Diepveneuze trombose en longembolie uitsluiten met klinische beslisregels en D-dimeertesten
|
|
- Nora de Jonge
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Stand van zaken Diepveneuze trombose en longembolie uitsluiten met klinische beslisregels en D-dimeertesten Inge C.M. Mos, Melanie Tan, Frederikus A. Klok, Pieter W. Kamphuisen en Menno V. Huisman De klinische diagnostiek van een veneuze trombo-embolie (VTE) is vaak lastig, omdat de symptomen van deze aandoening divers en weinig specifiek zijn. De combinatie van een lage voorafkans met een klinische beslisregel en een niet-afwijkende D-dimeertest kan veilig de aanwezigheid van een VTE uitsluiten. Er bestaan klinische beslisregels voor diagnostiek van een diepveneuze trombose in de eerste lijn en in de tweede lijn en een klinische beslisregel voor diagnostiek van een longembolie in de tweede lijn. Er zijn verschillende D-dimeertesten op de markt die verschillen in sensitiviteit, specificiteit en tijdsduur van de bepaling. Tijdens de zwangerschap en in het kraambed kan niet worden volstaan met de beslisregel en een D-dimeertest: aanvullend radiologisch onderzoek is hierbij altijd aangewezen. De diagnostische waarde van de D-dimeertest bij verdenking op een recidief van een VTE moet nog worden vastgesteld. Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Algemene Interne Geneeskunde- Endocrinologie, Leiden. Drs. I.C.M. Mos en drs. M. Tan, artsen-onderzoekers; dr. M.V. Huisman, internist-vasculair geneeskundige. Bronovo ziekenhuis, afd. Interne Geneeskunde, Den Haag. Dr. F.A. Klok, arts-assistent in opleiding tot internist. Academisch Medisch Centrum, afd. Vasculaire Geneeskunde, Amsterdam. Dr. P.W. Kamphuisen, internist-vasculair geneeskundige. Contactpersoon: drs. I.C.M. Mos De symptomen van een veneuze trombo-embolie zijn divers en weinig specifiek. Dat maakt de diagnostiek van deze aandoening lastig. In de dagelijkse praktijk zijn er echter veel patiënten bij wie het vermoeden bestaat dat ze een veneuze trombo-embolie (VTE) hebben. Bij 20-30% van die patiënten, wordt de diagnose daadwerkelijk bevestigd. Een VTE kan bestaan uit een diepveneuze trombose (DVT) of een longembolie. De incidentie van VTE bedraagt ongeveer 0,6-1,2 per 1000 inwoners per jaar. 1 Begin 2008 is de NHG-standaard Diepe veneuze trombose verschenen, die het gebruik van een nieuw ontwikkelde klinische beslisregel en een D-dimeertest adviseert. Hiermee is diagnostiek bij de verdenking op DVT in de eerste lijn mogelijk geworden. 2 Tevens is in 2008 de CBOrichtlijn Diagnostiek, preventie en behandeling van veneuze trombo-embolie en secundaire preventie arteriële trombose verschenen. Deze richtlijn is vooral bestemd voor de tweede lijn. 3 Objectieve diagnostiek bij de verdenking op een trombose is van belang; enerzijds wegens potentiële morbiditeit en mortaliteit bij het missen van de aandoening, en anderzijds vanwege het risico op bloedingen bij behandeling met anticoagulantia. Voor de diagnostiek van VTE zijn verschillende testen beschikbaar. Gouden standaard voor de diagnose DVT is contrastvenografie, en voor longembolie pulmonalisangiografie. Deze technieken zijn echter belastend voor de patiënt vanwege het invasieve karakter en bovendien kostbaar. In de praktijk worden deze onderzoeken zelden verricht. Dit heeft er toe geleid dat de expertise in deze diagnostiek onder NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A2054 1
2 radiologen afneemt. Tegenwoordig wordt bij de verdenking op een VTE een combinatie toegepast van een klinische beslisregel, die aan de hand van anamnese en lichamelijk onderzoek een gestandaardiseerde voorafkans op VTE geeft, en een D-dimeertest. Afhankelijk van deze uitslagen wordt aanvullend beeldvormend onderzoek verricht in de vorm van compressie-echografie, CT-angiografie of ventilatieperfusiescintigrafie. In dit artikel gaan we in op de algemene rol van de klinische beslisregel en de D-dimeertest bij de diagnostiek van VTE, uitgaande van de NHG-standaard en de CBOrichtlijn. Na een introductie van de klinische testen bespreken wij de diagnose van diepveneuze trombose en longembolie apart. Klinische testen voor veneuze trombo-embolie Klinische beslisregels Zoals gezegd is de klinische diagnostiek van een veneuze trombo-embolie vaak lastig, omdat de symptomen van deze aandoening divers en weinig specifiek zijn. Om de diagnostiek te vereenvoudigen, zijn verschillende klinische beslisregels ontwikkeld. 2,4,5 Op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek worden hierbij per onderdeel punten gegeven. Op grond van de totaalscore van de klinische beslisregel is het mogelijk om te bepalen of er een laag, danwel een hoog risico is op trombose. Deze beslisregels zijn echter niet gevalideerd voor specifieke groepen patiënten, zoals patiënten die anticoagulantia gebruiken en zwangere patiënten. D-dimeertesten De vorming van een trombus gaat gepaard met een verhoogde fibrinolytische activiteit. Dit proces vindt plaats onder invloed van onder andere plasmine, waarbij degradatieproducten van fibrine ontstaan, zoals D-dimeren. 6 Een verhoogde D-dimeerconcentratie is zodoende een indicatie voor de aanwezigheid van een trombus in de circulatie. Bij kwantitatieve testen worden de D-dimeerwaarden als verhoogd beschouwd boven de afkapwaarde van 500 μg/l. De D-dimeertest is vooral van belang voor het uitsluiten van trombose. Met andere woorden, wanneer de D-dimeerconcentratie niet verhoogd is, dan is de kans op trombose erg klein. De D-dimeertest kan een trombose echter niet aantonen. Dit hangt samen met het feit dat de D-dimeerconcentratie ook stijgt bij tal van niet-trombotische aandoeningen en processen, zoals een maligniteit, infectie, operatie of zwangerschap. Ook stijgt de concentratie met de leeftijd. 7 Er bestaan diverse technieken om de D-dimeerconcentratie te bepalen. Het basisprincipe van alle testen is het gebruik van D-dimeerspecifieke antilichamen. Veel gebruikte technieken zijn de ELISA en de ELISA and fluorescence assay (ELFA) zoals VIDAS (Biomérieux, Marcy l Etoile, Frankrijk), de kwantitatieve latex-agglutinatietest, zoals Tinaquant D-Dimer (Roche Diagnostics, Bazel, Zwitserland) en STA-Liatest (Diagnostica Stago Inc, Frankrijk) en de volbloed-agglutinatietesten zoals SimpliRed (AGEN Biomedical, Melbourne Australië) en de Clearview (Inverness Medical, Princeton, NJ, VS). Deze testen verschillen van elkaar op een aantal aspecten. Ten eerste bestaan er belangrijke verschillen in de sensitiviteit en de specificiteit van de genoemde testen: in de regel heeft een test ofwel een matige sensitiviteit en specificiteit ofwel een hoge sensitiviteit, ten koste van een lagere specificiteit. In de praktijk zou altijd een hoogsensitieve D-dimeertest gebruikt moeten worden. Ten tweede bestaan er zowel kwantitatieve als kwalitatieve testen. Een nadeel van de kwalitatieve D-dimeertest is de matige inter-observervariabiliteit (κ = 0,65), met name bij een niet-diagnostische testuitslag (κ = 0,04). 8 Om deze reden wordt gebruik van deze testen afgeraden. Ten derde verschilt de bepalingstijd. Die varieert van 35 min voor de VIDAS, via min voor de STA-Liatest tot zelfs korter dan 5 min voor de volbloed-agglutinatietesten. Vanwege de snelle uitslag zal naar verwachting het gebruik van deze laatste testen toenemen. 3 Naast de bovenstaande D-dimeerbepalingen zijn er ook D-dimeertesten voor gebruik ter plekke ( point of care ) geëvalueerd. Hiermee zijn slechts een beperkt aantal studies verricht. In de huisartspraktijk kan gebruik worden gemaakt van een kwalitatieve point-of-care-d-dimeertest (zoals Clearview), blijkt uit de zogenaamde Amusestudie. 9 Het voordeel van deze testen is een directe uitslag, een nadeel is dat het meestal kwalitatieve testen betreft. Een voorbeeld van een kwantitatieve point-of-care-test is de Cardiac D-dimeertest (Roche Diagnostics, Bazel, Zwitserland). Deze heeft een sensitiviteit van 96,6% en een specificiteit van 60,8%. 10 Deze Cardiac D-dimeertest lijkt in de toekomst een rol te kunnen spelen bij de VTEdiagnostiek, hoewel verdere evaluatie in prospectieve managementstudies nog moet plaatsvinden. Diepveneuze trombose Beslisregels Voor de diagnostiek van een diepveneuze trombose in de huisartspraktijk is een beslisregel ontwikkeld die bestaat uit 7 onderdelen (tabel 1). De uiteindelijke score leidt tot een indeling in DVT onwaarschijnlijk bij een score van 3 punten en DVT waarschijnlijk bij een score van 4 punten. Voor de tweede lijn bestaat de wellsregel, die 9 onderdelen bevat (tabel 2). 3,4 Ook hierbij worden patiënten ingedeeld in 2 categorieën: bij < 2 punten is trombose onwaarschijnlijk en 2 punten is trombose waarschijnlijk. Bij een score van 2 of hoger is het risico op een DVT 5 keer verhoogd (likelihoodratio: 5,2 (95%-BI: 4,0-6,0)), 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A2054
3 TABEL 1 Klinische beslisregel bij verdenking op diepveneuze trombose, voor gebruik in de huisartspraktijk 2 * kenmerk mannelijk geslacht 1 gebruik orale anticonceptie 1 aanwezigheid maligniteit 1 operatie ondergaan in de laatste maand 1 afwezigheid van trauma dat zwelling in kuit verklaart 1 uitgezette venen van het been 1 verschil maximale kuitomvang > 3 cm 2 * Bij een totaal aantal punten 3 is een diepveneuze trombose onwaarschijnlijk; bij een totaal aantal punten 4 is een diepveneuze trombose waarschijnlijk. punten terwijl bij een score < 2 de kans op trombose verlaagd is (likelihoodratio: 0,25 (95%-BI: 0,21-0,29). 11 Het onderscheid tussen de klinische beslisregels voor de eerste en de tweede lijn is gemaakt omdat de wellsregel voor een verdenking op DVT niet betrouwbaar is gebleken in de huisartsenpraktijk. 12 Bij zelfverwijzers die zich op de spoedeisende hulp melden, is het nog de vraag welke beslisregel het beste gebruikt kan worden. Om de uniformiteit te behouden, wordt geadviseerd om in een ziekenhuissetting altijd 1 regel te gebruiken, namelijk die volgens Wells. D-dimeertesten De verschillende D-dimeertesten hebben een wisselende sensitiviteit en specificiteit voor de diagnose DVT. In de eerste lijn kan gebruik worden gemaakt van zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve test. 2 Voor de tweede lijn is dit nog niet goed onderzocht. De veelgebruikte VIDAS-test, heeft een sensitiviteit van 96% (95%-BI: 93-98) en een specificiteit van 44% (95%-BI: 36-52). 13 De sensitiviteit is tevens afhankelijk van de lokalisatie van de DVT. De D-dimeertest heeft een hogere sensitiviteit voor een proximale DVT dan voor een distale DVT: 98% (95%-BI: 97-99) versus 86% (95%-BI: 84-88). 14 Combinatie beslisregel en D-dimeertest De diagnose DVT kan in de huisartspraktijk veilig worden verworpen in geval van een lage score op een klinische beslisregel en een niet-afwijkende D-dimeertestuitslag. Bij een onderzoek naar deze strategie, een klinische beslisregel geïntegreerd met een kwalitatieve point-of-care-ddimeertest, kreeg 1,4% (95%-BI: 0,6-2,9) van de patiënten met een lage score alsnog een VTE in de 3 maanden die volgden op het consult. Patiënten met een hoge score dienen te worden doorverwezen voor aanvullend onderzoek met compressie-echografie (figuur 1). 9 Ook in het ziekenhuis sluit de combinatie van een lage voorafkans (wellsregel < 2 punten) en een niet-afwijkende D-dimeertest een DVT veilig uit. Uit onderzoek blijkt dat deze categorie patiënten zonder sbehandeling een zeer laag tromboserisico hebben: 0,9% gedurende 3 maanden follow-up (95%-BI: 0,1-3,3), zonder dat hierbij fatale longembolieën optraden. 15 Bij patiënten met een hoge voorafkans (wellsregel 2 punten) wordt direct een compressie-echografie verricht. Indien de echografie geen DVT aantoont, wordt een D-dimeertest verricht: indien deze uitslag niet-afwijkend is, kan een DVT veilig worden uitgesloten. Bij deze groep patiënten werd na 3 maanden follow-up geen VTE gediagnosticeerd (0%; 95%-BI: 0-2%). Als er echter wel sprake is van een verhoogde D-dimeerwaarde, wordt na 1 week opnieuw echografie verricht (figuur 2). In de tussenliggende periode is geen behandeling met anticoagulantia noodzakelijk. 16 Bij ongeveer 3% van deze patiënten wordt door middel van echografie alsnog een DVT aangetoond. 15 Samengevat wordt bij verdenking op een DVT eerst een score op een klinische beslisregel bepaald. Is deze niet afwijkend, dan kan met behulp van een niet verhoogde D-dimeerconcentratie DVT worden uitgesloten. Wanneer de score 2 is of de D-dimeertest verhoogd is, dan is aanvullende diagnostiek aangewezen. Longembolie Beslisregels Bij de verdenking op een longembolie bestaat de wellsregel uit 7 onderdelen, gebaseerd op anamnese, lichamelijk onderzoek en de waarschijnlijkheid van een alternatieve diagnose (tabel 3). 5 Een longembolie is onwaarschijnlijk bij 4 punten en waarschijnlijk bij > 4 punten. Net als bij DVT is alleen een beslisregel niet voldoende om longembolie aan te tonen of uit te TABEL 2 Wellsregel bij verdenking op diepveneuze trombose, voor gebruik in de tweede lijn 4 * kenmerk paralyse, parese of recent gipsverband aan het been 1 zwelling kuit 3 cm ten opzichte van het asymptomatische been 1 (10 cm onder tuberositas tibiae gemeten) recente immobilisatie > 3 dagen of operatie in voorgaande 4 weken 1 lokale gevoeligheid / pijn in het gebied van het diepveneuze systeem 1 pitting oedeem meer uitgesproken in het symptomatische been 1 zwelling gehele been 1 collaterale, oppervlakkige venen zichtbaar (geen varices) 1 maligniteit, waarvoor nu behandeling of behandeling in de afgelopen 1 6 maanden alternatieve diagnose tenminste even waarschijnlijk als diepveneuze -2 trombose * Bij een totaal aantal punten < 2 is een diepveneuze trombose onwaarschijnlijk; bij een totaal aantal punten 2 is een diepveneuze trombose waarschijnlijk. punten NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A2054 3
4 score 3 D-dimeertest* verdenking op diepveneuze trombose eerstelijnsbeslisregel score > 4 herhalingsecho (1 week later) echografie ziekenhuis FIGUUR 1 Stroomdiagram voor de diagnosiek van diepveneuze trombose in de huisartspraktijk. * bij een D-dimeerconcentratie > 500 µg/l; bij een D-dimeerconcentratie 500 µg/l sluiten, en aanvullend onderzoek is altijd nodig. In geval van een lage voorafkans ( 4 punten) volgt een D-dimeertest, bij een hoge score (> 4 punten) moet direct beeldvormend onderzoek worden verricht. D-dimeertesten De sensitiviteit en specificiteit van de verschillende typen D-dimeertesten voor de diagnostiek van longembolie verschillen iets ten opzichte van DVTdiagnostiek. De veelgebruikte VIDAS-test heeft een hoge sensitiviteit van 97% (95%-BI: 91-99) met een matige specificiteit van 41% (95%-BI: 26-57). 12 Ook bij longembolieën is de sensitiviteit van de D-dimeertest afhankelijk van de locatie van de trombus. Voor segmentale, lobaire en centrale longembolieën is de sensitiviteit 93%, bij subsegmentale longembolieën daalt deze naar 50%. 16 Combinatie beslisregel en D-dimeertest Momenteel wordt in Nederland onderzocht hoe betrouwbaar het gebruik is in de huisartspraktijk van de beslisregel, de D-dimeertest of de combinatie van beide bij patiënten met een verdenking op een longembolie. Vooralsnog is het uitsluiten van longembolie door de huisarts niet aan de orde en moeten patiënten met verdenking op een longembolie worden doorverwezen naar de tweede lijn. In de tweede lijn wordt gebruik gemaakt van zowel de klinische beslisregel als de D-dimeertest, eventueel gevolgd door een CT-scan (figuur 3). Deze diagnostische strategie is onderzocht voor zowel poliklinisch als klinisch opgenomen patiënten. Bij de combinatie van een lage score op de klinische beslisregel en een normale D-dimeerwaarde kan verdere diagnostiek, bijvoorbeeld een CT-scan of ventilatieperfusiescintigrafie, veilig achterwege worden gelaten. Het aantal patiënten dat niet met anticoagulantia werd behandeld en bij wie alsnog een VTE werd gediagnosticeerd gedurende een follow-upperiode van 3 maanden bedroeg slechts 0,1% (95%-BI: 0,0-0,6). 17 In een grote Nederlandse studie bedroeg dit percentage 0,5% (95%-BI: 0,2-1,1). Bij deze studie kon op deze manier bij 32% van de patiënten een longembolie veilig worden uitgesloten zonder aanvullende diagnostiek. 18 Samengevat wordt bij verdenking op een longembolie net als bij de diagnostiek van DVT eerst een score op een klinische beslisregel bepaald. Is deze niet afwijkend, dan sluit een niet-verhoogde D-dimeerconcentratie een longembolie uit. Wanneer de score > 4 bedraagt of de D-dimeerwaarde verhoogd is, dan is aanvullende diagnostiek aangewezen. Diagnostiek tijdens zwangerschap Tijdens zwangerschap, in het kraambed en na een sectio caesarea bestaat er een verhoogd risico op VTE door onder meer immobilisatie en toename van de veneuze stase. Er is weinig bekend over het gebruik van klinische beslisregels en de combinatie met D-dimeertesten bij zwangeren. Klachten als dyspneu, en oedeem van de onderste extremiteiten komen frequent voor bij een zwangerschap, maar kunnen ook wijzen op een VTE. Het onderscheid is lastig te maken, waardoor het bepalen van de voorafkans middels een klinische beslisregel bemoei- TABEL 3 Wellsregel bij verdenking op longembolie 5 * kenmerk punten klinisch tekenen van diepveneuze trombose (minimaal zwelling 3,0 en pijn bij palpatie) longembolie waarschijnlijker dan alternatieve diagnose 3,0 hartfrequentie groter dan 100 slagen/minuut 1,5 immobilisatie of operatie in vier voorafgaande weken 1,5 diepveneuze trombose of longembolie in voorgeschiedenis 1,5 hemoptoë 1,0 maligniteit (tot zes maanden na laatste behandeling, of tijdens 1,0 palliatie) * Bij een totaal aantal punten 4 is een longembolie onwaarschijnlijk; bij een totaal aantal punten > 4 is een longembolie waarschijnlijk. 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A2054
5 verdenking op diepveneuze trombose score < 2 wellsregel score 2 D-dimeertest* echografie echografie D-dimeertest herhalingsecho (1 week later) FIGUUR 2 Stroomdiagram voor de diagnostiek van diepveneuze trombose in de tweede lijn; * bij een D-dimeerconcentratie > 500 µg/l; bij een D-dimeerconcentratie 500 µg/l score 4 D-dimeertest* verdenking op diepveneuze trombose wellsregel score > 4 CT-scan FIGUUR 3 Stroomdiagram voor de diagnostiek van longembolie; * bij een D-dimeerconcentratie > 500 µg/l; bij een D-dimeerconcentratie 500 µg/l lijkt wordt. Omdat zwangerschap voor de meeste studies een exclusiecriterium is voor deelname, is de voorspellende waarde van de beslisregel van Wells bij deze specifieke populatie niet exact bekend. Voor zwangere patiënten met verdenking op DVT is recent een beslisregel ontwikkeld, de zogenaamde LEFtregel. 19 Deze bestaat uit 3 criteria, namelijk DVT in het linker been ( left ), verschil in kuitomvang 2 cm ( enlargement ) en presentatie in het 1e trimester van de zwangerschap ( first trimester ). Indien geen of hooguit één criterium aanwezig is, heeft patiënte een lage voorafkans. De prevalentie van DVT is in deze groep 0,6% (95%-BI: 0,1 3,5). De waarde van deze regel voor de klinische praktijk ligt dus met name in het uitsluiten van DVT. Verder prospectief onderzoek is echter noodzakelijk voordat implementatie in de praktijk kan worden aanbevolen. Ook de waarde van de D-dimeertest tijdens de zwangerschap en in het kraambed is beperkt. Tijdens de zwangerschap treedt namelijk een fysiologische stijging van de D-dimeerconcentratie op, wat leidt tot een daling van NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A2054 5
6 Leerpunten De symptomen van een veneuze trombo-embolie zijn divers en niet erg specifiek. Een lage score op de klinische beslisregel volgens Wells in combinatie met een niet-afwijkende D-dimeerwaarde kan een veneuze trombo-embolie veilig uitsluiten. Bij een verdenking op een recidief kan een beslisregel en een D-dimeertest mogelijk nuttig zijn, mits de patiënt geen anticoagulantia meer gebruikt. Bij zwangeren is de combinatie van een klinische beslisregel en de D-dimeerwaarde niet onderzocht; daarom wordt het gebruik afgeraden, zowel tijdens de zwangerschap als in het kraambed. Voor de huisartsenpraktijk is een eigen klinische beslisregel ontwikkeld, die in combinatie met een D-dimeertest veilig een diepveneuze trombose kan uitsluiten. De eerste lijn kan point-of-care D-dimeertesten gebruiken, maar deze zijn in de tweede lijn nog onvoldoende onderzocht om ook daar toegepast te worden. de specificiteit van deze test: vanaf 35 weken en post partum zijn de D-dimeerwaarden altijd verhoogd boven de gebruikelijke afkapwaarde van 500 μg/l. 20 Concluderend wordt afgeraden gebruik te maken van een klinische beslisregel en een D-dimeertest tijdens de zwangerschap en in het kraambed. Aanvullend radiologisch onderzoek is hierbij dus altijd aangewezen. Verdenking op VTE-recidief Het aantal studies naar de rol van de D-dimeertest bij de diagnostiek van een recidief van een VTE is beperkt. Hierover bestaat vooralsnog dan ook geen duidelijke consensus. De beschikbare studies laten wel zien dat een diagnostische strategie bestaande uit een D-dimeertest en een klinische beslisregel nuttig zou kunnen zijn bij dergelijke patiënten. 21,22 Bij patiënten met een lage verdenking op een recidief van een DVT en niet-afwijkende D-dimeerwaarde, trad bij slechts 0,75% (95%- BI: 0,02-4,09) van de patiënten binnen 3 maanden een VTE op. 21 In een studie bij patiënten met een klinische verdenking op een recidief van een longembolie kreeg geen van de patiënten met een lage score op de wellsregel en een lage D-dimeerwaarde binnen 3 maanden een VTE (0%; 95%- BI: 0-6,9). 22 Het gebruik van smiddelen is een bijkomend probleem bij het stellen van de diagnose VTE. De D-dimeertest is dan namelijk minder betrouwbaar, omdat bij de meeste van deze patiënten de D-dimeerconcentratie daalt. Hierdoor neemt de kans op fout-negatieve uitslagen toe. Dat geldt vooral vlak na het starten van de behandeling Toekomstig onderzoek zal verder uitsluitsel moeten geven over het gebruik en de diagnostische waarde van de D-dimeertest bij een verdenking op een recidief van een VTE. Conclusie Er zijn verschillende diagnostische testen beschikbaar om een veneuze trombo-embolie met voldoende zekerheid uit te sluiten. De klinische beslisregels en de D-dimeertesten spelen hierbij een belangrijke rol. Zowel de beslisregel als de D-dimeertest volstaan niet als alleenstaand diagnosticum. Bij de combinatie van een lage klinische voorafkans en een niet-afwijkende D-dimeerconcentratie kan een VTE echter wel veilig worden uitgesloten. Wanneer de beslisregel een hoge kans aangeeft of de D-dimeerconcentratie verhoogd is, moet altijd aanvullend beeldvormend onderzoek worden verricht. Met de introductie van de NHG-standaard Diepe veneuze trombose is de D-dimeertest geïntegreerd in de diagnostiek voor DVT in de huisartspraktijk. Een vergelijkbare standaard voor de diagnose longembolie dient nog te worden geëvalueerd. Aanvaard op 8 juli 2010 De eerste twee auteurs hebben evenveel bijgedragen aan dit artikel. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: Drs. I.C.M. Mos wordt gesubsidieerd door de Nederlandse Hartstichting met subsidienummer 2006B224. Drs. M. Tan wordt gesubsidieerd door de Nederlandse Hartstichting met subsidienummer 2007B146. Financiële ondersteuning voor dit artikel: geen gemeld. Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A2054 > Meer op 6 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A2054
7 Literatuur 1 Oger E. Incidence of venous thromboembolism: a community-based study in Western France. EPI-GETBP Study Group. Groupe d Etude de la Thrombose de Bretagne Occidentale. Thromb Haemost. 2000;83: Oudega R, van Weert H, Stoffers HEJH, et al. NHG standaard Diep veneuze trombose. Huisarts Wet. 2008;51: Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Richtlijn Diagnostiek, Preventie en Behandeling van Veneuze Trombo-embolie en Secundaire Preventie Arteriële Trombose. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications; p Wells PS, Anderson DR, Bormanis J, et al. Value of assessment of pretest probability of deep-vein thrombosis in clinical management. Lancet. 1997;350: Wells PS, Anderson DR, Rodger M, et al. Derivation of a simple clinical model to categorize patients probability of pulmonary embolism: increasing the models utility with the SimpliRED D-dimer. Thromb Haemost. 2000;83: Kline JA, Johns KL, Colucciello SA, Israel EG. New diagnostic tests for pulmonary embolism. Ann Emerg Med. 2000;35: Righini M, Perrier A, de Moerloose P, Bounameaux H. D-dimer for venous thromboembolism diagnosis: 20 years later. J Thromb Haemost. 2008;6: Perzanowski C, Eiger G. Limited interobserver agreement in the SimpliRED D-dimer assay. J Thromb Haemost. 2003;1: Büller HR, Ten Cate-Hoek AJ, Hoes AW, et al. Safely ruling out deep venous thrombosis in primary care. Ann Intern Med. 2009;150: Dempfle CE, Korte W, Schwab M, Zerback R, Huisman MV. Sensitivity and specificity of a quantitative point of care D-dimer assay using heparinized whole blood in patients with clinically suspected deep vein thrombosis. Thromb Haemost. 2006;96: Goodacre S, Sutton AJ, Sampson FC. Meta-analysis: the value of clinical assessment in the diagnosis of deep venous thrombosis. Ann Intern Med. 2005;143: Oudega R, Hoes AW, Moons KG. The Wells rule does not adequately rule out deep venous thrombosis in primary care patients. Ann Intern Med. 2005;143: Di Nisio M, Squizzato A, Rutjes AW, Buller HR, Zwinderman AH, Bossuyt PM. Diagnostic accuracy of D-dimer test for exclusion of venous thromboembolism: a systematic review. J Thromb Haemost. 2007;5: Goodacre S, Sampson FC, Sutton AJ, Mason S, Morris F. Variation in the diagnostic performance of D-dimer for suspected deep vein thrombosis. QJM. 2005;98: Wells PS, Anderson DR, Rodger M, et al. Evaluation of D-dimer in the diagnosis of suspected deep- vein thrombosis. N Engl J Med. 2003;349: De Monyé W, Sanson BJ, Mac Gillavry MR, et al. Embolus location affects the sensitivity of a rapid quantitative D-dimer assay in the diagnosis of pulmonary embolism. Am J Respir Crit Care Med. 2002;165: Ten Cate-Hoek AJ, Prins MH. Management studies using a combination of D-dimer test result and clinical probability to rule out venous thromboembolism: a systematic review. J Thromb Haemost. 2005;3: Van Belle A, Büller HR, Huisman MV, et al. Effectiveness of managing suspected pulmonary embolism using an algorithm combining clinical probability, D-dimer testing, and computed tomography. JAMA. 2006;11(295): Chan WS, Lee A, Spencer FA, Crowther M, Rodger M, Ramsay T et al. Predicting deep venous thrombosis in pregnancy: out in LEFt field? Ann Intern Med. 2009;151: Chabloz P, Reber G, Boehlen F, Hohlfeld P, de Moerloose P. TAFI antigen and D-dimer levels during normal pregnancy and at delivery. Br J Haematol. 2001;115: Rathbun SW, Whitsett TL, Raskob GE. Negative D-dimer result to exclude recurrent deep venous thrombosis: a management trial. Ann Intern Med. 2004;141: Nijkeuter M, Kwakkel-van Erp H, Söhne M, et al. Clinically suspected acute recurrent pulmonary embolism: a diagnostic challenge. Thromb Haemost. 2007;97: Bruinstroop E, van der Ree MA, Huisman MV. The use of D-dimer in specific clinical conditions: a narrative review. Eur J Intern Med. 2009;20: Couturaud F, Kearon C, Bates SM, Ginsberg JS. Decrease in sensitivity of D-dimer for acute venous thromboembolism after starting anticoagulant therapy. Blood Coagul Fibrinolysis. 2002;13: Aguilar C, Del Villar V. Diagnostic value of D-dimer in outpatients with suspected deep venous thrombosis receiving oral anticoagulation. Blood Coagul Fibrinolysis. 2007;18: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2010;154:A2054 7
Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:
Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of
Nadere informatieSamenvatting. Nijkeuter_V4.indd :10:09
Nijkeuter_V4.indd 137 02-05-2007 15:10:09 Een longembolie is een potentieel fatale aandoening waarbij vroege herkenning en het starten van behandeling met anticoagulantia mortaliteit kan doen voorkomen.
Nadere informatieDe huisarts kan zelf diepe veneuze trombose veilig uitsluiten
Onderzoek De huisarts kan zelf diepe veneuze trombose veilig uitsluiten Harry Büller, Arina ten Cate-Hoek, Arno Hoes, Manuela Joore, Karel Moons, Ruud Oudega, Martin Prins, Jelle Stoffers, Diane Toll,
Nadere informatieWat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis
Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig Start behandeling in het ziekenhuis Na 1 dag naar huis Na 2 dagen naar huis Na 5-7 dagen naar huis als de INR goed is Menno Huisman afdeling Interne
Nadere informatieVerdenking longembolie: plotselinge onverklaarde benauwdheid pijn vastzittend aan de ademhaling
DIAGNOSTIEK BIJ LONGEMBOLIE EN DIEP VENEUZE TROMBOSE IN 1 E LIJN Deelprotocol: Uitsluiten longembolie m.b.v. klinische beslisregel (Wells) en D-dimeertest Versie 10-02-2015 Verdenking longembolie: plotselinge
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue
Nadere informatieTRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE
TRANSMURAAL PROTOCOL Inleiding De incidentie van diepe veneuze trombose () is ongeveer 2 per 1.000 patiënten per jaar. Voor longembolie gelden vergelijkbare getallen. De huisarts wordt dan ook niet vaak
Nadere informatieDiagnostiek van diepe veneuze trombose en longembolie
Diagnostiek van diepe veneuze trombose en longembolie Auteurs Trefwoorden P.W. Kamphuisen en M. Oudkerk CBO-consensus, diagnostiek, longembolie, veneuze trombose Samenvatting Betrouwbare diagnostiek naar
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21764 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Mos, Inge Christina Maria Title: A more granular view on pulmonary embolism Issue
Nadere informatieTromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC
Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40114 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Exter, Paul L. den Title: Diagnosis, management and prognosis of symptomatic and
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Veneuze trombose is een aandoening waarbij er een stolsel ontstaat in een bloedvat. Dit betreft meestal de diepgelegen vaten in het been of bekken (diep veneuze trombose). Wanneer er een deel
Nadere informatieBehandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn
Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede
Nadere informatieLongembolie diagnostiek bij ouderen Een gemiste kans voor de eerste lijn? Annelieke Kingma Arts in opleiding tot huisarts en onderzoeker
Longembolie diagnostiek bij ouderen Een gemiste kans voor de eerste lijn? Annelieke Kingma Arts in opleiding tot huisarts en onderzoeker Inhoud Casus Probleem Oplossing Discussie: toekomstig onderzoek
Nadere informatieEen verdenking op een acute veneuze trombo-embolie
Stand van zaken Beeldvormende technieken bij diagnostiek van diepe veneuze trombose en Melanie Tan, Inge C.M. Mos, Frederikus A. (Erik) Klok, Lucia J.M. Kroft, Albert de Roos, Matthijs Oudkerk, Pieter
Nadere informatieDiagnostic strategy for excluding pulmonary embolism in primary care Lucassen, W.A.M.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Diagnostic strategy for excluding pulmonary embolism in primary care Lucassen, W.A.M. Link to publication Citation for published version (APA): Lucassen, W. A. M.
Nadere informatieDiagnostiek VTE: 1 e of 2 e lijn?
Diagnostiek Diagnostiek VTE: 1 e of 2 e lijn? Dr. Geert-Jan Geersing huisarts Universitair Medisch Centrum Utrecht Julius Center for Health Sciences and Primary Care Longembolie en de huisarts Iedereen
Nadere informatieDiagnostiek van longembolie
Wim Lucassen, Petra Erkens, Geert-Jan Geersing Beschouwing Diagnostiek van longembolie Samenvatting Lucassen WAM, Erkens PMG, Geersing GJ. Diagnostiek van longembolie. Huisarts Wet 2013;56(6):264-8. Wanneer
Nadere informatieVerdenking Diep Veneuze Trombose: pijnlijk dik been. Bij verdenking DVT: vul het registratieformulier DVT in (bijlage)
DIAGNOSTIEK BIJ LONGEMBOLIE EN DIEP VENEUZE TROMBOSE IN E LIJN Deelprotocol: Uitsluiten diep veneuze trombose m.b.v. eerstelijns beslisregel en D-dimeertest Versie 05-03-205 Verdenking Diep Veneuze Trombose:
Nadere informatieLaboratoria Nieuwsbrief oktober 2014 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium
Laboratoria Nieuwsbrief oktober 2014 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: - Aanvraagformulier medicijnspiegel bepaling - Dientamoeba fragilis
Nadere informatieCurriculum Vitae. Nijkeuter_V4.indd :10:11
Curriculum Vitae Nijkeuter_V4.indd 143 02-05-2007 15:10:11 Curriculum Vitae De auteur van dit proefschrift werd geboren op 9 februari 1977, in Groningen. In 1995 behaalde zij haar eindexamen VWO aan het
Nadere informatieSimplification of the diagnosis of deep venous thrombosis by using the clinical score and D-dimer concentration
CHAPTER 9 Simplification of the diagnosis of deep venous thrombosis by using the clinical score and D-dimer concentration R.E.G. Schutgens 1 and D.H. Biesma 2 1 Department of Haematology, University Medical
Nadere informatieMRI in de diagnostiek van acute trombose Techniek van de toekomst
MRI in de diagnostiek van acute trombose Techniek van de toekomst Dr. Frederikus. Klok fd. Trombose en Hemostase, LUMC Erik - de jonge onderzoeker V Trombose Erik - de (nog steeds) jonge onderzoeker V
Nadere informatieDiagnostiek van DVT en LE bij ouderen. Fred Haas
Diagnostiek van DVT en LE bij ouderen Fred Haas 28-06-2012 1 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 Vereenvoudigd stolschema 2 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 3 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 4 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 Vereenvoudigd
Nadere informatieD-dimeer ter uitsluiting van de diagnose longembolie
Ned Tijdschr Klin Chem 2000; 25: 288-292 D-dimeer ter uitsluiting van de diagnose longembolie J.W.P.H. SOONS De D-dimeerbepaling heeft de potentie de diagnose longembolie uit te sluiten bij een normale
Nadere informatieDiagnostiek van diepe veneuze trombose door de huisarts
Beschouwing Diagnostiek van diepe veneuze trombose door de huisarts Ruud Oudega, Karel Moons, Arno Hoes Inleiding Epidemiologie Huisartsen zien over het algemeen als eerste hulpverlener patiënten met symptomen
Nadere informatieVoortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden
Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K
Nadere informatieVereenvoudiging van diagnostiek bij diepveneuze trombose door gebruik van klinische score en D-dimeerconcentratie
deze in te vullen in een poging de vraag te beantwoorden of men HPU kan hebben. Men krijgt vervolgens advies over uit te voeren tests; à raison van 2 45, kan men materiaal bestellen om de urine bij het
Nadere informatieThrombo-embolie. Wouter Jacobs, longarts. John van Putten, longarts
Thrombo-embolie Wouter Jacobs, longarts John van Putten, longarts Patiënt 1 53 jarige man Voorgeschiedenis 1968 appendectomie Dec 2011 pijnlijke rechter voet waarvoor strassburger sok Anamnese 3 weken
Nadere informatieNawoord. Uiteraard gaat mijn dank uit naar Stijn Halkes en Jos Kroon die mij terzijde willen staan als paranimf.
Nawoord Nawoord Het tot stand komen van een proefschrift vereist teamwork. Het is uiteindelijk een groot team geworden en ik wil iedereen bedanken voor alle ondersteuning, adviezen en vriendschap. In het
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19768 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Langevelde, Kirsten van Title: Are pulmonary embolism and deep-vein thrombosis
Nadere informatieList of publications. Klok FA, van Kralingen KW, Huisman MV. Chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie. Hart Bulletin 2008; 39:60-4
List of publications 185 List of publications Klok FA, Karami Djurabi R, Nijkeuter M, Huisman MV. Alternative diagnosis other than pulmonary embolism as a subjective variable in the Wells clinical decision
Nadere informatieTraject Diepe veneuze Trombose MST
Interne geneeskunde Maak in de rechter kolom u keuze voor een onderwerp. Traject Diepe veneuze Trombose MST Uitgangspunt Algemeen NHG Standaard M86 CBO richtlijn Diagnostiek, preventie en behandeling van
Nadere informatieDIAGNOSTIEK. Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum
DIAGNOSTIEK Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum Test Evaluatie Meer aandacht voor de evaluatie van testen Snelle groei in aantal (kostbare) testen EBM: aantonen
Nadere informatieDiagnostische delay bij longembolie*
Diagnostische delay bij longembolie* Stefan Walen, Roger A.M.J. Damoiseaux en Jan Willem K. van den Berg Doel Opzet Methode Resultaten Conclusie Het kwantificeren van de verschillende stadia van de diagnostische
Nadere informatieDe diagnostische waarde van de D-dimeerbepaling
therapeutische consequenties en wordt daarom in de CBO-richtlijn ontraden. Dit geldt ook voor vrouwen waarbij deze testen worden gebruikt om het risico op VTE tijdens de zwangerschap of in het kraambed
Nadere informatieSneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie
Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Andrea Bruning, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Overzicht Introductie - Point-of-care
Nadere informatieProtocol Diep Veneuze Thrombose van de onderste extremiteit door huisarts-echografisten
Protocol Diep Veneuze Thrombose van de onderste extremiteit door huisarts-echografisten Publicatie 23 mei 2016 Samensteller Marcel van Philips [huisarts, secretaris VvHE] Ter goedkeuring Stephan Konijnenberg
Nadere informatieBehandeling VTE: aandachtspunten vanuit de 2 e lijn
Behandeling VTE: aandachtspunten vanuit de 2 e lijn F.A. (Erik) Klok MD, PhD Department of Thrombosis and Hemostasis LUMC, Leiden, Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Disclosures None Affiliation/financial interest
Nadere informatieDe pil bij vrouwen met verhoogd tromboserisico
17 februari 2016 De pil bij vrouwen met verhoogd tromboserisico Karina Meijer Minisymposium ter gelegenheid van de promotie van Lies van Vlijmen 170216 De pil Met stip populairste anticonceptivum Veneuze
Nadere informatieRadiologie Kies rechts in de pagina het onderwerp. Aanvragen MRI/CT voor de huisarts. Barbotage bij schouderklachten
Radiologie Kies rechts in de pagina het onderwerp. Aanvragen MRI/CT voor de huisarts Het laten verrichten van MRI of CT onderzoek is tot op heden geen routine onderzoeken voor de huisarts. In overleg met
Nadere informatieJ.M.T. Hendriksen, R.E.G. Schutgens, G.J. Geersing, R. Oudega en K.G.M. Moons
4 Het VISTA-onderzoek: effectiviteit en veiligheid van het gebruik van een predictiemodel voor het bepalen van de optimale duur van antistolling na een spontane veneuze trombose Venous thromboembolism:
Nadere informatieDiagnostisch Beleid bij Diep Veneuze Trombose en Longembool in de Huisartspraktijk en in het Ziekenhuis
Diagnostisch Beleid bij Diep eneuze Trombose en Longembool in de Huisartspraktijk en in het Ziekenhuis Wouter Goossens, KU Leuven Promotor: Professor Dr. Frank Buntinx, Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde
Nadere informatieDIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum
DIAGNOSTIEK Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum Test Evaluatie Meer aandacht voor de evaluatie van testen Snelle groei
Nadere informatieDe oudere patiënt met comorbiditeit
De oudere patiënt met comorbiditeit Dr. Arend Mosterd cardioloog Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dr. Irène Oudejans klinisch geriater Elkerliek ziekenhuis, Helmond Hartfalen Prevalentie 85 plussers
Nadere informatieThe etiology, diagnosis and treatment of venous thromboembolism Kraaijenhagen, R.A.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The etiology, diagnosis and treatment of venous thromboembolism Kraaijenhagen, R.A. Link to publication Citation for published version (APA): Kraaijenhagen, R. A.
Nadere informatieHot topics in de behandeling van VTE
Hot topics in de behandeling van VTE Saskia Middeldorp Academisch Medisch Centrum Afdeling Vasculaire Geneeskunde IVG feburari 2012 VTE hot topics n Deel 1 u Lange versus korte kousen u Aggressieve behandeling
Nadere informatieOnderwijsmateriaal voor toetsgroepen
1. Toelichting Dit programma is gebaseerd op de bijlage prostaatcarcinoom van de NHG- Standaard Mictieklachten bij mannen van oktober 2014. De huisarts krijgt met enige regelmaat een verzoek van gezonde
Nadere informatieBehandeling VTE bij de huisarts. Geert-Jan Geersing, MD PhD Huisarts Associate Professor
Behandeling VTE bij de huisarts. Geert-Jan Geersing, MD PhD Huisarts Associate Professor Disclosures Geen persoonlijke belangen Unrestricted institutional grants van Bayer, Boehringer- Ingelheim,BMS/Pfizer,
Nadere informatieDiagnostiek en behandeling van kuitvenetrombose
Klinische les Diagnostiek en behandeling van kuitvenetrombose Jeroen K. de Vries, Pieter Willem Kamphuisen en Karina Meijer Dames en Heren, Tijdens diagnostisch onderzoek naar de aanwezigheid van diepe
Nadere informatieCHAPTER 8. Samenvatting
CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien
Nadere informatieBehandeling Diep Veneuze Trombose
Behandeling Diep Veneuze Trombose Danick Werner MSc Verpleegkundig specialist intensieve zorg Vasculaire geneeskunde & endocrinologie Amphia Ziekenhuis, Breda Continuing Nursing Education, 20 september
Nadere informatieEen onverwachte draai in het verhaal Over valkuilen en blinde vlekken
Een onverwachte draai in het verhaal Over valkuilen en blinde vlekken dr. Geert-Jan Geersing huisarts-onderzoeker dr. Alfred Sachs huisarts-onderzoeker dr. Janneke Hendriksen aios Huisartsgeneeskunde Introductie
Nadere informatieAnalytische en klinische vergelijking van de 2e generatie Tina-quant D-dimeer test met zijn voorganger en de VIDAS
Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2013; 38: 164-168 Analytische en klinische vergelijking van de 2e generatie Tina-quant D-dimeer test met zijn voorganger en de VIDAS R.J. VERHEUL 1,3 *, R. REIJNEN 2,
Nadere informatieWAARDE VAN DE PSA-BEPALING EN HET RECTAAL TOUCHER
1. Toelichting Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard van november 2004. De huisarts krijgt het verzoek om een test op prostaatkanker of wil zelf, bij een vermoeden van prostaatkanker of bij twijfel
Nadere informatiePreventie tromboembolie
Preventie tromboembolie INFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN Een verblijf in het ziekenhuis kan een verhoogd risico op de ontwikkeling van een veneuze trombo-embolie met zich meebrengen. In deze folder geven
Nadere informatieAntitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde
Antitrombotisch beleid Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde 300616 Achtergrond Initiatief door NIV, geschreven door multidisciplinaire werkgroep internisten, huisartsen, orthopeden, longartsen,
Nadere informatieTrefwoorden: D-dimeer; diepe veneuze trombose; sensitiviteit; specificiteit
Ned Tijdschr Klin Chem 2000; 25: 279-287 D-dimeer en de diagnostiek van diep veneuze trombose: vergelijkend onderzoek van 13 D-dimeer bepalingen bij 99 patiënten met klinische verdenking op diepe veneuze
Nadere informatieCitation for published version (APA): Douma, R. A. (2010). Pulmonary embolism: advances in diagnosis and prognosis
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Pulmonary embolism: advances in diagnosis and prognosis Douma, R.A. Link to publication Citation for published version (APA): Douma, R. A. (2010). Pulmonary embolism:
Nadere informatieSAMENVATTING IN HET NEDERLANDS
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Diepveneuze trombose (DVT) is een aandoening waarbij er een stolsel (trombose) ontstaat in één van de bloedvaten van het been of in het kleine bekken (of in zeldzame gevallen
Nadere informatieVerdiepingsmodule. Medische besliskunde 1: De patiënt met een dikke enkel. Medische besliskunde 1: De patiënt met een dikke enkel. 1.
Medische besliskunde 1: De patiënt met een dikke enkel 1. Toelichting Hoe groot is de kans dat een patiënt met enkelletsel een fractuur heeft? In deze module maken de deelnemers rekensommen met fictieve
Nadere informatieHartfalen bij verpleeghuisbewoners; waar liggen de uitdagingen?
Hartfalen bij verpleeghuisbewoners; waar liggen de uitdagingen? Drs. Mariëlle AMJ van der Velden-Daamen Prof. Dr. Jan PH Hamers Prof. Dr. Hans Peter Brunner la Rocca Dr. Frans ES Tan Prof. Dr. Jos MGA
Nadere informatieThe diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S. Link to publication Citation for published version (APA): Gibson, N. S.
Nadere informatieHIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care
HIT MDO-onderwijs d.d. 01-12-2014 Claire Slegers Fellow Intensive Care Casus Man 68 RvO: Dag 1 TAAA - Buisprothese VG: o.a. 97 AAA - Buisprothese, ACS wv. ASA Postoperatief start LMWH (nadroparine 1dd2850
Nadere informatiePreventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen
Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Een van de objectieven van de «Thrombosis Guidelines Group of the BSTH (Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis) and the BWGA (Belgian Working
Nadere informatieAdjustments in the diagnostic work-up, treatment and prognosis of pulmonary embolism van Es, Josien
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Adjustments in the diagnostic work-up, treatment and prognosis of pulmonary embolism van Es, Josien Link to publication Citation for published version (APA): van
Nadere informatieINHOUD LONGEMBOLIE CASUS LONGEMBOLIE LONGEMBOLIE. ACEP Recap Pulmonary Embolism: An Update in decision rules and therapy. 1) Clinical Policy ACEP
INHOUD 1) Clinical Policy ACEP ACEP Recap Pulmonary Embolism: An Update in decision rules and therapy 21 november 2013 Merel Trijzelaar AIOS SEG 2) Evalua2on of Pulmonary Embolism in Pregnant Women 3)
Nadere informatieTriage Risk Screening Tool (TRST)
Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van
Nadere informatieVereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde
Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23449 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Roach, Rachel Elizabeth Jo Title: Sex-specific aspects of venous thrombosis Issue
Nadere informatieBehandeling DVT/PE hoort thuis in de eerste lijn. Dr. Wim Lucassen, huisarts te Zwaag en senior-onderzoeker AMC
Behandeling DVT/PE hoort thuis in de eerste lijn Dr. Wim Lucassen, huisarts te Zwaag en senior-onderzoeker AMC Wat betekent eigenlijk een behandeling in de eerste lijn? Is dat een behandeling thuis onder
Nadere informatiePost-trombotisch syndroom, is de (steun-)kous daarmee af?
Post-trombotisch syndroom, is de (steun-)kous daarmee af? Gerben C. Mol internist vasculair geneeskundige Meander MC, Amersfoort Publiekslezing Veneuze Trombose, UMCU, 11 oktober 2016 Wat is het probleem?
Nadere informatieCasusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd
Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd Lotte Sondag, AIOIS neurologie Ewoud van Dijk, neuroloog Inhoud Casusbeschrijving Cerebraal veneuze sinustrombose Anatomie Pathofysiologie Epidemiologie en
Nadere informatieDiep Veneuze Trombose van het been
Diep Veneuze Trombose van het been Regionale Transmurale Afspraak Zuidoost Brabant Diagnostiek Diep Veneuze Trombose van het been 1 Verdenking trombosebeen: pijnlijk, gezwollen en/of rood (onder)been Beslisregel
Nadere informatieAchtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium
Chapter 11 Samenvatting Achtergrond Het scafoïd (scaphoideum) is een van de 8 handwortelbeenderen en vormt de belangrijkste schakel tussen de hand en pols (Figuur 11.1). Scafoïdfracturen komen veel voor
Nadere informatieDissectie van de A. carotis door een stomp trauma. Fanny Vuik Keuze Coassistent IC
Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma Fanny Vuik Keuze Coassistent IC 17-09-2014 Inhoud. Casus Epidemiologie Indeling Pathofysiologie Kliniek Diagnostiek Therapie Conclusie Casus Man, 32 jaar.
Nadere informatieEllen Rijckmans & Sebastian Scherer Tutor: Jella De Ville
Ellen Rijckmans & Sebastian Scherer Tutor: Jella De Ville Inhoudstafel 1. Casusvoorstelling 2. Differentiaaldiagnoses 3. Diagnostiek en klinische benadering 4. Behandeling 5. Bronnen Casus XXIV Een 32
Nadere informatieIs niet-invasieve diagnostiek even veilig als de gouden standaard angiografie voor de diagnose veneuze trombo-embolie?
Peter Pattynama Diagnostiek van longembolie: de huidige stand van zaken Na de publicatie van de CBO-richtlijn voor longembolie in 1999 zijn internationaal snelle veranderingen opgetreden in de inzichten
Nadere informatieChapter 15. Nederlandse samenvatting
Chapter 15 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 177 Dit proefschrift beschrijft studies naar het valideren en vereenvoudigen van de huidige diagnostische strategieën bij patiënten met een
Nadere informatieDiagnostiek en behandeling diep veneuze trombose van het been Versie 3 (sep 2016)
Diagnostiek en behandeling diep veneuze trombose van het been Versie 3 (sep 2016) Omschrijving Diagnostiek en behandeling diep veneuze trombose (DVT) AMC. Toepassingsgebied Dit protocol is bestemd voor
Nadere informatieStolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie
Stolling en antistolling Esther Kragten, arts trombose en trombofilie Inhoud Antistolling peri-operatief onderbreken continueren Risico op trombose Arterieel Veneus Risico op bloeding: Peri-operatief Nabloeding
Nadere informatieDiagnosis, treatment and long-term effects of venous thromboembolism Cheung, Whitney
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Diagnosis, treatment and long-term effects of venous thromboembolism Cheung, Whitney Link to publication Citation for published version (APA): Cheung, Y. W. (2016).
Nadere informatieSamenvatting en Discussie
101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een
Nadere informatieIschemiedetectie op maat, maar garantie tot aan de deur? Alkmaarse specialiteiten 1 december 2017 Vlado Brizar
Ischemiedetectie op maat, maar garantie tot aan de deur? Alkmaarse specialiteiten 1 december 2017 Vlado Brizar Positief voorspellende waarde?! Inleiding Klachten bij coronairlijden symptoom > diagnose
Nadere informatieTrombofilieonderzoek in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen
Trombofilieonderzoek in 15 dia s - 2018 - Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen Wat is trombofilie Erfelijke of verworven stollingsafwijkingen die gepaard gaan met een verhoogd risico op trombose
Nadere informatieVALKUILEN bij de DIAGNOSTIEK van URINEWEGINFECTIES bij KWETSBARE OUDEREN. Stelling
VALKUILEN bij de DIAGNOSTIEK van URINEWEGINFECTIES bij KWETSBARE OUDEREN Luc Van Houdt specialist ouderengeneeskunde Geneeskundige Dagen van Antwerpen Universiteit Antwerpen - 16 september 2017 Stelling
Nadere informatieEen voorbeeld vervolg De verschijnselen van de patiënt zijn onvoldoende specifiek om de diagnose betrouwbaar te stellen. Mogelijke diagnostische tests
Medische Besliskunde Docent: Michael Egmont-Petersen CGN, kamer A36, toestel 429 e-mail: michael@cs.uu.nl Aantekeningen bij Sox et al. Hoofdstuk Hoofdstuk 2 Werkgroep- Daniëlle Sent docente: CGN, kamer
Nadere informatieDiagnostiek, preventie en behandeling van veneuze trombose: een overzichtsartikel betreffende de hierover recent verschenen CBO-consensus
O v e r z i c h t s a r t i k e l e n Diagnostiek, preventie en behandeling van veneuze trombose: een overzichtsartikel betreffende de hierover recent verschenen CBO-consensus Auteurs Trefwoorden W.M.
Nadere informatieDe NHG-Standaard Traumatische knieproblemen (eerste herziening): samenvatting
Richtlijnen De NHG-Standaard Traumatische knieproblemen (eerste herziening): samenvatting L. Willem Draijer, Janneke N. Belo, Hans F. Berg, Roeland M.M. Geijer en A.N. Lex Goudswaard Gerelateerd artikel:
Nadere informatiestolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019
stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog m.kruip@erasmusmc.nl 15 maart 2019 Wat ga ik bespreken? Hoe werkt de stolling ook alweer?? Wat is trombose en waardoor ontstaat het? Hoe
Nadere informatieVerdiepingsmodule. Astma bij volwassenen: Aanvullende diagnostiek allergietest (Toets)
1. Toelichting Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard van oktober 2007 (tweede herziening) Allergie speelt een belangrijke rol in de pathofysiologie van astma: klachten en symptomen kunnen erdoor
Nadere informatieChance@home Hartcentrum cardiologie nazorg. Isala
Chance@home Hartcentrum cardiologie nazorg Isala Auteur: Joke Breukelman Datum: 20 november 2015 Inleiding Organisatie Doel Chance@home Voorwaarden Chance@home Patiëntencategorie Meetinstrumenten Werkwijze
Nadere informatieD-dimeren en veneuze trombose: beperkingen en perspectieven
O V E R Z I C H T S A R T I K E L E N -dimeren en veneuze trombose: beperkingen en perspectieven Auteurs Trefwoorden R.E.G. Schutgens en.h. Biesma -dimeer, veneuze trombose, voorspellende waarde. Samenvatting
Nadere informatieHOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE
HOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE 146 Hoofdstuk 13 13.1 SAMENVATTING Het wordt steeds duidelijker dat veneuze trombo-embolie vaak optreedt insamenhang met erfelijke en/of exogene risicofactoren. Het
Nadere informatieVerdenking longembolie: CT-rendement hangt af van patiëntkenmerken en verwijzer
Onderzoek Verdenking longembolie: CT-rendement hangt af van patiëntkenmerken en verwijzer Salomé de Bruin, Kirsten van Langevelde, Menno V. Huisman en Suzanne C. Cannegieter Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr
Nadere informatieDe waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen
De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen Greet Boland, klinisch microbioloog / MMM er Aviditeitstesten Wat is aviditeit? Wat betekent de uitslag? Wanneer is toepassing zinvol/niet
Nadere informatieKennis toepassen, en beslissingen nemen. Hoe denkt de arts? 2. Wat doet de arts? Hoe wordt kennis toegepast? Wat is differentiaal diagnose?
Hoe denkt de arts? 2 Kennis toepassen, en beslissingen nemen Dr. Peter Moorman Medische Informatica ErasmusMC 1 Hoe weet je of een ziektebeeld waarschijnlijk is? de differentiaal diagnose Hoe wordt een
Nadere informatieThe clinical efficacy of chest computed tomography in trauma patients
Monique Brink AP CT TRACT-studie UMC anterior-posterior computed tomography TRauma CT-studie Universitair Medisch Centrum The clinical efficacy of chest computed tomography in trauma patients Dat multidetector
Nadere informatie4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau
4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit
Nadere informatieVoorjaarsymposium KARVA
Voorjaarsymposium KARVA De voorspellende waarde van een positieve test: een gemiste kans Prof. Dr. Joost Weyler Epidemiologie en Sociale Geneeskunde Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen UA Voorspellende
Nadere informatie