INVESTERINGEN NIEUWBOUW. Stichting Keender te Haaksbergen

Transcriptie

1 RAPPORT INVESTERINGEN NIEUWBOUW Stichting Keender te Haaksbergen Status rapport: definitief Datum rapport:11 januari 2018 Kenmerk:

2

3 Voorwoord Dit rapport bevat de resultaten van een specifiek onderzoek naar investeringen in de huisvesting ten laste van de rijksbijdragen 2014 door Stichting Keender te Haaksbergen. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) heeft het onderzoek uitgevoerd in mei 2017 tot en met oktober Het conceptrapport met nummer is op 30 november 2017 aan het bestuur toegezonden voor hoor en wederhoor. Het definitieve rapport met nummer is op 11 januari 2017 te Utrecht vastgesteld door dr. Marc Spierings, afdelingshoofd PO/VO directie Rekenschap en Juridische Zaken. Het onderzoeksrapport wordt in de vijfde week na vaststelling openbaar gemaakt via SPECIFIEK ONDERZOEK Naast regulier onderzoek op grond van artikel 11 van de Wet op het onderwijstoezicht (WOT), kan de inspectie uit eigen beweging dan wel op aanwijzing van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap specifiek onderzoek verrichten op grond van artikel 15 van de WOT. Hieronder worden alle niet-reguliere vormen van onderzoek verstaan. De inspectie kan op grond van artikel 3 van de WOT een onderzoek instellen naar, onder meer, de financiële rechtmatigheid en de naleving van, bij of krachtens onderwijswetten gegeven voorschriften. Voor een specifiek onderzoek wordt steeds per onderzoek een onderzoeksvraag of meerdere onderzoeksvragen geformuleerd afhankelijk van de aard en onderwerp van het onderzoek. Ook de onderzoeksopzet en uitvoering volgen geen vast stramien, maar worden per geval bepaald. De bevindingen naar aanleiding van een specifiek onderzoek worden vastgelegd in een openbaar rapport, tenzij de aard van het onderzoek of de omvang daarvan zich daartegen verzet.

4

5 INHOUD Voorwoord 3 Samenvatting 7 1 Opdracht en werkwijze Aanleiding Onderzoeksvragen en werkwijze Wet- en regelgeving 10 2 Bevindingen Wat zijn de investeringen in de vervangende nieuwbouw van basisschool Heeckeren in Goor gebouwd in 2014 en waarop is de bekostiging gebaseerd van de gemeente Hof van Twente? Wat zijn de beweegredenen voor Keender aanvullende huisvesting van de school te (laten) realiseren en zelf te financieren? Volgens de accountant zijn de kosten voor de nieuwbouw ca hoger uitgevallen dan het budget dat door de gemeente beschikbaar is gesteld. Wat is de toelichting op en onderbouwing van deze investering bovenop de normbekostiging door het bestuur van Keender? Wat zijn de aanvullende afspraken die Keender met de gemeente Hof van Twente gemaakt heeft met betrekking tot de meerinvestering? Wat zijn de extra m 2 en upgrading 11 e lokaal en de afspraken daarover met de gemeente? Wat heeft Keender geregeld met betrekking tot de verhuur aan een kinderopvangorganisatie van een deel van het gebouw? 15 3 Conclusies 16 4 Bijlagen Bijlage 1 Financieel Overzicht Bijlage 2 Uitvoeringstekening d.d. 22 januari 2014, waarop de grenzen uit de splitsingstekening zijn overgenomen Bijlage 3 Markering van het gebouwdeel dat volgens de huurovereenkomst tussen Keender en de stichting voor kinderopvang uitsluitend wordt gebruikt voor activiteiten in het kader van buitenschoolse opvang. 19

6

7 Samenvatting Aanleiding voor het onderzoek is het rapport van bevindingen van de instellingsaccountant bij de jaarrekening 2014 van Stichting Keender. Stichting Keender is het bevoegd gezag van 19 basisscholen. Uit het rapport bleek onder meer het volgende. In 2014 is nieuwbouw afgerond van één van de scholen die valt onder de stichting Keender. Het gaat om een totaalbedrag van inclusief BTW besteed aan de nieuwbouw voor basisschool Heeckeren, Kloosterlaan 60, in Goor. Deze nieuwbouw is bekostigd door de gemeente Hof van Twente conform de geldende regelgeving. Het schoolbestuur heeft besloten om een extra schoollokaal te laten bouwen, evenals een wat ruimere opzet van de school te realiseren. De kosten voor de nieuwbouw zijn hierdoor hoger uitgevallen dan het budget dat door de gemeente beschikbaar is gesteld. Deze uitgaven zijn bekostigd vanuit de opgebouwde reserves die voor invoering van de lumpsumbekostiging aanwezig waren (1 augustus 2006). De instellingsaccountant heeft deze uitgaven aangemerkt als onrechtmatig. In ons onderzoek naar aanleiding van het rapport van de instellingsaccountant staat de volgende onderzoeksvraag centraal: Zijn de uitgaven ad in het kalenderjaar 2014 ten behoeve van de nieuwbouw van één van de scholen die valt onder Stichting Keender rechtmatig? Samenvattend leveren de bevindingen en conclusies uit het onderzoek het volgende antwoord op de onderzoeksvraag. Er is sprake van : 1) Een investering in een upgrading van het 11e lokaal met meer m 2 waardoor een permanente voorziening is ontstaan voor de exploitatie van kinderopvang die voor een bedrag van niet ten laste van de rijksbijdrage mag worden gebracht. Dit is een investering in strijd met het investeringsverbod. 2) Exploitatieverlagende en milieubewuste investeringen die door het bestuur zijn bekostigd uit voor 1 augustus 2006 opgebouwde reserves waarvan ten laste van deze reserves kan worden gebracht. Het bestuur ontvangt van de inspectie afzonderlijk bericht welke (financiële) gevolgen zullen worden verbonden aan de bevindingen en conclusies in dit rapport.

8

9 1 Opdracht en werkwijze 1.1 Aanleiding Aanleiding voor het onderzoek is het rapport van bevindingen van de instellingsaccountant bij de jaarrekening 2014 van Stichting Keender (hierna: Keender). Keender is het bevoegd gezag van 19 basisscholen. Uit het rapport bleek onder meer het volgende. In 2014 is nieuwbouw voor basisschool Heeckeren, Kloosterlaan 60, in Goor. die valt onder Keender, afgerond. Deze nieuwbouw is bekostigd door de gemeente conform de geldende regelgeving. Inzake de nieuwbouw heeft het schoolbestuur besloten om een extra schoollokaal te laten bouwen, evenals een wat ruimere opzet van de school te realiseren. De kosten voor de nieuwbouw zijn hierdoor ca hoger uitgevallen dan het budget dat door de gemeente beschikbaar is gesteld. Deze volgens de accountant onrechtmatige uitgaven zijn bekostigd vanuit de voor 1 augustus 2006 opgebouwde reserves die voor invoering van de lumpsumbekostiging zijn opgebouwd. De inspectie heeft Keender gevraagd een onderbouwing te geven van de meerinvestering bovenop de normvergoeding van de gemeente. Keender heeft zijn instellingsaccountant specifieke werkzaamheden laten verrichten en daarover een rapport laten uitbrengen. 1.2 Onderzoeksvragen en werkwijze In dit onderzoek staat de volgende onderzoeksvraag centraal: Zijn de uitgaven ad in het kalenderjaar 2014 ten behoeve van de nieuwbouw van één van de scholen die valt onder Keender rechtmatig? Om tot een uitspraak te komen over deze hoofdvraag zijn de volgende deelvragen beantwoord: 1. Wat zijn de investeringen in de vervangende nieuwbouw van basisschool Heeckeren in Goor gebouwd in 2014 en waarop is de bekostiging gebaseerd van de gemeente Hof van Twente? 2. Wat zijn de beweegredenen voor Keender aanvullende huisvesting van de school te (laten) realiseren en zelf te financieren? 3. Volgens de accountant zijn de kosten voor de nieuwbouw ca hoger uitgevallen dan het budget dat door de gemeente beschikbaar is gesteld. Wat is de toelichting op en onderbouwing van deze meerinvestering bovenop de normbekostiging door het bestuur van Keender? 4. Wat zijn de aanvullende afspraken die Keender met de gemeente Hof van Twente heeft gemaakt met betrekking tot de meerinvestering? Bij het onderzoek hebben wij de onderbouwing van het bestuur en de rapportage van de accountant over de uitkomsten van zijn specifieke werkzaamheden betrokken. Daarnaast hebben wij aanvullende informatie opgevraagd. Pagina 9 van 19

10 1.3 Wet- en regelgeving Om vast te stellen of er sprake is van onrechtmatige bestedingen is de aangetroffen situatie getoetst aan de artikelen 91 en 148 van de Wpo. In artikel 91 Wpo inzake de voorziening in huisvesting door de gemeente is onder andere het volgende opgenomen: De gemeenteraad draagt onderscheidenlijk burgemeester en wethouders dragen ten behoeve van de door de gemeente in stand gehouden scholen en ten behoeve van de niet door de gemeente in stand gehouden scholen zorg voor de voorzieningen in de huisvesting op het grondgebied van de gemeente overeenkomstig het bepaalde in deze afdeling. In artikel 148 Wpo inzake de besteding van de bekostiging is onder meer het volgende opgenomen: Het bevoegd gezag wendt het totaal van de in de artikelen 129, 134 en 137 bedoelde bedragen voor de kosten voor de materiële instandhouding en de personeelskosten uitsluitend aan voor kosten voor materiële instandhouding, personeelskosten van de school of personeelskosten in verband met benoeming of tewerkstelling zonder benoeming van personeel, bedoeld in artikel 29, vijfde lid, dan wel mede voor die kosten van een van de andere scholen van dat bevoegd gezag. In de Kamerbrief van de van 1 april 2010 (Kamerstukken II 2009/10, nr. 74) omschrijft de staatssecretaris onder welke omstandigheden reserves opgebouwd voor de invoering van de lumpsumbekostiging kunnen worden ingezet voor investeringen in de huisvesting. Per 1 augustus 2006 is de lumpsum ingevoerd voor de personele bekostiging in het primair onderwijs. Tot die tijd was het niet verboden Rijksbekostiging te besteden aan aanvullende huisvestingsvoorzieningen. De middelen die een schoolbestuur hiervoor kon gebruiken waren echter zeer beperkt. Het ging om overschotten op de materiële bekostiging en een (beperkte) vergoeding voor niet gebruikte formatieruimte. In feite konden schoolbesturen dus nauwelijks Rijksbekostiging inzetten voor aanvullende huisvestingsvoorzieningen. Vanaf 1 augustus 2006 krijgen schoolbesturen een lumpsum voor de personele kosten. Hierdoor hebben ze meer vrijheid de Rijksbekostiging naar eigen inzicht in te zetten. Deze vrijheid wordt echter ingeperkt door het bestedingsvoorschrift in artikel 148 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo). Volgens dit voorschrift moet de lumpsum worden besteed aan personele of materiële kosten. Kosten voor aanvullende huisvestingsvoorzieningen vallen hier niet onder. Toestaan dat de personele lumpsum wél aan aanvullende huisvestingsvoorzieningen wordt uitgegeven zou betekenen dat schoolbesturen hier grote bedragen aan mogen uitgeven. Over wat er met aanvullend wordt bedoeld zegt de brief van de inspectie (directeur rekenschap) van 18 februari 2011 aan de instellingsaccountants in de sectoren po en vo het volgende: Wat dient te worden verstaan onder "tenzij de uitgave aan een huisvestingsvoorziening aanvullend is"? Het gaat hierbij om uitgaven van het schoolbestuur in aanvulling op de uitgaven van de gemeente. De huisvestingsnoden of -wensen van een schoolbestuur kunnen uitgaan boven wat een gemeente redelijk acht. Hierbij kan worden gedacht aan een fraaiere of milieubewustere uitvoering van de huisvesting of extra inpandige voorzieningen. Als dit aan de orde is en de kosten kunnen worden gedekt uit de tot 1 augustus 2006 opgebouwde reserves, kan de instellingsaccountant de uitgaven als rechtmatig aanmerken. Het gaat dus niet om Pagina 10 van 19

11 uitbreidingsinvesteringen zoals extra leslokalen. Die zijn niet toegestaan. Vanzelfsprekend mag een bestuur ze wel bekostigen uit het private vermogen.' Pagina 11 van 19

12 2 Bevindingen 2.1 Wat zijn de investeringen in de vervangende nieuwbouw van basisschool Heeckeren in Goor gebouwd in 2014 en waarop is de bekostiging gebaseerd van de gemeente Hof van Twente? Het gaat om een totaalbedrag exclusief BTW en inclusief BTW van de nieuwbouw van basisschool Heeckeren, Kloosterlaan 60, in Goor. De instellingsaccountant heeft vastgesteld dat dit bedrag in rekening is gebracht bij Keender. De bekostiging van de gemeente was gebaseerd op tien groepen permanent en één groep semipermanent. De gemeente Hof van Twente heeft op 27 juni 2012 de beschikking afgegeven voor de realisatie van de basisschool. De vergoeding van de gemeente is inclusief BTW. 2.2 Wat zijn de beweegredenen voor Keender aanvullende huisvesting van de school te (laten) realiseren en zelf te financieren? Keender heeft ervoor gekozen om deze laatste groep ook permanent te realiseren gelijktijdig met de uitvoering van de tien groepen permanent. Daarnaast is besloten een multifunctionele ruimte te realiseren welke verhuurd is aan een kinderopvangorganisatie. Deze keuze is gemaakt om een aantal redenen: Door financiële meevallers uit het aanbestedingsvoordeel zijn aanvullende voorzieningen getroffen die binnen de beschikbaar gestelde normvergoeding gerealiseerd konden worden; Semipermanent omzetten en gelijktijdig bouwen met de permanente voorzieningen is goedkoper dan achteraf aanvullende huisvesting realiseren; Met de gemeente Hof van Twente is afgesproken dat, zodra de leerlingaantallen gaan stijgen, de meerinvestering voor de omzetting (van semipermanent naar permanent) op basis van normkosten teruggevorderd kan worden; Een semipermanente voorziening bouwen aan of naast een permanente voorziening is in allerlei opzichten niet gewenst. 2.3 Volgens de accountant zijn de kosten voor de nieuwbouw ca hoger uitgevallen dan het budget dat door de gemeente beschikbaar is gesteld. Wat is de toelichting op en onderbouwing van deze investering bovenop de normbekostiging door het bestuur van Keender? Het bestuur verwijst naar het controleprotocol 2014 voor de instellingsaccountant als kader voor de mogelijkheden van de geoorloofdheid van de meerinvestering boven op de normbekostiging en verwijst tevens naar de brieven PO/B&S/121802, PO/B&S/ en PO/B&S/ Vanuit dit kader bezien stelt het bestuur dat het de mogelijkheid heeft, vanuit de reserves van voor invoering van lumpsum, een extra investering te plegen bij de nieuwbouw mits deze aanvullend is op de bijdrage van de gemeente. Daarbij maakt het bestuur de opmerking dat onder aanvullende uitgaven wordt verstaan; het investeren in duurzaamheid, energiebesparende maatregelen en exploitatiekostenverlagende maatregelen. Ook dient de aanvullende uitgave binnen Pagina 12 van 19

13 een redelijke termijn te worden terugverdiend en vanuit de middelen van vóór invoering lumpsum te zijn gepleegd. Bovendien stelt Keender dat in 2014 voldoende ruimte in de reserves beschikbaar was van voor de invoering lumpsum om deze investering te financieren. In bijlage 1 staat een overzicht van de uitgaven die het bestuur heeft gedaan, die als volgt zijn samen te vatten: Financeel overzicht meerinvestering (Bedragen in Euro incl. BTW) Energiebesparende en/of duurzaamheidsmaatregelen Exploitatiekosten verlagende maatregelen Overig Totaal Toelichting 1. Energiebesparende maatregelen en/of duurzaamheidsmaatregelen De hieronder genoemde maatregelen betreffen investeringen die Keender heeft gedaan om het gebouw te upgraden ten opzichte van het toen geldende bouwbesluit 2012: Verhogen van de isolatiewaarden, vloer, dak en geven van Rc 3,5 (bouwbesluit 2012) naar Rc 5.0; Groendak, naast een warmte accumulerend effect, infiltreert het dak ook regenwater; Verhogen van de U waarde (isolatiewaarde) kozijn, deur en raam aluminium profielen Driedubbel (triple glas) in plaats van HR++ glas; Luchtdicht bouwen Toepassen gebouwbeheersysteem (die alle afzonderlijke elementen duurzaam aanstuurt) Verlichting van conventioneel naar T5 armaturen, deels LED en dimbaar; Toepassen van bewegingsmelders VBWW (verticale bodem warmte wisselaar) ook wel WKO (warmte koude opslag genoemd) WTW (warmte terugwin) deze maatregelen vergen wel een meer investering, Keender stelt echter dat het niet goed kan aantonen wat dit dan is ten opzichte van de basis. 2. Exploitatiekosten verlagende maatregelen Valbeveiliging en dakluik, hiermee wordt de toegang tot het dak voor het onderhoud van het dak en/of installaties bevorderd en behoeft niet telkens een tijdelijke veiligheidsvoorziening bij onderhoud of inspectie van het dak en/of installaties te worden aangebracht waardoor toekomstige kosten bespaard worden. Aluminium kozijnen in plaats van houten kozijnen. Dit bespaart op toekomstig schilderonderhoud; De aangelegde bliksembeveiliging levert een veiligheidswaarborg en daarnaast premiereductie voor de verzekeringspremie op hoewel deze laatste voor de gemeente is, die het gebouw verzekert. Pagina 13 van 19

14 3. Overige Naast alle bouwkundige en daarmee gepaard gaande werkzaamheden is ook een deel ten behoeve van de binneninrichting door de bouwkundige aannemer gerealiseerd. o.a.: Schappen in bergruimten; Schuifkastwanden; Keukenapparatuur; Werkbladen. De instellingsaccountant heeft vastgesteld dat het bestuur aanvullende energiebesparende uitgaven, exploitatieverlagende uitgaven en inrichtingsuitgaven heeft gepleegd die ten laste van de stichting zijn gekomen. Verder heeft de accountant vastgesteld dat deze uitgaven in 2014 ten laste van de reserve, die voor invoering lumpsum (1 augustus 2006) is opgebouwd, zijn gebracht. En dat deze reserves van voldoende omvang waren om deze uitgaven te dekken. Over de omvang van deze uitgaven geeft de accountant geen oordeel. 2.4 Wat zijn de aanvullende afspraken die Keender met de gemeente Hof van Twente gemaakt heeft met betrekking tot de meerinvestering? Uit het afschrift van de notariële akte van splitsing van 1 juli 2014 en de begeleidende notitie bij de akte valt het volgende op te maken. Keender investeert in het gebouw (meer m 2 en upgrading 11 e lokaal) Gemeente is ermee bekend en keurt goed dat een deel van het gebouw van basisschool Heeckeren wordt verhuurd aan een kinderopvangorganisatie voor gebruik in de voor en naschoolse uren Wat zijn de extra m 2 en upgrading 11 e lokaal en de afspraken daarover met de gemeente? Het totale gebouw is m 2 bruto vloeroppervlak (bvo) groot. Het deel van Keender is m 2 groot. Het verschil van 308 m 2 is voor rekening van een woningbouwvereniging. De gemeente heeft een vergoeding toegekend op basis van 10 groepen permanente huisvesting en 1 groep tijdelijke huisvesting. Dit betekent: 10 groepen permanente huisvesting m 2 bvo 1 groep tijdelijke huisvesting (aanvullend) 80 m 2 bvo Totaal m 2 bvo Dat betekent dat Keender m 2 = 96 m 2 zelf heeft gefinancierd. Dat deel heeft geen onderwijsbestemming. Bij de capaciteitsbepaling van de huisvesting (in geval van groei of krimp van het aantal leerlingen) wordt uitgegaan van m 2 en niet van m 2. Daar Keender genoemde 96 m 2 zelf heeft gefinancierd en daarvan eigenaar is, kan het voor het onderhoud van dat deel geen vergoeding aanvragen bij de gemeente. Tevens behoeft geen goedkeuring aan de gemeente te worden gevraagd bij aanpassing van dat deel. De gemeente heeft voor de 11 e groep maximaal ter beschikking gesteld om een tijdelijke voorziening te bouwen. In de afspraak met de gemeente is het volgende opgenomen: Pagina 14 van 19

15 Dat indien blijkt dat bij stijging van het aantal leerlingen er recht is op een 11 e permanente groep de gemeente het verschilbedrag op basis van de dan geldende standaard normkostenvergoeding overmaakt aan Keender als het voldoet aan de voorwaarden van de gemeentelijke verordening over de onderwijshuisvesting. Bij krimp van het aantal leerlingen vervalt het recht voor de gemeente om de tijdelijke huisvesting weer weg te halen. Uit de jaarrekening 2016 van Keender valt op te maken dat het aantal leerlingen op basisschool Heeckeren is gedaald van 284 leerlingen op 1 oktober 2014 naar 272 leerlingen op 1 oktober Het totaal aantal leerlingen voor Keender, verdeeld over haar 19 scholen, is over dezelfde periode zelfs gedaald met 275 leerlingen. Het is dus niet aannemelijk dat Keender op grond van de afspraken een vordering voor huisvesting zal krijgen op de gemeente Hof van Twente voor de vergoeding van de aanvullende huisvesting. Keender heeft geïnvesteerd in een upgrading van het 11 e lokaal met meer m 2 waardoor een permanente voorziening is gerealiseerd in plaats van een tijdelijke voorziening. Bijlage 2 markeert het gebouwdeel bekostigd door Keender Wat heeft Keender geregeld met betrekking tot de verhuur aan een kinderopvangorganisatie van een deel van het gebouw? Keender heeft een huurovereenkomst voor bepaalde tijd afgesloten met een stichting voor kinderopvang. De overeenkomst onderscheidt in het gebouw aan de Kloosterlaan 60 een deel onderwijsgebouw en een deel kinderopvang. Voor de verhuur heeft Keender samen met een woningbouwvereniging een Vereniging van Eigenaren Brede School Heeckeren. Stichting Keender heeft het appartementsrecht voor een deel van het gebouw dat bestemd is voor kinderopvang geleverd aan de woningbouwvereniging. De stichting voor kinderopvang huurt dat deel van het gebouw van de woningbouwvereniging naast het deel van het onderwijsgebouw dat tevens in gebruik is door basisschool Heeckeren. De tijdstippen van het gebruik van de gehuurde ruimte zijn in de overeenkomst vastgelegd evenals de huursom. In de overeenkomst is vastgelegd tussen de huurder en de verhuurder welk deel van het gebouw uitsluitend te gebruiken is voor activiteiten in het kader van buitenschoolse opvang, te weten ruimte 0.20, inclusief 1/3 deel van de kastruimte aldaar (voor nummering ruimte zie tekening in bijlage3). Uit de overeenkomst blijkt dat vanwege de rechtsgeldige totstandkoming van de huurovereenkomst de gemeente medewerking verleent aan de realisatie van een schoolgebouw met een voorschoolse voorziening. Hierin is nadrukkelijk aangegeven dat delen van het onderwijsgebouw zullen worden verhuurd aan de stichting voor kinderopvang ten behoeve van buitenschoolse opvang. Uit het bovenstaande blijkt dat het gebruik van het gebouwdeel dat is bekostigd door Keender juridisch zodanig is vormgegeven dat het uitsluitend wordt gebruikt voor de exploitatie van kinderopvang. Pagina 15 van 19

16 3 Conclusies Zijn de uitgaven ad in het kalenderjaar 2014 ten behoeve van de nieuwbouw van één van de scholen die valt onder Keender rechtmatig? Uitgaven aan huisvesting uit de lumpsumvergoeding in het primair onderwijs zijn op grond van artikel 148, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs niet toegestaan. Investeringen in onderwijshuisvesting in het primair onderwijs door een schoolbestuur zijn wel mogelijk uit opgebouwde reserves voor 1 augustus 2006 als zij aanvullend zijn op de gemeentelijke bijdrage. De kostprijs van nieuwbouw van de basisschool Heeckeren, Kloosterlaan 60, in Goor bedroeg inclusief BTW ,00. De kosten voor de nieuwbouw zijn ca hoger uitgevallen dan het budget dat door de gemeente beschikbaar is gesteld. Deze (volgens de accountant onrechtmatige) uitgaven zijn bekostigd vanuit de reserves die voor invoering van de lumpsumbekostiging aanwezig waren (1 augustus 2006). Het betreft hier samenvattend: a. een investering in een upgrading van het 11e lokaal met meer m 2 waardoor een permanente voorziening is ontstaan voor de exploitatie van kinderopvang die niet ten laste van de rijksbijdrage mag worden gebracht. De kostprijs hiervan is (96/1844 m 2 maal de kostprijs inclusief BTW ,00). De vergoeding voor dit deel van de huisvesting door de gemeente was een bedrag van Het verschil tussen beide bedragen, , is ten onrechte ten laste van de rijksbijdrage gebracht. b. Exploitatieverlagende en milieubewuste investeringen door het bestuur zijn bekostigd uit voor 1 augustus 2006 opgebouwde reserves. Het bestuur geeft hiervan een onderbouwing voor een bedrag van Gelet op het onder a genoemde onrechtmatige bedrag van resteert ( minus =) dat ten laste van de rijksbijdrage kan worden gebracht. Pagina 16 van 19

17 4 Bijlagen 4.1 Bijlage 1 Financieel Overzicht Dit financieel overzicht dient ter onderbouwing van de investering die Keender heeft gedaan in basisschool Heeckeren in Goor: Pagina 17 van 19

18 4.2 Bijlage 2 Uitvoeringstekening d.d. 22 januari 2014, waarop de grenzen uit de splitsingstekening zijn overgenomen. Pagina 18 van 19

19 4.3 Bijlage 3 Markering van het gebouwdeel dat volgens de huurovereenkomst tussen Keender en de stichting voor kinderopvang uitsluitend wordt gebruikt voor activiteiten in het kader van buitenschoolse opvang. Pagina 19 van 19