Zaaknummer:HHVBE19

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zaaknummer:HHVBE19"

Transcriptie

1 Zaaknummer:HHVBE19 Onderwerp:Oprichting RUD Brabant Noord Publiekssamenvatting Het college heeft, omdat er nog te veel onduidelijkheid is over de financiële consequenties en daarmee de risico s, besloten vooralsnog niet akkoord te gaan met het bedrijfsplan voor de nog op te richten RUD Brabant Noord. Een RUD is een Regionale Uitvoeringsdienst die voor provincies en gemeenten met name de complexere milieutaken op het gebied van vergunningverlening en handhaving moet gaat uitvoeren, met het doel dat dit meer kwaliteit oplevert tegen lagere kosten.

2 Zaaknummer: HHVBE19 Onderwerp Oprichting RUD Brabant Noord Collegevoorstel Inleiding Zoals u weet wordt in Nederland gewerkt aan de vorming van regionale uitvoeringsdiensten op het terrein van vergunningverlening, toezicht- en handhaving (RUD s). In maart 2011 heeft u besloten om akkoord te gaan met de grondvorm van de RUD Brabant Noord en de intentie uit te spreken om als gemeente Heusden daarin deel te gaan nemen. In de afgelopen tijd bent u over de ontwikkelingen nog tussentijds geïnformeerd. Inmiddels zijn in onze regio Brabant Noord een bedrijfsplan en concept van een gemeenschappelijke regeling inzake de te vormen RUD gemaakt waarover nu van u een besluit wordt gevraagd. Feitelijke informatie Er is een voorstel met een aanbiedingsbrief van de bestuurlijke stuurgroep RUD Brabant Noord en daarbij behorende bijlagen ontvangen. De documenten zijn bij dit voorstel gevoegd. De bijlagen betreffen: - bedrijfsplan RUD Brabant Noord; - concept van de gemeenschappelijke regeling; - concept van een informatiebrief voor de raad. De vraag die aan uw college wordt gesteld is om: 1. in te stemmen met de inhoud van het bedrijfsplan en dit als inrichtingsdocument voor de te vormen RUD vast te stellen; 2. de intentie uit te spreken het in het bedrijfsplan genoemde takenpakket per 1 januari 2013 bij de RUD onder te brengen (of aan te geven welke fasering u wilt hanteren); 3. een voorgenomen besluit te nemen over de gemeenschappelijke regeling RUD Brabant Noord inzake de bestuurlijke verankering van de RUD; 4. de (in te stellen) Bijzondere ondernemingsraad (BOR) advies te vragen over het bedrijfsplan; 5. in de begroting van 2013 de middelen te reserveren voor de dekking van de kosten voor de inrichting van de RUD. Allereerst wordt hierna de door de bestuurlijke stuurgroep toegezonden informatie weergegeven waarna verderop in dit voorstel de afweging hierover plaatsvindt. Achtergrond De colleges van de gemeenten in de regio Brabant Noord hebben in 2011 ingestemd met de grondvorm voor de inrichting van de RUD Brabant Noord. Het uitgangspunt daarbij was een grondvorm die uitgaat van twee uitvoeringsstations onder de paraplu van een bestuursovereenkomst en een minimale inbreng van het pakket Brabants Bont. De provincie heeft zich van expliciete instemming met de grondvorm onthouden. Op herhaaldelijk aandringen van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft de provinciebrede bestuurlijke regiegroep begin 2012 ingestemd met het landelijke basispakket als minimum. Ook de bestuurlijke regiegroep voor de RUD-vorming in Brabant Noord heeft ermee ingestemd het landelijke basistakenpakket als minimum te hanteren. Daarnaast is de bestuurlijke 1

3 Zaaknummer: HHVBE19 Onderwerp Oprichting RUD Brabant Noord regiegroep Brabant Noord de provincie en de staatssecretaris tegemoet gekomen door de RUD op te hangen aan een gemeenschappelijke regeling (zonder personeel) en niet aan een bestuursovereenkomst. De provincie heeft aangegeven in te kunnen stemmen met de RUD Brabant Noord mits zij niet alleen deelnemer kan zijn in de gemeenschappelijke regeling, maar ook haar personeel daar kan onderbrengen. Er wordt in navolging daarvan verkend en uitgewerkt hoe het personeel van het Regionaal Milieu Bedrijf (RMB) en de provincie in één organisatie kunnen worden samengebracht. Profiel van de RUD Brabant Noord De RUD Brabant Noord wordt opgericht om de kwaliteit van de dienstverlening en het toezicht en de handhaving bij de uitvoering van het milieudeel van de Wabo te verbeteren. Minimaal voor zover het de taken uit het landelijk basistakenpakket betreft. De belangrijkste ambities liggen op het vlak van aanpak ketens en milieucriminaliteit en risicovolle bedrijven. Daarnaast krijgt de RUD de opdracht om de innovatie in en efficiëntie van de taakuitvoering te bevorderen. De RUD is opgezet als een organisatie met één gemeenschappelijke regeling die de uitvoering van taken belegt bij twee uitvoeringsstations, te weten de gemeente s-hertogenbosch en het RMB. De RUD krijgt een omvang van circa 250 fte. Taken De RUD voert minimaal de taken uit zoals die landelijk zijn vastgelegd in het zogenaamde basistakenpakket. Samengevat gaat dit om: milieutoezicht en milieuhandhaving; Wabo-brede vergunningverlening, toezicht en handhaving voor zover het bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag betreft; deeladvisering milieu voor omgevingsvergunningen; toezicht en handhaving van ketenactiviteiten zoals bij grondverzet, asbest en gevaarlijk afval; de aanpak van milieucriminaliteit (in samenspel met het strafrecht); overige beoordelingen en inspecties rond onder meer aanleg, sloop en grondverzet. Het staat deelnemers vrij om meer taken in te brengen. De provincie heeft aangegeven aanvullend op het verplichte pakket de taken op het vlak van natuur, landschap en bodem bij de RUD Brabant Noord onder te brengen. Organisatiemodel De kern van de organisatie wordt gevormd door twee uitvoeringsstations, te weten de gemeente s-hertogenbosch en het RMB, met een totale omvang van circa 250 fte (70 fte bij s- Hertogenbosch en 180 fte bij het RMB). De uitvoeringsstations werken op basis van een gezamenlijk programma en zijn organisatorisch op elkaar afgestemd. Ze leveren eenzelfde kwaliteit. Voor de uitvoering van de taken rond de zogenaamde BRZO-bedrijven (meest risicovolle bedrijven) wordt een beroep gedaan op de RUD Midden- en West Brabant. Deze is door de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu aangewezen als zogenaamde BRZO-RUD. De RUD krijgt twee speciale voorzieningen voor de aanpak van ketens en milieucriminaliteit (programmabureau) en voor innovatie en kwaliteitsverbetering in de uitvoering (VICK). Deze worden respectievelijk ondergebracht bij de uitvoeringsstations s-hertogenbosch en het RMB. 2

4 Zaaknummer: HHVBE19 Onderwerp Oprichting RUD Brabant Noord De voorziening voor de aanpak van ketens en criminaliteit krijgt in eerste aanleg een tijdelijk karakter (programmabureau). Na drie jaar wordt geëvalueerd en bekeken hoe de structurele inbedding definitief gestalte krijgt. De kosten en efficiëntie zijn daarbij belangrijke aandachtspunten. De bestuurszetel wordt gevestigd in Oss waar ook de bestuursondersteuning en algemene samenwerkingsafstemming worden ondergebracht. De bestuursondersteuning betreft onder meer de jaarlijkse voorbereiding van de prioriteitsteling en programmering, de begrotingscyclus van de RUD en de algemene ambtelijke vertegenwoordiging van de RUD. Juridische verankering en besturing De RUD Brabant Noord is een gemeenschappelijke regeling. Deze legt de volgende zaken vast: missie en visie; taken en opdracht aan de RUD; samenstelling en bevoegdheden bestuur; de ambtelijke organisatie; verhouding tussen RUD-bestuur en de besturen van de uitvoeringsstations; rapportage en verantwoording; financiën; toe- en uittreding, opheffing etc.; geschillen: escalatieladder; evaluatie. De RUD heeft zelf geen personeel in dienst, maar belegt de taken die bij haar zijn neergelegd bij de uitvoeringsstations. Deze treden op als opdrachtnemer. Waar nodig worden de directeuren van de uitvoeringsstations gemandateerd om namens het bevoegd gezag op te treden. Het algemeen bestuur (AB) van de RUD stelt jaarlijks het programma en begroting en verslag en rekening vast. Het dagelijks bestuur (DB), benoemd door het AB, houdt het toezicht op de uitvoering van het programma en bewaakt de kwaliteit van de uitvoering. Het DB is, bij hoofde van de voorzitter, ook de algemene bestuurlijke vertegenwoordiging van de RUD naar buiten. De ambtelijke leiding van de RUD ligt bij een managementteam (MT), voorgezeten door de bestuurssecretaris, tevens eerste ambtelijke vertegenwoordiger van de RUD. De andere MT-leden zijn de directeuren, of door hen gemandateerde vervangers, van de uitvoeringsstations. De gemeenschappelijke regelingen van de RUD en het RMB worden zo op elkaar afgestemd dat er geen dubbelingen en conflicten kunnen ontstaan in bevoegdheden. Beide (aangepaste) regelingen zullen gelijktijdig voor vaststelling aan de betreffende gemeenten en de provincie worden aangeboden. Informatie en ICT De RUD waarborgt een eenduidige informatieuitwisseling tussen de partners, inclusief het strafrecht. Waar mogelijk wordt uitgegaan van bestaande voorzieningen en ICT-architectuur bij de uitvoeringsstations en de deelnemers. Er zullen met name investeringen worden gedaan in het leggen van koppelingen en het intensiveren van het digitaal en zaakgericht werken. Dit sluit aan bij lopende ontwikkelingen bij gemeenten en de provincie. 3

5 Zaaknummer: HHVBE19 Onderwerp Oprichting RUD Brabant Noord Kwaliteit Het AB van de RUD stelt de gezamenlijk te hanteren kwaliteitseisen vast. De landelijke criteria en ervaringscijfers in de regio zijn daarvoor de basis. Uitgangspunt is een afdoende kwaliteit en aanpak die tevens kosteneffectief is. Bij de inrichting van de RUD worden de best-practices in beeld gebracht. Deze zijn in principe leidend voor de bepaling van het gezamenlijke referentieniveau. Benchmarking en innovatie in de aanpak moet bijdragen aan kwaliteitsverbetering én beheersing en verlaging van kosten. Het ondersteunen daarvan is één van de kerntaken van het VICK. Personeel De RUD moet een aantrekkelijke werkgever voor het personeel zijn. Zowel in financieel en professioneel opzicht. Bij de plaatsing en functieverdeling wordt daarmee nadrukkelijk rekening gehouden. De personele verschuivingen binnen de RUD Brabant Noord zullen per deelnemer verschillen. Het is aan de deelnemers om te bepalen of medewerkers over gaan naar de RUD of dat ze budget inbrengen voor de uitvoering van taken. Er wordt Brabant breed een sociaal beleidskader opgesteld. Dit is ook in de regio Brabant Noord leidend voor de eventuele overgang van personeel. Het voornemen is om regionaal één Bijzondere Ondernemingsraad (BOR) in te stellen met het oog op de herplaatsing van medewerkers. Financiën Budgettaire neutraliteit als uitgangspunt De RUD Brabant Noord zal minimaal kostenneutraal functioneren. Dit wordt bereikt door: lage aanloopkosten voor de inrichting van het organisatiemodel; een gemiddeld hogere kosteneffectiviteit van de uitvoering dan de afzonderlijke deelnemers; een financiële taakstelling voor het terugverdienen van de opstartkosten en nieuwe kosten voor bovenlokale taken; de bestaande budgetten als vertrekpunt te nemen. Op basis daarvan wordt het initiële uitvoeringsniveau bepaald. Er mag geen sprake zijn van kostenverhoging die niet bijdraagt aan een aantoonbare verbetering van de kwaliteit van de uitvoering én een beter naleefgedrag. Extra kosten vloeien vooral voort uit de bovenlokale voorzieningen voor de aanpak van ketens en criminaliteit. Deze nieuwe bovenlokale taken (VICK en Ketens & Milieucriminaliteit) staan los van het gekozen construct. Bovendien gaat het bij Ketens & Milieucriminaliteit om een programma van 3 jaar met een tijdelijke bezetting, waarbij naderhand nog een doorsteek gemaakt kan worden naar een bredere, mogelijk provinciale aanpak. Aanloopkosten De oprichtingskosten voor de RUD Brabant Noord worden geschat op waarvan circa de helft voor ICT. Voor de oprichting is een financiële bijdrage van van het ministerie van I&M beschikbaar. De provincie neemt 30% van de resterende kosten voor haar rekening. De gemeenten de overige 70%. Dit is ca oftewel 0,40 per inwoner. De provincie heeft te kennen gegeven onder voorwaarden de voorfinanciering van de aanloopkosten voor haar rekening 4

6 Zaaknummer: HHVBE19 Onderwerp Oprichting RUD Brabant Noord te willen nemen. Daarmee drukken de aanloopkosten voor de gemeenten niet op de begroting van In de begroting van 2013 moet met deze kosten rekening worden gehouden. Eenmalige (out of pocket) kosten oprichting RUD Projectkosten/inhuur Communicatie en website ICT Pilot/proeftuin aanpak ketens en criminaliteit (asbest) Onvoorzien (10%) Totaal Bijdrage ministerie van I&M Bijdrage provincie (30% restant) Bijdrage gemeenten (70% restant) Bijdrage gemeenten als bedrag er inwoner 0,40 per inwoner Bestaande budgetten en efficiëntieopdracht vertrekpunt voor uitvoering taken Bij de start van de RUD zijn de budgetten 2012 het vertrekpunt. Bij de overheveling van de taken blijven de uitvoeringskosten daarmee budgettair neutraal. Strakke bedrijfsvoering, benchmarking en innovatie in de aanpak moeten eraan bijdragen dat kwaliteitsverbetering én kostenbeheersing en verlaging samengaan. Het ondersteunen daarvan is één van de kerntaken van het VICK. De uitvoeringsstations gaan uit van een integrale kostprijs en spreken met elkaar bandbreedtes af over de tariefstructuur. Deze is vergelijkbaar met die van de andere RUD s in Noord-Brabant. De RUD krijgt, binnen de kaders van de door het AB vast te stellen kwaliteitseisen, een efficiëntietaakstelling mee. Deze moet er minimaal toe leiden dat aanloopkosten en de extra kosten voor de bovenlokale voorzieningen worden inverdiend. Daarbij wordt uitgegaan van een terug- en inverdientijd van 3-4 jaar. Per deelnemer worden de afspraken over takenpakketten, budgetten, tarieven en leveringsvoorwaarden in een meerjarige dienstverleningsovereenkomst (DVO) vastgelegd. Inverdienen kosten nieuwe bovenlokale voorzieningen De RUD heeft bovenlokale voorzieningen voor de aanpak van ketens en criminaliteit, innovatie en kwaliteitsverbetering en bestuursondersteuning. De kosten daarvoor worden geraamd op per jaar ( personele kosten en projectbudget). Deze kosten staan los van het organisatiemodel maar vloeien voort uit de ambities en (landelijke) eisen aan de taakuitvoering. Deze kosten worden op dit moment voor circa gedekt door de zogenaamde SEPH-bijdrage van gemeenten, provincie en waterschappen. De structurele extra kosten ten opzichte van 2012 bedragen De provincie neemt hiervan in beginsel 30% voor haar rekening. De overige kosten worden verdeeld over de gemeente op basis van inwoneraantal. De RUD krijgt de opdracht deze extra kosten in een tijdsbestek van 3-4 jaar in te verdienen op de uitvoering van de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken) die de deelnemers bij de RUD beleggen. 5

7 Zaaknummer: HHVBE19 Onderwerp Oprichting RUD Brabant Noord Extra kosten tov totaal uitgaven VTHmilieutaken Bovenlokale voorziening Bestuursondersteuning 75,000 75,000 75,000 75,000 Programmabureau ketens en 350, , , ,000 criminaliteit VICK Totaal BRUTO extra kostentov Bestaande budget SEPH Inverdienen op uitvoering taken Totaal NETTO extra kosten tov Desintegratiekosten De overgang van personeel/outsourcing van taken zal gepaard gaan met frictiekosten verband houdende met achterblijvende overhead (personeel, werkplekken). Uitgaande van een afbouw van overhead na drie jaar, zijn deze frictiekosten indicatief per FTE die overgaat naar de RUD. Deze kosten zijn voor rekening van de latende organisatie. Bij de RUD-vorming wordt wel bekeken of en in welke mate een deel van deze frictiekosten in RUD-verband kunnen worden opgevangen. Dit zal enerzijds kunnen door het deels overnemen van personeel voor de invulling van overheadfuncties bij de RUD. Anderzijds wordt waar mogelijk invulling gegeven aan het nieuwe werken. Dat betekent dat eventueel vrijvallen werkplekken/huisvesting door de RUD kan worden gebruikt. De omvang en de wijze van opvang van achterblijvende overhead zal per deelnemer moeten worden bekeken. Planning Het doel is dat de RUD per 1 januari 2013 operationeel is. Juist door het gekozen model, uitgaande van bestaande uitvoeringsorganisaties, is dit ook mogelijk. Het draaiboek in 2012 is in grote lijnen als volgt: 2 e kwartaal 2012 start voorbereiding organisatorische en technische inrichting RUD; voorgenomen besluit door colleges plus adviesaanvraag door BOR; communicatie naar Raad; uitwerken afspraken tussen RMB en provincie over samenvoegen organisaties; start personele spoor (inclusief communicatie naar medewerkers). 3 e en 4 e kwartaal 2012 besluitvorming over GR (RUD en RMB) door colleges en raden; afsluiten DVO s door colleges en uitvoeringsstations; opstellen programma en begroting RUD; nemen plaatsingsbesluiten; mandaatbesluiten colleges (ketens en criminaliteit en vrijwillig overige mandaten). 4 e kwartaal plaatsing personeel; proefdraaien organisatie/werkwijze; inrichten werkplekken, ICT etc. 6

8 Zaaknummer: HHVBE19 Onderwerp Oprichting RUD Brabant Noord Afweging Eerder is door u een positief-kritische houding aangenomen ten aanzien van de vorming van de RUD s. De documenten die nu met de aanbiedingsbrief zijn ontvangen, geven geen aanleiding om uw positief-kritische houding te veranderen. Daarvoor moet nog steeds te veel worden uitgewerkt gedurende de komende maanden. Hierna worden enkele specifieke aandachtspunten benoemd. Zo zijn eerder bij het beeld van de RUD al kritische kanttekeningen gemaakt vanwege de specifieke bezuinigingen die zijn aankondigd voor de VTH-taken (landelijk 100 mln) en de mogelijke financiële gevolgen van de overdracht van bevoegdheden van provincie naar gemeenten. Daarvan werd toen gezegd dat deze een succesvolle toekomst van de RUD s in de weg staan. In de tussentijd is er in dit opzicht niets veranderd en in het nu gepresenteerde bedrijfsplan worden deze bezuinigingen niet meegenomen. Op landelijk niveau vindt hierover nog steeds overleg plaats tussen VNG, IPO en de staatssecretaris. Zicht op een oplossing is er vooralsnog niet. De eventuele gevolgen voor onze gemeente lopen vanaf dit jaar geleidelijk op tot een structureel, jaarlijks, bedrag van vanaf Verder is het eerdere beeld van de RUD drastisch gewijzigd door de uitbreiding van het takenpakket: niet langer Brabants Bont, maar alsnog het landelijke basistakenpakket. Voor onze gemeente is hierdoor de reële verwachting dat nu ook menskracht zal overgaan naar de RUD. In hoeverre dit volledig budgettair neutraal kan verlopen, blijft de vraag. Die zal in een verdere fase moeten worden beantwoord. Eventuele frictiekosten blijven volgens het bedrijfsplan in ieder geval voor rekening van de gemeenten waar het betrokken personeel van afkomstig is. Kanttekeningen die hierbij passen, betreffen de verdere uitlijning van het takenpakket (daarover is nog veel onduidelijk) en de kwaliteitseisen die voor taakuitvoering door de RUD zullen gaan gelden. Werkgroepen zijn hier inmiddels mee bezig en zullen in de komende maanden met voorstellen komen. Pas dan kan hopelijk beter, concreter, worden beoordeeld welke financiële gevolgen en risico s de RUD-vorming met zich mee brengt. Met het nu gepresenteerde beeld is het echter wel duidelijk dat deze risico s niet eenmalig, en dus blijvend, kunnen worden afgedekt. Volgens het huidige bedrijfsplan zal immers weliswaar personeel en/of budget overgaan naar de RUD maar diezelfde RUD zal vervolgens de uit te voeren werkzaamheden gaan declareren aan de gemeenten waarvoor ze werden uitgevoerd. Achteraf kunnen gemeenten daarmee met hogere uitvoeringskosten worden geconfronteerd. Daarmee verschuift het financiële belang van gemeenten verder naar de onderhandelingen die met de RUD moeten worden gevoerd in het kader van de op te stellen meerjarige DVO s. Budgettaire neutraliteit is weliswaar uitgangspunt maar geen garantie. Diezelfde budgettaire neutraliteit zit besloten in de taakstelling die in het bedrijfsplan is opgenomen om de aanloopkosten en de kosten voor de nieuwe bovenlokale taken binnen 3-4 jaar terug te verdienen. Hierbij is de zin Er mag geen sprake zijn van kostenverhoging die niet bijdraagt aan een aantoonbare verbetering van de kwaliteit van de uitvoering én een beter naleefgedrag. nog niet geruststellend te noemen. 7

9 Zaaknummer: HHVBE19 Onderwerp Oprichting RUD Brabant Noord Datzelfde geldt ook voor de nu ingeschatte kosten voor ICT in de komende jaren. De ervaringen leren dat vooral dergelijke kosten snel kunnen oplopen mede door de hiermee samenhangende complexiteit van de op te lossen vraagstukken. Zoals eerder is opgemerkt is de verwachting daarnaast dat de komst van een RUD hoe dan ook tot meer ambtelijke en bestuurlijke drukte zal leiden. Op deze plaats wordt nog eens verwezen naar de recente vorming van de regionale brandweer waar dit effect duidelijk merkbaar is in onze organisatie. De intentie van het voorgelegde concept van de GR vormt op zichzelf geen probleem maar de tekstuele uitwerking daarvan, met name in de juridische consistentie en samenhang, moet nog worden verbeterd. Daarnaast geeft de uittredingsregeling aan het AB de mogelijkheid om zonder enige begrenzing voorwaarden aan uittreding te stellen en dat roept vragen op, lijkt in ieder geval ongewenst. Resumerend wordt geconcludeerd dat er nog volop vragen zijn rondom de RUD-vorming met daarbij behorende financiële risico s. Deze rechtvaardigen een blijvende positief-kritische houding. Het voorstel is daarom om niet in te stemmen met het bedrijfsplan waar dit de landelijke efficiëncykorting voor rekening van de individuele gemeenten laat. Daarnaast wordt voorgesteld om voor het overige weliswaar te besluiten conform hetgeen door de bestuurlijke stuurgroep van u is gevraagd, maar daarbij nadrukkelijk vorenstaande kanttekeningen te vermelden. Ook in die zin dat ze alsnog de betekenis van een voorbehoud kunnen krijgen vanwege de financiële gevolgen van de uitwerking van het bedrijfsplan die pas later dit jaar plaatsvindt. Verder is het voorstel om de intentie uit te spreken, dat wanneer tot deelname aan de RUD Brabant Noord wordt besloten, dan ook het in het bedrijfsplan genoemde takenpakket in zijn geheel per 1 januari 2013 daar zal worden ondergebracht. Een langere fasering (tot uiterlijk 1 januari 2015) heeft niet de voorkeur omdat de over te hevelen menskracht een geringe omvang zal hebben en een fasering daardoor zowel voor de betrokken medewerkers als voor de beide organisaties alleen maar nadelen heeft. Medewerkers komen hierdoor dan later binnen in een organisatie die zich juist gevormd heeft en de vraag is zelfs of overheveling van fracties van fte s in de vorm van menskracht dan nog wel tot de mogelijkheden blijft behoren. Inzake het voorgestelde concept van de GR wordt voorgesteld om de bovenstaande kanttekeningen aan te geven in uw reactie naar de stuurgroep. Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Vooruitlopend op de vorming van de RUD zijn de gemeenten vanaf 2012 al geconfronteerd met een specifieke korting op het gemeentefonds. Voor de gemeente Heusden is dit in 2012 een bedrag van ,-- oplopend tot ,-- in 2013 en vanaf ,--. Deze is doorgevoerd vanuit de aanname dat efficiënter gewerkt kan worden door de RUD s. In het voorliggende bedrijfsplan is geen rekening gehouden met deze korting en het is voor de gemeente Heusden onmogelijk om dit soort besparingen te realiseren bij de overgang van taken naar de RUD. Het is aan te bevelen om in het bedrijfsplan van de RUD de ambitie of taakstelling op te nemen waarmee deze een bijdrage levert aan het verlagen van de kosten voor de gemeenten zodat het terugverdienen van de efficiëncykorting mogelijk wordt. Voor de vorming van de RUD geldt budgettaire neutraliteit als uitgangspunt. De bedoeling is dat bestaande budgetten als uitgangspunt genomen worden. Er mag geen sprake zijn van 8

10 Zaaknummer: HHVBE19 Onderwerp Oprichting RUD Brabant Noord kostenverhoging die niet bijdraagt aan een aantoonbare verbetering van de kwaliteit van de uitvoering én een beter naleefgedrag. Wel is sprake van eenmalige aanloopkosten die door de gemeenten in 2013 op basis van inwoneraantal betaald moeten worden. Deze bedragen naar verwachting voor onze gemeente ,--. Naast de aanloopkosten is nog sprake van kosten voor bovenlokale voorzieningen die gedurende een periode van 3 tot 4 jaar terugverdiend moeten worden door de nieuwe RUD. Voor 2013 is dit voor de gemeente Heusden naar verwachting een bedrag van ,--. Door de uitbreiding van het takenpakket zal het geschetste beeld van de RUD per 2013 alsnog een beperkte overheveling van personeel uit onze gemeentelijke organisatie tot gevolg hebben. De Ondernemingsraad wordt regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen die gaande zijn. De betrokken medewerkers worden hierover ook voortdurend geïnformeerd. Verder is het dus de bedoeling om regionaal één Bijzondere Ondernemingsraad (BOR) in te stellen met het oog op de herplaatsing van medewerkers. Vooruitlopend op de vorming van de RUD worden inmiddels de vacatures die ontstaan, verspreid onder de deelnemende gemeenten voordat tot externe werving wordt overgegaan. Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel.het negatieve effect van de landelijke efficiëncykorting is hiervoor al meerdere malen genoemd. Het uitgangspunt van budgettaire neutraliteit voor de vorming van de RUD is daarnaast een streven maar geeft nog geen garanties. Het is zaak bij de eventuele, verdere uitwerking en het afsluiten van de dienstverleningsovereenkomst kritisch te zijn op de effecten voor de gemeente Heusden. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. 9

11 Zaaknummer: HHVBE19 Onderwerp Oprichting RUD Brabant Noord BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 22 mei 2012; gezien het voorstel en de daarin opgenomen overwegingen; besloten: - in te stemmen met de inhoud van het bedrijfsplan en dit als inrichtingsdocument voor de te vormen RUD vast te stellen, met dien verstande dat niet wordt ingestemd met, c.q. een voorbehoud wordt gemaakt ten aanzien van: a. het voor rekening van de individuele gemeenten laten van de landelijke efficiëncykorting b. de onder de paragraaf Afweging opgenomen kanttekeningen; - als standpunt kenbaar te maken dat, ingeval van deelname aan de RUD, het in het bedrijfsplan genoemde takenpakket in zijn geheel per 1 januari 2013 de RUD Brabant Noord dient te worden ondergebracht; - het voornemen uit te spreken om, in geval van deelname aan de RUD, een gemeenschappelijke regeling RUD Brabant Noord inzake de bestuurlijke verankering van de RUD, aan te gaan, met de aantekening dat het huidige concept nog aanpassing behoeft; - de (in te stellen) Bijzondere Ondernemingsraad advies te vragen over het bedrijfsplan; - de gemeenteraad actief te informeren door via de griffie te attenderen op dit voorstel, besluit en daarbij behorende stukken, met name de informatiebrief voor de raad. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 10

12 Gemeente xx t.a.v. het college van Burgemeester en Wethouders Postbus xx xx Uw brief van : - Ref. : B. Berendsen Uw kenmerk : - Tel. : Ons kenmerk : Fax : Datum : 5 april 2012 E- mail : b.berendsen@oss.nl Onderwerp : Bedrijfsplan en gemeenschappelijk regeling RUD Brabant Noord Geacht college, De vorming van een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) voor Brabant Noord is in een volgende fase terecht gekomen. Het bedrijfsplan is afgerond en de tekst voor de gemeenschappelijke regeling ligt voor. Op 29 maart 2012 zijn alle portefeuillehouders van de 20 gemeenten en de provincie akkoord gegaan met het voorstel om over te gaan tot de inrichtingsfase en het bedrijfsplan en de gemeenschappelijke regeling voor te leggen aan alle colleges. Belangrijkste zorgpunt voor veel gemeenten is de budgettaire neutraliteit van de RUD-vorming. Dit onderdeel heeft daarom extra aandacht gekregen in het bijgevoegde concept-collegevoorstel. Voor besluitvorming in uw college zijn de volgende documenten bijgevoegd: - Concept-collegevoorstel (vrij te gebruiken) - Bedrijfsplan, definitieve versie 29 maart Gemeenschappelijke regeling RUD Brabant Noord - Concept-informatiebrief voor de gemeenteraad (vrij te gebruiken) Met de aanbieding van het bedrijfsplan vragen we uw college: 1. In te stemmen met de inhoud van het bedrijfsplan en dit als inrichtingsdocument voor de te vormen RUD vast te stellen. 2. De intentie uit te spreken het in het bedrijfsplan genoemde takenpakket per 1 januari 2013 bij de RUD onder te brengen (of aan te geven welke fasering u wilt hanteren). 3. Een voorgenomen besluit te nemen over de gemeenschappelijke regeling RUD Brabant Noord inzake de bestuurlijke verankering van de RUD. 4. De (in te stellen) BOR advies te vragen over het bedrijfsplan. 5. In de begroting van 2013 de middelen te reserveren voor de dekking van de aanloopkosten voor de inrichting van de RUD. We willen hierbij benadrukken dat formele politieke besluitvorming niet nu, maar bij de definitieve vaststelling van de gemeenschappelijke regeling en de individuele afspraken met het uitvoeringsstation is. Wij stellen voor uw gemeenteraad met bijgevoegde informatiebrief te informeren.

13 Gelet op de voortgang van het project en de zekerheid van het personeel is het van belang om besluitvorming door de colleges op korte termijn af te ronden. Ons verzoek is om vóór 22 mei 2012 van alle colleges een reactie te mogen ontvangen. In eerder stadium heeft u al steun uitgesproken voor de grondvorm. Zowel de deelnemers van de ambtelijke als de bestuurlijke regiegroep RUD5 zijn beschikbaar voor een toelichting in uw college en/of gemeenteraad of het beantwoorden van eventuele vragen. Met vriendelijke groet, Namens de bestuurlijke stuurgroep RUD Brabant Noord Hendrik Hoeksema, Wethouder gemeente Oss van o.a. milieubeleid

14 RUD5 Bedrijfsplan Colofon Datum 2 april 2012 Versie 2.02 Status definitief

15 Inhoudsopgave 1 Inleiding Korte voorgeschiedenis Totstandkomingsproces Strekking en status bedrijfsplan Leeswijzer Profiel van de RUD Brabant Noord Uitgangspunten Missie en visie Kernschets Taken Inleiding Uitvoeringstaken Coördinatie en aansturing aanpak ketens en criminaliteit Uitvoeringsgerichte innovatie, coördinatie en kwaliteitsborging Bestuursondersteuning en algemeen functioneren samenwerking Bestuurlijk-juridische verankering Inleiding Kern gemeenschappelijke regeling Verhouding gemeenschappelijke regeling RUD en uitvoeringsstations Dienstverleningsovereenkomsten Mandaatbesluiten Besturing Algemeen besturingsmodel Algemeen bestuur Dagelijks bestuur Managementteam RUD Planning & Controlecyclus Escalatieladder Ambtelijke organisatie en capaciteit

16 6.1 Algemeen organisatiemodel Uitvoeringstaken Programmabureau aanpak ketens en milieucriminaliteit Voorziening innovatie, coördinatie en kwaliteitsborging (VICK) Bestuursondersteuning en algemene ondersteuning samenwerking Indicatie omvang formatie RUD Brabant Noord Gevolgen voor de capaciteit van de uitvoeringsstations Coördinatie en afstemming Huisvesting Informatie, ICT en communicatie Inleiding Stand van zaken Perspectieven en afwegingen Uitgangspunten ICT RUD Brabant Noord Inrichtingsopgaven tot start RUD Doorontwikkeling tot Website Communicatie Kwaliteit Kwaliteitseisen organisatie en uitvoering Productafbakening en uitvoeringsniveau Kwaliteitsborging uitvoeringsstations Horizontale kwaliteitsborging (achterblijvende taken bij gemeenten) Interbestuurlijk toezicht Personeel Inleiding RUD als aantrekkelijke werkgever Procesafspraken Noord-Brabant Beknopte uitgangspunten Brabant Noord Functieprofielen en invulling bovenlokale taken Bestaand personeel uitvoeringsstations Financiën Budgettaire neutraliteit

17 10.2 Geen kostenverhoging ten gevolge van organisatiemodel Algemeen begrotingsprincipe Tariefstructuur RUD Financieringsmodel en kostensoorten Aanloopkosten Dekking bovenlokale aanloopkosten Kosten bovenlokale voorzieningen (RUD-begroting) Dekking bovenlokale structurele kosten Efficiëntieopdracht Frictiekosten (niet-bovenlokale kosten) Doorkijk Globaal spoorboekje Communicatie Bijlage 1 Inbreng takenpakket per deelnemer Bijlage 2 Specificatie capaciteit RUD (indicatief) Bijlage 3 Voorlopig referentieniveau RUD-taken Bijlage 4 Toelichting ICT Bijlage 5 Onderbouwing financiën Bijlage 6 Afkortingen

18 1 Inleiding 1.1 Korte voorgeschiedenis Naar aanleiding van het rapport De tijd is rijp van de commissie Mans in 2008, is landelijk een traject ingezet om tot een dekkend stelsel van regionale uitvoeringsdiensten (RUD s) te komen. In een zogenaamde packagedeal hebben rijk, provincies, gemeenten en waterschappen afspraken gemaakt over de reikwijdte en randvoorwaarden van deze RUD s en de processtappen om dit te realiseren. De gemeenten, provincie en waterschappen in Noord-Brabant hebben dit in 2009 opgepakt in een gezamenlijke verkenning. In het resultaat hiervan, Van Brabants Bont naar Brabants maatwerk, zijn de uitgangspunten voor de Noord-Brabantse invulling vastgelegd. In de regio Brabant Noord is op basis daarvan in 2010 een nadere verkenning uitgevoerd naar de grondvorm van de RUD in deze regio. Deze is in april 2011 bestuurlijk vastgesteld 1. Deze grondvorm was het vertrekpunt voor de uitwerking van het bedrijfsplan dat eind 2011 in eerste concept is afgerond. In januari 2012 is op aandringen van de staatssecretaris Brabant breed bestuurlijk afgesproken dat niet langer het pakket Brabants Bont leidend is voor de inbreng in de RUD s maar het landelijke basistakenpakket. Het uitgangspunt daarbij blijft dat de RUD s per 1 januari 2013 operationeel zijn en dat de vastgestelde grondvormen van de RUD s niet worden aangetast. Voor de feitelijke overdracht van de takenpakketten wordt op maat een fasering met de deelnemers afgesproken. De regio Brabant Noord heeft zich daaraan geconformeerd. Uitgangspunt is dat per 1 januari 2013 minimaal Brabants Bont en dat uiterlijk 1 januari 2015 minimaal het landelijke pakket is ingebracht. 1.2 Totstandkomingsproces Het bedrijfsplan is in opdracht van de ambtelijke regiegroep RUD5 opgesteld. Er is gekozen voor een projectstructuur van een externe projectleider, een projectgroep met een brede ambtelijke vertegenwoordiging van de deelnemers en een aantal specialistische werkgroepen die specifieke onderdelen (bouwstenen) hebben uitgewerkt. Ter onderbouwing is aan alle gemeenten en de provincie bovendien een vragenlijst voorgelegd over inbreng, huidige voorzieningen (zoals capaciteit en ICT), uitvoeringsniveau, kostenstructuur en ambities. Vanuit RUD5 is specifiek mede naar aanleiding van de zomerbrief van staatssecretaris Atsma over de robuustheid van RUD s gekeken naar het besturingsmodel van de RUD. Het concept-bedrijfsplan is besproken in de projectgroep, in hoofdlijnen voorgelegd aan de (verzamelde) VTH-managers van de deelnemers en in een bestuurlijke ronde langs alle instanties. Waar nodig en doelmatig heeft afstemming plaatsgevonden met de andere RUD s in Noord-Brabant. 1 Dit geldt voor alle colleges van B&W van de gemeenten; GS moet de intentieverklaring nog ondertekenen. 5

19 1.3 Strekking en status bedrijfsplan Het voorliggende document beschrijft de voorgenomen inrichting van de RUD-Brabant Noord. Meer specifiek wordt het volgende beschreven: Missie/visie en algemene profiel van de RUD Het takenpakket (bedrijfsgerichte taken, aanpak milieucriminaliteit, overige) De bestuurlijk-juridische verankering De algemene besturing van de RUD De operationele organisatie en formatie Informatie en ICT Kwaliteitsborging Personeel Financiën Het bedrijfsplan is de basis voor de bestuurlijke besluitvorming om te komen tot feitelijke oprichting van de RUD, het vastleggen van de uitgangspunten en de rechtsvorm (gemeenschappelijke regeling) én het starten van een proeftuin rond de aanpak van ketens en milieucriminaliteit. Op basis van dat besluit kan start de (voorbereiding van) de feitelijke inrichting van de RUD. Daartoe behoren in eerste aanleg het opstellen van de benodigde inrichtingsdocumenten (mandaatbesluiten, plaatsingsbesluiten, exploitatiebegrotingen uitvoeringsstations, harmonisatie etc.) en het treffen van de noodzakelijke voorzieningen (ICT, inrichting werkplekken etc.). 1.4 Leeswijzer Het bedrijfsplan is opgebouwd conform de genoemde onderdelen. Bij het bedrijfsplan zit een aantal bijlagen met nadere onderbouwing en uitwerking, een concept-intentieverklaring tot oprichting van de RUD, een concept-gemeenschappelijke regeling en een model dienstverleningsovereenkomst. 6

20 2 Profiel van de RUD Brabant Noord 2.1 Uitgangspunten In het bestuurlijk overleg van 2 februari 2011 hebben de gemeenten in de regio Brabant Noord met de grondvorm voor de RUD. Deze instemming is ook door de afzonderlijke colleges van de B&W bekrachtigd. De provincie Noord-Brabant heeft nog geen formeel bestuurlijk besluit genomen maar heeft wel aangegeven in te kunnen stemmen onder de conditie dat haar taken en personeel bij een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam kunnen worden ondergebracht. Bij het uitwerken van de grondvorm zijn de volgende uitgangspunten leidend geweest: De focus ligt op die taken en zaken waar de meeste milieuwinst valt te halen. De deelnemers brengen minimaal het landelijke basistakenpakket in, waarbij de focus ligt op risicovolle bedrijven en het krijgen van zicht en grip op ketens en milieucriminaliteit. De overdracht van taken zal gefaseerd plaatsvinden. De stip aan de horizon is een verdergaande intensivering van de samenwerking. De organisatie van de RUD als geheel voldoet operationeel aan de kwaliteitseisen die landelijk zijn gesteld en de partners De partners spreken een gezamenlijk minimaal uitvoeringsniveau af. Voor zover de uitvoering van VTH-taken niet bij de RUD wordt ondergebracht, borgen de partners dat deze voldoet aan af te spreken kwaliteitseisen. De bestaande samenwerking en kwaliteit van organisaties zijn de basis voor de opschaling en inrichting van de RUD. Er moeten geen onnodige kosten worden gemaakt en wat goed is, kan goed blijven. De RUD (en partners) opereren binnen de landelijke inhoudelijke kaders voor toezicht en opsporing, met oog voor regionaal maatwerk. De RUD presteert beter dan de gemeenten of provincie zelf kunnen realiseren of biedt minimaal een zelfde kwaliteit tegen lagere kosten. Dit behoudens het op orde hebben van de uitvoering. Indien sprake is van achterstanden moet het betreffende bevoegd gezag zelf aanvullende middelen inzetten om achterstanden weg te werken. De RUD moet zich niet alleen richten op de kwaliteit van de bestaande taken maar ook op de innovatie en verhoging van de doelmatigheid van organisatie en uitvoering van deze taken. De RUD moet op verzoek van deelnemers ook in staat zijn om taken Wabobreed te kunnen uitvoeren. De provincie en de gemeenten blijven als bevoegd gezag verantwoordelijk voor de frontoffice en het besluit om handhavend op te treden. Het staat gemeenten en provincie vrij om de RUD een verdergaand beschikkingsmandaat te geven. 7

21 De zeggenschap van de deelnemers over de uitvoeringsorganisatie is voldoende gewaarborgd. De bestuurlijk-juridische verankering moet daarin voorzien, zonder dat onnodige bestuurlijke drukte ontstaat. De RUD is een aantrekkelijke werkgever voor medewerkers 2.2 Missie en visie De RUD Brabant Noord wordt op het schaalniveau van de Veiligheidsregio Brabant Noord opgericht om de dienstverlening bij de uitvoering van de VTH-taken en kwaliteit, veiligheid en gezondheid van de leefomgeving te verbeteren. Daarbij ligt een speerpunt van de RUD op het beter zicht en grip krijgen op risicovolle inrichtingen, activiteiten en milieucriminaliteit. De RUD is de schakel tussen bestuurlijke en strafrechtelijke partners, zeker waar het gaat om de bovenregionale aanpak. De RUD is een uitvoeringsorganisatie, dat wil zeggen de backoffice van het bevoegd gezag. De loketfunctie en de besluitvormende regie over het primaire vergunning- en handhavingsproces blijft bij het bevoegd gezag, tenzij het bevoegd gezag zelf een verdergaand beschikkingsmandaat afgeeft. Voor de aanpak van ketenvraagstukken en milieucriminaliteit krijgt de RUD van alle partners het mandaat om binnen de af te spreken kaders handhavend op te treden. De RUD krijgt nadrukkelijk de opdracht mee om verdergaande innovatie in de uitvoering van de VTH-taken en het verhogen van de doelmatigheid van de uitvoering van deze taken, te stimuleren. Het samenspel tussen de partners moet verder verbeteren. Het netwerk en de professionele uitwisseling moeten worden versterkt. De RUD faciliteert dat proces. Dit alles op een dusdanige wijze dat de uitvoeringskosten (voor overheden én samenleving) niet toenemen en waar mogelijk dalen. De RUD doet dit door een slimme bundeling van capaciteit en deskundigheid, gebruikmakend van moderne middelen op het vlak van informatievoorziening en communicatie. De uitvoeringsstations van de RUD zijn daarbij voor huidige en toekomstige medewerkers een aantrekkelijke werkomgeving. 2.3 Kernschets De te vormen RUD is op 1 januari 2013 operationeel. De RUD wordt maatschappelijk (bedrijven, burgers, belanghebbenden, etc.) gezien als een professioneel verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur. De RUD moet te boek staan als een qua aanpak slagvaardige, efficiënte en innovatieve organisatie die bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. De RUD moet voor de deelnemers kwaliteits- en efficiëntiewinst opleveren. Voor de medewerkers is de RUD een aantrekkelijke werkgever. De RUD Brabant Noord wordt in de kern opgezet als een organisatie met een centrale bestuurszetel in Oss en twee uitvoeringsstations, te weten de gemeente s-hertogenbosch en het RMB. De uitvoeringsstations werken voor wat betreft de bovenlokale taken en 8

22 voorzieningen onder aansturing van de RUD. Dit betreft primair keten gerelateerde taken en de samenwerking tussen deelnemers op bijvoorbeeld het vlak van innovatie en kwaliteitsverbetering. De RUD bepaalt de kaders waarbinnen de uitvoeringsstations taken uitvoeren voor de afzonderlijke deelnemers. De uitvoeringsstations voeren kostendekkend de RUD-taken uit en borgen de continuïteit in de uitvoering. Deelnemers aan de RUD zijn alle 20 gemeenten in de regio Brabant Noord en de provincie Noord-Brabant. Zij brengen als uitgangspunt minimaal het landelijk basistakenpakket in. Qua werkzaamheden gaat het daarbij om: Voorbereiding en advisering vergunningverlening, uitvoering toezicht en ondersteuning bij de handhaving voor het milieudeel van de VTH-taken bij bedrijven. Beoordeling rapportages en uitvoering inspecties voor zover het verwijdering van asbest en grondverzet betreft. Het samen met het strafrecht maken van analyses, het stellen van prioriteiten en het gericht houden van toezicht bij malafide praktijken in de omgang met onder meer asbest, verontreinigde grond en (gevaarlijk) afval. Daarnaast krijgt de RUD de opdracht om (de samenwerking bij) innovatie en de verhoging van de doelmatigheid en kwaliteitsborging en verbetering te stimuleren en te faciliteren. De bestuurlijk-juridische verankering vindt plaats op basis van een gemeenschappelijke regeling en dienstverleningsovereenkomsten. In de gemeenschappelijke regeling wordt het verplicht door alle deelnemers in te brengen takenpakket vastgelegd. In de dienstverleningsovereenkomsten worden de praktische en zakelijke afspraken geregeld en eventueel aanvullend uit te voeren taken. De RUD krijgt de voor haar opdracht benodigde middelen en mandaten en voldoet operationeel aan de eisen die landelijk zijn gesteld aan RUD s. De Brabant-brede afstemming wordt geborgd via het in te stellen afstemmingsplatform van RUD-directeuren en het OM. De RUD gaat op 1 januari 2013 van start en wordt na vier jaar integraal geëvalueerd. 9

23 3 Taken 3.1 Inleiding Brabant breed is afgesproken om minimaal het landelijke basistakenpakket bij de RUD onder te brengen. Daarbij een accent leggend op de IPPC- en BRZO-bedrijven en de aanpak van milieucriminaliteit en ketentoezicht zoals rond asbest, grondverzet en gevaarlijk afval. De gemeenten in de regio Brabant Noord en de provincie hebben zich hieraan geconformeerd. Daarnaast brengen de provincie en een deel van de gemeenten extra taken in. Bij de gemeenten betreft het meer bedrijven dan het landelijk takenpakket voorschrijft. Bij de provincie betreft het de Wabo-brede inbreng van de bedrijven én de inbreng van een aantal overige taken. Verder krijgt de RUD extra taken op het vlak van innovatie en kwaliteitsborging. In dit hoofdstuk is de omvang en aard van het takenpakket nader gespecificeerd. 3.2 Uitvoeringstaken Brabant breed is in januari 2012 bestuurlijk uitgesproken dat minimaal het landelijke basistakenpakket bij de RUD wordt ondergebracht. Daarbij wordt wel per deelnemer bekeken wat het best passende overgangsmoment is van het pakket. Er zal met andere woorden sprake zijn van een gefaseerde overgang om de inrichtings- en frictiekosten zoveel veel mogelijk te beperken. Raming omvang takenpakket bedrijven Op basis van de opgaven en raming per 1 maart 2012 gaat het om de volgende aantallen: Categorie bedrijven Gemeenten Provincie VVGB Totaal BRZO IPPC Barim C Barim B (toezicht) Totaal Op verzoek voert de RUD deze taken ook uit bij overige bedrijven die niet binnen het afgesproken landelijk pakket vallen 3. Op basis van de opgaven per 1 maart 2012 gaat het om de volgende aantallen: Categorie bedrijven gemeenten Totaal landelijk basistakenpakket Overige vrijwillige inbreng bedrijven Totaal De uitvoering van de BRZO-taken worden op dit moment in samenwerking met het SRE uitgevoerd. Deze samenwerking wordt voortgezet binnen de kaders van de uitkomsten van de landelijke discussie over de organisatie van BRZO. Dit betekent dat de RUD Brabant Noord deze taken in elk geval in samenwerking en niet zelfstandig uitvoert 3 Een aantal gemeente beraad zich er nog op meer of alle taken in te brengen. 10

24 Vooralsnog betreft de gemeentelijke inbreng het milieudeel van deze bedrijven. De provincie wil de taken Wabo-breed inbrengen. Dat betreft bij de start 237 bedrijven. De provincie wil daarnaast de taken op het gebied van natuur & landschap voor de hele provincie bij de RUD Brabant Noord onderbrengen en (onder voorwaarden) de in de regio benodigde capaciteit voor bodemtaken. In totaal komen er op basis van het landelijke basistakenpakket en vrijwillige inbreng, ruim bedrijven qua uitvoering van het milieudeel van de VTH-taken bij de RUD. Dat is ruim 60% van de milieurelevante bedrijven in de regio (circa ). Waar nodig vindt afstemming met de waterkwaliteitsbeheerder plaats wat betreft onder meer aandachtspunt indirecte lozingen. In bijlage 1 is een specificatie van de inbreng per instantie opgenomen. Bedrijfsgerichte uitvoeringstaken De RUD voert bij de genoemde bedrijven de volgende werkzaamheden uit: (Voorbereiding van) prioriteitstelling en programmering in de uitvoering van het afgesproken takenpakket landelijke basistakenpakket Bij deze bedrijven minimaal: - adviseren front-office/bevoegd gezag over milieudeel vergunningverlening - namens het bevoegd gezag uitvoeren van inspecties - administratieve verslaglegging/verwerking van deze activiteiten - uitvoering van en ondersteuning bij repressief optreden - namens het bevoegd gezag besluiten indien bevoegd gezag daarvoor mandaat geeft ( beschikkingsmandaat ) Ketengerichte uitvoeringstaken De ketengerichte uitvoeringstaken betreffen: Beoordeling (inventarisatie)rapporten Waar aan de orde advisering vergunningverlening Uitvoeren ketentoezicht Bestuurlijk optreden De voorlopige prioriteiten liggen bij de asbestketen, grondverzet en de omgang met gevaarlijke afvalstoffen. Op basis van de pilot worden de prioriteiten definitief bepaald. Qua werkvoorraad is er op dit moment alleen een redelijke raming te maken voor asbest. Daar wordt uitgegaan van meldingen/vergunningaanvragen per jaar. Voor de bepaling van de werkvoorraad voor de overige ketentaken en de omvang van de milieucriminaliteit in het algemeen, loopt nu een (landelijke) pilot in de regio. 11

25 3.3 Coördinatie en aansturing aanpak ketens en criminaliteit De RUD wordt verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering van een aantal ketengerelateerde taken en de aanpak van milieucriminaliteit. Het gaat om vijf kerntaken: 1. Algemeen aanspreekpunt voor het OM/FP en doorgeefluik van PV s. 2. (Het organiseren van het) beoordelen van inventarisatie- en onderzoeksrapporten en houden van toezicht op ketenactiviteiten zoals bijvoorbeeld de verwijdering van asbest, grondverzet, de omvang met gevaarlijk afval of de handel in vuurwerk. 3. Het (door gemeenten, provincie) samen met het strafrecht (RMT, BOD s) en waterschappen maken van keten- en netwerkanalyses, het stellen van programmatische prioriteiten en het maken van afspraken met de partners (waaronder het OM) over de aanpak van milieucriminaliteit en het toezicht op malafide netwerken en ketens rond asbest, grondverzet en gevaarlijke afvalstoffen. Waar nodig vindt afstemming met andere RUD s plaats. 4. Het op basis daarvan regisseren, coördineren én uitvoeren van gericht toezicht. 5. Het (met voldoende beschikkingsmandaat) bestuurlijk repressief optreden en op verzoek van het OM ondersteunen bij strafrechtelijk onderzoek. 3.4 Uitvoeringsgerichte innovatie, coördinatie en kwaliteitsborging De RUD krijgt de opdracht om innovatie, verhoging doelmatigheid en kwaliteitsverbetering te bevorderen. Daarnaast moet de RUD ook borgen dat het (netwerk)samenwerkingsproces in zijn algemeenheid goed kan verlopen. Meer specifiek krijgt de RUD de taak tot: 1. Bevordering en onderhoud van (professionele) netwerkvorming en kennis- en informatiedeling in de regio als geheel (ook in relatie met provinciale schaal en andere RUD s). Hiertoe behoort ook het periodiek beleggen van (themagericht of generiek) overleg tussen alle of een deel van de partners. 2. Wabo-brede bevordering van innovatie en verhoging van doelmatigheid en kwaliteit van de VTH-taken van de deelnemers (methodieken, aanpak, bedrijfsvoering, procesbeheersing en inzet van ICT/ gebruik social media etc.). 3. Ondersteunen kennis- en informatie-uitwisseling binnen regio en provincie en organiseren (vakmatige) kennisoverdracht vanuit landelijke ontwikkelingen, veranderingen in wetgevingen en programma s (zoals PIM). 4. Borgen en verbeteren kwaliteit van organisatie en de taakuitvoering deelnemers. 12

26 5. Bevorderen dat deelnemers die niet of moeilijk (ondoelmatig) aan de afgesproken kwaliteitseisen kunnen voldoen, meer taken onderbrengen bij de RUD. Innovatie en kwaliteitsborging vindt in samenwerking met de andere RUD s plaats. 3.5 Bestuursondersteuning en algemeen functioneren samenwerking Het RUD-bestuur krijgt ambtelijke ondersteuning van een door haar aan te wijzen organisatie. Tot de ondersteuning behoren onder meer het houden van (toe)zicht op de algemene kwaliteit en organisatie van de uitvoering, bijdrage leveren aan advisering bij de strategische besluitvorming en de externe representatie in de diverse gremia. Daarnaast borgt de RUD dat de samenwerking in het algemeen wordt verbeterd en dat het stelsel van horizontale kwaliteitsborging functioneert. Meer specifiek krijgt de RUD de volgende taken: 1. Voorbereiding kaderstelling (kwaliteitseisen) en prioriteitstelling en programmering. 2. Ondersteuning en uitvoering planning & control-cylcus RUD voor wat betreft de bovenlokale taken en voorzieningen. 3. Monitoring en evaluatie van de organisatie en uitvoering van de RUD-taken in het algemeen. Mede in relatie tot de ambities (wat wordt bereikt? Inhoudelijk? Kwalitatief? Qua innovatie? Qua doelmatigheid?). 4. Het faciliteren van een stelsel van horizontale kwaliteitsborging en verbetering (Wabo-brede) dienstverlening in de regio (zelfevaluaties, benchmarking, intervisie). 5. Het organiseren van de algemene afstemming en het overleg tussen de deelnemers in de samenwerking (waaronder het overleg van VTH-managers). 6. Afstemming met andere RUD s. 13

27 4 Bestuurlijk-juridische verankering 4.1 Inleiding De regio Brabant Noord kiest voor een gemeenschappelijke regeling als paraplu om de samenwerking te organiseren. In de gemeenschappelijke regeling worden uitgangspunten, (verplichte) taken en huishouding van de RUD geregeld. Voor het maken van praktische en zakelijke afspraken én het door de RUD laten uitvoeren van aanvullende (vrijwillige) taken, worden (meerjarige) dienstverleningsovereenkomsten (DVO s) afgesloten. Het laatste gebeurt rechtstreeks tussen de opdracht gevende partijen enerzijds (gemeenten, provincie) en de uitvoeringsstations ( s-hertogenbosch en RMB) anderzijds. De gemeenten die al deel uit maken van de gemeenschappelijke regeling RMB, kunnen hun verplichtingen op basis van die regeling aangaan. De provincie wil haar taken en personeel bij een Gemeenschappelijke Regeling met openbaar lichaam onderbrengen. 4.2 Kern gemeenschappelijke regeling De gemeenschappelijke regeling wordt gevormd door de 20 gemeenten in de regio en de provincie Noord-Brabant. De organisaties die taken voor de RUD uitvoeren, ondertekenen de gemeenschappelijke regeling voor akkoord. De gemeenschappelijke regeling regelt niet de operationele inrichting van de RUD organisatie zelf, maar bevat de bestuurlijke afspraken waaraan de inrichting en besturing van de RUD moeten voldoen en waartoe de partners zich bestuurlijk verplichten. In de regeling wordt afgesproken: 1. Missie en visie 2. Taken en opdracht aan de RUD Dit betreft de uitvoering van het landelijk basistakenpakket (inclusief beschikkingsmandaat voor aanpak ketens en criminaliteit), het borgen van de kwaliteit van de uitvoering en het zorgdragen voor innovatie/verhoging van doelmatigheid en bevorderen van de samenwerking. 3. Bestuur samenstelling (waaronder voorzitter), wijze van benoeming, bevoegdheden en wijze van besluitvorming (procedure, stemverhouding etc.). Algemeen Bestuur bestaand uit één vertegenwoordiger van elke deelnemende organisatie. De belangrijkste taken en bevoegdheden van het AB zijn: vaststellen ambities (waaronder programma) en uitvoeringseisen taken, vaststellen kwaliteitseisen waaraan gastheren/uvs moeten voldoen, het toekennen en 14

28 intrekken van het mandaat om als uitvoeringsstation namens de RUD te mogen opereren, opdrachtgeven aan uitvoeringsstations voor bovenlokale taken, benoeming leden dagelijks bestuur, benoeming leden managementteam, vaststellen begroting en rekening. Dagelijks Bestuur, bij de oprichting bestaande uit een vertegenwoordiger van de gemeente Oss, gemeente s-hertogenbosch, provincie Noord Brabant, Dagelijks bestuur RMB en een vertegenwoordiger van de kleine gemeenten. De belangrijkste taken en bevoegdheden van het DB zijn: aansturing managementteam inzake bovenlokale taken, bestuurlijke afspraken (binnen kader GR en programma) maken met bestuurlijke / strafrechtelijke partners, toezien op de uitvoering van het RUD-programma en de borging van de kwaliteit van de uitvoering. 4. Ambtelijke organisatie: basisstructuur die uitgaat van uitvoeringsstations wijze samenstelling, benoeming en ontheffing van collegiaal managementteam taken en bevoegdheden van managementteam opstellen statuut managementteam (functioneren managementteam). 5. Verhouding tussen RUD-bestuur en bestuur uitvoeringsstations Condities waaronder uitvoeringsstation namens RUD taken mag uitvoeren Uitvoeringsstation als opdrachtnemer van RUD Gescheiden financiële huishouding 6. Rapportage en verantwoording: Het algemeen bestuur legt verantwoording af aan de colleges van de deelnemers Het DB legt verantwoording af aan het AB Het managementteam legt verantwoording af aan het DB (uitvoeringsstations aan het DB voor zover bovenlokale taken daar zijn neergelegd) Uitvoeringsstations leggen direct verantwoording af aan hun opdrachtgevers (deelnemers of DB van de RUD = bovenlokale taken) 15

29 7. Financiën: Er is een programmabegroting en rekening Vaststelling hoogte en verdeelsleutel bijdrage deelnemers aan bovenlokale voorzieningen 8. Toe- en uittreding, opheffing etc. Algemene spelregels Borging zekerheid voor uitvoeringsstations 9. Geschillen: escalatieladder In relatie tot functioneren managementteam In relatie tot participatie deelnemers In relatie tot functioneren uitvoeringsstations 10. Evaluatie Vier jaar de start vindt integrale evaluatie plaats Het AB kan tot tussentijdse evaluatie (van onderdelen) besluiten Kortom, in de gemeenschappelijke regeling worden de rechten en plichten van alle deelnemers en de bestuurlijke en organisatorische huishouding van de RUD vastgelegd. 4.3 Verhouding gemeenschappelijke regeling RUD en uitvoeringsstations De RUD Brabant Noord opereert onder één gemeenschappelijke regeling zonder openbaar lichaam. De uitvoering van de taken wordt belegd bij de uitvoeringsstations RMB en s-hertogenbosch. Het RMB en s-hertogenbosch blijven zelfstandige bestuursorganen die voor wat betreft het takenpakket dat bij de RUD is belegd, in opdracht en/of uitvoeringsmandaat van de RUD en binnen de door de RUD vastgestelde kaders opereren. De uitvoeringsstations voldoen ten opzichte van het bestuur van de RUD aan de volgende voorwaarden: 1. Conformeren aan regionale ambities: taken die in opdracht of uitvoeringsmandaat van de RUD worden uitgevoerd voldoen aan de aan de door het AB van de RUD vastgestelde regionale ambities (beleidsmatig is de RUD voor RUD-taken leidend) en het door het RUD-bestuur vastgestelde programma. Dit programma wordt door het managementteam (en dus ook de uitvoeringsstations) voorbereid en ter vaststelling aangeboden aan het DB. 16

30 2. Uitvoeringsmandaat RUD-taken: RMB en s-hertogenbosch krijgen van het Algemeen Bestuur het mandaat om namens de RUD (in DVO s) afspraken te maken met gemeenten en provincie over de uitvoering van de RUD-taken. De uitvoeringsstations hebben daarbinnen een eigen financiële huishouding; financiële verantwoording wordt primair afgelegd aan het eigen bestuur en aan de opdracht gevende deelnemers. 3. Kwaliteitseisen uitvoering en organisatie: het Algemeen Bestuur van de RUD stelt kaders vast (en evalueert die periodiek) waaraan de organisatie en de uitvoering van de RUD-taken door de uitvoeringsstations moet voldoen. Eisen hebben betrekking op de robuustheid van de organisatie, de borging van de processen en financiële transparantie (zoals opbouw tarieven). 4. Gastheer bovenlokale RUD-taken: wat betreft de bovenlokale taken en voorzieningen die deel uit maken van de programmabegroting van de RUD, treedt de gemeente s-hertogenbosch op als gastheer voor ketens/criminaliteit. Het RMB treedt op als gastheer voor het VICK. De RUD is voor deze taken direct opdrachtgever. 5. Rapportage- en verantwoordingsplicht: de uitvoeringsstations leggen verantwoording af aan het RUD-bestuur waar het gaat om de uitvoering van de bovenlokale taken én de borging van de kwaliteit van de organisatie van de RUD in het algemeen. 4.4 Dienstverleningsovereenkomsten De praktische en zakelijke afspraken over de uitvoering van de VTH-taken vindt plaats op basis van bilaterale meerjarige dienstverleningsovereenkomsten (DVO s) of de bestaande contractuele afspraken op basis van de regeling van het RMB. Afspraken tussen deelnemers en uitvoeringsstations De gemeenten en provincie sluiten die in hun rol als opdrachtgever - rechtstreeks af met het uitvoeringsstation s-hertogenbosch of RMB. De afspraken betreffen: De taken die ze door de RUD laten uitvoeren, aanvullend op het verplichte pakket Het door het AB vastgestelde uitvoeringsniveau van deze taken Welk uitvoeringsstation verantwoordelijk is voor de uitvoering Leveringsvoorwaarden (SLA), kwaliteitseisen en aansprakelijkheid 17

31 Kosten Het raamwerk en de uitgangspunten (zoals uitvoeringsniveau) voor de DVO s wordt door het RUD-bestuur vastgesteld. Samenwerkingsovereenkomst tussen RMB en Den Bosch De uitvoeringsstations zijn autonoom in hun bedrijfsvoering en leggen primair verantwoording af aan hun directe opdrachtgevers. Ze leggen samen verantwoordelijkheid af over de realisatie en kwaliteit van de onder RUD-vlag uitgevoerde activiteiten en bereikte resultaten. De uitvoeringsstations moeten ook samen zorgen dat alle benodigde expertise in de regio beschikbaar is. Dit betekent dat de uitvoeringstations met elkaar samenwerkingsafspraken maken over: Uitwisseling, opbouw en onderhoud van deskundigheidsgebieden in de organisatie De afstemming in de uitvoering van regionale prioriteiten in bedrijfsgerichte taken De taakverdeling en aansturing van bovenlokale taken Informatie-uitwisseling voor zover dat verband houdt met bovengenoemde zaken 4.5 Mandaatbesluiten Er moet een aantal mandaatbesluiten worden genomen in relatie tot de bevoegdheden van het RUD-bestuur en de uitvoeringsstations. In hoofdlijnen is sprake van twee typen mandaten: Uitvoeringsmandaten Beschikkingsmandaten Uitvoeringsmandaten De RUD krijgt binnen nader aan te geven randvoorwaarden - van de deelnemers het mandaat om namens hen afspraken te maken met externe partijen over arrangementen in aanpak en prioriteiten. Dit betreft met name: Afspraken kunnen maken met het OM inzake de aanpak van milieucriminaliteit Afspraken kunnen maken in het op te zetten provincie-brede afstemmingsplatform van RUD s De uitvoeringsstations krijgen van het RUD-bestuur het mandaat om namens de RUD taken uit te voeren voor de deelnemers. Het Algemeen Bestuur van de RUD bepaalt wat de condities zijn voor dit mandaat. Beschikkingsmandaten Het bevoegd gezag geeft de uitvoeringsstations een bij de opdracht passend beschikkingsmandaat. Dit betreft minimaal: het namens het bevoegd gezag uitoefenen van toezicht en uitvoeren hercontroles bij die bedrijven en (keten)activiteiten die bij de RUD zijn belegd 18

32 het namens het bevoegd gezag repressief te kunnen optreden waar het bij de RUD belegde bovenlokale taken betreft (inclusief inzet BOA s), behoudens politiek gevoelige zaken. Het bevoegd gezag kan overwegen om ook mandaat af te geven voor: Het beschikken op vergunningaanvragen Het besluit tot repressief optreden. De mandaatbesluiten worden gelijktijdig genomen met het vaststellen van de gemeenschappelijke regeling. De voorbereiding en uitwerking hiervan vindt plaats in de kwartiermakersfase in

33 5 Besturing 5.1 Algemeen besturingsmodel Er komt een algemeen bestuur dat verantwoordelijk is voor de koers van de RUD. Een commissie van voorbereiding c.q. dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van de besluiten van het algemeen bestuur, het toezicht op de kwaliteit van de RUD en de behartiging van de belangen van de RUD 4. Een collegiaal managementteam, bestaande uit twee directeuren (of hun gemandateerd vertegenwoordiger) van de uitvoeringsstations en een door de gemeente Oss geleverde bestuurssecretaris, tevens voorzitter van het managementteam. Het managementteam is als collectief verantwoordelijk voor de aansturing van de bovenlokale taken die de RUD uitvoert en de samenwerking in RUDverband in het algemeen. De twee directeuren van de uitvoeringsstations zijn individueel aanspreekbaar op de organisatie en uitvoering van de taken die bij hen zijn belegd. De leden van het managementteam hebben daarbij elk een eigen portefeuille. 4 In de concepttekst van de gemeenschappelijke regeling is gekozen voor de juridische formulering van commissie van voorbereiding om aan te geven dat het geen bestuursorgaan betreft (dat is het algemeen bestuur). In het bedrijfsplan wordt de gangbare aanduiding dagelijks bestuur gebruikt omdat de commissie van voorbereiding als zodanig acteert. 20

34 5.2 Algemeen bestuur Er is een algemeen bestuur van de RUD bestaande uit één bestuurder / portefeuillehouder van elk van de 20 gemeenten in de regio en de provincie. Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor de taken die aan de RUD zijn opgedragen en de kwaliteitsborging in de regio als geheel. Het algemeen bestuur benoemt een dagelijks bestuur voor een periode van telkens 4 jaar en kan leden van het dagelijks bestuur indien deze niet meer het vertrouwen hebben van het algemeen bestuur ontslag verlenen. Het algemeen bestuur bepaalt voor de bovenlokale taken welke organisatie het recht krijgt om als uitvoeringsstation op te treden dan wel dat recht in te trekken of nadere eisen te stellen. De positie van de uitvoeringsstations als zodanig is vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks de uitgangspunten, ambities en prioriteiten van de RUD-samenwerking vast: a. De programmabegroting/rekening van de RUD-taken, voor zover dit de bovenlokale taken en kosten betreft. De exploitatiebegroting van de uitvoeringsstations volgt de eigen P&C-cyclus. b. Het (uitvoerings)programma RUD, inclusief minimaal het uniforme uitvoeringsniveau voor het landelijke basistakenpakket c. De met het OM en andere partners door het managementteam van de RUD overeengekomen handhavingsprioriteiten d. De kwaliteitseisen waaraan de deelnemers zich verbinden en waaraan de uitvoeringsstations moeten voldoen De stemverhouding in het algemeen bestuur wordt vastgesteld op één stem per deelnemer. De voorzitter van het algemeen bestuur is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur. 5.3 Dagelijks bestuur Er is een dagelijks bestuur bestaande uit vijf leden. Bij de het van start gaan van de RUD wordt uitgegaan van een volgende samenstelling: collegelid van s-hertogenbosch collegelid van Oss collegelid van Gedeputeerde Staten van de provincie lid van het dagelijks bestuur van het RMB een vertegenwoordiger van de kleinere gemeenten. In overleg kan worden afgesproken dat de bestuurlijk voorzitter van het SEPH (Sint Oedenrode) deze plaats gedurende een overgangsperiode inneemt. Bij de samenstelling wordt geborgd dat de portefeuilles vergunningverlening, milieu en toezicht/handhaving vertegenwoordigd zijn. 21

35 De leden van het dagelijks bestuur zijn tevens lid van het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor: Het voorbereiden van wat ter overweging en besluitvorming aan het algemeen bestuur moet worden voorgelegd. Hiertoe behoort onder meer het uitvoeringsprogramma van de RUD. Het uitvoeren van besluiten van het algemeen bestuur. Toezien op de kwaliteit van de uitvoering van de taken door de uitvoeringsstations in algemene zin en hun onderlinge samenspel in het bijzonder. Het dagelijks bestuur adviseert daarover aan het algemeen bestuur. Het in algemene zin behartigen van de belangen van de RUD en haar deelnemers. De instemming van de voordracht van leden voor het managementteam van de RUD (zie ook onder ambtelijke aansturing). De opdrachtverlening aan het managementteam en de uitvoeringsstations voor zover het de bovenlokale taken en voorzieningen betreft. De voorzitter van het dagelijks bestuur (en voorzitter van het algemeen bestuur) is tevens de extern bestuurlijke vertegenwoordiger van de RUD Brabant Noord. De huidige situatie waarbij de bestuurder uit Oss voorzitter is van de RUD-5 en de bestuurder van s-hertogenbosch vice-voorzitter, wordt bij de start van de RUD gecontinueerd. 5.4 Managementteam RUD De RUD heeft een managementteam, samengesteld uit twee directieleden of vervangers met een gelijkluidend mandaat - van de gemeente s-hertogenbosch en het RMB en een door de gemeente Oss geleverde bestuurssecretaris, tevens voorzitter van het managementteam en eerste ambtelijk aanspreekpunt voor het DB en de (externe) partners. De directeuren van de uitvoeringsstations zijn tevens plaatsvervangend algemeen vertegenwoordiger van de RUD. Het managementteam heeft naar het bestuur toe een collectieve verantwoordelijkheid voor het ambtelijk functioneren van organisatie en uitvoering van de bovenlokale taken en voorzieningen én het samenspel tussen de uitvoeringsstations. De twee directeuren van de uitvoeringsstations s-hertogenbosch en RMB zijn verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op de uitvoering van de taken die bij hen zijn belegd en de kwaliteit van hun organisatie. Binnen het managementteam wordt een portefeuilleverdeling gemaakt. Deze is voorlopig: Bestuurssecretaris en voorzitter MT: Algemene (ambtelijke) communicatie en woordvoering over de RUD, bestuursondersteuning, financiën, algemene ambtelijke vertegenwoordiging, ondersteuning samenwerking en monitoring en bevordering van de kwaliteit van de organisatie en uitvoering in het algemeen. 22

36 Directeur uitvoeringsstation s-hertogenbosch: uitvoering basispakket door uitvoeringsstation s-hertogenbosch en de aanpak ketens en milieucriminaliteit, tevens aanspreekpunt voor het OM. Directeur uitvoeringsstation RMB: uitvoering basispakket door uitvoeringsstation RMB en uitvoeringsgerichte innovatie, coördinatie en kwaliteitsborging. De interne eenheid van leiding en doorzettingsmacht naar de uitvoeringsorganisaties is gewaarborgd. De RUD heeft via de portefeuilleverdeling van de leden van het managementteam ook een eenduidige lijn met de externe partners. Het betreffende lid van het managementteam is direct aanspreekbaar op zijn of haar portefeuille. Zowel door het RUD bestuur als door de externe partners. De uitvoeringsstations verantwoorden zich voor de taakuitvoering primair bij gemeenten en provincie die RUD-taken bij het betreffende uitvoeringsstation hebben ondergebracht. Verantwoording aan het RUD-bestuur betreft bovenlokale taken, de kwaliteit van de organisatie en uitvoering en samenhang tussen de uitvoeringsstations. De rechten en plichten van de leden van het managementteam, hun onderlinge verhouding, hun relatie tot het bestuur en een conflictregeling worden vastgelegd in een statuut. Dit statuut wordt door het DB vastgesteld. Het managementteam bij hoofde van de voorzitter participeert ook in een eventueel landelijk overleg van RUD-directeuren. 5.5 Planning & Controlecyclus Onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur wordt jaarlijks een programma met begroting en verslag met jaarrekening opgesteld. De planning & controlecyclus heeft betrekking op de bovenlokale activiteiten die onder de RUD-vlag worden uitgevoerd. De uitvoeringsstations behouden hun eigen planning & controlecyclus wat betreft de exploitatie. Ze rapporteren daarover primair aan hun eigen bestuur. Aan de opdrachtgevers wordt door de uitvoeringsstations elk kwartaal verslag uitgebracht over de geleverde diensten. Het managementteam van de RUD rapporteert elk kwartaal aan het dagelijks bestuur. 5.6 Escalatieladder De onderlinge verhoudingen en afspraken zijn vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling RUD Brabant Noord en de DVO s. Het managementteam van de RUD is verantwoordelijk voor het functioneren van de RUD als zodanig. Het managementteamleden namens de uitvoeringsstations hebben daarbij directe doorzettingsmacht voor hun deel van de organisatie en daarmee de uitvoering van de daar 23

37 belegde taken. De directeuren van de uitvoeringsstations zijn aanspreekbaar op het voldoen aan de regionaal vastgestelde kwaliteitseisen. Voor wat betreft de bovenlokale taken treden de uitvoeringsstations als opdrachtnemer van het dagelijks bestuur van de RUD op. Als een uitvoeringsstation in gebreke blijft inzake de uitvoering van de opgedragen (bovenlokale) taken of het voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen treedt de volgende escalatieladder in werking: Minnelijk overleg tussen opdrachtgever en uitvoeringsstation, eventueel in samenspraak met het DB van de RUD In gebrekestelling op basis van de afgesloten DVO( s) door directe opdrachtgever(s) i.c. gemeenten, provincie of Dagelijks bestuur RUD. Wegnemen van de opdracht tot het uitvoeren van bovenlokale taken of besluit dit te verbinden aan nadere voorwaarden (besluit algemeen bestuur) Intrekken uitvoeringsmandaat om namens de RUD als uitvoeringsstation te mogen optreden of besluit dit te verbinden aan nadere voorwaarden (besluit algemeen bestuur). Dit past binnen de kaders van een geschillenregeling die is opgenomen in de gemeenschappelijke regeling en de DVO(s). 24

38 6 Ambtelijke organisatie en capaciteit 6.1 Algemeen organisatiemodel De RUD Brabant Noord wordt opgezet als een organisatie met twee uitvoeringsstations. Bij de oprichting van de RUD worden het RMB en de gemeente s-hertogenbosch aangewezen als uitvoeringsstation. De RUD is verantwoordelijk voor de uitvoering van de bovenlokale taken en ziet toe op de kwaliteit van uitvoering van de DVO s die de uitvoeringsstations met de individuele deelnemers hebben afgesloten. De lokale taken zijn alle taken die worden uitgevoerd voor één specifiek bevoegd gezag. Dit kan bijvoorbeeld gaan om vergunningadviezen of inspecties bij bedrijven. De uitvoering van deze taken wordt geheel belegd bij de uitvoeringsstations s-hertogenbosch en RMB. De bovenlokale taken betreffen zowel primaire als ondersteunende en facilitaire processen. Deze worden organisatorisch als volgt verdeeld: s-hertogenbosch: Regie over de aanpak van ketenvraagstukken en milieucriminaliteit (primaire bovenlokale processen) en uitvoering VTH-taken. RMB: Uitvoeringsgerichte innovatie, afstemming en kwaliteitsverbetering, kennisontwikkeling en kennisuitwisseling (verbetering primaire processen) en uitvoering VTH-taken. Oss: Bestuursondersteuning, algemene samenwerking (vooral gericht op de ondersteuning van de besturende processen) en horizontale kwaliteitsborging. 25

39 Uitvoeringsstations In de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd welke taken de deelnemers minimaal onderbrengen bij de RUD en hoe de kwaliteit van de uitvoering moet worden geborgd. De uitvoeringsstations krijgen van de RUD het mandaat om deze taken uit te voeren. Voor deze uitvoering maken de deelnemers directe (zakelijke) afspraken met de uitvoeringsstations via dienstverleningsovereenkomsten (DVO s). De deelnemers leggen meerjarig vast door welk uitvoeringsstation ze welk pakket taken willen laten uitvoeren. Het afgesproken landelijke basistakenpakket is daarbij het minimum en wordt vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling. De partners hebben medio 2011 en/of in de bestuurlijke gespreksronde begin 2012 het volgende aangegeven. s-hertogenbosch RMB Geen voorkeur aangegeven Boxtel Bernheze Maasdonk Haaren Boekel Sint Oedenrode s-hertogenbosch Boxmeer Heusden Cuijk Schijndel Grave Sint Michielsgestel Landerd Vught Mill c.a. Oss Sint Anthonis Uden Veghel Provincie NB* * Provincie haar uitvoeringsorganisatie in de regio Brabant Noord samenvoegen met die van het RMB. De directeuren van de uitvoeringsstations zijn zelfstandig verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op de taken die ze in directe opdracht van deelnemers en/of de RUD (bovenlokale taken) uitvoeren. De uitvoeringsstations kunnen functioneren als operationele en programmatische eenheid, bijvoorbeeld bij onderlinge bijstand, opbouw en uitwisseling van deskundigheid en harmonisatie van werkprocessen. Beide uitvoeringsstations werken volgens gelijke kwaliteitsstandaarden. Bij aanhaking van rijkstaken over taken van bijvoorbeeld waterschappen, is er één aanspreekpunt. De programmatische afstemming tussen de uitvoeringsstations en de aansturing van de bovenlokale RUD-taken vindt plaats in een collegiaal managementteam, bestaande uit bestuurlijk aangewezen vertegenwoordigers van de gemeenten s-hertogenbosch, Oss en het RMB. De praktische afstemming vindt direct tussen de (medewerkers van de) uitvoeringsstations plaats. Het managementteam legt als collectief verantwoording af aan het (dagelijks) bestuur over de uitvoering van de bovenlokale taken en voorzieningen. 26

40 Bestuursondersteuning De bestuursondersteuning en de algemene taken worden belegd bij de gemeente Oss als bestuurlijk voorzitter van de RUD. De bestuurszetel is ook verantwoordelijk voor de coördinatie van de algehele kwaliteitsborging en samenwerking. Waar de uitvoeringsstations zich vooral richten op de kwaliteit en uitvoering van taken die daar zijn belegd, wordt vanuit de gemeente Oss de kwaliteitsborging van de organisatie bij de deelnemende gemeenten gemonitord en ondersteund. Dit ook in het licht van ontwikkelingen in onder meer het omgevingsrecht en de inrichting van de integrale dienstverlening. Dit moet onafhankelijk van de op specifieke taken gerichte uitvoeringsstations kunnen gebeuren. Tevens kan Oss er zorg voor dragen dat de gemeenschappelijke regeling en de RUD als samenwerkingsorganisatie van en voor de deelnemers blijft. 6.2 Uitvoeringstaken De uitvoeringstaken (zie worden belegd bij de uitvoeringsstations s-hertogenbosch en RMB. De uitvoeringsstations maken binnen de kaders van de gemeenschappelijke regeling en het door het algemeen bestuur vastgestelde uitvoeringsprogramma - directe contract- en werkafspraken met gemeenten en provincie. Dit gebeurt op basis van DVO s en/of bestaande gemeenschappelijke regeling. Programmatisch, organisatorisch (borgen voldoende expertise binnen RUD als geheel) en operationeel (bijstand, collegiaal advies etc.) stemmen de uitvoeringsstations af. In het jaarprogramma van de RUD geven ze aan hoe dit (in grote lijnen) wordt georganiseerd en waar verbeteringen worden aangebracht. De RUD is in staat eventuele groei van het takenpakket organisatorisch op te vangen. In bijlage 2 is een verdere specificatie van de aard en omvang van de capaciteit gegeven. 6.3 Programmabureau aanpak ketens en milieucriminaliteit De verantwoordelijkheid voor de aanpak van ketens en milieucriminaliteit ligt bij het uitvoeringsstation s-hertogenbosch. Binnen het uitvoeringsstation wordt in eerste aanleg een tijdelijk programmabureau ingericht. Na drie jaar vindt evaluatie plaats hoe de aanpak structureel wordt georganiseerd. Deze keuze is erop gebaseerd dat er rond de aanpak van criminaliteit in het algemeen veel bewegingen gaande zijn (waaronder vorming nationale politie, inzet van RIEC s, doelmatigheid en effectiviteit van opschaling naar provinciaal 27

41 niveau etc.) én dat de werkgroep ketens en criminaliteit heeft geconcludeerd dat voor de exacte inregeling van de aanpak en organisatie nog geen volledige blauwdruk is te geven. De taken van het programmabureau zijn: Jaarlijks opstellen en uitvoeren regionaal programma dat binnen 3 jaar moet leiden tot structureel zicht en grip op de ketenproblematiek. Binnen het programma eindverantwoordelijkheid voor de coördinatie en organisatie van basistoezicht en basisinzicht bij ketenactiviteiten (beoordeling inventarisatierapporten, uitvoeren toezicht, registratie etc.). Het samen met het strafrecht en andere partners (ook buiten regio) organiseren van het maken van analyses van ketens en netwerken en het op basis daarvan stellen van (regionale) prioriteiten. Voor het maken van de noodzakelijke criminologische keten- en netwerkanalyses wordt gebruik gemaakt van voorzieningen, capaciteit en expertise bij het RMT/RIEC. Het regionaal organiseren van gericht samenhangend toezicht op malafide netwerken en ketens (operationele samenwerking tussen bestuurlijke- en strafrechtelijke partners en waar nodig bijzondere opsporingsdiensten) Uitvoering(sregie) van repressief doorpakken, inclusief inzet BOA s, in ketenzaken. Algemene afstemming met het OM/FP, waaronder voorbereiding handhavingsarrangementen en doorgeleiding van PV s via de RUD voor zover taken zijn ondergebracht bij de RUD. Voor taken die niet zijn ondergebracht bij de RUD wordt een informatieplicht van de deelnemers aan de RUD afgesproken (in verband met zicht houden op mogelijk malafide praktijken). Het programmabureau bestaat uit een programmaleider, ondersteuning (adviseurs), analysecapaciteit (informatieanalist/makelaar) vanuit het RMT (en RIEC) en één of meer projectteams. De samenstelling en omvang van die projectteams wordt bepaald door de (meer)jarig door het AB vast te stellen prioritering en programmering. De RUD start met drie projectleiders voor de speerpunten grond/bodem, asbest en gevaarlijk afval. 28

42 Voor elk speerpunt wordt een projectteam (inspectieteam) vrijgemaakt en samengesteld. Dit valt operationeel en functioneel onder de directe verantwoordelijkheid van de RUD. De hiërarchische verantwoordelijkheid voor de teamleden kan bij deelnemende organisaties blijven liggen. De directeur van het uitvoeringsstation s-hertogenbosch treedt daarbij als externe vertegenwoordiger op van de RUD. De directeur kan daarbij binnen het uitvoeringsmandaat dat de RUD heeft voor de aanpak van ketens en milieucriminaliteit - externe afspraken maken namens de RUD. Verplichtingen en afspraken die direct van invloed (kunnen) zijn op de organisatie, financiën van een uitvoeringsstation, kunnen alleen met instemming van de directeur van het betreffende uitvoeringsstation worden aangegaan. Voor zover deze verplichtingen leiden tot een aanpassing van het vastgestelde handhavingsprogramma, is ook instemming van het dagelijks bestuur nodig. Voor zover verplichtingen financiële gevolgen hebben die niet binnen de RUD-begroting kunnen worden opgelost, is daarvoor ook in stemming van het algemeen bestuur nodig. De directeur is ook het eerste aanspreek punt voor het OM over inzet van BOA s in RUDverband. functie Taakomschrijving Ambtelijk eindverantwoordelijk Directeur Aanspreekpunt RUD voor afspraken met OM uitvoeringsstation Deelnemer afstemmingsplatform voor zover dit handhaving betreft Ambtelijk regisseur aanpak ketens en criminaliteit Opdrachtnemer van en adviseur aan managementteam RUD Programmaleider Operationeel-inhoudelijk aanspreekpunt Programmatisch aanspreekpunt partners (VI, RMT, AI etc.) Criminoloog/analist Informatieanalyses (te leveren door RMT/RIEC) Adviseur bij prioriteitstelling en bepaling aanpak Thematische Projectleider uitvoering gericht toezicht op speerpunten projectleiders Aansturing toetsing en inspectieteams (en BOA s) Operationeel aanspreekpunt (dossierniveau) partners Uitvoeren beoordelingen rapporten Inspecteurs Uitvoeren basisinspecties en gericht toezicht Inspecteur (BOA s) Uitvoeren gericht toezicht en repressief optreden De capaciteit voor thematische projectleiders wordt geleverd door de deelnemers of uitvoeringsstations. Bij de voorlopige prioriteiten asbest, gevaarlijk afval en grond/bodem zijn dat respectievelijk Oss, het RMB en s-hertogenbosch. Deze rolverdeling stemt overeen met de zwaartepunten van de nu aanwezige expertise. De kosten voor de projectleiderscapaciteit wordt gedekt uit een algemene bijdrage voor bovenlokale taken. 29

43 Voor zover BOA-capaciteit moet worden ingezet, wordt die betrokken uit de aanwezige BOA-capaciteit bij de uitvoeringsstations. Er worden vooralsnog geen extra BOA s aangesteld. De ondersteuning van het programmabureau wordt verzorgd door het uitvoeringsstation s-hertogenbosch. De beoordelings- (b.v. inventarisatierapporten) en inspectieteams worden op programmabasis samengesteld uit de capaciteit bij de uitvoeringsstations en eventueel andere deelnemers of partners. Dit onder de conditie dat wordt voldaan aan de af te spreken kwaliteitseisen. Bij de start wordt uitgegaan van de volgende indicatieve bezetting: Rol Opdrachtgever Programmaleider Criminoloog/analist Projectleiding Inspecteurs Indicatie capaciteit programmabureau ketens en criminaliteit Onderdeel taak MT-lid toeleverende organisatie 0,5 FTE 0,5 FTE (inbreng uren RMT/RIEC) 1,5 fte (indicatief bij 3 speerpunten en 0,5 FTE per speerpunt) Te bepalen en vrij te maken op basis van programma Bij deze capaciteitsraming gelden de volgende kanttekeningen: De benodigde capaciteit gaat uit van een voorziening op het niveau van de regio. Bij eventuele opschaling is waarschijnlijk een efficiëntere inzet mogelijk. Dit is één van de aandachtspunten van de evaluatie die drie jaar na de start wordt uitgevoerd. Het basistoezicht, de beoordeling van rapporten en het gerichte toezicht vindt plaats onder regie van de RUD (uitvoeringsstation s-hertogenbosch). De capaciteit zelf wordt in beginsel betrokken van de deelnemers. De kosten voor de uitvoering van inspecties etc. worden verrekend met de gemeenten waar de inspecties plaatsvinden (als onderdeel van het basistakenpakket). De kosten voor projectleiding worden gedekt uit een bijdrage per inwoner / provinciale bijdrage voor bovenlokale voorzieningen. De omvang van de benodigde capaciteit voor projectleiding en inspecteurs wordt bepaald in het uitvoeringsprogramma. Indicatief wordt ervan uitgegaan dat zowel voor het feitelijke toezicht op asbest als het toezicht op bodem/grond structureel 3-4 fte vrijgemaakt zal moeten worden. De totale structurele capaciteit voor de aanpak van ketens en milieucriminaliteit bedraagt daarmee naar schatting 7-6 fte. Bij een deel van de deelnemende gemeenten is de benodigde capaciteit (of budget) ook feitelijk aanwezig. Bij een deel van de deelnemers is sprake van een achterstand. De jaarlijks in te zetten capaciteit voor de beoordeling van rapporten en de uitvoering van inspecties wordt vastgesteld in het door het algemeen bestuur vast te stellen 30

44 programma. Daarin wordt ook vastgelegd welke organisaties welke capaciteit toeleveren voor de projectteams. Voor de invulling van deze capaciteit wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van in de regio aanwezige expertise die voldoet aan de kwaliteitseisen. De inzet wordt verrekend met de gemeenten waarvoor de beoordelingen/het toezicht wordt uitgevoerd. In 2012 wordt een proeftuin opgestart rond het thema Asbest. De regio wil dan gaan werken conform de beoogde organisatie van de RUD. De proeftuin moet beter zicht geven op de benodigde capaciteit en de beste wijze van informatie-uitwisseling en aanpak. Bovendien moet de pilot bijdragen aan een warme start voor de aanpak van de ketenproblematiek in De pilot heeft ook een landelijke spin-off. 6.4 Voorziening innovatie, coördinatie en kwaliteitsborging (VICK) Er komt een voorziening voor uitvoeringsgerichte innovatie, informatie-uitwisseling, coördinatie en kwaliteitsborging (VICK). De voorziening wordt ondergebracht bij het RMB. VICK komt voort uit het huidige SEPH, met een verschuiving in (accenten van) de taakstelling. Ten opzichte van het SEPH zijn de belangrijkste veranderingen de verbreding van toezicht en handhaving naar vergunningverlening en dienstverlening en het sterkere accent op het verhogen van de doelmatigheid. De taken van VICK zijn: Bevorderen en ondersteunen van innovatie en verhoging van de doelmatigheid van de uitvoering van de VTH-taken in het algemeen Bevordering en verbetering uitvoeringsgerichte informatie-uitwisseling Faciliteren uitvoeringsgerichte kwaliteitsborging en -verbetering Optreden als kennis- en informatiemakelaar. VICK bestaat uit een teamleider/senior-adviseur en één of twee (parttime) adviseurs. Rond de voorziening wordt een kernteam (innovatieteam) geformeerd door toelevering van capaciteit door gemeenten en provincie. De directeur van het RMB kan externe afspraken maken namens de RUD voor zover dit het taakgebied van VICK betreft. Verplichtingen die direct van invloed (kunnen) zijn op de organisatie, financiën van een uitvoeringsstation, kunnen alleen met instemming van de directeur van het betreffende uitvoeringsstation worden aangegaan. Voor zover deze 31

45 verplichtingen leiden tot een aanpassing van het programma, is ook instemming van het DB nodig. Voor zover verplichtingen financiële gevolgen hebben die niet binnen de RUDbegroting kunnen worden opgelost, is daarvoor ook in stemming van het AB nodig. De bepaling van de capaciteit voor dit kernteam (en aanvullende inbreng van gemeenten, provincie en andere partners) vindt plaats op basis van een jaarlijks werkprogramma. Rol Opdrachtgever Teamleider/senior-adviseur Adviseur(s) Leden kernteam Indicatie capaciteit VICK Onderdeel taak MT-lid toeleverende organisatie 0,8-1,0 FTE 1,0-1,2 FTE Inbreng uren of budget door deelnemers op basis van programma Dekking van de kosten vindt in beginsel plaats met de huidige SEPH-gelden. De secretariële en administratieve ondersteuning wordt voor rekening van het uitvoeringsstation genomen. Participatie in het kernteam en inbreng overige capaciteit door gemeenten en provincie is voor rekening van de betreffende instantie. 6.5 Bestuursondersteuning en algemene ondersteuning samenwerking Het bestuur van de RUD wordt ambtelijk ondersteund door een bestuurssecretaris. Deze wordt bij de start geleverd door de gemeente Oss. De bestuurssecretaris is verantwoordelijk voor de organisatie en ondersteuning van: Coördinatie strategieontwikkeling RUD. Coördinatie kwaliteitsborging (zoals het organiseren van zelfevaluaties) en innovatie (b.v. inzake ICT en dienstverlening) op organisatieniveau. Ondersteuning samenwerking algemeen Voorbereiding en verslaglegging algemeen overleg aangaande de RUD. Voorbereiding en uitvoering begroting en rekening RUD. Ondersteuning bestuurlijke relatiebeheer. Coördinatie monitoring RUD algemeen (input, throughput, output en outcome). De bestuurssecretaris kan externe afspraken maken namens de RUD voor zover dit de bovenlokale taken betreft, mits afgestemd binnen het managementteam. Verplichtingen die direct van invloed (kunnen) zijn op de organisatie, financiën van de uitvoeringsstations, kunnen alleen met instemming van het de betreffende directeur worden aangegaan. Voor 32

46 Uitvoeringscapaciteit Programmaburaeu ketens en criminalitet VICK Bestuursondersteuning Totaal zover verplichtingen financiële gevolgen hebben die niet binnen de RUD-begroting kunnen worden opgelost, is daarvoor ook in stemming van het algemeen bestuur nodig. Rol Opdrachtgever Senior-adviseur Adviseur(s) Indicatie capaciteit bestuursondersteuning Onderdeel taak bestuurssecretaris 0,5 FTE p.m. op basis programma; te leveren door deelnemende partijen De bestuurssecretaris werkt voor rekening van de gemeente Oss (bestuurszetel). De kosten voor de adviseur die de bestuursondersteuning verzorgt (inclusief secretariaat) worden gefinancierd uit de een bijdrage voor bovenlokale voorzieningen (zie 10.9). 6.6 Indicatie omvang formatie RUD Brabant Noord Op basis van de huidige capaciteit bij de uitvoeringsstations en de te verwachten inbreng op basis van het landelijke basistakenpakket, de in maart 2012 aangegeven extra inbreng en het voorlopige referentieniveau, krijgt de RUD Brabant Noord indicatief een omvang van ruim 250 FTE 5. Hiervan komt ruim 70 FTE bij het uitvoeringsstation s-hertogenbosch en 180 FTE bij het uitvoeringsstation RMB. De voorlopige specificatie daarbij is als volgt: VTH primair proces 104,5 FTE 104,5 FTE Specialismen (incl. juridisch) 83,0 FTE 83,0 FTE Capaciteit BRIKS 1,5 FTE 1,0 FTE Ketentoezicht (inspecteurs) 6 3,0 FTE 3,0 FTE Coördinatie/projectleiding/advies 2,5 FTE 2,0 FTE 0,5 FTE 5,0 FTE Subtotaal primair proces 192,0 FTE 2,5 FTE 2,0 FTE 0,5 FTE 197,0 FTE Overheadfuncties (opslag 28% 7 ) Totaal 55,0 FTE 252,0 FTE De gezamenlijk te organiseren formatie van de uitvoeringsstations voor het primaire proces rond bedrijfstaken is indicatief circa 200 fte. Hierbij de volgende kanttekeningen: 5 De feitelijke inbreng van de deelnemers en de omvang van de RUD worden pas bepaald bij het afsluiten van de DVO s. 6 Indicatief 3 FTE. Feitelijke inzet op basis van jaarlijks programma. Capaciteit te betrekken van deelnemers. 7 De RUD rekent met een personele overhead van 22% op de totale formatie. Dit betekent bij de formatie voor het primaire proces een opslag van 28% moet worden opgenomen voor overhead-functies. 33

47 Uitvoeringscapaciteit Programmaburaeu ketens en criminalitet VICK Bestuursondersteuning Totaal Het gaat hierbij om een raming op basis van de momenteel ingezette capaciteit. Op basis van het vast te stellen referentieniveau (frequenties, inzetraming) kunnen hier nog verschuivingen in optreden (voor individuele deelnemers). Gemeenten kunnen (op basis van de zelfevaluaties die worden uitgevoerd) besluiten om aanvullend taken in te brengen. De benodigde expertise voor BRZO- en IPPC-procesindustrie bedrijven wordt in samenwerking met de andere RUD s georganiseerd, afhankelijk van de uitkomsten van de landelijke discussie. De provincie brengt de taken in onder voorbehoud van een voldoende robuustheid. De provincie overweegt om aanvullende taken inzake bodemsanering, grondwateronttrekking, zwemwaterinrichtingen en meetdiensten in te brengen. Deze inzetraming is exclusief de inzet voor de BRIKS-taken. De provincie heeft aangegeven de taken Wabo-breed in te brengen. De capaciteit (circa 1,5 fte) daarvoor wordt nu betrokken van gemeenten. Bij de inrichting van de RUD wordt bekeken of deze capaciteit bij de uitvoeringsstations wordt georganiseerd of dat de uitvoeringstations die van de gemeenten (blijven) betrekken) 6.7 Gevolgen voor de capaciteit van de uitvoeringsstations Voor de uitvoeringsstations is dat indicatief een volgende uitbreiding ten opzichte van nu. VTH primair proces 48,5 FTE 48,5 FTE Specialisten (incl. juridisch) 14,5 FTE 14,5 FTE Capaciteit BRIKS 1,5 FTE 1,5 FTE Ketentoezicht (inspecteurs) 8 3,0 FTE 3,0 FTE Coördinatie/projectleiding/advies 2,5 FTE 0,5 FTE 3,0 FTE Subtotaal primair proces 67,5 FTE 2,5 FTE * 0,5 FTE 70,5 FTE Overheadfuncties (opslag 28%) Totaal * Formatief in voorzien via SEPH-gelden 19,5 FTE 90,0 FTE Exclusief overheadfuncties is de uitbreiding voor het uitvoeringsstation s-hertogenbosch circa 12 FTE en voor het uitvoeringsstation RMB circa 58 FTE. De uitbreiding voor het primaire proces (inclusief specialismen en bovenlokale voorzieningen) is voor ruim 28 FTE terug te voeren op gemeenten en 44 FTE op de provincie. In bijlage 2 staat een nadere voorlopige specificatie van de formatieve opbouw van de RUD Brabant Noord. 8 Indicatief 3 FTE. Feitelijke inzet op basis van jaarlijks programma. Capaciteit te betrekken van deelnemers. 34

48 6.8 Coördinatie en afstemming Operationele afstemming uitvoeringsstations De uitvoeringsstations maken onderling afspraken over onderlinge leveringen, afstemming, informatie-uitwisseling of gezamenlijke uitvoering. De verantwoordelijkheid voor deze afstemming ligt bij de directeuren van de twee uitvoeringsstations. Regionaal afstemmingsplatform Er komt een afstemmingsplatform voor innovatie, kwaliteitsverbetering en kennisuitwisseling op vakmatig en thematisch vlak. Hier vindt de terugkoppeling plaats vanuit o.m. het provinciale afstemmingsvorm en het managementteam van de RUD. Het overleg is op functioneel-management (VTH) en senior-niveau en wordt gefaciliteerd door VICK. Vanuit dit afstemmingsplatform kunnen tussentijdse dat wil zeggen los van het RUD-programma - thematische werk- en/of projectgroepen worden opgezet. Het overleg kan eigen initiatieven nemen en voorstellen doen aan het managementteam van de RUD. Zakenoverleg Voor politiek gevoelige dossiers is er een handhavingsoverleg. Provinciaal afstemmingsplatform De provinciale en interregionale afstemming (inclusief het maken van afspraken) gebeurt door het managementteam. Centraal daarin staat het provinciale afstemmingsplatform (bestuurlijk en ambtelijk) waar Brabant-breed strategische afspraken worden gemaakt. Dit is in Noord-Brabant ook het primaire contactpunt voor het OM als het gaat om het maken van algemene beleidsmatige afspraken over de aanpak van milieucriminaliteit. Het DB van de RUD Brabant Noord wijst een lid van het management team als vertegenwoordiger en een lid van het managementteam als plaatsvervanger voor dit platform aan. Afstemming OM/politie De strategische afstemming met het OM / strafrecht is de verantwoordelijkheid van het uitvoeringsstation s-hertogenbosch. De betreffende directeur in het managementteam treedt (ambtelijk) namens de RUD Brabant Noord op en heeft het uitvoeringsmandaat om binnen de kaders van de gemeenschappelijke regeling en het vastgestelde programma en afspraken te maken met het OM en prioriteiten te stellen. De tactische (programma- en projectniveau) en operationele afstemming (dossierniveau) met de strafrechtelijke partners vindt plaats vanuit het programmabureau ketens en milieucriminaliteit. 6.9 Huisvesting Personeel dat overgaat naar of wordt geworven voor de RUD-taken wordt gehuisvest bij het RMB of de gemeente s-hertogenbosch. Beide organisaties zijn in staat om nieuw personeel van werkplekken te voorzien. Bij het in dit bedrijfsplan aangegeven volume aan taken is er geen noodzaak voor huur van aanvullende kantoorruimte. Indien sprake is van een grotere toestroom, zal aanvullende kantoorruimte moeten worden gehuurd. Dit kan 35

49 ook betekenen dat moet worden gezocht naar nieuwe huisvesting buiten de huidige kantoren van de uitvoeringsstations. Hierbij wordt nog aangetekend dat het RMB zich momenteel aan het oriënteren is op een dependance in het westelijk deel van het werkgebied. 36

50 7 Informatie, ICT en communicatie 7.1 Inleiding ICT is en wordt een belangrijke randvoorwaarde voor een effectieve en efficiënte uitvoering van de taken. Samengevat gaat het om: 1. De algemene (samenhangende) infrastructuur van de uitvoeringsstations (met name werk- en kantoorautomatisering, inclusief persoonlijke voorzieningen en mogelijkheden tot flex-/thuiswerken). 2. De primaire processen (besturing werkstromen, documentmanagement/digitalisering en expertsystemen). 3. Zaakgericht werken als leidend principe voor alle partijen. 4. Digitalisering van dossiers en archief. 5. Informatie-uitwisseling, gegevenstoegang (b.v. door provincie en gemeenten bij uitvoeringsstations) en geaggregeerde analyses (t.b.v. programmering/monitoring, aanpak ketentoezicht en milieucriminaliteiten en horizontale kwaliteitsborging). 6. De besturing van de RUD (en uitvoeringsstations) in het algemeen (managementinformatie, financiële informatie, kwaliteitsinformatie etc.). 7. Ondersteuning van de bedrijfsvoering (zoals tijdschrijven en factureren). 8. Innovatie in de uitvoering van taken, zoals digitale hulpmiddelen bij toezicht. 9. Aansluiten bij landelijke standaarden en ontwikkelingen als InspectieView en OLO. In de ICT moet een aantal (basis)functies en voorzieningen worden geregeld om de primaire, besturende en ondersteunde processen effectief en efficiënt te kunnen laten verlopen. In bijlage 4 is dit kort samengevat. 7.2 Stand van zaken 2011 Regionale situatie ICT bij gemeenten en provincie voorziet in hoofdlijnen in de registratie van bedrijfsgegevens en het procedurebeheer (workflow management). In de koppelingen met b.v. het omgevingsloket, de koppeling met de basisadministratie en digitalisering van dossiers zijn nog (grote) verschillen in progressie. Zowel registratie als (hulpmiddelen voor) aggregatie van gegevens die nodig zijn de aanpak van ketens en milieucriminaliteit ontbreken grotendeels. Gemeenten, provincie en uitvoeringsstations gebruiken op dit moment uiteenlopende applicaties waarvan die van Centric (MPM etc.) en Roxit (Squit-XO) het meest gangbaar zijn. De uitvoeringsstations maken beiden gebruik van dezelfde applicatie. De houdbaarheid van applicaties de komende jaren is uiteenlopend. Een aantal gemeenten (en ook de uitvoeringsstations) hebben aangegeven binnen afzienbare tijd de applicatie te vervangen. Anderen hebben daar onlangs in geïnvesteerd of zijn bezig met het de implementatie. 37

51 De huidige kosten voor licenties en applicatiebeheer in de regio als geheel (dus van de afzonderlijke gemeenten en provincie) worden geschat op 1,5 2,0 mln euro per jaar. Een (gefaseerde) bundeling en harmonisatie in het kader van de RUD-samenwerking kan mogelijk besparingen opleveren. Landelijke ontwikkelingen inzake RUD en ICT Voor vergunningverlening is het OLO de gemeenschappelijke basis. In de landelijke eisen aan RUD is het Programma informatie-uitwisseling Milieuhandhaving (PIM) leidend voor de modellering van de ICT. In dit programma worden onder meer de standaarden uitgewerkt voor informatie-uitwisseling tussen (handhavings)instanties (InspectieView). Ook de leveranciers van de gangbare pakketten zijn hierbij betrokken. Zij conformeren zich in de nieuwe versies van hun applicaties aan de in PIM afgesproken standaarden. De verwachting is dat de standaarden in 2012 worden opgeleverd en in de loop van 2012/2013 in de applicaties beschikbaar komen. 7.3 Perspectieven en afwegingen In de kern zijn er vier ICT-modellen voor een RUD in beeld: 1. Inlogmodel: de dienstverleners krijgen rechten om bij de afzonderlijke organisaties in de systemen in te loggen; 2. Geharmoniseerd ICT-netwerk: alle deelnemers, inclusief de RUD (uitvoeringsstations) hebben hun eigen maar zelfde applicatie(s) of in elk geval informatiestandaarden. Er vindt synchronisatie van gegevens plaats. 3. Centrale server, met applicaties en gegevensbeheer bij de RUD c.q. één van de uitvoeringsstations; deelnemers (gemeenten, provincie) werken ook op dit centrale systeem 4. Webservices: schil over bestaande applicaties en voorzieningen In bijlage 4 zijn deze modellen met elkaar vergeleken. 38

52 De RUD Brabant Noord kiest voor een startsituatie volgens het inlogmodel en waar mogelijk webservices, met de ambitie om uiterlijk in 2015 door te groei naar een waar nodig geharmoniseerd netwerk met door één van de uitvoeringsstations beheerde (centrale)webservices. De belangrijkste motieven daarbij zijn: In 2012 is er (begrotingstechnisch en beleidsmatig) weinig tot geen ruimte voor investeringen. De meest kritische ICT-voorzieningen kunnen via het inlogmodel met waar nodig (tijdelijke) hulpmiddelen - op praktische wijze worden ingevuld zonder dat daarvoor ook direct grote investeringen nodig zijn. Niet verstandig om teveel op ontwikkeling landelijke standaarden vooruit te lopen. Uitgaande van PIM is maken keuze van eventuele vervanging van applicaties en het doen van investeringen pas eind 2012 redelijkerwijs mogelijk. Investeringen nu zijn over 2-3 jaar achterhaald en zullen desinvestering blijken. Kiezen voor groeimodel biedt partners de ruimte om het meest natuurlijke (investerings)moment van aanhaken te kiezen. Ook vanuit een oogpunt van afschrijving van bestaande voorzieningen. Pakketten die deelnemers onderbrengen zijn uiteenlopend van beperkt tot milieu tot Wabo-breed. Qua ICT moet de RUD verschillende serviceniveaus kunnen bieden. 7.4 Uitgangspunten ICT RUD Brabant Noord Voor de inrichting van de ICT van de RUD Brabant Noord (meer specifiek: de uitvoeringsstations) zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: Zorg dat bij de start van de RUD in 2013 de meeste kritische ICT-voorzieningen zijn geregeld (zie verderop). Dit geldt met name de informatievoorziening rond de aanpak van ketens en criminaliteit. Waar mogelijk gebruik maken van bestaande voorzieningen bij uitvoeringsstations en deelnemers. Functioneel en technisch moeten de (tijdelijke) voorzieningen die worden getroffen niet strijdig zijn en bij voorkeur voorsorteren op de landelijke ontwikkelingskaders voor ICT bij de uitvoering van de VTH-taken (OLO, PIM, RUDi). Niet alleen richten op digitaliseren van bestaande processen, maar mogelijkheden ICT en web-toepassingen ook gebruiken om processen te herontwerpen. Daarbij ook aanhakend bij en gebruik maken van de ervaringen van regionale voorlopers. Deelnemers doen in 2012 geen nieuwe investeringen in applicaties voor VTH-taken en stemmen nieuwe investeringen vanaf 2013 in RUD-verband af en doen bij voorkeur gezamenlijke investeringen. De organisatie van het bevoegd gezag blijft tenzij het bevoegd gezag dat uitdrukkelijk anders wenst te organiseren - het beheer van het archief voor zijn rekening nemen. 39

53 7.5 Inrichtingsopgaven tot start RUD De uitvoeringsstations beschikken nu reeds de over ICT-voorzieningen voor de ondersteuning van de infrastructuur, de ondersteuning van de primaire processen en de besturing en de ondersteuning van de uitvoering van de aan het toegewezen RUD-taken. Bij de inrichting van de RUD worden hiervoor geen nieuwe applicaties aangeschaft. Op 1 januari 2013 is wel het volgende aanvullend geregeld: Bij gemeenten en provincie Indien beheer bedrijfsgegevens niet wordt overgedragen aan RUD (uitvoeringsstation), inlogmogelijkheden uitvoeringsstations in lokale applicaties wat betreft bedrijfsgegevens. Dossiers BRZO- en IPPC-bedrijven zijn gedigitaliseerd en digitaal ontsluitbaar; overige dossiers worden vanaf 1 januari 2013 werkendeweg gedigitaliseerd. Aanbrengen meest kritische koppelingen (BAG, GBA, OLO) als taken Wabo-breed worden ingebracht. Start registratie voor aanpak ketens en milieucriminaliteit benodigde informatie. Bij de uitvoeringsstations De basis-ict voor de bedrijfsvoering is op orde en op de meest kritische onderdelen afgestemd. Inlogvoorzieningen / webservice voor deelnemers die gegevensbeheer (geheel) hebben overgedragen aan de RUD (uitvoeringsstation). Uitwisselbaarheid en mogelijkheid aggregatie bedrijfsinformatie uitvoeringsstations. De voor keten- en netwerkanalyses start noodzakelijke digitale registratie van beoordeling rapporten, vergunningaanvragen en inspectierapporten is gewaarborgd. Minimaal voor asbest op basis van de proeftuin/pilot. Waar nodig installatie applicaties voor bedrijfsvoering (tijdschrijven, factureren, WFM) en waar nodig afstemming van formats en procedures uitvoeringsstations. Beheer applicaties ligt bij de uitvoeringsstations. De kosten maken onderdeel uit van de exploitatie. RUD-gebied als geheel Afspraken over harmonisatie informatiestructuur en processen (ook als onderdeel van de horizontale kwaliteitsborging) Inrichting communicatiestructuur in het RUD-gebied ( extranet ) 7.6 Doorontwikkeling tot 2015 Uiterlijk in 2015 (eind 2014) moet een geïntegreerd ICT-netwerk tussen deelnemers, RUD (uitvoeringsstations) en partners operationeel zijn. Er wordt daartoe in 2012 een ontwikkelingsprogramma voor ICT opgezet. Het ontwikkelingsperspectief in 2015 is daarbij: Vergaande harmonisatie van standaarden (conform PIM) Technische uitwisselbaarheid (en aggregatie) gegevens mogelijk. 40

54 Differentiatie in feitelijk gegevensbeheer: a) beheer gegevens door RUD, b.v. als alle taken Wabo-breed worden ondergebracht, bevoegd gezag kan daarop inloggen b) beheer door bevoegd gezag, met inlog (en mutatie)rechten door RUD indien. Er is een voortschrijdende digitalisering van dossiers. Het beheer van de fysieke dossiers blijft vooralsnog bij het bevoegd gezag. De twee uitvoeringsstations werken via dezelfde server / applicatie op centrale locatie Er is sprake van een reductie van de kosten van licenties en applicatiebeheer ten opzichte van de huidige situatie Wat betreft de informatie-uitwisseling met het strafrecht, zal vooralsnog ook in de toekomst sprake blijven van een waterkering : digitale informatie-uitwisseling wordt technisch gerealiseerd, maar de autorisatie tot feitelijke beschikbaarstelling ligt voor de RUD taken bij het RUD-bestuur en voor de overige taken bij het bevoegd gezag. 7.7 Website Er komt in eerste aanleg een eenvoudige website als etalage van de RUD en als poort naar relevante informatie en andere websites (waaronder die van de uitvoeringsstations). De website krijgt ook enkele basisvoorziening ter ondersteuning van de professionele netwerkvorming (algemene kennis- en informatie-uitwisseling). 7.8 Communicatie Het belangrijkste uitgangspunt is dat de communicatie over de RUD is eenduidig en eenstemmig. De communicatie over de RUD-vorming en de activiteiten van de RUD als geheel loopt via de bestuurlijke en ambtelijke regiegroep respectievelijk het dagelijks 41

55 bestuur en het managementteam. Actieve communicatie vindt primair plaats rond besluitvormingsmomenten. Als belangrijkste instrumenten worden ingezet de provinciale en regionale nieuwsbrief, presentaties en samenvattingen die kunnen worden gebruikt voor het informeren van doelgroepen (gemeenteraden, OR-en etc.) en de website zodra deze operationeel is. 42

56 8 Kwaliteit 8.1 Kwaliteitseisen organisatie en uitvoering Het Algemeen Bestuur van de RUD stelt een gezamenlijk kwaliteitsniveau af waaraan de organisatie en uitvoering van de VTH-taken moet voldoen. Voor de uitvoeringsstations zijn de landelijke kwaliteitscriteria leidend. Voor de overige taken worden eigen kwaliteitscriteria op maat geformuleerd. 8.2 Productafbakening en uitvoeringsniveau Wat betreft de uitvoering wordt een minimum-referentieniveau afgesproken voor het landelijke basistakenpakket. Dit referentieniveau is leidend voor de aanpak van de RUD en moet een eerste borging bieden voor een level-playing field. De integraliteit wordt geborgd in de werkprocessen. De uitvoeringsstations brengen in beginsel deeladviezen uit. De integrale afweging vindt plaats door en bij het bevoegd gezag, tenzij het bevoegd gezag de RUD een verdergaand beschikkingsmandaat geeft. De kernproducten die de uitvoeringsstations leveren bevatten de volgende elementen: Taakonderdeel Productelementen Vergunningverlening Beoordelen (concept)aanvraag (incl. bezoek/vooroverleg) Opstellen ontwerp-beschikking Inspecties Dossieronderzoek Bedrijfsbezoek Rapporteren aan bevoegd gezag Repressief optreden Ondersteuning bevoegd gezag; besluit door bevoegd gezag Overige Behandeling klachten Optreden bij ongewone voorvallen De RUD Brabant Noord gaat voorlopig uit van een referentieniveau dat is afgeleid van de landelijke maatlat voor VTH-milieutaken en de ervaringscijfers van het RMB: Mutatiegraad vergunningen of Controlegraad toezicht meldingen BRZO 20% 100% IPPC-proces 20% 100% IPPC-afvalbedrijven 20% 100% IPPC-veehouderijen 20% % IPPC-overige 20% % Barim cat. C 20% 35% Barim cat. B 5-10% 10% Barim cat. A n.v.t. 10% 43

57 Voor de uitvoering van niet-inrichtingsgebonden ketentaken wordt uitgegaan van het volgende referentieniveau dat is geleid van de kengetallen van het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM) en het SEPH: Beoordeling rapport / aanvraag Inspectie Asbest 100% 30-50% Grondverzet 100% Nog te bepalen In bijlage 3 is het voorlopige referentieniveau nader gespecificeerd. Bij de inrichting van de RUD vindt een nadere verfijning van het referentieniveau plaatst. Waar gewenst bijvoorbeeld omdat er grote verschillen zijn tussen deelnemers wordt een benchmark uitgevoerd. Het uitgangspunt bij het referentieniveau is de meest efficiënte aanpak die tot een hoog naleefgedrag leidt. Een van de taken van het VICK is hiervan een structureel verbeterproces van te maken. 8.3 Kwaliteitsborging uitvoeringsstations Uitvoeringsstations voldoen (gezamenlijk) aan door het Algemeen Bestuur vastgestelde (en in beginsel Brabant Breed afgestemde) kwaliteitscriteria en beschikken over een (gecertificeerd) kwaliteitssysteem. Waar één station niet zelfstandig kan voldoen, worden operationele werkafspraken gemaakt met het andere uitvoeringsstation en/of de andere RUD s in Noord-Brabant. Dit geldt bijvoorbeeld voor de expertise voor het uitvoeren van BRZO-inspecties. Ondersteuning aan een ander uitvoeringsstation of andere RUD is onder de conditie dat de kwaliteit van dienstverlening aan de eigen opdrachtgevers niet onder druk komt staan. Waar niet anders mogelijk, wordt een tekort aan deskundigheid via de markt aangevuld. De kwaliteit van de uitvoeringsstations wordt geborgd door: Algemene kwaliteitseisen vanuit de RUD (als eis om als uitvoeringsstation te mogen optreden). Leveringsvoorwaarden (DVO). Een gecertificeerd kwaliteitssysteem, inclusief interne en externe beoordelingen, KTO s, opleiding etc.. Het uitvoeringsstation RMB beschikt hierover. Het uitvoeringsstation s-hertogenbosch gaat over tot certificering. Onderlinge afstemming en ondersteuning, waar nodig complementaire organisatie; waar nodig ook expertise delen en/of betrekken van andere RUD s (in elk geval voor BRZO). Harmonisatie van protocollen, formats en werkwijze. Intervisie op organisatie en procesniveau (ook met andere RUD s). De uitvoeringsstations rapporteren jaarlijks aan het RUD-bestuur over de kwaliteit van de organisatie en uitvoering en de aan te brengen verbeterpunten. 44

58 8.4 Horizontale kwaliteitsborging (achterblijvende taken bij gemeenten) Gemeenten committeren zich aan het principe van horizontale kwaliteitsborging. Dat houdt in dat zij meewerken aan: Het uitvoeren van een nul-meting van de kwaliteit van de organisatie en uitvoering (zelfevaluatie). Het op basis daarvan het in overstemming brengen van de organisatie en uitvoering van de VHT-taken (voor zover niet ondergebracht bij de RUD) met de afgesproken kwaliteitseisen (robuustheid, procesbeheersing en prestaties). Vanuit de RUD ondersteunde voortschrijdende harmonisatie in protocollen, formats en aanpak bij de uitvoering van de VTH-taken. Afspraken over minimale vereisten procesbeheersing en procesbeschrijvingen. Initiatieven tot benchmarking en intervisie vanuit de RUD georganiseerd. Door de horizontale kwaliteitsborging wordt gefaciliteerd door het bestuurscentrum en (op taakniveau) door VICK op basis van een op te stellen kwaliteitsverbeteringsprogramma. Gemeenten die niet of moeilijk aan de afgesproken kwaliteitseisen kunnen voldoen, zullen worden gestimuleerd meer taken bij de RUD onder te brengen. 8.5 Interbestuurlijk toezicht De provincie heeft als interbestuurlijk toezichthouder de rol en verantwoordelijkheid om in algemene zin de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken door gemeenten te monitoren en te bewaken. Ongeacht of deze bij de RUD zijn ondergebracht. De provincie kan als interbestuurlijk toezichthouder op grond van haar eigen verantwoordelijkheid en bevoegdheden optreden tegen gemeenten die structureel niet voldoen aan de afgesproken kwaliteitseisen. 45

59 9 Personeel 9.1 Inleiding Bij de vorming van de RUD zal deels sprake zijn van overgang personeel en deels mogelijk werving van nieuw personeel (waar wel taken overgaan, maar werkgever besluit tot behoud eigen personeel of waar sprake is van niet ingevulde capaciteit). Totaal betreft het naar schatting medewerkers. Het exacte aantal is afhankelijk van a) of gemeenten ook feitelijk personeel overdragen of uren inhuren van de RUD en b) of er sprake is van vacatures die niet meer worden opgevuld tot het van start gaan van de RUD. Voor de provincie betreft het potentieel de grootste groep medewerkers. Het gaat om (deeltijd) medewerkers die in één organisatie komen met het personeel van het RMB voor de uitvoering van het landelijk basistakenpakket 9. Voor de gemeenten kan dit gaan om één of enkele medewerkers per gemeente. Mogelijk dat een aantal gemeenten (vanwege b.v. openstaande vacatures) geen personeel overbrengt naar de RUD. Voor zover benodigde formatie bij de RUD (uitvoeringsstations) niet kan worden betrokken van de deelnemers, vindt externe werving plaats. 9.2 RUD als aantrekkelijke werkgever De RUD en in het bijzonder de uitvoeringsstations - moet voor de (nieuwe) medewerkers een aantrekkelijke en uitdagende werkomgeving zijn. Dit wil zeggen een prettige werksfeer én de omgeving om zich professioneel en persoonlijk te ontplooiing. Het werk moet uitdagend zijn en de RUD biedt voldoende faciliteiten en ondersteuning voor persoonlijke ontwikkeling. Onder meer in de vorm van plaatsing op functies met voldoende perspectief en uitdaging en ondersteuning van de persoonlijke ontwikkeling via opleiding, training, coaching en loopbaanbegeleiding. 9.3 Procesafspraken Noord-Brabant De RUD s zijn samen met de provincie een Brabant-breed overleg gestart ( P-overleg ). Dit overleg bereidt de kaders voor het personele spoor voor en adviseert op basis daarvan aan de bestuurlijke en ambtelijke regiegroep (ARG en BRG). Het uitgangspunt van het personele spoor is een Brabant Breed beleidskader (SBK), op basis van een landelijk concept-sbk. Per regio worden de specifieke rechtspositionele zaken geregeld en georganiseerd. De inrichting van het regionale proces haakt aan op de provincie-brede afspraken en afstemming. Er wordt in Brabant Noord ingezet op het formeren van een regionale Bijzondere Ondernemingsraad (BOR) voor de advisering en instemming over de herplaatsing van personeel. 9 De totale omvang van het pakket dat de provincie gaat onderbrengen bij de RUD/het RMB is groter (naar verwachting fte). Het RMB heeft echter al circa 8,5 FTE beschikbaar voor de uitvoering van provinciale taken. Hiervoor komt geen personeel meer over. Daarnaast moet nog worden bepaald of voor de uitvoering van de BRIKS-taken het RMB gebruik maakt van de expertise bij gemeenten (zoals nu onder de DVO). Alle genoemde aantallen zijn exclusief eventuele overgang van personeel voor ondersteuning. Hierover kan pas duidelijkheid worden gegeven als de provincie en het RMB tot een overeenstemming zijn gekomen over de toetreden. 46

60 Brabant Noord gaat ervan uit dat het landelijk pakket gefaseerd wordt overgedragen aan de RUD. Waar aan de orde betekent dat ook een gefaseerde overgang van personeel. Daarbij mede rekening houdend met (te verwachten) vacatures en/of natuurlijk verloop. 9.4 Beknopte uitgangspunten Brabant Noord Voor zover sprake zal zijn van overgang van personeel, treedt in dienst van de gemeente s-hertogenbosch of het RMB. De betreffende rechtspositieregelingen zijn leidend voor de toetreding. Voor personeel dat overgaat wordt een beknopt sociaal plan opgesteld, waarin het volgende wordt vastgelegd: Baan- en plaatsingsgarantie ( principe medewerker volgt taak ) mits de meerjarig afgesproken financiering voldoende is om het overgedragen personeel te bekostigen. Salarisgarantie Rechtspositievergelijking (huidige en nieuwe werkgever, tussen uitvoeringsstations) Consequenties verworven rechten (zoals functie- en persoonsgebonden toelagen) Opleiding en ontwikkeling Terugkeerregeling (indien sprake is van vroegtijdige terugtrekking van taken) Inschaling in nieuwe functie Plaatsingsprocedure (overgangsbepalingen, beoordeling geschiktheid, overige rechten en plichten, etc.) 9.5 Functieprofielen en invulling bovenlokale taken De bovenlokale taken en invulling van bovenlokale voorzieningen betreffen nieuwe functies. Het managementteam stelt hiervoor de functieprofielen op. Voor zover deze functies niet kunnen worden ingevuld met personeel van de deelnemende organisaties vindt externe werving plaatst. Werving gebeurt na bestuurlijke vaststelling van de RUD-begroting door de organisatie waar de betreffende medewerkers worden geplaatst. Waar mogelijk vindt afstemming van de schets van (het format van) de functieprofielen plaats met de andere RUD s. 9.6 Bestaand personeel uitvoeringsstations Op basis van de kwaliteitscriteria worden functie-eisen gesteld aan de uitvoering van de taken. De uitvoeringsstations hebben op basis van de zelfevaluatie beoordeeld of het huidige personeel aan deze eisen voldoet. Voor zover dat niet het geval is worden aanvullende voorzieningen getroffen voor training en opleiding. 47

61 10 Financiën 10.1 Budgettaire neutraliteit De RUD Brabant Noord moet niet alleen een slagvaardige maar ook efficiënte organisatie zijn. Uitgangspunt is minimaal kostenneutraliteit ten opzichte van Het streven is een verdergaande kostenverlaging van de uitvoering. Door het stellen van prioriteiten, innovatie in de aanpak en optimalisering van de bedrijfsvoering. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten en kanttekeningen: 1. Voor het uitvoeren van de taken die bij de RUD worden ondergebracht, wordt bij de start van de RUD uitgegaan van de budgetten die de deelnemers in de begroting (kosten eigen personeel en externe inzet) beschikbaar hebben. 2. De RUD (uitvoeringsstations) krijgt de opdracht mee om de aanloopkosten en structurele bovenlokale kosten binnen 3 tot 4 jaar in te verdienen. 3. Het Rijk heeft de gemeenten een efficiëntiekorting van 100 miljoen opgelegd. Formeel is er geen relatie meer met de RUD-vorming. Dit is echter wel de achtergrond. Voor de regio Brabant Noord is dat in totaal ruim 3 miljoen euro vanaf Als deelnemers deze bezuiniging willen laten doorwerken in het pakket taken dat ze bij de RUD onderbrengen, moet dat gebeuren in de meerjarige afspraken (DVO s) met de uitvoeringsstations. 4. Wijzigingen in de budgetten voor de uitvoering van RUD-taken hebben gevolgen voor de kwaliteit en omvang van de diensten die de uitvoeringsstations kunnen leveren aan de betreffende instantie. De RUD voert een bedrijfstoets uit om te kunnen beoordelen op overgedragen takenpakket, gewenst uitvoeringsniveau en ingebracht budget in balans zijn. 5. Omwille van de bedrijfszekerheid van de uitvoeringsstations worden de budgetten en eventuele wijzigingen daarin voor de uit te voeren takenpakketten meerjarig vastgelegd. 6. Het uitgangspunt is dat ook gemeenten die nu al alle taken bij het RMB hebben ondergebracht meeprofiteren van het inverdienen door de RUD. 7. Budgettaire neutraliteit kan alleen worden gegarandeerd als er geen sprake is van kwantitatieve en/of kwalitatieve - achterstanden in de uitvoering. Deze zijn voor eigen rekening van de deelnemers en kunnen tot kostenverhoging leiden. 8. Frictie- en desintegratiekosten zijn voor rekening van de deelnemers. 48

62 9. De besparingen kunnen worden bereikt door een combinatie van: Het stellen van prioriteiten. Inverdienen op de bedrijfsvoering / verhoging van efficiëntie. De inverdienmogelijkheden zijn afhankelijk van de omvang van het pakket dat wordt ingebracht, de efficiëntie van de huidige organisatie én de omvang van het pakket dat nu al in samenwerking wordt uitgevoerd. Innovatie in aanpak en verhoging van effectiviteit van bestaande taken. De RUD krijgt een innovatie- en efficiëntie-opdracht mee die zowel bij de RUD als de deelnemende organisaties besparingen moet opleveren. De compensatie van extra kosten voor nieuwe taken vindt dus zowel via het RUD-pakket en als via de lokale taakuitvoering plaats. 10. De efficiëntie van de RUD zal mede worden bepaald door het mandaat dat de RUD krijgt om de uitvoering van taken volledig af te wikkelen en de mate waarin de uitvoering uniform kan plaatsvinden voor de deelnemers. 11. Er wordt aangenomen dat bij de formele overgang van de bevoegdheden voor de zogenaamde vvgb-bedrijven van provincie naar gemeenten, ook een overheveling van budget van het Provinciefonds naar het Gemeentefonds plaats Geen kostenverhoging ten gevolge van organisatiemodel Het organisatiemodel met van twee uitvoeringsstations en een bestuurssecretariaat werkt niet kostenverhogend ten opzichte van andere organisatievormen. De desintegratiekosten en oprichtingskosten zijn naar schatting een factor 2-4 lager dan bij de keuze voor de vorming van een klassieke RUD in de regio Brabant Noord (afgaande op de aanloopkosten en incidentele kosten in de eerste jaren van klassieke RUD s die momenteel worden opgericht). In bijlage 5 is een (globale) kostenvergelijking gemaakt tussen het model Brabant Noord en de oprichting van één organisatie op basis van een nieuwe gemeenschappelijke regeling. De extra of nieuw te maken kosten vloeien vooral voort uit het oppakken van nieuwe taken en het inrichting van daarvoor benodigde voorzieningen. Bijvoorbeeld voor het ketentoezicht en de aanpak van milieucriminaliteit. Deze kosten moeten worden gemaakt ongeacht de organisatievorm. In paragraaf is aangegeven dat de RUD een efficiëntieopdracht krijgt om (minimaal) deze kosten terug te kunnen verdienen. In bijlage 5 staat een nadere specificatie van de algemene kosteneffecten. 49

63 10.3 Algemeen begrotingsprincipe Programmabegroting en rekening RUD De RUD heeft een eigen begroting en rekening, betrekking hebbend op de bovenlokale voorzieningen. Dit zijn de voorzieningen die, in tegenstelling tot de taken die de uitvoeringsstations voor gemeenten en provincie uitvoeren, niet herleidbaar zijn tot individuele deelnemers. De RUD-begroting wordt aangeduid als programmabegroting en wordt voorbereid door het DB en vastgesteld door het algemeen bestuur. Exploitatiebegrotingen en rekeningen uitvoeringsstations De uitvoeringsstations hebben elk hun eigen exploitatiebegroting waarover ze financieel verantwoording afleggen aan hun eigen bestuur. De uitvoeringsstations leggen aan de RUD financieel verantwoording af voor de uitvoering van bovenlokale taken in directe opdracht van het RUD-bestuur. Dit betreft de taakonderdelen VICK, aanpak ketens en milieucriminaliteit (bovenlokale componenten) en ondersteuning bestuur en algemene samenwerking. Ze leggen aan hun lokale opdrachtgevers (gemeenten, provincie) financieel verantwoording af over de in rekening gebrachte kosten. De RUD en de uitvoeringsstations zal jaarlijks haar begroting tijdig gereed moeten hebben met het oog op de vertaling van eventuele financiële consequenties voor deelnemers Tariefstructuur RUD Voor de standaardproducten wordt door de uitvoeringsstations toegewerkt naar een productencatalogus. Tijdens de inrichtingsfase in 2012 worden de productafbakeningen van de uitvoeringsstations nader vergeleken en waar nodig geharmoniseerd. De uitvoeringsstations gaan voor het bepalen van hun tarieven uit van een integrale kostprijs. Voorlopig worden drie tariefgroepen van 65,00 (MBO), 75,00 (HBO) en 85,00 (HBO-plus) per uur aangehouden, uitgaande van een productiviteit van 1350 uur. De onderbouwing is gebaseerd op de gemiddelde kostenopbouw waarmee de uitvoeringsstations RMB en s-hertogenbosch rekenen en de handleiding overheidstarieven van het Ministerie van Financiën. Dit valt binnen de range van de benchmark van milieudiensten. In bijlage 5 is de tariefsopbouw verder gespecificeerd Financieringsmodel en kostensoorten Bij de financiering van de RUD en RUD-activiteiten wordt een onderscheid gemaakt in: 1. Tot individuele deelnemers herleidbare activiteiten en kosten 2. Collectieve, niet tot individuele deelnemers herleidbare kosten Tot individuele deelnemers herleidbare kosten Het eerste betreft alle activiteiten die de uitvoeringsstations uitvoeren in relatie tot bedrijven en/of activiteiten waar een specifiek bevoegd gezag (gedeeld) verantwoordelijk 50

64 is. De bekostiging van deze activiteiten vindt plaats op basis van productprijzen en/of uurtarieven die bij het betreffende bevoegd gezag (als opdrachtgever) door de uitvoeringsstations rechtstreeks in rekening wordt gebracht. De zakelijke afspraken hierover worden in een DVO (op basis van een gemeenschappelijke kader) vastgelegd. De integrale kostprijs voorziet ook in de dekking van de personele en materiële overhead in relatie tot de RUD-taken. Collectieve kosten De collectieve kosten gaan over alle activiteiten die de uitvoeringsstations of andere organisaties in rechtstreekse opdracht van het RUD-bestuur uitvoeren. Het gaat om taken en voorzieningen die nodig zijn voor het samenspel en afstemming tussen de deelnemende partijen (kwaliteitsborging, informatie-uitwisseling, innovatie, afstemmingsoverleg etc.), de externe vertegenwoordiging van de RUD (afstemmingsoverleg, afstemming OM etc.) en voorzieningen voor analyses en gezamenlijke projecten (met name rond ketenaanpak, aanpak milieucriminaliteit, kwaliteitsborging, innovatie). Deze kosten worden verdeeld op basis van een duidelijke en vaste verdeelsleutel. Een verdelingsvoorstel wordt verderop in dit hoofdstuk verder uitgewerkt. Het voorstel is in ieder geval om de huidige SEPH-gelden in te zetten voor de dekking van de collectieve kosten. De verdeling van de kosten op basis van de verdeelsleutel wordt jaarlijks door het algemeen bestuur vastgesteld. De uitvoeringsstations en de bestuurszetel nemen de inzet en kosten voor de levering van een lid van het managementteam en de ondersteuning van de operationele taken die ze hebben toegewezen gekregen voor eigen rekening Aanloopkosten Voor de oprichting van de RUD moet rekening worden gehouden met (incidentele, eenmalige) aanloopkosten. In onderstaande tabellen staat een overzicht van kostenposten waarmee bij de oprichting van de RUD rekening moet worden gehouden. Daarbij is een onderscheid gemaakt in kosten die door de deelnemers gezamenlijk moeten worden opgebracht, kosten die voor rekening van de uitvoeringsstations zijn en kosten die voor de latende organisaties zijn. Aanloopkosten te verdelen over de deelnemers De regionale aanloopkosten hebben vooral betrekking op ondersteuning van de kwartiermaker(s), inrichting ICT (webservices en website) en de uitvoering van de proeftuin. Deze zijn voorlopig geraamd op basis van het landelijk model, de inrichtingskeuzes voor de ICT en het projectplan van de pilot Asbest. De aanloopkosten worden op basis daarvan geschat op ,00. In bijlage 5 is een nadere onderbouwing gegeven. Een gedetailleerde specificatie van de ICT-kosten volgt in de inrichtingsfase. Omschrijving Raming kosten Waarvan in Waarvan in Toelichting 51

65 Kwartiermaker - - n.v.t. Externe advieskosten , , ,00 ICT , , ,00 Communicatie, huisstijl, , ,00 - website (Her)inrichten planning & - - n.v.t. control Pilot/proeftuin (2012) , ,00 n.v.t. Subtotaal , , ,00 Onvoorzien (10%) , , ,00 TOTAAL , , ,00 Voor rekening RMB, s-hertogenbosch en Oss Uitgaan van ,00. Met name ondersteuning en advisering kwartiermaker, mede begeleiding pilot Voor opstellen informatiemodellen (met name ketens en criminaliteit), maken koppelingen en inrichten databasis en web-services. Hiervan in 2012 en in 2013/2014 Stelpost; afhankelijk van ambities website en integratie met webservices. In eigen beheer door deelnemers en uitvoeringsstations. In projectvoorstel is budget voor 2012 opgenomen dat wordt gedekt uit subsidie I&M. Overige inbreng uren voor eigen rekening deelnemers Uitgaan van 10% conform landelijk model Aanloopkosten voor rekening uitvoeringsstations De aanloopkosten voor de uitvoeringsstations betreffen specifieke inrichtingskosten die te maken hebben met de robuustheidseisen die worden gesteld aan de RUD. Deze kosten zijn in beginsel voor rekening van de betreffende uitvoeringsstations en de deelnemers: Eigen uren inrichtingsproces en deelname werkgroepen (eigen rekening) Opstellen functiebeschrijvingen (eigen beheer) Opleiding en integratie in RUD (meenemen in exploitatie) Inrichting nieuwe werkplekken (meenemen in exploitatie) Harmonisatie en standaardisatie processen uitvoeringsstations (eigen beheer) Certificering (alleen voor uitvoeringsstation s-hertogenbosch, eigen beheer) Aanpassen planning en control (eigen beheer) 52

66 Aanloopkosten voor rekening latende organisaties Bij de latende organisaties (provincie en gemeenten) kunnen kosten ontstaan door het inbrengen van taken bij de RUD. Dat kan gaan om frictiekosten, eigen uren die in het inrichtingsproces worden gestopt, maatregelen die moeten worden genomen (b.v. inzake ICT of archief) en kosten die moeten worden gemaakt i.v.m. de overgang van personeel. Het gaat hierbij concreet om: Eigen uren inrichtingsproces en deelname werkgroepen Compensatie rechten (op basis van sociaal beleidskader) Ondersteuning/begeleiding plaatsing personeel (indicatief 750,00 per medewerker) Migratie gegevens en dossiers Aansluiting van eigen automatisering op ICT-voorziening van de RUD Harmonisatie en standaardisatie opdrachtgeverprocessen Wegwerken achterstand en/of intensivering/nieuwe taken Desintegratiekosten. Deze bestaan uit overblijvende kosten die in de loop van de tijd aflopen (zoals kosten personeelsfunctionaris) en overblijvende kosten waarvoor de latende organisatie structureel andere kostendragers moet vinden (zoals kosten hoofd personeelszaken) Dekking bovenlokale aanloopkosten De aanloopkosten, die voor rekening van de deelnemers moeten komen, worden deels in 2012 en deels in 2013 gemaakt. Voor de dekking van deze aanloopkosten kunnen de gelden van I&M (PUMA) worden ingezet. Hiervoor is ,- beschikbaar. De plaatsingskosten en kosten voor verhuizing van personeel worden opgebracht door de organisaties die personeel overdragen aan de RUD. Gemeenten die al alle taken hebben overgebracht naar het RMB worden niet belast met deze kosten. De overige kosten voor de inrichting van de RUD worden verdeeld op basis van een verdeelsleutel. Deze gaat uit van een bijdrage van de provincie van 30% en een totale gemeentelijke bijdrage van 70%. De individuele gemeentelijke bijdrage wordt verdeeld op basis van een bedrag per inwoner. Verdeelsleutel dekking aanloopkosten Netto bijdrage aanloopkosten waarvan in 2012 Waarvan in 2013 Totaal , , ,- I&M (subsidie) , ,- - Netto op te brengen door deelnemers , , ,- Gemeenten (70%) , , ,- Provincie (30%) , , ,- 53

67 Het definitieve percentage van de provinciale bijdrage wordt in het eerste kwartaal van 2012 Brabant breed vastgesteld. Bij een provinciale bijdrage van 30% is de bijdrage voor gemeenten 0,40 per inwoner. Het definitieve voorstel voor de verdeling wordt vastgesteld bij de bestuurlijke besluitvorming over het bedrijfsplan in het voorjaar van In bijlage 5 staat een specificatie van de verdeelsleutel. De provincie heeft onder voorwaarden - aangegeven bereid te zijn tot voorfinanciering van de aanloopkosten in Dat betekent dat de gemeenten de aanloopkosten kunnen opnemen in de begroting voor Kosten bovenlokale voorzieningen (RUD-begroting) De RUD heeft een programmabegroting waarin alleen de kosten voor de bovenlokale voorzieningen in zijn opgenomen. De uitvoeringsstations hebben een eigen exploitatiebegroting waarin de kosten (en inkomsten) voor de uitvoering van taken voor gemeenten en provincie worden opgevoerd. De programmabegroting van de RUD bevat twee hoofdposten te weten personele kosten en projectbudget. De structurele kosten zijn geraamd op basis van de ter verwachten personele bezetting en benodigde projectbudgetten. In de inrichtingsfase vindt nadere specificatie hiervan plaats. Personele lasten Projectbudget Totaal VICK Aanpak ketens en criminaliteit* Bestuursondersteuning en samenwerking totaal * Inclusief 1,5 fte projectleiding speerpunten. De feitelijk benodigde capaciteit wordt in het (jaarlijkse) programma bepaald. Het budget wordt ook op basis daarvan vastgesteld. De totale structurele kosten bedragen omgerekend circa 3-5% van de kosten die de deelnemers nu totaal maken om het milieudeel van de VTH-taken uit te voeren 10. Personele lasten Bij de personele lasten voor VICK wordt uitgegaan van een bezetting van circa 2 fte operationele capaciteit op HBO/academisch niveau met ondersteuning. De operationele inzet gaat daarbij uit van één (deeltijd)coördinator VICK en één of twee (deeltijd) adviseurs/projectleiders. Daarnaast gaat het model ervan uit dat deelnemers jaarlijks op basis van het programma capaciteit toeleveren voor (projecten inzake) uitvoeringsgerichte innovatie en kwaliteitsverbetering. Deze inzet komt niet te laste van de RUD. In paragraaf 6.4 is dit profiel nader beschreven. 10 Raming op basis van totaal beschikbare milieucapaciteit in de regio van circa 50 fte voor vergunningverlening, 60 fte inspectiecapaciteit en 40 fte specialisten. Gegevens gebaseerd op inventarisatie in kader vaststellen grondvorm RUD Brabant Noord. 54

68 Bij de personele lasten voor het programmabureau ketens en milieucriminaliteit wordt uitgegaan van een structurele operationele capaciteit van 2,5 fte en 0,5 fte ondersteuning. Het betreft capaciteit voor programmamanagement, coördinatie, projectleiding en het maken van analyses en informatiemanagement. Deze capaciteit is exclusief de inzet voor het feitelijk uitvoeren van inspecties, beoordeling van rapporten of het uitvoeren van handhavingsacties. Op basis van de pilot die in 2012 gaat draaien wordt bekeken of deze raming valide is. Daarbij wordt ook bekeken hoe de invulling en daarmee de dekking gaat plaatsvinden van de kosten voor analyses. In het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks vastgelegd van het jaarlijkse programma wordt bepaald of extra capaciteit nodig is. Voor de bestuursondersteuning wordt uitgegaan 0,5 fte operationele capaciteit op HBO/WO niveau met ondersteuning die ten laste komen van de RUD. Daarnaast gaat het model ervan uit dat deelnemers jaarlijks op basis van het programma capaciteit toeleveren voor bestuursadvisering en innovatie en (horizontale) kwaliteitsborging op organisatieniveau. Deze inzet komt niet te laste van de RUD. In de inrichtingsfase wordt het programma voor het bestuurscentrum nader gespecificeerd. Op basis daarvan wordt een definitieve raming gemaakt. Projectbudget Voor de uitvoering van de bovenlokale taken en het functioneren van de bovenlokale voorzieningen worden in de programmabegroting van de RUD projectbudgetten opgenomen. De hier genoemde bedragen zijn indicatief en worden jaarlijks op basis van het uitvoeringsprogramma vastgesteld Dekking bovenlokale structurele kosten Voor de dekking van deze jaarlijkse, structurele kosten ( ,-) is een aantal varianten denkbaar. Te bedenken valt dat de bovenlokale taken nieuwe, extra taken zijn die ten bate komen aan alle deelnemers van de RUD. Voor de dekking van de structurele bovenlokale kosten zijn er twee scenario s: Verwerking in het tarief van de uitvoeringsstations. Dit is in feite een taakstelling voor de uitvoeringsstations, waarbij naar rato van het takenpakket de uitvoeringsstations een afdracht aan de RUD (begroting) leveren. Gelet op de beperkte omvang van dit takenpakket zal dit leiden tot een tariefstijging van ongeveer 10,- per uur. Nadeel van deze variant is dat de kosten dan het meeste worden gedragen door de deelnemers die een groot pakket inbrengen. Verdeling van de kosten over alle deelnemers, waarbij wordt uitgegaan van een verdeelsleutel tussen provincie, gemeenten en waterschappen (= huidige SEPH-bijdrage). Een verdeelsleutel 75% gemeenten en 25% provincie, waarbij gemeenten naar rato van het aantal inwoners worden belast, is hierbij het 55

69 voorlopige uitgangspunt. Deze verdeelsleutel is gebaseerd op de formatieve inbreng in de RUD-organisatie 11. Aangezien de bovenlokale kosten aan alle gemeenten ten goede komen (ketens/criminaliteit en bestuursondersteuning) of aan alle taken ten goede komen, ongeacht of deze door de RUD of door de gemeente worden uitgevoerd (VICK), is deze variant het meest rechtvaardig. Gelet op de geschetste dekkingsmogelijkheden en rekening houdend met de efficiencyopdracht voor de RUD, is het voorstel om een jaarlijks bedrag aan alle RUD-deelnemers in rekening te brengen voor de bovenlokale taken. Dit leidt tot een voorlopig volgende verdeling van de kosten voor de structurele bovenlokale voorzieningen. Verdeelsleutel dekking bovenlokale voorzieningen Deelnemers Totale bijdrage Huidige bijdrage aan SEPH Gemeenten (75%) , ,- Provincie (25%) , ,- Waterschappen , ,- Totaal , ,- Uitgaande van een provinciale bijdrage van 25% komen voor de gemeenten de bovenlokale kosten uit op 0,76 per inwoner. Hiervan wordt feitelijk al 0,20 per inwoner afgedragen voor het huidige SEPH. Het voorstel is om de huidige bijdrage SEPH in te zetten voor de dekking van de bovenlokale taken. Dit gaat dus over naar de RUD 12. In bijlage 5 staat een specificatie van de verdeelsleutel voor deze kosten. Gelet op de eisen van het aanhaken van de rijksdiensten en taken lijkt het redelijk dat ook het rijk een deel van de dekking van de kosten voor haar rekening neemt. Of het rijk gaat aanhaken en bijdraagt aan de kosten is vooralsnog niet duidelijk Efficiëntieopdracht De RUD (uitvoeringsstations) moet de extra structurele bovenlokale kosten naar verloop van tijd terugverdienen (zie verder paragraaf 10.8). Het streven is een maximale terugverdientijd van 3-4 jaar. De efficiencywinst moet daarbij worden behaald op het totale VTH takenpakket (dus inclusief de gemeentelijke uitvoering). De inzet daarbij is wel dat de kwaliteitswinst opweegt tegen eventueel kwaliteitsverlies op andere taakonderdelen. 11 Gebaseerd op verhouding inbreng uren provincie in RUD ten opzichte van gemeenten. Capaciteit RUD is voor circa 75% gerelateerd aan gemeentelijke taken en 25% aan provinciale taken. 12 Bij de inrichting van de RUD wordt nog bekeken in hoeverre de inbreng voor bovenlokale voorzieningen (deels) wordt vertaald in de inbreng van capaciteit. 56

70 Om de aanloopkosten en de extra structurele kosten voor de bovenlokale voorzieningen op te vangen, moet een besparing van 3 tot 5% worden gerealiseerd. De RUD krijgt de opdracht om deze efficiëntieslag binnen 3 tot 4 jaar te maken. Deze besparing moet vorm krijgen door: Harmonisatie en verhogen efficiëntie werkprocessen in de regio als geheel Innovatie in de aanpak van vergunningverlening, toezicht en handhaving (Beperkte) schaalvoordelen in b.v. toekomstige investeringen en organisatie ICT Verhoging effectiviteit handhaving en preventief optreden in de reguleringsketen waardoor afname toezichtlast Inverdienen op de taken die door de RUD worden uitgevoerd. Inverdienen op taken die bij de RUD worden belegd kan ook voor individuele deelnemers een aanvullende besparing opleveren. De te realiseren besparing is afhankelijk van de omvang van het takenpakket dat wordt ingebracht, het mandaat dat de RUD krijgt, de efficiëntie van de huidige uitvoering en de vraag of taken nu al zijn uitbesteed. De managementteam van de RUD legt aan het bestuur van de RUD verantwoording af over de behaalde efficiencywinst door middel van een plan van aanpak met een jaarlijkse actieprogramma Frictiekosten (niet-bovenlokale kosten) Frictiekosten en de dekking van extra inspanningen vanwege achterstanden in de uitvoering zijn voor eigen rekening van de deelnemers. Voor de deelnemers (gemeenten en provincie) is het interessant om te achterhalen, naast de aanloopkosten uit paragraaf 10.5, welke kosten kunnen ontstaan bij de overdracht van taken naar de RUD. Frictiekosten door kwalitatieve of kwantitatieve achterstand Aangezien voor de taken die bij de RUD worden ondergebracht een minimumreferentieniveau wordt afgesproken, zijn er voor de deelnemers drie scenario s denkbaar: 1. Het huidige budget is ongeveer gelijk aan het benodigde budget om het afgesproken referentieniveau door de RUD te laten uitvoeren. De financiële gevolgen zijn dan beperkt tot eventuele frictiekosten. 2. Het huidige budget is onvoldoende om het afgesproken referentieniveau te kunnen laten uitvoeren door de RUD. Dit betekent dat de deelnemer extra budget moet vrij maken ( schoon door de poort ) voor de uitvoering. Deze kosten komen bovenop de reguliere frictiekosten. 3. Het huidige budget is meer dan nodig voor de uitvoering van het referentieniveau. De deelnemer kan dan kiezen voor óf een hoger uitvoeringsniveau of verlaging van de eigen kosten. Het laatste b.v. ter dekking van de frictiekosten. Frictiekosten door achterblijvende overhead (desintegratiekosten) 57

71 De frictiekosten zijn de kosten die op de latende organisatie blijven drukken door overheadfuncties en voorzieningen (gebouwen, werkplekken) waarvan geen gebruik meer wordt gemaakt bij uitbesteding van taken. Als taken al zijn uitbesteed, zullen er geen (nieuwe) frictiekosten ontstaan. Bij de overgang van personeel naar de RUD, zijn de frictiekosten voor de latende organisatie. Wat de omvang van frictiekosten is, of deze ook feitelijk ontstaan en hoe deze kunnen worden opgevangen, zullen per instantie verschillen. Voor het opvangen van de frictiekosten door achterblijvende overhead zijn verschillende scenario s denkbaar: 1. Afbouw van materiële en personele overhead 2. Zoeken van nieuwe kostendragers (taakuitbreiding, verhuur ruimtes) 3. Overnemen (deel) overheadpersoneel door de RUD (uitvoeringsstations) 4. Afboeken (materiële overhead) 5. Interne herschikking 6. Slim gebruik van werkplekken ( deelstoelen ) in de regio In de inrichtingsfase en bij het afsluiten van de DVO s wordt bekeken welke scenario s realistisch zijn en kunnen hierover afspraken worden gemaakt. 58

72 11 Doorkijk Globaal spoorboekje Wat wie wanneer Eind maart Bestuurlijke bespreking definitief bedrijfsplan (vrijgave vaststelling individuele deelnemers) Vanaf eind maart 2012 Door colleges vaststellen/instemmen met: o voorgenomen besluit GR o bedrijfsplan o Voorstel samenstelling dagelijks bestuur RUD i.o. o Opdracht geven aan DB RUD i.o. tot oprichting RUD o Instemmen met uitvoeringsfase pilot Asbest Voorbereiding inrichting door kwartiermaker(s) 2 e kwartaal 2012 Start projectorganisatie inrichting Uiterlijke start uitvoeringsfase pilot Asbest/PUMA Consultatie / informeren raden en (B)OR Opnemen kosten (vervolg) inrichting RUD en bijdrage bovenlokale taken in begroting (2013/2014) 3 e kwartaal 2012 Instemmen met GR en ondertekening Nemen mandaatbesluiten Afsluiten DVO s etc. Opstellen uitvoeringsprogramma 4 e kwartaal 2012 Plaatsing Inrichting organisatie (werkplekken etc.) Portefeuillehouders Week 12 colleges Week Raden en colleges Colleges Colleges Kwartiermaker(s) Kwartiermaker(s) uitvoeringsstations 59

73 11.2 Communicatie Belangrijkste principes Communicatie over de RUD is eenduidig en eenstemmig. Communicatie vindt met name plaats vóór en ná besluitvormingsmomenten. Communicatie heeft meerdere doelen: informeren (over inhoud, procedures, stand van zaken etc.), consulteren (betrekken bij gedachtevorming), adviseren (voorbereiden op te nemen besluiten) en beïnvloeden (aansturen op wenselijk besluit). De RUD i.o. krijgt een eigen logo en huisstijl. Dit, om eenheid en gezamenlijkheid te creëren én het beeld te voorkomen dat één partner (i.p.v. het gehele netwerk) de afzender is van een communicatieboodschap. Onderscheid wordt gemaakt in interne- en externe communicatie. a. Interne communicatie: colleges van B&W, raadsleden / provinciale staten, directies, afdelingsmanagement en medewerkers van gemeenten en provincie en ondernemingsraden. b. Externe communicatie: bedrijfsleven (klanten), staatssecretaris Atsma, waterschappen, rijksinspecties en het openbaar ministerie, provinciale en regionale media. Binnen de projectstructuur is de bestuurlijke regievoerder spreekbuis naar buiten (externe communicatie); deze heeft ook het mandaat om namens de RUD i.o. naar buiten te treden. Indien de inhoud van het naar buiten treden niet vooraf aan de overige portefeuillehouders RUD is voorgelegd, informeert de bestuurlijk regievoerder zo spoedig mogelijk achteraf de overige portefeuillehouders RUD. Gemeenten en provincie treden wat betreft het RUD-vormingsproces (met uitzondering van de publicatie van gezamenlijk opgestelde persberichten) niet actief naar buiten. 60

74 Bijlage 1 Inbreng takenpakket per deelnemer In deze tabel staat het pakket aan bedrijven dat de deelnemers (minimaal) voor wat betreft het milieudeel van de VTH-taken bij de RUD gaat onderbrengen. Raming omvang inbreng op basis van landelijk basistakenpakket en vrijwillige inbreng totaal in regio schatting landelijk basistakenpakket schatting totale inbreng op basis van landelijk pakket + vrijwillige inbreng Totaal aantal bedrijven BRZO/IPPC overige Barim Cat C overige landelijk pakket (toezicht Barim B) totaal % van totaal aantal bedrijven dat onder landelijk pakket valt mogelijk extra vrijwillige inbreng, bovenop landelijk pakket totaal aantal bedrijven dat op basis landelijk pakket + vrijwillige inbreng naar RUD gaat Bernheze % Boekel % Boxmeer % Boxtel % Cuijk % Grave % 0 74 Haaren % s-hertogenbosch % Heusden % Landerd % Maasdonk % Mill c.a % Oss % Schijndel % Sint Anthonis % Sint Michielsgestel % Sint Oedenrode % Uden % 349 Veghel % Vught % subtotaal gemeenten Provincie Provincie (VVGB) subtotaal provincie totaal in RUD % 22% 57% 61

75 Bijlage 2 Specificatie capaciteit RUD (indicatief) Deze tabel geeft een voorlopige specificatie van de formatie van de RUD Brabant Noord. Daarbij is inzichtelijk gemaakt wat de toename is bij de uitvoeringsstations, wie extra capaciteit inbrengt en wat indicatief aan overheadfuncties moet worden gecreëerd. Capaciteitsopbouw RUD (voorlopige indicatie) Aanwezig Extra capaciteit door RUD-vorming waarvan toegevoegd door Totaal in RUD taakgebieden en specialismen in RUD Den Bosch RMB totaal Den Bosch RMB bestuurszetel Totaal gemeenten provincie Den Bosch RMB Totaal casemanagement 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 casemanagement eenvoudig 0,0 0,0 0,0 casemanagement complex 0,0 0,0 0,0 VTH-milieutaken 13,1 43,0 56,1 6,2 42,1 48,3 23,0 25,3 19,3 85,1 104,4 vergunningverlening milieu 6,1 17,0 10,3 10,3 6,1 27,3 33,4 toezicht en handhaving milieu 7,0 26,0 15,0 15,0 7,0 41,0 48,0 ongespecificeerd (VTH-totaal) 6,2 16,8 23,0 6,2 16,8 23,0 ketentoezicht 0,0 0,0 0,0 3,0 0,0 3,0 3,0 0,0 3,0 0,0 3,0 toezicht en handhaving bodem 0,0 0,0 0,0 sloop en asbest 0,0 0,0 0,0 overig ketentoezicht 0,0 0,0 0,0 ketentoezicht ongespecificeerd 3,0 3,0 3,0 0,0 3,0 Overig toezicht 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 brandveiligheid 0,0 0,0 0,0 Milieuspecialismen 30,7 36,3 67,0 0,0 14,6 14,6 0,0 16,4 30,7 50,9 81,6 bodem, bouwstoffen en water 8,1 2,9 2,3 4,1 8,1 5,2 13,3 externe veiligheid 0,7 0,7 0,0 0,7 geluid 1,9 2,0 1,9 2,0 3,9 groen en ecologie 12,3 12,3 0,0 12,3 12,3 luchtkwaliteit 1,2 2,0 1,2 2,0 3,2 milieuzonering 0,0 0,0 0,0 afvalwater 2,3 2,3 0,0 2,3 beleid 3,2 3,2 0,0 3,2 duurzaamheid (ook: energie, afval, etc.) 3,1 3,1 0,0 3,1 beleidsontwikkeling bedrijven 2,6 2,6 0,0 2,6 integratie RO 6,1 6,1 0,0 6,1 communicatie, LA21 1,5 1,5 0,0 1,5 ongespecificeerd (TABC) 29,4 0,0 29,4 29,4 uitvoering BRIKS-taken 0,1 0,0 0,1 0,0 1,2 1,2 0,0 1,2 0,1 1,2 1,3 vergunningverlening bouwen en RO 0,0 0,0 0,0 toezicht en handhaving bouwen 0,0 0,0 0,0 toezicht en handhaving RO 0,0 0,0 0,0 toezicht en handhaving groene wetten 0,0 0,0 0,0 ongespecificeerd (BRIKS algemeen) 0,1 1,2 1,2 0,1 1,2 1,3 Bouw en RO specialismen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 bouwfysica 0,0 0,0 0,0 constructieve veiligheid 0,0 0,0 0,0 bouwakoestiek 0,0 0,0 0,0 stedenbouw en inrichting openbare ruimte 0,0 0,0 0,0 exploitatie en planeconomie 0,0 0,0 0,0 cultuurhistorie 0,0 0,0 0,0 juridische deskundigheid 0,0 1,6 1,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,6 1,6 behandelen juridische aspecten vergunningverlening 0,0 0,0 0,0 behandelen juridische aspecten toezicht en handhaving 0,0 0,0 0,0 behandelen juridische aspecten afwijkingsbesluiten 0,0 0,0 0,0 juridische deskundigheid ongespecificeerd 1,6 0,0 1,6 1,6 BOA-capaciteit 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 totaal 0,0 0,0 0,0 Coordinatie en teamleiding 0,0 2,1 2,1 2,5 0,2 0,5 2,7 2,2 1,0 2,5 2,3 4,8 ketenaanpak 2,5 1,8 0,8 2,5 0,0 2,5 VICK (nu SEPH) 2,1 0,2 0,1 0,1 0,0 2,3 2,3 bestuursondersteuning 0,5 0,4 0,2 0,0 0,0 0,0 TOTAAL 43,9 83,0 126,9 11,7 58,1 0,5 69,8 28,2 43,9 55,6 141,1 196,7 personele overhead (zie tabblad 12) 28,0% opslag op basis overheadpercentage uitvoeringsstations management 2,2 4,2 6,5 0,6 3,0 0,0 3,6 1,4 2,2 2,8 7,2 10,0 secretariaat 2,2 4,2 6,5 0,6 3,0 0,0 3,6 1,4 2,2 2,8 7,2 10,0 P&O 0,8 1,6 2,4 0,2 1,1 0,0 1,3 0,5 0,8 1,1 2,7 3,7 Financien en control 2,0 3,7 5,6 0,5 2,6 0,0 3,1 1,3 2,0 2,5 6,3 8,8 ICT (automatisering) 1,1 2,1 3,2 0,3 1,5 0,0 1,8 0,7 1,1 1,4 3,6 5,0 Communicatie, marketing 0,6 1,0 1,6 0,1 0,7 0,0 0,9 0,4 0,6 0,7 1,8 2,5 Juridische zaken (niet primaire proces) 0,3 0,5 0,8 0,1 0,4 0,0 0,4 0,2 0,3 0,4 0,9 1,3 Facilitaire zaken 2,8 5,3 8,1 0,7 3,7 0,0 4,4 1,8 2,8 3,5 9,0 12,5 Overige 0,3 0,5 0,8 0,1 0,4 0,0 0,4 0,2 0,3 0,4 0,9 1,3 totaal personele overhead 12,3 23,2 35,5 3,3 16,3 0,1 19,5 7,9 12,3 15,6 39,5 55,1 TOTALE formatie RUD (uitvoeringsstations) 56,2 106,2 162,4 15,0 74,4 0,6 89,3 36,1 56,2 71,2 180,6 251,8 = hiervan 0,5 FTE van RIEC te betrekken 62

76 Bijlage 3 Voorlopig referentieniveau RUD-taken Deze bijlage bevat een VOORLOPIG gezamenlijk referentieniveau voor de uitvoering van de RUD-taken. Bij de inrichting van de RUD worden de bestpractices in de regio in beeld gebracht en wordt het referentieniveau waar nodig bijgesteld. Doelmatigheid/kosten en naleefgedrag zullen belangrijke parameters zijn de bepaling van het gezamenlijke referentieniveau. Zie ook hoofdstuk 8. Schets referentieniveau (RUD) milieutakenuitvoering Het VTH-takenpakket van het kent een grote verscheidenheid zowel op productniveau als inhoudsniveau. Bij een gelijk product kunnen diverse (zwaarte van) inhoudsniveau s worden gehanteerd. Dit wordt veelal door de opdrachtgevende gemeente of provincie bepaald. Minimaal uitvoeringsniveau wordt ingegeven door wet- en regelgeving. Wat betreft het RMB kan de wijze van uitwerking / inhoud (sterk) verschillen en is sterk afhankelijk van de wensen van de opdrachtgever. Als zodanig werkt het RMB als een adviesbureau. Aspecten als aandachtsvelden, wijze van aanpak, bezoekfrequenties en dergelijke zijn vaak afhankelijk van gemeentelijk- en provinciaal beleid. Hierop heeft het RMB geen of beperkt invloed als uitvoeringsorganisatie. De gemeente Oss heeft min of meer vaste kengetallen voor de intensiteit van de uitvoering. Daarnaast voert het RMB ook producten die verder gaan dan het VTH-milieu deel en worden voor een aantal opdrachtgevende gemeenten en/of provincie integraal uitgevoerd dan wel juist weer op deelgebieden. Die integrale uitvoering geldt ook voor Oss. Voorbeelden hiervan zijn: - Integraliteit met brandveiligheid, de bouwwet- en regelgeving, R.O.- wet- en regelgeving, drank- en horecawet- en regelgeving; dit geldt met name voor toezicht en handhavingstaken; - Deelaspecten betreffen bijvoorbeeld administratieve handhaving, systeemhandhaving etc. Reikwijdte takenuitvoering Het is op voorhand erg lastig om het referentieniveau in zijn volledige omvang te benoemen. Duidelijk is wel dat op basis van de genoemde taken in de maatlat alle benoemde taken door het RMB worden uitgevoerd met uitzondering van enkel taken op het gebied van afvalwater. Daarnaast is het duidelijk dat op een aantal vlakken met name op het gebied van toezicht en handhaving een integrale benadering wordt gekozen. Ook worden producten en diensten geleverd die op de aanpalende werkvelden liggen. Hierbij valt te denken aan: - Geuropdrachten op het snijvlak van ruimtelijkeordening en milieu; 63

77 - Beoordelen van Milieueffectrapportages; - Specifieke beoordelingen van stalsystemen in opdracht van het Ministterie van I&M; - Meedenken bij het opstellen van specifiek gemeentelijk handhavingsbeleid; Referentieniveau: kengetallen In onderstaande overzichten is een globaal overzicht gegeven van kengetallen voor frequentie en per product. Deze zijn gebaseerd op de ervaringscijfers van met name RMB en de gemeente Oss en in lijn met de landelijk maatlat (SIRA). Vergunningverlening Kengetallen uitgedrukt in uren Categorie Mutatiegraad 1x 5 jaar 1x 5 jaar 1x 5 jaar 1x 5 jaar Product Vergunning op aanvraag* Veranderingsvergunning Melding Melding Act.besluit Maatwerkvoorschriften nacal nacal nacal nacal Zienswijzen nacal nacal nacal nacal Beroep nacal nacal nacal nacal Aanmeldingsnotitie MER kort 20 Aanmeldingsnotitie MER lang 30 Mer-toets (ex geluid/stof) - startnotitie - opstellen richtlijn - Mer-beoordeling 45 (8) (4) (33) 64

78 Voor specifieke zaken worden afzonderlijke uren in rekening gebracht. Dit geldt bijvoorbeeld voor BRZO bedrijven alsmede grote IPPC bedrijven. Deze worden vaak op basis van nacalculatie dan wel een specifieke offerte afgehandeld. Toezicht en handhaving (milieu) Categorie Frequentie integrale controles* 1x per 8-10 jaar 1x per 4 jaar Jaarlijks/twee jaarlijks 1-2x per jaar Product (milieu) Integrale controle* 4-7,5 uur 8-12 uur 8-12 uur 25 uur deelcontrole 5 uur 5 uur 5 uur 5 uur Controle na klacht 7 uur 7 uur 7 uur 7 uur Controle ihk dwangsom 8 uur 8 uur 8 uur 8 uur Hercontroles (1 e, 2 e, 3 e ) 3,5 uur 3,5 uur 3,5 uur 3,5 uur Administratieve controles 2 uur 2 uur 2 uur 2 uur 65

79 Bijlage 4 Toelichting ICT De inrichting van de ICT richt zich primair op de inrichting van de werk- en bedrijfsprocessen. Daarbij is het uitgangspunt dat de frontoffice zich bij het bevoegd gezag bevindt en de RUD als backoffice optreedt. Qua informatievoorziening is de RUD ook verbindende schakel (doorgeefluik) voor informatie naar b.v. ketenpartners. Informatiestromen vinden plaats binnen diverse processen. Daarbij worden primaire, besturende en ondersteunende bedrijfsfuncties onderscheiden. In het bedrijfsplan zijn die niet verder uitgewerkt. Deels zijn deze al beschreven (bij de uitvoeringsstations). Voor zover wijziging en/of aanvullende beschrijving en inrichting nodig is, vindt dit plaats in de kwartiermakersfase. Daarbij wordt ook benoemd welke rol ICT kan spelen bij innovatie in organisatie en uitvoering en verhoging van kwaliteit en doelmatigheid. De RUD Brabant Noord wil met haar ICT waar mogelijk anticiperen op (technische) ontwikkelingen. Dat houdt in dat niet wordt gekozen voor het opzetten van één integraal (nieuw) ICT-systeem, maar dat wordt aangehaakt bij de bestaande voorzieningen en ontwikkelingen daarin. Dat houdt ook in dat de voorzieningen voor het beheer van de informatiestromen in het kader van de VTH-taken, moet passen binnen de integrale (lokale) architectuur van de deelnemers. 66

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken inrichting van Regionale Uitvoeringsdienst (RUD).

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken inrichting van Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Reg. Nr 1210202: Onderwerp Inrichting van Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Status Informerend Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken inrichting van Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Inleiding

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum: Datum: 26-2-13 Onderwerp Oprichting Omgevingsdienst Brabant Noord per 1 april 2013 Status Besluitvormend Voorstel 1. Toestemming te verlenen voor het aangaan van een Gemeenschappelijke regeling ter oprichting

Nadere informatie

N. op de Laak / M.H.J. van Esch

N. op de Laak / M.H.J. van Esch Raadsvoorstel Onderwerp Oprichting Omgevingsdienst Brabant Noord Raadsvergadering 19 maart 2013 Agendapunt Portefeuillehouder Afdeling - Ambtenaar Zaak- \ Documentnummer H.A.W.M. Daandels N. op de Laak

Nadere informatie

Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant NOTA VOOR DE RAAD Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI.0120066 Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Portefeuillehouder: Peters Bijlagen: 1. Tekst

Nadere informatie

GEMEENTE ROERMOND. Raadsvoorstelno. : 2012/014/1 Agendapuntno.: Datum : 12 december 2011 Portefeuille: RU

GEMEENTE ROERMOND. Raadsvoorstelno. : 2012/014/1 Agendapuntno.: Datum : 12 december 2011 Portefeuille: RU GEMEENTE ROERMOND Raadsvoorstelno. : 2012/014/1 Agendapuntno.: Datum : 12 december 2011 Portefeuille: RU Onderwerp: Regionale Uitvoeringsdienst (netwerkrud) Limburg-Noord. Aan de Gemeenteraad 1 SAMENVATTING

Nadere informatie

A.S. Wedzinga raad00386

A.S. Wedzinga raad00386 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email A.S. Wedzinga 040-2083573 swe@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 12raad00386 Gemeenschappelijke Regeling Regionale Uitvoeringsdienst

Nadere informatie

Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk Gemeenteblad nr. 61

Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk Gemeenteblad nr. 61 Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting 2015-2017 RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk 437126 Gemeenteblad nr. 61 Rol van de raad De raad krijgt dit raadsvoorstel voorgelegd omdat de raad

Nadere informatie

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN 1 T.b.v. het statenvoorstel moet daar waar Raad is opgenomen dit vervangen worden door Provinciale Staten, daar waar het college van burgemeesters

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Sinds de behandeling in het kabinet wordt de term Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) gehanteerd.

gemeente Eindhoven Sinds de behandeling in het kabinet wordt de term Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) gehanteerd. gemeente Eindhoven Raadsnummer Inboeknummer 12R5082 12bst01807 Beslisdatum B&W 30 oktober 2012 Dossiernummer 12.44.351 RaadsvoorstelOprichting Regionale Uitvoeringsdienst (RUD): toestemming verlenen tot

Nadere informatie

De Omgevingsdienst Voor u ligt het concept Bedrijfsplan en de Gemeenschappelijk Regeling (GR) voor de vorming van de Omgevingsdienst Brabant Noord.

De Omgevingsdienst Voor u ligt het concept Bedrijfsplan en de Gemeenschappelijk Regeling (GR) voor de vorming van de Omgevingsdienst Brabant Noord. Van: Desiree Bastin Aan: college, raad Datum: 27-12-2012 Doorkiesnummer: (0411) 65 52 30 Onderwerp Omgevingsdienst Brabant Noord Inhoud In deze notitie wordt verder ingegaan op de vorming van de Omgevingsdienst

Nadere informatie

Ontwikkelingen Regionale Uitvoeringsdienst Steenbergen, 13 maart 2012

Ontwikkelingen Regionale Uitvoeringsdienst Steenbergen, 13 maart 2012 gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg min ini ons kenmerk zaaknummer uw kenmerk uw brief van afdeling contactpersoon telefoonnr. bijlage(n) UM1202046 Ruimtelijke

Nadere informatie

Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant: bedrijfsplan en GR. Raadsinformatieronde 4 oktober 2012

Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant: bedrijfsplan en GR. Raadsinformatieronde 4 oktober 2012 Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant: bedrijfsplan en GR Raadsinformatieronde 4 oktober 2012 Opbouw en toelichting Achtergrond Bedrijfsplan Gevolgen gemeente Drimmelen GR Vervolg OMWB: achtergrond

Nadere informatie

BRZO zowel BRZO als VT-CHEMIE. Provincie Provincie Provincie Totaal

BRZO zowel BRZO als VT-CHEMIE. Provincie Provincie Provincie Totaal PROJECTOPDRACHT Naam deelproject : VORMGEVING BRZO-RUD NOORD-NEDERLAND (LAT-RB) Opdrachtgever : Dick Bresser, namens de noordelijke regisseurs RUD Projectleider : Jan Smittenberg Organisatie : Provincie

Nadere informatie

Onderwerp: Informatie m.b.t. vorming RUD in de regio Brabant Noordoost. I

Onderwerp: Informatie m.b.t. vorming RUD in de regio Brabant Noordoost. I Onderwerp: Informatie m.b.t. vorming RUD in de regio Brabant Noordoost. I De leden van de raad van de gemeente Cuijk uw kenmerk: uw brief van: ons kenmerk: I/RB/AvH bijlagen:1 behandeld door: Fons van

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief 07-12 inzake vorming RUD Midden- en West-Brabant.

Raadsinformatiebrief 07-12 inzake vorming RUD Midden- en West-Brabant. CorsaInhoud De leden van de raad van de gemeente Waalwijk ons kenmerk behandeld door Mr. E.J.G. Bliek-Rennenberg doc.nr. VEH/ uw schrijven d.d. e-mail ebliek@waalwijk.nl bijlage(n) uw kenmerk telefoonnummer

Nadere informatie

19.30 uur Opening en welkom Hendrik Hoeksema, wethouder gemeente Oss en voorzitter van de bestuurlijke kopgroep

19.30 uur Opening en welkom Hendrik Hoeksema, wethouder gemeente Oss en voorzitter van de bestuurlijke kopgroep 19.30 uur Opening en welkom Hendrik Hoeksema, wethouder gemeente Oss en voorzitter van de bestuurlijke kopgroep Dhr Hoeksema heet alle aanwezigen welkom namens alle gemeenten en namens gedeputeerde Van

Nadere informatie

Gemeenteraad Aanbieden via de Griffie aan commissie en raad

Gemeenteraad Aanbieden via de Griffie aan commissie en raad Onderwerp Besluitvorming GR RUD LN 2018 en inrichting organisatie RUD LN Zaaknummer 339727 Teammanager Hank Velthuis a.i. B & W datum 19 juni 2017 Afdeling/Team Wonen Werken en Leven/Vergunningverlening

Nadere informatie

Aan de Staatssecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J. Atsma Postbus EZ S-GRAVENHAGE

Aan de Staatssecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J. Atsma Postbus EZ S-GRAVENHAGE Aan de Staatssecretaris van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu Dhr. J.J. Atsma Postbus 20951 2500 EZ S-GRAVENHAGE Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax

Nadere informatie

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND datum indiening: 19 mei 2014 datum/agendapunt B&Wvergadering: 270514/304 afdeling: Bouwtoeziciit Onderwerp: Jaarprogramma Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Naam en telefoon. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Portefeuillehouder Onderwerp ICT samenwerking gemeenten Landerd, Oss en Uden Datum 17 maart 2015 Naam en telefoon F. van de Leur Afdeling BICT Portefeuillehouder W. Buijs-Glaudemans Wat adviseer je te besluiten? (=concept-besluit)

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad, Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel

Raadsvoorstel. Aan de raad, Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 67285 De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Gooise Meren

Nadere informatie

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Raadsvoorstel Datum raadsvergadering : 7 juli 2016 Agendanummer : Datum : 17 mei 2016 Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Aan de leden van de raad,

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/884364 Documentnummer: 1894/2016/884448 Besluitnummer: 51 6.3 Onderwerp: Samenwerking binnen de Regionale Uitvoeringsdienst

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI Aan : Algemeen Bestuur Vergadering : 24 juni 2015 Agendapunt : 6e Van : Stuurgroep afsplitsing Avri Onderwerp : Integrale besluitvorming afsplitsing Avri Voorstellen 1. In te stemmen met voorliggende gemeenschappelijke

Nadere informatie

Routingformulier raadsvoorstel

Routingformulier raadsvoorstel GEMEENTE i/ Routingformulier raadsvoorstel Onderwerp BftW-ver gader ing Portefeuillehouder oprichting Omgevingsdienst Regio Nijmegen Henrie Janssen \ ř P.J.M. de Klein 1. Toestemming te verlenen tot het

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2015/702597 Documentnummer: 1894/2015/702777 Besluitnummer: 50 6.4 Onderwerp: Samenwerking binnen de Regionale Uitvoeringsdienst

Nadere informatie

RUD GRONINGEN - Samen werken aan kwaliteit - Informatiebijeenkomst raadsleden Oost-Groningen en Slochteren 4 oktober 2012

RUD GRONINGEN - Samen werken aan kwaliteit - Informatiebijeenkomst raadsleden Oost-Groningen en Slochteren 4 oktober 2012 RUD GRONINGEN - Samen werken aan kwaliteit - Informatiebijeenkomst raadsleden Oost-Groningen en Slochteren 4 oktober 2012 Even voorstellen Dick Bresser Programma- en projectleider provincie Groningen Vanaf

Nadere informatie

RUD GRONINGEN - Samen werken aan kwaliteit - Informatiebijeenkomst raadsleden Westerkwartier- en BMW-gemeenten 24 september 2012

RUD GRONINGEN - Samen werken aan kwaliteit - Informatiebijeenkomst raadsleden Westerkwartier- en BMW-gemeenten 24 september 2012 RUD GRONINGEN - Samen werken aan kwaliteit - Informatiebijeenkomst raadsleden Westerkwartier- en BMW-gemeenten 24 september 2012 Even voorstellen Dick Bresser Programma- en projectleider provincie Groningen

Nadere informatie

Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a.

Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. Intentieovereenkomst samenwerking gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. De raden van de gemeenten Dantumadiel, Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a.; OVERWEGENDE:

Nadere informatie

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) BOB 14/001 BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) Aan de raad, Voorgeschiedenis / aanleiding Per 1 januari 2015 worden de volgende taken vanuit het rijk naar de gemeenten gedecentraliseerd:

Nadere informatie

Consequenties. Afbouw Wabo-takenpakket. Westerwolde

Consequenties. Afbouw Wabo-takenpakket. Westerwolde Consequenties Afbouw Wabo-takenpakket Westerwolde Opsteller: projectgroep Bouwtaken Westerwolde Datum: 1 september 2017 2 Inhoud 1. INLEIDING... 4 1.1 AANLEIDING... 4 1.2 DOELSTELLING... 4 1.3 WERKWIJZE...

Nadere informatie

onderwerp: Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Winterswijk

onderwerp: Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Winterswijk Mirtfóiswjjk zaaknummer: 123090 blad: 1/7 datum nota: 6 oktober 2016 programma: 2. Vergunningveriening en handhaving werkdoel: 1526 - Advisering & Beleid Wabo onderwerp: Verordening kwaliteit vergunningverlening,

Nadere informatie

Bijeenkomst gemeenteraden DEAL in het kader van de instelling van de RUD Groningen. 3 oktober 2012

Bijeenkomst gemeenteraden DEAL in het kader van de instelling van de RUD Groningen. 3 oktober 2012 Bijeenkomst gemeenteraden DEAL in het kader van de instelling van de RUD Groningen 3 oktober 2012 Programma 1. Opening 2. Presentatie Dick Bresser (Projectleider RUD Groningen) 3. Standpunt DEAL m.b.t.

Nadere informatie

Nr: Schipluiden: 23 maart Onderwerp: Gemeenschappelijke Regeling en Bedrijfsplan Omgevingsdienst Haaglanden.

Nr: Schipluiden: 23 maart Onderwerp: Gemeenschappelijke Regeling en Bedrijfsplan Omgevingsdienst Haaglanden. Nr: 2012-03-10 Schipluiden: 23 maart 2012 Onderwerp: Gemeenschappelijke Regeling en Bedrijfsplan Omgevingsdienst Haaglanden Aan de Raad Wat willen we bereiken? Wij willen toetreden tot de Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Berg en Dal. Nr. 103855 28 juli 2016 Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal De raad van de gemeente

Nadere informatie

Bijlage E2 DVO Facultatieve taken GR RUD LN

Bijlage E2 DVO Facultatieve taken GR RUD LN Pagina 1 van 9 Bijlage E2 DVO Facultatieve taken GR RUD LN Dienstverleningsovereenkomst 2018 ter uitvoering van facultatieve taken binnen de GR Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord De gemeente: te

Nadere informatie

Raadsmededeling - Openbaar

Raadsmededeling - Openbaar Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 16/2012 Datum : 31 januari 2012 B&W datum : 31 januari 2012 Portefeuillehouder : T.M.M. Kok Onderwerp : RUD Achterhoek Aanleiding Op het gebied van milieutaken wordt

Nadere informatie

Risico A: De samenwerkingsdoelen worden niet / onvoldoende bereikt

Risico A: De samenwerkingsdoelen worden niet / onvoldoende bereikt Risico-inventarisatie Samenwerking Haarlem Zandvoort Deze risico-inventarisatie heeft betrekking op de voorgenomen ambtelijke samenwerking tussen de gemeenten Haarlem en Zandvoort vanaf 1 januari 2018.

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 27 juni 2013 Agendapuntnummer : XI, punt 6 Besluitnummer : 997 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Toestemming aangaan

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 20 november 2018 Zaaknummer: 534361 Portefeuillehouder : J. Gopal Openbaar Besloten : R.A. Kraaijenbrink Team : Maatschappij

Nadere informatie

Voorstel Beschikbaar stellen van een krediet van ,-- ten behoeve van een eenmalige bijdrage in de aanloopkosten van de ICT samenwerking.

Voorstel Beschikbaar stellen van een krediet van ,-- ten behoeve van een eenmalige bijdrage in de aanloopkosten van de ICT samenwerking. Voorbereidende raadsvergadering: 11 oktober 2011 Besluitvormende raadsvergadering: 1 november 2011 Portefeuillehouder: E. Damen AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2011/46 Datum : 23 september 2011 Onderwerp

Nadere informatie

Betreft: Provinciale taken over naar de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN)

Betreft: Provinciale taken over naar de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) gemeente Den Helder Raadslnformatlebrief Nr. RI15.0105 (2015) Betreft: Provinciale taken over naar de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) Aan de leden van de Gemeenteraad Het afgelopen

Nadere informatie

ZIENSWIJZEN N.A.V. RUD-BEGROTING 2014

ZIENSWIJZEN N.A.V. RUD-BEGROTING 2014 ZIENSWIJZEN N.A.V. RUD-BEGROTING 2014 Terneuzen Afgelopen woensdag is de begroting besproken in de vergadering van de commissie Omgeving. Aldaar is men unaniem akkoord gegaan met de door het college van

Nadere informatie

S. van Dongen 3411

S. van Dongen 3411 steller telefoonnummer email Agendapunt commissie: 3.1 S. van Dongen 3411 Stephan.van.dongen@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 38095/38097 portefeuillehouder H. Tindemans onderwerp

Nadere informatie

GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD. Datum : 23 januari Voorstel van : college van burgemeester en wethouders. Onderwerp : Kadernota ODBN 2019

GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD. Datum : 23 januari Voorstel van : college van burgemeester en wethouders. Onderwerp : Kadernota ODBN 2019 GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 23 januari 2018 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Kadernota ODBN 2019 Samenvatting De gemeente Boekel werkt op diverse beleidsgebieden

Nadere informatie

Positionering Jeugdbeschermingstafel. Holland Rijnland

Positionering Jeugdbeschermingstafel. Holland Rijnland Positionering Jeugdbeschermingstafel Holland Rijnland [2] [3] 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Binnen Holland Rijnland werken we vanaf 2015 met een jeugdbeschermingstafel (JBT). Aan de JBT wordt gesproken met

Nadere informatie

Landelijke actualiteit: wetsvoorstel VTH, Amvb VTH, Modelverordening kwaliteit Collegiale toets en Evaluatie VTH-stelsel

Landelijke actualiteit: wetsvoorstel VTH, Amvb VTH, Modelverordening kwaliteit Collegiale toets en Evaluatie VTH-stelsel Landelijke actualiteit: wetsvoorstel VTH, Amvb VTH, Modelverordening kwaliteit Collegiale toets en Evaluatie VTH-stelsel Aris Blok Mirjam Hassing Marc du Maine Wat bespreken: Wetsvoorstel VTH Amvb VTH

Nadere informatie

Aansluiting bij het Veiligheidshuis 's-hertogenbosch en omstreken.

Aansluiting bij het Veiligheidshuis 's-hertogenbosch en omstreken. Collegevoorstel Inleiding Sinds 2005 is in s-hertogenbosch gestart met de ontwikkeling van een Veiligheidshuis. In de afgelopen jaren is een sterk netwerk van ongeveer 20 partners ontstaan dat zich inzet

Nadere informatie

Onderwerp Voorstel tot vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Goirle

Onderwerp Voorstel tot vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Goirle Raadsvoorstel Agendapunt: 11 Onderwerp Voorstel tot vaststellen Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Goirle Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter

Nadere informatie

Aan: Gemeenteraden en Provinciale Staten van deelnemende overheden Omgevingsdienst IJsselland

Aan: Gemeenteraden en Provinciale Staten van deelnemende overheden Omgevingsdienst IJsselland Aan: Gemeenteraden en Provinciale Staten van deelnemende overheden Omgevingsdienst IJsselland Onderwerp: Kaderbrief 2018 Wijhe, 6 april 2017 Geachte raden en staten, Hierbij zend ik u de kaderbrief van

Nadere informatie

Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord

Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord Regio Limburg-Noord Bedrijfsplan op hoofdlijnen RUD Limburg-Noord Colofon Ons kenmerk 11224 Datum 1 december 2011 Auteur John Rayer Bijdrage John Smits Roald Schel Versie 1.17 Status Definitief www.arenaconsulting.nl

Nadere informatie

ANNOTATIE AB1724. Algemeen: Vergadering: AB Datum vergadering: 22 september Agendapunt: 3 Onderwerp: Toekomst APV taken en bijzondere wetten

ANNOTATIE AB1724. Algemeen: Vergadering: AB Datum vergadering: 22 september Agendapunt: 3 Onderwerp: Toekomst APV taken en bijzondere wetten Algemeen: AB1724 ANNOTATIE Vergadering: AB Datum vergadering: 22 september 2017 Agendapunt: 3 Onderwerp: Toekomst APV taken en bijzondere wetten Opsteller: Evert Bovens Datum: 7-9-2017 Doel van agendering:

Nadere informatie

1 De plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is gepland op 12 maart Artikel 1.2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen

1 De plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is gepland op 12 maart Artikel 1.2 Wet Gemeenschappelijke Regelingen Inleiding De afgelopen periode is binnen de Regio Zuid-Holland Zuid (ZHZ) een aantal veranderingen in gang gezet. De veranderingen hebben een verschillende achtergrond en inhoud, maar vergen vrijwel allemaal

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT PURHEREHO RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: 1d 11flflO Datum: 23 januari 2014 Behandeld door: G. van der Meer-Trompetter Afdeling / Team: VTH / VTS Onderwerp: toestemming aansluiting

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 9 juli 2018 Zaaknummer: 500858 Portefeuillehouder : J.H. Lammers Openbaar Besloten Team : Team Mens en Maatschappij

Nadere informatie

Onderwerp: Plan van aanpak herindeling DAL-gemeenten

Onderwerp: Plan van aanpak herindeling DAL-gemeenten Vergadering gemeenteraad d.d. 27 september 2018 Agenda nummer 3 Portefeuillehouder: burgemeester de heer G. Beukema Onderwerp: Plan van aanpak herindeling DAL-gemeenten Korte inhoud: De raden van de gemeenten

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Uitgangspunten Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) binnen de MARN-regio

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Uitgangspunten Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) binnen de MARN-regio Openbaar Onderwerp Uitgangspunten Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) binnen de MARN-regio Programma / Programmanummer Klimaat & Energie / 1022 BW-nummer Portefeuillehouder J. van der Meer Samenvatting Naar

Nadere informatie

Bestuursopdracht samenwerking Heumen en Wijchen

Bestuursopdracht samenwerking Heumen en Wijchen 1 Bestuursopdracht samenwerking Heumen en Wijchen Oktober 2011 2 Bestuursopdracht Op 30 juni 2011 tekenden de gemeenteraden van Heumen en Wijchen de intentieverklaring om, met behoud van bestuurlijke zelfstandigheid,

Nadere informatie

Advies aan de gemeenteraad

Advies aan de gemeenteraad Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *18.0005455* 18.0005455 Raadsvergadering: 14-6-2018 Voorstel: 5.43 Agendapunt: 10 Onderwerp Ontwerp jaarstukken 2017 en ontwerpbegroting 2019 RUD NHN Datum

Nadere informatie

Registratienr. 2011/1293-BO agendapunt nr. R-4.

Registratienr. 2011/1293-BO agendapunt nr. R-4. Registratienr. 2011/1293-BO agendapunt nr. R-4. Onderwerp : Samenwerking Aalsmeer-Amstelveen Portefeuillehouder : P.J.M. Litjens Aan de raad, Wat stellen we voor? 1 Kennis te nemen van het rapport "Onderzoek

Nadere informatie

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 6 mei 2015

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 6 mei 2015 No.: Portefeuillehouder: G.J. Harmsen Afdeling: Openbaare Werken Behandelaar: M.L.F. de Bruijn De raad van de gemeente Tholen Tholen, 6 mei 2015 Onderwerp: Consultatie over ontwerpbesluit AB OLAZ met betrekking

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Raadsvoorstel. 3. Inleiding Raadsvoorstel Agenda nr. 6 Onderwerp: Reactie geven op de onderzoeksvraagstelling en uitwerking daarvan voor de evaluatie van de Metropoolregio Eindhoven Soort: Besluitvormend Opsteller: J. v.d. Kolk Portefeuillehouder:

Nadere informatie

2007. Nr. : Dnst. : C& E

2007. Nr. : Dnst. : C& E 2007. Nr. : 07.0152 Dnst. : C& E Definitieve vaststelling van het eindrapport fase 1 Verzelfstandiging Openbaar Onderwijs Gemeente Leiden (aangepast scenario). Leiden, 27 november 2007. Op 4 juli 2006

Nadere informatie

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012. B-PHO 20 december 12; agendapunt 5 MEMO Noties ter beoordeling van de voortzetting en positionering van de PHO werkgroepen Kwaliteit en Handhaving Bouwstoffen en Ketenbeheer in relatie tot de ontwikkeling

Nadere informatie

Raadsmededeling. Van Aan Datum B&W vergadering Zaaknummer Vertrouwelijkheid Portefeuillehouder Onderwerp

Raadsmededeling. Van Aan Datum B&W vergadering Zaaknummer Vertrouwelijkheid Portefeuillehouder Onderwerp Raadsmededeling Van Aan Datum B&W vergadering Zaaknummer Vertrouwelijkheid Portefeuillehouder Onderwerp Het college van burgemeester en wethouders De gemeenteraad 9 februari 2016 11598 Openbaar De heer

Nadere informatie

: Kadernota 2013 RMB

: Kadernota 2013 RMB Raadsvergadering : 29 maart 2012 Agendapunt : 6 Mill, 28 februari 2012 Onderwerp : Kadernota 2013 RMB Geachte raad, INLEIDING: Het RMB stelde zijn begrotingsuitgangspunten voor het jaar 2013 op. Het college

Nadere informatie

Kostenverrekenmodel. Financiële randvoorwaarden. Bijlage bij raadsvoorstel 20 februari 2014

Kostenverrekenmodel. Financiële randvoorwaarden. Bijlage bij raadsvoorstel 20 februari 2014 Kostenverrekenmodel Bijlage bij raadsvoorstel 20 februari 2014 Inleiding In september 2013 stemden de raden Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel in met de door de colleges aan de hand van het rapport Innovatief

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr.8

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr.8 Raadsvoorstel Agenda nr.8 Onderwerp: Gemeenschappelijke Regeling (lichte vorm) t..b.v. het uitvoeren van de Participatiewet door de gemeente Helmond en het beschikbaar stellen van een krediet in de kosten

Nadere informatie

Raadsvergadering 24 september Nr.: 9/12. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Plan van aanpak herindeling DAL-gemeenten.

Raadsvergadering 24 september Nr.: 9/12. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Plan van aanpak herindeling DAL-gemeenten. Raadsvergadering 24 september 2018 Nr.: 9/12 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Plan van aanpak herindeling DAL-gemeenten. Portefeuillehouder: Wethouder B. Schollema. Ter inzage liggende stukken: 1. Concept

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Zaaknummer: KCMS38. Samenvoeging ISD en WML

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Zaaknummer: KCMS38. Samenvoeging ISD en WML Zaaknummer: KCMS38 Onderwerp Samenvoeging ISD en WML Collegevoorstel Inleiding De versterking van de regionale samenwerking tussen Loon op Zand, Heusden en Waalwijk, de plannen van het kabinet om te komen

Nadere informatie

Onderwerp Nieuwsbrief mei 2011 gemeenschappelijke regeling Welstandszorg Noord-Brabant (WzNB Mooi Brabant)

Onderwerp Nieuwsbrief mei 2011 gemeenschappelijke regeling Welstandszorg Noord-Brabant (WzNB Mooi Brabant) Zaaknummer: BECJDL12 Onderwerp Nieuwsbrief mei 2011 gemeenschappelijke regeling Welstandszorg Noord-Brabant (WzNB Mooi Brabant) Collegevoorstel Inleiding Van de gemeenschappelijke regeling Welstandszorg

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad Onderwerp: Onderdeel raadsprogramma: Portefeuillehouder: Voorgesteld besluit Korte samenvatting Aanleiding

Voorstel aan de Raad Onderwerp: Onderdeel raadsprogramma: Portefeuillehouder: Voorgesteld besluit Korte samenvatting Aanleiding Raadsvergadering, 10 mei 2011 Voorstel aan de Raad Onderwerp: Oprichting van een gemeenschappelijke regeling Regionale ICT Dienst (RID) Oost Utrecht. Onderdeel raadsprogramma: Besturen Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Raadsvoorstel. Aan de raad, Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 765996 De heer H. ter Heegde, burgemeester Zienswijze indienen over de jaarstukken 2017 en de ontwerpbegroting 2019 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Nadere informatie

Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld om: 1. kennis te nemen van de ontvangen (concept)zienswijzen van de deelnemers inzake de ontwerp

Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld om: 1. kennis te nemen van de ontvangen (concept)zienswijzen van de deelnemers inzake de ontwerp Aanbiedingsbrief aan: Algemeen Bestuur RUD Utrecht van: Dagelijks Bestuur steller: M. van Bockel onderwerp: AP03.2a_Zienswijzen Ontwerp Begroting 2018 t.b.v.: AB Vergadering d.d. 5 juli 2017 bijlagen:

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 27 juni 2013 Agendapuntnummer : XI, punt 5 Besluitnummer : 999 Portefeuillehouder : Burgemeester Roger de Groot Aan de gemeenteraad Onderwerp: Kaderstellende

Nadere informatie

Is achteraf meetbaar of de doelstellingen gehaald zijn? Ja, de doelstellingen voor 2017 via het jaardocument 2017.

Is achteraf meetbaar of de doelstellingen gehaald zijn? Ja, de doelstellingen voor 2017 via het jaardocument 2017. il gemeente BrUnSSlilTI IP Oplegnotitie Regionale Uitvoeringsdienst Zuid Limburg; zienswijze op voorlopig jaardocument 2015 en concept-begroting 2017 en meerjarenbegroting 2018-2021. Brief nr.19. Registratiekenmerk

Nadere informatie

Voorstel aan College Registratienummer: registratienummer

Voorstel aan College Registratienummer: registratienummer Registratienummer Onderwerp Goedkeuring GS begroting 2018 Voorstel / openbare besluitenlijst 1. Kennis te nemen van de brief Goedkeuring begroting 2018, van de provincie Limburg dd. 6 februari 2018. 2.

Nadere informatie

Voorblad agendapunt 3 Stand van zaken speerpunt Informatiemanagement

Voorblad agendapunt 3 Stand van zaken speerpunt Informatiemanagement Voorblad agendapunt 3 speerpunt Informatiemanagement Ruud vd Belt en Peter Antonis In bijgaande notitie treft u de bestuursopdracht Informatiemanagement (IM) aan. De samenleving en werkorganisaties zijn

Nadere informatie

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant

Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West Brabant Aan de Raad Made, 9 oktober 2006 Raadsvergadering: 14 december 2006 Nummer raadsnota: 13 Onderwerp: Verzoek om medewerking bij opheffing Stichting GMK en wijziging Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

Samenwerking afdelingen belastingen HHD en HHSK

Samenwerking afdelingen belastingen HHD en HHSK Samenwerking afdelingen belastingen HHD en HHSK Beleidsveld: Belastingen Vergaderdatum: 20 november 2008 Aard voorstel: Besluitvormend Agendapunt: B.08 Kenmerk VV: 711444 Aantal bijlagen: 1 Aan de verenigde

Nadere informatie

Advies aan B & W. Conceptbesluit

Advies aan B & W. Conceptbesluit Afdelingshoofd Advies aan B & W Nr. Gezien Akkoord Portefeuillehouder, afdeling, datum advies en onderwerp WETHOUDER L.J.H. SCHARENBORG WETHOUDER J.B. BOER WETHOUDER F.H.C. MULKENS MENS EN SAMENLEVING

Nadere informatie

Geachte heer/ mevrouw,

Geachte heer/ mevrouw, Geachte heer/ mevrouw, In Zuid-Holland functioneren een groot aantal natuur- en recreatieschappen en één Koepelschap Buitenstedelijk Groen; allen gemeenschappelijke regelingen o.b.v. de Wet Gemeenschappelijke

Nadere informatie

TITEL: Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten West- Kennemerland

TITEL: Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten West- Kennemerland GEMEENTEBESTUUR UITGEEST Nota / advies van: J. Rademaker Behandelende afdeling: Publiekszaken Datum: 16-10-2013 NR. TITEL: Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten West- Kennemerland

Nadere informatie

Model beslissingen aanpassing GR. Toelichting

Model beslissingen aanpassing GR. Toelichting Model beslissingen aanpassing GR Toelichting De komende maanden vindt in de colleges en raden van de huidige 23 gemeenten en de provincie Groningen besluitvorming plaats over de aanpassing van de Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Inleiding/ aanleiding

Inleiding/ aanleiding Voorstel : Vergadering Algemeen Bestuur d.d.: 29 juni 2017 Agendapunt : 4.f Vertrouwelijk : Nee Aan het Algemeen Bestuur, Inleiding/ aanleiding Op 15 juli 2015 is voor de ambtelijke vertegenwoordigers

Nadere informatie

BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad

BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad BESTEMD VOOR BESTUURSOPDRACHT MAJEURPROJECT VOORTGEZET ONDERWIJS Gemeenteraad STATUS Openbaar DATUM BESTUURLIJKE Wethouder F. Strik OPDRACHTGEVER AMBTELIJKE OPDRACHTGEVER H. Damen hoofd Afdeling Beleid

Nadere informatie

: Aanbieding onderzoeksrapport Klaar voor de start? Onderzoek naar de rol van gemeenteraden rond de transitie jeugdzorg in B4-gemeenten

: Aanbieding onderzoeksrapport Klaar voor de start? Onderzoek naar de rol van gemeenteraden rond de transitie jeugdzorg in B4-gemeenten Rekenkamercommissie Aan de gemeenteraad van de gemeente s-hertogenbosch Uw brief van : Ref. : H.W.M. Wouters Uw kenmerk : Tel. : 073-6159770 Ons kenmerk : Fax : Datum : 23 oktober 2013 E-mail : e.wouters@s-hertogenbosch.nl

Nadere informatie

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend

Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland Besluitvormend VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 9 juni 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00466 Onderwerp: Lokale Ontwikkelingsstrategie voor de regio Holland Rijnland 2015-2020 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: LEADER

Nadere informatie

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Burgerzaken 24 juli 2008

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Burgerzaken 24 juli 2008 Aan de raad agendanummer afdeling Simpelveld VI Burgerzaken 24 juli 2008 onderwerp AntiDiscriminatieVoorziening Limburg Inleiding Zoals nu bekend gaat vanuit het Ministerie van VROM een wettelijke regeling

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 9 maart Steller Documentnummer Afdeling. R. van Wijk 15I Samenleving

Burgemeester en Wethouders 9 maart Steller Documentnummer Afdeling. R. van Wijk 15I Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling R. van Wijk 15I0002878 Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder 036 5229564 Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Memo bijgevoegd Te

Nadere informatie

Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord

Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord Factsheet Verbonden partij Naam Vestigingsplaats Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord Postbus 2095 Hoorn 1620 EB TAKEN Doelstelling Keuzemogelijkheden Het doel van het samenwerkingsverband:

Nadere informatie

MODEL DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST RUD UTRECHT en DEELNEMER X

MODEL DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST RUD UTRECHT en DEELNEMER X MODEL DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST RUD UTRECHT en DEELNEMER X Deelnemer: Pagina 1 van 7 INHOUDSOPGAVE I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen p3 Artikel 2 Doel p4 Artikel 3 Algemeen p4 Artikel

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Verordening Kwaliteit VTH-taken omgevingsrecht 1- Notagegevens Notanummer 2016-002041 Datum 22-11-2016 Programma: 04 Milieu Portefeuillehouder Weth. Rorink

Nadere informatie

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Regionaal arbeidsmarktprogramma AgriFood Capital Werkt! en Werkbedrijf Noordoost Brabant

GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Regionaal arbeidsmarktprogramma AgriFood Capital Werkt! en Werkbedrijf Noordoost Brabant GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 5 april 2016 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Regionaal arbeidsmarktprogramma AgriFood Capital Werkt! 2016-2020 en Werkbedrijf

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier B&W.nr. 09.0305, d.d. 31 maart 2009 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Oprichting N.V. Beheer Openbare Ruimte BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. Behoudens advies van de Ondernemingsraad als

Nadere informatie

Nieuwsbrief RUD Groningen, nr. 9

Nieuwsbrief RUD Groningen, nr. 9 Nieuwsbrief RUD Groningen, nr. 9 Bestuurders, die hebben deelgenomen aan de Derde Bestuursconferentie RUD Groningen Derde Bestuursconferentie Voorafgaand aan de Derde Bestuursconferentie In de vorige nieuwsbrief

Nadere informatie

Onderwerp: bijdrage regionale voorbereiding transitie Jeugdzorg Hart van Brabant 2014

Onderwerp: bijdrage regionale voorbereiding transitie Jeugdzorg Hart van Brabant 2014 Zaaknummer: 00384933 Onderwerp: bijdrage regionale voorbereiding transitie Jeugdzorg Hart van Brabant 2014 Collegevoorstel Inleiding Op 1 januari 2015 gaat de regie van de jeugdzorg over naar de gemeenten

Nadere informatie

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Wijziging Samenwerkingsregeling GGD Gelre-IJssel Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en

Nadere informatie

Eén Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) in Drenthe

Eén Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) in Drenthe *14.09055* Behandeld door: A. de Vries d.d. 21-04-2014 Afdeling/Cluster: SEM Telefoonnr.: VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Openbaar Geheimhouding: Nee Portefeuillehouder: J.F.A.

Nadere informatie

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oldenzaal en Hengelo (hierna gezamenlijk te noemen: deelnemende gemeenten) ;

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oldenzaal en Hengelo (hierna gezamenlijk te noemen: deelnemende gemeenten) ; Centrumgemeenteregeling samenwerking ICT Hengelo- Oldenzaal De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Oldenzaal en Hengelo (hierna gezamenlijk te noemen: deelnemende gemeenten) ; Overwegende

Nadere informatie