BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie

1 BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 3, ontheffing soorten Datum besluit : 22 november 2017 Onderwerp : Wet natuurbescherming gemeente Neerijnen Activiteit : Opvang en uitzetten verwilderde katten (Felis catus) aan Waalbanddijk 145, 4174GR te Hellouw (gemeente Neerijnen) Verlenen/weigeren : Verlenen ontheffing Aanvrager : Stichting Superkatten te Hellouw Zaaknummer : Documentnummer(s): Inzagestukken en

2 Beslissing van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND op het verzoek van Stichting Superkatten, Waalbanddijk 145, 4174GR te Hellouw, hierna te noemen de aanvrager, van 31 mei 2017 om een ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming, verder Wnb. De opbouw van deze beslissing is als volgt: Allereerst wordt de ingediende aanvraag en het procesverloop toegelicht; Daarna volgt het besluit met inbegrip van de voorschriften; Onder het kopje beoordeling wordt de onderbouwing van het besluit gegeven; De beslissing wordt afgesloten met enkele algemene bepalingen en een toelichting op het verdere procesverloop ( overige verplichtingen en zienswijzen ). AANVRAAG EN PROCESVERLOOP Op 31 mei 2017 ontvingen wij een aanvraag van Stichting Superkatten voor een ontheffing in het kader van hoofdstuk 3 van de Wnb voor het vangen en terugplaatsen van verwilderde katten. De ontheffing wordt aangevraagd voor enerzijds het vangen en onder zich hebben van verwilderde katten met behulp van vangkooi en kastval en anderzijds het terugplaatsen van gevangen en behandelde verwilderde katten. De opvang is gericht op een zo spoedig mogelijke terugkeer van de katten naar de locatie waar deze zijn gevangen. De ontheffing wordt aangevraagd in het kader van in de wet genoemde belangen. Dit betreffen de belangen in het kader van volksgezondheid of openbare veiligheid en om het vangen, onder zich hebben van bepaalde dieren in kleine hoeveelheden en onder strikt gecontroleerde omstandigheden toe te staan. De aanvraag maakt onderdeel uit van deze ontheffing. Op 3 augustus 2016 is door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie een ontheffing met kenmerk FF/75/2016/019 verleend voor de periode tot en met 3 augustus De Gedragscode Dierenbescherming voor het vangen en terugplaatsen van verwilderde katten is van toepassing. Hierin zijn de werkprocessen en kwaliteitsborging opgenomen. De volgende documenten zijn gebruikt bij de beoordeling van de aanvraag: - Aanvraag ontheffing Beschermde Soorten 31 mei 2017; - Ontheffing Flora- en Faunawet, d.d. 3 augustus 2017 ontheffing met kenmerk FF/75/2016/019; - Gedragscode Dierenbescherming voor het vangen en terugplaatsen van verwilderde katten; - Wat doet de Stichting Superkatten, toelichting werkwijze, 5 pagina s, juni 2017, Stichting Superkatten. Het ontwerpbesluit heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Wij hebben binnen deze termijn geen zienswijzen ontvangen. Op deze aanvraag is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing verklaard. 2

3 BESLUIT Gedeputeerde Staten van Gelderland HEBBEN BESLOTEN gelet op artikel 3.34, lid 1 en 3, ONTHEFFING TE VERLENEN aan Stichting Superkatten, Waalbanddijk 145, 4174GR te Hellouw voor de soort en van de verbodsbepaling zoals weergegeven in tabel 1; Tabel 1 Soorten en verboden Soort Verbod Verwilderde huiskat (Felis catus) Artikel 3.34, lid 1 Verbod om dieren uit te zetten Voor zover het betreft het uitzetten van verwilderde katten geldt de ontheffing voor de provincie Gelderland. Er wordt geen ontheffing verleend voor het vangen en onder zich hebben van verwilderde katten, met gebruikmaking van vangkooien en kastvallen, omdat verwilderde katten niet vallen onder de beschermde diersoorten, maar onder de categorie Gehouden dieren. Vandaar dat met het vangen van verwilderde katten geen wettelijke bepalingen van de Wnb worden overtreden. Alleen het uitzetten van de geneutraliseerde dieren wordt als overtreding gezien op het verbod dieren uit te zetten (Artikel 3.34 Wnb). Vanwege het feit dat met betrekking tot het uitzetten van dieren, nieuw beleid in ontwikkeling is, achten wij het wenselijk om de ontheffing voor een maximale duur van één jaar te verlenen. Aan deze ontheffing zijn op grond van artikel 5.3, lid 1, 3 en 4 van de Wnb de volgende voorschriften verbonden: 1. De ontheffing geldt voor gevangen en gesteriliseerde/gecastreerde verwilderde katten afkomstig van de locatie Waalbanddijk 145, 4174GR te Hellouw. 2. De geldigheidsduur van deze ontheffing eindigt 1 jaar na de datum van publicatie van dit besluit. 3. De ontheffing geldt voor de soort en verbod, zoals weergegeven in de tabel Deze ontheffing wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de ontheffinghouder of aantoonbaar in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts)personen. De ontheffinghouder blijft daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. Ook voor de uitvoering, bekostiging en het beheer van deze maatregelen blijft de ontheffinghouder primair verantwoordelijk en aansprakelijk. 5. Op de plaats waar de activiteiten van de ontheffing worden uitgevoerd dient een (digitale) kopie van deze ontheffing aanwezig te zijn en op verzoek getoond te worden aan de daartoe bevoegde toezichthouders en opsporingsambtenaren. 6. De in voorschrift 4 genoemde (rechts)personen zijn op de hoogte van de inhoud en het 3

4 doel van deze ontheffing en de daaraan verbonden voorschriften, zodanig dat zij daar ook invulling en uitvoering aan kunnen geven. 7. Indien de ontheffinghouder de ontheffing in zijn geheel wil overdragen dan dient voor deze naamswijziging toestemming te worden gevraagd bij de Provincie Gelderland, via adres onder vermelding van het zaaknummer De aangegeven handelingen mogen uitsluitend worden verricht voor het terugzetten van verwilderde katten, volgens de bij de aanvraag gevoegde "Gedragscode Dierenbescherming voor het vangen en terugplaatsen van verwilderde katten". Hierbij worden de dieren op dezelfde locatie te worden teruggezet als ze zijn gevangen. 9. Voorafgaande aan het terugzetten worden de verwilderde katten gevangen, gesteriliseerd of gecastreerd, volgens het principe trap, neuter, return (TNR). 9. De gebieden, binnen de begrenzing van de provincie Gelderland, waarvoor de ontheffing geldt, dienen te zijn gelegen: o binnen de bebouwde kom; o buiten de bebouwde kom, binnen een locatie waarbij minimaal tien woningen dicht bij elkaar staan; o op campings, bungalowparken en vakantieaccommodaties. 10. Aan het begrip bebouwde kom dient met betrekking tot de Wet natuurbescherming een zelfstandige betekenis te worden toegekend, los van bijvoorbeeld de betekenis van dit begrip in de Wegenverkeerswet n Algemene Plaatselijke Verordeningen. Aansluiting wordt daarbij gezocht met artikel 3.21, derde lid van de Wet natuurbescherming. 11. Gebruikers van deze ontheffing dienen voor het vangen en uitzetten van de verwilderde katten schriftelijke toestemming te hebben van de grondgebruikers. Dit kunnen gemeenten zijn als grondgebruiker van de openbare ruimte binnen de bebouwde kom, particuliere grondeigenaren en gebruikers van privé-eigendommen of grondgebruikers (eigenaren of beheerders) van campings, bungalowparken en vakantie-accommodaties. 12. De ontheffinghouder dient jaarlijks vóór 1 februari te rapporteren aan Provincie Gelderland, via adres post@gelderland.nl, onder vermelding van het zaaknummer , over de in het voorgaande jaar opgevangen dieren. In deze rapportage dienen de gegevens opgenomen te zijn uit het register en logboek zoals genoemd in Paragraaf 8 van Beleidsregels kwaliteit opvang diersoorten, geldend vanaf Tevens dient de definitieve bestemming van het dier met vermelding van datum, aangegeven te zijn. 13. De ontheffingshouder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor de strikte naleving van de voorwaarden van deze ontheffing. Ook voor de uitvoering, bekostiging en het beheer van deze maatregelen blijft de ontheffingshouder primair verantwoordelijk en aansprakelijk. 4

5 BEOORDELING Project In de aanvraag beschreven project Stichting Superkatten is een opvangcentrum voor verwilderde katten, gevestigd in de gemeente Neerijnen. In het kader van overlastbestrijding worden verwilderde katten gevangen, geneutraliseerd (gecastreerd of gesteriliseerd) en weer teruggezet op de locatie van herkomst (TNR-methode). Van belang hierbij is dat de Stichting de katten niet terugzet in de vrije natuur, maar terugplaatst op de locatie van herkomst in bebouwd gebied (bebouwde kom, recreatieterreinen en campings etc.). Het betreft hier een bestaande opvang die beschikt over een ontheffing (FF/75/2016/019) van het ministerie van Economische Zaken die op 3 augustus 2017 afloopt. Er vinden geen wijzigingen plaats, zodat aangesloten kan worden bij de voorwaarden uit de voormalige ontheffing verleend door het Ministerie van Economische zaken. In de aanvraag beschreven gedragscode Uit de aanvraag blijkt dat er gebruik gemaakt wordt van de Gedragscode Dierenbescherming voor het vangen en terugplaatsen van verwilderde katten". Dit document is als bijlage 1 toegevoegd aan dit besluit. In de aanvraag beschreven preventieve en mitigerende maatregelen Aangezien preventieve en mitigerende maatregelen, ter voorkoming van overtreding van de in hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming vermelde verboden, niet in deze aanvraag kunnen worden opgenomen, zal voor de aangevraagde activiteit een ontheffing moeten worden verleend. In de aanvraag beschreven overtreding van verbodsbepalingen Aan de hand van het voorgaande is in de aanvraag bepaald welke verbodsbepalingen worden overtreden. Dit is aangegeven in het aanvraagformulier. Er is ontheffing aangevraagd voor de soorten en verboden genoemd in tabel 1. Beoordeling van de aanvraag Op basis van de aanvraag hebben wij bepaald voor welke (aangevraagde) soorten welke verbodsbepalingen worden overtreden. Om ervoor te zorgen dat verantwoord wordt gehandeld zijn er tevens voorschriften opgenomen. In de aanvraag beschreven andere bevredigende oplossingen Er zijn geen andere oplossingen beschreven, want uitzetten van geneutraliseerde dieren is de enige manier om dieren te kunnen (her)plaatsen, zonder over te gaan tot euthanaseren. In de meeste gevallen kunnen verwilderde katten niet meer geresocialiseerd worden, zodat plaatsing in een gastsituatie niet meer reëel is. Conclusie Er bestaat geen andere bevredigende oplossing. Belang In de aanvraag beschreven belangen Er zijn door de aanvrager twee wettelijke belangen beschreven in de aanvraag. Dit betreffen de belangen in het kader van volksgezondheid of openbare veiligheid en om het vangen, onder zich hebben van bepaalde dieren in kleine hoeveelheden en onder strikt gecontroleerde omstandigheden toe te staan. 5

6 Genoemde wettelijke belangen zijn van toepassing op volgens de wet beschermde soorten. Verwilderde katten vallen niet onder de beschermde diersoorten, maar onder de categorie Gehouden dieren. Vandaar dat deze wettelijke belangen niet van toepassing zijn. Alleen het uitzetten van de geneutraliseerde dieren wordt als overtreding gezien op het verbod dieren uit te zetten (Artikel 3.34 Wnb). Gunstige staat van instandhouding In de aanvraag beschreven effect op de staat van instandhouding van de desbetreffende soorten Niet van toepassing. OVERIGE VERPLICHTINGEN Wij wijzen u er op, dat u zelf verantwoordelijk bent voor het verkrijgen van eventueel benodigde ontheffingen, vergunningen of toestemmingen op grond van andere wet- en regelgeving. Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, H. Boerdam Beroep Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van het besluit hiertegen een beroepschrift indienen bij de rechtbank Gelderland (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem). Zij die partij zijn in de hoofdzaak kunnen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem) een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. Voor individuele burgers (niet voor advocaten en ook niet voor gemachtigden namens een bedrijf of een organisatie) bestaat de mogelijkheid digitaal beroep of een verzoek om een voorlopige voorziening in te dienen. Meer informatie kunt u vinden op Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Gelderland via telefoonnummer (088) of op Bijlagen: - Bijlage 1: Gedragscode Dierenbescherming voor het vangen en terugplaatsen van verwilderde katten 6

7 Bijlage 1: Gedragscode Dierenbescherming voor het vangen en terugplaatsen van verwilderde katten (versie maart 2010, waarbij recent FFW vervangen is door Wnb) GEDRAGSCODE VOOR HET VANGEN MET KASTVAL EN TERUGPLAATSEN VAN VERWILDERDE KATTEN IN DE BEBOUWDE KOM ZIJNDE MINIMAAL TIEN DICHT BIJ ELKAAR STAANDE WONINGEN EN OP CAMPINGS, BUNGALOWPARKEN EN VAKANTIE-ACCOMMODATIES De Dierenbescherming wil bevorderen dat het aantal verwilderde katten in Nederland op termijn wordt teruggedrongen. Het is in het belang van dier en mens om bestaande populaties beheersbaar te maken en zoveel mogelijk te voorkomen dat nieuwe populaties ontstaan. Het ingrijpen in een specifieke populatie heeft primair als doel verdere uitbreiding van de groep te voorkomen. Het beleid van de Dierenbescherming is erop gericht om verwilderde katten te vangen, steriel te maken en terug te plaatsen. Deze methode is de meest effectieve en diervriendelijke om zowel overlast als dierenleed te bestrijden. Sinds 1980 propageert de Dierenbescherming deze methode die ontleend is aan de Engelse bioloog Roger Tabor. Volgens deze deskundige heeft het ruimen van populaties geen zin. Er treedt dan een vacuümeffect op. Na het doden of wegvangen zal hun plek spoedig weer worden ingenomen door andere soortgenoten, die afkomen op de aantrekkelijke habitat en zich aldaar snel voorplanten. Overlast en dierenleed persisteren. Het beste alternatief is de TNR-methode van Tabor. TNR is het acroniem voor trap, neuter and return. Wanneer katten in een populatie niet gedood, maar gevangen worden (trap) en vervolgens gecastreerd (neuter) en weer teruggezet (return) draagt dit enorm bij aan de inperking van de overlast en het welzijn van de dieren. De Dierenbescherming heeft inmiddels al tientallen jaren goede ervaring met deze methode. Echter, medio 2003 is er een discussie ontstaan of deze methode wel of niet wettelijk is toegestaan. Naar mening van de Dierenbescherming is terugplaatsen niet identiek aan uitzetten, hetgeen volgens artikel 3.34 Wnb verboden is. Maar om een eind te maken aan deze (juridische) discussie, en daarmee de onzekerheid, heeft de Dierenbescherming besloten na overleg met LNV- een ontheffing aan te vragen voor deze activiteiten. Daarmee hopen wij een diervriendelijke bijdrage te kunnen blijven leveren aan dit maatschappelijke probleem. Deze gedragscode omschrijft de handelingen die in ieder geval moeten worden verricht bij het vangen en terugplaatsen van verwilderde katten. In het Handboek Zwerfkatten- en Kittenopvang januari 2004 vindt u een verdere praktische uitwerking van het beleid van de Dierenbescherming. 1. Het vangen 1.1 Voorbereiding Voorlichting omwonenden. Buurtonderzoek: vanggebied in kaart brengen op aantal katten, voederplekken en geschikte vanglocaties. Contactpersoon voor communicatie tussen omwonenden en de vangende organisatie benoemen. Planning met alle noodzakelijke informatie (aantal katten, contactpersonen, voedertijden en beschrijving van de omgeving) en het tijdbestek waarbinnen de vangacties zullen plaatsvinden (streefdatum). Informeren van buurt of contactpersoon, afspraak over tijden waarop niet gevoerd mag worden en wanneer eigen katten moeten worden binnengehouden of van een merkteken voorzien. Voor het vangen en uitzetten van de verwilderde katten op campings, bungalowparken en vakantie-accommodaties dient eerst toestemming te zijn verkregen van de grondgebruiker/eigenaar beheerders van deze campings, bungalowparken en vakantieaccommodaties. 7

8 1.2 Het vangen Gebruik kastvallen. Een kastval kenmerkt zich door een vallend element en eenmalig gebruik. Zodra een dier de kastval binnenkomt sluit een vallend element de ingang af. Het dier zit gevangen en er kunnen geen andere dieren meer bij. De kastval moet aan de volgende voorwaarden voldoen: o Degelijk en goed onderhouden (val heeft de juiste spanning) o Voorzien van naam en telefoonnummer van de eigenaar o Dichtklappen met een uitsparing van 2 á 3 cm vanwege staarten, de vallen zijn voorzien van een (wigvormige) vergrendeling (valluikblokkering) om ontsnappen te voorkomen. Zorg ervoor dat de gespannen kastval minimaal één keer per dag wordt geïnspecteerd. Bedek na vangst de kastval zo spoedig mogelijk met een deken ter voorkoming van verdere stress. De kat zo spoedig mogelijk meenemen. Bedek na de vangst de kooi tegen regen, en wind en zet de kooi uit het zicht. 1.3 Waar vangen Binnen de bebouwde kom (volgens definitie Wnb) zijnde minimaal een tiental dicht bij elkaar staande woningen en op campings, bungalowparken en vakantieaccommodaties. Op campings, bungalowparken en vakantieaccommodaties (na toestemming van beheerder camping, bungalowpark of vakantieaccommodatie). 1.4 Na vangst Raak de kat zo min mogelijk aan. Controleer de kat op merktekens (eartip, chip, tatoeage of ander merkteken). Controleer of een poes zogende is. In dat geval moet de poes direct worden losgelaten. 2. Het terugplaatsen Na het castreren of steriliseren worden de katten teruggeplaatst in hun oude leefomgeving. Tijdens de operatie is een merkteken aangebracht (voorkeur eartip, of chip). Een kat mag maximaal 2 ingrepen ter identificatie hebben. Uit een van de merktekens moet duidelijk zijn af te leiden dat de kat steriel is gemaakt. 2.1 Wanneer terugplaatsen Het terugplaatsen kan pas plaatsvinden nadat de dieren zijn hersteld van de castratie (gezonde katers na 24 uur) of sterilisatie (gezonde poezen na 4 nachten). Het terugplaatsen kan het beste in de schemering plaatsvinden. De buurtcoördinator of contactpersoon wordt ingelicht over het terugzetten van de dieren, zodat weer beperkt bijgevoerd kan worden. 2.2 Waar terugplaatsen Op de locatie waar de katten zijn gevangen (zie 1.3). 2.3 Niet terugplaatsen De verwilderde katten niet terugplaatsen in de volgende situaties: o ernstig zieke dieren, zulks ter beoordeling van een dierenarts; o omgeving van de populatie is niet veilig of niet meer geschikt; o in andere dan de onder 2.2 genoemde gebieden; o ingeval de katten mogelijk herplaatsbaar zijn. 8

9 2.4 Monitoring De teruggeplaatste populaties worden gemonitord (conditie van de katten, aantal katten, nieuwkomers en andere variabele omstandigheden). 2.5 Verslaglegging De afdeling van de Dierenbescherming moet nauwkeurig aangeven hoeveel katten worden gevangen en hoeveel teruggeplaatst (vermelding registratienummer), op welke locatie, hoeveel dieren elders zijn ondergebracht en hoe de nazorg is verricht. Deze gegevens moeten eens per kwartaal bij voorkeur digitaal worden doorgegeven aan het Verenigingsbureau van de Dierenbescherming, t.a.v. Asielen en Afdelingen, zwerfkatdierenbescherming.nl. 3. Controle Bij niet naleving van deze gedragscode stelt de LID onderzoek in, rapporteert dit aan de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren en aan de hand hiervan besluit de NVBD om op te treden tegen de overtreder. Zo nodig zal de machtiging worden ingetrokken. 4. Verslaglegging en evaluatie Een half jaar voor de afloop van de geldingsduur van de ontheffing levert het Verenigingsbureau van de Dierenbescherming een overzicht aan het ministerie van LNV van de aantallen gevangen katten, de locaties van terugplaatsing en een evaluatie van de wijze waarop de ontheffing heeft uitgewerkt. De verslaglegging en de evaluatie vormen de basis voor de besluitvorming over verlenging van de ontheffing. 9