Samenvatting Aardrijkskunde Mens en milieu
|
|
- Lucas de Haan
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Aardrijkskunde Mens en milieu Samenvatting door een scholier 4469 woorden 19 juni ,5 211 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Nederlandse landschappen Paragraaf 1 Hoe is een landschap opgebouwd? Elementen die samen een landschap vormen: - grondsoort - reliëf - waterelementen - begroeiingelementen - elementen in agrarisch grondgebruik - infrastructurele elementen gebouwen en nederzettingen Natuurlijke opbouw Elk landschap is ontstaan door geologische processen uit het verleden. - ontstaan van reliëf (hoogteverschillen en landschapsvormen) - klimaatverandering - grondsoorten Natuurelementen vormen de basis voor het huidige landschap. Het Pleistoceen en het Holoceen waren bepalend voor de opbouw. In het Pleistoceen ware er ijstijden, hierna werd het in het Holoceen weer warmer. Cultuur-historische opbouw Vanaf het moment dat de mens zich op een bepaalde platst vestigt, verandert men het landschap. De mensen passen de inrichting steeds aan aan de eisen van de tijd. Ecologische opbouw Pagina 1 van 14
2 De element in een landschap hangen op allerlei manieren samen. Er zijn veel wisselwerkingen tussen de levende elementen en de niet-levende elementen. Zo n samenhang van in een bepaalde ruimte is een ecosysteem. De weergave van een ecosysteem op een kaart heet een ecotoop. Elk landschap heeft meerdere ecosystemen. Ecosystemen worden gekenmerkt door diversiteit, dit wordt beïnvloedt door 5 factoren. 1. veranderlijkheid van het milieu hoge veranderlijkheid = lage diversiteit lage veranderlijkheid = hoge diversiteit 2. Hoeveelheid energie en voedingsstoffen 3. Variatie in milieuomstandigheden: bij gradiënten of grensmilieus hoge diversiteit. 4. Omvang van natuurgebieden: groter opp. = meerdere soorten 5. Goede spreiding van de natuurelementen, geen barrières. Clip 2 Functies van het natuurlijke milieu 1. Productiefunctie - voedsel - schoon water en lucht - energie en grondstoffen. 2. Draagfunctie Voor alles wat we doen is ruimte nodig - ruimte voor activiteiten en bouwwerken - gronde met een goede draagkracht (letterlijk) - ruimte voor opvang van afvalstoffen - isolatie - verdunning 3. Informatiefunctie Kennis uit de natuur (bijv. medicijnen). Planten geven ook signalen over de kwaliteit van water, lucht en bodem. 4. Regulatiefunctie De natuur zorgt op allerlei manieren voor een evenwicht. Clip 3 Eilandentheorie en ecologische infrastructuur De oppervlakte van natuur neemt af en versnippert. De natuurgebieden worden steeds meer eiklanden. Dit zorgt voor een lage diversiteit. Het aantal soorten op een eiland wordt bepaald door: 1. De bereikbaarheid voor nieuwe soorten 2. Het steeds uitsterven van bestaande soorten. Met behulp van een ecologische infrastructuur probeert men een samenhang tussen de eilanden te maken. Dit is een groen netwerk. Pagina 2 van 14
3 - Natuur kerngebieden - Verbindingszones - Stapstenen Paragraaf 2 Lösslandschap Natuurlijke opbouw In het Pleistoceen werd in Zuid-Limburg tijdens de laatste 2 ijstijden löss afgezet. Löss bestaat uit fijne stofdeeltjes. Deze werden door de wind over grote afstanden verspreid. Aan de rand van het middelgebergte nam de windkracht af en werd de löss neergelegd. Löss is zeer kalkrijk en vruchtbaar. Het lösslandschap werd gekenmerkt door plateaus, hellingen en dalen. De Maas waaierde geleidelijk uit naar haar huidige loop in het westen. Het vel puin wat de rivieren kregen aangevoerd werd in het middelgebergte door een vertraagde stroomsnelheid afgezet. Hierdoor raakte de rivier regelmatig verstopt, dit veranderde de waterloop. Zuid-Limburg is een aantal keren opgeheven, hierdoor doorsneed de Maas haar eigen rivierafzettingen en erodeerde het onderliggende gesteente. Aan de zijkanten bleven restanten over = Terrassen. Dit verklaart ook dat de zand en grindafzettingen niet mooi in een vak liggen. Dor insnijding kwam de maas lager en leger te liggen en heeft ze met haar zijrivieren gezorgd voor plateaus, hellingen en dalen. Cultuur-Historische opbouw. De eerste mensen vestigden zich bij de randen van de dalen, ze hadden water in de buur. Hoger op de hellingen en de plateaus maakten ze akkers. In de dalen vindt je dus ook de oudste dorpen = daldorpen. Deze worden gekenmerkt door hun langgerekte vorm. In de dalen ligt een dikke laag samengespoelde löss = colluvium. Löss is namelijk zeer erosiegevoelig omdat losse deeltjes niet plakken (zoals bij klei). De löss spoelt dus gemakkelijk naar beneden. Graften zijn ontstaan doordat ment op hellingen het oorspronkelijke bos kapte. Door erosie van löss kwamen deze al gauw lager te liggen dan de overgebleven bosgrond = steilrand / graft. Bij verdere ontginning liet men deze ondergrond ongemoeid. Ze gaan erosie tegen, maar veel zijn verdwenen door ruilverkaveling. Ook grasland gaat erosie tegen. Paragraaf 3 Zandlandschap Natuurlijke opbouw 1. Hoge en lage stuwwallen opgeduwd door ijs. In de een na laatste ijstijd het Saalien bereikte het landijs uit Scandinavië Nederlands. Het ijs stopte bij de Pagina 3 van 14
4 lijn Texel-Coevorden. Onder het ijs werd een grondmorene van keileem (een mengsel van fijngemalen keien en leem) afgezet. Dit is ondoorlatend. Na enige tijd schoof het ijs verder en viel het ijsfront uit in tongen van ruim 200 meter dik. - Hierdoor werden in Midden-Nederland bestaande dalen uitgediept - Bevroren rivierafzettingen werden aan de zijkanten opgeduwd tot stuwwallen. - De door het ijs uitgediepte bekkens heten tongbekkens of glaciale bekkens. - Doordat het ijs tweemaal stopte tijdens het terugtrekken ontstonden lage stuwwallen uit keileem. 2. Het zacht golvend dekzandlandschap Tijdens de laatste ijstijd het Weichselien leken Nederland en de huidige Noordzee op een poolwoestijn. Wind was de belangrijkste landschapsvormer. Het fijne zand werd op niet al te grote afstand afgezet als dekzand = Pleistocene afzetting. Aan het eind van het Weichselien verbeterde het klimaat zodat er planten gaan groeien die het zand vastleggen. Deze zorgen voor het ontstaan van dekzandruggen met een U-vorm (denk hierbij aan het hedendaagse kustgebied met paraboolduinen). De open vorm is altijd naar de overheersende windrichting gericht. windrichting Langs veel beken en rivieren hebben planten extra veel uit de bedding stuivend zand vastgehouden = rivierduinen. Dekzand heeft weinig voedingsstoffen. Cultuur-historische opbouw Voor 1900 Op de hoger gelegen, niet te droge gronden werden akkers aangelegd = essen of enken. Op grote dekzandruggen zijn deze groot en liggen ze rond de flanken van een esdorp. Bij kleine dz.ruggen zijn de essen klein en is de bebouwing gespreid. Essen en wegen zijn aangepast aan het relief dus gebogen. Groengronden lagen in de laagten (bij beekdalen bijv.) Dit zijn onbemeste graslanden voor het veen en voor hooi. Om mest voor de akkers te krijgen vermengde men schapenmest met heideplaggen. Dit werd op de akker gebracht. Deze kregen hierdoor een bolle vorm. In de buurt van Essen lag altijd stuifzand dat is ontstaan in het Holoceen door de vernieling van het plantendek Rond 1900 was door de uitvinding van kunstmest heide niet meer nodig. Deze werd in hoog tempo omgezet in landbouwgrond = heideontginningen (herkenbaar aan regelmatige rechthoekige percelen). Pagina 4 van 14
5 Stuifzand werd bebost met naaldbomen (bossen met onregelmatig bodemreliëf). Na 1950 Na 1950 heeft schaalvergroting geleid tot een sterke aanpassing van het zandlandschap. De beken werden rechtgemaakt, houtwallen en hoogteverschillen verdwenen. Er bleef een modern landbouwlandschap met minder variatie en minder echte natuur over. Na 1980 is het tij gekeerd en probeert met zandlandschappen weer te behouden. Paragraaf 4 Rivierkleilandschap Er zijn 2 soorten 1. Ten oosten van de lijn Leerdam-Vianen liggen er langs de rivieren brede zandige ruggen en wat verder van de rivieren vindt je klei. 2. Ten westen ligt er langs de rivier klei met op korte afstand veen. Natuurlijke opbouw Oostelijk landschap. In het Holoceen veranderden de brede beddingen van het Pleistoceen in meanderende lopen. Hierdoor overstroomden de rivieren sneller. Hierdoor werden zand en klei uit de bedding gespoeld. Het water werd geremd door planten, waardoor het zand naast de bedding bezonk = ontstaan van oeverwallen (deze groeiden elk jaar). De stroomsnelheid werd op den duur zo klein dat allen kleiig materiaal op de oeverwal werd afgezet. De bovenkant bestaat du uit zandige klei = zavel. Oeverwallen van oude verzande rivieren heten stroomruggen. Bij overstromingen werd er verder van de rivier klei afgezet in de kommen. Dit bezonk als het water tot rust kwam of zakte. Kommen liggen 1 tot 3 meter lager dan de oeverwallen. Westelijk landschap Naar het westen gaat de getijdenwerking van de zee een rol spelen. Bij eb konden de rivieren goed afstromen, maar bij vloed werd de stroming zo vertraagd door het binnenstromende zeewater dat bij overstromingen in de bedding bleef en alleen klei werd afgezet. De oeverwallen bestaan dus uit smalle stroken klei. De kommen zijn breder en bestaan door hun lage, natte ligging uit veen, later bedekt met oude zeeklei. Cultuur-historische opbouw Dijken, uiterwaarden, overslaggronden en wielen. Door dijken is de loop van de rivieren vastgelegd. Dijken zijn gebouwd op randen van oeverwallen. Bij hoge waterstanden werd er tussen de dijk en de rivier een laagje zandige klei afgezet. Zo werden uiterwaarden opgebouwd. Bij een hoge waterafvoer staat het rivierwater hoog tussen de dijken. Door de hoge druk kan het dan Pagina 5 van 14
6 gebeuren dat er water door de doorlatende ondergrond (oude stroomruggen) onder de dijk door werd geperst. Dit komt dan aan de binnenzijde omhoog als kwelwater. Kwel bedreigt de stabiliteit van de dijk. De kans is dan groot dat de dijk doorbreekt. Als dit gebeurt stroomt het water met grote kracht naar binnen. Het water vormt dan een min of meer rond kolkgat = een wiel. Het meegenomen materiaal wordt in een waaiervorm rond het wiel afgezet = overslaggrond (zandig of zavelig materiaal). Grondgebruik in het oostelijk landschap Oeverwallen zijn door hun goede ligging een goede plek voor bebouwing. Ook zijn ze geschikt voor akkerbouw en fruitteelt. In natte perioden laat de grond goed water door en in droge perioden houdt ze juist water vast. De kommen waren te nat en alleen geschikt als grasland. Als oplossing werd er in het centrum van de kom lange weteringen gegraven die het komwater via sluizen op de rivier afvoeren. Talrijke sloten loosden het water in de wetering. Vanaf 1950 is door ruilverkaveling de waterhuishouding zo verbeterd dat elk grondgebruik in principe mogelijk is, toch overheerst de veeteelt. Grondgebruik in het westelijk landschap De bebouwing concentreert zich op de smalle kleistroken bij rivierdijken. Het gebied is te nat voor fruitteelt. Grasland overheerst. De natte, venige kommen worden ontwaterd door een dicht net van sloten. Paragraaf 5 Zeekleilandschap Natuurlijke opbouw Zeeklei wordt altijd afgezet op kwelders. Kwelders zijn gebieden aan de kust die boven het niveau van normale vloed liggen. Ze overstromen alleen bij springvloed en stormvloed. Kwelders ontstaan in een waddengebied. In een waddengebied is het ritme van eb en vloed belangrijk. Bij vloed stroomt het zeewater met zand en klei via grote diepe wadgeulen toe, en bij eb weer weg. Bij eb zakt het water en daalt de stroomsnelheid zodat het zand bezinkt. Er vormen zich zo zandplaten die bij eb droogvallen = wadden (dichter bij de kust worden ze hoger en kleiiger) Bij de kust zijn er planten die de stroming remmen. Het water komt terecht in geultjes tussen de planten = kreken. Deze overstromen steeds bij vloed. Naast de kreken wordt er tussen de planten klei afgezet. Het geheel komt omhoog en er ontstaat een dicht patroon van kreken. Omdat zand minder ineenzakt dan klei liggen deze wat hoger = kreekruggen. Uiteindelijk wordt de kwelder niet meer overspoeld, er vormde zich dan meestal een nieuwe kwelder aan de zeezijde. Er wordt in de oude kwelder geen zeeklei meer afgezet. De stijging van de zeespiegel bevordert de ophoging met zeeklei. Hoe hoger de klei hoe later hij is opgeslibd. Vanaf Holoceen is de zeespiegel 18 meter gestegen. De klei die hier werd afgezet noem je oude zeeklei. De afzettingen van de laatste 3000 jaar noem je jonge zeeklei (bovenkant tussen 1 NAP en + 1 NAP). De cultuur Historische opbouw Pagina 6 van 14
7 Zeekleipolder Een kwelder die niet meer wordt overspoeld kan worden ingedijkt. Dit werd gedaan vanaf ongeveer 1000 na Chr. Voor die tijd woonden metsen op hoger opgeslibde platen (oude kreekruggen) of maakte men terpen. Na het indijken werd de waterstand kunstmatig geregeld. Er ontstonden polders. Vroeger bestond het zeekleigebied uit talrijke door dijken omgeven polders. Tegenwoordig zijn die dijken vaak afgegraven en wordt de zavelige vlakke grond gebruikt voor akkerbouw en veeteelt. Droogmakerijen Het oppervlak van droogmakerijen bestaat uit zeeklei en ligt van 4 tot 5 NAP. Bij oude zeeklei zijn het drooggelegde meren en veenplassen. De modernste droogmakerijen zijn de IJsselmeerpolders, hier komt jonge zeeklei aan de opp. voor. Dit is de bezonken bodem van de Zuiderzee. Bij beide soorten is er veel kwel. Het grondwater komt namelijk omhoog, doordat de grondwaterstand in de omliggende gebieden hoger is. Paragraaf 6 Duinlandschap Natuurlijke opbouw Vorming van duinen Het zand in de duinen komt van de bodem van de zee. In het ondiepe gedeelte van de zee wordt zand losgewoeld en de brandinggolven werpen een deel van dit zand bij vloed op het strand. Bij eb valt dit droog en wordt het zand door de wind landinwaarts verplaatst. Als zoutminnende planten met hun wortels het zand vasthouden begint op het strand duinvorming. Als deze strandduinen uiteindelijk een gesloten duinenrij vormen die zeewerend is spreek je van een zeereep of zeewerende duinenrij. Oude en jonge duinen Als de kust aangroeit wordt er aan de zeezijde steeds een nieuwe zeewerende duinenrij gevormd jaar geleden nam de zeespiegelstijging af en werden er zeewerende duinen van ongeveer 10 meter hoog gevormd = oude duinen. De ruimte tussen de oude en de nieuwe duinenrij werd vaak veen. Na 1000 na Chr. groeit de kust niet meer naar het westen. Er zijn veel stormvloeden en kusterosie. Veel duinen werden grotendeels afgebroken. Met het overgebleven zand werden opnieuw duinen tot 50 meter hoog gevormd = jonge duinen. Duinvalleien Het gevormde duinlandschap is niet stabiel. Duinzand kan opnieuw verstuiven, hierbij kunnen laagten ontstaan die dicht bij het grondwater liggen = duinvalleien. Oude ingesloten strandvlakten heten ook zo. Vochtige valleien hebben een rijke plantengroei. Cultuur-historische opbouw Pagina 7 van 14
8 West-nederland was vroeger niet echt bewoonbaar. Het was te nat met veel veen en klei. Zandruggen van oude duinen waren wel bewoonbaar. Op de oude duinen vindt je de oudste nederzettingen en wegen. Op veel plaatsen zijn de duinen afgegraven voor de bloembollenteelt = geestgronden. De jonge duinen vormen nog steeds een vrij gaaf stuk natuur. Er is een hoge diversiteit door de grote variatie. Paragraaf 7 Veenlandschap Natuurlijke opbouw Laagveen Op elke natte plaats met stilstaand water gaan veenplanten groeien. Er zijn wel voedingsstoffen aanwezig in het water. Steeds als deze planten afsterven dragen ze bij aan de opbouw van een laagje veen. Dit soort veen dat binen het bereik van grondwater ligt heet laagveen. Het komt in West-Nederland nog in grote delen voor. Hoogveen Op natte voedselarme plaatsen boven het grondwater gedijt veenmos goed. Dit plantje leeft van regen. Op dit mos groeien steeds nieuwe lagen mos en de oude delen sterven dan af. Dit mos heeft veel water nodig in de groeiperiode. Er kan tussen de planten veel water worden opgeslagen. De bovenkant van het veen bestaat uit bulten en laagten. Veenmosveen ligt meters boven het grondwater = hoogveen. Hoogveen kwam vroeger veel voor. Het ontstond op vochtige stukken zandgrond in hoog Nederland als op kwelders in laag Nederland. Cultuur-historische opbouw Veenpolderlandschappen West Nederland bestond vroeger uit veenmoerassen met veel hoogveen. De afwatering werd verzorgd door veel riviertjes. Het veen werd ontgonnen vanuit hun oeverwallen. Ontwateringssloten werden gegraven zodat het water uit het veen kon stromen en akkerbouw mogelijk werd. Doordat het water wegstroomde daalde het grondoppervlak door inklinking. Hierdoor was extra ontwatering nodig waarop er nieuwe inklinking volgde. Zo daalde het veenoppervlak steeds verder. Zo werd het vroegere hoogveen dus laagveen. Akkerbouw is niet meer mogelijk en vervangen door veeteelt. Tegenwoordig houdt men de waterstand zelfs bewust hoog om verdere inklinking en schade aan huizen en wegen te voorkomen. Dalgronden een veenplassen Voor 1900 werd er veel turf gebruikt. Vooral veenmosveen was hiervoor geschikt. Op de zandgronden werd het hoogveen eerst ontwaterd en vervolgens afgegraven. Er werden kanalen gegraven met loodrecht hierop ontwateringssloten = wijken. Langs deze kanalen werden dorpen gesticht, gekenmerkt door vaak kilometerslange bebouwing = veenkolonie Het bovenste deel van hoogveen (bolster) was ongeschikt en werd apart gelegd. Na de turfwinning werd Pagina 8 van 14
9 deze gemengd met de onderliggende arme zandgrond, resultaat veenkoloniale gronden of dalgronden. Deze bevatten een flinke laag humus= vruchtbaar. In West-Nederland moest het door inklinking laaggelegen veenmosveen onder het grondwater worden uitgebaggerd. Dit gebeurde in langgerekte stroken (trekgaten). De veenbagger werd te drogen gelegd op de tussenliggende veenstroken (ribben). Het water in de trekgaten kon bij sterke wind de veenribben wegslaan = ontstaan van veenplassen. Deze zijn later vaak drooggelegd en omgezet tot droogmakerijen. Hoofdstuk 2 De werking en het gebruik van het natuurlijk milieu Paragraaf 1 Onze natuurlijke hulpbronnen De mens maakt op allerlei manieren gebruik van het natuurlijk milieu. Alle zaken die we aan het natuurlijk milieu onttrekken noemen we natuurlijke hulpbronnen. Deze zijn meestal niet onbeperkt aanwezig. Er zijn: - Niet vernieuwbare milieuvoorraden. Dit zijn natuurlijke hulpbronnen die door de natuur niet of heel langzaam worden aangemaakt. - Vernieuwbare voorraden. Dit zijn natuurlijke hulpbronnen die in hoog tempo steeds worden aangemaakt: de productie hiervan is voor de mens waarneembaar. Het overvloedig gebruik van energie en grondstoffen door de mens leidt tot 3 soorten milieuproblemen: 1. Milieuverontreiniging: er komen van bepaalde stoffen door toedoen van de mens hogere concentraties in het water, bodem en lucht. 2. Milieuaantasting: omvat allen vormen van vermindering van de kwaliteit van natuur en landschap. (Bijv. aantasting van mooie cultuurlandschappen). 3. Milieu-uitputting: hierbij benut de mens energie, grondstoffen of levende biomassa te veel of in een te hoog tempo. Paragraaf 2 Duurzame ontwikkeling De milieuproblemen zijn in de loop van de tijd steeds omvangrijker en complexer geworden. Er zijn drie trends. 1. Er komen door productieprocessen steeds meer stoffen in het milieu, denk aan bijvoorbeeld CFK s. 2. Milieuproblemen vinden op een steeds hoger schaalniveau plaats. Dit betekent dat steeds grotere gebieden beïnvloed worden. 3. Door de groei van de welvaart en de bevolking wordt er een steeds groter beslag op de natuurlijke hulpbronnen gelegd. Om de groei van milieuproblemen te bestrijden is er een goede strategie nodig: duurzame ontwikkeling. Dit houdt in dat er wordt voorzien in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen. Daarom wordt er gestreefd naar het handhaven van de milieugebruiksruimte van een gebied. Dit zijn de benuttingsmogelijkheden van de natuurlijke hulpbronnen zonder de voorraden essentieel aan te tasten of uit te putten. Pagina 9 van 14
10 De omvang van de milieugebruiksruimte wordt bepaald door 5 factoren: 1. De aanwezigheid van winbare natuurlijke hulpbronnen. 2. Het tempo van de aanwas van vernieuwbare natuurlijke hulpbronnen. 3. De mate van onttrekking van natuurlijke hulpbronnen. 4. Uitbreiding van kennis en techniek. 5. De kwaliteit van het natuurlijk milieu. Clip 1 De milieuproblemen van de arme en van de rijke landen. Zowel arme als rijke landen hebben milieuproblemen. Bij de rijke landen hangen veel milieuproblemen samen met een overdadig gebruik van energie en grondstoffen. De arme landen kennen dit soort milieuproblemen ook, maar in mimindere mate. Hier domineren milieuproblemen die het gevolg zijn van de sterke bevolkingsgroei en een te intensieve benutting van weinig geschikte natuurlijke milieus. Paragraaf 3 De milieugebruiksruimte zoet water Water is een onmisbare bron voor allerlei levensprocessen. Water is voor elk land ene onmisbare grondstof. Het belangrijkst is de aan en afvoer van zoet water. Een waterbalans geeft hiervan een goed beeld. Er zijn twee bronnen van zoet water: 1. Vernieuwbare bronnen van zoet water. Regenwater dat in een gebied valt = interne vernieuwbare bron van zoet water. al het water dat vanuit de omgeving toestroomt = externe vernieuwbare bron van zoet water 2. Niet-vernieuwbare bronnen van zoet water. Dit water bevindt zich in het diepe grondwater. Deze watervoorraad kan niet van bovenaf worden bijgevuld. Zij zijn ontstaan in de periode dat de grondlagen werden afgezet. Water is onmisbaar voor tal van activiteiten. Er is water nodig in de huishouding, in de landbouw en in de industrie. 1. Huishouden, hier is drinkwaterkwaliteit nodig om te koken, drinken, wassen en schoon te maken. 2. Landbouw. Dit is de grootste en snelst groeiende watergebruiker. Irrigatie verhoogt het watergebruik fors. Veel van het irrigatiewater verdampt door de hoge temperatuur en de lage vochtigheid in de lucht. 3. Industrie. Het water wordt hier maar voor een klein deel echt opgemaakt. Het wordt voornamelijk gebruikt om te koelen. Allerlei stoffen kunnen de kwaliteit van zoet water bedreigen. De samenstelling van het ondiepe grondwater weerspiegelt het grondgebruik. Het grondgebruik heeft ook invloed op het oppervlaktewater. In Nederland is de samenstelling van het rivierwater dat ons land binnenstroomt het meest bepalend voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Clip 3 Het benuttingspercentage van het vernieuwbaar zoet water. Niet elk land staat er wat betreft zijn watervoorziening even goed voor. Het benuttingspercentage geeft een eerste indruk van de kwetsbaarheid van de watervoorziening. Landen met een laag percentage Pagina 10 van 14
11 hebben in theorie een groot waterreserve. Je berekent dit door het totale waterverbruik te delen door het totaal vernieuwbaar water. Paragraaf 4 De milieugebruiksruimte bodem Binnen elk ecosysteem zijn de planten erg belangrijk. Zij staan aan de basis van de vernieuwbare hulpbron organisch materiaal. Dit is al het materiaal dat is gevormd door levende organismen. Planten hebben voedingsstoffen nodig, deze halen ze uit de bodem. Dit is het bovenste deel van de grond waaruit de plantenwortels water en voedingsstoffen halen. De omvang van productie van organisch materiaal hangt af van: 1. De voorraad voedingsstoffen. 2. De voorraad water 3. Een goed bodemleven. (Veel bacteriën en bodemdieren). De milieugebruiksruimte van de bodem kun je vergroten door: 1. De toevoer van meststoffen 2. De toevoer van fossiele energie 3. De toevoer van water door irrigatie en beregening. Nederland en vele ander ontwikkelde landen hebben nog een andere manier om deze milieugebruiksruimte te vergroten. Ze leggen beslag op (landbouw)ruimte in andere landen. De gewassen en grondstoffen worden geproduceerd en geïmporteerd. Nederland is een draaischijf in een netwerk van transport van grondstoffen. De milieugebruiksruimte bodem in de wereld groeit en krimpt. In de rijke landen wordt deze uitgebreid, en in de landen die gewassen en grondstoffen exporteren krimpt deze ruimte voor de eigen bevolking. De betalingsbalans gaat in die landen boven de productie van voedsel voor de bevolking, met gevolgen als voedseltekorten, verwoestijning en bodemerosie. Paragraaf 5 De milieugebruiksruimte van de ontwikkelingslanden In veel ontwikkelingslanden is het handhaven van de milieugebruiksruimte bodem voor de eigen bevolking een moeilijke zaak. Twee redenen zijn: 1. Bevolkingsgroei Hierdoor is de oppervlakte van de cultuurgrond per bewoner in veel gebieden teruggelopen. 2. Exportlandbouw. Veel grond wordt gebruikt voor de productie voor de wereldmarkt. Factoren die de ruimte kunnen vergroten zijn in vele landen niet gunstig. Zo is het gebruik van kunstmest voor veel ontwikkelingslanden veel te duur. De watervoorraad in de wat drogere gebieden in de ontwikkelingslanden is beperkt. Er kan te weinig water zijn voor de huishoudens, landbouw en industrie. Er is een permanent watertekort als er per persoon Pagina 11 van 14
12 minder dan 1000 m3 vernieuwbaar zoet water is in een land. Twee factoren versterken het tekort aan water: 1. Bevolkingsgroei 2. Productieverhoging in de landbouw Clip 6 Bodemerosie en verwoestijning In veel ontwikkelingslanden is sprake van een tekort aan grond. Soms is er dus geen andere keus dan minder geschikte grond gebruiken. Zo worden op te steile heuvels bossen gekapt. Bodemerosie is dan onvermijdelijk. Ook de waterafvoer van rivieren wordt onregelmatiger. Het regenwater kan niet meer in de grond zakken en stroomt over de oppervlakte naar beneden. Bij veel neerslag krijgen de rivieren hierdoor in korte tijd veel water = piekvoer. Ook in woestijnrandzones is landbouw een moeilijke zaak. Er valt hier weinig regen. Dit kan leiden tot overbegrazing en verslechtering van de bodem wat weer leidt tot verzilting wat de verwoestijning bevordert. Clip 7 Verzilting In droge gebieden is landbouw zonder irrigatie niet mogelijk. Irrigatiewater bevat altijd zouten. Zelfs het zoetste water heeft nog zouten. Als het water verdampt (wat bij irrigatie in grote mate gebeurt) blijven de zouten in de bodem achter = verzilting. Bij een lage grondwaterstand kunnen de zouten door extra water toe te voeren naar beneden spoelen. De gewassen ondervinden dan weinig schade. Bij slecht doorlatende bodems lukt dit niet en worde de planten aangetast, dit lukt ook niet bij een hoge grondwaterstand. Ook bij een te grote toevoer van irrigatiewater kan dit gebeuren. De enige oplossing is drainage, dit zorgt voor een goed doorspoeling. Irrigatiewater en spoelwater dat naar een rivier terugstroomt kan benedenstrooms weer voor irrigatie gebruikt worden. De kwaliteit wordt echter steeds slechter. Hoofdstuk 3 Werken aan de kwaliteit van het leefmilieu Paragraaf 1 De achtergrond van het ontstaan van milieuproblemen Klimaatverandering, verzuring van de bodem, verspreiding van zware metalen, erosie, overbevissing, uitputting van grondstoffen zijn voorbeelden van milieuproblemen. Ze zijn niet uniek voor deze tijd. Tegenwoordig is de milieusituatie toch anders. De milieuverslechteringen zijn niet meer lokaal en zijn vaak niet direct merkbaar. De kern van veel milieuproblemen is afwenteling. Dit betekent dat mensen de nadelen van veel handelingen die ongunstig zijn voor het milieu niet voor eigen rekening nemen. De nadelen wentelen ze af op andere milieugebruikers, gebieden of generaties. Afwenteling op andere milieugebruikers en andere gebieden: bij elk productieproces komen afvalstoffen Pagina 12 van 14
13 vrij. De goedkoopste en makkelijkste manier om er vanaf te komen is lozen in water, lucht of bodem. Denk bijvoorbeeld verzurende stoffen. Door zure regen worden bijvoorbeeld gebouwen aangetast en de bodem verzuurt. De afwenteling wordt beperkt door onder andere filters en katalysatoren. Afwenteling op toekomstige generaties: dit geldt bijvoorbeeld voor het uitputten van niet-vernieuwbare schaarse grondstoffen, opmaken van tropisch hardhout, leefvissen van zeeën of ernstig vervuilen van bodems. Toekomstige generaties moeten maar zien hoe ze deze problemen oplossen. Denk bijvoorbeeld aan klimaatverandering door de CO2-uitstoot. Paragraaf 2 Het ruimtelijk beleid: vier ontwikkelingskoersen Het tegengaan van milieuproblemen is voor de toekomst een noodzaak. In het ruimtelijke beleid van de overheid is zonering een belangrijk hulpmiddel. Voor elk homogeen stuk landelijk gebied wordt een keuze gemaakt welke functie zich optimaal moet kunnen ontwikkelen. De functies mogen elkaar onderling niet hinderen. Er zijn 4 ontwikkelingskoersen 1. Gele koers: de ontwikkeling van landbouw in zeer intensieve en sterk geconcentreerde vorm heeft hier voorrang. 2. Bruine koers: de grondgebonden landbouw in de vorm van akkerbouw of rundveehouderij. Gestreefd wordt naar een landschapsopbouw waarbij landbouw de ruimte afwisselt met een netwerk van groenelementen. 3. Blauwe koers: een combinatie van functies (geen intensieve landbouw). De nadruk ligt op economisch aantrekkelijk combinaties van landbouw met recreatie, beheer van natuur en landschap, bosbouw of waterwinning. Groene zones moeten de natuurgebieden met elkaar verbinden. De natuurverbindingszones staan in de ecologische hoofdstructuur van Nederland. De boer krijgt geld voor het instandhouden van natuur en landschap. 4. Groene koers: voorop staat het behoud, herstel en ontwikkeling van natuur. Bij deze gebieden horen een aantal nationale parken. Paragraaf 3 Het Nederlandse milieubeleid Milieubeleid gaat over de toekomst van het milieu van mensen, planten en dieren. Milieubeleid is het beleid van de overheid dat zich richt top het bestrijden en voorkomen van milieuproblemen op alle schaalniveaus. Duurzame ontwikkeling is de leidraad van de overheid. Drie kernpunten moeten dit bevorderen: 1. Integraal ketenbeheer Elk product heeft een bepaalde levensloop = productie-consumptieketen. Deze bestaat doorgaans uit 5 stadia: 1. Het winnen van grondstoffen (vaak samen met sterke omvorming van het landschap) 2. Het bewerken van grondstoffen tot basismaterialen of halffabrikaten. 3. Het maken van eindproducten. 4. Het gebruiken of consumeren van eindproducten. 5. Het afdanken van producten en het verwerken en hergebruiken van afval. Pagina 13 van 14
14 In elk stadium zijn grondstoffen en energie nodige en ontstaan er afvalstoffen die kunne verontreinigen. Door de keten te analyseren kunnen producten vergeleken worden op hun negatieve effecten voor het milieu. Het beste is het sluiten van de stofkringlopen. 2. Een hoge kwaliteit van producten. Hoge kwaliteit draagt bij aan de duurzaamheid. Hierdoor kun je ze langer gebruiken, wat energie bespaart. Het is goed om in alle stadia van de productie-consumptieketen te streven naar hoogwaardige producten. 3. Minder gebruik van fossiele energie. De Nederlandse economie is zeer energie-intensief. Het gebruik van fossiele brandstoffen veroorzaakt veel milieuproblemen. We moeten dus minder van deze brandstoffen gebruiken Clip 5 De instrumenten van het Nederlandse milieubeleid Bij de aanpak van milieuproblemen hanteert de Nederlandse overheid twee benaderingen: 1. Brongericht milieubeleid: hierbij wil men milieuverstoring zoveel mogelijk bij de bron aanpakken. Hierbij staat het voorkomen van de schade centraal. 2. Effectgericht milieubeleid: deze aanpak wordt gebruikt als er milieuschade is en deze hersteld moet worden. Het gaat om het wegwerken van schadelijke effecten. Paragraaf 4 Mondiaal milieubeleid De positie van de ontwikkelingslanden en de rijke landen ten aanzien van de milieuproblemen is verschillend. Arme landen Rijke landen hoge bevolkingsgroei laag welvaarstniveau armoede verzilting, erosie, verwoestijning lage bevolkingsgroei hoog welvaartsniveau rijkdom duurzame ontwikkeling Het in 1994 gesloten klimaatverdrag moet de klimaatverandering op de aarde tegengaan. Zo zijn er bijvoorbeeld energieheffingen in Nederland op de benzine. Ook moeten er meer bossen aangeplant worden. Pagina 14 van 14
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 (Mens & Milieu)
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 (Mens & Milieu) Samenvatting door een scholier 1934 woorden 6 december 2004 5,3 25 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 De werking en het gebruik van het
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Nederlandse Landschappen, het natuurlijk milieu, klimaatveranderingen
Samenvatting Aardrijkskunde Nederlandse Landschappen, het natuurlijk milieu, klimaatveranderingen Samenvatting door R. 5420 woorden 10 februari 2009 7,4 7 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1. Nederlandse
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1416 woorden 27 oktober 2004 5,3 30 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Hoofdstuk 1 Het ontstaan van diversiteit
Nadere informatiePraktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap
Praktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap Praktische-opdracht door een scholier 2220 woorden 15 juni 2007 6,3 33 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Praktische opdracht 3 Inleiding Deze
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde De werking en het gebruik van het natuurlijk milieu (mens en milieu hoofdstuk 2)
Samenvatting Aardrijkskunde De werking en het gebruik van het natuurlijk milieu (mens en milieu hoofdstuk 2) Samenvatting door een scholier 1510 woorden 11 mei 2005 6,2 83 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde
Nadere informatie4,9. Samenvatting door een scholier 4682 woorden 23 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde
Samenvatting door een scholier 4682 woorden 23 februari 2005 4,9 9 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Nederlandse Landschappen. 1 Hoe is een landschap opgebouwd?
Nadere informatieLANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst
LANDSCHAPSANALYSE 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland 27 september 2013 Academie van Bouwkunst Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii Onderwerpen 1. Rivierenlandschap 2. Zandlandschap 3. Krijt-
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2, Natuur en Milieu
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2, Natuur en Milieu Samenvatting door een scholier 6191 woorden 16 oktober 2007 7,5 14 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Wat is een landschap?
Nadere informatieHoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?
Praktische-opdracht door een scholier 1523 woorden 16 januari 2006 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Stap 1: De onderzoeksvraag Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap
Nadere informatieVragen over landschappen die we gaan behandelen
Landschappen Vragen over landschappen die we gaan behandelen Wat zijn landschappen? Waar komen ze voor? Hoe zien ze er uit? Welke informatie geven ze? Hoe zijn ze ontstaan? Wat is landschap? Dit? Kerk
Nadere informatieIJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd
IJstijden Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd IJstijden Glaciaal tijdens het pleistoceen 2.500.000-100.000 jaar geleden 1. ijs duwt de bodem naast en voor zich om hoog en zo ontstonden stuwwalen. 2. ijs
Nadere informatieIk heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap.
Werkstuk door een scholier 2220 woorden 4 maart 2003 6,1 59 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1.1 Inleiding Nederland, een land wat bestaat uit verschillende soorten landschappen. Al deze landschappen
Nadere informatieWerkstuk Aardrijkskunde De 6 landschappen in Nederland
Werkstuk Aardrijkskunde De 6 landschappen in Nederland Werkstuk door een scholier 1949 woorden 5 juni 2001 6,4 447 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Voor het maken van dit werkstuk heb ik de
Nadere informatieSectorwerkstuk Aardrijkskunde Landschappen
Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Landschappen Sectorwerkstuk door een scholier 1784 woorden 31 januari 2006 5,8 79 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Aardrijkskunde P1 De aarde is ongeveer 4,6 miljard. Nederland
Nadere informatie6,7. Paragraaf 1, Hoe is het Nederlandse landschap ontstaan. Samenvatting door een scholier 835 woorden 10 januari keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 835 woorden 10 januari 2005 6,7 63 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 8, Landschappen. Paragraaf 1, Hoe is het Nederlandse landschap ontstaan. 1. Landschap: Het
Nadere informatieHoofdvraag Hoe zijn de zes belangrijkste Nederlandse landschappen ingericht en hoe is dat te verklaren?
Werkstuk door een scholier 2717 woorden 21 mei 2003 6,3 1219 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdvraag Hoe zijn de zes belangrijkste Nederlandse landschappen ingericht en hoe is dat te verklaren? Deelvragen
Nadere informatiePost I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland
Post I Opdracht I: Om welke twee landschappen gaat het? A: Oude duinen B: Zeekleilandschap Grondsoorten: Bodemgebruik: Inrichtingselementen: A: Oud duinzand A: Bos A: Kasteel, woningen B: Jonge zeeklei
Nadere informatieDe gedragsruimte is de ruimte waarvan mensen die op een bepaalde plek wonen gebruik maken voor hun dagelijkse activiteiten en hun leefsfeer.
Boekverslag door T. 3143 woorden 29 mei 2006 4.2 32 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Centraal examen Module 2 Politiek en ruimte Hoofdstuk 1: Ruimtelijk gedrag en politiek De gedragsruimte is
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2417 woorden 27 mei 24 5 49 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Inleiding Nederland is een land dat bestaat uit verschillende
Nadere informatieTexel Landschappelijke ontwikkelingen
Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2, Mens en Milieu
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2, Mens en Milieu Samenvatting door een scholier 1017 woorden 30 juni 2004 7,4 42 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Atlantis H2 De milieugebruiksruimte op
Nadere informatieDe duinen hebben een belangrijke functie in ons land:
De duinen De duinen hebben een belangrijke functie in ons land: 1 Zeewering 2 Waterwingebied en waterberging 3 Recreatie 4 Natuurwetenschappelijk onderzoek en natuurstudie Laatst las ik: Als de zeespiegel
Nadere informatie2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van
Nadere informatieHet gebied Begrenzing
Cursus Reitdiep Het gebied Begrenzing -In het Oosten: de lijn Westerdijkshorn Wolddijk - Noorderhogebrug -In het Westen: de lijn Zuurdijk Lammerburen - Balmahuizen -In het Noorden: de lijn Onderwierum
Nadere informatie3. Hydrologie van Nederland
3. Hydrologie van Nederland 3.1. Geologie In Nederland liggen voornamelijk de geologische lagen van het Kwartair aan de oppervlakte. De oudere lagen uit het Tertiair liggen op grotere diepte; alleen in
Nadere informatieHet rivierklei-landschap
Het rivierklei-landschap Kaart rivierlandschap in Het huidige rivierengebied omvat de stroomgebieden van de Maas en de Rijn. De Rijn vertakt vrijwel direct na binnenkomst in ons land bij Lobith in een
Nadere informatieGeschiedenis van de duinen
Geschiedenis van de duinen Bijna de hele Nederlandse kust bestaat uit duinen. We weten hier niet beter, dan dat dat heel normaal is. Toch is dat niet zo. De kust van Frankrijk, Spanje en Portugal bijvoorbeeld
Nadere informatieHet Nederlandse landschap. Rianne van den Braak. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/72126
Auteur Rianne van den Braak Laatst gewijzigd 01 March 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/72126 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.
Nadere informatieWerkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen
Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense d Werkstuk door een scholier 1890 woorden 30 oktober 2004 7 79 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde De Loonse en Drunense D A. Tot welk landschapstype behoort het
Nadere informatieZand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.
5 Lastige woorden Blad Zand en klei Heide Een lage plant met paarse bloemen. Voedingsstoffen Voedsel dat planten nodig hebben om te groeien. Boomgaard Een stuk land met fruitbomen. Greppel Een kleine droge
Nadere informatieKustlijn van de Noordzee
International Wadden Sea School www.iwss.org 150.000 jaar geleden - 150.000 jaar geleden was het hele Noordzeebekken bedekt met een dikke ijslaag: dit was de Saale ijstijd. - Alle zeewater was in gletsjers
Nadere informatieNaam: WATER. pagina 1 van 8
Naam: WATER Geen leven zonder water Zonder water kun je niet leven. Als je niet genoeg drinkt, krijgt je dorst. Als je dorst hebt, heeft je lichaam water tekort. Je raakt dit water vooral kwijt door te
Nadere informatieLEZEN. Terpentijd - 1500
1 LEZEN Terpentijd - 1500 Friesland bestaat eigenlijk uit drie delen: de klei, het veen en het zand. De eerste boeren woonden op het zand (De Wouden en Gaasterland). Hun aardewerk in de vorm van trechters
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2
Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk Samenvatting door Jordan 93 woorden 14 december 017 6,1 18 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Samenvatting Aardrijkskunde Water Hoofdstuk 1 Rivieren in China
Nadere informatieBIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering
BIODIVERSITEIT RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering DUURZAME ONTWIKKELING INTEGRAAL WATERBEHEER BIODIVERSITEIT Wat? Belang?
Nadere informatieBedreigingen. Broeikaseffect
Bedreigingen Vroeger gebeurde het nogal eens dat de zee een gat in de duinen sloeg en het land overspoelde. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. De mensen hebben de duinen met behulp van helm goed vastgelegd
Nadere informatieModel 8, Dekzand Intro Natuurlijke alliantie
Model 8, Dekzand 1 Intro Het dekzandlandschap is gevormd in de laatste ijstijd onder invloed van wind en smeltwater en bevindt zich voornamelijk in Oost en Zuid-Nederland. Karakteristiek is het lichte
Nadere informatieOntstaan Noord-Holland (Pleistoceen)
Praktische-opdracht door een scholier 1944 woorden 4 juli 2005 4,5 59 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Ontstaan Noord-Holland (Pleistoceen) Tweehonderdduizend jaar geleden liet de één na jongste ijstijd
Nadere informatie- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)
Samenvatting door Saskia 1046 woorden 8 april 2014 7,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 2.4 Files oplossen Files 29 mei 1955 was er in Nederland de eerste file. Duizenden inwoners van
Nadere informatieInformatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk
Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk De kust is (niet) veilig! De dijk aan de kust van Petten ziet er zo sterk en krachtig uit, maar toch is hij niet
Nadere informatieNederland Waterland Basisonderwijs
Nederland Waterland Basisonderwijs Introductie Nederland is een land vol met water. Water in rivieren en meren. De zee klotst tegen onze duinen. En de zachte bodem van Nederland zit ook vol met water.
Nadere informatieeconomische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen
economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen REDD+ een campagne voor bewustwording van suriname over haar grootste kapitaal Wat is duurzaam gebruik van het bos: Duurzaam
Nadere informatieInstructieblad Aarde Activiteit 1.01: Grondsoorten
1. Wat ga je doen? Deze les gaat over grond en grondsoorten. Je gaat leren wat grondsoorten zijn, waar die in (de kop van) Noord-Holland te vinden zijn, wat het bijzondere aan deze grondsoorten is, en
Nadere informatieDe geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).
De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige
Nadere informatieKwelder. Woordenboekspel. Spel. VO onderbouw
Spel Doel: Materialen: Leerlingen kennen na afloop de betekenis van de volgende termen: getijdebeweging, kwelder, springvloed, brak water, slenk, halofyten, schor, opslibbing. Per groepje van 4 leerlingen:
Nadere informatie3 havo 4 water, 2 t/m 4
3 havo 4 water, 2 t/m 4 Mozambique: soms te veel India: vaak te weinig De blauwe planeet: alles stroomt Welke kringloop heeft de meeste betekenis voor de mens en waarom? De lange kringloop (B) omdat deze
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde havo I
Eindexamen aardrijkskunde havo 999 - I 3 Antwoordmodel Bevolkingsgeografie Uit het antwoord moet blijken dat een lage vruchtbaarheid er voor zorgt dat jongere leeftijdsklassen onvoldoende worden aangevuld
Nadere informatieModel 1, Kust. 1 Intro
Model 1, Kust 1 Intro Het gidsmodel Kust beschrijft de Nederlandse duinenkust, het overgangsgebied tussen land en zee. Duinenkusten komen voor langs de hele Noordzeekust, van de Waddeneilanden tot de Zuid-Hollandse
Nadere informatieKaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden
28 Watersysteem en ondergrond Het IJsselmeergebied is het grootste zoetwaterbekken van Nederland en zal in de toekomst steeds belangrijker worden voor de strategische zoetwatervoorziening. Daarnaast vormt
Nadere informatieEen gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.
Meander groep 5 Thema 1 Onderweg Aardrijkskunde Waarom is een nieuwe wijk hier gebouwd en niet daar? Wat voor gebouwen staan er? Waarom staan ze juist op die plek? Huizen, boerderijen, fabrieken en kantoren
Nadere informatieEen wadi is een rivier die slechts een deel van het jaar water bevat. Je kunt er gemakkelijk grondwater winnen.
Samenvatting door een scholier 912 woorden 19 december 2017 4.8 16 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Hoofdstuk 1: 1: het Midden-Oosten Droog Groot deel Midden-Oosten heeft steppeklimaat
Nadere informatieVerdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.
WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg
Nadere informatieWerkstuk Aardrijkskunde Veenlandschap
Werkstuk Aardrijkskunde Veenlandschap Werkstuk door een scholier 2277 woorden 29 mei 2006 5,8 250 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Beschrijven: Waar: Hoogveen: Op het kaartje is te zien dat de hoogveen
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 11 Mens en milieu
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 11 Mens en milieu Samenvatting door een scholier 1683 woorden 29 juni 2006 6,8 86 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 11 Mens
Nadere informatieLesbrief Aardkundige Monumenten
milieu Lesbrief Aardkundige Monumenten aardkun milieu Lesbrief Aardkundige Monumenten Colofon Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem Tel.: 023 514 31 43 Fax: 023 514 40 40 www.noord-holland.nl
Nadere informatieRING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT
dia 1 RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT Helperzoomtunnel Jan Pieter Schuitemaker Helperzomtunnel dia 3 Geologie Noordoost Nederland GEOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN WAAR WE IN DE GEOTECHNIEK
Nadere informatie2. Zijn aarde, grond en bodem drie omschrijvingen van hetzelfde? Geef met behulp van bovenstaande bronnen een omschrijving van deze drie begrippen.
Vragen en opdrachten Bodem van Nederland ORIENTATIE BODEM... 1 BODEMVORMING... 2 ZANDGRONDEN... 5 HOOGVEEN:... 7 LAAGVEEN... 8 ZEEKLEI... 9 RIVIERKLEI... 9 LÖSSGROND... 10 DE BODEMKAART VAN NEDERLAND...
Nadere informatieEen wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.
Meander Samenvatting groep 5 Thema 3 Waterland Samenvatting Langs de kust Nederland ligt voor de helft onder de zeespiegel. Heel vroeger woonden mensen dicht bij zee op terpen. Langs de kust beschermen
Nadere informatieDe Noordzee HET ONTSTAAN
De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met
Nadere informatieLaag Nederland ligt lager dan 1 meter boven NAP. De zee heeft een belangrijke rol gespeeld bij de opbouw van het land.
Samenvatting door een scholier 1374 woorden 14 december 2017 8,1 8 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Samenvatting Aardrijkskunde Water Hoofdstuk 1 1 Een land in de delta Land aan de zee
Nadere informatieLesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta
Lesbrief Watersysteem Droge voeten en schoon water www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Droge voeten en schoon water Waterschappen zorgen ervoor dat jij en ik droge
Nadere informatieDrie aardkundige monumenten
10 Drie aardkundige monumenten Aardkundige monumenten geven iets weer van de ontstaansgeschiedenis van ons landschap. Een geschiedenis die ons honderden, duizenden of zelfs miljoenen jaren terugvoert in
Nadere informatieJeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie DE LANDSCHAPSGESCHIEDENIS VAN NOORD-HOLLAND OVER LANDSCHAPSDYNAMIEK EN ENERGIELANDSCHAPPEN
Jeroen Zomer, beleidsadviseur landschap en cultuurhistorie DE LANDSCHAPSGESCHIEDENIS VAN NOORD-HOLLAND OVER LANDSCHAPSDYNAMIEK EN ENERGIELANDSCHAPPEN Paleogeografie van Nederland Zeespiegelstijging Tussen
Nadere informatieAntwoorden door een scholier 722 woorden 23 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 4 Mens en milieu.
Antwoorden door een scholier 722 woorden 23 november 2002 4 69 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Mens en milieu Paragraaf 1 Vraag 1: a) Dat zijn de levende onderdelen van de natuur. b) Water,
Nadere informatieVeilig werken. Duurzaam bodemgebruik in de landbouw
Veilig werken Duurzaam bodemgebruik in de landbouw Programma voor vandaag: Duurzaam bodemgebruik in de landbouw Kahoot Oefentoets bodemgebruik Veilig werken & Duurzaam bodemgebruik? Veilig werken & Duurzaam
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Landschap Nederland
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Landschap Nederland Samenvatting door een scholier 3373 woorden 29 maart 2008 6,7 75 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Paragraaf 13: het Nederlands landschap. B111:
Nadere informatieToets_Hfdst4_NederlandEnHetWater
Toets_Hfdst4_NederlandEnHetWater Vragen Samengesteld door: visign@hetnet.nl Datum: 31-1-2017 Tijd: 11:05 Samenstelling: Geowijzer Vraag: 17, 17, 18, 18, 18, 19, 19, 20, 20, 20, 21, 21, 22, 23, 24, 25,
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde vwo 2003-II
Antwoordmodel Migratie en mobiliteit Opgave 1 1 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: De aanwezigheid van een groot asielzoekerscentrum in een bepaald economisch-geografisch gebied veroorzaakt een
Nadere informatie5,9. Werkstuk door een scholier 2020 woorden 20 februari keer beoordeeld
Werkstuk door een scholier 2020 woorden 20 februari 2000 5,9 173 keer beoordeeld Vak Biologie De mensen van tegenwoordig hier in Nederland vinden het de meest normale zaak ter wereld dat bij het opendraaien
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2: De werking van het natuurlijke milieu
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2: De werking van het natuurlijke milieu Samenvatting door een scholier 1585 woorden 28 september 2006 5 12 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Samenvatting Hoofdstuk
Nadere informatieWater kan ook veranderen is waterdamp. Het wordt dan een gas. Maar heter als 100 graden kan water niet worden. Dit is het kookpunt van water.
Water Zonder water kun niet Zonder water kun je niet leven. Als je niet genoeg drinkt, krijgt je dorst. Als je dorst hebt, heeft je lichaam water tekort. Je raakt dit water vooral kwijt door te plassen
Nadere informatieNederland, waterland
Nederland, waterland inhoud. Nederland, waterland 3 2. Hoe Nederland veranderde. 4 3. Het Deltagebied 7 4. Grote overstromingen 9 5. De polder 6. De grond daalt 3 7. De strijd tegen het water 4 8. Modern
Nadere informatieVroeger, toen hier ijs lag...
Vroeger, toen hier ijs lag... Opdrachtenboekje bij het geologisch leerpad Datum Naam Boekje Geo-pad 1 Inleiding Vroeger, toen hier ijs lag De titel van dit opdrachtenboekje is niet voor niets gekozen.
Nadere informatieWat zijn de kenmerken van het landschap en hoe is het landschap ontstaan?
Werkstuk door een scholier 1791 woorden 23 juni 2007 5.9 42 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Wat zijn de kenmerken van het landschap en hoe is het landschap ontstaan? Het Kwartair wordt gekenmerkt door
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1.1 1.2 en 4.1 4.2 Samenvatting door een scholier 1402 woorden 5 december 2017 7 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Humboldt Aardrijkskunde toetsweek 1
Nadere informatieLandschap en Bodem Noordoost Veluwe en IJssel- vallei. Toine Jongmans
Landschap en Bodem Noordoost Veluwe en IJssel- vallei Toine Jongmans Nederland : Rijn-Maas delta Nederland is aangevoerd en opgebouwd door rivieren 2,5 miljoen jaar 2,5 miljoen 10.000 jr. geleden Het Pleistoceen
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde havo 2003-I
3 Antwoordmodel Natuur en milieu Opgave 1 1 Voorbeelden van een juiste invloed zijn: Er vinden minder overstromingen plaats. De aangroei van de Nijldelta stagneert. Het regiem is (stroomafwaarts van de
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 7
Samenvatting Biologie Thema 7 Samenvatting door een scholier 1416 woorden 5 juni 2012 6,8 19 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Par. 1 De mens is afhankelijk van het milieu. De mens
Nadere informatie5.: a. Wat was daarvan het gevolg? b. Beschrijf het ontstaan van het veen in deze periode?
flr 5.: * Toets 3HV Hoofdstuk 5 Het Nederlandse Landschap paragraaf 1 Um 4 Vraag 1 TijdeÀs het Pleistoceen wisselden ijstijden en warme perioden elkaar af. De Saale ijstijd is eén belangrijke ijstijd voor
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Mens en milieu
Samenvatting Aardrijkskunde Mens en milieu Samenvatting door een scholier 3190 woorden 26 september 2003 5,1 28 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde H1: Natuurlijk milieu & de mens Het natuurlijke milieu
Nadere informatieSoms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.
Samenvatting door een scholier 1790 woorden 1 juni 2016 7,9 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 2: KLIMATEN 2.1 Klimaten Waardoor is het niet
Nadere informatieFRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE
FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE 30-3-2015 1 INTRODUCTIE Andrea Suilen Planvormer bij Wetterskip Fryslân o.a. betrokken bij; Uitvoeringsplan Veenweidevisie Waterbeheersingsprojecten veenweidegebied
Nadere informatie7,3. Samenvatting door een scholier 1753 woorden 13 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde
Samenvatting door een scholier 1753 woorden 13 januari 2006 7,3 19 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Samenvatting Aardrijkskunde Malmberg Hoofdstuk 8 Paragraaf 1: Landschap: zichtbare deel van het aardoppervlak.
Nadere informatiePraktische opdracht Aardrijkskunde Kaart analyse
Praktische opdracht Aardrijkskunde Kaart anal Praktische-opdracht door een scholier 1710 woorden 23 september 2004 4 3 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Met deze opdracht leer je omgaan met
Nadere informatieFysisch milieu. Cursus natuurgids
Fysisch milieu Cursus natuurgids 1 Inhoud 1 Beknopte initiatie in enkele abiotische processen 2 Landschapsvorming in Vlaanderen 3 Bodems 2 1 Abiotische processen 1 Abiotische processen vaststellingen Lithosfeer:vast
Nadere informatieAK samenvatting H4. Het stroomstelsel is de hoofdrivier met alle zijtakken, het bestaat uit drie delen:
AK samenvatting H4 Paragraaf 2 Het stroomstelsel is de hoofdrivier met alle zijtakken, het bestaat uit drie delen: Bovenloop (hoog in de bergen, snelle rivierstroom) Middenloop (door een dal met ingesneden
Nadere informatieDomeinbeschrijvingen entreetoets Mens en Wereld: aardrijkskunde, gekoppeld aan Geowijzer
Domeinbeschrijvingen entreetoets Mens en Wereld: aardrijkskunde, gekoppeld aan Geowijzer code Omschrijving Hoofdstuk en paragraaf Aarde en Landschappen 2 De aarde is een van de planeten die in een vaste
Nadere informatieLesbrief. aardrijkskunde DUURZAAM PRODUCEREN OPDRACHT 1 - DUURZAAMHEID
Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO DUURZAAM PRODUCEREN De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.
Nadere informatieKNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland
KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland 15 september 2012 i.s.m. Provincie Noord-Holland o.l.v. Pim Beukenkamp (KNAG) Rob Adriaens (KNAG) Eric Khodabux (Provincie Noord-Holland) Deon Slagter
Nadere informatiegrondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?
grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond Grondwater bestaat uit regenwater en oppervlaktewater dat in de bodem is weg gezakt en kwelwater dat onder druk uit lager
Nadere informatieCursus landschapsgeschiedenis. De ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van Appelscha
Cursus landschapsgeschiedenis De ontstaans- en bewoningsgeschiedenis van Appelscha Programma van de cursus 02-04 09-04 16-04 23-04 Ontstaansgeschiedenis Dorpsgeschiedenis Veldnamen Natuur 11-04 25-04 Fietsexcursie
Nadere informatieHet milieu is rechtstreeks verantwoordelijk voor onze gezondheid (zuivere lucht, zuiver water zijn nodig om te overleven.)
Samenvatting door een scholier 988 woorden 20 mei 2015 0 keer beoordeeld Vak Biologie Welke soorten verontreiniging van het milieu kennen we? Lucht verontreiniging Water verontreiniging Bodem verontreiniging
Nadere informatieWoordenschat les 8.1. Vervuilde grond?
Woordenschat les 8.1 Vervuilde grond? Afgraven en de afgraving Afgraven is de grond of aarde weghalen door te graven. De afgraving is de plaats waar de grond wordt weggenomen. Boren We boren een gat in
Nadere informatieSamenvatting Nederland ABC
Samenvatting Nederland ABC Week 1ABC: Nederland Info: Nederland Het noorden van een windroos wijst naar boven. Het zuiden wijst naar beneden. Het oosten naar rechts. Het westen naar links. Nederland ligt
Nadere informatieLeefgebieden in de duinen. Les met werkblad - biologie
Groep 5 t/m 8 Les met werkblad - biologie Doel: Leerlingen weten na de les dat leefomstandigheden op kleine stukjes van een gebied sterk kunnen verschillen. Leerlingen kunnen noemen dat er door hoogteverschillen
Nadere informatieNatte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?
Natte en Vochtige bossen Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Indeling Landschappelijke positie natte en vochtige bossen Verdroging Waar liggen de kansen? Hoe te herkennen
Nadere informatie96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN
96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN Grondboor en Hamer, jrg. 43, no. 5/6, p. 225-227, 3 fig., november 1989 AFZETTINGEN VAN RIJN EN MAAS IN LIMBURG W.M. Felder* In de loop van het Mioceen, 10 tot 7 miljoenn
Nadere informatieDollard: landschapsontwikkeling en geologie van vóór de Dollardinbraken
De Stichting Verdronken Geschiedenis organiseerde in het kader van het project Verhalen van de Eems-Dollard kust in het najaar van 2016 avonden, middagen en excursies waarop zeer uiteenlopende verhalen
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde havo 2007-II
Politiek en ruimte Opgave 1 Mogelijke toetreding van Turkije tot de EU 1 maximumscore 1 Turkije kent een hoog percentage moslims. Opmerking Het antwoord Turkije is een islamitisch land mag worden goed
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6
Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1392 woorden 15 januari 2014 5,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs AARDRIJKSKUNDE PW 4.1 T/M 4.6 H 4 1 *Reliëfkaart:
Nadere informatie