BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie

1 BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 13 oktober 2016 Onderwerp : Flora- en faunawet - zaaknummer Activiteit: : Schadebestrijding en standregulatie ganzen - werkgebied Faunabeheereenheid Gelderland Verlenen/afwijzen : Verlenen Aanvrager : Faunabeheereenheid Gelderland, van Twickelostraat 13, 7411 SC, Deventer Zaaknummer :

2 Ontheffing Flora- en faunawet (hierna Ffw) artikel 68 aan Faunabeheereenheid Gelderland voor schadebestrijding en standregulatie van ganzen. I a GEGEVENS Aanvraag Gegevens Op 7 april 2016 ontvingen wij een aanvraag van Faunabeheereenheid Gelderland voor wijziging van de voorschriftenbijlage bij de ontheffing Ffw artikel 68 voor het bestrijden van schade en standregulatie van ganzen binnen het : Schadebestrijding en standregulatie ganzen- werkgebied Faunabeheereenheid (FBE). De aanvraag betreft een nadere vereenvoudiging en/of verduidelijking van deze voorschriften en het zelf toevoegen van gebieden voor schadebestrijding onder kennisgeving vooraf. Relevante eerdere ontheffingsbesluiten Gebleken is dat: Bij besluit van 28 oktober 2014 onder zaaknummer Gedeputeerde Staten het Faunabeheerplan Ganzen hebben goedgekeurd en ontheffing hebben verleend ingevolge art 68 Flora en faunawet met daaraan verbonden voorschriften. Op 31 maart 2015 zijn enkele wildbeheereenheden toegevoegd voor standregulatie. Bij besluit van 28 oktober 2015 gewijzigd naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank Arnhem in beroep, tekstueel, bezit, vervoer, handel, gebruik geweer en eendenkooi. Op 11 maart 2016 is het gebied van een wildbeheereenheid toegevoegd voor standregulatie. b. Procedure Op 23 april 2014 zijn de Beleidsregels faunabeheer en schadebestrijding Gelderland in werking getreden. Daarin is bepaald dat besluiten tot ontheffing op basis van een faunabeheerplan in beginsel worden voorbereid conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Beperkte wijzigingen in bestaande ontheffingen worden echter niet voorbereid conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. In onderhavig geval is sprake van een wijziging van een bestaande ontheffing op basis van een faunabeheerplan en wel de voorschriftenbijlage. Er is geen sprake van een volledige heroverweging van de bestaande ontheffing; het gaat slechts om een tekstuele aanpassing danwel verduidelijking en vereenvoudiging van de voorschriften verbonden aan de ontheffing. Gelet hierop wordt onderhavig besluit voorbereid conform afdeling 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht. II TOETSING Het nu voorliggende verzoek is op advies van het GAK (Ganzenafstemmingskader-Gelderland) tot stand gekomen. Reden daartoe was de behoefte om nadere vereenvoudiging of verduidelijking van de voorschriften voor de uitvoerders in het veld. Voorschrift: Algemeen B 3e lid Machtiging. Gevraagd: Ook derden toestemming te verlenen voor het rapen of behandelen van eieren. Afweging: Nestreductie is een preventieve maatregel die erg arbeidsintensief is en ook goed uitgevoerd kan worden door derden onder verantwoordelijkheid van de jachthouder. Dit kan toegevoegd worden. Bij uitvoering in het veld moet dit ook duidelijk zijn. Dit kan door onder het voorschrift C Identificatie lid 2 toe te voegen: Het in het eerste lid onder a,b en c gestelde is niet van toepasing op degene die eieren raapt met (een op verzoek te tonen) toestemming van de gemachtigde jachthouder en met vermelding van n.a.w. gegevens. Voorschrift: Algemeen, C Identificatie 1e lid Gevraagd: Het laten vervallen van lid b. 2

3 Afweging: Het bij zich dragen van het besluit met de voorschriften is voor de uitvoerders via het Fauna Registratie Systeem beschikbaar. De huidige tekst kan danook vervallen. Toch moet ook voor iedere handhaver in het veld duidelijk zijn wat toegestaan is bij uitvoering. Onder lid b in de plaats daarvan op te nemen: een toelichting van de FBE op de specifieke voorschriften van de ontheffing inzake het door haar toegestane gebruik. Voorschrift: Zomerganzen, H Gebied, 1e en 2e lid, en Winterganzen, H Gebied 1e lid Gevraagd: Het zelf toevoegen van gebieden binnen de gegeven voorwaarden daarvoor. Afweging: Over het zelf toevoegen van gebieden zijn wij nog steeds met u in overleg over de juiste wijze van doorvoeren hiervan. U heeft voorts aangegeven het onderhavige besluit daarmee niet langer te willen uitstellenen daarmee vooralsnog dit verzoek in te trekken. Voorschrift: Zomerganzen, H, 4e lid, koppelvormers. Gevraagd: Het schrappen van de toelichtende zin in de aanhef. Afweging: Deze toelichting is onvolledig, voegt niets toe en kan geschrapt worden. Voorschrift: Zomerganzen, H Gebied, 5e lid en Winterganzen, H gebied, 2 e lid rustgebieden. Gevraagd: De term schadebestrijding aan te vullen met gericht op ganzen. Afweging: De bedoeling van dit artikel is dat trekkende winterganzen niet opzettelijk verontrust worden. Dit blijft voldoende geborgd met de gevraagde toevoeging en kan worden toegevoegd. Voorschrift: Zomerganzen, J middelen en gebruik, 1e lid, Gebruik geweer, onder a. Gevraagd: De term vervallen te vervangen door van zonsopkomst tot zonsondergang. Afweging: De bij eerder besluit doorgevoerde wijziging geeft onduidelijkheid over het toegestane gebruik overdag. Dit kan expliciet vermeld worden. Voorschrift: Zomerganzen, J, eerste lid, Gebruik geweer, onder d. Gevraagd: Een redactionele aanpassing en verduidelijking van de criteria bij goedkeuring door de FBE. Afweging: De afwijking van de wettelijke eisen betreffende afmetingen jachtvelden bij ruimtelijke beperkingen en wanneer andere maatregelen onvoldoende effect hebben is conform de beleidsregels van de provincie dienaangaande en kunnen danook als gevraagd doorgevoerd worden. Voorschrift: Zomerganzen, J, tweede lid, Schadebestrijding, onder b en c, evenals Winterganzen I, tweede lid. Gevraagd: De voorwaarden op een doelmatige wijze, actief en adequaat te schrappen. Afweging: Deze toevoegingen worden als subjectief ervaren. Volstaan kan dan ook worden met de bestaande verwijzing naar BIJ12 unit Faunafonds. Voorschrift: Zomerganzen, J, derde lid, Standregulatie, onder a. Gevraagd: Alleen de eerste zin van het voorschrift te handhaven. Afweging: Bij wet is geregeld waaraan lokganzen moeten voldoen. De nadere uitleg is niet volledig en kan dan ook beter geschrapt worden. Zomerganzen, J, derde lid, Standregulatie, onder b. Gevraagd: De laatste regel te verwijderen. 3

4 Afweging: Deze toelichting schept onduidelijkheid en kan verwijderd worden. Zomerganzen, J, zesde lid, Ganzen eieren. Gevraagd: Meer duidelijkheid door vervanging van de laatste zin. Afweging: De laatste zin kan beter vervangen worden door geraapte eieren mogen niet worden verhandeld. Winterganzen, I, Middelen en gebruik Gevraagd: De vele voorschriften te vereenvoudigen tot Per schadeperceel mogen per dag gezamenlijk niet meer dan 5 kolganzen of brandganzen worden geschoten, waarbij alleen het verbod op lokmiddelen blijft opgenomen. Afweging: Met dit voorschrift is vooral bedoeld de winterrust voor de trekkende ganzen (kolgans en brandgans te waarborgen. Door juist het afschot van deze ganzen extra te beperken wordt hieraan voldoende tegemoetgekomen en kunnen alle andere beperkingen vervallen. Dit komt de uitvoering en de handhaving daarop ten goede. Analoog aan de voorschriften van de zomerganzen wordt een verdeling gemaakt naar een lid 1 gebruik geweer en een lid 2 schadebestrijding. Lijst met definities van begrippen annex bij de voorschriften Gevraagd: Duidelijkheid te verschaffen over termen: boerenganzen, hybride ganzen en Soepganzen. Afweging: De aangegeven omschrijving is in overeenstemming met de wettelijke uitleg en kan in de begrippenlijst als aangegeven opgenomen worden. III BESLUIT Gedeputeerde Staten van Gelderland: Gelet op artikel 68 van de Flora- en faunawet; HEBBEN BESLOTEN Op verzoek van de Faunabeheereenheid Gelderland, de voorschriften bij de ontheffing ten behoeve van het verbod op doden, bemachtigen of met het oog daarop op te sporen voor schadebestrijding en standregulatie van ganzen d.d. 28 oktober 2015 ons zaaknummer zoals gevraagd en conform onze afwegingen te wijzigen en deze gewijzigde bijlage bij deze vast te stellen. Als bijlage bij dit besluit zijn de gewijzigde bijlagen opgenomen. Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, H. Boerdam 4

5 Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit hiertegen een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gezonden aan Gedeputeerde Staten, secretariaat Commissie van Advies voor Bezwaarschriften en Klachten, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Op envelop en brief duidelijk "bezwaarschrift" vermelden. Degene die een bezwaarschrift heeft ingediend, kan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem) een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. Voor individuele burgers (niet voor advocaten en ook niet voor gemachtigden namens een bedrijf of een organisatie) bestaat de mogelijkheid dat verzoek digitaal in te dienen. Meer informatie kunt u vinden op Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Gelderland, telefoonnummer (026) of op Informatie over de bezwarenprocedure en de mogelijkheid van mediation is te vinden op de website van de provincie Gelderland ( U kunt die informatie, vervat in de brochure "Niet eens met een besluit van de provincie Gelderland? Bezwaarschrift of mediation", ook opvragen bij het Provincieloket via telefoonnummer (026)