SCREENING NAAR VROEGE SIGNALEN VAN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SCREENING NAAR VROEGE SIGNALEN VAN"

Transcriptie

1 Universiteit Gent Faculteit Psychologische en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode SCREENING NAAR VROEGE SIGNALEN VAN AUTISMESPECTRUMSTOORNISSEN BIJ BABY S EN PEUTERS IN KINDERDAGVERBLIJVEN AAN DE HAND VAN DE CHECKLIST VOOR VROEGE SIGNALEN VAN ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie, optie Klinische door Vicky Van de Velde Promotor: Prof. Herbert Roeyers Begeleiding: Mieke Dereu

2 Ondergetekende, Vicky Van de Velde, geeft toelating tot het raadplegen van de scriptie door derden. Handtekening Gedaan te Ninove op 19 mei 2008

3 DANKWOORD Ik zou graag in de eerste plaats mijn thesisbegeleidster, Mieke, willen bedanken voor de grote hoeveelheid tijd en energie die ze in mij en dit werk stopte. Tevens wens ik ook de promotor, Prof. Roeyers, te bedanken voor zijn vertrouwen en de geboden kans. Mensen voor wie geen dank te veel kan zijn, zijn mijn ouders. Zij hebben mij in de loop der jaren alle kansen gegeven en ten volle gesteund in mijn keuzes. Zij hebben mij de mogelijkheden gegeven om te staan waar ik nu sta en hebben als dusdanig mee dit werk tot stand gebracht. Verder wil ik nog een aantal mensen bedanken die hier niet bij naam vermeld zijn maar toch op een of andere manier voor mij een uitlaatklep geweest zijn en mij gesteund hebben. Last but not least verdient ook de taaljury dank en respect voor het in de gaten houden van de gebruikte spelling en grammatica, consistentie,... Ken & Evy: bedankt! Bedankt! Vicky Van de Velde

4 ABSTRACT Ondanks het feit dat er reeds in de vroege kindertijd signalen van autismespectrumstoornissen kunnen gedetecteerd worden, wordt de diagnose gemiddeld pas rond de leeftijd van 6 jaar gesteld. Gezien het groeiende bewijs dat vroegtijdige interventies een positieve invloed hebben op de prognose, is het belangrijk om te streven naar het zo vroeg mogelijk detecteren van signalen van autismespectrumstoornissen, namelijk reeds bij baby s en peuters. Dit alles begint bij een screeningsinstrument met goede psychometrische eigenschappen. Deze scriptie beschrijft de validering van de Checklist voor Vroege Signalen van Ontwikkelingsstoornissen. Het is een screeningsinstrument voor autismespectrumstoornissen bij baby s en peuters. De Checklist bestaat uit 25 items en 4 taalmijlpalen. Deze 25 items zijn ingedeeld in drie leeftijdscategorieën en per leeftijdscategorie hoort men verschillende items te beantwoorden. Er werd een populatiescreening uitgevoerd bij 6000 zowel normaal ontwikkelende kinderen als kinderen met ontwikkelingsproblemen binnen een leeftijdscategorie van 3 tot 36 maanden. We werkten samen met kinderdagverblijven over heel Vlaanderen. De kinderverzorg(st)er vulde de Checklist over de kinderen in. De predictieve validiteit van de Checklist voor Vroege Signalen van Ontwikkelingsstoornissen werd nagegaan via kruistabellen en ROC-analyses. De betrouwbaarheid (interne consistentie) werd berekend via Cronbach s alpha. We kunnen concluderen dat de Checklist voor Vroege Signalen van Ontwikkelingsstoornissen een matige sensitiviteit heeft voor het detecteren van autismespectrumstoornissen. De specificiteit voor autismespectrumstoornissen is zeer hoog. Het is een betrouwbaar instrument, met een goede interne consistentie. De Checklist voor Vroege Signalen van Ontwikkelingsstoornissen is dus een veelbelovend screeningsinstrument dat in staat is kinderen met autismespectrumstoornissen te onderscheiden van normaal ontwikkelende kinderen en dit reeds in de eerste levensjaren.

5 INHOUDSTAFEL Inleiding... 1 Vroege signalen van ASS... 3 Belang van vroegdetectie... 6 Bestaande screenings- en diagnostische instrumenten voor ASS... 8 Checklist voor Vroege Signalen van Ontwikkelingsstoornissen Samenwerking met kinderdagverblijven Methode Deelnemers Materiaal Procedure Resultaten Predictieve validiteit Resultaten voor ASS: 3-36 maanden Sensitiviteit en specificiteit voor ASS Vals posititeven en vals negatieven Positief en negatief voorspellende waarden Positieve en negatieve likelihood ratio Resultaten voor ontwikkelingsvertraging Sensitiviteit en specificiteit voor ontwikkelingsvertraging Vals positieven en vals negatieven voor ontwikkelingsvertraging Positief en negatief voorspellende waarden Positieve en negatieve likelihood ratio Interne consistentie Kinderen jonger dan 12 maanden Kinderen tussen 12 en 24 maanden Kinderen ouder dan 24 maanden Discussie Referenties... 33

6 INLEIDING Een autismespectrumstoornis (ASS) is een pervasieve ontwikkelingsstoornis. De prevalentie van ASS is 6/1000 (0.6%) (Robins & Dumont-Mathieu, 2006), meer recentere bronnen spreken van een prevalentie van 0.45% (Croen, Najjar, Fireman, & Grether, 2007). ASS kan voorkomen in alle sociale klassen (Chakrabarti, Haubus, Dugmore, Orgill, & Devine, 2005). Het komt minder voor bij meisjes dan bij jongens (Croen et al., 2007) ASS zijn ernstige ontwikkelingsstoornissen die gekarakteriseerd worden door beperkingen in 3 domeinen. Als we de DSM-IV-TR (APA, 2001) volgen, moet een kind om met een autismespectrumstoornis gediagnosticeerd te kunnen worden, voldoen aan de volgende criteria: kwalitatieve beperkingen in sociaal interactief gedrag, kwalitatieve beperkingen (verbale en non-verbale) in communicatie en beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten (APA, 2001). Deze conceptualisering is gebaseerd op klinisch oordeel (Georgiades et al., 2007). ASS is een stoornis die alle ontwikkelingsdomeinen doordringt (Holzer et al. 2006) en het betreft een brede waaier van ontwikkelingskenmerken. Sommige kinderen met ASS spreken, anderen niet. Sommigen beschikken over een gemiddelde intelligentie, anderen beschikken slechts over beperkte intelligentiemogelijkheden. Bij het ouder worden, kan het voorkomen dat bepaalde kinderen met ASS grote talenten bezitten voor specifieke domeinen (Kraft, 2006). Hoe vroeger de signalen van ASS bij baby s, peuters en kleuters gedetecteerd worden, des te sneller er kan ingegrepen worden om de levenskwaliteit van de kinderen te verbeteren. Het is echter nog steeds een probleem dat de gemiddelde leeftijd waarop de diagnose van ASS gesteld wordt te hoog ligt, nl. tussen 3 ½ en 6 jaar (Holzer et al., 2006; Renty & Roeyers, 2005). Een stabiele diagnose kan gesteld worden op 24 maanden (Holzer et al., 2006). We stellen ook vast dat gedragsmarkers van ASS voor de leeftijd van 24 maanden geobserveerd kunnen worden (Bryson et al., 2006; Zwaigenbaum et al., 2006). Bij het stellen van een diagnose moet er rekening gehouden worden met het feit dat er geen biologische marker of test bestaat die de presymptomatische fase van ASS kan identificeren. Een diagnose is dus gebaseerd op de ontwikkelingsgeschiedenis van een kind en op de observatie van gedragspatronen. Een diagnose kan slechts gesteld worden wanneer symptomen manifest zijn en wanneer er voldoende bewijs is van bepaalde gedragingen. 1

7 Er zijn verschillende signalen die reeds op jonge leeftijd kunnen aangeven dat er iets niet goed verloopt met de ontwikkeling van een kind. Belangrijke signalen die kunnen wijzen op ASS bij baby s en peuters zijn: beperkte gedeelde aandacht, verstoord symbolisch spel en gebrek aan imitatie. Andere signalen kunnen zijn: de baby heeft weinig belangstelling voor het menselijke gezicht, oogcontact is moeilijk voor hen (Bryson et al., 2006; Zwaigenbaum et al., 2006). Gedeelde aandacht verwijst naar de mogelijkheid om aandacht te coördineren tussen een persoon en een object met als doel dingen te delen (Gulsrud, Kasari, Freeman, & Paparella, 2007). Kinderen kunnen reageren op gedeelde aandacht, de blik van de volwassene volgen (o.a. protodeclaratief wijzen) of kinderen kunnen gedeelde aandacht initiëren: gebruik maken van gebaren om te wijzen of dingen te tonen. Gedeelde aandacht ontstaat in de normale ontwikkeling in het eerste levensjaar. Hetzelfde geldt voor aanreiken van voorwerpen en het delen van speelgoed met anderen (Gallup, 1998). Op latere leeftijd is er bij kinderen met ASS volgens Bailey (1996) sprake van mindblindness. Dit houdt in dat ze de gedachten van anderen niet kunnen lezen. Het houdt een beschadiging in van de mogelijkheid om mentale statussen, zoals intenties of gedachten van anderen, te begrijpen. Men noemt dit ook Theory of mind. Het heeft een grote impact op het begrijpen van vele facetten van sociaal gedrag en van pragmatische en figuurlijke aspecten van taal. Veel kinderen bereiken het niveau van de Theory of mind dat normale vierjarigen halen niet. Het is essentieel bij het begrijpen en voorspellen van het gedrag van anderen (Colle, Baron-Cohen & Hill, 2006; Loth, Gómez, & Happé, 2008; Smith, Mirenda, & Zaidman-Zait, 2007). Een volgende belangrijk kenmerk dat kan duiden op ASS is het ontbreken van symbolisch spel. Symbolisch spel betekent het representationeel gebruiken van objecten doen alsof een object iets anders voorstelt. In de normale ontwikkeling verschijnt dit rond het tweede levensjaar (Kasari et al., 2006). Kinderen met een autismespectrumstoornis hebben weinig fantasie (Wing, 2000). Een derde belangrijk kenmerk is dat kinderen met ASS weinig imitatiegedrag vertonen. Imitatie alsook Theory of mind worden beiden beschouwd als basale constructen om representaties van het zelf en van anderen te vormen en coördineren. Kinderen met ASS zouden eerder functionele acties imiteren dan emotionele acties (Sigman, Dijamco, Gratier, & Rozga, 2004). 2

8 De diagnose ASS wordt vaak te laat gesteld, terwijl we weten dat er reeds een aantal vroege signalen van ASS kunnen geobserveerd worden bij heel jonge kinderen. Hieruit blijkt dat screening een grote rol speelt. Screening zou zo universeel mogelijk moeten zijn, er is dan ook nood aan een snel en efficiënt instrument (Eaves et al., 2006) voor vroege detectie en diagnose van ASS en evidence based interventies (Chakrabarti et al., 2005). Maar hoe dan ook is er een gebrek aan gestandaardiseerde instrumenten in het screenen van ontwikkelingsstoornissen (Mawle & Griffiths, 2006). We gaan uit van de benadering dat de ontwikkeling van een kind voortdurend opgevolgd moet worden. Daarom is er nood aan screeningsinstrumenten op verschillende ontwikkelingsniveaus. Onderzoek (Charman et al., 2005) wees immers uit dat de symptomen van ASS variëren over tijd en per domein. Meetinstrumenten zouden ook bruikbaar moeten zijn voor mensen die de ontwikkeling van kinderen kennen, maar die niet noodzakelijk expert zijn in ASS (Eaves et al., 2006). ASS kan niet genezen worden dus screening is cruciaal voor een diagnose op jonge leeftijd zodat opstarten van de gepaste interventie mogelijk wordt (Chakrabarti et al., 2005; Kraft, 2006; Swinkels et al., 2006; Zwaigenbaum et al., 2006). Vroege signalen van ASS Uit het bovenstaande weten we dat screenen zeer belangrijk is. Uit de literatuur blijkt dat er relevante signalen zijn die zeer vroeg gedetecteerd kunnen worden. Retrospectieve analyses van video s opgenomen door ouders van kinderen die op latere leeftijd gediagnosticeerd werden met ASS tonen aan dat er vroege signalen van de stoornis reeds in het eerste levensjaar aanwezig zijn (Baranek, 1999). Ouders merkten reeds op jonge leeftijd bij hun kinderen een extreem temperament op, gaande van passiviteit tot erg geïrriteerd zijn (Gillberg et al., 1990), weinig oogcontact maken, niet steeds reageren op de stem van de ouders of op de pogingen die ouders ondernemen om te spelen en met hun kind te interageren. Symptomen zoals vertraging in het spreken en stereotiep gedrag verschijnen eerder in het tweede levensjaar, maar deze zijn niet de eerste manifestaties van ASS (Rogers & DiLalla, 1990). 3

9 Uit homevideo s blijkt dat kinderen met ASS gedurende het eerste levensjaar kunnen onderscheiden worden van normaal ontwikkelende kinderen door de aanwezigheid van minder sociale interacties, afwezigheid van sociale glimlach, gebrek aan gezichtsexpressie, niet of nauwelijks reageren op hun naam, gebrek aan wijzen/tonen, verminderde oriëntering op gezichten, gebrek aan spontane imitatie, abnormale spiertonus en bewegingspatronen (passief en ongeorganiseerd) (Adrien et al., 1992). Jonge kinderen met ASS vertonen meer negatieve symptomen, waaronder ook een verminderd sociaal-communicatief gedrag, dan positieve symptomen (meer ongewoon gedrag). Oudere kinderen hebben zowel negatieve symptomen (spraak die verstoord is, geen interesse in interacties met leeftijdsgenoten, een verminderde sociale of emotionele wederkerigheid), als positieve symptomen (stereotiep taalgebruik, vasthouden aan routines, vasthouden aan steeds dezelfde interesses) (Rogers, 2001). Zowel prospectief als retrospectief onderzoek tonen aan dat stoornissen in het sociaalcommunicatieve domein een aanduiding kunnen zijn van een risico op ASS, dit suggereert dat het meten van dit domein cruciaal is voor vroege identificatie van ASS. Vroege signalen van ASS op sociaal-communicatief vlak zijn: gedeelde aandacht, symbolisch spel, reactie op stemmen, reactie op naam, afkeer van sociale aanrakingen, weinig sociale communicatie en imitatie (Baranek, 1999; Baron-Cohen et al., 2000; Bono, Daley, & Sigman, 2004; Lord, 1995; Wetherby et al., 2004; Zwaigenbaum et al., 2005). Ander onderzoek concludeerde eveneens dat sociaal-communicatieve beperkingen en beperkingen in symbolisch spel zeer indicatief zijn voor ASS. Als we dit van naderbij bekijken, zien we inderdaad dat kinderen met ASS zwakke socialisatievaardigheden hebben: er is weinig gedeelde aandacht, weinig imitatievaardigheden en empathie, ze wijzen weinig om hun interesse uit te drukken, ze vertonen slechts een beperkte interesse in andere kinderen en vertonen weinig gezichtsexpressie. Kinderen met ASS zijn zwak in bepaalde specifieke aspecten van sociale interactie: plezier delen, wijzen om interesse aan te duiden, aanbieden om iets te delen met iemand, oogcontact, peerrelaties, en de algemene kwaliteit van toenadering zoeken, sociale vaardigheden. Kinderen met ASS hebben een zwak symbolisch spel en reageren niet (niet steeds) op hun naam, wijzen weinig om iets te vragen en ze hebben het moeilijk om een punt te volgen. De meest markante bevinding uit dit alles is het feit dat kinderen tussen 9 en 18 maanden niet steeds reageren op hun naam (Charman et al., 2005; Kasari et al., 2006; Mitchell et al., 2006; Noterdaeme et al., 2000; Trillingsgaard, Sorensen, Nemec, & Jorgensen, 2005; Yirmiya et al., 2006). 4

10 Een volgend domein waarop we beperkingen kunnen vaststellen betreft de spraak- en taalontwikkeling (Zwaigenbaum et al., 2005). Er is sprake van taalvertraging bij kinderen met ASS. Bij de meeste ASS is de receptieve en expressieve taal verstoord. Het gebruik van gebaren in de vroege ontwikkeling is sterk geassocieerd met zowel taalbegrip als expressie van taal. Deze vroege vaardigheid is gestoord bij kinderen met ASS. Dit wordt bevestigd door Mitchell et al. (2006): op de leeftijd van 12 maanden zien zij dat kinderen die later gediagnosticeerd worden met ASS minder gebaren gebruiken (wijzen). Volgens Lord, Rutter, & Le Couteur (1994) gaat het vooral om een verminderd gebruik van conventionele gebaren, zoals knikken en met het hoofd schudden. Vaak gaan ook zeer complexe vocalisaties vooraf aan expressieve en receptieve taal, alsook een rudimentair taalbegrip. Kinderen met ASS van 6 maanden zullen minder vocaliseren dan andere kinderen. Analyses van video s die ouders opnamen van hun kinderen tonen aan dat kinderen met ASS op éénjarige leeftijd minder brabbelen (Mitchell et al., 2006; Zwaigenbaum et al., 2005). Wanneer ze op latere leeftijd kunnen spreken, vertonen veel kinderen met ASS meer echolalie (Noterdaeme et al., 2000). Dit is het ongepast herhalen van de spraak van andere personen (Ghanizadeh, 2008). Ze gebruiken ook meer stereotiepe zinnen (Noterdaeme et al., 2000). We stellen vast dat ze minder de neiging hebben verbale communicatie te initiëren of erop te antwoorden. Ze zijn communicatief zwak (Trillingsgaard et al., 2005). Wat taalbegrip betreft, zien we dat kinderen die later gediagnosticeerd werden met ASS minder zinnen begrijpen (op 24 maanden) dan normaal ontwikkelende kinderen (Mitchell et al., 2006; Zwaigenbaum et al., 2005). Deze vroege signalen kunnen gedetecteerd worden aan de hand van screening. De vroege verwerving van communicatieve vaardigheden beïnvloeden immers latere verbale en sociale capaciteiten. Dit benadrukt nogmaals het belang van vroege interventie om de ontwikkeling van deze vroege signalen te verbeteren (Holzer et al., 2006). Gebrek aan verbaal begrip van taal kan wijzen op meer fundamentele tekorten in sociale oriëntering en kan gezien worden als een vroege indicator van ASS (Mitchell et al., 2006). Er werden significante associaties gevonden tussen gedeelde aandacht en taalvaardigheden op latere leeftijd (Kasari et al., 2006). Ernstige tekorten in gedeelde aandacht worden gelinkt aan latere moeilijkheden met Theory of mind (Yirmiya et al., 2006). Deze tekorten in gedeelde aandacht voorspellen taal, sociale vaardigheden en cognitie op latere leeftijd (Yirmiya et al., 2006). Er werden ook associaties gevonden tussen symbolisch spel en sociale vaardigheden (Charman et al., 2005). 5

11 Zwaigenbaum et al. (2005) gebruiken een eigen manier om symptomen in te delen, waaruit nogmaals bevestigd wordt dat problemen reeds gedetecteerd kunnen worden op de leeftijd van twaalf maanden. Volgens hen vertonen kinderen met ASS op 12 maanden symptomen die kunnen ingedeeld worden in vier groepen (1) specifieke gedragsmarkers, waaronder atypisch oogcontact, visueel volgen, oriëntatie op naam, imitatie, sociale glimlach, sociale interesse en affect en sensorisch gedrag; (2) ze hebben meer tijd nodig om los te komen van visuele aandacht; het is moeilijk voor hen om hun aandacht los te maken van één ding en te richten op iets anders; (3) ze hebben een karakteristiek patroon in hun vroege temperament met een opmerkbare passiviteit en gedaald niveau in activiteit op 6 maanden, gevolgd door een extreme distress reactie, ze hebben de neiging om specifieke objecten in de omgeving te gaan fixeren en er is een gedaalde expressie van positieve gevoelens. Men stelde vroege abnormaliteiten vast in aandacht, gedragsreactiviteit, emotieregulatie en activiteitsniveau. Dit zou kunnen leiden tot problemen in de sociaal-communicatieve competenties; (4) vertraagde expressieve en receptieve taal. Zwaigenbaum et al. (2006) stelden eveneens vast dat risico gedragsmarkers ASS bij kinderen op 12 maanden beter kunnen onderscheiden dan op 6 maanden. Aangezien de symptomen van jonge kinderen (peuters, kleuters) met ASS licht verschillen van de symptomen van oudere kinderen met ASS, vond Stone et al. (1999) dat bepaalde DSM-IV-TR-criteria (APA, 2001) niet toe te passen zijn op baby s, peuters en kleuters met ASS. Daartoe behoren: er niet in slagen om peerrelaties te ontwikkelen, verstoorde conversatiemogelijkheden, stereotiep en repetitief taalgebruik en op een nietflexibele manier vasthouden aan gewoontes. Om deze reden ervaren bepaalde clinici moeilijkheden om volgens de diagnostische criteria van de DSM-IV-TR (APA, 2001) een diagnose te stellen bij jonge kinderen. (Ventola et al., 2006). Belang van vroegdetectie Het doel van screening is om kinderen die een risico lopen op het ontwikkelen van ASS zo snel mogelijk te identificeren zodat ze kunnen doorverwezen worden voor een volledig diagnostisch onderzoek (Swinkels, et al. 2006). Het niet detecteren van ASS voor de leeftijd van 3 jaar is erg nadelig voor de verdere ontwikkeling van het kind. Het beperkt de behandelingsmogelijkheden net op het moment dat de hersenen een grote ontwikkeling doormaken (Kraft, 2006), daarom moet het zo vroeg mogelijk gedetecteerd worden en een interventie opgestart worden. 6

12 Kinderen met ASS halen veel voordelen uit een vroege start van gedragsinterventies (Bryson, et al. 2006; Chakrabarti et al. 2005). Het werd duidelijk door onderzoek dat kinderen die interventies ontvingen op driejarige leeftijd vooruitgang boekten op vele domeinen in hun ontwikkeling (Harris & Handleman, 2000). Kinderen met ASS die taal en symbolisch spel ontwikkelen voor de leeftijd van 5 jaar, hebben meer kans om in het reguliere onderwijs terecht te komen en vertonen een uitgesproken verbetering op vlak van communicatie, ontwikkelingsvaardigheden en taal (Lord, 1995) in vergelijking met kinderen die non-verbaal zijn op de leeftijd van 5 jaar. Verder kan men stellen dat vroege interventie de ernst van ASS-geassocieerde beperkingen vermindert (d.i. gestoorde communicatie en sociale vaardigheden). De behandeling van ASS is effectiever als ze kan worden opgestart voor de leeftijd van 4 jaar (Mawle & Griffiths, 2005). Dit suggereert op zijn beurt dat er een gunstigere prognose is als men kinderen zeer vroeg kan screenen, nl. voor ze naar de kleuterschool gaan. Vroegdetectie van de signalen van ASS is nog om andere redenen heel belangrijk. Ten eerste willen ouders zo snel mogelijk op de hoogte gebracht worden als er vermoedens zijn van eventuele problemen met de ontwikkeling van hun kind. Vroegdetectie laat een interventie toe naar het kind, maar ook naar de ouders, het gezin. Ouders worden op de hoogte gebracht van de problemen die hun kind heeft en leren ermee om te gaan. Er kunnen samen met de ouders plannen gemaakt worden voor een interventie. Het geeft hen de kans om hun toekomst te plannen (Bryson et al., 2006). Dit is toch niet onbelangrijk bij een stoornis zoals ASS, waar erfelijkheid een rol speelt en waar broers en zussen van een kind met ASS meer risico lopen om ASS of een breed fenotype van ASS te ontwikkelen. Nurit Yirmiya, et al. (2006) schat dat 25% van de broers/zussen van mensen met ASS dit breed fenotype van sociale en cognitieve abnormaliteiten vertonen in een subtiele vorm. Ten tweede maakt vroegdetectie het mogelijk om de kennis van het verloop van de klinische karakteristieken van ASS te vergroten en om de omgeving, gedrag, cognitieve en biologische factoren die dit verloop beïnvloeden te bestuderen (Swinkels, et al., 2006). Ten derde is screening heel belangrijk voor het verkleinen van de kloof tussen de tijd waarin er bezorgdheid geuit wordt over de ontwikkeling van het kind en het uiteindelijk krijgen van een diagnose. Er verloopt tijd tussen het uiten van bezorgdheid rond de ontwikkeling van een kind en het stellen van een diagnose (Dietz, Winkels, van Daalen,van Engeland, & Buitelaar, 2006; Zwaigenbaum et al., 2006). Screening kan dit proces vervroegen en dus leiden tot het vroeger stellen van een diagnose en gunstigere resultaten op lange termijn (Charman et al., 2005). 7

13 Zoals reeds vermeld, wordt de diagnose van ASS nog steeds op te hoge leeftijd gesteld. Holzer et al. (2006) vermelden dat ouders een eerste bezorgdheid uiten over de ontwikkeling van hun kind als het tussen 15 en 22 maanden oud is. Daarna duurt het nog tot het kind gemiddeld 6 jaar is vooraleer het een gespecialiseerde assessment krijgt. Dus de eerste bezorgdheid van ouders naar de arts toe houdt niet steeds een doorverwijzing in of leidt niet automatisch tot een vroege diagnose (Holzer et al., 2006). Volgens Mawle en Griffiths (2006) wordt de diagnose ASS in 53% van de gevallen gesteld als de kinderen reeds 5 jaar zijn. Een verhoogde bewustwording is dus van het grootste belang voor het dalen van de leeftijd van doorverwijzing naar een specialist die eventueel een diagnose kan stellen (Robins & Dumont-Mathieu, 2006). Er kan gescreend worden of een diagnose gesteld worden via specifieke instrumenten. Bestaande screenings- en diagnostische instrumenten voor ASS Er bestaan reeds enkele screenings- en diagnostische instrumenten voor ASS. Het doel van een screeningsinstrument is kinderen die een risico lopen op ASS zo snel mogelijk te identificeren zodat ze kunnen doorverwezen worden voor een volledig diagnostisch onderzoek (Swinkels et al., 2006). Het doel van een diagnostisch onderzoek is het al dan niet stellen van de diagnose ASS. Er bestaan verschillende niveaus van screening, het verschil zit in de steekproef die gebruikt wordt. Screenen op primair niveau houdt in dat er gescreend wordt in de algemene populatie van kinderen, dus zowel bij risicogroepen als groepen die geen risico hebben op het ontwikkelen van een stoornis (Williams & Brayne, 2006). Er zijn slechts weinig screeningsinstrumenten voor ASS die screenen op primair niveau. De CHAT (CHAT; Baron- Cohen et al., 2000), FYI (FYI; Reznik, Baranek, Reavis, Watson, & Crais, 2007) en ESAT (ESAT; Dietz et al., 2006) deden een populatiescreening van jonge kinderen met ASS. Veel screeningsinstrumenten screenen eerder op secundair niveau. Screenen op secundair niveau houdt in dat er gescreend wordt in een populatie van kinderen die reeds geïdentificeerd zijn als risicokinderen voor een ontwikkelingsstoornis (Eaves et al., 2006; Williams & Brayne, 2006). In dit geval wordt er reeds gewerkt met risicogroepen en dat beïnvloedt de psychometrische eigenschappen van de screeners. Screenen op tertiair niveau bevat interventies wanneer de stoornis manifest is, met de bedoeling de beperkingen op lange termijn te beperken of minimaliseren (Williams & Brayne, 2006). 8

14 Belangrijkste screeningsinstrumenten in de jaren waren Behavior Rating Instrument for Autistic and Atypical Children, Handicap, Behavior and Skills schedule, The Behavior Observation Scale (Freeman, Ritvo, Guthrie, Schroth, & Ball, 1978; Ruttenberg, Dratman, Frakner, & Wenar, 1966; Wing & Gould, 1978 in Chakrabarti et al., 2005) en The Autism Behavior Checklist (Krug, Arick, & Almond, 1980). De recentere screeningsinstrumten die men gebruikt bij zeer jonge kinderen zijn: Checklist for Autism in Toddlers (CHAT; Baron-Cohen et al., 2000) Pervasive Developmental Disorder Screening Test (PDDST; Siegel, 2004), Screening Tool for Autism in Two-year-olds (STAT; Stone, Coonrod, & Ousley, 2000) en de Modified CHAT (M-CHAT; Robins, Fein, Barton, & Green, 2001), The Early Screening for Autistic Traits Questionnaire (ESAT; Dietz et al., 2006).; The Social Communication Questionnaire (SCQ; Rutter, Bailey, & Lord, 2003) en The First Year Inventory (FYI; Reznik et al., 2007). De CHAT is van deze instrumenten het meest onderzochte en gevalideerde instrument om te werken met jonge kinderen (Chakrabarti et al., 2005). Het is een screeningsinstrument voor autisme voor kinderen vanaf 18 maanden en bestaat enerzijds uit een vragenlijst voor de ouders en anderzijds uit een observatie (Baron-Cohen et al., 2000). Het is een bruikbaar instrument, maar het mist veel kinderen (Chakrabarti et al., 2005). De CHAT detecteert vaak minder ernstige vormen van ASS niet (Chakrabarti et al., 2005; Robins & Dumont-Mathieu, 2006). De M-CHAT is een gemodificeerde versie van de CHAT. Men behield daarin de oudervragenlijst. Men voegde er items aan toe, maar men liet het observatiegedeelte weg (Baron-Cohen et al., 2000). In de M-CHAT focust men zich eerder op kinderen van 24 maanden dan op kinderen van 18 maanden. De M-CHAT kan zeer goed het onderscheid maken tussen kinderen die ASS hebben zij die geen ASS hebben. Het instrument identificeert kinderen met ASS dus erg goed (Robins et al., 2001). Robins & Dumont-Mathieu (2006) merken echter op dat de psychometrische eigenschappen goed zijn, maar dat er sprake is van een overschatting. De M-CHAT identificeert veel kinderen die ASS zouden hebben, terwijl dit vaak niet het geval is. De PDDST wordt gebruikt bij kinderen tussen 0 en 3 jaar (Williams & Brayne, 2006) onder de vorm van een oudervragenlijst, het is verkrijgbaar in 3 niveaus en kan gebruikt worden voor verschillende screeningsniveaus. De PDDST detecteert kinderen die ASS hebben zeer goed, maar het is niet steeds accuraat in het negatief screenen van kinderen die geen ASS hebben (Watson, Baranek, & Di Lavore, 2003). 9

15 De STAT (Stone, Coonrod, & Ousley, 2000) is een observationeel instrument, het wordt gebruikt voor secundaire screening bij kinderen die zijn doorverwezen met ontwikkelingsproblemen. Het instrument wordt afgenomen door een getrainde observator bij kinderen tussen 2 en 3 jaar oud in een semi-gestructureerde spelomgeving. Het onderscheidt kinderen met autisme van kinderen met andere ontwikkelingsstoornissen. De psychometrische eigenschappen zijn gemiddeld (Williams & Brayne, 2006). ESAT is een screeningsinstrument voor kinderen van maanden oud. Als kinderen drie of meer van de veertien punten op de ESAT scoren, lopen ze een hoog risico op het ontwikkelen van autisme. De psychometrische eigenschappen zijn maximaal (Dietz et al., 2006; Swinkels et al. 2006). De SCQ is een korte oudervragenlijst voor verzorgers of individuen die beschikbaar is in 2 vormen (Rutter et al., 2003). Het is bruikbaar bij kinderen van 4-5 jaar. Onderzoekers constateerden dat de SCQ goede psychometrische eigenschappen heeft, maar het detecteert niet steeds alle kinderen met ASS (Eaves et al., 2006). De First Year Inventory (FYI) is een oudervragenlijst die ontworpen is om gedrag van 12 maanden oude kinderen die een risico vormen voor het krijgen van een diagnose van ASS te beoordelen (Reznik et al., 2007). De AOSI (Autism Observation Scale for Infants) is een instrument dat ontwikkeld is om gedragsmanifestaties van ASS in het eerste levensjaar te beoordelen. Het bestaat uit een gestandaardiseerde procedure. Kinderen worden op verschillende tijdstippen, om de zes maanden, beoordeeld via observatie om vroege signalen van ASS op te sporen. Men vond 16 specifieke risicomarkers voor ASS. Vervolgens ontwikkelde men een gestandaardiseerde procedure voor het detecteren van elk van deze markers binnen een korte observationele beoordeling. Men beoordeelt cognitie, vroege gebaren, taal en temperament. De psychometrische eigenschappen zijn zeer goed (Bryson, Zwaigenbaum, McDermott, Rombough, & Brian, 2008). De eerste aanzet tot het opstellen van een diagnostisch instrument was The Rimland Diagnostic Form for Behavior Disturbed Children (Rimland, 1968 in Chakrabarti et al., 2005). De nieuwere diagnostische instrumenten die overeenstemmen met de ICD-10 (WHO, 1992) en de DSM-IV-TR (APA, 2001) diagnostische criteria van autisme en ASS, zijn de meest belangrijke instrumenten: The Autism Diagnostic Interview-Revised (Lord et al., 1994), Autism Diagnostic Observation Schedule-Generic (Lord et al., 2000) en The Diagnostic Interview for Social and Communication Disorders (Wing, Leekam, Libby, 10

16 Gould, & Larcombe, 2002) en The Childhood Autism Rating Scale (Schopler, Reichler, & Renner, 1985). Om de waarde van een screener na te gaan, kan er via verschillende methoden gewerkt worden. Niet alle screeners werken via een populatiescreening. De waarde van een screener wordt vaak retrospectief nagegaan, men vraagt aan ouders waarvan de kinderen de diagnose ASS hebben om te rapporteren hoe hun kind was in de kindertijd. In verband met retrospectief onderzoek (rapportage door ouders of analyses van home video s) stelt men vast dat er vaak een gebrek is aan een controlegroep van kinderen die niet gediagnosticeerd zijn met ASS. De ouders van deze kinderen werd niet gevraagd naar gelijkaardige bezorgdheden rond de ontwikkeling die men wel nagevraagd heeft bij de experimentele groep, nl. kinderen met ASS (Zwaigenbaum et al., 2005). Ouders zijn geneigd om compensatorische strategieën te gebruiken om goed (gewenst) gedrag bij hun kind uit te lokken en dat kan de beschrijving van het gedrag van hun kinderen beïnvloeden (Zwaigenbaum et al., 2006). Vaak zijn er geheugendistorties, vooral wanneer men ouders vraagt naar gedrag dat vele jaren terug aanwezig was bij hun kind. Het reeds gediagnosticeerd zijn van hun kind met ASS, kan een bias zijn voor de rapportage, want ouders kunnen gedrag vermelden dat consistent is met de diagnose (Zwaigenbaum et al., 2006). Rapportage door ouders is eerder onbetrouwbaar (Eaves et al., 2006), ze zijn onderhevig aan een herinneringsbias (Zwaigenbaum et al., 2006) waardoor ze niet steeds accuraat zijn. Dus er moet opgelet worden bij screeners waarvan de validiteit retrospectief nagegaan wordt om bovenstaande redenen. Checklist voor Vroege Signalen van Ontwikkelingsstoornissen Wij stellen de Checklist voor Vroege Signalen van Ontwikkelingsstoornissen (Dereu, Meirsschaut, & Roeyers, 2006) voor. Deze checklist detecteert vroege signalen van ontwikkelingsstoornissen bij kinderen tussen 3 en 36 maanden in kinderdagverblijven. De Signaallijst screent op primair niveau. Deze Signaallijst voor Ontwikkelingsstoornissen (Dereu et al., 2006) wordt verspreid in de kinderdagverblijven over heel Vlaanderen. Bij jonge, non-verbale kinderen met ASS is het belangrijker om eerder assessment te doen van het vroeg sociaal-communicatief gedrag dan te betrouwen op de metingen van IQ en formele taalkennis op die leeftijd (Charman et al., 2005). Dit non-verbale (o.a. imitatie, joint attention en symbolisch spel) aangevuld met andere signalen die wijzen op ASS, vinden we terug in de Checklist voor Vroege Signalen van Ontwikkelingsstoornissen (Dereu et al., 2006) 11

17 Samenwerking met kinderdagverblijven Vroege signalen kunnen zeer subtiel aanwezig zijn en de observaties van ouders van deze subtiele social-communicatieve vaardigheden die jonge kinderen met ASS karakteriseren is beperkt in vergelijking met beoordelingen door getrainde clinici (Zwaigenbaum et al., 2006). Daarom kiezen we voor het invullen van de Signaallijst (Dereu et al., 2006) om te werken met kinderdagverblijven. Er is een samenwerking tussen een team van professionelen. Verzorgsters van kinderdagverblijven beschikken over een goede kennis van de normale ontwikkeling en zijn in staat om problemen in de vroege ontwikkeling te detecteren (Baghdadli et al., 2006). Zij kunnen de kinderen dagelijks observeren, ook in interactie met leeftijdsgenoten. Als we werken via hen is het dus ook niet nodig om ouders nodeloos ongerust te maken en ze zelf deze screener te laten invullen. Er wordt ook gewerkt met de universiteit Gent. Na deze stappen, wanneer er toch enige aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van ASS worden de ouders gecontacteerd. We kiezen er niet voor om te werken via de arts, zoals dat bijvoorbeeld bij de CHAT (Baron-Cohen et al., 2000) gebeurd of via ouders zoals bij de M-CHAT (Robins, Fein, Barton, & Green, 2001). De arts ziet het kind slecht korte tijd. Het gaat dan eerder over een momentopname en dat maakt het minder betrouwbaar om een oordeel op te baseren. Onderzoek toonde aan dat slechts 50% van de artsen formele screeningsinstrumenten gebruikten om de ontwikkeling van kinderen van twee jaar te bekijken wanneer deze kinderen bij hen op consultatie komen. Tweederde gaf aan dat ze geen tijd hadden om de kinderen te screenen (Dosreis & Weiner, 2006). In de M-CHAT (Robins, Fein, Barton, & Green, 2001) wordt er met een oudervragenlijst gewerkt. Het nadeel hiervan is dat ouders meestal de normale ontwikkeling niet zo goed kennen. Daarom kiezen we voor verzorgsters uit kinderdagverblijven om de Signaallijst (Dereu et al., 2006) in te vullen. Chakrabarti et al. (2005) ontwikkelden een model van vroege detectie en diagnose van ASS bij jonge kinderen. Volgens dit model blijkt dat ASS vroeger gedetecteerd en gediagnosticeerd wordt als er een samenwerking is tussen ouders, multidisciplinair team en arts. Er werden controleartsen en een multidisciplinair team ingezet, met ervaring in assessment van ontwikkelingsproblemen bij jonge kinderen en meer specifiek in ASS (Chakrabarti et al. 12

18 2005). Deze soort aanpak willen we ook realiseren met de Signaallijst (Dereu et al., 2006). In eerste instantie wordt het gedrag van de kinderen beoordeeld door de verzorgsters van het kinderdagverblijf. Zijn er reden tot bezorgdheid dan kan het kind verder onderzocht en begeleid worden door een multidisciplinair team in samenwerking met de ouders. Met deze scriptie zouden we graag een steentje bijdragen aan het valideren van het screeningsinstrument Checklist voor Vroege Signalen van Ontwikkelingsstoornissen (Dereu et al., 2006). Screeningsinstrumenten moeten een goede specificiteit en sensitiveit hebben, waarmee we een waarde van 80% bedoelen. De specificiteit van een test is een maat voor de frequentie waarmee een negatief resultaat wordt gevonden (dat wil zeggen, de testuitkomst is dat datgene waarop getest wordt afwezig is) indien de conditie (bijvoorbeeld een ziektebeeld) ook werkelijk afwezig is. Op analoge wijze geeft de sensitiviteit van een test de frequentie aan waarmee voor die test een positief resultaat wordt gevonden als de conditie ook werkelijk aanwezig is. De sensitiviteit en de specificiteit worden beide uitgedrukt als fractie, of in procenten, bijvoorbeeld 0,90 of 90%. Vals-positief slaat op een positief resultaat van een test, terwijl de conditie afwezig is. Indien er veel vals-positieve resultaten zijn, betekent dit dat de test niet erg specifiek is en dus een lage specificiteit heeft. De test is met andere woorden onterecht positief. Vals-negatief slaat op een negatief resultaat van een test, terwijl de conditie wel aanwezig is. Indien er veel vals-negatieve resultaten zijn, betekent dit dat de test niet erg gevoelig is en dus een lage sensitiviteit heeft. De test is met andere woorden onterecht negatief. Predictieve validiteit is een vorm van validiteit van een test of een meting is de mate waarin de test of de meting aan zijn doel beantwoordt. Het begrip heeft betrekking op de vraag in hoeverre de test of meting voorspellende waarde heeft. Voorspellen gaat bij predictieve validiteit dus niet alleen over toekomstige zaken (predictie), maar ook over verschijnselen in het heden of zelfs het verleden. Voorspellende (predictieve) waarde: De voorspellende waarde van een positieve test is de kans dat een persoon met een positieve test de ziekte heeft of zal ontwikkelen. De voorspellende waarde van een negatieve test is de kans dat een persoon met een negatieve test de ziekte niet heeft of niet zal ontwikkelen. Het gaat over de accuraatheid van identificeren van kinderen met ASS die een risico hebben op het ontwikkelen van ASS (Howell, 1992; Sax, 1997; Scambler, Hepburn, & Rogers, 2006). 13

19 Een likelihood ratio (LR) oftewel aannemelijkheidsverhouding is de verhouding tussen de proportie van mensen die aan de door de test onderzochte ziekte lijden en een bepaalde testuitslag hebben en de proportie van de mensen die niet aan de door de test onderzochte ziekte lijden en dezelfde testuitslag hebben (Howell, 1992). Met deze scriptie pogen we de predictieve validiteit te onderzoeken. Dit komt overeen met het onderzoeken van: de sensitiviteit, de specificiteit, de positief en negatief voorspellende waarde, de positieve en negatieve likelihood ratio. We zouden ook graag de interne consistentie bestuderen. De interne consistentie van een toets geeft aan in welke mate de vragen van die toetsen onderling samenhangen in statistische zin. De bedoeling is na te gaan wat de overeenkomst is tussen elk item met de totaalscore. We gaan na of de items hetzelfde meten (Sax, 1997). 14

20 METHODE Deelnemers De steekproef bestaat uit 6000 kinderen tussen 3 maanden en 36 maanden uit kinderdagverblijven over heel Vlaanderen. De gemiddelde leeftijd bedraagt 17 maanden (M= 17.21, SD= 8.28). Het jongste kind is 2 maand, het oudste kind is 52 maanden. Tabel 1: Verdeling leeftijd in maanden N Minimum Maximum Gemiddelde Std. Afwijking Leeftijd in maanden ,37 52,43 17,2135 8,28849 Er zijn drie leeftijdscategorieën: de eerste leeftijdscategorie is voor kinderen jonger dan 12 maanden (N=2092), de tweede leeftijdcategorie loopt van 12 maanden tot 24 maanden (N= 2358 kinderen). In de laatste categorie worden de kinderen tussen 24 en 36 maanden opgenomen (N= 1550). We stellen vast dat binnen deze steekproef van 6000 kinderen er 3136 jongens zijn en 2864 meisjes. Er is een significant verschil (X2(1)= ; p<.05). Er zijn significant meer jongens dan meisjes. Tabel 2: Verdeling geslacht N jongen 3136 meisje 2864 Total 6000 Tabel 3: X 2 geslacht geslacht Chi-Kwadraat 12,331 Vrijheidsgraden 1 Asymp. Sig.,000 Het zijn zowel normaal ontwikkelende kinderen als kinderen met ontwikkelingsproblemen. In onderstaande tabel (4) worden de vastgestelde diagnoses vermeld. Bij 13 kinderen is er een klinische diagnose ASS gesteld. Bij 14 kinderen is er een werkdiagnose ASS gesteld. Bij 40 kinderen is er een ontwikkelingsvertraging aanwezig. Op het totaal van 6000 kinderen is er bij 5933 geen ASS gedetecteerd. 15

21 De hier vermeldde diagnoses worden gesteld door ervaren clinici, gebruik makend van de DSM-IV-TR (APA, 2001) of ICD-10 (WHO, 1992) criteria om een diagnose te stellen en dit in samenwerking met een multidisciplinair team. We hebben niet van alle kinderen een klinische diagnose van ASS. Daarom baseren we ons op een uitgebreid onderzoek met de ADOS. Tabel 4: Overzicht diagnoses Diagnose Frequentie Percentage (%) geen ASS ,9 ontwikkelingsvertraging 40,7 werkdiagnose ASS 14,2 Klin. diagnose ASS 13,2 Totaal ,0 Materiaal De Signaallijst: Checklist voor Vroege Signalen van Ontwikkelingsstoornissen (Dereu et al., 2006). De vragenlijst bestaat uit 29 items die gerangschikt zijn volgens leeftijd. Er zijn drie leeftijdscategorieën te onderscheiden, nl. van 3 tot 12 maanden, van 12 tot 24 maanden en van 24 tot 36 maanden. In de eerste categorie zijn er 12 items opgenomen, in de tweede leeftijdscategorie 23 en in de laatste categorie dienen 25 uitspraken beantwoord te worden. Deze uitspraken zijn leeftijdspecifiek. Niet alle items zijn van toepassing op zeer jonge kinderen. Voor kinderen die ouder zijn dan 24 maanden worden alle items beantwoord. Er zijn telkens slechts twee antwoordmogelijkheden, de uitspraken kunnen van toepassing zijn op een kind of niet. Indien ze kwalitatief verschillend is van de norm, wordt de uitspraak aangestipt. Items 26 tot en met 29 gaan de taalontwikkeling van het kind tussen 3 en 36 maanden na. Volgende taalmijlpalen worden bevraagd: kon het kind brabbelen op 12 maanden? Kon het kind enkele losse woorden gebruiken op 16 maanden? Kon het kind spontaan twee-woordzinnen vormen op 24 maanden? Heeft het kind een achteruitgang in zijn/ haar ontwikkeling vertoond? Deze items moeten ingevuld worden voor alle leeftijdscategorieën. Bij de taalitems werkt men met 4 mogelijkheden die kunnen aangeduid worden nl. het kind bezat deze vaardigheden (ja), het kind bezat deze vaardigheden nog niet (nee), men weet het niet (?) en als laatste mogelijkheid kan men aanduiden dat het item niet van toepassing is (het kind heeft deze leeftijd nog niet bereikt). Onderaan de vragenlijst is er ruimte voor eventuele opmerkingen of aanvullingen. 16

22 De Signaallijst (Dereu et al., 2006) vraagt naar onderliggende ontwikkelingsconstructen. De bestaande diagnostische criteria (APA, 2001) zijn niet steeds geschikt voor de diagnose van ASS bij zeer jonge kinderen. Om die reden moet het beoordelen van jonge kinderen op signalen van ASS een beoordeling van een onderliggend ontwikkelingsconstruct bevatten. Bijvoorbeeld: tekorten in volgen met hun blik, gedeelde aandacht, verminderde vocalisaties, imitatie, abnormaal gebruik van objecten (Zwaigenbaum et al., 2005). Deze gedragingen kunnen markers zijn voor verstoorde onderliggende mechanismen, zoals aandachtscontrole, executieve functies, sociale motivatie (Zwaigenbaum et al., 2006). Het is immers de bedoeling van de Signaallijst (Dereu et al., 2006) om zo vroeg mogelijk signalen die zouden kunnen wijzen op ASS op te sporen. Het invullen van de vragenlijst vraagt niet veel tijd van de verzorg(st)ers van de kinderdagverblijven. Voor de ontwikkeling van de Signaallijst (Dereu et al., 2006) werd een uitgebreide literatuurstudie gedaan om tot de vroege signalen van ASS te komen. Bestaande retrospectieve onderzoeken (analyses van homevideo s, rapportages van ouders, enz.) en prospectief onderzoek werd bestudeerd. De Autism Diagnostic Observation Scale (ADOS) is een semi-gestructureerd, gestandaardiseerd observatie-instrument dat gebruikt wordt voor het stellen van de diagnose ASS. Communicatie, sociale interactie, spel en verbeelding worden hierbij geëvalueerd. De ADOS bestaat uit vier modules die elk een afnameduur hebben van minuten. Elke module bestaat uit activiteiten om gedrag te observeren bij individuen van verschillende ontwikkelings- en taalniveaus (van individuen zonder expressieve taal tot verbaal vloeiende kinderen en volwassenen). De items worden op een vierpuntenschaal gescoord. Om te voldoen aan de ADOS classificatie van ASS wordt er gekeken naar de cuf-off scores op communicatie en sociaal domein apart en de som van deze twee (Gotham, Risi, Pickles, & Lord, 20007). De ADOS is effectief in het categoriseren van kinderen die zeker ASS hebben of zeker niet, maar heeft een lagere specificiteit en sensitiviteit voor het detecteren van mildere vormen van ASS (Lord et al., 2000). 17

23 Procedure Er werd contact opgenomen met verschillende instanties: Vlaams Welzijnsverbond Pluralistisch Platform Jeugdzorg Landelijke kinderopvang Vlaamse Vereniging voor Particuliere Kinderopvang Aan deze verenigingen werd het project voorgesteld. Voor men kan deelnemen aan het project, krijgt men een vorming die georganiseerd wordt door de universiteit. Hierin worden de vroege signalen van ASS besproken en worden de kinderverzorgsters getraind in het op een betrouwbare manier observeren van sociaal-communicatieve vaardigheden bij jonge kinderen. Na deze vorming kan men van start gaan met het project. Anonimiteit wordt erg belangrijk geacht. De kinderdagverblijven ondertekenen een informed consent voor akkoord. De Signaallijsten worden geanonimiseerd ingevuld. Ouders kunnen bezwaar aantekenen indien ze liever niet wensen dat de Signaallijst wordt ingevuld over hun kind. Deze procedure werd goedgekeurd door het ethisch comité. De ingevulde Signaallijsten worden teruggestuurd naar de universiteit Gent voor verwerking. Wanneer een kind een score haalt op de Signaallijst die boven de cut off (4 signalen wanneer het kind ouder is dan 12 maanden en 2 signalen wanneer het kind jonger is dan 12 maanden) ligt of wanneer ze de laatste taalmijlpaal missen, worden de ouders op de hoogte gebracht door het kinderdagverblijf. Dit geldt niet wanneer het kind anderstalig is en daardoor uitvalt op de taalmijlpalen. Er wordt op dat moment aan de ouders een infobrief meegegeven en meerdere vragenlijsten. Deze vragenlijsten worden ingevuld teruggestuurd naar de universiteit Gent (faculteit Psychologische en Pedagogische Wetenschappen) voor verdere verwerking. De resultaten van de vragenlijsten worden met de ouders besproken en het kind wordt eventueel uitgenodigd voor verder onderzoek. De kinderen die ook positief screenen op een oudervragenlijst voor ASS en/of taal krijgen een algemeen ontwikkelingsonderzoek, ook de ADOS wordt afgenomen. Wanneer een kind niet goed scoort op de taalitems, wordt er aan de universiteit Gent (faculteit Psychologische en Pedagogische Wetenschappen) een eerste diagnostisch onderzoek gedaan. 18

24 Wanneer het nodig zou blijken en wanneer de ouders het wensen, wordt er doorverwezen naar een referentiecentra voor autisme van waaruit ouders verder geholpen worden bij het zoeken naar een gepaste interventie. Het kinderdagverblijf krijgt een eindverslag met alle onderzoeksbevindingen. 19

25 RESULTATEN De predictieve validiteit werd onderzocht via 2x2 kruistabel analyses en ROC-analyses. De interne consistentie werd geanalyseerd via Cronbach s alpha. Predictieve validiteit Resultaten voor ASS: 3-36 maanden Sensitiviteit en specificiteit voor ASS Er werden 2x2 kruistabel (tabel 5) analyses uitgevoerd. Daarbij werden de eerste twaalf items nagegaan voor kinderen jonger dan 12 maanden. De volgende 23 items werden bekeken voor kinderen tussen 12 en 24 maanden en alle 25 items werden nagegaan voor kinderen ouder dan 24 maanden. Er werd een cut-off vooropgesteld van 2 items voor kinderen jonger dan twaalf maanden en 4 items voor kinderen ouder dan twaalf maanden. De sensitiviteit van de Signaallijst voor ASS bedraagt 67% (tabel 9). De specificiteit bedraagt 96% (tabel 9). Tabel 5: Kruistabel voor cut-off 2 en 4 items * aan- of afwezigheid ASS (Werk)diagnose ASS negatief positief Totaal negatief Screening positief Totaal De psychometrische eigenschappen van de Signaallijst werden eveneens nagegaan via ROC-analyses (figuur 1). Tabel 6 geeft de AUC=.901 weer, p<.05, betrouwbaarheidsinterval Het gebied onder de curve bedraagt.901 dit is erg goed, want 90% van de kinderen kan door de Signaallijst correct geclassificeerd worden voor de aan- of afwezigheid van ASS. Een waarde boven 70% voor het gebied onder de curve wordt als zeer goed beschouwd. Tabel 6: Gebied onder de ROC-curve Asympt. 95% BBI Gebied onder de curve Standaardfout Asympt. Sig. Ondergrens Bovengrens 0,901 0,042 0,000 0,819 0,983 20

26 We zien (tabel 7) dat 27 van de 6000 kinderen de diagnose ASS (klinische diagnose of werkdiagnose ASS) hebben. Op de 6000 kinderen hebben er 5973 de diagnose ASS niet. Tabel 7: Aantal kinderen gediagnosticeerd met ASS (werkdiagnose en klinische diagnose) Klin. diagnose ASS of werkdiagnose ASS N Positief 27 Negatief 5973 Figuur 1: ROC- curve voor klin. diagnose of werkdiagnose ASS ROC Curve 1,0 0,8 Sensitivity 0,6 0,4 0,2 0,0 0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1 - Specificity Bij het uitvoeren van de ROC-analyse met alle (opgesplitst voor de verschillende leeftijdscategorieën en bijhorende leeftijdsspecifieke items) 25 items zien we dat voor een cut-off waarde 2 (tabel 8), de sensitiviteit verhoogt tot 81.5% in vergelijking met de sensitiviteit voor de vooropgestelde cut-off van 2 en 4 items waar ze 66.7% bedraagt. We berekenen een specificiteit van 94% (tabel 10) in plaats van 96% (tabel 9). We stellen dus vast dat de sensitiviteit toeneemt en dat de specificiteit licht daalt, maar nog steeds zeer goed is. 21

27 Tabel 8: Sensitiviteit voor verschillende cut-off waarden Cut-off Sensitiviteit 1- Specificiteit 0 1,000 1, ,852 0, ,815 0, ,741 0, ,667 0, ,593 0, ,519 0, ,407 0, ,370 0, ,370 0, ,259 0, ,259 0, ,259 0, ,185 0, ,111 0, ,074 0, ,037 0, ,037 0, ,000 0, ,000 0,000 De specificiteit is hoger dan de sensitiviteit: de Signaallijst kan zeer goed een onderscheid maken tussen kinderen met ASS en kinderen zonder ASS. We zien dat 94% van de kinderen die negatief screenen voor ASS op de Signaallijst, in werkelijkheid ook geen ASS hebben (tabel 10). Vals posititeven en vals negatieven We stellen 4% vals positieven vast (tabel 9) wanneer de cut-off van 2 en 4 items vooropgesteld wordt. Wanneer er enkel wordt gewerkt met cut-off van 2 voor de hele leeftijdscategorie (tabel 10), constateren we een stijging in vals positieven, nl. 6%. Dit houdt in dat 6% van de kinderen die volgens de Signaallijst positief screenen voor ASS, dit in werkelijkheid niet hebben. Bij het percentage vals negatieven daarentegen zien we de omgekeerde beweging. Bij cut-off van 2 en 4 items zijn er 33% vals negatieven (tabel 9). Dit betekent dat 33% van de kinderen die op de Signaallijst negatief screenen, dat deze in werkelijkheid wel ASS hebben. Bij een cut-off van 2 items zijn er 19% vals negatieven (tabel 10). 22

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Herbert Roeyers Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen VVL Congres, Berchem, 14 maart 2014 Pervasieve

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Signalen van autismespectrumstoornissen (ASS) bij baby s en peuters

Signalen van autismespectrumstoornissen (ASS) bij baby s en peuters Signalen van autismespectrumstoornissen (ASS) bij baby s en peuters Screening in de Vlaamse kinderdagverblijven en Diensten voor Opvanggezinnen Mieke Dereu Mieke Meirsschaut Inge Schietecatte Griet Pattyn

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

Autisme spectrum conditie

Autisme spectrum conditie (potentiële) belangenverstrengeling Geen Autisme spectrum conditie Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Triversum W. Veenboer Kinder- en jeugdpsychiater Dag van eerste lijn Januari

Nadere informatie

Screening naar Autismespectrumstoornissen bij Peuters: Overeenkomst tussen Ouderrapportage en Observatie van Vroege Sociale Communicatie.

Screening naar Autismespectrumstoornissen bij Peuters: Overeenkomst tussen Ouderrapportage en Observatie van Vroege Sociale Communicatie. Academiejaar 2007-2008 Eerste examenperiode Screening naar Autismespectrumstoornissen bij Peuters: Overeenkomst tussen Ouderrapportage en Observatie van Vroege Sociale Communicatie. Scriptie ingediend

Nadere informatie

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-2008 SCREENING NAAR AUTISMESPECTRUMSTOORNISSEN BIJ PEUTERS: OVEREENKOMST TUSSEN OUDERRAPPORTAGE EN GESTRUCTUREERDE SPELOBSERVATIE.

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme Deel VI Inleiding Wat zijn de mogelijkheden van EMDR voor cliënten met een verstandelijke beperking en voor cliënten met een autismespectrumstoornis (ASS)? De combinatie van deze twee in een en hetzelfde

Nadere informatie

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA 7-12-2018 Inhoud Vroegdetectie in een relationeel perspectief Infant and Early Childhood

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen

Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen Rutger Jan van der Gaag & Iris Oosterling, gz-psycholoog 2006 Karakter pagina 1 Inhoud Autisme Vroege herkenning van autisme DIANE-project,

Nadere informatie

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Autisme DSM IV: Stoornissen die meestal voor het eerst op zuigelingenleeftijd, kinderleeftijd of in

Nadere informatie

Diagnostiek en behandeling van jonge kinderen met autisme. Hogrefe Congres Amersfoort 13-11-2O12 Ina van Berckelaer-Onnes Universiteit Leiden

Diagnostiek en behandeling van jonge kinderen met autisme. Hogrefe Congres Amersfoort 13-11-2O12 Ina van Berckelaer-Onnes Universiteit Leiden Diagnostiek en behandeling van jonge kinderen met autisme Hogrefe Congres Amersfoort 13-11-2O12 Ina van Berckelaer-Onnes Universiteit Leiden Inhoud Autisme * recente inzichten * vroege onderkenning * vroege

Nadere informatie

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015 JGZrichtlijn Autismespectrumstoornissen Bijlage Kenmerken van ASS specifieke instrumenten CBCL Gedrags Vragenlijst voor Kinderen / Child Behavior Checklist. Nieuwste versie 2003 De CBCL biedt geen diagnose,

Nadere informatie

GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN. AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis

GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN. AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis Programma Even voorstellen Wat is autisme? Vroege signalen bij autismespectrumstoornissen De eerste stap richting onderzoek

Nadere informatie

Ontwikkelingsdiagnostiek Noodzakelijk maar niet altijd eenvoudig bij volwassen

Ontwikkelingsdiagnostiek Noodzakelijk maar niet altijd eenvoudig bij volwassen Ontwikkelingsdiagnostiek Noodzakelijk maar niet altijd eenvoudig bij volwassen Werkgroep: C.Kan, A. in t Veld, M. Altena, M.Oosterhoff, M.van Oosten 11 december 2008 Indeling Ontwikkelingsanamnese; wat,

Nadere informatie

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK)

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) Instrument Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) De VISK is ontwikkeld om sociaal probleemgedrag van kinderen met (mildere) varianten van pervasieve ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf.

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf. Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf. I. Autisme en verstandelijke beperking Het verschil Peter Vermeulen zei ooit in een vorming (1999) dat een verstandelijke beperking gelijk

Nadere informatie

"Het gebruik van de Autism Diagnostic Observation Schedule- Revised bij vroege diagnosestelling van autismespectrumstoornissen."

Het gebruik van de Autism Diagnostic Observation Schedule- Revised bij vroege diagnosestelling van autismespectrumstoornissen. Academiejaar 2009-2010 Eerste examenperiode "Het gebruik van de Autism Diagnostic Observation Schedule- Revised bij vroege diagnosestelling van autismespectrumstoornissen." Masterproef neergelegd tot het

Nadere informatie

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van Autisme-Spectrumstoornissen bij volwassenen

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van Autisme-Spectrumstoornissen bij volwassenen Oplossingen voor Autisme diagnostiek bij Ouderen Sylvia Heijnen-Kohl, psychotherapeut/gezondheidszorgpsycholoog i.o.t. klinisch psycholoog Mondriaan Ouderen Heerlen/Maastricht Diagnostiek van ASS Multidisciplinaire

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode

UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar Eerste Examenperiode UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste Examenperiode SCREENING NAAR VROEGE SIGNALEN VAN AUTISMESPECTRUMSTOORNISSEN BIJ PEUTERS: OVEREENKOMST

Nadere informatie

Rapport: Het herkennen van vroege signalen van autismespectrumstoornissen bij baby s en peuters: vorming voor kinderdagverblijven

Rapport: Het herkennen van vroege signalen van autismespectrumstoornissen bij baby s en peuters: vorming voor kinderdagverblijven FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Vakgroep Experimenteel-klinische en Gezondheidspsychologie Rapport: Het herkennen van vroege signalen van autismespectrumstoornissen bij baby s en peuters:

Nadere informatie

Draaiboek voor een oudergesprek naar aanleiding van het invullen van de signaallijst

Draaiboek voor een oudergesprek naar aanleiding van het invullen van de signaallijst Draaiboek voor een oudergesprek naar aanleiding van het invullen van de signaallijst Vormingspakket voor screening naar autismespectrumstoornissen (ASS) in de Vlaamse kinderdagverblijven en Diensten voor

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

Vorming AUTISMESPECTRUM- STOORNIS

Vorming AUTISMESPECTRUM- STOORNIS Vorming AUTISMESPECTRUM- STOORNIS Bart Lenaerts Jorinde Dewaelheyns 6 december 2010 Wat mag je verwachten? Wat is autisme? Het stellen van de diagnose Wie? Hoe? Triade van stoornissen Autisme = anders

Nadere informatie

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers Autismespectrumstoornis SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND 19-10-2016 Mandy Bekkers (mandybekkers@hotmail.com) Waarschuwing vooraf! 2 Geschiedenis Autos (Grieks: zelf) 1937-1940: Term autisme 1943 &

Nadere informatie

Autisme en de gevolgen Els Ronsse / MDR

Autisme en de gevolgen Els Ronsse /   MDR Autisme en de gevolgen Els Ronsse / www.psysense.be MDR Voorkomen? Voor het hele spectrum komen een aantal studies onafhankelijk van elkaar uit op 60 tot 70 op 10.000 of 1 op ongeveer 150 personen. Af

Nadere informatie

HET IMPACT-PROGRAMMA: EEN OUDERTRAINING OM DE SOCIAAL-COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN VAN JONGE KINDEREN MET ASS TE STIMULEREN

HET IMPACT-PROGRAMMA: EEN OUDERTRAINING OM DE SOCIAAL-COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN VAN JONGE KINDEREN MET ASS TE STIMULEREN HET IMPACT-PROGRAMMA: EEN OUDERTRAINING OM DE SOCIAAL-COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN VAN JONGE KINDEREN MET ASS TE STIMULEREN Sara Van der Paelt Onderzoeksgroep ontwikkelingsstoornissen Universiteit Gent

Nadere informatie

Claudine Dietz

Claudine Dietz Claudine Dietz 24-11-2017 Klinisch psycholoog Onderzoek vroeg signalering autisme IMH specialist Altrecht Karakter Stuurgroep Bestuur Observatie / behandelgroep jonge kinderen Top expertise centrum infants

Nadere informatie

Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby s en peuters

Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby s en peuters Signalen van autismespectrumstoornissen bij baby s en peuters Vormingspakket voor screening naar autismespectrumstoornissen (ASS) in de Vlaamse kinderdagverblijven en Diensten voor Opvanggezinnen Mieke

Nadere informatie

signaleringsinstrumenten voor psychosociale problemen bij 0 4 jarigen in de JGZ

signaleringsinstrumenten voor psychosociale problemen bij 0 4 jarigen in de JGZ signaleringsinstrumenten voor psychosociale problemen bij 0 4 jarigen in de JGZ TNO CHILD HEALTH Marianne de Wolff en Meinou Theunissen marianne.de wolff@tno.nl meinou.theunissen@tno.nl 1. Validatieonderzoek

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Samenvatting 149 Dit proefschrift richt zich op symptomen van neonatale adaptatie (NA) na blootstelling aan selectieve antidepressiva (SA) in utero. Deze symptomen zijn meestal

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga

Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Psychosocial Problems in Cancer Genetic Counseling: Detecting and Facilitating Communication W. Eijzenga Nederlandse samenvatting INLEIDING Mensen met een mogelijk verhoogde kans op kanker kunnen zich

Nadere informatie

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Cecile Blansjaar: orthopedagoog/autisme specialist Gedragskundige Stichting de Waerden Mede oprichter De Sociale Bron Wat is Autisme? In Nederland

Nadere informatie

ASKe-instrument. Instrument voor Autisme Specifieke Kwaliteitsevaluatie. Algemene Evaluatiecriteria

ASKe-instrument. Instrument voor Autisme Specifieke Kwaliteitsevaluatie. Algemene Evaluatiecriteria Vlaamse Vereniging Autisme Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen Henri Dunantlaan 2 9000

Nadere informatie

Van Hé, hier ben ik tot Ha, daar ben jij

Van Hé, hier ben ik tot Ha, daar ben jij Van Hé, hier ben ik tot Ha, daar ben jij Floortime: ontwikkelingsgerichte therapie, met ouders en het jonge kind aan het werk Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater & Ilse Vansant, psycholoog afdeling

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

Les cinq mots (5W) Meetinstrument Les cinq mots Afkorting. Beoordeling van de cognitieve functies

Les cinq mots (5W) Meetinstrument Les cinq mots Afkorting. Beoordeling van de cognitieve functies Les cinq mots (5W) Dubois, B., Touchon, J., Portet, F., Ousset, P. J., Vellas, B., and Michel, B. 9-11- (2002) "["The 5 Words": a Simple and Sensitive Test for the Diagnosis of Alzheimer's Disease]." Meetinstrument

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19149 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19149 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19149 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Maljaars, Janne Pieternella Wilhelmina Title: Communication problems in children

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Het onderzoek. Taalontwikkeling. Inhoud. Lezing Kannercyclus 10 december 2012. Autismespectrumstoornissen. Jarymke Maljaars

Het onderzoek. Taalontwikkeling. Inhoud. Lezing Kannercyclus 10 december 2012. Autismespectrumstoornissen. Jarymke Maljaars Autismespectrumstoornissen BEGRIP ALS STRUIKELBLOK: Taal bij kinderen met autisme en een verstandelijke beperking FENOTYPE KANNERCYCLUS 1 december 212 COGNITIE BIOLOGIE O M G E V I N G GENOTYPE Autisme

Nadere informatie

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Woensdag 2 april 2014 Ad van der Sijde, Yulius Autisme Paul Reijnen, BOBA Inhoud Presentatie Vragen Veranderingen DSM-5 autisme

Nadere informatie

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015 Stroomschema ASS bij kinderen 0 4 ar Signalering, begeleiding en toeleiding naar diagnostiek en behandeling Niet pluis gevoel/ signalen bij ouders, onderwijs en/of JGZ Tijdens contactmomenten JGZ met van

Nadere informatie

"Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen."

Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen. Seven Minute Screen (7MS) Solomon, P. R. and Pendlebury, W. W. (1998) "Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen." Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp Doelstelling Populatie Gebruikers

Nadere informatie

Autisme bij het sterke geslacht. dr. Els M.A. Blijd-Hoogewys Klinisch Psycholoog / Psychotherapeut Manager Behandelzaken INTER-PSY

Autisme bij het sterke geslacht. dr. Els M.A. Blijd-Hoogewys Klinisch Psycholoog / Psychotherapeut Manager Behandelzaken INTER-PSY Autisme bij het sterke geslacht dr. Els M.A. Blijd-Hoogewys Klinisch Psycholoog / Psychotherapeut Manager Behandelzaken INTER-PSY Overzicht presentatie Wat is ASS? ASS bij vrouwen Diagnostiek bij vrouwen

Nadere informatie

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence Lezing voor de NVA Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog Ontwikkelingsstoornissen Dimence Waarom diagnostiek? Hoe doen we eigenlijk diagnostiek? De DSM 5 Wijzigingen in de DSM 5 voor de autisme

Nadere informatie

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr.

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. Nieuwsbrief voor ouders De sociale ontwikkeling van kinderen Universiteit van Amsterdam Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. 1 Beste ouder, Door middel van deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte

Nadere informatie

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie Carlo Schuengel, Orthopedagogiek VU Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging Signaleren verstoord gehechtheidsgedrag Verschillende betekenissen van gehechtheid Band Gedrag Interactie Relatie

Nadere informatie

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum SRS-2 Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Informantenrapportage over 4- tot 18-jarigen Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING SRS-2 2/7 Inleiding

Nadere informatie

Hersenstichting Nederland. Autismespectrumstoornissen

Hersenstichting Nederland. Autismespectrumstoornissen Hersenstichting Nederland Autismespectrumstoornissen 1 Autismespectrumstoornissen Een autismespectrumstoornis (ASS) is een ontwikkelingsstoornis waarbij de informatieverwerking in de hersenen verstoord

Nadere informatie

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek

KWANTITATIEF ONDERZOEK. Outcome- en follow-up onderzoek KWANTITATIEF ONDERZOEK Outcome- en follow-up onderzoek 15-18 i.s.m. Prof. Dr. Reitske Meganck - UGent Van 1 april 15 tot 31 maart 17 werden patiënten bij hun opname in Rustenburg bevraagd of ze wilden

Nadere informatie

Het syndroom van Down en autisme duel of dual? Yvette Dijkxhoorn

Het syndroom van Down en autisme duel of dual? Yvette Dijkxhoorn Het syndroom van Down en autisme duel of dual? Yvette Dijkxhoorn Diagnostiek 1. Screening 2. Individueel descriptieve diagnostiek 3. Begeleiding en Behandeling Autismespectrumstoornissen VROEGE ONTWIKKELING

Nadere informatie

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report SRS-A Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vriendin INLEIDING SRS-A 2/6 Inleiding De SRS-A

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg

Nederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg Nederlandse samenvatting Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg Dit proefschrift richt zich op adolescenten met type 1 diabetes

Nadere informatie

Autisme in de levensloop. Conclusies. Overzicht. Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis

Autisme in de levensloop. Conclusies. Overzicht. Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis in de levensloop Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis Conclusies 1. Het is! om in verschillende levensfases diagnostisch onderzoek te herhalen.. Het is! om comorbiditeit goed in

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

Als baby was hij al anders. Vroege signalen van een autismespectrumstoornis in kaart brengen via home video s

Als baby was hij al anders. Vroege signalen van een autismespectrumstoornis in kaart brengen via home video s UNIVESITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2010 2011 1 e examenperiode Als baby was hij al anders. Vroege signalen van een autismespectrumstoornis in kaart brengen

Nadere informatie

Training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS

Training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS Training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS ADOS-training Karakter organiseert een training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS. Wat is ADOS? Het Autisme Diagnostisch

Nadere informatie

7 Nederlandstalige Samenvatting

7 Nederlandstalige Samenvatting 7 Nederlandstalige Samenvatting Autisme is een ontwikkelingsstoornis, waarvan de symptomen zich in de kindertijd voor het eerst manifesteren en gedurende het gehele leven in verschillende vormen aanwezig

Nadere informatie

Zindelijkheidstraining

Zindelijkheidstraining Zindelijkheidstraining Wanneer starten met het zindelijkheidsproces? Nore Kaerts Wanneer is het het juiste moment om te starten met het zindelijkheidsproces bij jonge, gezonde kinderen? Wanneer is het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Een evaluatie van de samenwerking met de Vlaamse kinderdagverblijven bij de screening naar ontwikkelingsproblemen bij baby s en peuters.

Een evaluatie van de samenwerking met de Vlaamse kinderdagverblijven bij de screening naar ontwikkelingsproblemen bij baby s en peuters. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2007-2008 Eerste examenperiode Een evaluatie van de samenwerking met de Vlaamse kinderdagverblijven bij de screening naar ontwikkelingsproblemen

Nadere informatie

Screening in de Vlaamse kinderdagverblijven en Diensten voor Opvanggezinnen

Screening in de Vlaamse kinderdagverblijven en Diensten voor Opvanggezinnen Signalen van autismespectrumstoornissen (ASS) bij baby s en peuters Screening in de Vlaamse kinderdagverblijven en Diensten voor Opvanggezinnen Mieke Dereu Mieke Meirsschaut Inge Schiettecatte Griet Pattyn

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Genderdysforie in kinderen: Oorzaken en Gevolgen Chapter ELEVEN De studies, beschreven in dit proefschrift, richten zich op vier thema s. De eerste hoofdstukken beschrijven twee

Nadere informatie

Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij. Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater

Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij. Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater Kinderen en psychiatrie Ook binnen de geneeskunde vindt er nog heel wat stigmatisering

Nadere informatie

ASKe-instrument. Instrument voor Autisme Specifieke Kwaliteitsevaluatie. Specifieke Evaluatiecriteria Revalidatiecentrum

ASKe-instrument. Instrument voor Autisme Specifieke Kwaliteitsevaluatie. Specifieke Evaluatiecriteria Revalidatiecentrum Vlaamse Vereniging Autisme Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen Henri Dunantlaan 2 9000

Nadere informatie

www.hildedeclercq.be hilde_de_clercq@telenet.be

www.hildedeclercq.be hilde_de_clercq@telenet.be 1 Pervasieve Ontwikkelingsstoornis Spel en Verbeelding Taal en Communicatie Emoties Seksualiteit en Relatievorming Eten Slapen Zindelijk worden Zelfredzaamheid of Algemene Dagelijkse leefvaardigheden 2

Nadere informatie

1. Gedrag. Au3sme. UMCG Publiekslezing Au3sme. Els M.A. Blijd- Hoogewys. Overzicht presenta3e. Wat is au3sme? Drie probleemgebieden

1. Gedrag. Au3sme. UMCG Publiekslezing Au3sme. Els M.A. Blijd- Hoogewys. Overzicht presenta3e. Wat is au3sme? Drie probleemgebieden Au3sme dr. Behandelcoördinator Au3sme Team Noord Nederland Overzicht presenta3e Wat is au3sme? naar Morton & Frith, 1995 1. Gedrag 2. Biologie 3. Cogni3e 4. Diagnose 5. Behandeling genen, hersengebieden

Nadere informatie

Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel)

Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel) Leerlingen met autisme effectief ondersteunen bij sociale interactie in de klas (thematisch overzichtsartikel) Presentatie ORD Carla Geveke: c.h.geveke@pl.hanze.nl Lectoraat Curious Minds Hanzehogeschool

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door Welkom DGM en Autisme Presentatie door Esther van Efferen-Wiersma Inhoud Autisme: recente ontwikkelingen Van beperkingen naar (onderwijs)behoeften DGM en autisme Hulpmiddelen en materialen Vragen? Autisme?

Nadere informatie

Autisme Spectrum Stoornissen Van DSM IV naar DSM 5

Autisme Spectrum Stoornissen Van DSM IV naar DSM 5 Autisme Spectrum Stoornissen Van DSM IV naar DSM 5 Britt Hoogenboom, kinder,- en jeugdpsychiater Dr. Sanne Hogendoorn, psycholoog Zorgprogrammaleiders Centrum voor Autisme en Psychose, de Bascule Referatencyclus

Nadere informatie

ASKe-instrument. Instrument voor Autisme Specifieke Kwaliteitsevaluatie. Specifieke Evaluatiecriteria Residentiële Voorziening (Volwassenen)

ASKe-instrument. Instrument voor Autisme Specifieke Kwaliteitsevaluatie. Specifieke Evaluatiecriteria Residentiële Voorziening (Volwassenen) Vlaamse Vereniging Autisme Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen Henri Dunantlaan 2 9000

Nadere informatie

Ines Volders 3 de licentie orthopedagogiek 1

Ines Volders 3 de licentie orthopedagogiek 1 AUTISME Autisme is een ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door problemen op het gebied van communicatie, sociale omgang, verbeelding en repetitief gedrag. Ongeveer 70% van de mensen met autisme

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

geschilderd staat. Joep rent overstuur naar huis en zegt: De muur kwam naar me toe!

geschilderd staat. Joep rent overstuur naar huis en zegt: De muur kwam naar me toe! 1 Wat is autisme? Joep van drie rijdt op zijn driewieler op het paadje achter zijn huis. Het paadje eindigt in een muur waar een voetbalgoal op geschilderd staat. Joep rent overstuur naar huis en zegt:

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind

Observatielijst peuters. Analyse doelen Jonge kind Observatielijst peuters Analyse doelen Jonge kind Mei 2016 Verantwoording 2016 SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling), Enschede Mits de bron wordt vermeld, is het toegestaan zonder voorafgaande

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19052 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Manti, Eirini Title: From Categories to dimensions to evaluations : assessment

Nadere informatie

De plaats van neuropsychologisch onderzoek binnen het diagnostisch proces

De plaats van neuropsychologisch onderzoek binnen het diagnostisch proces De plaats van neuropsychologisch onderzoek binnen het diagnostisch proces Werkgroep: Audrey Mol, Ilse Noens, Annelies Spek, Cathelijne Tesink, Jan-Pieter Teunisse Inhoud NPO en differentiaal diagnostiek

Nadere informatie

HTS Report SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. Profielvergelijking. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. Profielvergelijking. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam HTS Report Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen INLEIDING 2/12 Inleiding Metingen / Personen Naam Leeftijd Geslacht Test Datum Tijdsduur Lijnstijl 42;0 m 18.07.2017 0.078 18.07.2017

Nadere informatie

Autisme in je vrije tijd

Autisme in je vrije tijd Autisme in je vrije tijd KINDEREN MET AUTISME IN EEN GEWONE JEUGDVERENIGING? HET KAN! Een informatieve brochure door Elise Burny - orthopedagoog Jannicke Hurtekant - orthopedagoog Petra Warreyn - klinisch

Nadere informatie

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Samenvatting en Conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De studies die in dit proefschrift worden

Nadere informatie

ASKe-instrument. Instrument voor Autisme Specifieke Kwaliteitsevaluatie. Specifieke Evaluatiecriteria Medisch Pedagogisch Instituut (MPI)

ASKe-instrument. Instrument voor Autisme Specifieke Kwaliteitsevaluatie. Specifieke Evaluatiecriteria Medisch Pedagogisch Instituut (MPI) Vlaamse Vereniging Autisme Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen Henri Dunantlaan 2 9000

Nadere informatie

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Sylvie Verté INLEIDING Reeds geruime tijd worden pogingen ondernomen om te bepalen welke aspecten van diverse ontwikkelings-

Nadere informatie

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren Leen De Schuymer Algemeen Deze resultatenbundel is gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van Leen De Schuymer. Dit

Nadere informatie

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014)

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Inleiding De kern van (autisme)vriendelijke communicatie is echt contact, gebaseerd op

Nadere informatie

SRS Informantenrapportage

SRS Informantenrapportage SRS Informantenrapportage Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen ID 4589-11 Datum 19.09.2014 Informant: Tineke moeder SRS Profielformulier 3 / 9 PROFIELFORMULIER Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY

NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY Introductie De ziekte van Parkinson werd als eerste beschreven door James Parkinson in 1817. Inmiddels is er veel onderzoek gedaan naar de ziekte van Parkinson, maar

Nadere informatie