De keuze tussen video & foto voor online productpresentatie.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De keuze tussen video & foto voor online productpresentatie."

Transcriptie

1 De keuze tussen video & foto voor online productpresentatie. De verschillende effecten van online productpresentaties via video en foto op het gedrag van consumenten. Master Thesis Persuasieve Communicatie Graduate School of Communication Universiteit van Amsterdam Naam: Sebastiaan Krieger Studentnummer: Thesis Supervisor: Dhr. Dr. P. C. Neijens Amsterdam, februari 2017

2 Abstract Er is een grote stijging aan de gang als het gaat om online winkelen. Steeds meer mensen maken gebruik van het feit dat er nu vanuit huis aankopen kunnen worden gedaan in plaats van naar de winkel toe te moeten gaan. Dit heeft voor een concurrentiestrijd tussen online winkels gezorgd om consumenten aan te trekken. Om ervoor te zorgen dat de consumenten niet naar een andere online winkel toe gaan, is de presentatie van de producten van groot belang. Er is echter geen duidelijkheid over welke manier van productpresentatie voor een aangename winkelervaring zorgt. Er kan namelijk gekozen worden om de producten te presenteren via een simpele foto of er kan gebruik worden gemaakt van 3D-beelden, namelijk een video. Bij dit onderzoek is gekeken welke presentatievorm (foto versus video) zorgt voor een positieve attitude ten aanzien van de productpresentatie en of deze attitude doorwerkt op de merkattitude, attitude t.a.v. de webshop en de koopintentie. Daarbij is onderzocht of de shoporiëntatie en de betrokkenheid met het product invloed hebben op het verband tussen de productpresentatie en de attitude t.a.v. de productpresentatie. Uit de analyses blijkt dat de productpresentatie via een video zorgt voor een positievere attitude t.a.v. de productpresentatie dan een productpresentatie via foto en dat deze attitude doorwerkt op de merkattitude, attitude t.a.v. de webshop en de koopintentie. Echter hebben de shoporiëntatie en de betrokkenheid met het product geen invloed op het verband tussen de presentatievorm en de attitude t.a.v. de productpresentatie.

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk Paginanummer 1. Introductie 1 2. Theoretisch Kader Presentatievorm Hierarchy of effects & Cognitieve Respons Model Shoporiëntatie Productinvolvement Merkattitude & Koopintentie Merkattitude Koopintentie Attitude ten aanzien van de webshop Methode Onderzoeksopzet Shoporiëntatie & Productinvolvement Attitude t.a.v. de productpresentatie & percepties Merkattitude Koopintentie Attitude t.a.v. de webshop & percepties Resultaten Attitude t.a.v. de productpresentatie Shoporiëntatie Productinvolvement Merkattitude Koopintentie Merkattitude Koopintentie Attitude t.a.v. de webshop Conclusie Discussie Beperkingen Implicaties & Vervolgonderzoek Literatuurlijst Appendix 46

4 1. Introductie Leegstaande winkelpanden, rustige koopavonden en lege winkelstraten. De nieuwe digitale wereld heeft ervoor gezorgd dat steeds minder mensen de stad ingaan om hun spullen te kopen en steeds vaker van de mogelijkheid gebruikmaken om vanuit huis online te shoppen (Bilgihan & Bujisic, 2015; Lester, Forman, & Loyd, 2005; Mallapragada, Chandukala, & Liu, 2016). Er is door deze verandering van real life shoppen naar online winkelen een grote stijging van het aantal webwinkels in Nederland. In de periode tussen 2007 en 2015 is het aantal webwinkels verzesvoudigd en ging dit aantal van ruim vijfduizend in 2007 naar dertigduizend in 2015 (CBS, 2016). Een tegengestelde ontwikkeling vond plaats bij de fysieke winkels. Vooral in de kleding- en schoenensector moesten veel winkels de deuren sluiten (daling van 8,2 procent tussen 2010 en 2015). Daarbij blijkt ook dat pure webwinkels (alleen winkels online en geen fysieke winkel) in 2015 zeventien procent meer omzet hadden dan in Deze omzetgroei steekt sterk af bij de groei die de totale detailhandel in diezelfde periode realiseerde: amper 1 procent (CBS, 2016). De grote stijging in het aantal webshops en hun toegenomen omzet toont aan dat online winkelen belangrijk is geworden in de Nederlandse maatschappij (CBS, 2016). Door de groei in het aantal webshops is de concurrentie groot tussen de webshops, omdat het aantal consumenten gelijk blijft en het aantal webshops toeneemt (CBS, 2016; ATXmarketing.nl, 2016). Door de toenemende concurrentie is het voor online webshops van belang om een online ervaring te creëren die onderscheidend is van de concurrentie en ervoor zorgt dat de consument een aangename winkelervaring heeft (Belch & Belch, 2015; Bilgihan & Bujisic, 2015; Kim, Fiore, & Lee, 2007; Luo, Ba, & Zhang, 2012; Park, Stoel, & Lennon, 2008; Novak, Hoffman, & Yung, 2000; Weber, 1999). 1

5 Het onderscheidend zijn ten opzichte van de concurrentie wordt duidelijk verwoord door Jeff Bezos (oprichter en CEO van Amazon.com): creating a compelling online experience for cyber customers is the key to competitive advantage on the Internet (Weber, 1999). Voordat het mogelijk was om online te winkelen, werd (en wordt nog steeds) door de retailer getracht om de winkelervaring zo aangenaam mogelijk te maken (Park et al., 2008). Dit wordt onder andere gedaan door muziek af te spelen, verlenen van goede service en daarnaast de producten op zo n manier te presenteren die attractief is voor de consument. Het presenteren van de producten is van belang voor de consumenten, zodat ze het product van alle kanten kunnen zien, voelen, proberen en beoordelen (Park et al., 2008; Peck & Childers, 2003). Nu het online winkelen steeds populairder is geworden en er steeds meer online winkels zijn, is het van belang om de producten in de webwinkel op een zo attractieve manier te presenteren om de online ervaring van consumenten zo aangenaam mogelijk te maken (Bilgihan & Bujisic, 2015; Kim et al., 2007; Luo et al., 2012; Park et al., 2008). Het is daarentegen moeilijk voor online winkels om dezelfde aangename ervaring van real-life winkelen te realiseren, aangezien de consumenten niet het product kunnen zien en ervaren zoals in de winkel (Park et al., 2008; Peck & Childers, 2003). Dit kan echter volgens Wagner (2005) enigszins gerealiseerd worden door producten zo te presenteren dat de consument een gevoel van being there heeft. Alleen zijn er veel verschillende perspectieven en meningen over welke manier van productpresentatie voor de meest aangename online winkelervaring zorgt (Bilgihan & Bujisic, 2015; Kim et al., 2007; Li, Daugherty, & Biocca, 2002; Park et al., 2008; Wagner, 2005). Er zijn verschillende manieren om een product in een webshop weer te geven. Dit heeft ervoor gezorgd dat er verschillen in productpresentatie te zien zijn tussen online webshops (Li, Daugherty, & Biocca, 2002; Park & Stoel, 2005; Park et al., 2008). Allereerst werd er bij de eerste online winkels gebruik gemaakt van tweedimensionale digitale foto s in combinatie 2

6 met een beschrijving in tekst om de real-life winkelervaring na te bootsen (Park & Stoel, 2002). Tegenwoordig kan er door de vernieuwing in technologie ook voor andere presentatievormen worden gekozen om de in-store ervaring na te bootsen (Wagner, 2005). Een voorbeeld van deze vernieuwing is het gebruik van 3D-beelden. Dit kan onder andere door foto s te laten zien die door de consument zelf kunnen worden geroteerd of het gebruik van video s om alle kanten van het product te belichten (Kim, Kim, & Lennon, 2009; Park et al., 2008; Prenger, 2016). Er wordt tegenwoordig van zowel 2D als van 3D-beelden gebruik gemaakt, omdat niet duidelijk is welke manier van presentatie voor de meest aangename online ervaring zorgt. Dit is onder andere afhankelijk van de voorkeuren van de consumenten, want de ene consument vindt het aangenamer om een video te bekijken over het product, terwijl de andere consument een foto wil zien (Prenger, 2016). Deze keuze kan onder andere afhankelijk zijn van de shoporiëntatie van consumenten (Delafrooz, Paim, Haron, Sidin, & Khatibi, 2009). Aan de ene kant zijn er utilitaristische consumenten die doelgericht en tijdbesparend te werk willen gaan tijdens het online shoppen (Wolfinbarger & Gilly, 2001). Aan de andere kant zijn er de hedonistische consumenten die vooral de ervaring (entertainment, opwindend etc.) belangrijker vinden dan het bereiken van doelen (Wolfinbarger & Gilly, 2001). Daarnaast kan ook de mate van involvement (betrokkenheid) met het product invloed hebben op wat een consument de meest aangename manier van productpresentatie vindt (Fiore, Kim, & Lee, 2005). Er wordt daarom hier onderzocht of de shoporiëntatie en de betrokkenheid van de consumenten de oorzaken kunnen zijn voor de verschillende effecten van presentatievormen. Deze verschillende effecten van de presentatievormen zijn gericht op de attitude ten aanzien van de productpresentatie en het doorwerkende effect op de merkattitude, attitude t.a.v. de webshop en de koopintentie voor het getoonde product (Bai, Law, & Wen, 2008; Ha & Perks, 2005; Kim et al., 2007). 3

7 Er is nog geen eenduidigheid in de wetenschap over welke presentatievorm voor de meest aangename online winkelervaring zorgt bij consumenten (Bilgihan & Bujisic, 2015; Kim et al., 2007; Li et al., 2002; Park et al., 2008; Wagner, 2005). Dit onderzoek zal meer inzicht geven over de verschillende presentatievormen en de redenen voor deze verschillende resultaten. Allereerst wordt er gekeken naar de meest effectieve manier van productpresentatie als het gaat om attitude t.a.v. de productpresentatie en of er een doorwerkend effect is op de merkattitude, attitude t.a.v. de webshop en de koopintentie. Verder is nog niet eerder gekeken naar de effecten van de voorkeuren van consumenten op de beoordeling van de presentatievormen in online webshops (Prenger, 2016). Dit onderzoek zal daarom meer kennis geven over de effecten van consumentvoorkeuren bij het online winkelen. Verder heeft het onderzoek ook een praktische bijdrage voor webshopbeheerders. Dit onderzoek zal de verschillende effecten van de presentatievormen laten zien en zal daarbij aantonen welke presentatievorm het meest effectief is om mensen te overtuigen tot aankoop. De resultaten zullen een overzicht geven van de effecten van verschillende productpresentaties, wat kan leiden tot een keuze van een presentatievorm voor webshopbeheerders. Deze bovenstaande informatie kan verwerkt worden tot één duidelijke onderzoeksvraag, namelijk: RQ: Wat is de invloed van de productpresentatie (video versus foto) op de attitude ten aanzien van de productpresentatie, als er rekening wordt gehouden met de shoporiëntatie en de productinvolvement, en hoe werkt dit door op de attitude ten aanzien van de webshop, de merkattitude en de koopintentie. 4

8 2. Theoretisch kader 2.1 Presentatievorm Zoals in de introductie is aangegeven, is online shoppen steeds populairder en winstgevender geworden in Nederland (CBS, 2016). Dit komt onder andere door het feit dat het makkelijker is om vanuit huis te shoppen dan wanneer je naar de winkel toe moet gaan (Prenger, 2016). Alleen gemakzucht zorgt er echter niet voor dat een consument een product online gaat kopen, namelijk de productpresentatie is van belang voor het online aankoopproces van de consument (Kim et al., 2007; Prenger, 2016; Yoo & Kim, 2014). De webshopbeheerder moet de producten zo presenteren om de consument te overtuigen tot het aanschaffen van het product (Kim et al., 2007; Park et al., 2008; Yoo & Kim, 2014). De online productpresentatie is vergelijkbaar met de productpresentatie in de traditionele winkels, maar toch ook weer anders. Waar een consument in de winkel, door de aanwezigheid van het product, het product op verschillende manieren kan ervaren via meerdere zintuigen (voelen, ruiken, zien, horen etc.), zijn webwinkels beperkt tot alleen het laten zien van het product (Vohs & Faber, 2007). Hier ligt de uitdaging voor webshopbeheerders om het ontbreken van de zintuigelijke ervaring van de producten te compenseren met de productpresentatie (Park et al., 2008; Pranger, 2016; Wagner, 2005). Er zijn verschillende manieren om de producten te presenteren in een webshop. Allereerst kan het product getoond worden door één tweedimensionale foto te laten zien van het product (Prenger, 2016; Song & Kim, 2012). Ten tweede kan het product van meerdere kanten worden getoond, door meerdere foto s van het product te laten zien (Jeong, Fiore, Niehm, & Lorenz, 2009; Yoo & Kim, 2014). Ten derde kan het product van alle kanten in beeld worden gebracht door gebruik te maken van 3D-beelden via een video (Jiang & Benbasat, 2007; Park et al., 2008; Prenger, 2016). Er wordt allereerst gekeken naar wat de verschillende effecten waren van deze presentatievormen in voorgaand onderzoek. 5

9 2.2 Hierarchy of effects & Cognitieve Respons Model Om achter de effecten van de verschillende online presentatievormen op het consumentengedrag te komen, is er gekeken naar voorgaande onderzoeken en theorieën die dit eerder hebben onderzocht. Allereerst wordt er gekeken naar een theoretisch model dat de reacties van consumenten in kaart brengt, namelijk het hierarchy of effects model (Holbrook & Hirschman, 1982; Lavidge & Steiner, 1961; Yoo, Kim, & Stout, 2004). Het hierarchy of effects model kijkt naar de verschillende reacties die een consument heeft na het zien van een advertentie of een productpresentatie (Park et al., 2008; Yoo et al., 2004). Deze respons bestaat uit de cognitieve, affectieve en conatieve respons van de consument (Delafrooz et al., 2009; Holbrook & Hirschman, 1982; Kim et al., 2007; Li et al., 2003; Park & Stoel, 2002). De respons uit het hierarchy of effects model is verder uitgewerkt in het Cognitieve Respons Model (Belch & Belch, 2015; Delafrooz et al., 2009; Holbrook & Hirschman, 1982; Kim et al., 2007; Li et al., 2003; Park & Stoel, 2002). Dit model behandelt de verschillende stappen die de consument doorloopt tijdens het shopproces. Dit shopproces begint met de blootstelling aan het product (presentatievorm) en loopt door tot aan de intentie om het gedrag te vertonen (Greenwald, 1968; Mackenzie, Lutz, & Belch, 1986; Wansink, Ray, & Batra, 1994). Allereerst heeft de consument na de blootstelling aan de productpresentatie cognitieve en affectieve responses. Deze responses zijn gevoelens en gedachten over het product, de bron en de productpresentatie (Belch & Belch, 2015). Deze responses zorgen voor de vorming van de attitude van de consument. Er zijn twee attitudes die worden gevormd aan de hand van de cognitieve en affectieve respons, namelijk: de attitude t.a.v. de productpresentatie en de merkattitude. Tenslotte hebben de gevormde attitudes invloed op de koopintentie van de consument (Belch & Belch, 2015). Zoals eerder is aangegeven is er nog geen eenduidigheid over de online presentatievorm die voor de meest aangename winkelervaring zorgt (Bilgihan & Bujisic, 2015; Kim et al., 2007; 6

10 Li et al., 2002; Park et al., 2008; Prenger, 2016; Song & Kim, 2012; Yoo & Kim, 2014). Er zijn onderzoeken geweest die zeggen dat één enkele foto zorgt voor een aangenamere winkelervaring, waar andere onderzoeken zeggen juist dat 3D-beelden via een video een betere manier van productpresentatie is. Bijvoorbeeld het onderzoek van Li et al. (2002) toont aan dat 3D-beelden (video) ervoor zorgen dat de consument meer positieve affectieve en cognitieve responses hebben en dat de consument een positievere attitude heeft dan wanneer er een product presentatie waar 2D-beelden (foto) worden getoond. Dit komt doordat een video van het product meer informatie en beelden geeft van het product dan via één enkele foto. Daarbij concluderen Jiang en Benbasat (2007) dat een online presentatie van een product via een video zorgt voor een positievere attitude t.a.v. de presentatie en merkattitude dan wanneer er statische foto s worden getoond, omdat de bewegende beelden zorgen voor meer interactiviteit en het product levendig maakt (de real-life ervaring). Ten derde blijkt dat wanneer 3D-beelden worden getoond, dit door de consument als een realistisch beeld (zoals in de echte winkel) van het getoonde product wordt gezien dan wanneer er een tweedimensionale foto wordt getoond (Verhagen, Vonkeman, Feldberg, & Verhagen, 2014). Dit realistische beeld van het getoonde product zorgt voor een positievere attitude t.a.v. de productpresentatie (Verhagen et al., 2014; Park et al., 2008). Daarentegen is er ook onderzoek geweest dat concludeerde dat één enkele foto zorgt voor positievere attitude bij de consument (Yoo & Kim, 2014). Het onderzoek van Song en Kim (2012) laat zien dat consumenten een positieve attitude hebben en meer over het product te weten te komen, wanneer er één grote foto wordt getoond. Maar dit onderzoek vergelijkt alleen één enkele foto met meerdere foto s van het product en er wordt niet vergeleken met de 3D-beelden van een video. Daarbij blijkt dat de conditie met de meerdere foto s niet goed te vergelijken was met de enkele foto, omdat de foto s ongeordend en verspreid werden getoond in de webshop (Yoo & Kim, 2014). Er kan uit de voorgaande onderzoeken naar de verschillende effecten van productpresentatie worden 7

11 verwacht dat video zorgt voor een positievere attitude dan wanneer er één foto wordt getoond. Hieruit kan de volgende hypothese worden opgesteld, namelijk: H1: Een video van een product zorgt voor een positievere attitude ten aanzien van de productpresentatie dan wanneer er een foto van een product wordt getoond. Om nader inzicht te krijgen hoe de verschillende presentatievormen de attitude vormen, wordt er onderzocht welke percepties de attitude bepalen. Uit het onderzoek van Jeong et al. (2009) kwamen er verschillende percepties naar voren die invloed hebben op de vorming van de attitude tijdens het online shoppen, namelijk: affectieve, entertainment, esthetiek, informatief en escapisme percepties. Om te kijken welke percepties van de verschillende presentatievormen de attitude bij dit onderzoek bepalen is er een deelvraag bij deze hypothese opgesteld, namelijk: RQ1: Welke verschillende effecten zijn er tussen de presentatievormen op de percepties die de attitude ten aanzien van de productpresentatie bepalen? 2.3 Shoporiëntatie Consumenten hebben verschillende voorkeuren als het om winkelen of producten gaat (Wolfinbarger & Gilly, 2001). Vooral als het om winkelen gaat, zijn er twee duidelijke voorkeuren die een consument kan hebben, namelijk een utilitaristische shoporiëntatie en een hedonistische shoporiëntatie. Een utilitaristische shoporiëntatie houdt in dat een consument bewust te werk gaat tijdens het shopproces. Deze consumenten willen tijdens het winkelen zo efficiënt en doelgericht mogelijk aan hun product komen en hechten geen belangstelling aan een vermakelijke shopervaring (Babin, Darden, & Griffin, 1994; Bridges & Florsheim, 2008; Wolfinbarger & Gilly, 2001). Daarentegen is de ervaring voor hedonistische consumenten juist het meest belangrijk (Monsuwé, Dellaert, & de Ruyter, 2004; Wolfinbarger & Gilly, 2001). Hedonistische consumenten willen dat hun shopervaring leuk en vermakelijk is en 8

12 gaan niet doelgericht te werk tijdens het winkelen (Babin et al., 1994; Bridges & Florsheim, 2008; Holbrook & Hirschman, 1982; Monsuwé et al., 2004; Wolfinbarger & Gilly, 2001). Zoals eerder is aangegeven zijn de voorkeuren van een consument, zoals de shoporiëntatie niet eerder onderzocht als het om verschillende presentatievormen (foto versus video) gaat. Er is nog niet eerder gekeken naar het modererende effect van de shoporiëntatie tussen de presentatievorm en de attitude jegens deze presentatievorm. Er zijn echter wel eerder onderzoeken geweest naar de effecten van shoporiëntatie bij het online winkelen op verschillende variabelen (Bridges & Florsheim, 2008; Childers, Carr, Peck, & Carson, 2001; Delafrooz et al., 2009; Kim, Galliers, Shin, Ryoo, & Kim, 2012; Kim & Shim, 2002; Menon & Kahn, 2002; Moe, 2003; Monsuwe et al., 2004; Sorce, Perotti, & Wildrick, 2005; Wu, Wang, Wei, & Yeh, 2015). Zo blijkt uit verschillende onderzoeken dat utilitaristische consumenten zo min mogelijk tijd willen besteden aan de webshop en niet willen worden afgeleid door toevoegingen in een webshop (Monsuwe et al., 2004; Wu et al., 2015). Wanneer er minder afleidende toevoegingen aanwezig waren in de webshop, hadden de consumenten een positiever attitude t.a.v. de webshop. Het tegenovergestelde werd geconcludeerd voor hedonistische consumenten, die een fijne ervaring hadden door de extra toevoegingen in een webshop en daardoor een positievere attitude hadden t.a.v. de webshop (Delafrooz et al., 2009; Moe, 2003; Monsuwe et al., 2004; Wu et al., 2015). Uit andere literatuur zijn er vergelijkbare resultaten naar voren gekomen als het gaat om de beoordeling van de omgeving van de productpresentatie (Sorce et al., 2005). Wanneer de omgeving van de productpresentatie (zowel online als offline) niet afleidend was (afleidende muziek, toegevoegde beelden, endorsers), had dit een positieve invloed op de attitude en de koopintentie van utilitaristische consumenten. Dit zorgde daarentegen voor een minder positieve attitude van hedonistische consumenten, omdat zij de ervaring minder aangenaam vonden (Childers et al., 2001; Kim et al., 2012; Kim & Shim, 2002; Menon & Kahn, 2002). 9

13 Tenslotte blijkt dat tijdbesparing voor utilitaristische consumenten zorgt voor een positievere beoordeling van de webshop en een grotere koopintentie van het getoonde product dan voor hedonistische consumenten die juist meer tijd willen besteden aan het shopproces en het een avontuur vinden (Bridges & Florsheim, 2008; To, Liao, & Lin, 2007). Zoals hierboven aangegeven zijn extra toevoegingen in de webshop en tijdbesteding belangrijke factoren die invloed hebben op het winkelproces van consumenten. Dit kan verder worden onderzocht in dit onderzoek naar presentatievormen in webshops. Zo kost het bekijken van een video meer tijd dan het bekijken van één enkele foto (Bridges & Florsheim, 2008; Pranger, 2016; To et al., 2007). Daarbij is een video een toevoeging met extra beelden die als meer afleidend kunnen worden ervaren dan wanneer er één enkele foto wordt getoond (Kim et al., 2007; Song & Kim, 2012; Yoo & Kim, 2014). Uit bovenstaande gegevens over de shoporiëntatie van consumenten kunnen er nu twee hypotheses worden opgesteld, namelijk: H2a: Een video van het product heeft een positiever effect op de attitude ten aanzien van de presentatievorm wanneer de consument een hedonistische shoporiëntatie heeft dan wanneer er een foto van het product wordt getoond. H2b: Een foto van het product heeft een positiever effect op de attitude ten aanzien van de presentatievorm wanneer de consument een utilitaristische shoporiëntatie heeft dan wanneer er een video van het product wordt getoond. 2.4 Productinvolvement Niet alleen de shoporiëntatie is een voorkeur die de consument kan hebben tijdens het online shopproces, maar ook de betrokkenheid met het product (productinvolvement) kan invloed hebben op het shopproces van de consument (Fiore et al, 2005; Kim et al., 2007). De mate van betrokkenheid met een product houdt in hoe persoonlijk relevant en belangrijk het product voor een consument is (Koufaris, 2002; Zaichkowsky, 1985). Hoe de 10

14 productinvolvement invloed heeft op het shopproces, wordt verklaard via het Elaboration Likelihood Model (Petty & Cacioppo, 1986). Er zijn volgens het Elaboration Likelihood Model (ELM) twee manieren om getoonde productpresentaties te verwerken, namelijk via de centrale route of via de perifere route (Petty & Cacioppo, 1986). De centrale route wordt gebruikt wanneer de consument betrokken is bij het product en de perifere route wanneer de consument niet betrokken is bij het product. Wanneer een consument betrokken is bij het getoonde product, wil deze consument een productpresentatie met zo min mogelijk overbodige informatie en toegevoegde beelden zien (Finn, McQuitty, & Rigby, 1994; Griffith, Krampf, & Palmer, 2001; Zaichkowsky, 1985). Deze toegevoegde beelden zorgen voor afleiding en leidt de betrokken consument weg bij de daadwerkelijke boodschap. Daarentegen zorgen extra toegevoegde beelden juist voor consumenten die via de perifere route het bericht verwerken voor een meer aangenaam verwerkingsproces (Balabanis & Reynolds, 2001; Kwak, Fox, & Zinkhan, 2002). Deze perifere route houdt in dat de berichtgeving niet persoonlijk relevant is voor de consument en er minder aandacht wordt besteed aan de inhoud van het bericht, maar meer aan de toegevoegde elementen (muziek, bewegende beelden, humor, seks, etc.). Wanneer deze toegevoegde elementen als positief worden ervaren, zorgt dit voor een positievere attitude t.o.v. het bericht (Petty & Cacioppo, 1986; Petty & Wegener, 1999). Nu duidelijk is hoe het verwerkingsproces van een consument verloopt als het om zijn of haar betrokkenheid gaat, kan dit worden toegepast op de relatie tussen de presentatievorm en de attitude t.a.v. de presentatie. Er is, net als bij de shoporiëntatie, nog niet eerder gekeken naar het modererende effect van productinvolvement als het gaat om de beoordeling van presentatievormen. Er is daarentegen wel gekeken naar directe relaties bij het shopproces tussen de involvement van consumenten en verschillende variabelen (Chaudhuri, 2000; Finn et al., 1994; Kim et al., 2007; Koufaris, 2002; Lian & Lin, 2008; Wakefield & Baker, 1998; 11

15 Wang, Pallister, & Foxall, 2006). Allereerst is er geconcludeerd door Wakefield en Baker (1998) dat consumenten die meer betrokken zijn bij het productieproces, een positievere beoordeling hebben van de (real-life) winkel en er meer tijd zullen doorbrengen dan mensen met een lagere involvement. Hetzelfde werd geconcludeerd door Balabanis en Reynolds (2001) voor online winkels. Wanneer consumenten meer betrokken waren bij de website, wilden zij meer informatie opzoeken op de website en hebben deze consumenten een grotere koopintentie dan consumenten die minder betrokken zijn (Kwak et al., 2002). Er zijn ook onderzoeken die de directe relatie uitleggen tussen involvement en presentatievormen. Wanneer een consument minder betrokken is bij het product, vindt deze consument een presentatievorm met meer toegevoegde beelden aangenamer dan een consument die zeer betrokken is bij het product (Chaudhuri, 2000; Koufaris, 2002; Lian & Lin, 2008; Wang et al., 2006). Volgens deze onderzoeken vinden consumenten een video van een product meer toegevoegde beelden bevatten dan wanneer er één enkele foto van het product wordt getoond in een webshop (Lian & Lin, 2008; Wang et al., 2006). Daarentegen blijkt uit het onderzoek van Kim et al. (2007) dat een zeer betrokken consument een presentatievorm wil met toegevoegde beelden (3D-beelden) dan een minder betrokken consument. De betrokken consument wil het product van alle kanten zien om een goede beoordeling te kunnen geven. Voor de minder betrokken consument is één enkele foto meer dan genoeg om het product te beoordelen. De conclusie van Kim et al. (2007) is tegenstrijdig met het ELM, omdat daar juist wordt verwacht dat toegevoegde beelden meer invloed hebben op mensen met een mindere mate van betrokkenheid dan iemand met een grote mate van betrokkenheid. Er wordt bij dit onderzoek, op basis van voorgaande literatuur, verwacht dat de productinvolvement van een consument invloed heeft op de relatie tussen de presentatievorm en de attitude t.a.v. de productpresentatie. Alleen wordt er hier het tegenovergestelde 12

16 verwacht dan bij het onderzoek van Kim et al. (2007) en vastgehouden aan de verwachtingen vanuit het ELM (Chaudhuri, 2000; Koufaris, 2002; Lian & Lin, 2008; Wang et al., 2006). Dit zorgt voor de volgende hypotheses: H3a: Een video van het product heeft een positiever effect dan een foto op de attitude ten aanzien van de productpresentatie, wanneer de consument minder productinvolvement heeft dan iemand met meer productinvolvement. H3b: Een foto van het product heeft een positiever effect dan een video op de attitude ten aanzien van de productpresentatie, wanneer de consument meer productinvolvement heeft dan iemand met een lage productinvolvement. 2.5 Merkattitude & Koopintentie Merkattitude De vorming van de attitude ten aanzien van het merk kan worden verklaard aan de hand van het Cognitieve Respons Model (Belch & Belch, 2015; Fransen & van den Putte, 2012). Het Cognitieve Respons Model toont aan dat de merkattitude wordt gevormd na het zien van de presentatie van het product. Er is sprake van een transfer van de attitude t.a.v. de productpresentatie op de attitude t.a.v. het merk (Baker & Lutz, 2000; Belch & Belch, 2015; Fransen & van den Putte, 2012; Lancendorfer, Atkin, & Reece, 2008; Spears & Singh, 2012). Dit houdt in dat wanneer de consument een positieve attitude heeft t.a.v. de productpresentatie, dit ervoor zorgt dat de consument ook een positieve attitude heeft t.a.v. het merk (Burke & Edell, 1989; MacKenzie & Lutz, 1989; MacKenzie, Lutz, & Belch, 1986; Mitchell & Olson, 1981). Dit zorgt voor de volgende hypothese: H4: Hoe positiever de attitude ten aanzien van de productpresentatie, des te positiever is de merkattitude. 13

17 Er wordt hier, net als bij de attitude t.a.v. de productpresentatie, gekeken hoe deze attitude tot stand is gekomen op basis van de entertainment, esthetiek, informatie en escapisme percepties (Jeong et al., 2009). Er wordt onderzocht welke percepties de merkattitude bepalen en of deze percepties worden beïnvloed door de verschillende presentatievormen. Hieruit kan de tweede deelvraag worden opgesteld: RQ2: Welke verschillende effecten zijn er tussen de presentatievormen op de percepties die de merkattitude bepalen? Koopintentie Naast het directe effect tussen de attitude ten aanzien van de productpresentatie en de merkattitude, is er volgens het CRM ook een directe relatie mogelijk tussen de attitude t.a.v. de productpresentatie en de koopintentie (Belch & Belch, 2015; Zmuda, 2009). De koopintentie is de motivatie om bepaald gedrag te gaan uitvoeren (Eagly & Chaiken, 1993). Het is het maken van een bewust plan om een bepaald merk of product te gaan aanschaffen (Spears & Singh, 2012). Uit voorgaand onderzoek wordt de relatie tussen de attitude ten aanzien van de productpresentatie en de koopintentie bevestigd (Allen, 2000; Park & Stoel, 2005 Prenger, 2016; Song & Kim, 2012; Yoo & Kim, 2014). Wanneer een consument een positieve attitude heeft t.a.v. de productpresentatie zal hij dit product eerder gaan aanschaffen dan wanneer de consument een negatievere attitude heeft. Hieruit kan de volgende hypothese worden afgeleid: H5: Hoe positiever de attitude ten aanzien van de productpresentatie, des te groter de koopintentie. Er wordt in voorgaande literatuur en in het CRM geconcludeerd dat er ook een relatie is tussen de merkattitude en de koopintentie (Belch & Belch, 2015; MacKenzie et al., 1986; Batra & Ray, 1986; Spears & Singh, 2012). Deze relatie wordt uitgelegd in de Theory of 14

18 Reasoned Action van Fishbein en Ajzen (1975). Deze theorie geeft aan dat attitudes het daadwerkelijke gedrag beïnvloeden via gedragsintenties. Wanneer een consument een positieve attitude heeft zal dit zorgen voor een grotere gedragsintentie en zal uiteindelijk meer kans hebben om het daadwerkelijke gedrag uit te voeren. Dit wordt ook verwacht bij de relatie tussen de merkattitude en de koopintentie (Belch & Belch, 2012; Mackenzie et al., 1986; Spears & Singh, 2012). Wanneer een consument een positievere merkattitude heeft zal dit leiden tot een grotere koopintentie dan wanneer een consument een negatievere merkattitude heeft. Dit zorgt voor de volgende hypothese: H6: Hoe positiever de merkattitude is, des te groter is de koopintentie van de consument. 2.6 Attitude ten aanzien van de webshop Een variabele die niet voorkomt in het Cognitieve Respons Model, maar wel van belang is voor online webshops, is de attitude ten aanzien van de webshop (Kim et al., 2007). Voor webshops is het van belang dat consumenten een aangename online ervaring hebben om vervolgens vaker terug te komen naar de webshop (Fiore et al., 2005; Kim et al., 2007; Menon & Kahn, 2002). Uit het onderzoek van Kim et al. (2007) komt naar voren dat wanneer de attitude t.a.v. de webshop positief is, de consument een aangename shopervaring heeft en een grotere intentie heeft om terug te keren naar de webshop. De attitude t.a.v. de webshop is wel afhankelijk van de attitude t.a.v. de productpresentatie. Wanneer de consument een positieve attitude heeft ten aanzien van de productpresentatie zal dit zorgen voor een positievere beoordeling van de webshop (Kim et al., 2007; Fiore et al., 2005). Hieruit kan de volgende hypothese worden afgeleid. H7: Hoe positiever de attitude ten aanzien van de productpresentatie is, des te positiever is de attitude ten aanzien van de webshop. 15

19 Om net als bij de merkattitude en de attitude t.a.v. de productpresentatie nader inzicht te krijgen hoe presentatievorm de attitude vormt, wordt er onderzocht welke percepties de attitude t.a.v. de webshop bepalen. Er wordt hierbij gekeken naar de affectieve, entertainment, esthetiek, informatieve en escapisme perceptie (Jeong et al., 2009). Er wordt onderzocht welke percepties de attitude t.a.v. de webshop bepalen en of deze worden beïnvloed door de verschillende presentatievormen. Om te kijken welke percepties van de verschillende presentatievormen de attitude bij dit onderzoek beïnvloeden is er een deelvraag bij deze hypothese opgesteld, namelijk: RQ3: Welke verschillende effecten zijn er tussen de presentatievormen op de percepties die de attitude ten aanzien van de webshop bepalen? Naar aanleiding van de opgestelde hypotheses is het mogelijk om een conceptueel model te creëren dat de verwachte relaties weergeeft (zie Figuur 1). Figuur 1: De hypotheses samengevat in het conceptueel model Shoporiëntatie Attitude t.a.v. webshop H2ab H7 Presentatievorm H1 Attitude t.a.v. presentatievorm H4 Merkattitude H3ab H5 H6 Product involvement Koopintentie 16

20 3. Methode 3.1 Onderzoeksopzet Onderzoekspopulatie: Er werd gekeken naar de effecten van de verschillende presentatievormen op jongvolwassenen. Er is hierbij gekozen voor jongvolwassenen, omdat deze leeftijdsgroep (tussen de achttien en vijfendertigjaar) de grootste groep is die via webshops aankopen doet (CBS, 2014). De meeste online aankopen van deze jongvolwassenen waren uit de productcategorie kleding en sportproducten (68% van de online aankopen). Er is bij dit onderzoek gekozen voor een sportproduct. Er is voor één paar voetbalschoenen gekozen, omdat voetbal de populairste sport is in Nederland en met bijna zeshonderdduizend senioren voetballers (mannen en vrouwen) een zeer grote afzetmarkt heeft (KNVB, 2015). Dataverzameling: Om de doelgroep jongvolwassenen te bereiken, is er een online experiment met vragenlijst opgezet en verspreid. Allereerst werd het online experiment verspreid op de Universiteit van Amsterdam (studie Communicatiewetenschap) en de Hogeschool van Amsterdam (Sportmarketing afdeling). Dit werd gedaan, omdat hier sprake is van een groot aantal jongvolwassenen. Daarnaast is er ook sprake van een spreiding in geslacht en mate van betrokkenheid. De studie Communicatiewetenschap wordt grotendeels gevolgd door vrouwelijke studenten en de Sportmarketingafdeling grotendeels door mannelijke studenten. Daarbij zitten er meer mannen op voetbal en werd er verwacht dat de mannelijke studenten meer betrokkenheid zullen hebben met voetbal dan de vrouwelijke studenten. Om ook meer vrouwen in het onderzoek mee te nemen die betrokken zijn bij de sport werd het online experiment ook verspreid via twee voetbalclubs in Woerden. Dit is gedaan om meer proefpersonen te bereiken en waarvan zeker is dat deze proefpersonen een hoge productinvolvement hebben en dus zeer betrokken zijn bij het aanschaffen van voetbalschoenen. 17

21 Procedure onafhankelijke variabele: De onafhankelijke variabele bij dit onderzoek is de presentatievorm van de voetbalschoenen. Er werd bij dit onderzoek gebruik gemaakt van drie verschillende condities. Dit waren: een rotatievideo van het getoonde product, één foto van het product en vier foto s van het product (zie appendix). Er werd ook gekozen voor vier foto s van het product om zo de verschillen zo klein mogelijk te houden tussen deze conditie en de videoconditie, omdat er in de vier fotoconditie evenveel te zien is in de video (alle kanten worden van het product getoond). Om het getoonde merk voetbalschoenen te bepalen, is er gekeken welk merk het minste werd verkocht in Nederland bij een online webshop waarmee in dit onderzoek werd samengewerkt, namelijk Voetbalshop.nl. Het minst verkochte merk voetbalschoenen zijn van het merk Under Armour. Tenslotte is er gekozen voor de zwarte versie van deze voetbalschoenen, omdat dit de meest neutrale kleur is als het gaat om voetbalschoenen, maar nog wel steeds populair is (Persoonlijke mededeling Voetbalshop, 2016). Verdeling steekproef: Uiteindelijk hebben 147 personen meegedaan aan het onderzoek. Om te kijken of de juiste populatie is onderzocht, is er gekeken of de proefpersonen in de correcte doelgroep zitten (achttien t/m vijfendertig jaar) en of zij de juiste conditie hebben aangegeven. Er zijn twee personen die hadden aangegeven een video te hebben gezien, maar in de conditie met vier foto s zaten. Daarbij waren vier personen ouder dan 35 jaar. Deze zes personen zijn verwijderd uit het databestand. Uiteindelijk zijn de responses van 141 proefpersonen (N = 141) geanalyseerd. Er zijn 83 mannen en 58 vrouwen verdeeld over de drie condities met een gemiddelde leeftijd van 25,87 jaar (SD = 3,71) en een gemiddeld opleidingsniveau tussen MBO en HBO in (M = 5,52; SD = 1,36). Er waren geen significante verschillen tussen de verdeling van het geslacht, χ 2 (2) = 2,02, p =,364, de leeftijd, F (2, 138) =,335, p =,716 en het opleidingsniveau, F (2, 138) = 1,985, p =,141 over de condities. Tenslotte zijn ook geen significante verschillen gevonden tussen de 18

22 condities op productinvolvement, F (2, 138) =,162, p =,850 en shoporiëntatie, F (2, 138) = 1,277, p =,282. In tabel 1 is de verdeling over de condities weergeven. Tabel 1: Verdeling van de steekproef over de drie condities. Video (N = 42) Foto (N = 49) 4 Foto s (N = 50) Geslacht Man: 21; Vrouw: 21 Man: 30; Vrouw: 19 Man: 32; Vrouw: 18 Leeftijd M = 25,55; SD = 3,62 M = 26,18; SD = 4,19 M = 25,82; SD =3,31 Opleidingsniveau 1 M = 5,81; SD =,21 M = 5,25; SD =,19 M = 5,54; SD =,19 Involvement 2 M = 2,97; SD = 1,18 M = 2,19; SD = 1,14 M = 2,83; SD = 1,13 Shoporiëntatie 3 M = 2,97; SD = 1,12 M = 2,59; SD = 1,19 M = 2,86; SD = 1,25 1: schaal van basisonderwijs (1) wetenschappelijk onderwijs (7) 2: schaal van lage productinvolvement (1) hoge productinvolvement (5) 3: schaal van hedonistische shoporiëntatie (1) utilitaristische shoporiëntatie (5). 3.2 Shoporiëntatie & Productinvolvement Utilitaristische shoporiëntatie : De utilitaristische shoporiëntatie wordt gedefinieerd als: acquiring the benefit of the product needed, or acquiring the product more effortlessly during the shopping process (Babin et al., 1994). De consumenten met deze shoporiëntatie willen tijdens het winkelen zo efficiënt en doelgericht mogelijk aan hun product komen en hebben geen belangstelling voor een vermakelijke shopervaring. Op basis van het onderzoek van To et al., (2007) werd de utilitaristische shoporiëntatie gemeten via vijf items: effectiviteit, behulpzaamheid, functionaliteit, noodzakelijkheid en praktisch (5-punts Likertschaal van zeer mee oneens zeer mee eens). Factoranalyse laat zien dat deze vijf items één component vormen (verklaarde variantie: 67,64%; Cronbach s Alfa:,86; M = 5,68; SD = 1,00). Er werd onderscheid gemaakt tussen mensen die wel of geen een utilitaristische shoporiëntatie hebben. De proefpersonen die lager dan de gemiddelde utilitaristische shoporiëntatie scoorden, werden niet gezien als utilitaristisch shoppers en proefpersonen die hoger scoorden werden gezien als utilitaristische shoppers. 19

23 Hedonistische shoporiëntatie: Vergeleken met de utilitaristische shoporiëntatie is de hedonistische shoporiëntatie gericht op de ervaring van het online winkelen. People buy so they can shop, not shop so they can buy (Langrehr, 1991). De hedonistische shoporiëntatie wordt gedefinieerd als the more subjective and personal counterpart of utilitarian and results more from fun and playfulness than from task completion. Hedonic shopping value reflects shopping s potential entertainment and emotional worth (Bellenger, Steinberg, & Stanton, 1976). Hedonistische consumenten willen dat hun shopervaring leuk en vermakelijk is en gaan niet doelgericht te werk tijdens het winkelen (Babin et al., 1994). De hedonistische shoporiëntatie werd bij dit onderzoek gemeten volgens vijf items, namelijk: leuk - niet leuk, opwindend - saai, aangenaam - onaangenaam, spannend niet-spannend en genieten afkeer, op een 5-punts semantische schaal (To et al., 2007). Factoranalyse laat zien dat deze vijf items één component vormen (verklaarde variantie: 89,36%; Cronbach s Alfa:,97; M = 3,04; SD = 1,34). De proefpersonen die hoger scoorden dan de gemiddelde hedonistische shoporiëntatie werden gezien als hedonistische shoppers en de proefpersonen die lager scoorden dan het gemiddelde, werden niet gezien als hedonistische shoppers. Uiteindelijk zijn er vier groepen shoporiëntatie gecreëerd waarmee analyses worden uitgevoerd. Deze vier groepen zijn: proefpersonen die geen utilitaristische en geen hedonistische shoporiëntatie hebben (N = 30), de proefpersonen die geen utilitaristische en wel hedonistische shoporiëntatie hebben (N = 26), de proefpersonen die wel een utilitaristische en geen hedonistische shoporiëntatie hebben (N = 27) en de proefpersonen die een utilitaristische en hedonistische shoporiëntatie hebben (N = 58). Productinvolvement: De definitie van de persoonlijke productinvolvement is: A person s perceived relevance of the product based on inherent needs, values and interests (Zaichkowsky, 1985). De mate van betrokkenheid met een product houdt in hoe persoonlijk relevant en belangrijk het product voor een consument is (Koufaris, 2002; Zaichkowsky, 20

24 1985). Om de persoonlijke betrokkenheid te meten bij dit onderzoek werd gebruik gemaakt van de personal involvement inventory schaal (Zaichkowsky, 1985). Er werden tien items gemeten op een 5-punts Likertschaal (zeer mee oneens - zeer mee eens) (Flynn & Goldschmidt, 1993). Er werd onder andere gevraagd naar de relevantie van het product (relevant, betrokkenheid sport) voor de proefpersoon en de beoordeling van het product (interessant, aantrekkelijk). Factoranalyse laat zien dat de items één component vormen (verklaarde variantie: 79,72%; Cronbach s Alfa:,97; M = 2,90; SD = 1,14). De proefpersonen die lager scoorden dan het gemiddelde waren de proefpersonen met een lage productinvolvement (N = 59) en de proefpersonen die hoger scoorden dan het gemiddelde hebben een hoge productinvolvement (N = 82). 3.3 Attitude t.a.v. de productpresentatie & percepties Attitude ten aanzien van de productpresentatie: werd gemeten via zes items ontwikkeld door Stayman en Batra (1991), namelijk: onaangenaam-aangenaam, onprettigprettig, negatief-positief, slecht-goed, vervelend-leuk (5-punts semantische schaal). Factoranalyse laat zien dat deze zes items één component vormen (verklaarde variantie: 90,04%; Cronbach s Alfa:,97; M = 3,25; SD = 1,25). Affectieve perceptie: is gemeten via zeven items, namelijk onder andere: boos-vrolijk, geïrriteerd-vermaakt en ontevreden-tevreden op een 5-punts semantische schaal (Jeong et al., 2009). Factoranalyse laat zien dat deze zeven items één component vormen (verklaarde variantie: 74,19%; Cronbach s Alfa:,94; M = 2,98; SD =,88). Entertainment perceptie: is gemeten door vier items (aangenaam, amusant etc.) via stellingen op een 7-punts Likertschaal (zeer mee oneens zeer mee eens) (Jeong et al., 2009). Factoranalyse laat zien dat deze vier items één component vormen (verklaarde variantie: 93,28%; Cronbach s Alfa:,99; M = 3,94; SD = 1,66). 21

25 Esthetiek perceptie: werd gemeten via vier items en zijn gericht op het uiterlijk van de presentatie (aantrekkelijk, aandacht voor detail etc.). Deze vier items werden op een 7-punts Likertschaal gemeten (zeer mee oneens -zeer mee eens) (Jeong et al., 2009). Factoranalyse laat zien dat deze vier items één component vormen (verklaarde variantie: 85,11%; Cronbach s Alfa:,94; M = 4,19; SD = 1,53). Informatieve perceptie: werd gemeten via vier items, op een 7-punts Likertschaal van zeer mee oneens zeer mee eens, die gaan over de mate van informatie die de productpresentatie biedt, zoals merk en productinformatie (Jeong et al., 2009). Factoranalyse laat zien dat deze vier items één component vormen (verklaarde variantie: 84,10%; Cronbach s Alfa:,94; M = 3,68; SD = 1,59). Escapisme perceptie: werd op basis van Jeong et al. (2009) gemeten door drie items die onderzoeken of de productpresentatie ervoor zorgt dat de omgeving en de dagelijkse routine wordt vergeten (7-punts Likertschaal van zeer mee oneens zeer mee eens). Factoranalyse laat zien dat deze drie items één component vormen (verklaarde variantie: 91,94%; Cronbach s Alfa:,95; M = 3,43; SD = 1,71). 3.4 Merkattitude Merkattitude: wordt gedefinieerd als: a relatively enduring, unidimensional summary evaluation of the brand that presumably energizes behavior (Spears & Singh, 2012). De merkattitude werd gemeten door middel van de zes items van Stayman & Batra (1991), namelijk: onaangenaam-aangenaam, onprettig-prettig, negatief-positief, slecht-goed, vervelend-leuk, lelijk-mooi (5-punts semantische schaal). Factoranalyse laat zien dat deze zes items één component vormen (verklaarde variantie: 84,37%; Cronbach s Alfa:,96; M = 3,29; SD =,97) 22

26 Perceptie merkattitude: werd gemeten via zeven items op een 7-punts semantische schaal, namelijk saai-leuk, nutteloos-nuttig, waardeloos-waardevol, onbelangrijk-belangrijk, onaangenaam-aangenaam, niet aantrekkelijk-aantrekkelijk, oninteressant-interessant (Machleit & Wilson, 1988) Factoranalyse laat zien dat deze zeven items één component vormen (verklaarde variantie: 80,74%; Cronbach s Alfa:,96; M = 4,32; SD = 1,33). 3.5 Koopintentie Koopintentie: werd gemeten door het stellen van zes vragen over de mogelijkheid, de kans en de intentie of een proefpersoon het product zal aanschaffen na het zien van de productpresentatie (Wang, Minor, & Wei, 2011). Deze items werden gemeten op drie verschillende 7-punts Likertschalen, namelijk: zeer mee oneens- zeer mee eens, zeer onwaarschijnlijk zeer waarschijnlijk en zeer onmogelijk zeer mogelijk (Wang et al., 2011). Factoranalyse laat zien dat deze zes items één component vormen (verklaarde variantie: 88,65%; Cronbach s Alfa:,97; M = 2,83; SD = 1,61). 3.6 Attitude t.a.v. de webshop & percepties Attitude t.a.v. de webshop: werd gemeten door vijf items op een 5-punts semantische schaal. Deze items waren: onaangenaam-aangenaam, onprettig-prettig, negatief-positief, slecht-goed en vervelend-leuk (Wang, Beatty, & Mothersbaugh, 2009). Factoranalyse laat zien dat deze vijf items één component vormen (verklaarde variantie: 80,15%; Cronbach s Alfa:,95; M = 3,26; SD =,99). Affectieve perceptie: werd op een 5-punts semantische schaal gemeten via zeven items, namelijk: boos-vrolijk, verveeld-relaxed, geïrriteerd-vermaakt, ontevreden-tevreden, kalmopgewonden, slaperig-klaarwakker en ongemotiveerd-gemotiveerd (Jeong et al., 2009). Factoranalyse laat zien dat deze zeven items één component vormen (verklaarde variantie: 73,65%; Cronbach s Alpha:,94; M = 2,99; SD =,78 23

27 Entertainment perceptie: werd gemeten op een 7-punts Likertschaal (zeer mee oneens zeer mee eens) via vier items, zoals hoe aangenaam de webshop was en hoe amusant het was om in de webshop te kijken (Jeong et al., 2009). Factoranalyse laat zien dat deze vier items één component vormen (verklaarde variantie: 65,73%; Cronbach s Alfa:,80; M = 4,34; SD = 1,25). Esthetiek perceptie: werd via drie items gemeten op een 7-punts Likertschaal van zeer mee oneens zeer mee eens. Er wordt onder andere gevraagd naar de professionaliteit en mate van innovatie van de webshop (Jeong et al., 2009). Factoranalyse laat zien dat deze drie items één component vormen (verklaarde variantie: 78,25%; Cronbach s Alfa:,93; M = 4,35; SD = 1,47). Informatie perceptie: werd gemeten via één item, namelijk door te vragen hoe informatief de webshop was (Jeong et al., 2009). De informatie perceptie werd gemeten op een 7-punts Likertschaal van zeer mee oneens tot zeer mee eens (Falk et al., 2010). Omdat de mate van informatie via één item wordt gemeten is er geen factoranalyse uitgevoerd (M = 3,96; SD = 1,58) Escapisme perceptie: werd gemeten via drie items (7-punts Likertschaal, zeer mee oneens- zeer mee eens) om te onderzoeken of de webshop ervoor zorgde dat de omgeving en de dagelijkse routine werd vergeten (Jeong et al., 2009). Factoranalyse laat zien dat deze drie items één component vormen (verklaarde variantie: 92,93%; Cronbach s Alfa:,96; M = 3,38; SD = 1,61). 4. Resultaten 4.1 Attitude t.a.v. de productpresentatie Allereerst wordt er onderzocht of de productpresentatie via een video voor een positievere attitude t.a.v. de productpresentatie zorgt dan een presentatie via foto (H1). De resultaten 24

28 (ANOVA) laten een significant, groot effect zien van de blootstellingen aan de productiepresentatie op de attitude t.a.v. de productpresentaties, F (2, 138) = 59,61, p <,001, η² =,86. De proefpersonen die een video kregen te zien, hadden de meest positieve houding t.a.v. de productpresentatie (M = 4,42; SD =,52) daarna de vier foto conditie (M = 3,19; SD =,85) en als laagste de één foto conditie (M = 2,30; SD = 1,22). Uit een post-hoc meervoudigevergelijkingentoets blijkt dat het zien van een video, het zien van één foto (Mverschil = 2,12, p <,001) en het zien van vier foto s (Mverschil = 1,23, p <,001) significant verschillen. Er is ook een significant verschil gevonden tussen het zien van vier foto s en het zien van één enkele foto (Mverschil =,89, p <,001). Op basis van deze resultaten wordt H1 aangenomen: een video van een product zorgt voor een positievere attitude ten aanzien van de productpresentatie dan wanneer er een foto van een product wordt getoond. Om antwoord te kunnen geven op de vraag welke percepties van de productpresentatie de attitude t.a.v. de productpresentatie beïnvloeden (RQ1) is er een regressieanalyse uitgevoerd. Het regressiemodel met de percepties als onafhankelijke variabelen en de attitude t.a.v. de productpresentatie als afhankelijke variabele is significant, F (5, 135) = 155,99, p < 0,001. Uit de analyse komt naar voren dat de affectieve en de entertainment perceptie significant effect hebben op de attitude t.a.v. de productpresentatie (zie tabel 2). Tabel 2: Resultaten van de regressieanalyse waar wordt gekeken naar de percepties die de attitude t.a.v. de productpresentatie bepalen (R² =,847). b* t p 95% CI Affectieve perceptie,74 13,97 <,001 [,90, 1,20] Entertainment perceptie,30 2,99 <,005 [,08,,37] Esthetiek perceptie -,001 -,013 n.s [-,15,,15] Escapisme perceptie -,07-1,34 n.s [-,13,,03] Informatie perceptie -,02 -,33 n.s [-,12,,09] 25

29 Om verder antwoord te kunnen geven op RQ1, is er gekeken of de presentatievorm effect heeft op de affectieve en entertainment perceptie. De getoonde productpresentatie heeft een significant sterk effect op de affectieve perceptie, F (2, 138) = 47,49, p <,001, η² =,41 en een significant sterk effect op de entertainment perceptie, F (2, 138) = 60,00, p <,001, η² =,47. Er is vervolgens uit een post-hoc meervoudige-vergelijkingstoets (ANOVA) geconcludeerd dat er significante verschillen zijn tussen het zien van een video, één foto en vier foto s op de affectieve en entertainment perceptie (zie tabel 3). Er kan antwoord worden gegeven op RQ1, namelijk dat de affectieve en entertainment perceptie van de productpresentatie significant de attitude t.a.v. de productpresentatie bepalen en dat dit afhankelijk is van de presentatievorm. Wanneer er een video als productpresentatie wordt gebruikt, zijn er significant hogere scores op de affectieve en entertainment perceptie van de attitude t.a.v. de productpresentatie dan wanneer er één foto of vier foto s worden getoond. 4.2 Shoporiëntatie Ten tweede worden H2a een video van het product heeft een positiever effect op de attitude ten aanzien van de presentatievorm wanneer de consument een hedonistische shoporiëntatie heeft dan wanneer er een foto van het product wordt getoond en H2b een foto van het product heeft een positiever effect op de attitude ten aanzien van de presentatievorm wanneer de consument een utilitaristische shoporiëntatie heeft dan wanneer er een video van het product wordt getoond getest. Uit de tweewegs-variantieanalyse blijkt dat er geen significante interactie is tussen de productpresentatie en de shoporiëntatie, F (6, 129) = 1,437, p =,205, η² =,06. Uit deze analyse wordt duidelijk dat de shoporiëntatie geen significant modererend effect heeft op het verband tussen de productpresentatie en de attitude ten aanzien van de productpresentatie. Hieruit kan worden geconcludeerd dat H2a en H2b worden verworpen. 26

30 Tabel 3: Regressieanalyse waar wordt gekeken of er verschillende effecten zijn op de affectieve en entertainment perceptie tussen de drie condities.. Affectie perceptie van de attitude t.a.v. productpresentatie Entertainment perceptie van de attitude t.a.v. productpresentatie Conditie Gemiddelde scores Mverschil p Gemiddelde scores Mverschil p Video M = 3,76; SD =,53 Video 1 Foto = 1,39 <,001 M = 5,42; SD = 1,07 Video 1Foto = 2,82 <,001 1 Foto M = 2,36; SD =,87 Video 4 Foto s =,81 <,001 M = 2,60; SD = 1,41 Video 4 Foto s = 1,40 <,001 4 Foto s M = 2,95; SD =,58 4 Foto s 1 Foto =,59 <,001 M = 4,02 ; SD = 1,15 4 Foto s 1 Foto = 1,42 <,001 0

31 4.3 Productinvolvement Ten derde worden H3a een video van het product heeft een positiever effect dan een foto op de attitude t.a.v. de productpresentatie, wanneer de consument minder productinvolvement heeft dan iemand met meer productinvolvement en H3b Een foto van het product heeft een positiever effect dan een video op de attitude ten aanzien van de productpresentatie, wanneer de consument meer productinvolvement heeft dan iemand met een lage productinvolvement getest. Er wordt gekeken of de mate van productinvolvement een significant modererend effect heeft op de relatie tussen de productpresentatie en de attitude t.a.v. de productpresentatie. Er is geen significante interactie tussen de productpresentatie en de productinvolvement, F (2, 135) =,38, p =,682, η² =,01. Uit deze resultaten kan worden geconcludeerd dat H3a en H3b worden verworpen. De productinvolvement heeft geen invloed op het verband tussen de productpresentatie en de attitude t.a.v. de productpresentatie. 4.4 Merkattitude Vervolgens wordt H4 hoe positiever de attitude t.a.v. de productpresentatie, des te positiever is de merkattitude getest. Er blijkt een significant en zeer sterke correlatie tussen de attitude t.a.v. de productpresentatie en de merkattitude te zijn: hoe positiever de attitude t.a.v. de productpresentatie, des te positiever is de merkattitude, ρ =,88, p < 0,001. Hieruit wordt geconcludeerd dat H4 wordt aangenomen. Om antwoord te kunnen geven op de vraag of de percepties van de merkattitude worden beïnvloedt door de presentatievorm (RQ2), wordt er eerst onderzocht welke percepties van het merk significant de attitude bepalen. Het regressiemodel met de merkattitude als afhankelijke variabele en de mate waarin de proefpersoon het merk leuk, nuttig, waardevol, belangrijk, aangenaam, aantrekkelijk en interessant vindt als de onafhankelijke variabelen is significant, F (7, 133) = 99,81, p < 0,001. Uit de regressieanalyse komt naar voren dat de mate waarin de 27

32 proefpersoon het merk leuk, nuttig en aangenaam vindt de merkattitude significant bepalen (zie tabel 4). Tabel 4: Regressieanalyse waar wordt gekeken naar de percepties die de merkattitude bepalen (R² =,840).. b* t p 95% CI Merk leuk,50 6,37 <,001 [,21,,40] Merk nuttig,16 1,99,048 [,001,,24] Merk aangenaam,21 2,55,012 [,03,,25] Merk belangrijk -,12-1,87 n.s [-,17,,01] Merk waardevol,14 1,79 n.s [-,01,,23] Merk aantrekkelijk,10 1,31 n.s [-,03,,25] Merk interessant -,02 -,28 n.s [-,11,,08] Vervolgens is er gekeken of de presentatievorm effect heeft op de drie significante percepties die de merkattitude bepalen. De getoonde productpresentatie heeft een significant groot effect op de mate van het leuk vinden van het merk, F (2, 138) = 46,59, p <,001, η² =,40, een significant groot effect op het aangenaam vinden van het merk, F (2, 138) = 27,13, p <,001, η² =,28 en een significant middelmatig effect op de mate van het nuttig vinden van het merk, F (2, 138) = 19,57, p <,001, η² =,22. Er is vervolgens uit een post-hoc meervoudigevergelijkingstoets (ANOVA) geconcludeerd dat er significante verschillen zijn tussen het zien van een video, één foto en vier foto s op de drie percepties (zie tabel 5). Er kan nu antwoord gegeven op RQ2, namelijk dat de productpresentatie via een video zorgt voor positievere percepties (leuk, aangenaam en nuttig vinden) die de merkattitude bepalen dan de productpresentatie via één foto of via vier foto s. 28

33 Tabel 5: Regressieanalyse waar wordt gekeken of er verschillende effecten zijn op de mate van het leuk, nuttig en aangenaam vinden van het merk tussen de drie condities.. Mate van leuk vinden van het merk Mate van nuttig vinden van het merk Aangenaam vinden van het merk Conditie Gemiddelde scores Mverschil p Gemiddelde scores Mverschil p Gemiddelde scores Mverschil p Video M = 5,69; SD =,84 Video 1 Foto = 2,51 <,001 M = 5,26; SD =,91 Video 1 Foto = 1,49 <,001 M = 5,50; SD = 1,04 Video 1 Foto = 1,91 <,001 1 Foto M = 3,18; SD = 1,60 Video 4 Foto s = 1,51 <,001 M = 3,78; SD = 1,37 Video 4 Foto s = 1,02 <,001 M = 3,59; SD = 1,54 Video 4 Foto s = 1,38 <,001 4 Foto s M = 4,18; SD = 1,10 4 Foto s 1 Foto = 1,00 <,001 M = 4,24; SD = 1,01 4 Foto s 1 Foto =,46 n.s M = 4,12; SD = 1,11 4 Foto s 1 Foto =,53 n.s 0

34 4.5 Koopintentie Vervolgens wordt onderzocht of de koopintentie groter is wanneer de attitude t.a.v. de productpresentatie positiever is (H5). Er is een significant en sterke correlatie tussen attitude ten aanzien van de productpresentatie en de koopintentie: hoe positiever de attitude ten aanzien van de productpresentatie, des te groter is de koopintentie, ρ =,66, p < 0,001. Hieruit wordt geconcludeerd dat H5 wordt aangenomen. 4.6 Merkattitude - Koopintentie Volgens het CRM wordt verwacht dat er een relatie is tussen de merkattitude en de koopintentie van het product. Hieruit werd H6 opgesteld, namelijk hoe positiever de merkattitude, des te groter de koopintentie van de consument. De merkattitude is bij deze analyse een mediator tussen de attitude t.a.v. de productpresentatie en de koopintentie. Het regressiemodel toont een significant verband, F (2, 138) = 84,95, p <,001. Uit de analyse komt naar voren dat de merkattitude als enige een significant sterk effect heeft op de koopintentie, b* =,66, t = 6,08, p <,001, 95% CI [,74, 1,46]. Omdat de attitude t.a.v. de productpresentatie geen significante toevoegende waarde heeft op de koopintentie, is er sprake van volledige mediatie van de merkattitude en wordt H6 aangenomen. 4.7 Attitude t.a.v. de webshop Tenslotte wordt er gekeken of er een correlatie is tussen de attitude t.a.v. de productpresentatie en de attitude t.a.v. de webshop (H7). Er is een significant sterke correlatie, ρ =,89, p < 0,001. Hoe positiever de attitude t.a.v. de productpresentatie, des te positiever is de attitude t.a.v. de webshop. Hieruit kan worden geconcludeerd dat H7 wordt aangenomen. Vervolgens wordt onderzocht of er verschillende effecten zijn tussen de drie productpresentaties op de percepties die de attitude t.a.v. de webshop bepalen (RQ3). 29

35 Allereerst wordt er gekeken welke percepties van de webshop de attitude bepalen. Uit de regressieanalyse komt er naar voren dat de affectieve, entertainment, esthetiek, informatie en escapisme percepties van de webshop samen de attitude t.a.v. de webshop significant bepalen, F (5, 135) = 146,18, p < 0,001. Uit de regressieanalyse blijkt dat de affectieve perceptie als enige een zeer sterk significant effect heeft op de attitude t.a.v. de webshop (zie tabel 6). De attitude t.a.v. de webshop wordt significant bepaald door de ervaarde gevoelens bij het zien van de webshop. De ervaarde gevoelens worden significant sterk bepaald door de getoonde productpresentatie in de webshop, F (2, 138) = 35,28, p <,001, η² =,34. Uit een post-hoc meervoudige-vergelijkingstoets blijkt dat er significante verschillen zijn tussen de drie condities (zie tabel 7). Hieruit kan er antwoord gegeven worden op RQ3, namelijk de presentatievorm beïnvloedt de affectieve perceptie die de attitude t.a.v. de webshop bepaalt. Het zien van een productpresentatie via een video, zorgt voor een positievere affectieve perceptie dan het zien van één foto of vier foto s. Tabel 6: Regressieanalyse waar wordt gekeken naar de percepties die de attitude t.a.v. de webshop bepalen (R² =,838). b* t p 95% CI Affectieve perceptie,76 15,22 <,001 [,84, 1,09] Entertainment perceptie,12 1,65 n.s [-,02,,20] Esthetiek perceptie -,04,48 n.s [-,08,,14] Escapisme perceptie -,02 -,46 n.s [-,08,,05] Informatie perceptie,09 1,34 n.s [-,03,,14] Tabel 7: Regressieanalyse waar wordt gekeken of er verschillende effecten zijn op de affectieve perceptie tussen de condities. Affectieve perceptie van de webshop Conditie Gemiddelde scores Mverschil p Video M = 3,62; SD =,49 Video 1 Foto = 1,13 <,001 1 Foto M = 2,49; SD =,80 Video 4 Foto s =,67 <,001 4 Foto s M = 2,95; SD =,58 4 Foto s 1 Foto =,46 <,001 30

36 5. Conclusie Het doel van dit onderzoek was om te analyseren of er verschillende effecten waren van gebruikte presentatievormen (video versus foto) in webshops op de attitude t.a.v. de productpresentatie, wanneer er rekening werd gehouden met de shoporiëntatie en productinvolvement, en of dit effect doorwerkt op de merkattitude, attitude t.a.v. de webshop en de koopintentie (RQ). Door middel van gemanipuleerde productpresentaties werden de verschillende effecten en de onderzoeksvraag getest. Allereerst is er in dit onderzoek gekeken of de presentatievormen verschillende effecten hadden op de attitude t.a.v. de productpresentatie. Volgens de gehouden analyse blijkt dat het gebruik van productpresentatie via een video een positiever effect had op de attitude dan een productpresentatie via foto. Daarentegen hadden de shoporiëntatie en de productinvolvement geen significant effect op dit verband. Verder kan er geconcludeerd worden dat de positievere attitude t.a.v. de productpresentatie doorwerkt op de afhankelijke variabelen. Hoe positiever de attitude t.a.v. de productpresentatie, des te positiever was de merkattitude, de attitude t.a.v. de webshop en des te groter was de koopintentie. Uiteindelijk kan er na analyse van de hypotheses antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag. Wanneer een product wordt getoond via een video leidt dit tot een positievere attitude ten aanzien van de productpresentatie dan wanneer er een foto wordt getoond van het product. De shoporiëntatie en de productinvolvement hebben daarentegen geen significant effect op het verband tussen de productpresentatie en de attitude t.a.v. de productpresentatie. Verder blijkt dat de attitude t.a.v. de productpresentatie een doorwerkend effect heeft op de merkattitude, attitude t.a.v. de webshop en de koopintentie. 31

37 6. Discussie Uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de productpresentatie via een video zorgt voor een positievere attitude t.a.v. de productpresentatie dan wanneer er gebruik wordt gemaakt van een tweedimensionale foto. Dit komt overeen met voorgaande onderzoeken, namelijk dat alle kanten van het product kunnen bekijken (video) zorgt voor een positievere ervaring dan als er maar één kant (tweedimensionale foto) gezien kan worden (Park et al., 2008; Prenger, 2016; Wagner, 2005). Doordat de consument het product van alle kanten kan bekijken, is er een gevoel van being there, zoals in een offline winkel (Bilgihan & Bujisic, 2015; Kim et al., 2009; Prenger, 2016). Het gevoel van being there zorgt voor een aangenamere shopervaring dan wanneer dit gevoel niet heerst bij de consument (Prenger, 2016). Om te onderzoeken of er daadwerkelijk verschillende effecten zijn tussen de productpresentatie via video en foto, is er ook een conditie toegevoegd waarbij het product via vier foto s van alle kanten werd getoond. Hieruit kwamen ook verschillende effecten tussen de vier foto s en de video op de attitude t.a.v. de presentatie naar voren. Zoals werd verwacht zorgt een video voor een positievere attitude t.a.v. de productpresentatie dan wanneer er foto wordt gebruikt. Door de percepties van de presentatievormen te analyseren is duidelijk hoe de verschillen in attitude ontstaan (RQ1). De mate van entertainment en de affectieve perceptie bepalen bij dit onderzoek de attitude t.a.v. de productpresentatie. Hieruit wordt geconcludeerd dat de productpresentatie via een video een groter entertainmentgehalte heeft en zorgt voor meer affectiviteit dan de productpresentatie via foto. Dit komt overeen met voorgaand onderzoek, maar daar had de mate van informatie ook een effect op de attitude t.a.v. de productpresentatie (Jeong et al., 2009). Er is echter bij dit onderzoek geen extra informatie toegevoegd (prijs, tekst etc.), zodat alleen de verschillen in presentatievorm werden onderzocht. 32

38 Vervolgens kan er uit dit onderzoek worden geconcludeerd dat de attitude t.a.v. de productpresentatie doorwerkt op de merkattitude, attitude t.a.v. de webshop en de koopintentie. De resultaten uit dit onderzoek over de merkattitude en de koopintentie komen overeen met het Cognitieve Respons Model (Belch & Belch, 2015; Greenwald, 1968; Mackenzie, Lutz, & Belch, 1986; Wansink, Ray, & Batra, 1994). Er is echter niet duidelijk uit het Cognitieve Respons Model welke percepties de merkattitude bepalen. Uit de analyses van dit onderzoek blijkt dat het leuk, nuttig en aangenaam vinden van het merk de merkattitude bepaald (RQ2). Deze drie percepties worden beïnvloed door de presentatievorm. Wanneer een productpresentatie een groter entertainmentgehalte heeft, werkt dit positief door op de merkattitude. Uit de resultaten blijkt dat wanneer een persoon een video te zien krijgt, dit de percepties van de merkattitude positiever beïnvloedt dan een productpresentatie via foto. Dit effect werkt ook door op de koopintentie van de proefpersonen, hoe positiever de merkattitude des te groter de koopintentie. Tenslotte blijkt uit dit onderzoek dat de attitude t.a.v. de productpresentatie doorwerkt op de attitude t.a.v. de webshop. Uit de analyses bij dit onderzoek wordt geconcludeerd dat de attitude t.a.v. de webshop wordt bepaald door de affectiviteit die de proefpersoon ervaart (RQ3). Wanneer iemand positieve affectiviteit heeft met de webshop, zorgt dit voor een positievere attitude. Deze affectiviteit is positiever door de productpresentatie via video dan via foto. Uit het onderzoek van Kim et al. (2007) werd er geconcludeerd dat de attitude t.a.v. de webshop ervoor zorgt dat mensen vaker terug komen naar deze online winkel, alleen was er niet duidelijk waar deze attitude op gebaseerd was. Nu is duidelijk dat de mate van affectiviteit de attitude t.a.v. de webshop bepaalt en dat deze positiever is bij een productpresentatie via video dan via foto. Daarentegen zijn er ook verwachtingen uit dit onderzoek niet uitgekomen. Allereerst blijkt dat de shoporiëntatie van de proefpersonen geen effect heeft op het verband tussen de 33

39 productpresentatie en de attitude t.a.v. de productpresentatie. Dit zou onder andere kunnen komen door het feit dat het online shopproces bij dit onderzoek weinig tijd kostte om uit te voeren. Tijdbesparing is een belangrijke factor voor de utilitaristische shoppers (Bridges & Florsheim, 2008; To, Liao, & Lin, 2007). Daarbij zijn in de condities veel toegevoegde elementen te zien (zie appendix), waardoor ook de hedonistische shoppers een aangename shopervaring hebben (Delafrooz et al., 2009; Wu et al., 2015). Bij de condities is er voldaan aan de karakteristieken die utilitaristische (tijdbesparing) en hedonistische shoppers (entertainment) aangenaam vinden. Daarbij had de productinvolvement geen invloed op het verband tussen de productpresentatie en de attitude t.a.v. de productpresentatie. Uit de resultaten blijkt dat video voor een positievere attitude zorgt, ongeacht de betrokkenheid. Dit valt te verklaren door het feit dat mensen die niet betrokken zijn bij het product, toch entertainment willen ervaren en dat bieden 3D-beelden. De mensen die betrokken zijn bij het product, willen juist zo veel mogelijk van het product zien om een goede keuze te kunnen maken. Een video toont meerdere kanten van het product en zorgt ervoor dat de persoon het product goed kan beoordelen om een keuze te kunnen maken (Kim et al., 2007; Lian & Lin, 2008; Wang et al., 2006). 6.1 Beperkingen Dit onderzoek had een paar beperkingen die waarschijnlijk invloed kunnen hebben gehad op de validiteit van het onderzoek. Allereerst is er geen gebruik gemaakt van een daadwerkelijke webshop, maar een zelf gecreëerde pagina. Dit zorgde ervoor dat alleen het product kon worden bekeken en verder geen handelingen uitgevoerd konden worden, zoals het bekijken andere producten en de webshop verkennen. Dit zorgde ervoor dat er vrijwel geen verschillen waren tussen wat hedonistische en utilitaristische shoppers aangenaam vinden, want de 34

40 ervaring was nagenoeg hetzelfde op de productpresentatie na. Daarbij is er bij dit onderzoek maar één product bekeken en was het niet mogelijk om een vergelijking te maken met andere producten uit andere categorieën. Het kan mogelijk zijn dat een product uit een andere categorie tot andere resultaten leidt. Bij dit onderzoek is er gekeken naar een paar voetbalschoenen waar het uiterlijk van belang is en een consument het goed wil bekijken. Het kan echter zo zijn voor producten waarbij het uiterlijk minder van belang is er andere resultaten zijn, omdat een consument dan niet alle kanten hoeft te zien. 6.2 Implicaties & vervolgonderzoek Dit onderzoek brengt een paar implicaties met zich mee. Er is in dit onderzoek voor het eerst gekeken naar de effecten van consumentenvoorkeuren (shoporiëntatie en productinvolvement) op attitudes na blootstelling aan verschillende productpresentaties. Hieruit blijkt dat bij dit onderzoek de consumentenvoorkeuren geen invloed hebben op het shopproces. Verder heeft dit onderzoek nog een theoretische implicatie, er is namelijk nog niet eerder gekeken naar percepties die de attitudes bepalen en of deze worden beïnvloedt door de verschillende presentatievormen. Uit dit onderzoek blijkt dat entertainment en affectiviteit belangrijke percepties zijn voor de vorming van attitudes en worden beïnvloed door de presentatievorm en dan met name de productpresentatie via video. Als praktische implicatie is nu duidelijk voor webshopbeheerders dat een video, waar alle kanten van het product worden belicht, positievere attitudes en gedrag teweegbrengt dan wanneer er een foto wordt getoond. Daarbij komt er uit de resultaten naar voren dat de affectiviteit en entertainment belangrijke zijn voor de attitudes van de proefpersonen. Deze resultaten kunnen worden toegepast door webshopbeheerders om op de consumenten in te spelen. Door meer entertainment toe te voegen aan de webshop en in te spelen op de affectiviteit, hebben consumenten een positievere attitude en een grotere koopintentie. 35

41 De theoretische en praktische implicaties zorgen voor aanbevelingen voor vervolgonderzoek, namelijk hoe kan entertainment het beste worden toegepast en hoe kan er worden ingespeeld op de affectiviteit. Nu bekend is dat video beter werkt, is het van belang om te kijken welke features er kunnen worden toegevoegd om op de affectiviteit in te spelen en het entertainmentgehalte te vergroten. Er kan onder andere onderzocht worden of het toevoegen van muziek en modellen bij de productpresentatie positieve invloed hebben op de attitude. Tenslotte is er bij dit onderzoek maar naar één product gekeken. In vervolgonderzoek kunnen productpresentaties van verschillende producten uit andere categorieën worden vergeleken. Bij dit onderzoek is er gebruik gemaakt van een product waar het uiterlijk van belang is en alle kanten graag worden bekeken. Er zouden eventueel andere attitudes kunnen zijn bij producten waarbij het uiterlijk niet van belang is en het zien van alle kanten niet noodzakelijk is. Literatuurlijst ATX Online Marketing. (2016, 24 oktober). Concurrentie tussen webwinkels. Geraadpleegd op 4 november 2016,van Babin, B., Darden, W., Griffin, M. (1994). Work and/or fun: measuring hedonic and utilitarian shopping value. Journal of Consumer Research, 20(4), Bai, B., Law, R., & Wen, I. (2008). The impact of website quality on customer satisfaction and purchase intentions: evidence from Chinese online visitors. International Journal of Hospitality Management, 27(3), Baker, W., & Lutz, R. (2000). An empirical test of an updated relevance-accessibility model of advertising effectiveness. Journal of Advertising, 29(1), Belch, G. E., & Belch, M. A. (2015). Advertising and promotion: An integrated marketing communications perspective (pp ). New York: McGraw-Hill. 36

42 Bellenger, D., Steinberg, E., & Stanton, W. (1976). The congruence of store image and self image. Journal of Retailing, 52(1), Bilgihan, A., & Bujisic, M. (2015). The effect of website features in online relationship marketing: A case of online hotel booking. Electronic Commerce Research and Applications, 14(4), Breckler, S., & Wiggins, E. (1989). Affect versus evaluation in the structure of attitudes. Journal of Experimental Social Psychology, 25(1), Bridges, E., & Florsheim, R. (2008). Hedonic and utilitarian shopping goals: the online experience. Journal of Business Research, 61(4), Burke, M., & Edell, J. (1989). The impact of feelings on ad-based affect and cognition. Journal of Marketing Research, 26(2), Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014, 30 juni). Online winkelen stijgt nog steeds. Geraadpleegd op 15 november 2016, van Centraal Bureau voor de Statistiek. (2016, 20 januari). Stormachtige ontwikkeling webverkopen. Geraadpleegd op 14 oktober 2016, van Chaudhuri, A. (2000). A macro analysis of the relationship of product involvement and information search: the role of risk. Journal of Marketing Theory and Practice, 8(1), Childers, T., Carr, C., Peck, J., & Carson, S. (2001). Hedonic and utilitarian motivations for online retail shopping behaviour. Journal of Retailing, 77(4),

43 Delafrooz, N., Paim, L., Haron, S., Sidin, S., & Khatibi, A. (2009). Factors affecting students attitude toward online shopping. African Journal of Business Management, 3(5), Eagly, A., & Chaiken, S. (1993). The Psychology of Attitudes. New York: Harcourt Brace College Publishers. Falk, T., Hammerschmidt, & Schepers, J. (2010). The service quality-satisfaction link revisited: exploring asymmetries and dynamics. Journal of the Academy of Marketing Science, 38(3), Finn, A., McQuitty, S., & Rigby, J. (1994). Area resident acceptance and use of mega-multimalls: West Edmonton mall evidence. International Journal of Research in Marketing, 11(1), Fiore, A., Kim, J., & Lee, H. (2005). Effect of image interactivity on consumer responses toward the online retailer. Journal of Interactive Marketing, 19(3), Fishbein, M., & Ajzen, I. (1975). Belief, Attitude, Intention and Behavior: An Introduction to Theory and Research. Reading, MA: Addison-Wesley. Fransen, M., & Putte van den, B. (2012). Persuasieve Communicatie. Essex: Pearson Education Limited. Giner-Sorolla, R. (1999). Affect in attitude: immediate and deliberative perspectives, in S. Chaiken & Y. Trope (eds). Dual-Process Theories in Social Psychology (pp ), New York: The Guilford Press. 38

44 Greenwald, A. (1968). Cognitive learning, cognitive response to persuasion and attitude change. In A. Greenwald, T. Brock, & T. Ostrom (Eds). Psychological Foundations of Attitudes ( ). New York: Academic Press. Griffith, D., Krampf, R., & Palmer, J. (2001). The role of interface in electronic commerce: consumer involvement with print versus on-line catalogs. International Journal of Electronic Commerce, 5(1), Ha, H., & Perks, H. (2005). Effects of consumer perceptions of brand experience on the web: brand familiarity, satisfaction and brand trust. Journal of Consumer Behaviour, 4(6), Holbrook, M., & Hirschman, E. (1982). The experiential aspects of consumption: consumer fantasies, feelings, and fun. Journal of Consumer Research, 9(2), Jeong, S., Fiore, A., Niehm, L., & Lorenz, F. (2009). The role of experiential value in online shopping: the impacts of product presentation on consumer responses toward an apparel web site. Internet Research, 19(1), Jiang, Z., & Benbasat, I. (2007). The effects of presentation formats and task complexity on online consumers product understanding. MIS Quarterly, 31(3), Novak, T., Hoffman, D., & Yung, Y. (2000). Measuring the customer experience in online environments: a structural modelling approach. Marketing Science, 19(1), Kim, J., Fiore, A., & Lee, H. (2007). Influences of online store perception, shopping enjoyment, and shopping involvement on consumer patronage behaviour towards an online retailer. Journal of Retailing and Consumer Services, 14(2),

45 Kim, C., Galliers, R., Shin, N., Ryoo, J., & Kim, J. (2012). Factors influencing Internet shopping value and customer repurchase intention. Electronic Commerce Research and Applications, 11(4), Kim, J., Kim, M., & Lennon, S. (2009). Effects of web site atmospherics on consumer responses: music and product presentation. Direct Marketing: An International Journal, 3(1), Kim, Y., & Shim, K. (2002). The influence of intent shopping mall characteristics and user traits on purchase intent. Irish Marketing Review, 15(2), Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond. (2015). De KNVB in cijfers. Geraadpleegd op 14 november 2016, van ers_2014 Ledenaantallen.pdf Koufaris, M. (2002). Applying the technology acceptance model and flow theory to online consumer behavior. Information Systems Research, 13(2), Kwak, H., Fox, R., & Zinkhan, G., (2002). What products can be successfully promoted and sold via the Internet? Journal of Advertising Research, 42(1), Lancendorfer, K., Atkin, J., & Reece, B. (2008). Animals in advertising: love dogs? Love the ad! Journal of Business Research, 61(5), Langrehr, F. (1991). Retail shopping mall semiotics and hedonic consumption. Advances in Consumer Research, 18(1), Lavidge, R., & Steiner, G. (1961). A model for predictive measurements of advertising effectiveness. Journal of Marketing, 25(6),

46 Lester, D., Forman, A., & Loyd, D. (2005). Internet shopping and buying behaviour of college students. Services Marketing Quarterly, 27(2), Li, H., Daugherty, T., & Biocca, F. (2002). Characteristics of virtual experience in electronic commerce: a protocol analysis. Journal of Interactive Marketing, 15(3), Li, H., Daugherty, T., & Biocca, F. (2003). The role of virtual experience in consumer learning. Journal of Consumer Psychology, 13(4), Lian, J., & Lin, T. (2008). Effects of consumer characteristics on their acceptance of online shopping: comparisons among different product types. Computers in Human Behavior, 24(1), Luo, J., Ba, S., & Zhang, H. (2012). The effectiveness of online shopping characteristics and well-designed websites on satisfaction. MIS Quarterly, 36(4), Machleit, K., & Wilson, D. (1988). Emotional feelings and attitude toward the advertisement: the roles of brand familiarity and repetition. Journal of Advertising, 17(3), MacKenzie, S., & Lutz, R. (1989). An empirical examination of the structural antecedents of attitude toward the ad in an advertising pretesting context. Journal of Marketing, 53(4), MacKenzie, S., Lutz, R., & Belch, G. (1986). The role of attitude toward the ad as a mediator of advertising effectiveness: a test of competing explanations. Journal of Marketing Research, 23(1), 131. Mallapragada, G., Chandukala, S., & Liu, Q. (2016). Exploring the effects of What (Product) and Where (website) characteristics on online shopping behaviour. Journal of Marketing, 80(2),

47 Menon, S., & Kahn, B. (2002). Cross-category effects of induced arousal and pleasure on the Internet shopping experience. Journal of Retailing, 78(1), Mitchell, A., & Olson, J. (1981). Are product beliefs the only mediator of advertising effect on brand attitude? Journal of Marketing Research, 18(8), Moe, W. (2003). Buying, searching or browsing: differentiating between online shoppers using in-store navigation clickstream. Journal of Consumer Psychology, 13(1), Monsuwé, T., Dellaert, B., & Ruyter de, K. (2004). What drives consumers to shop online? A literature review. International Journal of Service Industry Management, 15(1), Novak, T., Hoffman, D., & Yung, Y. (2000). Measuring the customer experience in online environments: a structural modelling approach. Marketing Science, 19(1), Park, J., & Stoel, L. (2002). Apparel shopping on the Internet: information availability on US apparel merchant Web sites. Journal of Fashion Marketing and Management, 6(2), Park, J., & Stoel, L. (2005). The effect of brand familiarity and product information on perceived risk and purchase intention in Internet apparel shopping. International Journal of Retail and Distribution Management, 33(2), Park, J., Stoel, L., & Lennon, S. (2008). Cognitive, affective and conative responses to visual simulation: the effects of rotation in online product presentation. Journal of Consumer Behaviour, 7(1), Peck, J., & Childers, T. (2003). To have and to hold: the influence of haptic information on product judgements. Journal of Marketing, 67(1),

48 Petty, R., & Cacioppo, J. (1986). The Elaboration Likelihood Model of persuasion. Advances in Experimental Social Psychology, 19(1), Petty, R., & Wegener, D. (1999). The elaboration likelihood model: current status and controversies. In S. Chaicken & Y. Trope (Eds.), Dual process theories in social psychology (pp ). New York: Guilford Press. Prenger, A. (2016). Effect of rotating virtual product presentation on purchase intention in online stores (Master s thesis, Universiteit van Twente). Geraadpleegd van gement%20and%20social%20sciences.pdf Song, S., & Kim., M. (2012). Does more mean better? An examination of visual product presentation in e-retailing. Journal of Electronic Consumer Research, 13(4), Sorce, P., Perotti, V., & Wildrick, S. (2005). Attitude and age differences in online buying. International Journal of Retail and Distribution Management, 33(2), Spears, N. & Singh, S. (2004). Measuring attitude toward the brand and purchase intentions. Journal of Current Isues & Research in Advertising, 26(2), Stayman, D., & Batra, R. (1991). Encoding and retrieval of ad affect in memory. Journal of Marketing Research, 28(2), To, P., Liao, C., & Lin, T. (2007). Shopping motivations on Internet: a study based on utilitarian and hedonic value. Technovation, 27(12), Verhagen, T., Vonkeman, C., Feldberg, F., & Verhagen, P. (2014). Present it like it is here: creating local presence to improve online product experiences. Computers in Human Behavior, 39(1),

49 Vohs, K., & Faber, R. (2007). Spent resources: self-regulatory resource availability affects impulse buying. Journal of Consumer Research, 33(4), Wagner, M. (2005). Is time running out for store mannequins? Geraadpleegd op 10 november 2016, van Wakefield, K., & Baker, J. (1998). Excitement at the mall: determinants and effects on shopping response. Journal of Retailing, 74(4), Wang, S., Beatty, S., & Mothersbaugh, D. (2009). Congruity s role in website attitude formation. Journal of Business Research, 62(6), Wang, Y., Minor, M., & Wei, J. (2011). Aesthetics and the online shopping environment: understanding consumer responses. Journal of Retailing, 87(1), Wang, H., Pallister, J., & Foxall, G. (2006). Innovativeness and involvement as determinants of website loyalty: Determinants of consumer loyalty in B2C e-commerce. Technovation, 26(12), Wansink, B., Ray, M., & Batra, R. (1994). Increasing cognitive response sensitivity. Journal of Advertising, 23(2), Weber, W. (1999). The bottom line. The Industry Standard, 9(5), 2-9. Wolfinbarger, M., & Gilly, M. (2001). Shopping online for freedom, control, and fun. California Management Review, 43(2), Wu, L., Wang, Y., Wei, C., & Yeh, M. (2015). Controlling information flow in online information seeking: the moderating effects of utilitarian and hedonic consumers. Electronic Commerce Research and Applications, 14(6),

50 Yoo, J., & Kim, M. (2014). The effects of online product presentation on consumer responses: a mental imagery perspective. Journal of Business Research, 67(11), Yoo, C., Kim, K., & Stout, P. (2004). Assessing the effects of animation in online banner advertising: hierarchy of effects model. Journal of Interactive Advertising, 4(2), Zaichkowsky, J.L. (1985). Measuring the involvement construct. Journal of Consumer Research, 12(3), Zmuda, N. (2009). Online shopping goes from solo experience to social interaction. Advertising Age, 80(1),

51 8. Appendix Conditie met 1 foto Conditie met 4 foto s 46

52 Conditie met rotatievideo van 20 seconde (screenshot per 5 seconde) 47

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

PRODUCTINFORMATIE IN WEBWINKELS: GERICHT OP HET HART OF HET

PRODUCTINFORMATIE IN WEBWINKELS: GERICHT OP HET HART OF HET PRODUCTINFORMATIE IN WEBWINKELS: GERICHT OP HET HART OF HET VERSTAND? 2012-2013 Masterthesis Communicatiewetenschap Charina Ori Een onderzoek naar de invloed van het type productinformatie in webwinkels

Nadere informatie

Hoe marketingcommunicatie werkt

Hoe marketingcommunicatie werkt OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Samenwerking tussen Goede Doelen en Merken: Afname van Merkwaarde of Vruchtbaar Huwelijk?

Samenwerking tussen Goede Doelen en Merken: Afname van Merkwaarde of Vruchtbaar Huwelijk? Samenwerking tussen Goede Doelen en Merken: Afname van Merkwaarde of Vruchtbaar Huwelijk? Een onderzoek naar de invloed van het imago van goede doelen op attitude en koopintentie aangaande een merk in

Nadere informatie

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM GRADUATE SCHOOL OF COMMUNICATION Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen In hoeverre is multitasken met verschillende media

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Bijlage 1: Kenmerken respondenten studie I

Bijlage 1: Kenmerken respondenten studie I Bijlagen Bijlage 1: Kenmerken respondenten studie I Aantal % Geslacht Man 303 62 Vrouw 184 38 Leeftijd 60 45 9.2 Opleiding

Nadere informatie

Social shopping: het nieuwe online winkelen. Een wetenschappelijk onderzoek naar de acceptatie van social shopping applicaties

Social shopping: het nieuwe online winkelen. Een wetenschappelijk onderzoek naar de acceptatie van social shopping applicaties Social shopping: het nieuwe online winkelen Een wetenschappelijk onderzoek naar de acceptatie van social shopping applicaties Door: Margriet de Kroon (5673941) Masterscriptie Afdeling: Communicatiewetenschap;

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Natuur als reclamestrategie

Natuur als reclamestrategie Natuur als reclamestrategie Een experiment naar de invloed van natuur in advertenties op de perceptie van milieuvriendelijkheid, merkattitude en koopintentie. Afstudeerproject Bachelor Communicatiewetenschap

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Een onderzoek naar: Het online aankoopgedrag van Mannen vs. Vrouwen

Een onderzoek naar: Het online aankoopgedrag van Mannen vs. Vrouwen Een onderzoek naar: Het online aankoopgedrag van Mannen vs. Vrouwen Robien Rijnen (s742256) Bachelorscriptie Communicatie- en informatiewetenschappen Bedrijfscommunicatie en digitale media Universiteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Zijn advertorials de oplossing?

Zijn advertorials de oplossing? 2014 Zijn advertorials de oplossing? Master s Thesis Graduate School of Communication Master s programme Communication Science Persuasive Communication Effecten van advertorials en tijdschriftadvertenties

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Waarom we online of offline winkelen

Waarom we online of offline winkelen Waarom we online of offline winkelen Juni 2013 Leerstoelgroep MCB Milou Gijsbers Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Winkelen mét een doel of áls doel?... 5 1.1 Motieven om te gaan winkelen... 5 2. Offline

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Relatiemarketing is gericht op het ontwikkelen van winstgevende, lange termijn relaties met klanten in plaats van het realiseren van korte termijn transacties.

Nadere informatie

De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie.

De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie. De effecten van ewom: review valentie op geloofwaardigheid, gepercipieerde persuasieve intentie, merkattitude en koopintentie. Bachelor thesis - Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Naam: Gitte Thijssen

Nadere informatie

Reclame-irritatie en de Loden Leeuw

Reclame-irritatie en de Loden Leeuw Reclame-irritatie en de Loden Leeuw Een onderzoek naar het effect van de toekenning van de Loden Leeuw aan een irritante reclame op merkattitude Arjanne Molendijk 10859071 Masterscriptie Graduate School

Nadere informatie

USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING?

USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING? USER GENERATED CONTENT: KANS OF BEDREIGING? Universiteit van Amsterdam Afdeling Communicatiewetenschap Student: Laura Gaanderse Studentnummer: 5898102 Scriptiebegeleider: dr. Pytrik Schafraad 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram

Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Experimentele studie naar de effecten van sponsorship disclosure bij adverteren middels Instagram Universiteit van Amsterdam Graduate School Of Communication Master Thesis Persuasieve Communicatie Shanna

Nadere informatie

Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar?

Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar? Maakt gezond leven ons beïnvloedbaar? Een onderzoek naar het effect van voedings- en gezondheidsclaims op de productattitude en koopintentie van de consument Vak: Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Reclame op internet. Beeld, audio of video: welk type banner werkt het best?

Reclame op internet. Beeld, audio of video: welk type banner werkt het best? Reclame op internet Beeld, audio of video: welk type banner werkt het best? 26 augustus 2009 Claartje Wolff 0118354 Begeleider: Hans van der Brug Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties

Masterscriptie. De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Masterscriptie De rol van betrokkenheid bij de effectiviteit van narratieve en argumentatieve advertenties Naam Nikki Theuns Studentnummer S4141660 E-mailadres n.theuns@student.ru.nl Opleiding Master Communicatie

Nadere informatie

Nederlandse consument blijft een traditionele shopper

Nederlandse consument blijft een traditionele shopper Nederlandse consument blijft een traditionele shopper De ; slechts 29% van alle consumenten doet het merendeel van zijn aankopen versus 56% in de Waar heb je jouw aankopen gedaan? 1% 4 7 (e.g catalogue)

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Thesis Proposal onderwerp Environment Datum: 19 Maart 2009 Naam: Bas Swaen ANR: 741667

Thesis Proposal onderwerp Environment Datum: 19 Maart 2009 Naam: Bas Swaen ANR: 741667 Thesis Proposal onderwerp Environment Datum: 19 Maart 2009 Naam: Bas Swaen ANR: 741667 Inleiding en Achtergronden Uit eerder onderzoek blijkt dat de omgeving waarin de consument winkelt van grote invloed

Nadere informatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie

Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Emoties Emoties of informatie? Een onderzoek naar de invloed van emotionele versus functionele merkpositionering en merkbetrokkenheid op de merkattitude van de

Nadere informatie

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Een opinieonderzoek onder het Nederlandse publiek, met uitsplitsingen naar autochtone Nederlanders en Surinaamse- en Antilliaanse-Nederlanders meting 4 November 2017

Nadere informatie

5701082 S. van den Putte

5701082 S. van den Putte Natascha Overbeek Voorstel 5701082 S. van den Putte 21-04-2011 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Theoretisch kader 6 2.1 Communicatiestrategieën 6 2.2 Koopintentie 8 3. Methode 12 3.1 Respondenten 12 3.2

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

De banner: effecten van grootte en animatie op gedrag Literatuurstudie

De banner: effecten van grootte en animatie op gedrag Literatuurstudie De banner: effecten van grootte en animatie op gedrag Literatuurstudie Miklós Kuijper 5739209 Docent: Guda van Noort Thesis voor het vak Merkcommunicatie in het Digitale Tijdperk Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Framing van maatschappelijk verantwoord ondernemen;

Framing van maatschappelijk verantwoord ondernemen; Framing van maatschappelijk verantwoord ondernemen; Een experiment naar het effect van de afzender in combinatie met het greenwashing- en green performance frame met de modererende variabele betrokkenheid

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Veiliger winkelen met safety cues

Veiliger winkelen met safety cues Veiliger winkelen met safety cues Een onderzoek naar het verschil in de effectiviteit van safety cues bij dure en goedkope producten in een webshop. Febe Aarts 5859808 Master thesis 28 augustus 2012 Begeleider:

Nadere informatie

Sander van der Horst Studentnummer: 0431508

Sander van der Horst Studentnummer: 0431508 De invloed van utilitaristische motivaties, hedonistische motivaties en het vertrouwen van consumenten in webwinkels op het online koopgedrag van consumenten Sander van der Horst Studentnummer: 0431508

Nadere informatie

Modeblogs en de kracht van subtiliteit

Modeblogs en de kracht van subtiliteit Modeblogs en de kracht van subtiliteit Een onderzoek naar de invloed van brand placement prominentie en modaliteit in modeblogs onder vrouwen Master Thesis Lauren Grandia, 10122583 Begeleider: MSc. C.

Nadere informatie

Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties

Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties Het effect van comparative advertising op de recall van informatie uit advertenties Stephanie Kruythof ANR: 555110 Bachelorscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie: Bedrijfscommunicatie

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

Factoren die invloed hebben op de effectiviteit van online advertenties

Factoren die invloed hebben op de effectiviteit van online advertenties Factoren die invloed hebben op de effectiviteit van online advertenties Student: Marijn van Doorn Studentnummer: 6070337 Datum: 22 juni 2011 BA Afstudeerseminar: Social network sites, videogames en virtuele

Nadere informatie

De reputatie van financiële bijsluiters

De reputatie van financiële bijsluiters De reputatie van financiële bijsluiters De invloed van gepercipieerd belang en eenduidigheid op de attitude, koopintentie en vertrouwen ten aanzien van banken en hun producten. Afstudeerscriptie voor de

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Online Koopgedrag van Mannen en Vrouwen

Online Koopgedrag van Mannen en Vrouwen De invloed van online consumer reviews op online koopgedrag Ruud Martens De invloed van online consumer reviews op online koopgedrag Ruud Martens Master scriptie R.J.T.J. Martens Begeleider: Dr. P.J.F.J

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Alcoholmerken en de sponsoring van evenementen

Alcoholmerken en de sponsoring van evenementen Alcoholmerken en de sponsoring van evenementen Een onderzoek naar evenementsponsoring door alcoholmerken en de invloed op de merkattitude en koopintentie van de consument. Yoeri Wegman 10479279 Werkgroep

Nadere informatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie

Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie Gebruikte technieken in Engelse slogans Onderzoekspresentatie 2.1 Kernboodschap De kernboodschap is dat Engelstalige advertenties slechter worden gewaardeerd, maar beter worden onthouden dan hun Nederlandstalige

Nadere informatie

De effectiviteit van humor in alcoholreclames

De effectiviteit van humor in alcoholreclames De effectiviteit van humor in alcoholreclames Naam: Sabrina Brand Flu Studentnummer: 10276378 Docent: Dr. Hanneke Hendriks Werkgroep: 03 Datum: 30-01-2017 Wordcount: 5838 Abstract. Eerder is er onderzoek

Nadere informatie

SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES

SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES SCHAARSTE APPEAL IN ADVERTENTIES Een onderzoek naar het effect van leverings- en vraagschaarste in advertenties voor nieuwe en bestaande producten. Masterscriptie Jony van den Mosselaar s4057791 jony.mosselaar@gmail.com

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Mijn merk is beter dan jouw merk

Mijn merk is beter dan jouw merk Mijn merk is beter dan jouw merk Een experiment naar de effecten van vergelijkende reclame op de attitude en aankoopintentie ten opzichte van de getoonde merken Iris Kromwijk, 10204423 Bachelor Afstudeerproject

Nadere informatie

Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet?

Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet? Product placement disclosures: baat het niet dan schaadt het niet? Een onderzoek naar de invloed van product placement disclosures op de merkevaluatie bij mensen met veel of weinig zelfcontrole Madeleine

Nadere informatie

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond?

Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Donderdag 13 maart 2014 Martijn Kilsdonk MScHA Manager behandeling & begeleiding en Planetree coördinator Disclosure belangen

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

Graffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing)

Graffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing) Graffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing) Dr. Gabry Vanderveen Onderzoek met medewerking van Funda Jelsma; in opdracht van en gefinancierd door CCV/ Ministerie van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Factsheet Veilig Uitgaan = Veilig thuiskomen

Factsheet Veilig Uitgaan = Veilig thuiskomen Factsheet Veilig Uitgaan = Veilig thuiskomen Achtergrond Veilig uitgaan = Veilig thuiskomen Onderzoeksdoel en onderzoeksopzet Steekproef Resultaten werkelijk gebruik Resultaten gebruik in verkeer Resultaten

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

Bachelor thesis Marketing

Bachelor thesis Marketing Bachelor thesis Marketing 2009-2010 Mooie vrouw, mooie vrouw, mooie vrouw.. sterker merk? De kracht van herhalingstheorieën op de merkevaluatie Naam: Saskia van der Meer ARN: 284789 Topic: Impression Formation

Nadere informatie

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus 2014. Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus 2014. Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam Omgekeerd Inzamelen Datum: 11 augustus 2014 Versie 3.0 Uitgevoerd door: Auteurs: Opdrachtgever: Newcom Research & Consultancy B.V. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Gemeente Woerden Mevr M. Stam

Nadere informatie

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en

Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen. Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Moderatie van de Big Five Persoonlijkheidsfactoren op de Relatie tussen Gepest worden op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten en Ziekteverzuim Moderation of the Big Five Personality Factors on

Nadere informatie

Foodclaims: onder valse vlag varen?

Foodclaims: onder valse vlag varen? Foodclaims: onder valse vlag varen? Een online experiment naar voedingsclaims en het effect hiervan op de attitude van consumenten. Naam: Nienke Gras Studentnummer: 10365478 Docente: Charlotte Blom Universiteit

Nadere informatie

Sekseneutrale reclame: liever een man of liever een vrouw?

Sekseneutrale reclame: liever een man of liever een vrouw? Sekseneutrale reclame: liever een man of liever een vrouw? Een onderzoek naar de invloed van de sekse van de afgebeelde persoon in een sekseneutrale reclame op de waardering van het product en de persoon

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Effectiviteit muziek in TV reclame. Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting

Effectiviteit muziek in TV reclame. Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting Effectiviteit muziek in TV reclame Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting The role of music in commercials, a nostalgic approach Ronald Veldman, Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Emotioneel Webdesign

Emotioneel Webdesign Emotioneel Webdesign Onderzoek naar het effect van emotionele en rationele websites op de attitude van de websitebezoeker Masterthesis Universiteit van Tilburg Faculteit Geesteswetenschappen Opleiding:

Nadere informatie

Contentmarketing versus traditionele marketing

Contentmarketing versus traditionele marketing Contentmarketing versus traditionele marketing Een onderzoek naar het effect van contentmarketing en de rol die het Elaboration Likelihood Model daarin speelt. Masterscriptie Corporate Communication Graduate

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek.

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek. Why participation works: the role of employee involvement in the implementation of the customer relationship management type of organizational change (dissertation J.T. Bouma). SAMENVATTING Het hier gepresenteerde

Nadere informatie

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Just Stream It De effectiviteit van online video 4 november 2008 MIE, Rotterdam Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Agenda 2 Online video is booming Uitgesteld kijken Grootschalig

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing.

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing. Onderzoeksverslag Masterscriptie De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing. Lauret Gerner S4219910 30 januari 2017

Nadere informatie

De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking.

De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking. De invloed van risicoperceptie, self-efficacy en involvement op informatiezoekend gedrag: toetsing van het Framework of Risk Information Seeking. Tessa te Kaat Enschede, augustus 2008 Abstract Dit onderzoek

Nadere informatie

Kies mij, ik ben gezond!

Kies mij, ik ben gezond! Kies mij, ik ben gezond! Onderzoek naar het effect van framing van voedingsberichten op de intentie om gezond te eten, een bericht te delen en de gepercipieerde gezondheid van een product Sophie van Overeem

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

DONATEURSVERTROUWEN METING DECEMBER Het Nederlandse Donateurspanel

DONATEURSVERTROUWEN METING DECEMBER Het Nederlandse Donateurspanel Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Kien Het Nederlandse Donateurspanel METING DECEMBER 2016 In dit rapport leest u de laatste ontwikkelingen

Nadere informatie

The Cross-Channel Effects of Informational Web Sites

The Cross-Channel Effects of Informational Web Sites Samenvatting Recente ontwikkelingen bieden consumenten, naast de traditionele winkel, de mogelijkheid om bij het doen van aankopen, aanvullende kanalen te gebruiken. Met een kanaal bedoelen we een middel

Nadere informatie

Sociale beïnvloeding en conformeren aan referentiegroepen Een studie naar de invloed van uniformiteit van een referentiegroep

Sociale beïnvloeding en conformeren aan referentiegroepen Een studie naar de invloed van uniformiteit van een referentiegroep Sociale beïnvloeding en conformeren aan referentiegroepen Een studie naar de invloed van uniformiteit van een referentiegroep Leonie van de Beek Masterscriptie Communicatiewetenschap Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Universiteit van Amsterdam, The Graduate School of Communication Naam: Jean-michel Kerkhoff

Nadere informatie

Sportclubs en Sociale Media

Sportclubs en Sociale Media Sportclubs en Sociale Media Wilko de Graaf DSO, 7 november 2013 Sportclubs en Sociale Media Mike Muller en Wilko de Graaf Kenniskring Sport, Management en Ondernemen Domein Bewegen, Sport en Voeding Hogeschool

Nadere informatie

Het Group Attractiveness en Cheerleader Effect: De Aantrekkelijkheid van Groepen Producten

Het Group Attractiveness en Cheerleader Effect: De Aantrekkelijkheid van Groepen Producten Het Group Attractiveness en Cheerleader Effect: De Aantrekkelijkheid van Groepen Producten Bachelor Thesis P. J. C. van der Kruijs ANR: 661963 Supervisor: Dr. Y. M. J. van Osch Department of Social Psychology

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie