ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie

1 ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 2, vergunning gebieden en hoofdstuk 3, ontheffing soorten Datum besluit : 4 december 2018 Onderwerp : Wet natuurbescherming gemeenten Wageningen en Ede Activiteit : Natuurontwikkeling Binnenveldse Hooilanden aan de Meentweg en Veensteeg te Bennekom Verlenen/weigeren : verlenen ontheffing Aanvrager : Waterschap Vallei en Veluwe Zaaknummer : Documentnummer(s). inzagestukken: , ,

2 Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van Waterschap Vallei en Veluwe, Steenbokstraat 10, 7320 AC Apeldoorn, hierna te noemen de aanvrager, van 27 februari 2018 om een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming, hierna de Wnb. De opbouw van deze beslissing is als volgt: - Allereerst worden de ingediende aanvraag en het procesverloop toegelicht; - Daarna volgt het besluit met inbegrip van de voorschriften; - Onder het kopje beoordeling wordt de onderbouwing van het besluit gegeven; - De beslissing wordt afgesloten met enkele algemene bepalingen en een toelichting op het verdere procesverloop ( overige verplichtingen en zienswijzen ). AANVRAAG EN PROCESVERLOOP Op 27 februari 2018 ontvingen wij een aanvraag van Waterschap Vallei en Veluwe voor een ontheffing in het kader van hoofdstuk 3 van de Wnb op grond van artikel 3.5 lid 4 en artikel 3.10 lid 1a en 1b voor het vernietigen van voortplantingsplaatsen van de poelkikker en vernietigen van voortplantingsplaatsen en het vangen van de grote modderkruiper. De ontheffing wordt aangevraagd in het kader van de in de wet genoemde belangen van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten en ter bescherming van flora en fauna of de instandhouding van natuurlijke habitats. De aanvraag maakt deel uit van deze ontheffing. Er is voor het aangevraagde project/de werkzaamheden niet eerder een ontheffing verleend. Er wordt gemaakt van de gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Met de beoogde preventieve maatregelen kan echter niet worden voorkomen dat de verbodsartikelen uit hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming worden overtreden. De gedragscode is niet van toepassing op het vangen en uitzetten en het vernietigen van voortplantingsplaatsen van de grote modderkruiper. Er is voor deze soort derhalve wel een ontheffing benodigd om het project te kunnen uitvoeren. Op 4 juli 2018 hebben wij van de aanvrager aanvullende stukken ontvangen. De werkzaamheden worden deels uitgevoerd binnen het Natura 2000-gebied Binnenveld. Dit gebied is aangewezen voor de habitattypen blauwgraslanden en overgangs- en trilvenen en voor geel schorpioenmos. Geel schorpioenmos komt alleen in het Utrechtse deel van het Natura 2000-gebied voor. De werkzaamheden vinden niet plaats op locaties waar de aangewezen habitattypen voorkomen. Negatieve effecten kunnen worden uitgesloten. Bij de uitvoering van de werkzaamheden komt stikstof in de vorm van NOx vrij. Uit de berekening van de depositie van stikstof blijkt dat in geen enkel Natura 2000-gebied de drempelwaarde wordt overschreden. Voor dit project is een vergunning op grond artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming aangevraagd onder zaaknummer Op 1 oktober 2018 hebben wij de aanvraag geweigerd omdat ook geen sprake van een vergunnigplichtig project. Op deze aanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard. 2

3 BESLUIT Gedeputeerde Staten van Gelderland HEBBEN BESLOTEN Gelet op de artikelen artikel 3.8 lid 1 en lid 5 en artikel 3.10 lid 2 van de Wet natuurbescherming ONTHEFFING TE VERLENEN aan Waterschap Vallei en Veluwe; voor de soorten, verbodsbepalingen en wettelijke belangen zoals weergegeven in tabel 1. Tabel 1 Soorten, verboden en belangen Soort Verbod Belang Poelkikker Artikel 3.5 lid 1 Het opzettelijk doden of vangen A Artikel 3.5 lid 2 Het opzettelijk verstoren A Artikel 3.5 lid 4 Het beschadigen of vernielen van A voortplantingsplaatsen of rustplaatsen Artikel 3.34 lid 1 Het uitzetten van dieren of eieren van A dieren Grote Artikel 3.10 lid 1a Het opzettelijk doden of vangen A/B modderkruiper Artikel 3.10 lid 1b Het beschadigen of vernielen van vaste A/B voortplantingsplaatsen of rustplaatsen Artikel 3.34 lid 1 Het uitzetten van dieren of eieren van A/B dieren Belang: A. Artikel 3.8 lid 5b onder 1/3 van de Wnb: 1 in het belang van de bescherming van wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats, 3 in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten B: Artikel 3.10 lid 2 onder a van de Wnb: a in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling van gebieden, daaronder begrepen het daarop volgende gebruik van het ingerichte of ontwikkelde gebied. en voor het gebruik van de middelen zoals weergegeven in tabel 2. Tabel 2 Middelen Soort Verbod Middel Grote modderkruiper vangen Electrisch vissen Aan deze ontheffing zijn op grond van artikel 5.3 van de Wet natuurbescherming de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing geldt voor het project zoals aangegeven op de kaart in bijlage De geldigheidsduur van de ontheffing eindigt op 1 augustus

4 3. De ontheffing geldt uitsluitend voor de soorten, verboden en belangen zoals weergegeven in tabel 1 en voor het gebruik van het middel zoals weergegeven in tabel De ontheffinghouder dient contact op te nemen met de Provincie Gelderland indien er verbodsbepalingen worden overtreden, waarvoor geen ontheffing is verleend. Dit kan het geval zijn als er negatieve effecten optreden op soorten waarvoor geen ontheffing is verleend of als er onverwachte negatieve effecten van de activiteiten optreden. Dit kan via e- mailadres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder blijft verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 6. De in voorschrift 5 genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de activiteiten van de ontheffing worden uitgevoerd over een (digitale) kopie van deze ontheffing, en tonen deze op verzoek aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren. 7. De in voorschrift 5 genoemde (rechts)personen zijn op de hoogte van de inhoud en het doel van deze ontheffing en de daaraan verbonden voorschriften, zodanig dat zij daar ook invulling en uitvoering aan kunnen geven. 8. Indien de ontheffinghouder de ontheffing in zijn geheel wil overdragen dan dient voor deze naamswijziging toestemming te worden gevraagd bij de Provincie Gelderland, via e- mailadres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer Minimaal twee weken voor aanvang van de werkzaamheden moet melding worden gedaan van de datum van start van de werkzaamheden bij de Provincie Gelderland, via adres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige 1 op het gebied van de soorten grote modderkruiper en poelkikker. 11. De deskundige op het gebied van de soorten grote modderkruiper en poelkikker houdt alle bevindingen bij in een logboek en heeft deze beschikbaar op het project. Daarnaast wordt het logboek uiterlijk twee weken na afronding van de werkzaamheden verstrekt aan de Provincie Gelderland, via adres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer In het logboek wordt vermeld op welke data de deskundige aanwezig was, welke werkzaamheden zijn uitgevoerd en (indien van toepassing) hoeveel exemplaren van welke soorten op welke locatie zijn waargenomen en hoeveel er met welke methode zijn gevangen en waar deze zijn uitgezet. Soortspecifieke voorschriften 1 De provincie Gelderland verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie, habitats en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en ((soort)specifieke) ecologische kennis heeft. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: - op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of - als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus. Met betrekking tot soorten of specifieke soorten kan als deskundige ook iemand worden aangemerkt die: - op MBO-niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Wet natuurbescherming, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of -bescherming. 4

5 12. Alle mitigerende maatregelen zoals genoemd onder het kopje In de aanvraag beschreven mitigerende maatregelen van deze ontheffing dienen te worden uitgevoerd. 13. De plagwerkzaamheden binnen een afstand van 200 m van sloten waar de poelkikker is waargenomen vinden plaats buiten de winterrustperiode van (half oktober half april). Indien dit niet mogelijk is worden effectieve maatregelen getroffen om te voorkomen dat de poelkikker aanwezig kan zijn op het moment waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd. 14. Het verwijderen van opeenhopingen van organisch materiaal dient plaats te vinden buiten de winterrustperiode (half oktober half april) van de poelkikker. 15. De deskundige begeleidt in elk geval het wegvangen van de grote modderkruiper, het dempen van sloten en watergangen en het verwijderen van opeenhopingen van organisch materiaal. BEOORDELING VAN DE AANVRAAG Project In de aanvraag beschreven project In samenwerking met verschillende lokale partijen werkt de Provincie Gelderland aan de realisatie van nieuwe natuur in het Binnenveld-Veenkampen. In het nieuw in te richten gebied ligt een deel van Natura 2000-gebied Binnenveld. In totaal zal een aaneengesloten natuurgebied met een oppervlakte van ca 280 ha natte hooilanden worden gerealiseerd. Het waterschap Vallei en Veluwe gaat de inrichting uitvoeren. Het inrichtingsplan is opgesteld in samenwerking met diverse natuurorganisaties. Het plangebied bestaat op dit moment uit agrarische percelen met afwateringssloten en greppels. Het inrichtingsplan omvat de volgende maatregelen: Afplaggen van de voedselrijke toplaag in de landbouwpercelen; Dempen van sloten en detaildrainage in de landbouwpercelen in de Bennekomse Hooilanden; Realiseren van compartimenten door het aanleggen van kades die inundaties vanuit hoger gelegen gebieden tegengaan; Compenseren van natschade in de omgeving door ophoging van agrarische percelen. De werkzaamheden worden uitgevoerd in de periode 1 augustus 2018 tot en met 1 augustus Onderzoek In de aanvraag beschreven wijze van uitvoering van het onderzoek In de periode 2015 is door drie partijen onderzoek gedaan naar beschermde planten, broedvogels en overige soorten in het plangebied. Als vooronderzoek zijn de gegevens uit de Nationale databank flora en fauna geraadpleegd. In 2017 is gericht onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van de grote modderkruiper en de poelkikker. In de aanvraag beschreven ecologische waarden Vogels In het verleden hebben boomvalken in het Binnenveld gebroed in de populieren langs de Veensteeg of in een elektriciteitsmast. Ook zijn territoria van de ransuil en steenuil vastgesteld en is de buizerd waargenomen. Het plangebied is van belang voor vele soorten broedvogels. 5

6 Zoogdieren Verwacht wordt dat algemene zoogdieren in het plangebied voorkomen. Binnen het plangebied bevinden zich geen geschikte locaties voor verblijfplaatsen van vleermuizen. Het plangebied vervult voor vleermuizen geen essentiële functie in de vorm van foerageergebied of vliegroutes. Planten In de Bennekommer Meent zijn een groot aantal bijzondere soorten planten van de rode lijst aangetroffen. Op grond van de Wet natuurbescherming beschermde soorten zijn niet gevonden. Ongewervelden Beschermde ongewervelde dieren zoals vlinders, libellen, kevers en weekdieren komen in het plangebied niet voor. Vissen Op vier plaatsen in sloten in het plangebied is de grote modderkruiper aangetroffen. Amfibieen en reptielen Het gehele plangebied is van belang voor algemeen voorkomende amfbieën als gewone pad, bruine kikker, bastaardkikker en kleine watersalamander. De sloot langs de weg door de proefvelden van de WUR is een belangrijke voortplantingsplek van de poelkikker. Daarnaast is de poelkikker in 2017 in kleinere aantallen verspreid over vrijwel het gehele plangebied waargenomen. Het gehele plangebied is danook van belang als leefgebied voor de poelkikker. Reptielen Het plangebied vormt voor reptielen geen geschikt leefgebied. In de aanvraag beschreven effecten van het project op de ecologische waarden Vogels De mogelijk aanwezige jaarrond beschermde nestplaatsen van de buizerd, boomvalk, ransuil en steenuil blijven behouden. Foerageergebied wordt niet aangetast. De inrichtingsmaatregelen kunnen leiden tot verstoring van broedende weidevogels en watervogels als de werkzaamheden in het broedseizoen worden uitgevoerd. Zoogdieren De maaiveldverlagingen en het dempen van sloten voorzien in vernatting van het plangebied. Dit leidt voor met name algemene grondgebonden zoogdieren tot een vermindering van de kwaliteit van het leefgebied en daarme ook van verblijfplaatsen. Vissen Eén van de sloten waar de grote modderkruiper is gevonden zal worden gedempt. Deze sloot heeft en lengte van 390 m. De overige locaties blijven behouden. Met de aanleg van de Kromme Eem en enkele veenstroompjes ontstaat potentieel nieuw leefgebied voor de grote modderkruiper. In totaal wordt m nieuwe watergang aangelegd. Het nieuwe leefgebied zal enige tijd nodig hebben om zich te ontwikkelen. Het is niet uitgesloten dat de kwaliteit van de verblijfplaatsen tijdelijk vermindert. Amfibieen Voor amfibieën leidt vernatting niet tot een verslechtering van leefgebied. Het aanbod van visvrij water kan de kwaliteit van voortplantingsplaatsen ten goede komen. De voor de poelkikker als voortplantingsplaats belangrijke de sloot langs het WUR-terrein zal niet worden gedempt. De sloot wordt afgesloten van de rest van het watersysteem zodat het zijn drainerende werking verliest en langzaam zal verlanden. Met het dempen van een aantal andere watervoerende sloten zullen enkele kleine voortplantingsplaatsen van de poelkikker verdwijnen. Er worden 6

7 echter ook nieuwe wateren aangelegd welke in potentie geschikt zijn voor de poelkikker. Het landhabitat van de poelkikker zal door de graafwerkzaamheden tijdelijk worden aangetast, maar de kwaliteit ervan zal door de inrichtingmaatregelen worden verbeterd. In de aanvraag beschreven preventieve maatregelen om effecten te voorkomen Er wordt gewerkt buiten het kwetsbare voortplantingsseizoen en overwinteringsseizoen van de poelkikker. Tevens worden verschillende mitigerende maatregelen getroffen om de effecten zo veel mogelijk te beperken. In de aanvraag beschreven gedragscode Uit de aanvraag blijkt dat geen gebruik gemaakt kan worden van een gedragscode. Nu preventieve maatregelen, ter voorkoming van overtreding van de in hoofdstuk 3 van de Wnb vermelde verboden, niet mogelijk zijn en er geen gedragscode van toepassing is, is voor het uitvoeren van de aangevraagde activiteit een ontheffing nodig. In de aanvraag beschreven mitigerende maatregelen Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de poelkikker en grote modderkruiper te beperken worden maatregelen voorgesteld. Het gaat daarbij om de volgende maatregelen: 1. De sloot langs het WUR-terrein die als voortplantingsplaats wordt gebruikt door de poelkikker wordt niet gedempt maar afgedamd om de watervoerende functie op te heffen. Deze sloot kan op termijn op natuurlijke wijze verlanden waarbij de populatie poelkikkers geleidelijk uit eigen beweging op zoek zal gaan naar nieuwe voortplantingsplaatsen die in de omgeving worden aangelegd. 2. Nieuwe waterelementen (Kromme Eem, te herstellen veenstroompjes en greppels) dienen eerst te worden aangelegd voordat bestaande waterelementen worden gedempt. 3. Het dempen van sloten vindt plaats buiten het voortplantingsseizoen van de poelkikker (half maart half september) en buiten vorstperioden. 4. Bij het dempen van sloten wordt in één richting gewerkt en wel in de richting met een open verbinding met andere wateren. Als dit niet mogelijk is worden de te dempen watergangen eerst afgevist. In het water aanwezige fauna (vis, amfibieën en ongewervelden) wordt gevangen en inclusief een deel van de waterplanten overgeplaatst naar de nieuwe watergangen. 5. Nieuwe voortplantingsplaatsen van de poelkikker dienen zoveel mogelijk visvrij te zijn om de kans op succes zo groot mogelijk te laten zijn. Dit betekent dat nieuwe voortplantingsplaatsen geïsoleerd moeten liggen van wateren met vis. 6. Opeenhopingen van organisch materiaal worden voorafgaand aan verwijderen eerst gecontroleerd op de aanwezigheid van poelkikkers. Aangetroffen poelkikkers worden daarbij verplaatst naar een andere geschikte verblijfslocatie in de omgeving. 7. Werkterreinen worden na zonsondergang niet verlicht. In de aanvraag beschreven overtreding van verbodsbepalingen Aan de hand van het voorgaande is in de aanvraag bepaald welke verbodsbepalingen worden overtreden. Dit is aangegeven in het aanvraagformulier. 7

8 Daarnaast is ontheffing aangevraagd voor het gebruik van de middelen zoals weergegeven in tabel 2. Beoordeling Beoordeling van de resultaten van het ecologisch onderzoek en de mitigerende maatregelen Wij hebben het ecologisch onderzoek beoordeeld en wij oordelen dat het onderzoek op de juiste wijze is uitgevoerd en compleet is. De voorgestelde mitigerende maatregelen zijn onvoldoende. In de voorschriften hebben wij aanvullende maatregelen opgenomen. Door het dempen van een aantal sloten gaan enkele voorplantingsplaatsen van de poelkikker verloren en door de vergravingen in het terrein gaat landhabitat van de poelkikker tijdelijk verloren. Het vernietigen van deze voortplantings- en rustplaatsen is in strijd artikel 3.5 lid 2 en lid 4 van de Wet natuurbeschermig. Gelet op het feit dat er voldoende voortplantingsplaatsen overblijven en in het kader van dit project ook nieuwe geschikte wateren zullen worden gerealiseerd, blijft de functionaliteit van de voorplantings- en rustplaatsen van de poelkikker behouden. Omdat de dieren voorafgaand aan de dempingswerkzaamheden en het verwijderen van organisch materiaal indien aanwezig worden weggevangen en verplaatst, is er ook sprake van een ovetreding van artikel 3.5 lid 1, het doden en vangen en artikel 3.34 lid 1, het uitzetten van dieren. Omdat het plangebied geheel wordt omgevormd naar natuur wordt het op termijn nog geschikter voor de poelkikker en andere beschermde soorten. Op een groot aantal percelen wordt het maaiveld verlaagd. De natuurontwikkeling wordt daarmee meer gericht op door kwel beïnvloede natuur. Dit is gunstig voor de kwaliteit van het leefgebied voor de poelkikker. Ook worden enkele nieuwe wateren aangelegd die op termijn geschikt zijn als voortplantingsplaats voor poelkikker. Inrichting van een aantal nieuwe waterelementen is daar mede op afgestemd. Hiermee worden in de gehele Bennekomse Hooilanden meer gebieden geschikt als leef- en voortplantingsgebied voor poelkikker. Eén van de sloten waar de grote modderkruiper is gevonden zal worden gedempt. Hiermee gaat een vaste voorplantingsplaats of rustplaats voor deze soort verloren en wordt artikel 3.10 lid 1b overtreden. Er blijven echter voldoende sloten beschikbaar en binnen het projectgebied worden meerdere voor de grote modderkruiper geschikte wateren gerealiseerd. Hiermee blijft de functionaliteit van de voortplantingsplaatsen behouden. Voorafgaand aan het dempen van de sloot zullen alle vissen worden weggevangen en in sloten in de omgeving worden uitgezet. Het vangen en uitzetten is verboden op grond van artikel 3.10 lid 1a en artikel 3.34 lid 1. Op basis van het voorgaande hebben wij bepaald voor welke (aangevraagde) soorten welke verbodsbepalingen worden overtreden en welke middelen hiervoor kunnen worden ingezet. Deze zijn weergegeven in tabel 1 en 2. Voor deze soorten en verboden en middelen wordt de ontheffing verleend. Dit komt niet geheel overeen met de aangevraagde verboden. Er was geen ontheffing aangevraagd voor artikel 3.5 lid 2 het verstoren van dieren; echter omdat er graafwerkzaamheden plaatsvinden in landhabitat van de poelkikker is er ook sprake van het verstoren. Omdat dieren voorafgaand aan de werkzaamheden gevangen en verplaatst worden, is sprake van een overtreding van artikel 3.5 lid 1 het vangen en artikel 3.34 lid 1 het uitzetten van dieren. Andere bevredigende oplossing In de aanvraag beschreven andere bevredigende oplossingen Het project is locatiegebonden. Voor de belangrijke voortplantingsplaats van de poelkikker in de sloot langs het WUR-terrein is een andere bevredigende oplossing gevonden door deze sloot niet te dempen maar af te sluiten met een stuw. De sloot verliest hiermee zijn drainerende functie maar behoudt tevens zijn functie als voortplantingsplaats. In het definitief ontwerp is het 8

9 dempen van deze sloot dan ook niet meer opgenomen. Voor de overige te dempen sloten in het gebied zijn geen andere bevredigende oplossingen gevonden. Het dempen van sloten zal echter plaatsvinden buiten de voortplantingsperiode van de poelkikker. Ophopingen van organisch materiaal worden verwijderd buiten de winterrustperiode van de poelkikker. Tevens wordt voorkomen dat poelkikkers aanwezig kunnen zijn op de te plaggen percelen. Bij het dempen van de sloten wordt gewerkt in de richting van open verbindingen met ander oppervlaktewater. Indien dit niet mogelijk is zullen de aanwezige beschermde soorten worden weggevangen en elders uitgezet. Beoordeling van de andere bevredigende oplossingen Door de sloot langs het WUR-terrein af te sluiten met een stuw blijft deze vaste voortplantingsplaats voor de poelkikker behouden en kan tevens de drainerende werking van deze sloot worden opgeheven. Voor de overige te dempen sloten is deze maatregel geen bevredigende oplossing omdat de beoogde grondwaterstanden hiermee niet gerealiseerd zouden kunnen worden. Door te werken buiten de kwetsbare perioden wordt zoveel mogelijk voorkomen dat beschermde soorten worden verstoord of gedood. Met de uitvoering van het project met maaiveldverlagingen en het realiseren van poelen wordt het gebied geschikter voor beschermde soorten waaronder de poelkikker en de grote modderkruiper. Conclusie Er bestaat geen andere bevredigende oplossing. Belang In de aanvraag beschreven belang(en) In de aanvraag is bepaald welke wettelijke belangen op het project van toepassing zijn. Ontheffing wordt met name aangevraagd ter bescherming van flora en fauna en in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats. Door de inrichtingsmaatregelen wordt de kwaliteit van de natuurlijke habitats verbeterd door de aanleg van nieuwe poelen en het treffen van hydrologische maatregelen. Beoordeling van belang(en) Wij kunnen instemmen met de in de aanvraag beschreven belangen. Het betreft de belangen die zijn weergegeven in tabel 1. Gunstige staat van instandhouding In de aanvraag beschreven effect op de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten Poelkikker Op een groot aantal percelen wordt het maaiveld verlaagd. De natuurontwikkeling wordt daarmee meer gericht op door kwel beïnvloede natuur. In principe is dit gunstig voor de kwaliteit van het leefgebied voor poelkikker. Ook worden enkele nieuwe wateren aangelegd die in potentie geschikt zijn als voortplantingsplaats voor poelkikker. Inrichting van een aantal nieuwe waterelementen is daar mede op afgestemd. Hiermee worden in de gehele Bennekomse Hooilanden meer gebieden geschikt als leef- en voortplantingsgebied voor poelkikker. Verblijfplaatsen van poelkikker binnen het plangebied worden meer geschikt ofwel nemen in kwaliteit toe. Het verwijderen van de vegetatie en afgraven van de bovengrond kan tijdelijk leiden tot vermindering kwaliteit van landleefgebied. Op langere termijn zullen de maaiveldverlagingen, nieuwe wateren en vernatting van het gebied leiden tot een kwaliteitsverbetering van het leefgebied van poelkikker binnen de gehele Bennekomse Hooilanden. Grote modderkruiper Er verdwijnt 390 meter slootlengte waarin grote modderkruiper is aangetroffen. Hiervoor in de plaats wordt minimaal m lengte nieuwe watergang (Kromme Eem, veenstroompjes), welke 9

10 geschikt is voor grote modderkruiper, aangelegd. In de richtlijnen voor uitvoering van de werkzaamheden zijn maatregelen opgenomen om te voorkomen dat dit een negatief effect heeft op het voorkomen van grote modderkruiper. Het uitvoeren van de mitigerende maatregelen zijn in deze ontheffing als voorschrift opgenomen. Door het uitvoeren van de mitigerende maatregelen kunnen negatieve effecten worden uitgesloten. Beoordeling van de effecten op de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten Het uitvoeren van de maatregelen als bedoeld in de aanvraag leidt niet tot verslechtering van de staat van instandhouding van de soorten poelkikker en grote modderkruiper. Op termijn zal het gebied door de natuurontwikkeling nog geschikter worden voor de poelkikker, grote modderkruiper en andere beschermde soorten. Conclusie Gelet op het voorgaande kan de gevraagde ontheffing worden verleend. OVERIGE VERPLICHTINGEN Wij wijzen u er op dat u zelf verantwoordelijk bent voor het verkrijgen van eventueel benodigde ontheffingen, vergunningen of toestemmingen op grond van andere wet- en regelgeving. ZIENSWIJZEN Gedurende de periode van terinzagelegging kan eenieder schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren brengen. Ingediende zienswijzen worden met het uiteindelijke besluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Gelderland, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem, of aan post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer dat op de eerste bladzijde van het ontwerpbesluit staat vermeld. Voor een mondelinge zienswijze of toelichting over het ontwerpbesluit kan contact worden opgenomen met het Provincieloket (telefoonnummer (026) ). Wij maken u erop attent dat alleen beroep tegen het uiteindelijke besluit kan worden ingediend als de indiener ook een zienswijze heeft ingebracht tegen het ontwerpbesluit en men belanghebbende is. De periode van terinzagelegging is te vinden onder de technische informatie van de kennisgeving. Deze kennisgeving is in te zien op de website van Overheid.nl. bijlagen: - Bijlage 1: Kaart projectlocatie - Bijlage 2: Kaart waargenomen poelkikker en grote modderkruiper 10

11 BIJLAGE 1 Kaart projectlocatie 11

12 BIJLAGE 2 Kaart waargenomen poelkikker en grote modderkruiper 12