Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3"

Transcriptie

1 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3 Samenvatting door een scholier 5945 woorden 21 april ,1 34 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Atlantis Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 - natiestaat = als een bevolkingsgroep, territorium(=grondgebied) en staat samenvallen. - 3 G s = groep, gebied en gezag. Dit is de overeenkomst tussen mensen in bijv. hetzelfde huis. nationalisten: mensen die vinden dat elk volk/natie zijn eigen grondgebied/staat moet hebben Er zijn 6 soorten staten: - staten met een bevolkingsgroep die ook in andere staten woont (=Duitsers) - staten met een bevolkingsgroep die voor meer dan 95% bestaat uit een bevolkingsgroep: de natiestaat (andere 5 % is kleine groep die tot een ander bevolkingsgroep behoort= Noorwegen) - staten met een duidelijke meerderheid (60% -95%) van de bevolking die tot een groep behoort - staten met een bevolkingsgroep die een groot aandeel (40%- 60%) van de bevolking uitmaakt - staten met 2 bevolkingsgroepen die samen meer dan 65% van de totale bevolking uitmaken - staten met een groot aantal verschillende bevolkingsgroepen (kan snel leiden tot conflicten= Joegoslavië) Paragraaf 2 - regionaal bewustzijn = mens heeft gevoel ergens op de wereld thuis te horen. Dit kan gelden als land, stad, etc. - cultureel bewustzijn = mens heeft gevoel tot een bepaalde culturele groep thuis te horen (=kan door taal en religie) - eenheidsstaat = land waarbij de centrale overheid alles bepaalt - federatie = land waarbij de samenstellende delen een zekere mate van zelfbestuur hebben Paragraaf 3 De regering wil vaak de verschillen tussen bevolkingsgroepen verminderen, het kan anders het voortbestaan van de staat bedreigen In de 19e eeuw werd Nederland steeds meer een eenheidsstaat. De regering gebruikte verschillende manieren om dat voor elkaar te krijgen: - dienstplicht = in 1813 ingevoerd voor alle mannen. Zorgde voor eenheid van bevolking: bijv. jongens moesten zich aan passen aan regels van de staat. (door afschaffing zeiden ze dat een stukje opvoeding verloren ging) Pagina 1 van 17

2 - belastingplicht = krijgen de bescherming tegen vijandige mogendheden - onderwijs = onderwijs in dezelfde taal (zo worden dialecten 2e rang) en inhoud werd bepaald door centrale overheid (zo kreeg je bijv. vaderlandse GS en AK over de koloniën In veel staten is ontstaan/voortbestaan gesymboliseerd door een held(in) die zich verzet tegen de vijand > eenheid versterkt------> wij-zij tegenstelling Paragraaf 4 - enclaves in Indië: moslimstaat = Pakistan/ Hindoestaan = India - enclave = onderdeel van het grondgebeid van een bestuurlijke eenheid dat geheel omgeven is door grondgebied van een ander bestuurlijke eenheid - deelstaat = gebied dat een onderdeel vormt van een federatie. Ze houden zich bezig met de samenhang met de eigen cultuur van het gebied (onderwijs) om communicatieprobleem op te lossen in India zijn 2 officiële landstalen ingesteld: Hindi en Engels - vrijwel elke staat wordt geconfronteerd met krachten die de staat van binnenuit bedreigen= centrifugale (/middelpuntvliegende) krachten. Dit wordt veroorzaakt door culturele en/of regionale tegenstellingen (kunnen zorgen voor regionale verscheidenheid) - Centripetale krachten zorgen ervoor dat de staat juist bij elkaar blijft. Dit door bijv. dienstplicht, belastingplicht, onderwijs, symbolen, afhankelijkheid - centripetale krachten: hoofdsteden hebben een symbolische rol, zegt iets over het karakter van het land en doelstellingen van de regering. Veel Europese landen met een sterk centraal gezag hebben de grootste stad als hoofdstad. Voor landen met een meer federale bestuursstructuur is zo n verschil kleiner. Manieren voor verminderen van de cultuurverschillen binnen landsgrenzen: 1. onderdrukking of uitroeiing (bijv. Albanezen in Kosovo) 2. het vormen van een federatie (bijv. Spanje) 3. het marginaliseren van minderheidsculturen (bijv. streektalen in Nederland) 4 fases hoe een bevolkingsgroep die een minderheid vormt zijn rechten stapsgewijs probeert erkend te krijgen: 1. eigen culturele identiteit 2. het gebruik van eigen grond, water, lucht enz. 3. verantwoordelijkheid voor eigen volk en grondgebied 4. zelfbeschikking 3 vormen van uiteindelijke zelfbeschikking: 1) regionalisme: vergroten van de maten van zelfbestuur van een gebied binnen een land. Deze moet wel aan de voorwaarde voldoen dat het groot genoeg moet zijn en ruimtelijk geconcentreerd wonen. 2) irredentisme: zoeken van aansluiting bij een buurland van een groep die nu nog bij een ander land hoort. Voorwaarde hierop is dat de groep ruimtelijk geconcentreerd moet wonen in grensgebied van het land waarbij men aansluiting zoekt. 3) separatisme: afscheiding van een gebied dat een eigen onafhankelijke staat wil vormen. Voorwaarden voor succesvolle afscheiding: - grote interne verdeeldheid binnen een cultureel sterk gemengde staat - wegvallen van een gemeenschappelijke vijand Pagina 2 van 17

3 Een belangrijk aspect bij afscheidingsbewegingen van welke aard dan ook is de houding van de internationale gemeenschap. Zonder internationale steun is het vrijwel onmogelijk een succesvolle afscheiding te realiseren. De omvang van de staat speelt een rol bij de manier waarop het land bestuurd wordt. Het is geen toeval dat de grootste landen van de wereld een federatieve staatsvorm hebben. Kijkend naar vorm van een land, 5 typen staten te onderscheiden: 1) Compacte staten: ideale vorm is een cirkel met de hoofdstad in het midden. Zo zijn alle gebieden goed bereikbaar en is de grens zo kort mogelijk. Dit type komt nooit voor, maar is wel een ideaalbeeld voor sommige. 2) Langwerpige staten: uiterste punten van deze landen liggen ver weg bij het centrum en de kosten om deze uithoeken per (spoor)weg te ontsluiten zijn hoog. 3) Staten met een uitsteeksel: deze smalle uitsteeksels hebben dezelfde nadelen als bij de langwerpige. Bijv. Panama; is nu onafhankelijk. 4) Geperforeerde staten: deze landen omsluiten een ander land. Dit komt weinig voor. 5) Gefragmenteerde staten:hierbij is het grondgebied van een land geen aaneengesloten geheel (Nederland/Aruba) 7 factoren die een rol spelen bij verkrijgen van zelfstandigheid: - de politieke organisatie van de staat - de sterkte van de eigen identiteit - de economische verwevenheid met andere regio s - de eigen economische mogelijkheden - de houding van de internationale gemeenschap - de omvang en spreiding van de groep in het land - de omvang, vorm en ligging van het gebied waar deze bevolkingsgroep woont Hierbij moet je nog bedenken dat een aantal van deze aspecten niet vastligt maar kan veranderen. Sommige staten veranderen van eenheidsstaten in federaties (bijv. België) of juist omgekeerd, eigen identiteit kan versterkt worden of juist afnemen, etc Paragraaf 5 1. De Europese Unie heeft steeds meer te vertellen over Nederland over de import 2. Door internationalisering + globalisering van economie neemt de invloed van Nederland in de wereld toe volk: groep mensen met dezelfde cultuur, gewoontes en tradities natie:groep mensen met dezelfde cultuur, gewoontes en tradities die een eigen stuk grondgebied willen of hebben staat: een stuk grondgebied waar binnen 1 groep mensen de macht heeft natiestaat: een staat waarbinnen maar 1 natie woont. 95% van de bevolking heeft dezelfde cultuur 2 redenen waarom Nederlandse grenzen minder belangrijk worden 1. EU heeft steeds meer te vertellen 2. Nederland heeft een claim (aanspraak) op gebieden buiten Nederland die onder autonomie van andere landen vallen karakter van claim: gebruik van grond in ander landen om daar grondstoffen te verbouwen die wij nodig hebben 5 vb. van claim: Pagina 3 van 17

4 tropisch regenwoud koffieverbouw rijstverbouw katoenverbouw delfstoffen energiebronnen Hoofdstuk 2 Paragraaf 1 In de 19e eeuw begon de industrie op te komen. Industrialisering betekende ook verstedelijking: mensen trokken naar de stad om werk te vinden. Het wonen in steden werd als onplezierig ervaren: - Het was er druk - Vies - Te lawaaierig - Er was te weinig speelruimte en groen voor de kinderen. Rond jaren 60 trekken mensen weg uit de stad richting de dorpen in de buurt van de stad. Door de komst van de auto is het mogelijk om werk in de stad te hebben. Actieradius: de afstand die iemand binnen een bepaalde tijd kan afleggen. Hoe sneller het transportmiddel, hoe kleiner de hoek in een grafiek. Tijd-ruimte diagram: grafische weergave van de verplaatsing van iemand in de tijd en ruimte. Door toename actieradius ontstaan files en kosten om steeds nieuwe (spoor)wegen aan te leggen. Daardoor is het weer nadelig voor natuur + milieu, natuurgebieden worden vernield en er ontstaat geluidsoverlast en luchtverontreiniging. Drempelwaarde: minimum aantal klanten die een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan. Reikwijdte: maximale afstand die iemand bereid is af te leggen om van een bepaalde voorziening gebruik te maken. Verschillende niveaus van voorzieningen: - Dagelijkse goederen en diensten: gebruik van een of enkele malen per week; - Periodieke goederen en diensten: gebruik van een of enkele malen per maand; - Luxe goederen en diensten: gebruik van een of enkele malen per jaar (meeste reikwijdte) Christaller-model (versimpeling van de werkelijkheid) Enige criterium dat bij de grootte van verzorgingsgebieden een rol speelt is: afstand. K-3 model van Christaller (3 niveau s van verzorgingsgebieden) Nederlandse plaatsen ingedeeld in drie categorieën op grond van het verzorgingsniveau: - Regionale hoofdcentra of primaire verzorgingscentra: het hoogste niveau; - Regionale centra of secundaire verzorgingscentra: het middelste niveau; - Kleine regionale centra of tertiaire verzorgingscentra: het laagste niveau. Ruimtelijk patroon: systematische verdeling van een verschijnsel in de ruimte. Verzorgingsgebied: omvang van het gebied waar mensen wonen die van een bepaalde voorziening gebruikmaken. Als reikwijdte veel groter is dan de drempelwaarde, kan een andere concurrent daar een vergelijkbare dienst gaan aanbieden. Pagina 4 van 17

5 Voorzieningen met een hoger niveau, hebben een hogere drempelwaarde + reikwijdte dus komen minder vaak voor. Een aantal zaken waar je op moet letten tijdens het bestuderen van een patroon: - Er is een duidelijk verschil in het niveau van de voorzieningen. - Verschil in de frequentie van de verschillende soorten postkantoren. - De ligging is belangrijk. Twee principes: - iedere postvoorziening moet een bepaald niveau binnen de daarvoor geldende reikwijdte hebben; - iedere voorziening moet een bepaalde drempelwaarde halen. Christaller ging bij het ontwerpen van zijn model uit van: - De bevolking is gelijkmatig over het gebied verspreid; - Alle plaatsen zijn even gemakkelijk te bereiken; - Er is geen verschil in inkomen tussen mensen en gebieden; - Iedereen is volledig op de hoogte van vraag en aanbod en iedereen heeft dezelfde consumptievoorkeuren. Paragraaf 2 Samenhangende oorzaken van de groei van steden in begin 20e eeuw: - Ontwikkeling van de industrie. Er kwam een groei van werkgelegenheid in de steden door de uitvinding van machinaal produceren. Pullfactor: aantrekkingskracht - Het sterftecijfer daalde als gevolg van een groeiende welvaart en daaraan gekoppeld een betere gezondheidszorg. Het geboortecijfer bleef hoog en de bevolking groeide snel. Het dubbele transitiemodel: grafische weergave van de ontwikkeling van het geboorte- en sterftecijfer, 2 keer (dubbel) sprake van overgang (transitie) - In de landbouw vond mechanisatie plaats. Veel mensen trokken van het platteland naar de stad. Het verlies van werkgelegenheid in de landbouw vormde een pushfactor. Urbanisatie: mensen trekken van het platteland naar de stad. Suburb: plaats in de buurt van de grote stad die voor werk en voorzieningen sterk afhankelijk is van die grote stad, de dorpen rond de stad. Pushfactoren van de stad: - Er waren weinig goede woningen beschikbaar, terwijl een deel van het woningbestand sterk was verouderd; - De woonwensen van mensen met kinderen (tuin, veilige speelruimte) konden in de stad moeilijk gerealiseerd worden; - De woningen in de stad waren relatief duur; - De stad werd meer gezien als vies en onveilig; - De individualisering van de samenleving verdroeg zich niet met het dicht op elkaar wonen in de stad. Pullfactoren van een suburb: - Rust, ruimte en groen; - Beschikbaarheid van moderne, comfortabele woningen. - Toegenomen mobiliteit Migratiesaldo: aantal vestigers aantal vertrekkers Agglomeratie: grote stad plus de vastgegroeide aangrenzende gemeenten die sterk van elkaar afhankelijk zijn. (stadsuburbs) Pagina 5 van 17

6 Suburbanisatie: mensen trekken van de stad naar de omringende dorpen Desurbanisatie: mensen verhuisden nog verder naar buiten en kwamen buiten grenzen van agglomeratie terecht. Structuurschets Stedelijke Gebieden wilden de stad weer als een aantrekkelijke woonomgeving maken. Reürbanisatie: mensen trekken opnieuw van de suburbs en platteland naar de stad toe. Vier fases en drie gebieden van stedelijke ontwikkeling onderscheiden. Drie gebieden: - Kern: de centrale stad in het gebied; - Ring: de dorpen en eventueel kleinere steden in het gebied die voor hun werkgelegenheid en voorzieningen sterk op de kern zijn georiënteerd en waarvan het grondgebied een gesloten geheel vormt; - Agglomeratie: kern en ring samen. Vier fasen: - Urbanisatie: deze vindt plaats als de bevolkingsgroei van de kern groter is dan die van de ring, en de bevolking van de agglomeratie als geheel groeit; - Suburbanisatie: deze vindt plaats als de bevolkingsgroei van de ring groter is dan die van de kern, en de agglomeratie nog steeds groeit; - Desurbanisatie: deze vindt plaats als de daling van de kern leidt tot een daling van de bevolking van de agglomeratie; - Reürbanisatie: deze vindt plaats als bij een afnemende agglomeratiebevolking het aandeel van de kern in de totale bevolking van de agglomeratie weer toeneemt. Door suburbanisatie daalt het inwonertal van veel steden. Doordat de drempelwaarde niet gehaald werd nam het aantal voorzieningen af. Voor andere voorzieningen betekende de herverdeling dat er een nieuwe locatie gevonden moest worden om toch alle klanten goed te kunnen bedienen. Bijvoorbeeld ziekenhuizen kwamen aan de rand van de stad aan belangrijke toegangswegen te liggen. Paragraaf 3 Bewoners van steden moeten we als volgt onderscheiden: - Naar leeftijd; - Naar etniciteit; - Naar sociaal-economische situatie. Voor wie is de stad aantrekkelijk? - 20 tot 24 jaar: ze komen voor opleiding of werk, willen genieten van het uitgaansleven en kunnen voor het eerst zelfstandig gaan wonen tot 34 jaar: ze willen carrière maken in een goedbetaalde baan en volop deelnemen aan wat de stad aan cultuur en vermaak te bieden heeft ( yuppen en dinkies ). - Bejaarden: ze wonen vaak al heel lang in de stad en zijn daaraan gehecht. Ze kennen veel mensen, hebben alle voorzieningen bij de hand en hebben soms ook geen geld om te verhuizen. Ze zijn erg honkvast ( oude bomen moet je niet verplanten ). Voor wie is de stad niet aantrekkelijk? 0 tot 14 jaar en hun ouders, 35 tot 50 jarigen: voor gezinnen met jonge kinderen is de stad vaak niet aantrekkelijk. De huizen zijn niet comfortabel genoeg, de meeste huizen hebben geen tuin en in de omgeving zijn er weinig groenvoorzieningen waar de kinderen kunnen spelen. Het drukke verkeer is erg gevaarlijk voor kinderen. Er zijn drie categorieën: Pagina 6 van 17

7 - Personen met een niet-nederlandse nationaliteit (Grieken, Duitsers, Turken, Engelsen, Marokkanen, Amerikanen); - Personen met een Nederlandse nationaliteit maar oorspronkelijk niet uit (dit deel van) Nederland afkomstig (Indonesiërs, Surinamers, Antilianen, adoptiekinderen uit Korea, Sri Lanka, enzovoort); - Overige Nederlanders. Vooral de grote steden vormen de vestigingsplaats van de eerste categorie, en de tweede categorie. Ook de migratie vanuit de centrale steden naar de omringende suburbs bestaat voor een groot deel uit witte Nederlanders. Ook in Amsterdam vallen onder buitenlanders niet alleen de mensen uit mediterrane landen en vluchtelingen maar ook Britten, Duitsers, Amerikanen, Fransen en Belgen. Sociaal-economische status: positie van mensen op basis van hun opleiding, inkomen en werk. Opleiding en inkomen Vooral mensen met een hoog inkomen + opleiding wonen in de suburbs, terwijl grote steden worden gekenmerkt door een gemiddeld wat armere bevolking. Om buiten de stad te wonen en in de stad te werken is het onder andere noodzakelijk de vervoerskosten te kunnen betalen. Voor mensen met een laag inkomen vormen deze kosten een relatief grote aanslag op hun besteedbare budget. Werklozen en mensen met een uitkering In de steden wonen relatief veel mensen met een uitkering. In de eerste plaats kijken we naar de werkloosheidscijfers. In de tweede plaats kijken we naar de mensen die niet meer kunnen werken door onder andere ziekte. Deze mensen hebben recht op een uitkering volgens de AAW (Algemene Arbeidsongeschiktheids Wet) of de WAO (Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering). Ook hier zien we dat de centrale stad een sociaal-economisch zwakkere bevolking heeft dan de suburbs. Paragraaf 4 Om het voorzieningenniveau op peil te houden moeten de centrale steden investeren. Omdat grote gemeenten nogal wat kosten maken, zijn daar de lokale belastingen relatief hoog. Van het belastingsgeld worden o.a voorzieningen in stand gehouden waar inwoners van omringende suburbs wel gebruik van maken maar niet (door lokale belastingen) aan meebetalen. Nederland heeft sinds 1851 gemeenten. Verschillende redenen om gemeenten samen te voegen: - In kleine gemeenten is het moeilijk een bestuurlijk en uitvoerend apparaat van voldoende omvang in stand te houden, terwijl veel problemen van gemeenten zo ingewikkeld zijn dat er steeds meer specifieke deskundigheden (ambtenaren) nodig zijn. - Sommige steden hebben geen ruimte over om te bouwen. Veel mensen uit de suburbs maakten gebruik van de stad om er te werken, uit te gaan en te winkelen. Omgekeerd maakten stedelingen gebruik van de omringende dorpen om er te gaan wonen en te recreëren. Stad en suburbs vervulden dus verschillende functies voor elkaar binnen de agglomeratie. Veel van de grote steden vinden dat de omringende suburbs moeten gaan mee betalen aan de kosten die de centrale steden maken. Andere zeggen dat er geen sprake meer is van een stad maar van een stedelijk gebied dat over de gemeentegrenzen heen is gegroeid. Binnen dat stedelijk gebied vervullen de verschillende onderdelen allemaal een eigen taak, ze hebben hun eigen functie: - Plekken waarop vooral gewoond wordt; - Plekken waar de werkgelegenheid geconcentreerd is; - Recreatiegebieden zijn weer ergens anders. Pagina 7 van 17

8 Het merkwaardige is dat het besturen van een systeem is verdeeld over verschillende gemeenten. De bestuurlijke jas van de stad is te klein geworden. Velen vinden dat gemeenten die bij elkaar horen ook onder een bestuur, bijvoorbeeld een stadsprovincie of een stadsgewest, moeten worden geplaatst. Inwoners van dorpen willen hun eigen identiteit bewaren. Fysiek-ruimtelijke structuur: inrichting van de ruimte door middel van concrete objecten zoals gebouwen, (spoor)wegen, rivieren enzovoort. De ontwikkelingen: - Door toenemende welvaart en mobiliteit neemt de actieradius van veel mensen toe; - Daardoor zijn bepaalde groepen mensen uit de stad vertrokken; - In de stad zijn de sociaal-economisch zwakste groepen achtergebleven; - Stad en suburb zijn van elkaar afhankelijk voor wonen, werken en voorzieningen; ze vormen een systeem; - Voor een eerlijke verdeling van de kosten die gemaakt worden om het systeem in stand te houden, is samenvoeging van de gemeenten van dat systeem noodzakelijk. Paragraaf 5 Een grote vraag is of gemeenten niet een bepaalde minimum- of maximumgrootte moeten hebben. Twee argumenten spelen daarbij een grote rol: efficiëntie en bereikbaarheid. Als een gemeente klein is, wordt het moeilijk bepaalde taken efficiënt uit te voeren. Er is een mogelijkheid om als gemeenten samen te werken. Daarvoor is de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) bedacht. Toch is het handiger om gemeenten te hebben die al hun taken voor hun burgers zelfstandig kunnen regelen. Als je iets wilt weten of moet regelen, is dat in een kleine gemeente makkelijker dan in een grote gemeente. Kleine gemeenten worden samengevoegd tot grotere zodat alle taken goed uitgevoerd kunnen worden. Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 Verschillende samenwerkingsorganisaties: Defensieve organisaties: handhaving van vrede en veiligheid (NAVO) Economische organisaties: bevordering van onderlinge handel en ontwikkeling van nationale economie (EVA) Politieke organisaties: bevorderen van politieke samenwerking of eenwording (Raad van Europa) Raad van Europa: (1949) intergouvernementeel overlegorgaan van zelfstandige staten, gericht op Europa als democratische eenheid. Verenigde Naties: intergouvernementeel overlegorgaan van zelfstandige staten, met als doel democratische eenheid in de wereld te bevorderen. OESO: (1948) Organisatie van Europese Samenwerking en Ontwikkeling. Hierin werd de onderlinge verdeelsleutel afgesproken. Aan welke landen Amerika Marshallhulp verschafte etc. oprichtingen in jaren 50: EEG: Europese Economische Gemeenschap (1957) creëren van een gemeenschappelijk markt en het economische beleid op elkaar afstemmen. EGKS: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (1951) Supranationaal orgaan dat de Frans Duitse kolen en staal productie beheerde. Pagina 8 van 17

9 Euratom: Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1958) Een samenwerkingsorganisatie tussen Europese landen op het gebied van atoomenergie. EG (Europese Gemeenschap): EEG + Euratom + EGKS samengevoegd. binnen Europa ontstaan economische organisaties: EVA of EFTA: (1960) Europese Vrijhandel Associatie met lidstaten voornamelijk uit Scandinavische landen en Alpenlanden. Comecon: (1949) Raad voor wederzijdse economische hulp tussen voormalige Sovjetunie en Oost- Europese landen. Deel van deze lidstaten vormt na val van Sovjetunie CEVA. CEVA: Centrale Europese Vrijhandelassociatie. Na de val van de Sovjetunie was dit de nieuwe Comecon Europese Unie: de EG + Verdrag van Maastricht werd in 1991 de Europese Unie. De EU bestaat uit: - De EPU (Europese politieke unie) - De EMU (economische en monetaire unie) Waarom oprichting van de EU: 1. politiek machtsblok 2. creëren van gemeenschappelijke afzetmarkt tegen de VS en de Sovjetunie 3. behouden van rust en veiligheid binnen Europa. Twee vormen van Europese eenwording mogelijk: Samenwerking: Organisatievorm waarbij het gaat om intergouvernementeel overleg waarbij elke staat zijn gehele soevereiniteit behoudt. (tussen regeringen onderling) Integratie: Organisatievorm waarbij lidstaten bepaalde nationale bevoegdheden overdragen aan een overkoepelende organisatie. (bijv. EU) Integratie gaat dus verder dan samenwerking Bij oprichting van de EEG hadden landen verschillende visies: Frankrijk: wilde de politieke en economische macht van Duitsland inperken, met name de zware industrie Duitsland: zag toetreding tot de EG als politieke erkenning en toelating tot een stabiele afzetmarkt Op basis van deze verschillen zijn er 2 modellen: 1. Het Atlantisch model: bestaan van stevige banden tussen de EU en Noord-Amerikaanse staten. 2. Het Rijnlandse model: de aandacht gaat uit naar het hart van de EU, is meer continentaal gericht. Verdrag van Schengen: (1985) verdrag met als doel afschaffing van grenscontroles tussen aantal lidstaten van de EG (over personen, makkelijke verplaatsing binnen EU) Verdrag van Maastricht (1991): euro besluit Verschillende snelheden: Voordelen: stokt het integratie proces niet en haken er geen lidstaten af. Nadeel: uiteenvallen van EU in kleine groepjes met verschillende idealen Schaalvergroting: de wereld is een samenhangend geheel geworden door: - Import en export van producten - Uitwisseling van informatie - Politieke samenwerking Paragraaf 2 Nederland hoge inactiviteit: een groot deel van de bevolking is voor een lange tijd werkloos. Hierdoor Pagina 9 van 17

10 daling van BNP per hoofd van bevolking. Zwakke kanten van Ned economie: - Hoge staatsschuld - Hoge collectieve lasten - Hoge inactiviteit Sterke kanten van de Ned economie: - Goed opgeleide bevolking - Stabiel financieel economisch klimaat - Kwalitatief hoogwaardige kennisinfrastructuur - Grote voorraden aardgas - Kapitaalkrachtig - Internationaal georiënteerde bedrijfsleven Hoe meet men economische positie van een land: - BNP per hoofd van de bevolking (: Bruto Binnenlands Product) - Verdeling beroepsbevolking over de verschillende categorieën bestaansmiddelen. - Bruto Toegevoegde Waarde die de verschillende categorieën bestaansmiddelen leveren aan Ned economie (hoe meer, hoe beter) - percentage werklozen van de totale bevolking - aandeel van intra-eu-invoer van de totale invoer - aandeel van intra-eu-uitvoer van de totale uitvoer Beslissingen van de EU hebben gevolgen voor de economische ontwikkeling en positie in de beroepssectoren: 1. Landbouw 2. Visserij 3. Industrie 4. transport, diensten en distributie 1. Landbouw Agrosector: categorie van agrarische bestaansmiddelen bestaande uit akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en bosbouw. Landbouw belangrijkste bron van inkomsten. Verschillende soorten landbouw in de EU door: - Fysische factoren: klimaat, bodemvruchtbaarheid - Andere factoren: verschil in eetgewoonten, historische ontwikkeling van een land. Regionale specialisatie: het verbouwen van producten in het land van de EU waar dat fysisch mogelijk is en economisch het goedkoopst is. GLB (1958) gemeenschappelijk landbouw beleid: Het structuurbeleid: gericht op - afzonderlijke verbetering van landbouwstructuur - verhoging v.d. kwaliteit van producten - ontwikkeling van efficiëntere productiewijze (ruilverkaveling, mechanisering,automatisering) Deze worden door de EU afzonderlijk gefinancierd EU treft steunmaatregelen voor de agrarisch zwakkere binnen de EU om afzetmogelijkheden van hun landbouwproducten te vergroten Pagina 10 van 17

11 Het markt- prijsbeleid: wanneer de reële marktprijs onder het vastgestelde niveau (richtprijs/interventieprijs) kwam, vulde de EU dit tekort aan. De EU kocht deze producten dan tegen de minimumprijs/garantieprijs. Op deze manier werd de prijs van landbouwproducten gehandhaafd. EU hielp boeren met export van hun goederen d.m.v. subsidies (exportrestitutie) Boeren in staat relatief goedkoop te produceren voor het buitenland. Dit beleid bracht veel nadelen en kosten met zich mee: - Aanbod werd groter dan de vraag (overschot), overschotten moesten worden verwerkt of opgeslagen, zorgde voor hoge kosten - de modernisering v.d. landbouw (gesteund door structuurbeleid) zorgde voor overproductie. - sommige producten bleven in prijs voortdurend onder het afgesproken niveau (EU veel geld kwijt aan subsidies) GATT: General Agreement on Tarrifs and Trade is een overeenkomst tussen landen met het doel handelsbarrières af te breken. Tegenwoordig WTO: World Trade Organization Oude landbouwbeleid gewijzigd van prijsondersteuning naar productiegebonden inkomstensteun. Tussen 1993 en 1996: - inkomenstoeslagen gegeven aan landbouw als compensatie voor de verlaging van garantieprijzen - maatregelen genomen om gebruik van productiemiddelen te beperken ( braaklegging, quotering van premies) - handhaving van exportsubsidies en invoerheffingen Deze maatregelen hadden de volgende consequenties: - afname van productie door: - braaklegging (granen) en quotering premies ( dierlijke sector) - extensivering als gevolg van lagere prijzen (granen) - afname v.d. export doordat de EU consumptie sneller steeg dan de productie Het vernieuwde beleid had gevolge voor de landbouwsectoren: 1. Akkerbouw: - de graansector krijgt directere concurrentie, vooral van de VS, waardoor grote afhankelijkheid ontstaat van steun van de EU. Wanneer deze uitblijft zijn de gevolgen zeer groot - er bestaat geen marktordening voor de aardappelensector Nederland is grootste producent dus meeste hinder 2. Vlees: gevolgen van verminderde overheidsbescherming hebben op deze sector nauwelijks effect, omdat Ned producten tegen de marktprijs kunnen afzetten en dus nauwelijks verliezen zal leiden 3. Zuivel: Geen drastische wijzigingen dus nauwelijks gevolgen 4. Tuinbouw: door toenemende vrije handel tussen de EU- lidstaten wordt eigen markt minder beschermd. Daardoor is er meer concurrentie te verwachten van andere landen binnen en buiten de EU. 2. Visserij Gemeenschappelijk visserij beleid: Beleidsmaatregelen: - quotering: elk jaar per land vastgestelde maximale hoeveelheid vis dat er gevangen mocht worden. - TAC (total allowable catch) beperkingen opgelegd die in toekomst moet zorgen voor blijvend goede Pagina 11 van 17

12 visstand: bepaald door biologen. Op lange termijn handhaven of verbeteren. - EEZ (Europese Exclusieve Zones) bepalen regels + voorwaarden waaraan vissers moeten voldoen om in gebied te mogen vissen. EU heeft alle EEZ s samengevoegd: communitaire zee 3. industrie Door vergrote afzetmarkt: bedrijven in staat meer winst te behalen, die weer in verdere ontwikkeling van het bedrijf kan worden gestopt Groeiende concurrentie zorgde ervoor: - kleine bedrijven moesten stoppen (niet opgewassen tegen concurrentie van buitenland) - grote bedrijven versterkten hun bedrijfsstructuur o.a. door de kennis die ze in het buitenland hadden opgedaan. Nadeel van Ned: kleine thuismarkt; daarom internationale contacten en handel van groot belang voor Ned industrie. Als gevolg van economische samenwerking is de afzetmarkt enorm vergroot, maar de toegang tot 1 Europese markt biedt naast veel mogelijkheden ook bedreigingen: - men moet wedijveren met sterke concurrenten uit het buitenland. Ook de overheid moet alert blijven: - overheid moet bedrijven in staat stellen met succes te blijven werken. En binnen de EU moet gezorgd worden voor een zekere bescherming van Europese bedrijven tegen grote concurrentie van Amerikaanse en Japanse industrie. 4. Transport, diensten en distributie Dynamische economie: het ontstaan van nieuwe bedrijven. In Nederland hard gewerkt aan: - een goed transport en distributienetwerk Nederland aantrekkelijk door: goede toegankelijkheid en gunstige ligging transport + communicatie: belangrijk in dienstensector Globalisering/ mondialisering: De samenhang tussen bedrijven over de hele wereld verspreid waarbij landgrenzen zijn vervaagd. Hierdoor internationale concurrentie steeds scherper. Trans- Europese netwerken: vervoers- en informatienetwerken van verschillende EU lidstaten die goed op elkaar aansluiten zodat goederen, diensten, mensen en informatie snel getransporteerd kunnen worden Interoperabiliteit: infrastructuur moet in heel Europa technisch gezien beter op elkaar aansluiten Nederland distributieland om dit te behouden: - Zorgen voor een goede infrastructuur - Ontwikkelen van knooppunten in het transportnetwerk Globalisering: samenhang tussen bedrijven/instellingen die over de wereld verspreid zijn waarbij landgrenzen vervaagd zijn 2 mainports: toegangshaven van land tot land of knooppunten van internationale vervoersnetwerken - zeehaven Rotterdam - luchthaven Schiphol door snelle ontwikkeling telecommunicatie kan Ned hun goederen- en informatiestromen steeds meer van elkaar loskoppelen (bijv. Dentex) Pagina 12 van 17

13 Kaarten 206 t/m belangrijk Paragraaf 3 Regionale differentiatie: sociale, economische, politieke of culturele verschillen tussen bepaalde deelgebieden of landen Sociaal-economische ongelijkheid: wanneer de verschillen in verschillende landen te groot worden Regionale ongelijkheid: onrechtvaardig sociaal- economische verschillen tussen bepaalde deelgebieden of landen NUTS: statistische verdeling van EU lidstaten in deelgebieden, namelijk landsdelen, provincies en COROP gebieden (om regio s proberen vergelijkbaar te maken i.v.m. geldverdeling EU) NUTS 1 niveau: verdeeld in landsdelen NUTS 2 niveau: verdeeld in provincies (subsidies) NUTS 3 niveau: verdeeld in COROP gebieden oftewel regio s Criteria om regionale ongelijkheid te vergelijken: - het BRP: Bruto Regionaal Product per inwoner - mate van werkloosheid - structuur van werkgelegenheid (hoge % landbouw zorgt voor laag % van BRP) Eu wil grote verschillen rijk en arm tussen de regio s verkleinen om: - grote arbeidsmigratie binnen de EU tegen te gaan Daarom heeft de EU structuurfondsen beschikbaar gesteld: - EFRO: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling - ESF: Europees Sociaal Fonds - EOGFL: Europees Oriëntatie en Garantiefonds voor de Landbouw Structuurfondsen: herstructurering van economisch activiteiten in bepaalde regio s Om te bepalen waar het geld van de verschillende fondsen heen gaat zijn er verschillende type regio s te onderscheiden: - doelstelling 1 regio s: het BRP ligt hier meer dan 25% lager dan het gemiddelde van de EU. Steunmaatregelen hebben betrekking op: - ontwikkelen van infrastructuur - verbeteren van energie en drinkwatervoorzieningen - aanmoediging van onderzoek en ontwikkeling - verschaffen van opleidingsmogelijkheden - hulp aan kleine bedrijven - doelstelling 2 regio s: gebieden waar het scheppen van werkgelegenheid en verbetering van het milieu vooropstaan. - nieuwe bedrijven aanmoedigen te vestigen - grond en gebouwen beschikbaar maken - stimuleren onderzoek en ontwikkeling - contacten tussen universiteiten en industrie bevorderen - doelstelling 5b regio s: gebieden waar accent ligt op het scheppen van niet agrarische werkgelegenheid: - ontvolking van het platte land tegengaan Paragraaf 4 Internationalisering: verspreiding van en samenwerking tussen bedrijven en instellingen in verschillende Pagina 13 van 17

14 landen (ontstaan doordat vele onderlinge relaties tussen bedrijven in verschillende landen een mondiaal dorp is geworden) Joint ventures: afspraken tussen ondernemingen in verschillende landen om samen aan een project te werken Globalisering: de samenhang tussen bedrijven over de hele wereld, waardoor landsgrenzen zijn vervaagd (ook wel mondialisering) Samenwerking: - handel in halffabrikaten - eindproducten - diensten internationalisering en globalisering mogelijk door: 1. technologische ontwikkeling: door betere transport- en communicatietechnieken kunnen grote hoeveelheden goederen in 1 keer over hele wereld worden getransporteerd. Bedrijven kiezen steeds vaker voor locatie bij afzetmarkt, omdat door automatisering voordeel van lagelonenlanden verdwijnen 2. de rol van multinationals vestigen zich in zoveel mogelijk landen om: - te profiteren van landen met lage loonkosten - protectionistische maatregelen te omzeilen - grondstofwinning in eigen beheer - om afzetmarkt te vergroten 3. de rol van de overheid Beschermen van eigen bedrijven door: - treffen van protectionistische maatregelen - vestiging van buitenlandse bedrijven aantrekkelijk maken door: vrijhandelzones in te stellen, gunstige investering en handelsvoorwaarden aan te bieden, of zorgen voor gunstige industriële infrastructuur - aansluiten bij economisch machtsblok als EU Triadisering: proces waarbij steeds meer economische en politieke relaties ontstaan door 3 machtsblokken in de wereld: West Europa (EU), Noord- Amerika (NAFTA), Japan Proces triadisering mogelijk door: - toename kapitaalintensieve productieprocessen (verplaatsing productie naar landen binnen Triade) - snelle technologische ontwikkelingen (investeringen in onderzoek en ontwikkeling, hiervoor is grote afzetmarkt vereist) - koopkracht en homogeniteit binnen de triade - protectionisme van de 3 kernregio s doel EU: creëren van 1 gemeenschappelijke markt met gemeenschappelijk handelsbeleid voor niet-eg-lidstaten Fort Europa: interne openheid, maar een sterke ontwikkeling van haar buitengrenzen. Verdrag van Rome: 1957 oprichting EEG - harmonische ontwikkeling van wereldhandel - geleidelijke afschaffing van beperking in internationaal handelsverkeer. - verlaging van tariefmuren Pagina 14 van 17

15 Protectionistische maatregelen door EU om interne markt af te schermen tegen import van goedkope goederen: - tariefmuren: invoerrechten op import - contingentering: maximale hoeveelheid vastgesteld - technische handelsbelemmeringen - grensbelemmeringen (administratieve belemmeringen) handelsbetrekkingen om economische relaties te versterken ontstaan vanwege: - geografische nabijheid van landen (EFTA) - relaties met voormalige koloniën (ACP-landen) - gelijkwaardige economische ontwikkelingen (NAFTA) EU afsluiting van volgende bilaterale en multilaterale overeenkomsten: 1. betrekkingen met de EFTA 2. betrekkingen met Midden en Oost Europa 3. betrekkingen met NAFTA, Japan, NIC s (Aziatische tijgers) 4. betrekkingen met ACP landen 5. betrekkingen landen rond de Middellandse Zee 6. betrekkingen met GSP landen vrijhandelsakkoord met landen EFTA en Israël: verbod op tarifaire belemmeringen voor handel in industriële producten tussen die landen en EU EER (=Europese Economische Ruimte): samenwerking tussen EU en andere Europese landen gericht op vrij verkeer van goederen, diensten en personen 3 soorten overeenkomsten: - Phare: steun bij herstructurering en privatisering van bedrijven en promotie kleine + middengrote bedrijven) - Associatieakkoorden (Europa-akkoorden): langzaam landen van dit akkoord toetreden tot EU - TACIS: zorgt voor technische ondersteuning MFN-clausule (=Most Favoured Nation): elk handelsvoordeel dat 2 lidstaten van GATT aan elkaar toekennen, automatisch wordt toegekend aan alle lidstaten (douanetarieven + invoerquota tussen WTOlanden verlaagd) Aziatische tijgers: Zuid-Korea, Taiwan, Thailand, Singapore, snelle economische ontwikkeling Vierde Lomé-Conferentie (1989): overeenkomst over handel, hulp en samenwerking tussen EU en ACPlanden voorkeuren vastgelegd - Vrije toegang van alle industriële producten van de ACP-landen tot EU-markt - Eu-subsidies: gelden voor industriële ontwikkeling, onderwijs, projecten gericht op vrouwenemancipatie, compensatie voor inkomstenverlies bij export door natuurlijke oorzaken of prijsschommeling op wereldmarkt (STABEX-systeem) - Financieringsfaciliteiten EU met landen rond Middellandse Zee associatie- of samenwerkingsovereenkomsten: - Douane-unie met Turkije, Malta en Cyprus - Akkoorden met Maghreb-landen en Mochrak-landen zijn puur handelsakkoorden GSP-regeling (=General System of Preferences): lagere douanetarieven voor producten uit die landen Pagina 15 van 17

16 Aantekeningen Regionalisme (bijv. Friezen) Seperatisme (bijv. ETA/Koerden) Irridentisme (bijv. Elzas/Frankrijk) enclaves Israël diaspora Demografie: zaken die te maken hebben met de mensen in een land Christaller: drempelwaarde: minimaal aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te blijven bestaan reikwijdte: maximale afstand die een klant af wil leggen om van een voorziening gebruik te maken verzorgingsgebied: gebied waarin de klanten wonen die van een bepaalde dienst gebruik maken - kunnen blijven bestaan want reikwijdte is groter dan de drempelwaarde bij verstedelijking (bv. Emmeloord) Wat zijn de voor- en nadelen als de dorpen bij de steden worden gevormd? Stad Dorp - meer inkomen - voorzieningenniveau stijgt - meer ruimte - investeringen - identiteitsverlies - raken eigen bestuur kwijt Toetreding EU 1957: Ned, Bel, Lux, Dui, Fr, It (= EEG) 1973: Ier, G-B, Den 1981: Gr 1986: Sp, Por 1995: Zw, Fin, Oos 2004: Pol, Est, Let, Lit, Tsj, Slow, Cyp, Hon, Mal, Slov waarom zitten Noorwegen en Zwitserland niet bij de EU? - Noorwegen: ze hebben veel olie - Zwitserland: ze hebben bankgeheimen doelen GLB (= Gemeenschappelijk Landbouw Beleid) - productieverhoging (d.m.v. schaalvergroting mechanisatie, specialisatie, intensivering) - ze verzekeren inkomen boeren - stabiele prijzen (nooit bereikt) - veiligheid voedsel krijgen steun van GLB: - 70 % verdient gemiddeld in EU - landbouwgebieden - herstructureringsgebieden De boeren hadden altijd een basisrichtprijs. Omdat de EU toch wel de subsidies zou betalen, gingen ze als Pagina 16 van 17

17 gekken produceren want de EU zou het toch wel betalen. Later hebben ze dit afgeschaft en hebben ze ingesteld dat elke boer maar een bepaald aantal producten mag produceren. Waarom trad Turkije wel/niet toe tot de EU? - Turkije moet eerst de kwestie Cyprus (helpen) oplossen - Turkije moet de mensenrechten beter naleven - Turkije moet eerst de positie van de Koerden verbeteren - Turkije moet eerst de relatie met Griekenland verbeteren - Turkije dient eerst de volkerenmoord op de Armeniërs (begin 20e eeuw) te erkennen verscheidenheid landbouw: 150 A Pagina 17 van 17

Samenvatting Aardrijkskunde Politiek en ruimtelijk gedrag

Samenvatting Aardrijkskunde Politiek en ruimtelijk gedrag Samenvatting Aardrijkskunde Politiek en ruimtelijk gedrag Samenvatting door een scholier 1779 woorden 11 juni 2003 6,8 49 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Atlantis Hoofdstuk 1 Politiek en ruimtelijk

Nadere informatie

Raad van Europa: intergouvernementeel overlegorgaan van zelfstandige staten, gericht op Europa als democratische eenheid. 1949

Raad van Europa: intergouvernementeel overlegorgaan van zelfstandige staten, gericht op Europa als democratische eenheid. 1949 Samenvatting door een scholier 1706 woorden 16 januari 2004 5,6 32 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Atlantis Verschillende samenwerkingsorganistaties: Defensieve organisaties: Doelstelling: handhaving

Nadere informatie

De Europese Unie: van Nederland tot de wereld

De Europese Unie: van Nederland tot de wereld Samenvatting door een scholier 3078 woorden 7 juni 2003 4,5 40 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Atlantis De Europese Unie: van Nederland tot de wereld Paragraaf 1 de roots van de Europese Unie:

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8 Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m 1.4 + 1.7, 1.8 Samenvatting door K. 958 woorden 9 november 2013 6,5 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting aardrijkskunde paragraaf

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 t/m 3, Politiek en Ruimte

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 t/m 3, Politiek en Ruimte Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 t/m 3, Politiek en Ruimte Samenvatting door een scholier 1423 woorden 15 november 2004 6,2 43 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Atlantis H 1 1.1 Een staat

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting door V. 1226 woorden 30 oktober 2016 7,1 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Par. 1.2 Er zijn 2 manieren om

Nadere informatie

Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering

Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Global Aantekening door F. 617 woorden 6 maart 2013 5,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk 1: Wereldglobal 2,3 Global: Global verandert

Nadere informatie

: Verandering van woonplek. 1.2: Gevolgen voor het ruimtelijk gedrag. 1.3: Hulpmiddelen om verplaatsingsgedrag in beeld te brengen

: Verandering van woonplek. 1.2: Gevolgen voor het ruimtelijk gedrag. 1.3: Hulpmiddelen om verplaatsingsgedrag in beeld te brengen Samenvatting door een scholier 2666 woorden 14 november 2007 7.5 13 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Politiek en ruimte 1. Ruimtelijk gedrag en bestuurlijke indeling Hoofdvraag: Welke samenhang bestaat

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 (Politiek en ruimte)

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 (Politiek en ruimte) Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 (Politiek en ruimte) Samenvatting door een scholier 2199 woorden 4 april 2004 7,7 54 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde H1 ruimtelijk gedrag en bestuurlijke

Nadere informatie

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

4,6. Samenvatting door L. 989 woorden 30 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Samenvatting door L. 989 woorden 30 november 2016 4,6 5 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde SAMENVATTING AK HOOFDSTUK 1. VWO 2. Primaire sector: landbouw, visserij, mijnbouw, jacht. Secundaire sector: industrie,

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2559 woorden 28 mei keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Politiek en ruimte

Samenvatting door een scholier 2559 woorden 28 mei keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Politiek en ruimte Samenvatting door een scholier 2559 woorden 28 mei 2007 6 3 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Politiek en ruimte Hoofdstuk 1, Veranderend ruimtelijk gedrag 1.1 Urbanisatie: Trek van platteland naar stad;

Nadere informatie

Antwoorden Economie Handel

Antwoorden Economie Handel Antwoorden Economie Handel Antwoorden door een scholier 973 woorden 14 april 2004 4,8 61 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen: Open Economie: Bijvoorbeeld: Nederland exporteert veel goederen en diensten

Nadere informatie

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde Boekverslag door H. 1034 woorden 15 februari 2007 6.6 80 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk 2 het Noorden tegenover het Zuiden 2 Noord- Zuidverhoudingen 2.1 De kloof wordt

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-II Eindexamen aardrijkskunde havo 000-II 3 Antwoordmodel Migratie en Vervoer Maximumscore de aantrekkingskracht van Frankrijk als voormalig koloniaal moederland / de gemeenschappelijke taal Maximumscore Uit

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door L. 382 woorden 27 juni 206 0 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde H3 Par 2 Een stad heeft 4 kenmerken: - een bepaalde, per land verschillende omvang;

Nadere informatie

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

6,6. Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1980 woorden 16 november 2006 6,6 197 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Inhoud: Voorwoord 3. - Wat verwachten we van dit werkstuk? - Hoe gaan we het aanpakken?

Nadere informatie

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! I.I De geboorte van de Europese Unie Zoals jullie waarschijnlijk wel weten zijn er de vorige eeuwen veel oorlogen in Europa geweest. Vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog

Nadere informatie

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten Arm en Rijk Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten 2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten De rijke Verenigde Staten Je kunt op verschillende manieren aantonen dat de VS een rijk land is. Het BNP

Nadere informatie

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van

Nadere informatie

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

DE WERELD VAN DE GROTE STAD DE WERELD VAN DE GROTE STAD VIER KENMERKEN VAN HET BEGRIP STAD Een bepaalde omvang, per land verschillend Een hoge bebouwingsdichtheid in vergelijking met het omringende gebied Een beroepsbevolking die

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting door Anne 1154 woorden 12 april 2017 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

Welke effecten zal de eventuele toetreding van Turkije tot de EU hebben voor de EU zelf en voor Turkije?

Welke effecten zal de eventuele toetreding van Turkije tot de EU hebben voor de EU zelf en voor Turkije? Werkstuk door een scholier 1649 woorden 4 januari 2005 6 101 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Vanaf 1 mei 2004 hebben we 10 nieuwe lidstaten van de EU. Deze nieuwe lidstaten zijn voornamelijk

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6 Samenvatting door S. 1381 woorden 8 april 2014 6,9 6 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 3.4 India Shining? De olifant staat erop India staat

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? 8.1 Waarom handel met het buitenland? Importeren = het kopen van goederen en diensten uit het buitenland. Waarom? -Goedkoper of van betere kwaliteit -Bepaalde

Nadere informatie

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten Spreekbeurt door een scholier 1713 woorden 9 december 2001 5,9 272 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdvraag: Wat is na 1980 het patroon

Nadere informatie

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan? Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg

Nadere informatie

Twee belangrijke aardrijkskunde vragen zijn waar komt iets voor? En waarom is het daar? Verklaring zoek je in interne factoren en externe factoren.

Twee belangrijke aardrijkskunde vragen zijn waar komt iets voor? En waarom is het daar? Verklaring zoek je in interne factoren en externe factoren. Samenvatting door Cristel 1008 woorden 26 juni 2016 7,1 3 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Het grensgebied tussen Mexico en de VS: Illegalen overschrijding van Mexicanen richting de verenigde staten.

Nadere informatie

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen INDONESIË Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen Structuur [1/2] De kandidaat kan gebiedskenmerken van een ontwikkelingsland beschrijven en analyseren. Het betreft: a. sociaal-geografische en fysisch-geografische

Nadere informatie

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad

Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Moeilijke besluiten voor de Europese Raad Korte omschrijving: Leerlingen gaan aan de slag met actuele Europese dilemma s. Er zijn vijf dilemma s. U kunt zelf kiezen welke dilemma s u aan de orde stelt.

Nadere informatie

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten? Samenvatting door L. 815 woorden 10 december 2013 4,7 74 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 april 2003 6,2 29 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Hoofdstuk 1 Paragraaf

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 7

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 7 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 7 Samenvatting door een scholier 363 woorden 3 maart 2005 6,6 67 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Gemengd bedrijf: landbouwbedrijf dat vroeger

Nadere informatie

5,5. Werkstuk door een scholier 1890 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

5,5. Werkstuk door een scholier 1890 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde Werkstuk door een scholier 1890 woorden 25 juni 2008 5,5 10 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde INLEIDING Deze P.O. bestaat uit hoofd- en deelvragen. Ik ga dit onderzoek uitvoeren in mijn eigen omgeving;

Nadere informatie

4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?

4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling? Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november 2004 4,3 19 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling? Vaak hebben mensen in een onderontwikkeld land ( of ontwikkelingslanden/de

Nadere informatie

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad.

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad. Samenvatting door Jonna 1751 woorden 20 april 2018 6,7 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Ak Samenvatting 3.2 Een stad heeft vier kenmerken: een bepaalde, per land verschillende omvang

Nadere informatie

Werkstuk Economie Arbeidsverdeling rijke en arme landen

Werkstuk Economie Arbeidsverdeling rijke en arme landen Werkstuk Economie Arbeidsverdeling rijke en arme landen Werkstuk door een scholier 2302 woorden 19 februari 2000 5,6 374 keer beoordeeld Vak Economie Inhoudsopgave 1. Inleiding en vraagstelling 2. Werkwijze

Nadere informatie

Geef een voordeel van exporteren. Geef een voordeel van importeren.

Geef een voordeel van exporteren. Geef een voordeel van importeren. Vraagkaarten - blauw & groen De verhouding tussen de euro en de dollar gaat van 1 EUR = 1, 5508 dollar naar 1 EUR = 1, 25 dollar. Is de dollar dan in waarde gedaald of gestegen? De dollar is in waarde

Nadere informatie

aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen

aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw 3 + 4 vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen Inhoud 3 vmbo-kgt MODULE 1 Arm en rijk Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders 5 Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en

Nadere informatie

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

H2: Europa, verenigd of versnipperd? H2: Europa, verenigd of versnipperd? Klas 2 Geo Vragen 5 1. Europa is te herkennen aan een aantal natuurkenmerken. Noem er drie. 6 2. Het aantal inwoners verandert door natuurlijk bevolkingsgroei (geboorte

Nadere informatie

Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018

Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018 Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018 1 Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Uitgangspositie Trends Uitdagingen

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I Eindexamen aardrijkskunde havo 000-I 3 Antwoordmodel Migratie en Vervoer Uit het antwoord moet blijken dat in de centrale stad (Amsterdam) het percentage 75-plussers afneemt, terwijl dit percentage in

Nadere informatie

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze Profit Europa is een van s werelds meest welvarende regio s en heeft een van de grootste interne markten. Deze positie wordt echter bedreigd door de snelle opkomst van Azië, maar ook door het steeds groter

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel Samenvatting door een scholier 1819 woorden 4 mei 2004 8,2 97 keer beoordeeld Vak Economie INTERNATIONALE HANDEL COMPLETE SAMENVATTING: H 1 T/M 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

1 Nigeria: rijk maar toch arm.

1 Nigeria: rijk maar toch arm. Samenvatting door een scholier 1570 woorden 25 juni 2008 6.7 99 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 1 Nigeria: rijk maar toch arm. Verwaarlozing van landbouw & industrie. Veel boeren zijn

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Afsluiting

Programma van Toetsing en Afsluiting Leerweg: TL Klas: 3 Vak: Aardrijkskunde Methode: De Geo Toetsnr 3.1.1 Arm en rijk H1 + Atlasopdrachten Wat moet je voor de toetsing doen? Weet hoe de verschillen ontstaan tussen arm en rijk in NL, VS en

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 + hoofdstuk 3 par. 1 t/m 4, Politiek en ruimte

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 + hoofdstuk 3 par. 1 t/m 4, Politiek en ruimte Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 + hoofdstuk 3 par. 1 t/m 4, Politiek en ruimte Samenvatting door een scholier 5826 woorden 13 maart 2007 7,4 66 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Atlantis

Nadere informatie

6,8. Samenvatting door een scholier 794 woorden 27 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. H3 Mens & werk. Paragraaf 1

6,8. Samenvatting door een scholier 794 woorden 27 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. H3 Mens & werk. Paragraaf 1 Samenvatting door een scholier 794 woorden 27 mei 2005 6,8 45 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi H3 Mens & werk Paragraaf 1 - Arbeid: alle activiteiten die nut opleveren voor degene die

Nadere informatie

SAMENVATTING SYLLABUS

SAMENVATTING SYLLABUS SAMENVATTING SYLLABUS Julie Kerckaert Inleiding tot het Europees en internationaal recht Academiejaar 2014-2015 Inhoudsopgave Deel 2: Inleiding tot het Europees recht... 2 1. Het juridisch kader van het

Nadere informatie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie Productiviteit, concurrentiekracht en economische ontwikkeling Concurrentiekracht wordt vaak beschouwd als een indicatie voor succes of mislukking van economisch beleid. Letterlijk verwijst het begrip

Nadere informatie

Schuivende panelen. Petra Berkhout

Schuivende panelen. Petra Berkhout Schuivende panelen Petra Berkhout Kerncijfers agrocomplex Nederland, 2012 2 Aandeel (%) van deelcomplexen in TW en werkgelegenheid, 2012 Deelcomplex Toegevoegde waarde Werkgelegenh eid 2012 2012 Akkerbouw

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale handel

Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting Economie Internationale handel Samenvatting door een scholier 1484 woorden 7 oktober 2003 5,5 44 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Internationale handel HS 1 Nederland handelsland Par.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl H5: Internationale betrekkingen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2004-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Politiek en ruimte Opgave 1 1 separatisme 2 Voorbeelden van juiste terreinen zijn: cultuur onderwijs per juist terrein 1 3 Juiste bevolkingskenmerken verwijzen naar: de sociaal-economische

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden Samenvatting door een scholier 1149 woorden 21 juni 2004 5,3 162 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting door Charley 1814 woorden 24 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting door Charley 1814 woorden 24 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde Samenvatting door Charley 1814 woorden 24 juni 2016 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo AK H3.2 T/M 3.4 3.2 INDIA, LAND VOL VERSCHILLEN Voor de 17e eeuw bestond India uit vele vorstendommen.

Nadere informatie

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100 Samenvatting door een scholier 1391 woorden 3 juni 2005 7 34 keer beoordeeld Vak Economie Economie de arbeidsmarkt hoofdstuk 4 en 5 Hoofdstuk 4 4.1 Werkgelegenheid in Nederland Alleen een opdracht 4.2

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 1310 woorden 17 februari 2009 8 3 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 11 Arbeidsmarkt = geheel vraag naar en aanbod van arbeid. Ondoorzichtige markt = werknemers+werkgevers

Nadere informatie

Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto

Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto Nederlands-Duitse grensstreek Sociaal-economische foto 1 Rabobank Groep Duits-Nederlandse grensstreek Inhoudsopgave Demografie Dynamiek, groen-grijs, beroepsbevolking, inkomen, migratie Werkgelegenheid

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 769 woorden 2 juni 202 6,7 54 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2 De wereld van een grote stad Een stad heeft

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 18 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 40 A. TITEL 1) Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord

Nadere informatie

Eindterm 1 de woon- en leefsituatie in buurten en wijken van Nederlandse steden en dorpen beschrijven en vergelijken. In dat verband kan hij/zij

Eindterm 1 de woon- en leefsituatie in buurten en wijken van Nederlandse steden en dorpen beschrijven en vergelijken. In dat verband kan hij/zij Explicitering bij de eindtermen aardrijkskunde Van toepassing bij centraal examen 2006 Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden KB en GL/TL De kandidaat kan Eindterm 1 de woon- en leefsituatie

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II Politiek en Ruimte bron 10 Aandeel van de lidstaten in de handel van de Europese Unie in procenten, 1998 30 % 25 20 22 25 Legenda: invoer uitvoer 15 10 8 8 15 15 10 11 9 9 15 12 5 0 6 5 2 2 1 0 België

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit Samenvatting door een scholier 825 woorden 24 juli 2005 7,2 19 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: On the move 1. Waar het gras groener is

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

4,7. Begrippenlijst door een scholier 297 woorden 15 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

4,7. Begrippenlijst door een scholier 297 woorden 15 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde Begrippenlijst door een scholier 297 woorden 15 januari 2005 4,7 43 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Paragraaf 5 Migranten: Mensen die van uit een land in een ander land komen wonen. Groepen

Nadere informatie

Samenvatting Economie H.8 / H.3

Samenvatting Economie H.8 / H.3 Samenvatting Economie H.8 / H.3 Samenvatting door R. 1151 woorden 15 juni 2013 5,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode 8.1 is dit verzekeren? Begrippen H.8 Verzekering: Een manier om je te beschermen

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3 Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april 2011 9,2 4 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Oefentoets hoofdstuk 3 Globalisering in steden: grootstedelijke gebieden in de VS 1 Bekijk bron 7. De bron

Nadere informatie

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december keer beoordeeld

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2179 woorden 5 december 2007 6,1 19 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Onze PO van geschiedenis gaat over de verschillende factoren van de handel. Ook in welke

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart 2011 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie Hoofdstuk 4 4.1 Het aanbod van arbeid Het aanbod van arbeid is gelijk aan de omvang van

Nadere informatie

Opvallend is Turkije, dit is een teken van het ontwikkelingsniveau van elk land. Turkije ligt op dat gebied

Opvallend is Turkije, dit is een teken van het ontwikkelingsniveau van elk land. Turkije ligt op dat gebied Werkstuk door een scholier 1965 woorden 10 maart 2003 5,3 141 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Letland (Le) is een van de kandidaat lidstaten van Europa voor toetreding tot de Europese Unie

Nadere informatie

1 De onderneming in de wereldeconomie

1 De onderneming in de wereldeconomie 1 De onderneming in de wereldeonomie Meerkeuzevragen 1.1 1.1 Globalisering is een proes a van wereldwijde eonomishe integratie door een sterke toename van de internationale handel en investeringen. b waarbij

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Uitbreiding EU

Werkstuk Aardrijkskunde Uitbreiding EU Werkstuk Aardrijkskunde Uitbreiding EU Werkstuk door een scholier 1646 woorden 23 juni 2004 4,5 90 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Opdracht Europese Unie: Opdracht 1: De Europese Unie bereidt zich voor

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming - Internationalisering Leidse regio www.leidenincijfers.nl BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2003-II

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2003-II Antwoordmodel Migratie en mobiliteit Opgave 1 1 Voorbeelden van een juiste verklaring zijn: De aanwezigheid van een groot asielzoekerscentrum in een bepaald economisch-geografisch gebied veroorzaakt een

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H7 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 7 Europese grenzen? Paragraaf 7.1 Wat

Nadere informatie

Zekerheden over een onzeker land

Zekerheden over een onzeker land Zekerheden over een onzeker land Parijs, 27 januari 2012 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Demografische feiten 2012-2020 Bevolking 17 miljoen (plus 0,5 miljoen) Jonger dan 20 jaar 3,7 miljoen (min 0,2

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting door een scholier 583 woorden 8 februari 2005 4,7 21 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 3, aantekeningen.

Nadere informatie

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010. Buitenlandse handel Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010. Link naar editie 2008/2009 van de Europese Schoolagenda: www.ec.europa.eu/consumers/empowerment/cons_education_en.htm#diary

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 9

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 9 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 9 Samenvatting door J. 163 woorden 13 mei 2015,8 28 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Paragraaf 1 eenheid in verscheidenheid EU: opgericht na 2

Nadere informatie

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld Samenvatting door een scholier 1909 woorden 17 april 2007 4,8 30 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Import: goederen uit het buitenland kopen Export: producten aan het buitenland verkopen Uitvoersaldo:

Nadere informatie

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni 2009 6,1 33 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2.1 Migratie Wat is migratie? migratie = van woonplaats veranderen Als je let op de

Nadere informatie

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken;

Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn werkstuk verwerken; Werkstuk door een scholier 2376 woorden 29 november 2001 7,3 29 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Ik ga het in mijn werkstuk over de euro en de Europese Unie hebben. De volgende punten zal ik in mijn

Nadere informatie

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit Samenvatting door een scholier 1633 woorden 8 juni 2007 6,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel. Hoofdstuk 1 Nederland handelsland. Nederland afhankelijk van handel omdat het

Nadere informatie

ONTSTAAN VAN DE EUROPESE UNIE

ONTSTAAN VAN DE EUROPESE UNIE ONTSTAAN VAN DE EUROPESE UNIE Hoe het begon 1870: Frans-Duitse oorlog om Elzas-Lotharingen Elzas-Lotharingen Welke grondstoffen vindt men terug in dit gebied? Hoe het begon 1870: Frans-Duitse oorlog om

Nadere informatie

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi "" ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi  ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1 Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1 Grenzen verdwijnen De schutting in jouw tuin is de grens tussen jouw tuin en die van de buren. Tussen woonwijken, gemeenten, provincies en landen zijn ook grenzen. Die grenzen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Gebieden: Indonesië Paragraaf 13 t/m 20

Hoofdstuk 3 Gebieden: Indonesië Paragraaf 13 t/m 20 Hoofdstuk 3 Gebieden: Indonesië Paragraaf 13 t/m 20 inhoud Ontbossing: kan ik effe vangen? (par. 13) Ontbossing: dag boom, dag bodem, dag vis (par. 14) Mogelijke oplossingen (par. 15) De positie van de

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II

Eindexamen maatschappijleer vwo 2003-II Opgave 1 Armoede en werk 1 Het proefschrift bespreekt de effecten van het door twee achtereenvolgende kabinetten-kok gevoerde werkgelegenheidsbeleid. / De titel van het proefschrift heeft betrekking op

Nadere informatie

Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1384 woorden 4 oktober 2005 6 4 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Geografische mobiliteit: mensen die zich verplaatsen omdat ze ergens anders

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door K. 14 woorden 3 februari 2014,1 12 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Wat is een stad? Een stad heeft 4 kenmerken: 4. Een bepaalde,

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie 4.1 Werk je voor loon of voor winst? Werknemer Werkgever zzp = je werkt in loondienst in opdracht van een werkgever en je ontvangt loon = je werkt als zelfstandige met werknemers in dienst en de nettowinst

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie