DISCO DiversiteitsSCreening Onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DISCO DiversiteitsSCreening Onderwijs"

Transcriptie

1 DISCO DiversiteitsSCreening Onderwijs Leerlingen Lager onderwijs

2 Doel 1: Diversiteit zien als een normaal fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken krijgt. Subdoelen: De leerlingen kunnen gelijkenissen en verschillen tussen mensen aanduiden. De leerlingen vinden het normaal dat er verschillen zijn tussen mensen (verschillende gezinsvormen, culturen, huidskleuren, gewoontes, ) en bekijken anders zijn niet als raar of vreemd. De leerlingen accepteren de ander zoals hij is. Ook als die op het eerste zicht anders lijkt. Observeren Deze subdoelen kan je in kaart brengen door je leerlingen gedurende verschillende lessen te observeren. Ook andere momenten dan lessen zijn uitermate geschikt: de speelplaats, de refter, op uitstap,. Als je als leerkracht voldoende zicht hebt waar leerlingen zich situeren met betrekking tot de subdoelen, kan je het evaluatieschema voor de leerkracht invullen. Je kan je baseren op basis van observaties die je gedaan hebt. Indien je niet voldoende informatie hebt om je leerlingen te evalueren, kan je een activiteit (zie verder) uitvoeren. Je kan dan het evaluatieschema voor de leerkracht tijdens de activiteit invullen. Dit evaluatieschema kan je op verschillende tijdstippen invullen. Zo kan je zicht krijgen op eventuele evoluties bij leerlingen. Enkele tips bij het observeren - Observeer op verschillende ogenblikken en momenten Discussies op de speelplaats Begroetingen Tijdens groepswerk Op uitstap - Observeer over een langere periode - Observeer breed. Breed observeren is ruimer dan kijken naar cognitieve en sociaalemotionele aspecten van de leerlingen. Breed observeren wil zeggen kijken naar hoe de kinderen dagelijks met elkaar omgaan, waar ze in geïnteresseerd zijn, wat voor hen belangrijk is in welke situatie, - Probeer gedrag dat leerlingen doorgaans stellen in kaart te brengen. Vermijd om leerlingen enkel te bekijken tijdens opvallende of extreme situaties zoals tijdens ruzies, of DISCO Lager Onderwijs Doel 1: Diversiteit zien als een normaal fenomeen waarmee iedereen dagelijks in verschillende situaties te maken krijgt 1

3 Enkele richtvragen die je kunnen helpen: - Hoe spreken de leerlingen over anderen? - Hoe reageren de leerlingen wanneer er over andere gezinssamenstellingen, culturen, huizen, gesproken wordt? - Hoe gaan de leerlingen om met leerlingen die op het eerste zicht anders lijken? - Hoe gaan de leerlingen om met een nieuwe leerling? - Hoe gaan de leerlingen om met leerlingen die meningen, gewoontes, hebben die van die van henzelf afwijken? Evaluatie- en observatieschema s Evaluatieschema We bieden een evaluatieschema aan, dat je kan helpen om dit doel te evalueren. We hebben het doel onderverdeeld in subdoelen. We raden aan dit doel te evalueren door alle observaties m.b.t. de leerlingen van jouw klas samen te brengen. Zo kan je je een beeld vormen over hoe jouw klas scoort op dit doel. Beschrijving van de categorieën We onderscheiden vier categorieën: --, -, + en ++. Bekijk hoe de klasgroep algemeen scoort. In welke categorie kan je de meeste leerlingen situeren? -- Zwak : Deze leerlingen hebben zeer veel moeite met diversiteit : zowel in de klas als ergens anders, leerlingen reageren heftig op mensen en dingen die anders zijn (andere thuissituatie, andere eetgewoontes, andere meningen,.). Ze spotten ermee, etc. - Eerder zwak: De leerlingen kunnen gelijkenissen en verschillen herkennen, maar hebben regelmatig moeite met verscheidenheid. Gewoontes die afwijken van die van henzelf vinden ze bijvoorbeeld doorgaans maar raar. Soms maken ze er geen probleem van, maar meestal wel. Zeker wanneer ook anderen ermee spotten. + Eerder goed: De leerlingen kunnen gelijkenissen en verschillen herkennen. Ze gaan er niet zomaar vanuit dat wat afwijkt van hun mening of gewoonte eigenaardig is. Meestal maken ze geen probleem van diversiteit. In bepaalde contexten of bij sommige vormen van diversiteit maken ze er wel een opmerking over. ++ Goed: Leerlingen kunnen verschillen en gelijkenissen tussen mensen beschrijven (kinderen van de klas, mensen op school; mensen buiten de school). De leerlingen begrijpen dat er verschillen zijn en dat niet iedereen hetzelfde denkt en hetzelfde doet. Ze vinden dit normaal en maken er geen probleem van. Ze lachen anderen dan ook niet uit omwille van hun anders zijn. We beschouwen dit als een continuüm. Je kan voor de leerlingen van je klas op het continuüm aanduiden waar ze zich ongeveer situeren voor een bepaald subdoel. Dit kan door in het observatieschema de letters van de naam van de leerlingen te plaatsen ter hoogte van de categorie waarin ze gescoord worden. Je kan aanduiden waar de meerderheid van de klas zich situeert door een kolom of kolommen in te kleuren of te arceren. DISCO Lager Onderwijs Doel 1: Diversiteit zien als een normaal fenomeen waarmee iedereen dagelijks in verschillende situaties te maken krijgt 2

4 Bijvoorbeeld: De leerlingen kunnen gelijkenissen en verschillen tussen mensen aanduiden. K, V (de meeste leerlingen hebben het hier moeilijk mee) S, T Evaluatieschema voor de leerkracht Diversiteit zien als een normaal fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken krijgt. De leerlingen kunnen gelijkenissen en verschillen tussen mensen aanduiden. De leerlingen vinden het normaal dat er verschillen zijn tussen mensen (verschillende gezinsvormen, culturen, huidskleuren, huizen, gewoontes ) en bekijken anders zijn niet als raar of vreemd. Evaluatie door leerkracht De leerlingen accepteren de anderen zoals ze zijn. Ook als die op het eerste zicht anders lijken. Totaal: DISCO Lager Onderwijs Doel 1: Diversiteit zien als een normaal fenomeen waarmee iedereen dagelijks in verschillende situaties te maken krijgt 3

5 Activiteit De activiteit Ik ook! maakt het mogelijk om leerlingen te laten expliciteren hoe ze denken over diversiteit als een normaal fenomeen. Tegelijkertijd werkt u via deze activiteit ook aan het doel, zeker wanneer dit spel meerdere keren wordt gespeeld, bijvoorbeeld wekelijks. Andere activiteiten vindt u in het andere documentje bij dit doel. Ik ook! Doel - Gelijkenissen en verschillen tussen mensen ontdekken. Inzien dat gelijkenissen en verschillen tussen mensen normaal zijn. - Inleiden van idee dat verschillen kunnen leiden tot een andere manier van omgaan met elkaar. - Elkaar op een andere manier leren kennen - Een positieve sfeer binnen de groep bevorderen Hoe 1. Ronde 1 Om de beurt zegt iedereen iets waar de anderen allemaal Ik ook! kunnen op antwoorden. Er mag geen twee keer hetzelfde gezegd worden. Wanneer iemand van de groep iets zegt dat ook voor jou geldt, sta je tegelijk met de anderen op en roep je; Ik ook!. Variatie: de deelnemers reageren één voor één, waardoor je een wave-effect krijgt. Dit verhoogt de sfeer in de groep, op voorwaarde dat de groep ervoor openstaat. 2. Ronde 2 Alle deelnemers zitten in een kring. Om de beurt zegt iedereen iets over zichzelf. Iets waar niemand anders uit de kring Ik ook! kan op antwoorden. Kan dit toch, dan moet degene die aan de beurt is, een andere eigenschap van zichzelf vernoemen. Opmerking: Bij de eerste keer spelen, komen er vaak vooral uiterlijke of meer oppervlakkige kenmerken aan bod. In groepen met een goede sfeer onderling komen er na meerdere keren spelen ook andere eigenschappen, wensen, vragen, naar voren. 3. Bespreek met de groep - Waar ging het spel over? Waarom speelden we dit? Welk deel deed je het liefst? Waarom? - Wat voor dingen doen jullie allemaal graag? Wat voor dingen hebben we allen gemeen? Kunnen jullie dingen bedenken die iedereen van jullie hier gemeenschappelijk heeft? Kunnen jullie dingen bedenken die iedereen over de hele wereld gemeen heeft? - Wat denken jullie over de dingen die jullie speciaal/anders maken? Wat kan er gebeuren als iemand duidelijk speciaal/anders is? Evaluatie Vul voor je klas het evaluatieformulier voor de leerkracht in. Zien leerlingen diversiteit als een normaal fenomeen? Is er nog werk aan de winkel? Je kunt de evaluatie herhalen na meerdere keren spelen. DISCO Lager Onderwijs Doel 1: Diversiteit zien als een normaal fenomeen waarmee iedereen dagelijks in verschillende situaties te maken krijgt 4

6 Doel 1: Diversiteit zien als een normaal fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken krijgt. Subdoelen: De leerlingen kunnen gelijkenissen en verschillen tussen mensen aanduiden. De leerlingen vinden het normaal dat er verschillen zijn tussen mensen (verschillende gezinsvormen, culturen, huidskleuren, gewoontes, ) en bekijken anders zijn niet als raar of vreemd. De leerlingen accepteren de ander zoals hij is. Ook als die op het eerste zicht anders lijkt. Interpreteren en analyseren van de resultaten Interpreteren en analyseren van de resultaten Wanneer veel leerlingen (niet) goed scoren met betrekking tot dit item, hoe zou je dit kunnen verklaren? Enkele vragen ten geleide: Klaspraktijk? - Besteed je tijdens je lessen aandacht aan het omgaan met diversiteit? - Besteed je aandacht aan verschillen en gelijkenissen tussen mensen? Zorg je ervoor dat je dit zelf ook benadert als een normaal gegeven? - Ga je erop in wanneer leerlingen uitspraken doen over anderen? Zo ja, op welke wijze doe je dat? - Besteed je in je lessen aandacht aan activiteiten waarin leerlingen geconfronteerd worden met anders zijn? Leerlingen? - Worden leerlingen vaak geconfronteerd met de diversiteit van de wereld? - Benoemen leerlingen vaak verschillen tussen mensen? - Zien leerlingen in dat ze op sommige vlakken verschillen, maar op andere vlakken gelijkenissen vertonen? Werkpunt? Vind je het belangrijk om aan dit doel te werken? Ja/neen? Indien ja, waarom vind je dit belangrijk? Indien neen, waarom vind je dit niet belangrijk? DISCO Lager Onderwijs Doel 1: Diversiteit zien als een normaal fenomeen waarmee iedereen dagelijks in verschillende situaties te maken krijgt 1

7 Mogelijke acties Werken aan diversiteit kan impliciet en expliciet. Wij ijveren ervoor om aandacht voor diversiteit gedurende het hele klasgebeuren, maar ook buiten de klas, aan bod te laten komen. Natuurlijk kan je ook af en toe concrete, expliciete lessen besteden aan dit onderwerp, maar dit mag dan niet contrasteren met de normale werking. Diversiteit plaats geven in het lesgebeuren We stellen u hier enkele activiteiten m.b.t. het doel diversiteit zien als een normaal fenomeen voor. Het Steunpunt diversiteit & leren ontwikkelde heel wat materialen met aandacht voor dit doel. Peper en zout Peper en zout is een bronnenboek met concrete activiteiten, technieken en strategieën om te werken aan diversiteit. Het bronnenboek is ingedeeld in 9 categorieën. We geven u hier alvast enkele suggesties van categorieën en bijbehorende activiteiten die uitermate geschikt zijn om aan dit doel te werken. - Ruimte voor verscheidenheid In deze rubriek zijn activiteiten gebundeld om leerlingen actief te leren omgaan met een variatie in gedrag, ideeën, opinies, omgangsvormen, Voorbeeld: Parel-deel-middag (p.9): Op geregelde tijdstippen organiseer je in je klas het delen van een parel. Dit houdt in dat leerlingen van de klas en de school aan elkaar tonen waar ze goed, vaardig, kunstig, in zijn. - Groepssamenstelling Werken in groepen verhoogt de kansen op leren omgaan met diversiteit. De groepssamenstelling speelt hierin een belangrijke rol. Zo geven heterogene groepen aanleiding tot een onmiddellijke confrontatie met verschillende ervaringen, interesses, zienswijzen, manieren van omgaan,. - Breed observeren Zicht krijgen op de aanwezige diversiteit bij de leerlingen is een belangrijke bouwsteen. Voorbeeld: Bingo (p.9): In deze activiteit leren leerlingen ontdekken leerlingen gelijkenissen en verschillen met steeds andere leerlingen. Zo ontdekken ze verrassende dingen en ontwikkelen een bredere kijk op hun medeleerlingen. CLIMwijzer De door ons ontwikkelde handleiding bij de CLIM-pakketten, geeft u een aantal lesideeën om leerlingen elkaar beter te leren kennen, door op gelijkenissen in te zoemen. Voorbeeld: Wat hebben we gemeenschappelijk? (p.43) Deze activiteit zorgt ervoor dat leerlingen eerder gelijkenissen dan verschillen ontdekken. DISCO Lager Onderwijs Doel 1: Diversiteit zien als een normaal fenomeen waarmee iedereen dagelijks in verschillende situaties te maken krijgt 2

8 CLIM (Coöperatief Leren in Multiculturele groepen) Een aantal CLIM-pakketten zijn uitermate geschikt om te werken aan dit doel. Wie ben ik? Via de activiteiten krijgen klasgenoten een verfrissende kijk op zichzelf en de anderen. Er ontstaat een samenhorigheidsgevoel dat pesten helpt tegen te gaan. Begrijp je mij? De verschillende betekenissen van een taal worden onthuld: het gebruik van tekens en letters, de inhoud en de vorm van een boodschap, allerlei tekstsoorten, de verbale en nonverbale aspecten van betekenisgeving. DISCO - Omgaan met diversiteit als leerkrachtcompetentie Dit is het screeningsinstrument voor leerkrachten van het basisonderwijs. Het bestaat uit verschillende items. Bij deze items vind je voorbeelden die inspiratie kunnen bieden voor je leerkrachthandelen. Zie I. Diversiteit waarnemen in de klas, op school en daarbuiten en II. Diversiteit op een positieve manier benaderen Andere organisaties Jeugd en Vrede Jeugd en Vrede ontwikkelde een dossier m.b.t. pesten. Het dossier bevat heel veel inhoudelijke informatie en heel wat activiteiten. Link: Iedereen anders, iedereen gelijk (All Different, All Equal) De Council of Europe ontwikkelde een pakket met allerhande activiteiten m.b.t. iedereen anders, iedereen gelijk. Het werd vertaald in het Nederlands door Vormen vzw. Je vindt er onder andere IJsbrekers zoals onderstaande: Link: Domino Waarom Gelijkenissen en verschillen ontdekken. Inzien dat gelijkenissen en verschillen tussen mensen normaal zijn Introduceren van de notie van unieke identiteiten enerzijds en delen van gemeenschappelijke eigenschappen anderzijds. Elkaar op een andere manier leren kennen. Een positieve sfeer binnen de groep bevorderen. DISCO Lager Onderwijs Doel 1: Diversiteit zien als een normaal fenomeen waarmee iedereen dagelijks in verschillende situaties te maken krijgt 3

9 Hoe 1. Algemeen: Één voor één haken de deelnemers de armen en voeten in elkaar tot ze samen een gesloten kring (=domino) vormen. 2. Verloop: Eén deelnemer staat in het midden. Hij/zij zegt iets over zichzelf,bijvoorbeeld Mijn lievelingskleur is blauw. of Ik speel vaak op het speelplein in het park. Een andere deelnemer die deze eigenschap, vraag of wens ook bij zichzelf herkent komt naar voren en zegt: Ik ook!. Hij/zij gaat naast de eerste deelnemer staan en steekt zijn arm door de arm van de eerste deelnemer. Hetzelfde voor de voeten. Nu is het de beurt aan de tweede deelnemer. Hij/ zij zegt op zijn/haar beurt een eigenschap van zichzelf. Wie zich daarin herkent, stapt naar voren met een Ik ook! en vormt de derde steen van de domino, enzovoort. Deze kring moet geleidelijk aan gesloten worden. Wanneer er nog maar een derde van de deelnemers over is, geeft je de volgende extra opdracht: Wie aan de beurt is moet er voor zorgen dat er steeds iemand kan aanhaken. Tenslotte: opdat de kring zich zou sluiten noemt de laatste persoon aan de ketting een eigenschap ook opgaat voor de eerste deelnemer. Speel deze oefening twee keer: een eerste keer laat je uiterlijke eigenschappen toe, de tweede keer mogen alleen innerlijke kenmerken genoemd worden. Indien nodig kan je dit voorbereiden door samen op bord allerlei adjectieven te schrijven die de deelnemers kunnen gebruiken. Suggestie: in groepen waar elkaar aanraken een drempel vormt, kan je oefening in verschillende fases spelen, gespreid over een week of meer. De eerste keer raken enkel de voeten elkaar, een volgende keer vraag je om voeten te laten inhaken, daarna om elkaar ook een arm te geven en bij alweer een volgende keer spelen om elkaar handen te geven. Bespreek met de groep Waar ging het spel over? Waarom speelden we dit? Wat voor dingen hebben we allen gemeen? Kunnen jullie dingen bedenken die iedereen van jullie hier gemeenschappelijk heeft? Kunnen jullie dingen bedenken die iedereen over de hele wereld gemeen heeft? Betekent dit dat we allemaal gelijk zijn? Introduceer de idee van enerzijds unieke identiteiten iedereen is anders en dat is normaal en anderzijds delen van gemeenschappelijke eigenschappen we hebben allemaal dingen gemeen en ook dat is heel normaal. DISCO Lager Onderwijs Doel 1: Diversiteit zien als een normaal fenomeen waarmee iedereen dagelijks in verschillende situaties te maken krijgt 4

10 Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie Subdoelen: De leerlingen weten wat vooroordelen en veralgemeningen zijn. De leerlingen kunnen vooroordelen en veralgemeningen herkennen, zowel bij zichzelf als bij anderen. De leerlingen proberen vooroordelen te vermijden. De leerlingen weten wat discriminatie is. De leerlingen kunnen vormen van discriminatie herkennen. De leerlingen vermijden zelf te discrimineren of discriminerende uitspraken te doen. De leerlingen reageren adequaat op vormen van discriminatie, vooroordelen en stereotyperingen. Evalueren en observeren Je kan op basis van observaties op verschillende momenten de leerlingen inschatten. Als je als leerkracht voldoende zicht hebt waar leerlingen zich situeren met betrekking tot het doel en de subdoelen, kan je het evaluatieschema voor de leerkracht invullen. Je kan je baseren op basis van observaties die je gedaan hebt. Indien je niet voldoende informatie hebt om je leerlingen te evalueren, kan je de voorgestelde activiteit uitvoeren. Je kan dan het evaluatieschema voor de leerkracht tijdens de activiteit en andere momenten invullen. Zo kan je zicht krijgen op eventuele evoluties bij leerlingen. Daarnaast kan je leerlingen ook zichzelf laten evalueren. Het is dan natuurlijk belangrijk dat leerlingen vertrouwd zijn met de begrippen die gehanteerd worden in het evaluatieschema. Tips bij het observeren: - Neem geen uitzonderlijke uitspraken van leerlingen op in je eindbeoordeling. - Observeer leerlingen in hun dagelijks functioneren en focus niet op uitzonderlijk gedrag - Houd rekening met verschillende situaties: reageren en handelen leerlingen op dezelfde manier op de speelplaats, thuis, in de klas, of juist niet? Zijn hun gedrag en uitspraken afhankelijk van met wie ze dan aan het spelen zijn? - Probeer een gevarieerd beeld te krijgen van de leerling. Het kan helpen om een beroep te doen op ouders, andere leerkrachten, begeleiders van buitenschoolse activiteiten,. - Achterhaal waarom leerlingen bepaalde uitspraken doen: doen ze dat om uit te dagen, zeggen ze meningen van grotere kinderen na of 1 DISCO Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

11 Evaluatie- en observatieschema s Evaluatieschema We bieden een evaluatieschema aan, dat kan helpen om dit doel te evalueren. We hebben het doel onderverdeeld in subdoelen. We raden aan dit doel te evalueren door alle observaties m.b.t. de leerlingen van de klas samen te brengen. Zo krijg je een beeld over hoe jouw klas scoort op dit doel. Beschrijving van de categorieën We onderscheiden vier categorieën: --, -, + en ++. Bekijk hoe de klasgroep algemeen scoort. In welke categorie kan je de meeste leerlingen situeren? -- De leerlingen zijn zich niet bewust van vooroordelen en veralgemeningen. Ze herkennen geen vooroordelen en veralgemeningen bij zichzelf en bij de anderen. Ze kunnen het begrip discriminatie niet duiden. - De leerlingen weten wat vooroordelen en veralgemeningen zijn. Ze vinden het wel moeilijker om vooroordelen en veralgemeningen te herkennen bij zichzelf Ze weten wat discriminatie is en kunnen soms vormen van discriminatie herkennen. + De leerlingen herkennen vooroordelen en veralgemeningen bij zichzelf en bij anderen. Ze reageren in sommige gevallen op discriminatie. ++ Ze herkennen vooroordelen en veralgemeningen en proberen er telkens zo adequaat mogelijk mee om te gaan. Ze vermijden discriminerende uitspraken. Ze reageren spontaan op discriminatie. We beschouwen dit als een continuüm. Je kan voor de leerlingen van je klas op het continuüm aanduiden waar ze zich ongeveer situeren voor een bepaald subdoel. Dit kan door in het observatieschema de letters van de naam van de leerlingen te plaatsen ter hoogte van de categorie waarin ze gescoord worden. Je kan aanduiden waar de meerderheid van de klas zich situeert door een kolom of kolommen in te kleuren of te arceren. Bijvoorbeeld: De leerlingen weten wat vooroordelen en veralgemeningen zijn B, K, S I 2 DISCO Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

12 Evaluatieschema voor de leerkracht Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie Evaluatie door leerkracht De leerlingen weten wat vooroordelen en veralgemeningen zijn. De leerlingen kunnen vooroordelen en veralgemeningen herkennen, zowel bij zichzelf als bij anderen. De leerlingen proberen vooroordelen te vermijden De leerlingen weten wat discriminatie is. De leerlingen kunnen vormen van discriminatie herkennen De leerlingen vermijden zelf te discrimineren of discriminerende uitspraken te doen. De leerlingen reageren adequaat op vormen van discriminatie, vooroordelen en stereotyperingen. Totaal: 3 DISCO Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

13 Zelfevaluatie voor leerlingen Wat denk jij over deze uitspraken? 1 = helemaal mee eens 2 = mee eens 3 = een beetje mee eens 4 = helemaal niet mee eens Alleen kinderen met coole kleren kunnen in ons groepje meedoen Ik kies altijd de grootste kinderen uit bij het verdelen van de sportploegjes, want die kunnen het snelste lopen. Mensen met een donkere huidskleur kunnen niet goed Nederlands Een meisje wil graag in de voetbalclub. Ze vertelt dit aan haar vader, maar die zegt: Dat is niks voor meisjes. Een leerling vertelt in de klas dat zijn vader s avonds op hem en zijn kleine broertje past. Hun mama is dan uitwerken. Dat is raar zegt zijn vriend. In de klas is er een jongen die vaak gepest wordt. Het is zijn eigen fout. Welke jongen doet er nu ballet?! DISCO Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

14 Activiteit Via deze activiteit kan je enerzijds werken aan dit doel, maar anderzijds maakt het mogelijk om te expliciteren hoe leerlingen denken over vooroordelen en veralgemeningen. Stellingenspel 1 Fase 1: Feit of mening? Geef de leerlingen van je klas een groen en een wit papiertje. Overloop de volgende beweringen. De kinderen steken het groen papiertje in de lucht als ze denken dat het een feit is en een wit papiertje als ze denken dat het over een mening gaat. Beweringen: Macaroni is lekker. 9x9=81 Meisjes durven minder dan jongens. De juf kan een fout maken. Sommige Turkse meisjes dragen een hoofddoek. Jongens zijn brutaal. Mollen zijn blind. Overloop telkens wie denkt dat het een feit/mening is en waarom. Zorg dat je telkens goed aangeeft dat je van mening kan verschillen, maar dat feiten waar zijn. Fase 2: Waar of niet waar? Mogelijkheid 1: Geef de leerlingen het invulblaadje over vooroordelen (zie bijlage). Vraag de leerlingen per bewering aan te geven of ze denken of het waar is of niet waar. Vervolgens vraag je wie 1 kruisje heeft gezet of wie meerdere kruisjes heeft gezet. Bekijk daarna samen met de leerlingen de verschillende antwoorden en discussieer erover in groep. Gebruik hierbij de begrippen waar, niet waar, feit en mening. Mogelijkheid 2: Geef de leerlingen het invulblaadje over vooroordelen. Geef ook elke leerling evenveel kaartjes. De leerlingen vullen individueel de lijst in en schrijven per stelling op een kaartje hun antwoord. Vervolgens mogen de leerlingen de kaartjes in de doos die bij de stelling hoort, stoppen. Vervolgens wordt per stelling gekeken hoeveel akkoord of niet akkoord waren. Dit wordt geteld. Zo krijg je een beeld van hoe er in de klas over de stelling gedacht wordt. Je kan hier ook een grafiek van maken. Vervolgens wordt de klasdiscussie opgestart en gekeken hoeveel vooroordelen er tussen zitten. Gebruik daarbij de begrippen waar, niet waar, feit en mening. 1 Uit: Vooroordelen. Werkboek Intercultureel Onderwijs voor de PABO Stichting Vredeseducatie Utrecht DISCO Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

15 Discussie Geen enkele bewering is waar. Het zijn allemaal vooroordelen. En vooroordelen zijn geen feiten. Leerlingen en leerkracht worden zich bewust van het gegeven dat je soms te weinig informatie hebt over bepaalde onderwerpen Evaluatie Vul voor je klas het evaluatieformulier voor de leerkracht in. Hebben leerlingen heel wat vooroordelen of niet? Zijn ze er zich bewust van of niet? Is er nog werk aan de winkel? Laat de leerlingen het zelfevaluatie formulier invullen. Je kan de evaluatie herhalen. DISCO Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie 6

16 Bijlage: Stellingenspel deel 2 Wat denk je van de beweringen? Zet een kruisje bij waar of niet waar. onderstaande beweringen aanvullen/aanpassen Beweringen Waar Niet Waar De juf of meester heeft altijd gelijk. Antwerpenaren zijn niet te vertrouwen. Coca Cola is de beste cola. Turken zijn agressiever dan Marokkanen. Rijke mensen zijn gierig. Gehandicapte mensen zijn zielig. Oude mensen zijn saai. Belgen zijn slimmer dan Nederlanders. Vrouwen kunnen niet goed autorijden. Totaal 7 DISCO Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

17 Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie Subdoelen: De leerlingen weten wat vooroordelen en veralgemeningen zijn. De leerlingen kunnen vooroordelen en veralgemeningen herkennen, zowel bij zichzelf als bij anderen. De leerlingen proberen vooroordelen te vermijden. De leerlingen weten wat discriminatie is. De leerlingen kunnen vormen van discriminatie herkennen. De leerlingen vermijden zelf te discrimineren of discriminerende uitspraken te doen. De leerlingen reageren adequaat op vormen van discriminatie, vooroordelen en stereotyperingen. Interpreteren en analyseren van de resultaten Hoe kan je verklaren wanneer veel leerlingen (niet) goed scoren met betrekking tot dit item? Enkele mogelijke vragen : Klaspraktijk - Heb je al gewerkt rond vooroordelen, stereotypering en discriminatie? - Ga je in op het onderwerp wanneer leerlingen dit aanbrengen? - Heb je zelf aandacht voor veralgemeningen, vooroordelen, stereotypering? - Doe je dit in verschillende lessen, op verschillende tijdstippen? Leerlingen? - Werkten de leerlingen reeds rond dit thema? - Zijn de leerlingen bij het onderwerp (vooroordelen, stereotypering en discriminatie) betrokken, of is het een ver-van-mijn-bed-show? - Brengen ze soms zelf dingen aan die te maken hebben met vooroordelen, stereotypering en discriminatie? Werkpunt? Vind je het belangrijk om aan dit doel te werken? Ja/neen? Indien ja, waarom vind je dit belangrijk? Indien neen, waarom vind je dit niet belangrijk? 1 DISCO- Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

18 Mogelijke acties Werken aan diversiteit, en meer specifiek aan de doelstelling m.b.t. discriminatie, vooroordelen en stereotypering, kan zowel impliciet als expliciet. Wij ijveren ervoor om aandacht voor diversiteit gedurende het hele klasgebeuren, maar ook buiten de klas, aan bod te laten komen. Natuurlijk kan je ook af en toe concrete, expliciete lessen besteden aan dit onderwerp, maar dit mag dan niet contrasteren met de normale werking. Diversiteit plaats geven in het lesgebeuren We stellen u hier enkele activiteiten m.b.t. het doel diversiteit zien als een normaal fenomeen voor. Het Steunpunt diversiteit & leren ontwikkelde ook heel wat materialen met aandacht voor dit doel. Activiteit: Vreemd of gewoon1 Beschrijving In deze activiteit gaan we op zoek naar dingen die we vreemd of gewoon vinden. We ontdekken dat niet iedereen hetzelfde vreemd of hetzelfde gewoon vindt. We vertrekken bij deze activiteit van de stellingen (zie bijlage). Print deze stellingen af zodat aan de ene kant de ene stelling staat, en aan de andere kant de andere stelling. Verdeel de leerlingen in groepjes. Laat elk groepje 3 stellingen bekijken. Geef de groepjes volgende opdracht Bekijk in jullie groepjes eerst individueel de eerste stelling. Schrijf individueel op wat je denkt over de stelling: vreemd of gewoon. Bediscussieer in groep wat iedereen heeft opgeschreven. Neem vervolgens de tweede stelling die bij de eerste hoort. Bediscussieer opnieuw Laat de groepjes 15 minuten werken Bespreek vervolgens de verschillende stellingen in de klas. Elk groepje stelt voor wat ze geleerd hebben. Opdracht groepjes Laat de verschillende groepjes voorbeelden geven voor (per groepje 1 voorbeeld) 1 Gebaseerd op: Vooroordelen. Werkboek Intercultureel Onderwijs voor de PABO Stichting Vredeseducatie Utrecht DISCO- Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

19 o Iets dat je zelf vroeger gewoon vond, maar tegenwoordig vreemd vindt. o Iets dat je grootouders vreemd vinden, maar jij heel gewoon vindt. o Iets dat je ouders vreemd vinden, maar jij heel gewoon vindt. o Iets dat jij vreemd vindt, maar je ouders heel gewoon vinden. o Iets dat jij vreemd vindt, maar je grootouders heel gewoon vinden. o Iets dat je zelf vroeger vreemd vond, maar tegenwoordig gewoon vindt. Laat de leerlingen in groepjes deze voorbeelden opschrijven op een A4 papier. Hang deze A4 bladen op tegen de muur van de klas, de leerlingen mogen rondlopen en de voorbeelden lezen. Na vijf minuutjes mogen ze enkele vragen stellen of opmerkingen geven. (of flappen rondhangen met post - its en leerlingen rondlopen) Evaluatie door leerkracht: Hoe gaan de leerlingen om met de stellingen? o Zijn er leerlingen die er moeite mee hebben iets als gewoon te bestempelen? o Zijn er leerlingen die het moeilijk vinden om dingen te vinden die ze als anders ervaren. CLIM-wijzer (Coöperatief Leren in Multiculturele groepen) De door ons ontwikkelde handleiding bij de CLIM-pakketten, geeft u een aantal lesideeën opdat leerlingen elkaar beter leren kennen, door op gelijkenissen te focussen. Wie ben ik? Via de activiteiten krijgen klasgenoten een verfrissende kijk op zichzelf en de anderen. Er ontstaat een samenhorigheidsgevoel dat pesten helpt tegen te gaan. Samen Feesten De centrale idee van dit thema is dat alle feesten iets gemeenschappelijks hebben. Doorheen dit thema bouwt de hele klas mee aan een feest en leren ze onbewust over vooroordelen en stereotypering. DISCO - Omgaan met diversiteit als leerkrachtcompetentie Dit is het screeningsinstrument voor leerkrachten van het basisonderwijs. Het bestaat uit verschillende items. Bij deze items vind je voorbeelden die inspiratie kunnen bieden voor je klaspraktijk. Zie II. Diversiteit op een positieve manier benaderen 3 DISCO- Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

20 Andere organisaties Holebifederatie De holebifederatie ontwikkelde het pakket: Maarten heeft twee mama s. Dit pakket gaat over anders-zijn en discriminatie, de activiteiten en het kader dat aangeboden wordt is dus niet enkel van toepassing op holebi s. Link: Iedereen anders, iedereen gelijk (All Different, All Equal) De Council of Europe ontwikkelde een pakket met allerhande activiteiten m.b.t. iedereen anders, iedereen gelijk. Het werd vertaald in het Nederlands door Vormen vzw Link: Jeugd &Vrede Jeugd & Vrede ontwikkelde een tolerantietest. Deze kan je downloaden op hun website. Link: Studio Globo - Wonen op het dak Dit lessenpakket is in eerste instantie bedoeld om elkaars eigenheid te leren kennen en te respecteren. In tweede instantie worden verschillen in de samenleving ingebracht in de groep. De leerlingen krijgen kansen om zich te verplaatsen in het perspectief van een ander. De leerlingen ontdekken dat mensen verschillen, dat ze op verschillende manieren met elkaar omgaan en dat de ene manier niet noodzakelijk beter is dan de andere. Voorbeeld: Geen pukkel te zien. Gelukkig! les 2 (p. 59 in de lesmap wonen op het dak ): In deze les wordt het uiterlijk van kinderen in de kijker gezet. Voorbeeld: Meisjes zijn zus les 4 (p. 67 in de lesmap wonen op het dak ). Bij leerlingen leven heel veel opvattingen over jongens die zus zijn en meisjes die zo zijn. Veel kinderen staan niet stil bij uitspraken als meisjes kunnen niet voetballen en jongens spelen niet met poppen. In deze les leren leerlingen kritisch nadenken over dergelijke uitspraken. Meer informatie: 4 DISCO- Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

21 Bijlage: Vreemd of gewoon? Een hamburger eten. Geen varkensvlees eten omdat dat niet mag van je godsdienst. Je neus snuiten in een zakdoek. In India vinden veel mensen het vies om je neus met een lapje af te vegen en dat lapje weer in je zak te doen. Rauwe vis eten. Sushi eten is tegenwoordig hip. Sushi is rauwe vis, in Japan wordt dat vaak gegeten. Opa of oma woont in een bejaardentehuis. In Ghana wonen ouders, grootouders en kinderen als één familie bij elkaar. Met vork en mes eten. De meeste mensen op de wereld eten anders: met hun handen of met stokjes of met een lepel. Met je handen eten. Frietjes met je handen eten. Als je een cadeautje krijgt is het beleefd om het uit te pakken en te zeggen dat je er blij mee bent. Als je een familie in Indonesië bezoekt, is het beleefd om het cadeautje niet uit te pakken waar de gever bij is. Vijf keer per dag bidden. Nooit bidden. Jongens die verliefd worden op jongens. Meisjes die verliefd worden op meisjes. Verliefd worden gaat vanzelf. Een hekel hebben aan iemand vanwege een andere huidskleur. Een hekel hebben aan iemand omdat die je slecht behandelt. Altijd in hetzelfde huis wonen. De ene week in een huis wonen bij je mama, de andere bij je papa. 5 DISCO- Lager Onderwijs Doel 2: Vooroordelen en veralgemeningen waar mogelijk en wenselijk vermijden, zich bewust zijn en zich onthouden van elke vorm van discriminatie

22 Doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken Subdoelen De leerling kan verschillende perspectieven herkennen De leerling kan verschillende perspectieven innemen. De leerling kan zich inleven in andermans situatie. De leerling weet wat zijn eigen perspectief is (ten opzichte van dat van anderen) en kan dit uiten. Evalueren en observeren Je kan op basis van observaties op verschillende momenten de leerlingen inschatten. Als je als leerkracht voldoende zicht hebt waar leerlingen zich situeren met betrekking tot het doel en de subdoelen, kan je het evaluatieschema voor de leerkracht invullen. Je kan je baseren op basis van observaties die je gedaan hebt. Indien je niet voldoende informatie hebt om je leerlingen te evalueren, kan je de voorgestelde activiteit uitvoeren. Je kan dan het evaluatieschema voor de leerkracht tijdens de activiteit en op verschillende tijdstippen invullen. Zo kan je zicht krijgen op eventuele evoluties bij leerlingen. Tips bij het observeren: - Probeer ervoor te zorgen geen uitzonderlijke uitspraken van leerlingen op te nemen in je eindbeoordeling. - Probeer leerlingen in te schatten m.b.t. wat ze regelmatig doen, hoe ze zich regelmatig gedragen. - Houd rekening met verschillende situaties: reageren en handelen leerlingen hetzelfde op de speelplaats, thuis, in de klas, of juist niet? Hangt het af van met wie ze dan aan het spelen zijn of. - Probeer een gevarieerd beeld te krijgen van de leerling. Het kan helpen om een beroep te doen op andere mensen zoals ouders, andere leerkrachten, begeleiders van buitenschoolse activiteiten,. - Achterhaal waarom leerlingen bepaalde uitspraken doen: doen ze dat om uit te dagen, zeggen ze meningen van grotere kinderen na of - Krijgen leerlingen vaak de kans om verschillende perspectieven te ontdekken of zelf in te nemen? Doen ze dat dan ook? Waar hebben ze het moeilijk mee? 1 DISCO Lager Onderwijs Doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken

23 Evaluatie- en observatieschema s Evaluatieschema We bieden een evaluatieschema aan, dat kan helpen om dit doel te evalueren. We hebben het doel onderverdeeld in subdoelen. We raden aan dit doel te evalueren door alle observaties (tips, zie hoger) m.b.t. de leerlingen van uw klas samen te brengen. Zo kan u zich een beeld vormen over hoe uw klas scoort op dit doel. Beschrijving van de categorieën We onderscheiden vier categorieën: --, -, + en ++. Bekijk hoe de klasgroep algemeen scoort. In welke categorie kan je de meeste leerlingen situeren? -- Deze leerlingen hebben zeer veel moeite met het innemen van perspectieven, zowel voor contexten, gebeurtenissen als perspectieven van andere personen. Ze zien ook niet dat er steeds verschillende perspectieven ingenomen kunnen worden. - De leerlingen weten wat perspectieven zijn. Ze weten dat mensen verschillende visies op eenzelfde zaak kunnen hebben. Maar.als ze geconfronteerd worden met andere invalshoeken naast hun eigen perspectief, kunnen ze daar niet steeds zo vlot mee om. + De leerlingen weten wat perspectieven zijn. Ze weten dat mensen verschillende visies op eenzelfde zaak kunnen hebben. Ze zijn er zich van bewust dat je gebeurtenissen vanuit verschillende perspectieven kan bekijken. Ze kunnen zich naargelang de situatie of de persoon om wie het gaat soms wel en soms niet inleven in diens situatie. ++ Deze leerlingen weten wat perspectieven zijn. Ze zijn er zich van bewust dat je gebeurtenissen vanuit verschillende perspectieven kan bekijken. Ze kunnen zich ook verplaatsen in het perspectief van de ander en aangeven hoe en waarom andere mensen een bepaald standpunt innemen. Ook voor zichzelf kunnen ze aangeven wat hun eigen perspectief is, dat eventueel kan verschillen van anderen, maar ook bijgestuurd kan worden. We beschouwen dit als een continuüm. Je kan voor de leerlingen van je klas op het continuüm aanduiden waar ze zich ongeveer situeren voor een bepaald subdoel. Dit kan door indien wenselijk - in het observatieschema de letters van de naam van de leerlingen te plaatsen ter hoogte van de categorie waarin ze gescoord worden. Je kan ook aanduiden waar de meerderheid van de klas zich situeert door een kolom of kolommen in te kleuren of te arceren. 2 DISCO Lager Onderwijs Doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken

24 Bijvoorbeeld: De leerling kan verschillende perspectieven herkennen Z (het lukt niet zo goed om perspectieven te herkennen) Evaluatie door de leerkracht Evaluatieschema voor de leerkracht Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken Evaluatie door leerkracht De leerling kan verschillende perspectieven herkennen De leerling kan verschillende perspectieven innemen De leerling kan zich inleven in andermans situatie. De leerling weet wat zijn eigen perspectief is (ten opzichte van dat van anderen) en kan dit uiten. Totaal: 3 DISCO Lager Onderwijs Doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken

25 Activiteit Roodkapje en de boze wolf 1 Soms is niet alles zoals het lijkt te zijn; veel hangt af van de manier waarop je tegen de dingen aankijkt. Wanneer je even een andere bril opzet, kan de wereld er totaal anders uitzien. Slachtoffers worden helden, zwart wordt wit,... net als in het sprookje van Roodkapje en de boze wolf. Vooraf Ga na of iedereen het sprookje kent. Laat de kinderen het in groep navertellen. Lees het verhaal van De boze wolf voor De boze wolf vertelt: Ik heb het altijd heerlijk gevonden in het bos te wonen. Het is mijn thuis en ik heb geprobeerd het schoon en netjes te houden. Op een mooie, zonnige dag, terwijl ik bezig was de rotzooi op te ruimen die mensen na een picknick hadden achtergelaten, hoorde ik voetstappen. Toen ik in het bos gluurde zag ik een klein meisje op het pad lopen met een mand in haar hand. Ik vond het meteen verdacht, want ze had zo n vreemde kleren aan: helemaal in het rood en haar hoofd was bedekt. Het was net alsof ze niet herkend wilde worden. Nu, ik weet wel dat je mensen niet op hun uiterlijk moet beoordelen, maar ze liep in mijn bos en ik vond dat ik het recht had om iets meer over haar te weten te komen. Dus vroeg ik haar wie ze was, waar ze vandaan kwam,.. je weet wel, van die dingen. Eerst zei ze dat ze niet met vreemden wilde praten. Dat bracht mij nogal van mijn stuk. Ik een vreemde? Ik heb verdorie mijn kinderen grootgebracht in dit bos. Daarna werd ze wat rustiger en vertelde mij dat ze op weg was naar haar oma omdat die ziek was en dat in de mand eten voor oma zat. Ze leek mij een eerlijk meisje, maar ik denk toch dat ze het zou moeten afleren om zomaar door iemands woonplaats te lopen, met zo n rare kleren aan. Ik liet haar gaan en ging snel naar het huis van haar oma toe. Toen ik bij die aardige, oude vrouw aankwam, vertelde ik haar wat er net was gebeurd en ze was het met mij eens dat haar kleindochter zou moeten leren zich beter te gedragen. We bedachten het plan dat de oma zich zou verbergen, totdat ik haar zou roepen. Ze verstopte zich onder het bed. Toen het meisje met die rare, rode hoed binnenkwam, vroeg ik haar naar de slaapkamer te komen, waar ik in het bed van oma lag. Ze kwam opgewonden binnen en maakte meteen een beledigende opmerking over mijn grote oren. Nu heb ik wel vaker een nare opmerking gekregen, dus probeerde ik er het beste van te maken door te zeggen dat ik daar beter mee kon horen. Wat ik eigenlijk wou zeggen, was dat ik haar best aardig vond, maar dat ze beter op haar woorden zou moeten letten. Maar toen maakte ze weer zo n opmerking, ditmaal over mijn grote ogen. Je kunt je misschien wel voorstellen hoe ik zo langzamerhand ging denken over dit kleine meisje dat zich zo aardig voordeed, maar eigenlijk een vals kreng bleek te 1 (Herwerkte versie van: centrum voor informatieve spelen CIS, overgenomen en aangepast uit Niveau R werkbrochure van Jeugd & Vrede) 4 DISCO Lager Onderwijs Doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken

26 zijn. Maar, aardig als ik ben, antwoordde ik haar dat ik met mijn grote ogen beter kon zien. Haar volgende belediging was echter teveel. Ik heb mijn hele leven al last van mijn tanden, een gevoelig punt, en dat kleine meisje moest daar zo nodig een opmerking over maken. Ik weet dat ik mij had moeten beheersen, maar ik ben kwaad uit bed gesprongen en heb gegromd dat ik haar met die tanden beter op zou kunnen eten. Laten we eerlijk zijn, een wolf zou nooit zo n klein meisje opeten. Iedereen weet dat, maar dat stomme kind begon te schreeuwen en rende door het huis. Ik volgde haar om haar te kalmeren. Ik had zelfs de kleren van oma uitgetrokken, maar dat leek het alleen maar erger te maken. Toen vloog plotseling de voordeur open en een boomlange boswachter kwam naar binnen met een bijl in zijn handen. Ik keek hem aan en realiseerde mij dat ik diep in de problemen zat. Ik ben door een open raam gesprongen en maakte dat ik wegkwam. Ik had gehoopt dat hiermee de ellende voorbij zou zijn, maar dat grootmoeder-mens heeft nooit mijn kant van het verhaal verteld. Al snel deed het gerucht de ronde dat ik een afschuwelijk, onbetrouwbaar, boos beest zou zijn. Ik weet niet hoe het is afgelopen met dat kleine meisje in dat rare, rode pakje, maar hij leefde nog lang en gelukkig ging voor mij niet op. Start een discussie op over de verschillende interpretaties van dit sprookje. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen het originele sprookje en deze versie? Wie vertelt het originele sprookje? Wie is het slachtoffer in het originele sprookje in dit verhaal? Wie is de dader in het originele sprookje en in dit verhaal? Nabespreking: Wanneer verschillende mensen denken dat hun interpretatie van het verhaal, of de feiten de enige juiste is, ontstaan er misverstanden. Er zijn verschillende standpunten en interpretaties van een verhaal of gebeurtenis. o Hebben leerlingen hier voorbeelden van? Hebben leerlingen dit al eens zelf meegemaakt? Opdracht Verdeel de leerlingen in groepjes van vier. Laat de leerlingen in de klas gezamenlijk een bekend sprookje kiezen. Elk groepje werkt het verhaal uit vanuit een van de personages: o Bijvoorbeeld: Assepoester verteld door Assepoester, de moeder, de stiefzussen en de prins. o Bijvoorbeeld: Hans & Grietje: verteld door Hans, verteld door Grietje, verteld door de heks, verteld door de kat van de heks, Je kan ook elk groepje een sprookje laten kiezen en hen zelf laten kiezen vanuit welk personage ze het verhaaltje laten vertellen. Je kan ook werken met een krantenartikel. De leerlingen moeten dan het voorval beschrijven vanuit de chauffeur, etc. 5 DISCO Lager Onderwijs Doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken

27 Slot Laat de leerlingen hun verhaal voorlezen. Bespreek de verhaaltjes: wat is er verschillend in de standpunten, waaraan hadden ze nog niet gedacht etc. Bekijk samen met de leerlingen hoe je het innemen van verschillende standpunten in de klas kan benutten o Bijvoorbeeld: bij het oplossen van ruzies in de klas: elke leerling de kans geven zijn/haar verhaal te doen, en dan gezamenlijk tot een oplossing komen. 6 DISCO Lager Onderwijs Doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken

28 Bijlage bij activiteit Evaluatieformulier voor de leerkracht Leerkracht Items - +/- + Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken De leerling herkent het verhaaltje als het verhaal volgens de wolf. De leerling slaagt erin zelf te verwoorden hoe een ander personage de gebeurtenis zou beschrijven. De leerling weet dat gebeurtenissen vanuit verschillende perspectieven bekeken kunnen worden. De leerling kan dit ook voor gebeurtenissen in de klas, op de speelplaats, De leerling kan aangeven wat zijn eigen perspectief is. De leerling kan aangeven wat het perspectief van iemand anders is De leerling kan zich inleven in iemand anders situatie Totaal (aantal leerlingen/klas/categorie) 7 DISCO Lager Onderwijs Doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken

29 Zelfevaluatie voor leerlingen Perspectieven Naam: Dit kan ik goed. Dit vind ik moeilijk. Ik weet het niet. Ik kan zeggen wie het verhaal vertelt. Ik kan vertellen hoe een ander personage het verhaal vertelt. Ik kan vertellen hoe ik de dingen zie. Ik kan vertellen hoe iemand van mijn klas de dingen ziet. Totaal aantal kruisjes: Wat vind je het moeilijkst? Wat ga je doen om dat te veranderen? Wat kan je goed? Wat ga je daarmee doen? 8 DISCO Lager Onderwijs Doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken

30 Doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken Subdoelen: De leerling kan verschillende perspectieven herkennen De leerling kan verschillende perspectieven innemen. De leerling kan zich inleven in andermans situatie. De leerling weet wat zijn eigen perspectief is (ten opzichte van dat van anderen) en kan dit uiten. Interpreteren en analyseren van de resultaten Hoe zou je de resultaten kunnen verklaren? Enkele richtvragen: Klaspraktijk - Geef je zelf verschillende perspectieven op bepaalde onderwerpen/zaken? - Geef je de leerlingen de kans hun eigen kijk op bepaalde onderwerpen uit te leggen? Laat je daarbij ruimte voor verschillende opvattingen? - Besteed je aandacht aan zich inleven in een ander? Ga je erop in wanneer dit gebeurt in de klas? - Ga je in op verschillende perspectieven die leerlingen hebben over situaties en mensen? Leerlingen - Vinden ze het moeilijk om verschillende perspectieven in te nemen of te onderscheiden? - Blijven ze zich vasthouden aan hun eigen perspectief? - Spreken ze in termen van dé waarheid, als de enige juiste? Mogelijke acties Werken aan diversiteit kan zowel impliciet als expliciet. Wij ijveren ervoor om aandacht voor diversiteit gedurende het hele klasgebeuren aan bod te laten komen. Natuurlijk kan je ook af en toe concrete, expliciete lessen besteden aan dit onderwerp, maar dit mag dan natuurlijk niet contrasteren met de normale werking. DISCO Lager Onderwijs doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken.

31 Diversiteit een plaats geven in het lesgebeuren. In de door ons ontwikkelde materialen besteden we ook aandacht aan de doelstelling gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken.. Enkele mogelijke activiteiten: Peper en zout Peper en zout is een bronnenboek met concrete activiteiten, technieken en strategieën om te werken aan diversiteit. Het bronnenboek is ingedeeld in 9 categorieën. We geven u hier alvast enkele suggesties van categorieën en bijbehorende activiteiten die uitermate geschikt zijn om aan dit doel te werken. - Groepssamenstelling Werken in groepen verhoogt de kansen op leren omgaan met diversiteit. De groepssamenstelling speelt hierin een belangrijke rol. Zo geven heterogene groepen aanleiding tot een onmiddellijke confrontatie met verschillende ervaringen, interesses, zienswijzen, manieren van omgaan,. Voorbeeld: Op één lijn (p.5): Een activiteit waarbij verschillende meningen van leerlingen aan bod komen, en leerlingen geconfronteerd worden met elkaars opvattingen. - Rol van de leerkracht Als leerkracht kan je heel wat kansen creëren voor leerlingen om te interageren en samen te werken. Voorbeeld: Denken delen uitwisselen (p.3): Een activiteit waarbij leerlingen ideeën en opvattingen uitwisselen met verschillende leerlingen van hun klas. CLIMwijzer De door ons ontwikkelde handleiding bij de CLIM-pakketten, geeft u een aantal lesideën. Voorbeeld: De vier-traps-raket (p.67): deze activiteit leert leerlingen om in groep te discussiëren. Leerlingen krijgen zicht op het groepsproces en de gelegenheid om discussies te oefenen. CLIM (Coöperatief Leren in Multiculturele groepen) Een aantal CLIM-pakketten zijn uitermate geschikt om te werken aan dit doel. Wie ben ik? Via de activiteiten krijgen klasgenoten een verfrissende kijk op zichzelf en de anderen. Er ontstaat een samenhorigheidsgevoel dat pesten helpt tegen te gaan. DISCO Lager Onderwijs doel 3: Gebeurtenissen, contexten en personen vanuit verschillende perspectieven bekijken.

Verdeel de leerlingen in groepjes. Laat elk groepje 3 stellingen bekijken.

Verdeel de leerlingen in groepjes. Laat elk groepje 3 stellingen bekijken. Activiteit Vreemd of gewoon 1 In deze activiteit gaan we op zoek naar dingen die we vreemd of gewoon vinden. We ontdekken dat niet iedereen hetzelfde vreemd of hetzelfde gewoon vindt. We vertrekken bij

Nadere informatie

FRAMING THE MESSAGE INLEIDING

FRAMING THE MESSAGE INLEIDING FRAMING THE MESSAGE CRED, Ian Websler (http://guide.cred.columbia.edu/guide/sec2.html) INLEIDING Wanneer je een verhaal vertelt of neerschrijft wil je een bepaalde indruk bij het publiek achterlaten. In

Nadere informatie

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS CONFERENTIE STEUNPUNT GOK: De lat hoog voor iedereen!, Leuven 18 september STROOM KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Lesbrief. Introductie

Lesbrief. Introductie Lesbrief Introductie Deze lesbrief hoort bij Lieve Stine, weet jij het? van Stine Jensen en Sverre Fredriksen. Dit boek bestaat uit 20 brieven en antwoorden van filosoof Stine. Deze lesbrief bestaat uit

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Familiekwesties (respect voor diversiteit en privacy)

Familiekwesties (respect voor diversiteit en privacy) Familiekwesties (respect voor diversiteit en privacy) (Uit: Recht in de roos) Doel Elkaar beter leren kennen en begrijpen. Kennis maken met de vele verschillende of net dezelfde gewoontes en gebruiken

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie

Nadere informatie

Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader.

Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader. 3. Samen eten Een Afrikaanse vrouw nodigt de Vlaamse buurkinderen uit voor het eten. De buurvrouw komt thuis en vindt haar kinderen niet. Ze is ongerust en maakt zich kwaad. Je gaat toch niet zomaar bij

Nadere informatie

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO Hieronder vind je een lesvoorbereiding voor twee lesuren rond lichaamsbeeld bij kinderen van 10 tot 12 jaar. Het bevat verschillende

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

Ronde van Vlaanderen 2008. Omgaan met Diversiteit

Ronde van Vlaanderen 2008. Omgaan met Diversiteit Ronde van Vlaanderen 2008 Omgaan met Diversiteit Omgaan met diversiteit Diversiteitstest Referentiekader: omgaan met diversiteit Screeningsinstrument Doe de diversiteitstest! Vul de test individueel in.

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

SAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie

SAMEN DELEN. een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie SAMEN DELEN een lesbrief in het kader van de schoenendoosactie INHOUD LESBRIEF 1. Introductie 2. De SAMEN DELEN Lesinhoud 3. De SAMEN DELEN Quizzz 4. Het SAMEN DELEN Diploma 5. De SAMEN DELEN Activiteiten

Nadere informatie

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6 Soorten gezinnen 1. Thema: Diversiteit 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst 3. Doelgroep Eerste graad Tweede graad Derde graad 1 2 3 4 5 6 4. Duur: 50 min. 5. Doelen Eindtermen Wereldoriëntatie:

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg Pasen met peuters en kleuters Beertje Jojo is weg Thema Maria is verdrietig, haar beste Vriend is er niet meer. Wat is Maria blij als ze Jezus weer ziet. Hij is opgestaan uit de dood! Wat heb je nodig?

Nadere informatie

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten.

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Kan het anders? (Uit: Kompas) Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Behandelende onderwerpen het recht veilig in vrijheid te leven het recht op respect

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

DISCO : Algemene handleiding

DISCO : Algemene handleiding DISCO : Algemene handleiding DISCO het Screeningsinstrument Diversiteit en Onderwijs m.b.t. omgaan met diversiteit biedt enerzijds handvatten om maatregelen en acties die reeds genomen werden in kader

Nadere informatie

Lesbrief thema: Identiteit

Lesbrief thema: Identiteit Lesbrief na Loser! Lesbrief thema: Identiteit Deze lesbrief is onderdeel van het na programma van de voorstelling Loser! van Theaterhart. Deze begeleidende brief is voor het thema: identiteit en hoort

Nadere informatie

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children

Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children Wat is aanvaardbaar? Naar: Raad van Europa, Compasito: Manual on Human Rights Education for Children Leeftijd: 6-9 jaar; 9-12 jaar Duur: 60 min. Doelen Kinderen discussiëren over gedrag en houdingen. Wat

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

Thema in de kijker : Filosoferen met kinderen

Thema in de kijker : Filosoferen met kinderen Thema in de kijker : Filosoferen met kinderen Wat is filosoferen met kinderen? Samen op een gestructureerde wijze nadenken en praten over filosofische vragen. Zoeken naar antwoorden op vragen die kinderen

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het secundair onderwijs Diversiteit

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft!

150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft! Scott de Jong http://www.positiefleren.nl - 1 - Je leest op dit moment versie 2.0 van het Ebook: 150 Tips om kinderen te laten zien dat je om ze geeft.

Nadere informatie

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen DE KANJERTRAINING. Op de Jozefschool wordt er in alle groepen kanjertraining gegeven. Alle leerkrachten zijn gecertificeerd. Doel van de Kanjertraining? Deze werkwijze biedt lln. kapstokken aan om beter

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift 98 De helppagina van een tijdschrift Bijlage 1 Thema 1 Ik ben een meisje van 10 jaar en zit in groep 6. Wij zijn in nieuwe groepjes gezet en nu zit ik tegenover een meisje waar ik me heel erg aan erger.

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hard tegen hard. Vechten voor je leven

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hard tegen hard. Vechten voor je leven Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten Hard tegen hard Vechten voor je leven Lees hoofdstuk 1: Capuchon (blz. 5) In de 3de alinea staat: De chauffeur knikt naar hem. Wie is hem? De volgende zin is: Ze kent

Nadere informatie

KENNISMAKEN MET DE KLAS

KENNISMAKEN MET DE KLAS De foto's in deze handleiding komen uit verschillende landen in het Zuiden. In het kader van het project 'Correspondenten in het Zuiden' zal je in deze stap foto's aanreiken uit hetzelfde land (het land

Nadere informatie

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden. VOORBEELD DE KLAS ALS TEAM (LEERLINGENBOEK) INHOUDSOPGAVE Instructie voor leerlingen.. 5 Gebruik van de lesbrieven. 6 Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7 Wat wil je zijn en worden. 11 Wat wil je zijn

Nadere informatie

Het onze Vader. Naam:

Het onze Vader. Naam: Het onze Vader Naam: Onze Vader Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood.

Nadere informatie

Liefde, voor iedereen gelijk?

Liefde, voor iedereen gelijk? Seksuele diversiteit graad 2 Lesvoorbereiding Liefde, voor iedereen gelijk? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print de verhalen 'Het geheim van Mirjam'

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht: Wie zijn jouw vrienden? Opdracht: 1. Maak een spinnenweb van jouw belangrijkste vrienden. 2. Schrijf er telkens bij waar je die vriend hebt leren kennen. 3. Schrijf de meest positieve eigenschap als vriend

Nadere informatie

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering Zand erover verzoeningsviering voor de tweede graad Zand erover Verzoeningsviering voor de tweede graad Vooraf in de klas Wat heb je nodig? - twee grote bladen papier, schrijf op het eerste blad het kernwoord

Nadere informatie

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers Praten over boeken in de klas Het vragenspel van idan hambers We weten pas wat we denken als we het onszelf horen zeggen. (idan hambers). Elk individu, kind en volwassene, beleeft een tekst op geheel eigen

Nadere informatie

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME Algemene opzet van de les Doelen: - Kinderen kunnen gedachten, gevoelens en houdingen bij thema s uit de film Gods Lam uitdrukken in dramavorm. - Kinderen

Nadere informatie

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo? Les 1 Wensen & Grenzen Praten over seks... Hoe en hoezo? In deze eerste les wordt het thema 'Seksueel gedrag' geïntroduceerd. Het is aan jou als mentor / docent om te bepalen of de sfeer in de groep veilig

Nadere informatie

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels. Doel. Dit spel is een concrete tool dat de dialoog rond eerlijkheid mogelijk maakt. Aan de hand van herkenbare situaties worden 10 tot 12 jarigen uitgenodigd voor zichzelf na te denken over wat eerlijk

Nadere informatie

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken Mensen zoeken hulp omdat ze overhoop liggen met zichzelf of met anderen. Dit kan zich op verschillende manieren uiten. Sommige mensen worden

Nadere informatie

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven Taal actief 3 Handleiding groep 6 en 7 Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven Dit is een extra activiteit die past binnen het thema sinterklaas. Tijdsduur 45 minuten Tip: De kinderen die moeite hebben

Nadere informatie

Mirjams mama en moekie

Mirjams mama en moekie Seksuele diversiteit graad 1 Mirjams mama en moekie Lesvoorbereiding Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les: Print 2 lege gedragspatroongrafieken af voor

Nadere informatie

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten Hey Russel! Een bijzondere vriendschap Lees blz. 5 tot en met 8. Jim vindt Rudsel een rare naam. Jim zegt dit ook tegen Rudsel. Vind jij het ook een rare naam? Is

Nadere informatie

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud Bijlage 3.1. Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud Het instinct voor zelfbehoud is heel gezond. Als we dat niet hadden, zou niemand van ons

Nadere informatie

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel dingen

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL.

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL. Liefde Ik laat je nooit in de steek. Ik zal je helpen. Jij bent mijn beste vriendin. Het mooiste wat ik heb, geef ik aan jou. Ik ben verliefd... Ik heb alles voor je over. IK HOU VAN JOU! Ik bid voor je.

Nadere informatie

Inhoudstafel Luistermoment La J Kinderen Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doel van de activiteit... 2 Overzicht... 2 Praktische voorbereiding...

Inhoudstafel Luistermoment La J Kinderen Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doel van de activiteit... 2 Overzicht... 2 Praktische voorbereiding... Inhoudstafel Luistermoment La J Kinderen Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doel van de activiteit... 2 Overzicht... 2 Praktische voorbereiding... 2 Voorbereiding... 2 Locatie... 2 Materiaal... 2 Veel

Nadere informatie

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer.

Niet Normaal. Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer. LEIDRAAD VOOR BEGELEIDERS Niet Normaal Hetero s zijn niet normaal, ze zijn gewoon met meer. Het project Niet Normaal wil seksuele diversiteit bespreekbaar maken bij (Gentse) jongeren van 14 tot 18 jaar.

Nadere informatie

1 Ben of word jij weleens gepest?

1 Ben of word jij weleens gepest? Onderzoeksresultaten TipHorstaandeMaas.nl Pesten Pesten is van alle generaties. Het kan bijna overal plaatsvinden en is daarom dichterbij dan mensen soms denken 8 1 Ben of word jij weleens gepest? 7 6

Nadere informatie

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK Krachtige leeromgeving Inbreken in de klas Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het lager onderwijs Diversiteit KVS

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten

Nadere informatie

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. -----

1. Ik merk vaak dat ik probeer iets te bereiken wat op de een of andere manier op een mislukking uitloopt. ----- Test: Je persoonlijke afweerprofiel Met de volgende test kun je bepalen welk afweermechanisme je het meest gebruikt. Iedereen gebruikt alle afweervormen, maar er bestaan verschillen in de frequentie waarmee

Nadere informatie

Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis

Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis Geld graad 1 Lesvoorbereiding Maak zelf geld Print 1 keer het verhaal Isaura s droom, Toon Isaura's foto op het smartboard Print de Braziliaanse munt, de real uit. Verwondering Lees het verhaal Isaura

Nadere informatie

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde Info Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde Inhoud INHOUD 1. Waar gaat het over 3 2. Aanraken 4 3. Hoe noem jij dat? 5 4. Baas over

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Een informatieve bundel en vragenlijst voor kinderen die gepest worden.

Een informatieve bundel en vragenlijst voor kinderen die gepest worden. Een informatieve bundel en vragenlijst voor kinderen die gepest worden. Er is een verschil tussen plagen en pesten. Iets van iemand afpakken kan plagen zijn, maar ook pesten. Het is plagen als het gaat

Nadere informatie

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy Reality Reeks Verwerkingsopdrachten Mooi meisje Verliefd op een loverboy Lees blz. 3. Woont Laura in de stad of op het platteland? Hoe weet je dat? Lees blz. 5 en 7. Woont Laura s oma al lang op de boerderij?

Nadere informatie

Protocol gedrag. Recht op veiligheid Iedere leerling heeft recht zich veilig te voelen in de klas en in de school.

Protocol gedrag. Recht op veiligheid Iedere leerling heeft recht zich veilig te voelen in de klas en in de school. Protocol gedrag Een goede school heeft geen pestprojecten nodig, of anders gezegd: doet dagelijks een pestproject, mits zij zich er steeds van bewust blijft welke processen in de groepsvorming een belangrijke

Nadere informatie

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan

Nadere informatie

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Vragenlijst: Wat vind jij van je Deze vragenlijst is bedacht door leerlingen. Met deze vragenlijst kunnen leerlingen er zelf achter kunnen komen wat andere leerlingen van hun school vinden. De volgende onderwerpen komen langs: Sfeer op

Nadere informatie

3 Pesten is geen lolletje

3 Pesten is geen lolletje Na deze les kun je: het verschil tussen plagen en pesten noemen; jouw ervaringen met pesten vertellen; uitleggen hoe je pesten kunt stoppen; afspraken maken over pesten. 3 Pesten is geen lolletje Pesten

Nadere informatie

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5. Het kinderprotocol Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5. Slot 1. Het kinderprotocol: Op de Flamingoschool vinden we het erg

Nadere informatie

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering. Bij SNAP leren we ouders en kinderen vaardigheden om problemen op te lossen en meer zelfcontrole te ontwikkelen. Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering. SNAP (STOP

Nadere informatie

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 Beertje Anders Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 H. Vos Beertje Anders Wat zonlicht is voor bloemen, is een glimlach voor een beer. Beertje Anders en Beertje Bruin gaan bij oma spelen. Het was maar even

Nadere informatie

VIER EENVOUDIGE TAKTIEKEN OM LASTIGE COLLEGA S VOOR JE TE WINNEN

VIER EENVOUDIGE TAKTIEKEN OM LASTIGE COLLEGA S VOOR JE TE WINNEN E-BLOG VIER EENVOUDIGE TAKTIEKEN OM LASTIGE COLLEGA S VOOR JE TE WINNEN in samenwerken Je komt in je werk lastige mensen tegen in alle soorten en maten. Met deze vier verbluffend eenvoudige tactieken vallen

Nadere informatie

Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam

Wie ben ik? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam Kriebels in je buik Wie ben ik? 1 Wie ben ik? Groep 1 80 min Begrippen Ik, jij, groot, klein, uiterlijk, verschillen, overeenkomsten, haar, ogen, gezicht, lichaam Benodigheden Grote spiegel en/of handspiegeltjes

Nadere informatie

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan. LESBRIEF Binnenkort gaan jullie met jullie groep naar de voorstelling Biggels en Tuiten Hieronder een aantal tips over hoe je de groep goed kan voorbereiden op de voorstelling. VOOR DE VOORSTELLING Vertel

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Communiceren is teamwork

Communiceren is teamwork Communiceren is teamwork Je werkt vaak zelfstandig, maar blijft altijd onderdeel van je team. Samen met je collega s zorg je zo goed mogelijk voor jullie cliënten. Samenwerken vereist veel communicatie.

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Wat een mooie luchtballonnen! Geel, oranje, groen en blauw. Kies maar uit Daan,

Nadere informatie

Ik geef mijn grenzen aan (lessenserie Omgaan met pesten)

Ik geef mijn grenzen aan (lessenserie Omgaan met pesten) Ik geef mijn grenzen aan (lessenserie Omgaan met pesten) Inleiding Introductie Ik geef mijn grenzen aan Beginopstelling: Kring Deze dramales "Ik geef mijn grenzen aan" voor groep 7/8 maakt onderdeel uit

Nadere informatie

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten De gelijkenis van de twee zonen Lees : Mattheüs 21:28-32 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel

Nadere informatie

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig Beertje Anders zit stil in een hoekje als Beertje Bruin langskomt. Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig bent. Kan ik je helpen, want ik ben je vriend en vrienden

Nadere informatie

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX. LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX. Omschrijving van de activiteit De leerlingen lezen tips over correct handelen als je het uitmaakt met je lief. Ze bespreken

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren' De tovenaar tovert De verhalenvertelster vertelt Wat zou een tovenaar allemaal kunnen toveren? Hoe zouden de kinderen zich voelen? Waar zie je dat aan? Is de tovenaar blij/ boos/ verdrietig of bang? Hoe

Nadere informatie

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS) Stel dat dat (te grote wonder) gebeurt, ik betwijfel of dat zal gebeuren, maar stel je voor dat, wat zou je dan doen dat je nu niet doet? (p36)

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Bescherming tegen geweld

Bescherming tegen geweld Bescherming tegen geweld De kinderen kunnen zich inleven in de gevoelens van slachtoffers van pesten. De kinderen zien het belang van melden van pestsituaties in, en leren het taboe rond klikken doorbreken.

Nadere informatie