeldende aspecten: eenvoudig ontwerp maken van 2 lossende vormen die op elkaar passen, ontwerpen en maken volgens een plan, leren vormgeven en leren werken in gietklei. INSPIRATIEBRONNEN zoektermen: butter bell, bell jar 12

13 OPDRACHT 2.2 Titel: Nestschalen Door schalen in elkaar te zetten, versterken de vormen elkaar. Herhaling is gewoon het opnieuw en opnieuw toepassen van steeds hetzelfde element, dezelfde vorm, hetzelfde woord. Laat de herhaling fibreren... Ontwerp één vorm van schaal. Herhaal deze vorm in verschillende formaten zodat ze in elkaar passen. Het is t gemakkelijkst om met de grootste te beginnen. Houd er wel rekening mee dat de kleinere vormen hoger komen te staan door ze in elkaar te stapelen. Als de hoogtelijn gelijk moet blijven dan moet je de schalen ook telkens wat lager maken, of juist hiervan gebruik maken. Het is de bedoeling dat er 3 à 5 schalen als een nest in elkaar passen. De Gulden Snede is een verhoudingsmaat die door de mens als zeer natuurlijk en harmonisch wordt ervaren. De gulden snede of sectio aurea (of sectio divina), ook wel de verdeling in uiterste en middelste redengenaamd, is de verdeling van een lijnstuk in twee delen in een speciale verhouding. Bij de gulden snede verhoudt het grootste van de twee delen zich tot het kleinste, zoals het gehele lijnstuk zich verhoudt tot het grootste. Geven we het grootste deel aan met a en het kleinste deel met b, dan is de verhouding van beide zo dat a : b = (a+b) : a. De bedoelde verhouding a/b wordt het gulden getal genoemd en aangeduid met de Griekse letter ( phi ); φ De wiskundige eigenschappen van de gulden snede werden al in de oudheid werden bestudeerd. Technische aspecten: Leren draaien volgens plan en afmeting Beeldende aspecten: Leren werken met verhoudingen 13

14 OPDRACHT 2.3 Titel: Bubbles Het draaien van bollen en deze bollen samenbrengen in een boeiende compositie Een bol draaien vraagt een zekere vaardigheid en een paar truukjes en wat geduld Een bol moet ook afgedraaid worden dus dat vraagt een steunvorm. Voor deze opdracht oefen je het bollen draaien: verschillende groottes, verschillende curves Het hoeft niet groot te zijn om goed te zijn: draaien op stam voor een bol kan een prima begin zijn. Na het afdraaien hou je de bollen vochtig in een afgesloten emmer. Het is de bedoeling dat je een compositie maakt met de bollen. Dit doe je door de raakvlakken te raspen totdat ze passen. Goed inkrassen en met slib insmeren: langzaam drogen nadien! Technische aspecten: leren draaien van gesloten vormen Beeldende aspecten: leren spelen met compositie INSPIRATIEBRONNEN Steen Ipsen, Yoon Sol, Harumi Nakashima 14

15 OPDRACHT 2.4 Titel: Schenken Het concept en inspiratiebron voor deze opdracht is bewegend water. Water heeft vele vormen en beeldt zich in vele vormen. Kies één soort van bewegend water: bijvoorbeeld draaikolk, waterval, rimpelend water of.. Ga op zoek naar alle mogelijke afbeeldingen van dit water-beeld. Foto s, tekeningen, schilderijen, beelden, eventueel ook keramiek Vorm een documentatiemapje. Laat je door deze beelden inspireren om te draaien aan de schijf: zoek al draaiend op de stam naar vorm-aspecten die een link hebben naar je inspiratiebronnen. De beweging van het water wordt als het ware voelbaar in de beweging van het draaien. Overleg over je schetsen: het onder woorden brengen van je inspiratie en je het omschrijven van je schetsen kunnen zeer inspirerend zijn om keuzes te maken. Ga daarna pas op zoek naar hoe : hoe kan je er een schenkende vorm van maken? Hoe schenkt water? Hoe groot? Hoe veel? Ga dan pas op zoek naar de functionaliteit: hoogte oor, dikte oor, schenktuit, stabiliteit Ontwerp je een kan, of kannetje? Ontwerp je een theepot? Werk je vorm op ware grootte uit. Pas je kleur en glazuurkeuze aan op je inspiratiebronnen. Technische aspecten: Beeldende aspecten: INSPIRATIEBRONNEN 15

16 OPDRACHT 2.5 Titel: Muurbloem, organisch vs. anorganisch Combineren van klei/keramiek met andere materialen en deze te verbinden: alle technieken mogen hiervoor gebruikt worden. Je kunt je werkstuk sculpturaal uitwerken en/of functioneel. Organisch: materialen die leven bevatten of hebben bevat, bijvoorbeeld (gedroogde) planten of plantenresten. Anorganisch: materie die geen leven bevat zoals bijvoorbeeld keramiek. Het is de bedoeling om deze 2 materies te verbinden. De verbindingen spelen een cruciale rol in deze opdracht. Kies eerst een organisch materiaal. Ga op zoek. Laat dit materiaal je inspireren en probeer te schetsen: op papier of in klei. Bespreek je ontwerpen: door je keuzes onder woorden te brengen helpt om je ontwerp op punt te zetten. Maak de keuze voor een sculpturale of een functionele uitwerking. Denk ook in reeksen. Probeer verschillende verbindingsvormen uit: binden, snoeren, doorboren. De verbinding is belangrijk in de uitvoering. Natuurlijk kan onzichtbaar lijmen ook. Maar de overgang tussen de twee materialen is een belangrijk aspect in de vormgeving waarbij de verbinding juist een opvallende en/of originele rol kan spelen. Werk je ontwerp op ware grootte uit en laat je anorganisch materiaal mee de keuze voor de afwerking bepalen. Probeer een goede balans te vinden waarbij de 2 materialen goed tot hun recht komen. Technische aspecten: leren combineren van materialen, op zoek gaan naar verbindingsvormen, balanceren tussen verschillende vormaspecten, technische keuzes leren maken Beeldende aspecten: balanceren, composities maken en materialen op elkaar afstemmen, verbindingen belangrijke rol in de vormgeving laten zien INSPIRATIEBRONNEN pinterest en instagram 16

17 OPDRACHT 2.6 Titel: Kleur-en-gradaties Zelf een glazuur maken en/of zelf een bestaande glazuur inkleuren. Er moeten verschillende keuzes gemaakt worden: kies een basisglazuur en kies één of twee kleuroxides (aan de hand van de glazuurboeken). Voor ieder worden de testen persoonlijk besproken maar je mag altijd met meerdere personen samenwerken: bv. verschillende kleuren voor een zelfde glazuur, of verschillende glazuren testen met een zelfde kleur. De testen kunnen leiden tot een persoonlijke kleurenwaaier, met glazuren die je de komende jaren kunt gebruiken. Er zijn verschillende testmethodes: line-blendings, methode of 21-punts driehoek maken. Het ligt eraan hoe graag je test en experimenteert. Sommige methodes vragen wat meer rekenwerk, andere methodes vragen wat meer mengwerk. Voor ieder vinden we vast wel een manier om zijn/haar eigen kleuren en glazuren te ontdekken. Technische aspecten: leren over het zelf samenstellen van een glazuur Beeldende aspecten: leren toepassen van kleuren en glazuren op vormen INSPIRATIEBRONNEN 17

18 THEMA 3.1 Titel: Urne voor een muze Concept: Symboliek en rituelen Van oudsher worden urnes gemaakt in keramiek. Juist omdat keramiek voor de eeuwigheid is. Het ritueel van het begraven, voor overgaan naar het hiernamaals het is in vele culturen een zeer inspirerende en mooie gebeurtenis. De urne is vaak het symbool van de liefde voor de overleden persoon. THEMA 3.2 Titel: Kookboek Concept: Smaken en geuren Water is één van de elementen. Water geeft leven. Water heeft vele verschijningsvormen. Water doet wat met de mens. Symbolisch betekent water veel in onze cultuur en in alle culturen wereldwijd. Er is al veel kunst gemaakt voor-over-in-met water. THEMA 3.3 Titel: Weerspiegeling Concept: Ritme 1 (letterlijk) de weerkaatsing van licht aan een spiegelend oppervlak 2 (figuurlijk) iets dat voor iets anders model staat THEMA 3.4 Titel: Souvenirs Concept: Herinneringen Herinneringen vervagen, de kern blijft bestaan.een huidige gebeurtenis is intens aanwezig in je aandacht maar de tijd vervaagt de dingen: alleen de sterkste lijn blijft in je geheugen hangen. Door de tijd ontstaat er een abstrahering van de gebeurtenis. THEMA 3.5 Titel: Rolmodel Concept: Inspiratie door kunstenaar of stroming Kunstenaars en kunststromingen kunnen je geweldig inspireren en input geven voor eigen werk. Wie is je grote voorbeeld in de keramiek? Welk werk blijft je verbazen? En waarom? Welke aspecten kun je ook proberen zonder te copieren? THEMA 3.6 Titel: N, W Concept: Geologische plaats Een plek die je inspireert of zou kunnen inspireren. Met Google Earth is de hele wereldbol af te reizen en via het internet kan je elke plaats door de ogen van vele fotografen zien. Er later naartoe gaan kan altijd nog. PLANNING EN AANPAK Je leert in de hogere jaren rond een concept te werken. Best werk je een heel jaar rond één thema. Dit thema kies je uit bovenstaande voorstellen of kies je zelf (met overleg). 18

19 De planning ziet er dan ongeveer zo uit. 1. verzamelen informatie en documentatie bundelen: september, oktober 2. starten met schetsen en terugkoppelen naar mindmap: november 3. ontwerpen kiezen en eerste schaalmodellen maken of eerste mallen maken: december, januari 4. tussentijdse evaluatie: eind januari 5. uitvoeren ontwerpen: februari, maart 6. afwerken en glazuren: april 7. presentatie uitwerken: eind april 8. afwerken: mei 9. presenteren: juni Bekijk op de website de les: thema s over het kiezen van een thema/concept. 19