D-dimeren en veneuze trombose: beperkingen en perspectieven
|
|
- Agnes Claessens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 O V E R Z I C H T S A R T I K E L E N -dimeren en veneuze trombose: beperkingen en perspectieven Auteurs Trefwoorden R.E.G. Schutgens en.h. Biesma -dimeer, veneuze trombose, voorspellende waarde. Samenvatting e waarde van de -dimeren in de exclusie van veneuze trombose is bewezen in tal van studies. Generalisatie van deze studies wordt bemoeilijkt door het gebruik van verschillende -dimeertests met elk een eigen betrouwbaarheid. Hoewel veel tests goed presteren, behaalt geen enkele test een negatief voorspellende waarde van 100%. Voor de exclusie van veneuze trombose dient de -dimeertest daarom te worden gecombineerd met een andere test zoals de klinische score. Vooral bij klinische patiënten en bij patiënten die anticoagulantia gebruiken, wordt het standaardgebruik van -dimeren afgeraden. e waarde van de -dimeren bij ouderen, zwangere vrouwen en postoperatieve patiënten is beperkt. Nieuwe studies laten de negatief voorspellende waarde van een lage -dimeerconcentratie zien bij het voorspellen van kanker. aarnaast heeft een hoge -dimeerconcentratie een positief voorspellende waarde bij het voorspellen van recidieftrombose. (Ned Tijdschr Hematol 2005;2(1):8-14) Inleiding e interesse voor een vernieuwde diagnostiek van diepe veneuze trombose (VT) is ontstaan doordat de huidige strategie van seriële compressie-ultrasonografie (CUS) weliswaar veilig is maar niet efficiënt. e prevalentie van VT bij patiënten die mogelijk trombose hebben, is slechts 16-24%. 1-3 e meeste patiënten met VT worden tijdens de eerste CUS ontdekt. Slechts 0,6-0,7% wordt ontdekt bij de tweede CUS. 1,2 Hoewel de prevalentie van VT in Nederlandse studies met 22-41% hoger is dan in andere studies, waarschijnlijk door tussenkomst van de huisarts, wordt er nog steeds bij veel patiënten onnodig een CUS verricht. 4-6 In de zoektocht naar alternatieve mogelijkheden voor een niet-invasieve diagnostiek van VT is de introductie van de -dimeertest, naast de klinische score, een belangrijke vooruitgang. it artikel geeft een overzicht van de beperkingen en de toekomstige mogelijkheden van de -dimeerbepaling in het diagnostische en therapeutische traject van VT. Wat zijn -dimeren? -dimeren zijn afbraakproducten van cross-linked - fibrine en komen vrij in het plasma ten gevolge van fibrinolyse (zie Figuur 1). Bij gezonde personen circuleren ook hoeveelheden -dimeren in het plasma. Het afkappunt waarboven de -dimeerwaarde abnormaal is verhoogd, wordt bepaald door de receiver operator characteristics -curves. Over het algemeen wordt het afkappunt vastgesteld op 0,5 mg/l fibrin equivalent units (FEU) maar dit kan per test verschillen. e sensitiviteit en negatief voorspellende waarde van de -dimeertest voor trombose is hoog (95-100%) maar is afhankelijk van de gebruikte test. e specificiteit is echter laag (30-40%). 7-9 it betekent dat een verhoogde -dimeerwaarde geen bewijs is voor trombose maar dat een normale -dimeerwaarde trombose met grote waarschijnlijkheid uitsluit. e -dimeertest wordt in de kliniek daarom alleen gebruikt als exclusietest. Het is veilig om VT uit te sluiten op basis van een enkele normale CUS en een normale -dimeerwaarde. 4,10 Het is ook 8 NR N E E R L A N S T I J S C H R I F T V O O R H E M A T O L O G I E
2 veilig om VT uit te sluiten op basis van de combinatie van een normale -dimeerwaarde en een lage of gemiddelde klinische score. 3,6,11-14 Bepaling van de -dimeerconcentratie Er zijn meerdere op monoklonale antistoffengebaseerde technieken om -dimeren zowel kwalitatief als kwantitatief in het plasma te meten zoals enzyme linked immunosorbent assays (ELISA), latexagglutinatietests, turbiditeitsmetingen, immunofiltraties en agglutinatietests voor rode bloedcellen. e verschillende tests hebben elk hun eigen antistof met een specifieke affiniteit. it verklaart waarom de resultaten onderling verschillen. Bij de vorming van fibrine wordt door factor XIIIa een cross-link gemaakt tussen fibrinemonomeren (bestaande uit twee -domeinen en één E-domein) waardoor een stabiel fibrinepolymeer ontstaat met interacties tussen verschillende E- en -domeinen (zie Figuur 2 op pagina 10). e afbraak van dit polymeer door plasmine resulteert in het vrijkomen van een groot aantal verschillende afbraakproducten bestaande uit verschillende domeinen. In elk afbraakproduct is de verbinding tussen de -domeinen () behouden en het eindproduct van de fibrinolyse is een verzameling van fragmenten bestaande uit E, EE, E, et cetera. e technieken waarmee -dimeren bepaald worden, zijn strikt genomen niet specifiek voor slechts het -fragment maar meten elk een ander oligomeer en geven wisselende resultaten met verschillende oligomeren. e onderlinge verschillen tussen de affiniteit van de antistoffen en het product waartegen ze gericht zijn, vormen de verklaring voor de verschillende klinische resultaten van de verschillende - dimeertests. Generalisatie van de beschikbare studies is hierdoor niet eenvoudig. Een extra probleem bij het bepalen van het optimale afkappunt zijn de twee verschillende eenheden waarin de resultaten gerapporteerd worden. Uitslagen worden gerapporteerd in FEU of in -dimeereenheden. FEU is een factor twee verhoogd ten opzichte van de -dimeereenheden (bijvoorbeeld het afkappunt van de VIAS -assay is 0,5 mg/l FEU en die van de Miniquant is 0,25 mg/l -dimeereenheden). aarnaast is er een grote variatie in het gebruik van kalibratoren. Het gebruik van samengevoegd plasma van patiënten met een hoge concentratie -dimeren (zoals patiënten op de intensive care of met een diffuse intravasale stolling) lijkt hiervoor een goede TF-VIIa plasminogeen IXa VIIIa Xa XIa Va fibrinogeen plasmine oplossing te zijn. 15 Ten slotte levert slechts een gevalideerde combinatie (bij voorkeur in de literatuur beschreven) van de -dimeertest en het gebruikte apparaat betrouwbare resultaten op. Wanneer de -dimeertest in de kliniek wordt gebruikt, is het van groot belang op de hoogte te zijn van de resultaten van die specifieke test in de diagnostiek van veneuze trombose. Alle huidige - dimeertests hebben een voldoende hoge negatief voorspellende waarde om in combinatie met een klinische score gebruikt te worden voor uitsluiting van veneuze trombose. Er is geen beste test. Een test met een negatief voorspellende waarde van >98% en een specificiteit van >35% is acceptabel. Er is geen enkele test die een negatief voorspellende waarde heeft van 100%. Het gebruik van -dimeertest als solotoets in de exclusie van veneuze trombose wordt dan ook niet geadviseerd. e test dient gecombineerd te worden met IIa fibrine XIIIa cross-linked -fibrine fibrinedegradatieproducten (-dimeer) Figuur 1. Stollingsschema. oor weefselbeschadiging komt tissue factor (TF) vrij. Het TF bindt aan geactiveerd factor VII (VIIa) en samen vormen ze het TF-VIIa-complex. it complex activeert factor X. eze factor (Xa) zet vervolgens protrombine om in trombine (IIa). Trombine bevordert zijn eigen productie via activering van factor XI en IX. e activering van factor X door het TF-VIIa-complex gebeurt niet alleen door directe activering maar ook door activatering van factor IX. Het gevormde trombine zet fibrinogeen om in fibrine. e fibrine wordt met behulp van geactiveerde factor XIII omgezet in het stabielere cross-linked -fibrine. e afbraak van cross-linked -fibrine door plasmine (fibrinolyse) resulteert in het ontstaan van fibrineafbraakproducten waarvan de - dimeren een onderdeel zijn. N E E R L A N S T I J S C H R I F T V O O R H E M A T O L O G I E NR
3 O V E R Z I C H T S A R T I K E L E N fibrinemonomeer E cross-linked -fibrine E E fibrinepolymeer E E E E Figuur 2. e vorming van fibrinepolymeren. een andere test zoals de klinische score. Recent is de eerste studie verschenen die longembolie uitsluit alleen op basis van een normale -dimeerconcentratie. 16 eze resultaten zijn vooralsnog niet bevestigd door andere studies. Een -dimeerbepaling bij iedereen? Het is duidelijk dat de -dimeerbepaling een vaste plaats krijgt in de diagnostiek van veneuze trombose. e vraag is of deze -dimeerbepaling bij elke patiënt kan worden toegepast. Hieronder volgt een korte bespreking van de beperkingen van de -dimeertest bij verschillende patiëntengroepen. Ambulante patiënten e meeste managementstudies zijn uitgevoerd met ambulante patiënten en niet met klinische patiënten. e bruikbaarheid van de -dimeerbepaling voor klinische patiënten wordt betwijfeld. Ten gevolge van comorbiditeit is de -dimeerwaarde bij deze patiënten vaak verhoogd door andere factoren dan trombose oordat slechts een normale -dimeertest gebruikt wordt voor de exclusie van trombose resulteert dit in een lage specificiteit met veel vals positieven en een verminderde toepasbaarheid van de -dimeerbepaling. Verder lijkt ook de negatief voorspellende waarde van de -dimeerbepaling lager te zijn bij klinische patiënten in vergelijking met ambulante patiënten. 17 Patiënten met antistolling Bij patiënten met enige vorm van antistolling lijkt de negatief voorspellende waarde van de -dimeer afgenomen it sluit aan bij de bevindingen dat -dimeerwaarden al 24 uur na de start van de heparinetherapie kunnen dalen. 24 Postoperatieve patiënten In een postoperatieve setting is de kans op trombose vaak verhoogd. e operatie zelf leidt echter frequent tot een stijging van de -dimeerwaarde waardoor de specificiteit van de test afneemt. Gegevens van coronaire bypasschirurgie laten zien dat er een activering van de coagulatie en fibrinolyse bestaat tot twee maanden postoperatief. 25 Er is aangetoond dat de - dimeerwaarde bij chirurgische patiënten met trombose hoger is dan bij patiënten zonder trombose. 26,27 Lippi et al. hebben aangetoond dat er, afhankelijk van het type operatie en het tijdstip van de meting na de operatie, een duidelijke heterogeniciteit in - dimeerwaarden is. 28 Sommige auteurs suggereren dat de -dimeertest wel van nut kan zijn bij de exclusie van postoperatieve trombose wanneer het afkappunt 10 NR N E E R L A N S T I J S C H R I F T V O O R H E M A T O L O G I E
4
5 Aranesp, de enige anemietherapie* geregistreerd voor Q3W 1,2,3 Nieuw: Aranesp Q3W Elke 3 weken,3 weken rust Aranesp Q3W maakt krachtig en snel anemiemanagement nog eenvoudiger. 1,4,5 *Aranesp is o.a. geregistreerd voor de behandeling van anemie bij volwassen kankerpatiënten (non-myeloïde maligniteiten) die chemotherapie toegediend krijgen. 1 e aanbevolen aanvangsdosering is 6,75 µg/kg lichaamsgewicht, toegediend eens per drie weken (Q3W). 1. IB-tekst Aranesp, september IB-tekst Neorecormon, juli IB-tekst Eprex, januari Glaspy et al. Effects of darbepoetin alfa (Aranesp) timing with chemotherapy administration: a randomized study. Poster presented at: the 8 th International Conference on Geriatric Oncology-Cancer in the Elderly. The 4 th Meeting of SIOG; November 21-22, 2003; Rome, Italy. 5. ata on file. Amgen Europe BV, The Netherlands, NIEUW Q3W krachtig, snel, langwerkend
6 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Het is veilig om diepe veneuze trombose uit te sluiten op basis van een normale -dimeerconcentratie in combinatie met een lage of gemiddelde klinische score. 2. e clinicus dient op de hoogte te zijn van het type -dimeertest die in zijn kliniek wordt gebruikt en met name van de klinische resultaten van die test. 3. -dimeertests dienen niet te worden gebruikt bij klinische patiënten en bij patiënten die anticoagulantia gebruiken. 4. e waarde van -dimeertests bij ouderen, zwangere vrouwen en postoperatieve patiënten is beperkt. 5. Een lage -dimeerwaarde is een negatieve voorspeller van trombosegeassocieerde kanker. 6. Een hoge -dimeerwaarde is een positieve voorspeller van recidieftrombose. verhoogd wordt. 26,28 it wordt echter niet door iedereen bevestigd en er is op dit moment onvoldoende bewijs om dit te implementeren in de praktijk. 27 Zwangerschap Een normale zwangerschap gaat gepaard met een stijging van de concentratie stollingsfactoren en een daling van de natuurlijke anticoagulantia. Bij een zwangerschap van twaalf weken is de -dimeerwaarde al verhoogd en die neemt in het tweede en derde trimester duidelijk toe. Met name in het laatste trimester ligt de -dimeerwaarde zeer frequent boven de 0,5 mg/l FEU. 31,32 e specificiteit van de -dimeer voor trombose is dus verlaagd. Een aanpassing van het afkappunt van de -dimeerwaarde per trimester kan mede de specificiteit verhogen. 32 Er is echter tot op heden nog geen prospectieve studie verricht naar de waarde van de -dimeertest voor de exclusie van trombose bij zwangere vrouwen. aarbij dient opgemerkt te worden dat niet is aangetoond dat ook de negatief voorspellende waarde van de -dimeertest tijdens zwangerschap is verlaagd. Hoewel de kans op een normale -dimeerwaarde hier klein is, is een normale -dimeerwaarde mogelijk wel betrouwbaar. Leeftijd Uit meerdere studies is gebleken dat de leeftijd van de patiënt eveneens de hoogte van de -dimeerwaarde bepaalt. e concentratie van de -dimeren neemt toe naar mate de patiënt ouder wordt. 20,33,34 e verklaring hiervoor ligt deels in de verhoogde comorbiditeit bij ouderen. oordat de specificiteit van de test bij ouderen is verlaagd, staat het routinematig gebruik van de -dimeertest ter discussie. e leeftijdsgrens ligt rond de 70 jaar. Verhoging van het afkappunt zou een mogelijkheid zijn om de specificiteit te verhogen maar dit kan leiden tot onacceptabel veel vals negatieve uitslagen. 35,36 Tijdsduur Tot slot is ook de tijdsduur tussen het optreden van klachten en het bepalen van de -dimeerconcentratie een mogelijke factor. Wanneer het stolsel al enige tijd geleden is ontstaan, kan de fibrinolytische activiteit na enige tijd afnemen en kan de negatief voorspellende waarde van de -dimeertest dalen. 37,38 Nieuwe toepassingen van de -dimeertest Veel aandacht is de laatste jaren besteed aan de negatief voorspellende waarde van de -dimeertest voor de exclusie van veneuze trombose. e positief voorspellende waarde voor trombose was tot nu toe onderbelicht. e kans op trombose stijgt met de hoogte van de -dimeerwaarde maar de positief voorspellende waarde is niet hoog genoeg om dit in de praktijk te kunnen gebruiken. Een verhoogde - dimeerconcentratie is geen argument om de diagnose trombose te stellen. N E E R L A N S T I J S C H R I F T V O O R H E M A T O L O G I E NR
7 O V E R Z I C H T S A R T I K E L E N Recent is aangetoond dat de hoogte van de -dimeerconcentratie wel een waarde heeft in het voorspellen van het optreden van een recidief na het staken van anticoagulantia. e aanwezigheid van een verhoogde -dimeerwaarde na het staken van anticoagulantia geeft een hogere kans op recidieftrombose in vergelijking met een normale -dimeerwaarde. 39,40 Een persisterende verhoogde -dimeerwaarde na drie maanden antistolling geeft ook een verhoogde kans op recidieftrombose. 41 Een ander aandachtspunt is de associatie van trombose met kanker Het routinematig uitvoerig screenen naar kanker bij patiënten met een idiopathische veneuze trombose wordt niet zinvol geacht ondanks dat de kans op een occulte vorm van kanker bij deze trombose 8-26% bedraagt. 45,46,47 Een recente studie laat zien dat een -dimeerconcentratie lager dan 1 mg/l (bij een afkappunt van 0,25 mg/l) een negatieve voorspeller is van kanker bij trombosepatiënten. 48 Een andere recente studie laat zien dat een -dimeerconcentratie hoger dan 4 mg/l een positieve voorspeller is van kanker, met name bij jongere patiënten. 49 Conclusie e negatief voorspellende waarde van -dimeertests in combinatie met een klinische score is uit tal van studies gebleken. In geval van een normale - dimeerwaarde en een lage klinische score kan de diagnose veneuze trombose worden verworpen. Er zijn verschillende -dimeertests beschikbaar maar geen enkele test bereikt een negatief voorspellende waarde van 100%. Voor de exclusie van veneuze trombose dient de -dimeertest gecombineerd te worden met een klinische score of een andere noninvasieve techniek. -dimeerwaarden kunnen worden gebruikt bij ambulante patiënten maar het gebruik van de waarden dient afgeraden te worden bij patiënten die anticoagulantia gebruiken. e waarde van de -dimeertest bij ouderen, zwangere vrouwen en postoperatieve patiënten wordt bediscussieerd. -dimeertests hebben een waarde bij het voorspellen van recidief veneuze trombose en van occulte kankervormen. Meer studies op dit gebied kunnen de rol van de -dimeertests bij veneuze trombose verder verduidelijken. Referenties 1. Cogo A, Lensing AW, Koopman MM, Piovella F, Siragusa S, Wells PS, et al. Compression ultrasonography for diagnostic management of patients with clinically suspected deep vein thrombosis: prospective cohort study. BMJ 1998;316: Birdwell BG, Raskob GE, Whitsett TL, urica SS, Comp PC, George JN, et al. The clinical validity of normal compression ultrasonography in outpatients suspected of having deep venous thrombosis. Ann Intern Med 1998;128: Wells PS, Anderson R, Rodger M, Forgie M, Kearon C, reyer J, et al. Evaluation of -dimer in the diagnosis of suspected deep-vein thrombosis. N Engl J Med 2003;349: Kraaijenhagen RA, Piovella F, Bernardi E, Verlato F, Beckers EA, Koopman MM, et al. Simplification of the diagnostic management of suspected deep vein thrombosis. Arch Intern Med 2002;162: Tick LW, Ton E, Van Voorthuizen T, Hovens MM, Leeuwenburgh I, Lobatto S, et al. Practical diagnostic management of patients with clinically suspected deep vein thrombosis by clinical probability test, compression ultrasonography, and -dimer test. Am J Med 2002;113: Schutgens RE, Ackermark P, Haas FJ, Nieuwenhuis HK, Peltenburg HG, Pijlman AH, et al. Combination of a normal - dimer concentration and a non-high pretest clinical probability score is a safe strategy to exclude deep venous thrombosis. Circulation 2003;107: Janssen MC, Heebels AE, e Metz M, Verbruggen H, Wollersheim H, Janssen S, et al. Reliability of five rapid - dimer assays compared to ELISA in the exclusion of deep venous thrombosis. Thromb Haemost 1997;77: Van der Graaf F, Van den Borne H, Van der Kolk M, e Wild PJ, Janssen GW, Van Uum SH. Exclusion of deep venous thrombosis with -dimer testing--comparison of 13 -dimer methods in 99 outpatients suspected of deep venous thrombosis using venography as reference standard. Thromb Haemost 2000;83: Schutgens RE, Haas FJLM, Gerritsen WBM, Van der Horst F, Nieuwenhuis HK, Biesma H. The usefulness of five -dimer assays in the exclusion of deep venous thrombosis. J Thromb Haemost 2003;1: Bernardi E, Prandoni P, Lensing AW, Agnelli G, Guazzaloca G, Scannapieco G, et al. -dimer testing as an adjunct to ultrasonography in patients with clinically suspected deep vein thrombosis: prospective cohort study. The Multicentre Italian -dimer Ultrasound Study Investigators Group. BMJ 1998;317: Janes S, Ashford N. Use of a simplified clinical scoring system and -dimer testing can reduce the requirement for radiology in the exclusion of deep vein thrombosis by over 20%. Br J Haematol 2001;112: Kearon C, Ginsberg JS, ouketis J, Crowther M, Brill- Edwards P, Weitz JI, et al. Management of suspected deep venous thrombosis in outpatients by using clinical assessment and -dimer testing. Ann Intern Med 2001;135: Anderson R, Kovacs MJ, Kovacs G, Stiell I, Mitchell M, 12 NR N E E R L A N S T I J S C H R I F T V O O R H E M A T O L O G I E
8 Khoury V, et al. Combined use of clinical assessment and - dimer to improve the management of patients presenting to the emergency department with suspected deep vein thrombosis (the EITE Study). JTH 2003;1: Bates SM, Kearon C, Crowther M, Linkins L, O'onnell M, ouketis J, et al. A diagnostic strategy involving a quantitative latex -dimer assay reliably excludes deep venous thrombosis. Ann Intern Med. 2003;138: empfle CE, Zips S, Ergul H, Heene L, Fibrin Assay Comparative Trial study group. The Fibrin Assay Comparison Trial (FACT): evaluation of 23 quantitative -dimer assays as basis for the development of -dimer calibrators. FACT study group. Thromb Haemost 2001;85: Perrier A, Roy PM, Aujesky, Chagnon I, Howarth N, Gourdier AL, et al. iagnosing pulmonary embolism in outpatients with clinical assessment, -dimer measurement, venous ultrasound, and helical computed tomography: a multicenter management study. Am J Med 2004;116: Schrecengost JE, LeGallo R, Boyd JC, Moons KG, Gonias SL, Rose CE Jr, et al. Comparison of diagnostic accuracies in outpatients and hospitalized patients of -dimer testing for the evaluation of suspected pulmonary embolism. Clin Chem 2003;49: Kollef MH, Zahid M, Eisenberg PR. Predictive value of a rapid semiquantitative -dimer assay in critically ill patients with suspected venous thromboembolic disease. Crit Care Med 2000;28: Brotman J, Segal JB, Jani JT, Petty BG, Kickler TS. Limitations of -dimer testing in unselected inpatients with suspected venous thromboembolism. Am J Med 2003;114: Schutgens RE, Esseboom EU, Haas FJ, Nieuwenhuis HK, Biesma H. Usefulness of a semiquantitative -dimer test for the exclusion of deep venous thrombosis in outpatients. Am J Med 2002;112: Siragusa S, Terulla V, Pirrelli S, Porta C, Falaschi F, Anastasio R, et al. A rapid -dimer assay in patients presenting at the emergency room with suspected acute venous thrombosis: accuracy and relation to clinical variables. Haematologica 2001;86: Siragusa S. Plasma -dimer test accuracy can be affected by heparin administration. Arch Intern Med 2003;163:246, author reply Couturaud F, Kearon C, Bates SM, Ginsberg JS. ecrease in sensitivity of -dimer for acute venous thromboembolism after starting anticoagulant therapy. Blood Coagul Fibrinolysis 2002;13: Speiser W, Mallek R, Koppensteiner R, Stümpflen A, Kapiotis S, Minar E, et al. -dimer and TAT measurement in patients with deep venous thrombosis: utility in diagnosis and judgement of anticoagulant treatment effectiveness. Thromb Haemost 1990;64: Parolari A, Colli S, Mussoni L, Eligini S, Naliato M, Wang X, et al. Coagulation and fibrinolytic markers in a two-month follow-up of coronary bypass surgery. J Thorac Cardiovasc Surg 2003;125: Shiota N, Sato T, Nishida K, Matsuo M, Takahara Y, Mitani S, et al. Changes in LPIA -dimer levels after total hip or knee arthroplasty relevant to deep-vein thrombosis diagnosed by bilateral ascending venography. J Orthop Sci 2002;7: Bounameaux H, Miron MJ, Blanchard J, e Moerloose P, Hoffmeyer P, Leyvraz PF. Measurement of plasma -dimer is not useful in the prediction or diagnosis of postoperative deep vein thrombosis in patients undergoing total knee arthroplasty. Blood Coagul Fibrinolysis 1998;9: Lippi G, Veraldi GF, Fraccaroli M, Manzato F, Cordiano C, Guidi G. Variation of plasma -dimer following surgery: implications for prediction of postoperative venous thromboembolism. Clin Exp Med 2001;1: Levy G, Levy PY, Hessmann J, Monin P. iagnosis of postoperative venous thrombosis using determination of plasma -dimer. J Mal Vasc 1998;23: unn I, Hui AC, Triffitt P, Crozier AE, Gregg PJ, Sinclair ME, et al. Plasma -dimer as a marker for postoperative deep venous thrombosis. A study after total hip or knee arthroplasty. Thromb Haemost 1994;72: Chabloz P, Reber G, Boehlen F, Hohlfeld P, e Moerloose P. TAFI antigen and -dimer levels during normal pregnancy and at delivery. Br J Haematol 2001;115: Morse M. Establishing a normal range for d-dimer levels through pregnancy to aid in the diagnosis of pulmonary embolism and deep vein thrombosis. J Thromb Haemost 2004;2: Mottier, Couturaud F, Oger E, Leroyer C. Clinical usefulness of -dimer tests in excluding pulmonary embolism is highly dependent upon age. Thromb Haemost 1998;80: Tardy B, Tardy-Poncet B, Viallon A, Lafond P, Page Y, Venet C, et al. Evaluation of -dimer ELISA test in elderly patients with suspected pulmonary embolism. Thromb Haemost 1998;79: Le Blanche AF, Siguret V, Settegrana C, Bohus S, Le Masne de Chermont E, Andreux JP, et al. Ruling out acute deep vein thrombosis by ELISA plasma -dimer assay versus ultrasound in inpatients more than 70 years old. Angiology 1999;50: Righini M, e Moerloose P, Reber G, Perrier A, Bounameaux H. Should the -dimer cut-off value be increased in elderly patients suspected of pulmonary embolism? Thromb Haemost 2001;85: 'Angelo A, 'Alessandro G, Tomassini L, Pittet JL, upuy G, Crippa L. Evaluation of a new rapid quantitative -dimer assay in patients with clinically suspected deep vein thrombosis. Thromb Haemost 1996;75: Keeling M, Mackie IJ, Moody A, Watson HG, The Haemostasis and Thrombosis Task Force of the British Committee for N E E R L A N S T I J S C H R I F T V O O R H E M A T O L O G I E NR
9 O V E R Z I C H T S A R T I K E L E N Standards in Haematology. The diagnosis of deep vein thrombosis in symptomatic outpatients and the potential for clinical assessment and -dimer assays to reduce the need for diagnostic imaging. Br J Haematol 2004;124: Eichinger S, Minar E, Bialonczyk C, Hirschl M, Quehenberger P, Schneider B, et al. -dimer levels and risk of recurrent venous thromboembolism. JAMA 2003;290: Palareti G, Legnani C, Cosmi B, Valdre L, Lunghi B, Bernardi F, et al. Predictive value of -dimer test for recurrent venous thromboembolism after anticoagulation withdrawal in subjects with a previous idiopathic event and in carriers of congenital thrombophilia. Circulation 2003;108: Kuruvilla J, Wells PS, Morrow B, MacKinnon K, Keeney M, Kovacs MJ. Prospective assessment of the natural history of positive -dimer results in persons with acute venous thromboembolism (VT or PE). Thromb Haemost 2003;89: Trousseau A. Phlegmasia alba dolens. In: Clinique Medicale de l Hotel ieu de Paris. 2nd ed. Ballière Paris ;1865. p Goldberg RJ, Seneff M, Gore JM, Anderson FA Jr, Greene HL, Wheeler HB, et al. Occult malignant neoplasm in patients with deep venous thrombosis. Arch Intern Med 1987; 147: Nordstrom M, Lindblad B, Anderson H, Bergqvist, Kjellstrom T. eep venous thrombosis and occult malignancy: an epidemiological study. Br Med J 1994;308: Prins MH, Hettiarachchi RJ, Lensing AW, Hirsh J. Newly diagnosed malignancy in patients with venous thromboembolism. Search or wait and see? Thromb Haemost 1997;78: Sutherland E, Weitz IC, Liebman HA. Thromboembolic complications of cancer: Epidemiology, pathogenesis, diagnosis and treatment. Am J Hematol 2003;72: Prandoni P, Lensing AW, Buller HR, Cogo A, Prins MH, Cattelan AM, et al. eep-vein thrombosis and the incidence of subsequent symptomatic cancer. N Engl J Med 1992;327: Rege KP, Jones S, ay J, Hoggarth CE. In proven deep vein thrombosis, a low positive -imer score is a strong negative predictor for associated malignancy. Thromb Haemost 2004;91: Schutgens RE, Haas FJ, Beckers MM, Biesma H. High - dimer concentrations can predict malignancy in patients presenting with deep venous thrombosis. Haematologica 2005, in press. Ontvangen 12 juli 2004, geaccepteerd 15 oktober Correspondentieadres r. R.E.G. Schutgens, internist-hematoloog Universitair Medisch Centrum Utrecht Afdeling Hematologie, G Heidelberglaan CX Utrecht Tel.: Fax: r.schutgens@azu.nl r..h. Biesma, internist-hematoloog St. Antonius Ziekenhuis Afdeling Interne Geneeskunde Postbus EM Nieuwegein Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflicht: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. 14 NR N E E R L A N S T I J S C H R I F T V O O R H E M A T O L O G I E
Simplification of the diagnosis of deep venous thrombosis by using the clinical score and D-dimer concentration
CHAPTER 9 Simplification of the diagnosis of deep venous thrombosis by using the clinical score and D-dimer concentration R.E.G. Schutgens 1 and D.H. Biesma 2 1 Department of Haematology, University Medical
Vereenvoudiging van diagnostiek bij diepveneuze trombose door gebruik van klinische score en D-dimeerconcentratie
deze in te vullen in een poging de vraag te beantwoorden of men HPU kan hebben. Men krijgt vervolgens advies over uit te voeren tests; à raison van 2 45, kan men materiaal bestellen om de urine bij het
Diepveneuze trombose en longembolie uitsluiten met klinische beslisregels en D-dimeertesten
Stand van zaken Diepveneuze trombose en longembolie uitsluiten met klinische beslisregels en D-dimeertesten Inge C.M. Mos, Melanie Tan, Frederikus A. Klok, Pieter W. Kamphuisen en Menno V. Huisman De klinische
Diagnostiek van DVT en LE bij ouderen. Fred Haas
Diagnostiek van DVT en LE bij ouderen Fred Haas 28-06-2012 1 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 Vereenvoudigd stolschema 2 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 3 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 4 PAOKC Fred Haas 28-06-2012 Vereenvoudigd
Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig. Start behandeling in het ziekenhuis. Na 1 dag naar huis. Na 2 dagen naar huis
Wat doet u? Thuisbehandeling longembolie is nu al veilig Start behandeling in het ziekenhuis Na 1 dag naar huis Na 2 dagen naar huis Na 5-7 dagen naar huis als de INR goed is Menno Huisman afdeling Interne
Curriculum Vitae. Nijkeuter_V4.indd :10:11
Curriculum Vitae Nijkeuter_V4.indd 143 02-05-2007 15:10:11 Curriculum Vitae De auteur van dit proefschrift werd geboren op 9 februari 1977, in Groningen. In 1995 behaalde zij haar eindexamen VWO aan het
Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn
Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede
Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:
Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of
Nawoord. Uiteraard gaat mijn dank uit naar Stijn Halkes en Jos Kroon die mij terzijde willen staan als paranimf.
Nawoord Nawoord Het tot stand komen van een proefschrift vereist teamwork. Het is uiteindelijk een groot team geworden en ik wil iedereen bedanken voor alle ondersteuning, adviezen en vriendschap. In het
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21764 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Mos, Inge Christina Maria Title: A more granular view on pulmonary embolism Issue
Diagnostiek VTE: 1 e of 2 e lijn?
Diagnostiek Diagnostiek VTE: 1 e of 2 e lijn? Dr. Geert-Jan Geersing huisarts Universitair Medisch Centrum Utrecht Julius Center for Health Sciences and Primary Care Longembolie en de huisarts Iedereen
J.M.T. Hendriksen, R.E.G. Schutgens, G.J. Geersing, R. Oudega en K.G.M. Moons
4 Het VISTA-onderzoek: effectiviteit en veiligheid van het gebruik van een predictiemodel voor het bepalen van de optimale duur van antistolling na een spontane veneuze trombose Venous thromboembolism:
De diagnostische waarde van de D-dimeerbepaling
therapeutische consequenties en wordt daarom in de CBO-richtlijn ontraden. Dit geldt ook voor vrouwen waarbij deze testen worden gebruikt om het risico op VTE tijdens de zwangerschap of in het kraambed
Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde
Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-
De huisarts kan zelf diepe veneuze trombose veilig uitsluiten
Onderzoek De huisarts kan zelf diepe veneuze trombose veilig uitsluiten Harry Büller, Arina ten Cate-Hoek, Arno Hoes, Manuela Joore, Karel Moons, Ruud Oudega, Martin Prins, Jelle Stoffers, Diane Toll,
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue
Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden
Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K
Kanker en het hart. de ultieme uitdaging?
Kanker en het hart de ultieme uitdaging? Rienk Rienks, cardioloog UMCU/CMH Hoe groot is het probleem? Stollingstoornissen bij kanker Kanker van het hart Hartproblemen bij (de behandeling van) kanker Nederland:
Heparine geinduceerde trombocytopenie Leendert Porcelijn Sanquin Diagnostiek Amsterdam
Heparine geinduceerde trombocytopenie Leendert Porcelijn Sanquin Diagnostiek Amsterdam 14 maart 2012 1 Kort over heparine HIT(T) Kan de diagnose HIT worden gesteld op basis van kliniek? Dat is vaak lastig
St. Thomas's Risk Assessment Tool In Falling Elderly Inpatients
St. Thomas's Risk Assessment Tool In Falling Elderly Inpatients (STRATIFY) Oliver, D., Britton, M., Seed, P., Martin, F. C., and Hopper, A. H. (1997) "Development and Evaluation of Evidence Based Risk
Hypercoagulopathie. Peter Verhamme Vasculaire Geneeskunde & Hemostase UZ Leuven
Hypercoagulopathie Peter Verhamme Vasculaire Geneeskunde & Hemostase UZ Leuven 1 Hypercoagulopathie Arteriele / Veneuze / Microvasculaire Trombose Aangeboren vs. Verworven Cutane Manifestaties van hypercoagulopathie
Identification of senior at risk (ISAR)
Identification of senior at risk (ISAR) McCusker, J., Bellavance, F., Cardin, S., Trepanier, S., Verdon, J., and Ardman, O. (1999) "Detection of Older People at Increased Risk of Adverse Health Outcomes
Longembolie diagnostiek bij ouderen Een gemiste kans voor de eerste lijn? Annelieke Kingma Arts in opleiding tot huisarts en onderzoeker
Longembolie diagnostiek bij ouderen Een gemiste kans voor de eerste lijn? Annelieke Kingma Arts in opleiding tot huisarts en onderzoeker Inhoud Casus Probleem Oplossing Discussie: toekomstig onderzoek
D-dimeer ter uitsluiting van de diagnose longembolie
Ned Tijdschr Klin Chem 2000; 25: 288-292 D-dimeer ter uitsluiting van de diagnose longembolie J.W.P.H. SOONS De D-dimeerbepaling heeft de potentie de diagnose longembolie uit te sluiten bij een normale
Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.
Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.
MRI in de diagnostiek van acute trombose Techniek van de toekomst
MRI in de diagnostiek van acute trombose Techniek van de toekomst Dr. Frederikus. Klok fd. Trombose en Hemostase, LUMC Erik - de jonge onderzoeker V Trombose Erik - de (nog steeds) jonge onderzoeker V
De Thrombine Generatie Test: Theorie en Praktijk
De Thrombine Generatie Test: Theorie en Praktijk J. Rosing Cardiovascular Research Institute Maastricht The Netherlands Dia 1 Vroeger was de stolling erg eenvoudig Morawitz 1905: Thrombokinase Prothrombine
Diagnostiek van diepe veneuze trombose door de huisarts
Beschouwing Diagnostiek van diepe veneuze trombose door de huisarts Ruud Oudega, Karel Moons, Arno Hoes Inleiding Epidemiologie Huisartsen zien over het algemeen als eerste hulpverlener patiënten met symptomen
Diagnostiek van diepe veneuze trombose en longembolie
Diagnostiek van diepe veneuze trombose en longembolie Auteurs Trefwoorden P.W. Kamphuisen en M. Oudkerk CBO-consensus, diagnostiek, longembolie, veneuze trombose Samenvatting Betrouwbare diagnostiek naar
Mini symposium. VHL 18 juni 2013 An Stroobants
Mini symposium VHL 18 juni 2013 An Stroobants Programma Introductie: An Stroobants Evaluatie van screeningstests Rol van PT en in screening op NOAC gebruik: Harry de Wit Evaluatie van specifieke tests
Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC
Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014
Samenvatting en Discussie
101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een
HIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care
HIT MDO-onderwijs d.d. 01-12-2014 Claire Slegers Fellow Intensive Care Casus Man 68 RvO: Dag 1 TAAA - Buisprothese VG: o.a. 97 AAA - Buisprothese, ACS wv. ASA Postoperatief start LMWH (nadroparine 1dd2850
Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen
Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Een van de objectieven van de «Thrombosis Guidelines Group of the BSTH (Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis) and the BWGA (Belgian Working
Triage Risk Screening Tool (TRST)
Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van
Diagnose en behandeling van oppervlakkige tromboflebitis (OTF) van de onderste ledematen
Diagnose en behandeling van oppervlakkige tromboflebitis (OTF) van de onderste ledematen Aanbevelingen van de Thrombosis Guidelines Group of the Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis and the Belgian
Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar
Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS
SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Diepveneuze trombose (DVT) is een aandoening waarbij er een stolsel (trombose) ontstaat in één van de bloedvaten van het been of in het kleine bekken (of in zeldzame gevallen
Mental Alternation Test (MAT)
Mental Alternation Test (MAT) Jones, B. N., Teng, E. L., Folstein, M. F., and Harrison, K. S. (1993). "A New Bedside Test of Cognition for Patients With HIV Infection." Meetinstrument Mental Alternation
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28736 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Debeij, Jan Title: The effect of thyroid hormone on haemostasis and thrombosis
Pneumologie Longembolie
Pneumologie 2012 Longembolie Prof M. Delcroix PE diagnosis Reach a diagnostic certainty Identify patients who can be safely left untreated (use of algorythm) Management/outcome studies 3 months follow
Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease
Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease Nadine Goessens Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease Utrecht, Universiteit Utrecht,
Diagnostiek van longembolie
Wim Lucassen, Petra Erkens, Geert-Jan Geersing Beschouwing Diagnostiek van longembolie Samenvatting Lucassen WAM, Erkens PMG, Geersing GJ. Diagnostiek van longembolie. Huisarts Wet 2013;56(6):264-8. Wanneer
Chemotherapie en stolling
Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,
Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten. Willem Looijaard
Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten Willem Looijaard Disclosures Baxter Fresenius-Kabi 2 Dhr. X. Datum Spier 13 / 03 156,7 cm 2 21 / 03 154,2 cm 2 31 / 03 146,8 cm 2 05 / 04 136,3 cm 2 20
Het werkingsmechanisme van recombinant factor VIIa (NovoSeven)
Het werkingsmechanisme van recombinant factor VIIa (NovoSeven) Ton Lisman Chirurgisch Onderzoekslaboratorium, UMC Groningen Behandeling van hemofilie A/B Suppletie FVIII/FIX Remmende antistoffen? Bypassing
Vitaminetherapie voor hyperhomocysteïnemie. recidief veneuze trombose niet
Vitaminetherapie voor hyperhomocysteïnemie reduceert het risico op recidief veneuze trombose niet Auteurs Trefwoorden G.M.J. Bos, H.P.J. Willems, H.J. Blom, W.B.J. Gerrits, F.R. Rosendaal en M. den Heijer
Aanbevelingen voor het uitvoeren van ANA en ENA diagnostiek
Aanbevelingen voor het uitvoeren van ANA en ENA diagnostiek Jan Damoiseaux Damoiseaux et al. 1 NTKCL 35: 234-239 (2010) Initiated and supported by 1. De ANA-test dient een vast onderdeel te zijn van de
The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S. Link to publication Citation for published version (APA): Gibson, N. S.
Laboratoriummonitoring van directe orale anti-coagulantia. Dr Jan Emmerechts 11/03/17
Laboratoriummonitoring van directe orale anti-coagulantia Dr Jan Emmerechts 11/03/17 Inleiding Stolling en anticoagulantia TF FVII FIX FX FV FII (trombine) fibrinogeen fibrine Inleiding Stolling en anticoagulantia
Les cinq mots (5W) Meetinstrument Les cinq mots Afkorting. Beoordeling van de cognitieve functies
Les cinq mots (5W) Dubois, B., Touchon, J., Portet, F., Ousset, P. J., Vellas, B., and Michel, B. 9-11- (2002) "["The 5 Words": a Simple and Sensitive Test for the Diagnosis of Alzheimer's Disease]." Meetinstrument
Een verdenking op een acute veneuze trombo-embolie
Stand van zaken Beeldvormende technieken bij diagnostiek van diepe veneuze trombose en Melanie Tan, Inge C.M. Mos, Frederikus A. (Erik) Klok, Lucia J.M. Kroft, Albert de Roos, Matthijs Oudkerk, Pieter
Trefwoorden: D-dimeer; diepe veneuze trombose; sensitiviteit; specificiteit
Ned Tijdschr Klin Chem 2000; 25: 279-287 D-dimeer en de diagnostiek van diep veneuze trombose: vergelijkend onderzoek van 13 D-dimeer bepalingen bij 99 patiënten met klinische verdenking op diepe veneuze
Landelijk Diabetes Congres 2016
Landelijk Diabetes Congres 2016 Insuline Pompen, zelfcontrole en sensoren, need to know Thomas van Bemmel, Internist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling zie hieronder
Diagnostic strategy for excluding pulmonary embolism in primary care Lucassen, W.A.M.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Diagnostic strategy for excluding pulmonary embolism in primary care Lucassen, W.A.M. Link to publication Citation for published version (APA): Lucassen, W. A. M.
Bloeddruk en CV risico. Bert-Jan van den Born Vasculaire geneeskunde AMC
Bloeddruk en CV risico Bert-Jan van den Born Vasculaire geneeskunde AMC Beter bloeddruk meten Hoe is het nu? Waarom moet het anders? Wat is de ideale bloeddrukmeting? CVRM risicotabel 10-yr CVD risk 20%
Samenvatting. Nijkeuter_V4.indd :10:09
Nijkeuter_V4.indd 137 02-05-2007 15:10:09 Een longembolie is een potentieel fatale aandoening waarbij vroege herkenning en het starten van behandeling met anticoagulantia mortaliteit kan doen voorkomen.
List of publications. Klok FA, van Kralingen KW, Huisman MV. Chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie. Hart Bulletin 2008; 39:60-4
List of publications 185 List of publications Klok FA, Karami Djurabi R, Nijkeuter M, Huisman MV. Alternative diagnosis other than pulmonary embolism as a subjective variable in the Wells clinical decision
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Verdenking longembolie: plotselinge onverklaarde benauwdheid pijn vastzittend aan de ademhaling
DIAGNOSTIEK BIJ LONGEMBOLIE EN DIEP VENEUZE TROMBOSE IN 1 E LIJN Deelprotocol: Uitsluiten longembolie m.b.v. klinische beslisregel (Wells) en D-dimeertest Versie 10-02-2015 Verdenking longembolie: plotselinge
Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,
SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44703 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Gielen, C. Title: Blood loss in coronary artery bypass surgery: etiology, diagnosis
Dialyse dosis en tijdstip starten CRRT: onderzoekspresentatie. Petra de Vries Renal Practitioner i.o. Erasmus MC Rotterdam
Dialyse dosis en tijdstip starten CRRT: onderzoekspresentatie Petra de Vries Renal Practitioner i.o. Erasmus MC Rotterdam 13-5-2009 Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding onderzoek Doelstelling en onderzoeksvragen
Asymptomatische veneuze trombo-embolie bij oncologische patiënten: behandelen of niet?
Asymptomatische veneuze trombo-embolie bij oncologische patiënten: behandelen of niet? Asymptomatic venous thromboembolism in oncologic patients: to treat or not to treat? C.L.M.M. de Hoog, K. Hamulyák
Behandeling VTE: aandachtspunten vanuit de 2 e lijn
Behandeling VTE: aandachtspunten vanuit de 2 e lijn F.A. (Erik) Klok MD, PhD Department of Thrombosis and Hemostasis LUMC, Leiden, Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Disclosures None Affiliation/financial interest
Chapter 10 C H A P T E R. Nederlandse Samenvatting
Chapter 10 C H P R ederlandse Samenvatting 10 175 S M V I G Haemostase Hartinfarct en beroerte zijn het gevolg van trombi (bloed stolsels) die belangrijke vaten afsluiten en daardoor weefsel beschadiging
Rapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA
Rapid Access Raadpleging Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA 1 Waarom een rapid access raadpleging? Wat zal de toekomst brengen? - Vergrijzing van de bevolking aantal 65 plussers x2 aantal
Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Samenvatting. Samenvatting
134 Samenvatting Het klinische probleem en de vraagstellingen In 1865 beschreef de Franse arts Armand Trousseau (1801-1867) voor het eerst de relatie tussen trombose en kanker. Het viel hem op dat trombosebenen
Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!)
Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!) De microbiologen zagen zieke mensen. In hun ogen waren dat er veel meer dan normaal en zij spraken van een epidemie. ( ) We hebben de epidemie
Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene
INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL (IBFAT) Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Meetinstrument Afkorting
Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic
Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie Critically Appraised Topic Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring
Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS
Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal
Kanker, trombose en de behandeling van trombose bij kankerpatiënten
Overzichtsartikelen 5 Kanker, trombose en de behandeling van trombose bij kankerpatiënten Cancer, thrombosis and treatment of thrombosis in cancer patients M.E.T. Tesselaar en S. Osanto Samenvatting Reeds
Early Warning & Rapid Response Systems
Early Warning & Rapid Response Systems in search of the holy grail Dr. Joris Fuijkschot Algemeen kinderarts Symposium MUMC+ 22 oktober 2015 inhoud Wat weten we? Trends in outcome kinderreanimatie Wat doen
Langetermijnprognose na een acute longembolie
6 Langetermijnprognose na een acute longembolie Long-term prognosis of acute pulmonary embolism drs. P.L. den Exter 1, drs. T. van der Hulle 2, prof. dr. M.V. Huisman 3 en dr. F.A. Klok 2 Samenvatting
Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma. Fanny Vuik Keuze Coassistent IC
Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma Fanny Vuik Keuze Coassistent IC 17-09-2014 Inhoud. Casus Epidemiologie Indeling Pathofysiologie Kliniek Diagnostiek Therapie Conclusie Casus Man, 32 jaar.
Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken. Cindy Kenis. Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige
Cindy Kenis Geriatrisch Oncologisch Verpleegkundige UZ Leuven, België Geriatrische screening / CGA binnen de zorg voor oudere kankerpatiënten: stand van zaken Introductie (1) Definitie Comprehensive Geriatric
Verworven stollingsinhibitoren. Marc Jacquemin
Verworven stollingsinhibitoren Marc Jacquemin 1 AUTO-immune respons tegen eigen eiwitten Verworven stollingsinhibitor Lupus anticoagulans Copyright Excorim 2 AB Coagulation in a blood vessel: fibrin stabilises
Preventie. bij zwangere vrouwen. van veneuze trombo-embolie. Thrombosis Guidelines Group. Update 2009
Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Aanbevelingen van de Thrombosis Guidelines Group of the Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis and the Belgian Working Group on Angiology
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt de ontwikkeling van twee nieuwe testen beschreven die kunnen helpen bij de detectie van verhoogde bloedings- of tromboseneigingen. In hoofdstuk 1 wordt
Thrombo-embolie. Wouter Jacobs, longarts. John van Putten, longarts
Thrombo-embolie Wouter Jacobs, longarts John van Putten, longarts Patiënt 1 53 jarige man Voorgeschiedenis 1968 appendectomie Dec 2011 pijnlijke rechter voet waarvoor strassburger sok Anamnese 3 weken
Diagnostische delay bij longembolie*
Diagnostische delay bij longembolie* Stefan Walen, Roger A.M.J. Damoiseaux en Jan Willem K. van den Berg Doel Opzet Methode Resultaten Conclusie Het kwantificeren van de verschillende stadia van de diagnostische
Hot topics in de behandeling van VTE
Hot topics in de behandeling van VTE Saskia Middeldorp Academisch Medisch Centrum Afdeling Vasculaire Geneeskunde IVG feburari 2012 VTE hot topics n Deel 1 u Lange versus korte kousen u Aggressieve behandeling
Modified Mini Mental State Examination (3MS)
Modified Mini Mental State Examination (3MS) Teng E.L. and Chui, H.C., (1987). The Modified Mini-Mental State Examination (3MS) Meetinstrument Modified Mini Mental State Examination Afkorting 3MS Auteurs
PROs in de praktijk 1: Wat doen we ermee?
PROs in de praktijk 1: Wat doen we ermee? Prof. dr Jolanda de Vries Hoogleraar Kwaliteit van leven in de medische setting GZ-psycholoog en Medisch manager afdeling medische psychologie St Elisabeth ziekenhuis
Workshop 27 april ROTEM voor perioperative monitoring van de stolling
Workshop 27 april 2010 ROTEM voor perioperative monitoring van de stolling Dr. Christa Boer Research Manager Perioperative Care Afdeling Anesthesiologie Thromboelastometrie Diagnostiek Educatie Onderzoek
Preventief cek-beleid bij transfusie aan vrouwen<45 jaar Zien we effect?
Preventief cek-beleid bij transfusie aan vrouwen
Wonddrainage met een menselijk gezicht
Wonddrainage met een menselijk gezicht Patiëntvriendelijke drainage ml 1600 1695 1400 1364* n=122 *p
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40114 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Exter, Paul L. den Title: Diagnosis, management and prognosis of symptomatic and
Aortaklepkeuze: Naar optimale beslisvorming
Aortaklepkeuze: Naar optimale beslisvorming Prof Dr JJM Takkenberg Afdeling Thoraxchirurgie Erasmus MC Disclosures: none Deze presentatie Aortaklepvervanging: Hoe bepalen we de beste optie voor de individuele
Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008)
The Diabetes Numeracy Test (DNT) Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) Development and validation
Rapid Recovery. Anesthesiologische mogelijkheden. Xander Eijsbouts Xeijsbouts@fzr.nl Anesthesioloog Franciscus Ziekenhuis Roosendaal
Rapid Recovery Anesthesiologische mogelijkheden Original in the Royal College of Surgeons of England, London. 18th Century Surgery October 17, 1846: First public demonstration of the use of ether in anesthesia
Katz index of Independance in Activities of daily living
Katz index of Independance in Activities of daily living Katz S & al. (1963) Studies of illness in the aged. The Index of the ADL: a standardized measure of biological and psychosocial function. Meetinstrument
Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth
Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Manon krabbenborg, Sandra Boersma, Marielle Beijersbergen & Judith Wolf s.boersma@elg.umcn.nl Homeless youth in the Netherlands Latest estimate:
Antistolling: Kunt u het bijhouden?
Antistolling: Kunt u het bijhouden? Trombocytenaggregatieremming anno 2016 Sander Damen, arts-onderzoeker cardiologie Cyril Camaro, cardioloog 27-09-2016 Inhoud Achtergrond trombocytenaggregatieremming
Morse, J. M. (1986). Computerized evaluation of a scale to identify the fall-prone patient. Can J Public Health, 77 Suppl 1,
MORSE FALL SCALE (MFS) Morse, J. M. (1986). Computerized evaluation of a scale to identify the fall-prone patient. Can J Public Health, 77 Suppl 1, 21-25.. Meetinstrument Afkorting Morse fall scale MFS
DIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum
DIAGNOSTIEK Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum Test Evaluatie Meer aandacht voor de evaluatie van testen Snelle groei
Nieuwe anticoagulantia in de praktijk De evidence in vogelvlucht en interactieve casuïstiek
Nieuwe anticoagulantia in de praktijk De evidence in vogelvlucht en interactieve casuïstiek Dr. P.W. Kamphuisen - internist Universitair Medisch Centrum Groningen Nieuwe orale antistollingsmiddelen in
The Mini-Cog : a cognitive vital signs measure for dementia screening in multilingual
Mini-COG Borson S, Scanlan J, Brush M, et al. (2000) The Mini-Cog : a cognitive vital signs measure for dementia screening in multilingual elderly. Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp Doelstelling