ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie

1 ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 3, ontheffing soorten Datum besluit : 4 augustus 2017 Onderwerp : Wet natuurbescherming gemeente Nijmegen Activiteit : opvangcentrum vogels en kleine zoogdieren aan Thijmstraat 121, 6531 CP Nijmegen Verlenen/weigeren : verlenen ontheffing Aanvrager : Stichting Centrale Dierenambulance Nijmegen e.o. Zaaknummer : Documentnummer(s). inzagestukken: , , , en

2 Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van Stichting Centrale Dierenambulance Nijmegen e.o., Thijmstraat CP Nijmegen, hierna te noemen de aanvrager, van 10 april 2017 een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming, verder Wnb. AANVRAAG EN PROCESVERLOOP Op 10 april 2017 ontvingen wij een aanvraag van Stichting Centrale Dierenambulance Nijmegen e.o. voor een ontheffing in het kader van hoofdstuk 3 van de Wnb voor het onder zich hebben, opzettelijk doden en vangen en het uitzetten van beschermde inheemse soorten vogels, eekhoorns, egels, hazen en konijnen. De ontheffing wordt aangevraagd voor het tijdelijk opvangen van beschermde inheemse soorten die door ziekte, verwonding of verwezing niet zelfstandig in de vrije natuur kunnen overleven, met het doel deze te verzorgen en te revalideren. De opvang is gericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer van de dieren naar de natuur. De ontheffing wordt aangevraagd in het kader van de in de wet genoemde belangen ter bescherming van flora en fauna of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats en om het verstandig gebruik van bepaalde vogels en dieren te vangen en onder zich te hebben in kleine hoeveelheden selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden. De aanvraag maakt onderdeel uit van deze ontheffing. Op 12 oktober 2010 is door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ontheffing met kenmerk FF/75/2009/068 verleend voor de periode tot en met 1 juli Er is geen gedragscode van toepassing. Wel zijn de Beleidsregels over de kwaliteit van opvang diersoorten van toepassing. Hierin zijn de werkprocessen en kwaliteitsborging opgenomen. De volgende documenten zijn gebruikt bij de beoordeling van de aanvraag: - Aanvraag opvang van wilde inheemse dieren t.b.v. Dierenambulance Nijmegen e.o.. - DAN DV Kwaliteitsprotocol Bijlageboek protocol - Ontheffing Flora- en faunawet, d.d Op deze aanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard. BESLUIT Gedeputeerde Staten van Gelderland HEBBEN BESLOTEN gelet op artikel 3.3, lid 1 (Vogelrichtlijnsoorten), artikel 3.8, lid 1 (Habitatrichtlijnsoorten en Verdragen van Bern- en Bonnsoorten), artikel 3.10, lid 2 (Nationale soorten) en artikel 3.34, lid 3 (uitzetten) van de Wet natuurbescherming ONTHEFFING TE VERLENEN aan Stichting Centrale Dierenambulance Nijmegen e.o., Thijmstraat 121, 6531 CP Nijmegen 2

3 voor de soorten, van de verbodsbepalingen en voor de wettelijke belangen zoals weergegeven in tabel 1. Tabel 1 Soorten en verboden Soort Verbod Belang 1 Alle van nature in Nederland A + B in het wild levende vogelsoorten Eekhoorn (Sciurus vulgaris) Egel (Erinaceus europeus) Haas (Lepus europeus) Konijn Artikel 3.1, lid 1 Artikel 3.2, lid 6 Artikel 3.5, lid 1 Artikel 3.6, lid 2 Artikel 3.34, lid 1 Artikel 3.10, lid 1 Artikel 3.34, lid 1 Opzettelijk doden van vogels Onder zich hebben van vogels Opzettelijk doden van dieren Onder zich hebben van dieren Uitzetten van dieren Opzettelijk doden van dieren Uitzetten van dieren (Oryctolagus cuniculus) 1 Belangen: A. artikel 3.3, lid 4 onder b4 van de Wnb: ter bescherming van flora en fauna; B. artikel 3.8, lid 5 onder b1 van de Wnb: in het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats; C. Artikel 3.10, lid 2 onder d van de Wnb: ter voorkoming of bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren. Voor zover het betreft het uitzetten van de genoemde diersoorten, geldt de ontheffing voor de provincies Gelderland en Limburg. Aangezien het uitzetten van de genoemde diersoorten voor de provincies Gelderland en Limburg geldt, zijn Gedeputeerde Staten verplicht om dit besluit te nemen in overeenstemming met provincie Limburg. Het besluit is ter instemming verzonden naar provincie Limburg. Aan deze ontheffing zijn op grond van artikel 5.3, lid 1 van de Wnb de volgende voorschriften verbonden: 1. De ontheffing geldt voor de locatie Thijmstraat 121, 6531 CP Nijmegen. 2. De geldigheidsduur van deze ontheffing eindigt op 1 juli De ontheffing geldt uitsluitend voor de soorten, verboden en belangen zoals weergegeven in tabel 1. B + C 4. Deze ontheffing wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de ontheffinghouder of aantoonbaar in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts)personen. De ontheffinghouder blijft daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. Ook voor de uitvoering, bekostiging en het beheer van deze maatregelen blijft de ontheffinghouder primair verantwoordelijk en aansprakelijk. 5. Op de plaats waar de activiteiten van de ontheffing worden uitgevoerd dient een (digitale) kopie van deze ontheffing aanwezig te zijn en op verzoek getoond te worden aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren. 6. De in voorschrift 4 genoemde (rechts)personen zijn op de hoogte van de inhoud en het doel van deze ontheffing en de daaraan verbonden voorschriften, zodanig dat zij daar ook invulling en uitvoering aan kunnen geven. 3

4 7. Indien de ontheffinghouder de vergunning in zijn geheel wil overdragen dan dient voor deze naamswijziging toestemming te worden gevraagd bij de Provincie Gelderland, via adres onder vermelding van het zaaknummer De ontheffing geldt uitsluitend voor dieren die door ziekte, verwonding of verwezing, door direct of indirect menselijk handelen of nalaten tijdelijk niet zelfstandig in de vrije natuur kunnen overleven, met het doel deze dieren tijdelijk op te vangen, te verzorgen en te revalideren. Deze opvang is gericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer van de dieren naar de natuur. 9. De te verrichten werkzaamheden worden conform het protocol Protocol beleid en werkwijze voor de opvang van hulpbehoevende beschermde inheemse dieren in bijlage 1 uitgevoerd. 10. De ontheffinghouder moet voldoen aan de voorwaarden van het kwaliteitsprotocol zoals vastgesteld in de Beleidsregels kwaliteit opvang dieren van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 16 november 2015, gewijzigd op 17 december De ontheffinghouder dient jaarlijks vóór 1 februari te rapporteren aan Provincie Gelderland, via adres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer , over de in het voorgaande jaar opgevangen dieren. In deze rapportage dienen voor deze dieren in ieder geval de volgende gegevens uit de administratie te zijn opgenomen: - diersoort; - (indien bekend) de vindplaats van het dier; - datum van binnenkomst; - reden van aanbieden; - de definitieve bestemming van het dier met vermelding van datum. 12. Indien het dier geëuthanaseerd wordt, moeten ringen (van vogels) of andere registratiekenmerken worden opgestuurd en / of doorgegeven aan de registratieinstantie. 13. Indien het opvangcentrum te maken krijgt met een onvoorziene situatie waardoor het opvangcentrum zich gedwongen ziet van de voorschriften van het protocol af te wijken, stelt de ontheffinghouder onverwijld Provincie Gelderland daarvan schriftelijk op de hoogte, via adres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer BEOORDELING Project In de aanvraag beschreven project Stichting Centrale Dierenambulance Nijmegen e.o. is een opvangcentrum voor wilde inheemse vogels, konijnen en hazen. Zieke, verwonde en verweesde dieren worden tijdelijk opgevangen en verzorgd totdat ze weer teruggeplaatst kunnen worden in de vrije natuur. Het betreft hier een bestaande opvang die beschikt over een ontheffing van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie die op 1 juli 2017 afloopt. Er vinden geen wijzigingen plaats. In de aanvraag beschreven gedragscode Uit de aanvraag blijkt dat geen gebruik gemaakt wordt van een gedragscode. 4

5 Nu preventieve maatregelen, ter voorkoming van overtreding van de in hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming vermelde verboden, niet in deze aanvraag zijn opgenomen, zal voor de aangevraagde activiteit een ontheffing moeten worden verleend. In de aanvraag beschreven overtreding van verbodsbepalingen Aan de hand van het voorgaande is in de aanvraag bepaald welke verbodsbepalingen worden overtreden. Dit is aangegeven in het aanvraagformulier. Er is ontheffing aangevraagd voor de soorten en verboden genoemd in tabel 2. Tabel 2 Aangevraagde soorten en verboden Soort Verbod Vogels Artikel 3.1, lid 1 Artikel 3.5, lid 1 Artikel 3.6, lid 2 Artikel 3.10, lid 1, a Konijnen en hazen Artikel 3.1, lid 1 Artikel 3.5, lid 1 Artikel 3.6, lid 2 Artikel 3.10, lid 1, a Daarnaast is ontheffing aangevraagd voor het gebruik van de middelen zoals weergegeven in tabel 3. Tabel 3 Aangevraagde middelen Soort Verbod Middel Vogels Vangen (schep)net en vangkooi Konijnen en hazen Vangen (schep)net en vangkooi Opzettelijk doden en vangen van vogels Onder zich hebben of vervoeren van dieren Opzettelijk doden en vangen van vogels Onder zich hebben of vervoeren van dieren Beoordeling van de aanvraag Wij hebben de aanvraag beoordeeld en oordelen dat de omschrijvingen van de gewenste activiteiten niet aansluiten bij de aangevraagde verboden. Dierenambulances hebben vrijstelling voor het opzettelijk vangen en vervoeren van zieke of gewonde soorten genoemd onder de Wnb. Op basis van het voorgaande hebben wij bepaald voor welke (aangevraagde) soorten welke verbodsbepalingen worden overtreden. Deze zijn weergegeven in tabel 1. Voor deze soorten en verboden wordt de ontheffing verleend. Dit komt deels overeen met de aangevraagde soorten en verboden. Om ervoor te zorgen dat verantwoord wordt gehandeld zijn er tevens voorschriften opgenomen. Toetsing aan artikel 2 Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten Een ontheffing wordt alleen verleend indien aan artikel 2 van de Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten wordt voldaan. De opvang Stichting Centrale Dierenambulance Nijmegen e.o. is een stichting. De doelstelling in de statuten van een stichting komen overeen met de doelstelling, zoals opgenomen in artikel 2 van de bijlage Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten. Uit de werkprotocollen blijkt dat het opvangcentrum beschikt over een vakbekwaam dierverzorger. Ook wordt een register gevoerd overeenkomstig artikel 4.9 van het Besluit houders van dieren. Daarmee voldoet de opvang aan artikel 2 van de Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten. 5

6 Andere bevredigende oplossing In de aanvraag beschreven andere bevredigende oplossingen Er zijn geen andere oplossingen beschreven want de opvang van dieren gebeurt alleen in situaties dat er reeds op een bepaalde manier een calamiteit is opgetreden. Conclusie Er bestaat geen andere bevredigende oplossing. Belang In de aanvraag beschreven belangen In de aanvraag is bepaald welke wettelijke belangen op het project van toepassing zijn. Dit is aangegeven in tabel 3. Tabel 3 Soort en belangen Soort Belang Vogelrichtlijnsoorten Artikel 3.3, lid 4, b4 Artikel 3.3, lid 4, b6 Habitatrichtlijnsoorten en Verdragen van Bern- en Bonnsoorten Artikel 3.8, lid 5, b1 Artikel 3.8, lid 5, b5 Ter bescherming van flora en fauna Om het vangen, het onder zich hebben, of elke andere wijze van verstandig gebruik van bepaalde vogels in kleine hoeveelheden selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden toe te staan In het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats Om het onder strikt gecontroleerde omstandigheden mogelijk te maken op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder zich te hebben, onderscheidenlijk een beperkt bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde planten van de aangewezen soort te plukken of onder zich te hebben Nationale soorten Artikel 3.8, lid 5, b5 Om het onder strikt gecontroleerde omstandigheden mogelijk te maken op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder zich te hebben, onderscheidenlijk een beperkt bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde planten van de aangewezen soort te plukken of onder zich te hebben Beoordeling van belangen Wij hebben de aangevraagde belangen beoordeeld en komen tot de conclusie dat alleen het belang van bescherming van (wilde) flora en fauna van artikel 3.3, lid 4 onder b4 en artikel 3.8, lid 5 onder b1 geheel overeen komt met het doel van de aanvraag en daarnaast komt ook het belang van voorkoming of bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren hiermee overeen. Voor deze belangen wordt daarom de ontheffing verleend. 6

7 Gunstige staat van instandhouding In de aanvraag beschreven effect op de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten De werkzaamheden van de Stichting Centrale Dierenambulance Nijmegen e.o. zijn erop gericht zieke, gewonde en verweesde dieren tijdelijk op te vangen, te verzorgen en te revalideren, met het uiteindelijke doel deze dieren weer terug te plaatsen in de vrije natuur. Daarmee dragen deze werkzaamheden bij aan de gunstige staat van instandhouding van beschermde inheemse soorten. Beoordeling van de effecten op de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten Het uitvoeren van de maatregelen als bedoeld in de aanvraag leidt niet tot verslechtering van de staat van instandhouding van beschermde inheemse soorten. Conclusie Gelet op het voorgaande kan de gevraagde ontheffing worden verleend. OVERIGE VERPLICHTINGEN Wij wijzen u er op dat u zelf verantwoordelijk bent voor het verkrijgen van eventueel benodigde ontheffingen, vergunningen of toestemmingen op grond van andere wet- en regelgeving. ZIENSWIJZEN Gedurende de periode van terinzagelegging kunnen belanghebbenden schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren brengen. Ingediende zienswijzen worden met het uiteindelijke besluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd. Schriftelijke zienswijzen kunnen worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Gelderland, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem, of aan post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer dat op de eerste bladzijde van het ontwerpbesluit staat vermeld. Voor een mondelinge zienswijze of toelichting over het ontwerpbesluit kan contact worden opgenomen met het Provincieloket (telefoonnummer (026) ). Wij maken u erop attent dat alleen beroep tegen het uiteindelijke besluit kan worden ingediend als de indiener ook een zienswijze heeft ingebracht tegen het ontwerpbesluit en men belanghebbende is. De periode van terinzagelegging is te vinden onder de technische informatie van de kennisgeving. Deze kennisgeving is in te zien op de website van Overheid.nl. Bijlagen: - Bijlage 1: Protocol beleid en werkwijze voor de opvang van hulpbehoevende beschermde inheemse dieren. 7