Archiefexemplaar Provincie Zeeland

Transcriptie

1 Archiefexemplaar Provincie Zeeland BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Kenmerk: Afdeling: Datum: Bijlagen: Onderwerp: Indaver Gevaarlijk Afval B.V Willemskerkeweg NN Hoek /Wa Milieuhygiene 21 april 2011 Bijlage 1. Voorschriften Omgevingsvergunning op grc Indaver Gevaarlijk Afval B.V. Samenvatting besluit Wij hebben besloten om op 21 april 2011 aan Indaver Gevaarlijk Afval B.V. te Hoek de gevraagde vergunning te verlenen voor net vervangen van de tripleverdamper door een membraanfilter en het effluent van de afvalwaterzuivering te lozen op de waterzuivering 'De drie Ambachten' van het Waterschap Scheldestromen in plaats van op de BIOX van Dow.

2 1. OMGEVINGSVERGUNNING REGULIERE PROCEDURE Aanvraag Gedeputeerde Staten hebben op 4 maart 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Indaver Gevaarlijk Afval B.V. aan de Willemskerkweg 5 te Hoek. De aanvraag heeft betrekking op wijzigingen binnen de afvalwaterzuivering binnen de inrichting en te lozen effluent. De aanvraag is geregistreerd onder nummer Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.7 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (de reguliere voorbereidingsprocedure). De aanvraag voor het toevoegen aan de verwerkingsmogelijkheden van de waterzuivering van een Membraam Bio-Reactor (MBR) en het lozen van effluent naar de waterzuivering van het waterschap is beoordeeld aan artikel 3.10 derde lid. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor). Op 1 april 2011 hebben wij een advies ontvangen van het waterschap Scheldestromen met betrekking op de aanvraag in relatie tot indirecte lozingen. Wij hebben het advies integraal in deze beschikking verwerkt. Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Bor en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen of (gedeeltelijk) te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaarzijn afgestemd. Ontvankelijkheid Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor een geharmoniseerde regeling van de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning moeten worden gesteld om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Mor. Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. Aanvraag, procedure en zienswijze (regulier) Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 30 maart 2011 van de aanvraag kennis gegeven in het Zeeuws-Vlaams Advertentieblad, conform artikel 3.8 Wabo. 2. IN WERKING HEBBEN VAN EEN INRICHTING OF MIJNBOUWWERK Inleiding De aanvraag heeft betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 het milieuhygienische toetsingskader van de aanvraag. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Besluit van 21 april van 8

3 Toetsing milieuneutraal of -vriendelijke verandering De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuvriendelijke of milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; niet m.e.r.-plichtig is. Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan voldoet omdat; Bodem De gehele installatie wordt opgesteld op een vloeistofdichte ondergrond welke is gekeurd volgens CUR/PBV 44. Er zijn dan ook geen significante effecten richting bodem te verwachten. Lucht Bij de behandeling van het afvalwater in het membraanfilter vindt er geen emissie naar de lucht plaats. Geluid De gehele installatie wordt binnen geplaatst waardoor de effecten op de milieucomponent geluid verwaarloosbaar zijn. Veiliqheid De wijziging wordt uitgevoerd volgens de bij IGA geldende MoC procedure. In deze procedure worden alle veiligheidsaspecten behandeld en indien nodig worden er maatregelen genomen om de veiligheidsrisico's tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. Ook wordt van de wijziging een HAZOP studie uitgevoerd, actiepunten die hieruit voortkomen worden afgehandeld voordat de installatie in gebruik wordt genomen. Afvalwater IGA wijzigt een verwerkings route, die als minimumstandaard in sectorplan 87 staat beschreven: het toepassen van membraanfiltratie met lozen van het filtraat in plaats van indampen en het lozen van het condensaat. Sectorplan 79 geeft geen lozingsconcentraties, deze zijn destijds ingevuld door Rijkswaterstaat. Afgezien van het zout van de afvalwaterstroom en een hoger CZV (wat verwijderd kan worden in de 3 Ambachten) zijn de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van het effluent van de MBR vergelijkbaar met de eisen van het effluent in de voormalige WVO-vergunning. Daarom zijn aan het advies van het WSS de stoffen molybdeen, cadmium en kwik toegevoegd. Met de nieuwe eisen wordt dus een gelijkwaardige bewerking verlangd en wordt voldaan aan het LAP. In de waterzuivering van Indaver Gevaarlijk Afval worden extern aangevoerde afvalwaterstromen, afvalwater afkomstig van de eigen Cleaning afdeling en verontreinigd hemelwater verwerkt. Na de noodzakelijke buffertanks en voorbehandelingen wordt het water opgevangen in een buffertank en vervolgens verwerkt in een biologische zuivering. Het effluent van de biologische zuivering werd tot op heden nabehandeld in een tripleverdamper. Het condensaat van detripleverdamper werd naar de waterzuivering van DOW gepompt voor gebruik als stikstofbron. In de afgelopen jaren is het aanbod van afvalwaterstromen op de markt zowel kwantitatief als kwalitatief sterk gewijzigd. Hierdoor zijn de exploitatiekosten van de installatie te hoog geworden. Daarom is door Indaver een studie uitgevoerd om na te gaan in welke mate de operationele kosten van de waterzuivering verminderd konden worden. Naar aanleiding van deze studie heeft Indaver besloten om de tripleverdamper uit te schakelen. In de nieuwe situatie wordt een membraanfilter in de hoofdroute opgenomen en zal het effluent van de biologische zuivering middels dit membraanfilter verder worden behandeld. De bestaande omloopverdamper zal als voorbehandelingstechniek wel in gebruik blijven. Bij membraanfiltratie wordt het slib door Besluit van 21 april van 8 Kenmerk M/a

4 een filter gescheiden. Alle deeltjes die niet door het filter kunnen, blijven achter. Het water en de deeltjes die kleiner zijn dan de porien van het membraan kunnen het membraan passeren en zijn het effluent dat geloosd wordt. Door het buiten gebruik nemen van de verdamper en over te stappen op een membraanfiltratie (MBR) gaat de effluentstroom over van een zoete stroom naar een zoute stroom. Hierdoor is lozing op de zuivering van DOW niet meer mogelijk. Daarom wordt in de nieuwe situatie het afvalwater geloosd op de afvalwaterzuivering "De Drie Ambachten" in Terneuzen. In deze installatie wordt het afvalwater verder gezuiverd en vervolgens omgezet tot zogenaamd grijs water en dit grijze water wordt weer hergebruikt als proceswater in de industrie. De wijziging heeft dus wel effecten op de component afvalwater, maar lozing geschiedt volgens de door waterschap voorgestelde eisen, die in de voorschriften worden opgenomen. Acceptatie en Verwerkinqsbeleid De wijziging in afvalwaterbehandeling heeft ook gevolgen voor de types afvalwater die verwerkt kunnen worden in de zuiveringsinstallatie van Indaver. De te verwerken afvalwaterstromen en de toetsing of deze afvalwaterstromen verwerkt kunnen worden in de zuiveringsinstallatie liggen vast in het 'Acceptatie en verwerkingsbeleid Indaver Gevaarlijk Afval'. De gewijzigde versie van het A&V beleid is onderdeel van de vergunningaanvraag. Op basis van de uitgangspunten en toetsing in het A&V beleid wordt de effluentlozing van Indaver via een persleiding op de rioolwaterzuiveringsinstallatie "De Drie Ambachten" door het waterschap geaccepteerd onder het stellen van voorschriften. De gewijzigde versie van het A&V beleid is toegevoegd als bijlage 6 bij de aanvraag. In de vigerende vergunning is bepaald dat wijziging van het A&V beleid ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan het bevoegd gezag. In dit kader beschouwen wij de aanvraag tevens als verzoek om goedkeuring. In de huidige situatie wordt het effluent van de AWZI nuttig toegepast als stikstofbron in de waterzuivering van DOW. In de nieuwe situatie wordt effluent na zuivering nuttig toegepast als proceswater is de industrie. Het milieueffect van de wijziging in de AWZI kan dus worden beschouwd als milieuneutraal. Grond- en hulpstoffen Voor het schoonmaken van de membranen worden drie nieuwe grondstoffen in gebruik genomen. Gegevens over deze grondstoffen staan in onderstaande tabel: Soortstof ' Verbruik _ Classificatie, Maximale \ Opslagmedium Opslaglocatie perjaar opslag Hypochloriet reiniger 100 liter Corrosief 100 liter 20 liter cans Machinehal Zure reiniger 100 liter Irriterend 100 liter 20 liter cans Machinehal Alkalische reiniger 100 liter Corrosief 100 liter 20 liter cans Machinehal Bij een reiniging van de membranen wordt de reinigingstank opgevuld met 1 m 3 water. Vervolgens wordt maximaal 1% dosering gebruikt van de hypochloriet reiniger en van de alkalische reiniger. De zure reiniger wordt alleen gebruikt als er in de membranen scaling van zouten optreed. De verwachte frequentie van de reiniging wordt thans ingeschat op 6 keer per jaar. De proef die begin 2011 uitgevoerd wordt zal hierover uitsluitsel geven. Het maximale verbruik van elk van de nieuwe grondstoffen wordt nu ingeschat op 100 liter perjaar. Veiligheidsinformatiebladen van de in gebruik zijnde nieuwe grondstoffen zijn op de locatie aanwezig. De opslagplaats moet voldoen aan voorschrift 6.6 van de vigerende vergunning. Afvalstoffen Tijdens de reiniging van de membranen ontstaan afvalstoffen. Echter deze afvalstoffen bestaan uit zuiveringseigen stoffen en deze worden dan ook weer teruggevoerd en verwerkt in de waterzuivering. Besluitvan 21 april van 8

5 Enerqie Tijdens de studie die is uitgevoerd naar eventuele alternatieven voor de verdamper is ook het energieverbruik van de verschillende technieken bepaald. Door het afschakelen van de tripleverdamper vermindert het stoomverbruik van de AWZI met ton, de resterende ton is nodig voor het bedrijven van de omloopverdamper. Deze vermindering van stoomverbruik betekent dat het energieverbruik van de AWZI daalt van 946 MJ/m 3 verwerkt afvalwater met de verdamper naar 132 MJ/m 3 verwerkt afvalwater met de membraanfiltratie. De wijziging levert dus een positieve bijdrage aan het energieverbruik van IGA. Verkeer De wijziging heeft geen effect op de milieucomponent verkeer. Op de andere milieuaspecten treden geen wijzigingen ten opzichte van de vergunde situatie op. Conclusie Vanuit het toetsingskader, dat betrekking heeft op het veranderen van een inrichting, geen redenen aanwezig zijn om de omgevingsvergunning te weigeren. 3. BESLUIT Gedeputeerde Staten besluiten: om gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning voor de wijzigingen in de afvalwaterzuivering, te verlenen; om aan deze omgevingsvergunning voorschrift 1, 2, 3 en 4 te verbinden, zoals deze zijn opgenomen in de bijlage; op basis van artikel 2.31 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht om voorschrift 1.4, 1.5 en 15.2 van de vergunning van 5 oktober 2004 kenmerk /67/47 in te trekken en te vervangen door voorschrift 1.4, 1.5 en 15.2 van de onderhavige omgevingsvergunning, zoals deze zijn opgenomen in de bijlage; het gewijzigde A&V-beleid zoals opgenomen in bijlage 6 van de aanvraag goed te keuren en; dat de aanvraag en bijlagen onderdeel uitmaken van de vergunning. 4. SLOTBEPALINGEN Inwerkinqtredinq De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Tegen het besluit kan binnen zes weken na bekendmaking bezwaar worden aangetekend. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit niet. Bezwaar/beroep Belanghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit bij: Gedeputeerde Staten van Zeeland, t.a.v. de secretaris van de commissie voor bezwaarschriften, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg. In het bezwaarschrift neemt u tenminste op uw naam en adres, de dagtekening van het bezwaarschrift, tegen welk besluit u bezwaar maakt en waarom. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend. U moet het bezwaarschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending. verschrijding van de inzendtermijn kan ertoe leiden dat met uw bezwaren geen rekening wordt gehouden. Als u overweegt bezwaar te maken, kunt u een informatiefolder aanvragen op telefoonnummer U kunt de informatie ook downloaden via Besluit van 21 april van 8

6 Wij wijzen u erop dat het bezwaar niet de werking van net besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht). U richt het verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, Postbus 5015, 4330 KA Middelbtrrg. Voor tie t>etiandeihng van tret verzoek isgriffierechtverschuidigd. Afschriften Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen de Arbeidsinspectie, regio Zuid-West de regionale brandweer Zeeland Rijkswaterstaat, directie Zeeland - de VROM-lnpectie. gedeputeerde staten, narpens dezer I. Jansen, ling Milieuhygiene. Besluit van 21 april van 8

7 Bijlage 1: voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning van Indaver Gevaarlijk Afval B.V. 1 Bij storing van de MBR wordt het nog te behandelen afvalwater gebufferd in de "voeding bioloog" en de "bioloog". Indien buffercapaciteit wordt (dreigt te worden) overschreden wordt de verwerking voorafgaand aan de MBR stilgelegd en wordt binnen 24 uur het bevoegd gezag op de hoogte gesteld. Het bevoegd gezag stelt, in dit geval in samenspraak met het Waterschap, een programma van eisen op waaraan de (nood)lozing moet voldoen. Het effluent van de AWZI routes genoemcl in voorschrift 1.4 onder g, wordt geloosd via lozingpunt A op de persleiding van het waterschap. Het effluent voldoet aan de volgende eisen: Parameter Debiet CZV N-Kjeldahl Chloride Eis maximaa! 200 m'vdag gemiddeld maximaal 126 m'vdag mg/l mg/l maximaal mg/l gemiddeld maximaal mg/l maximaal mg/l maximaal 1 mg/l maximaal 10 mg/l maximaal 5 mg/l maximaal 0,1 mg/l maximaal 0,01 mg/l Sulfaat EOX Minerale olie Som zware metalen* cadmium Kwik chroom, koper, lood, nikkel, zink en molvbdeen. De vergunninghouder houdt een logboek bij, waarin in ieder geval de volgende gegevens staan vermeld: de data en de analyseresultaten van monsters die uit een controlevoorziening zijn genomen; eventuele bijzonderheden zoals ongewone voorvallen of storingen die invloed kunnen hebben op de kwantiteit en/of kwaliteit van het afvalwater. Het vrijkomende residu uit de MBR wordt verwerkt via het decanterslib en dat slib wordt verwijderd door verbranding in een wervelbed-oven. 1.4 Onder bewerken wordt verstaan het veranderen van de aard of hoedanigheid van (gevaarlijke) afvalstoffen door het behandelen met fysische methoden ten behoeve van verdere verwijdering. Onder deze vergunning vallen de volgende bewerkingsactiviteiten: a. het reinigen van emballage b. het shredderen van emballage en harde delen (delen van metaal, hout, glas, steen, kunststof en polymeer) c. het samenpersen van gereinigde verpakkingen d. het mengen van afvalstoffen zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van deze voorschriften e. het scheiden van olie/water/slib-mengsels f. het ontwateren van slibs en sludges g. het behandelen van afvalwater en waterige afvalstoffen in de afvalwaterzuiveringsinstallaties via de volgende routes: - AWZI 1: facultatieve actiefkoolfiltratie gevolgd door de hoofdroute (=flocculatie/flotatie-unit (FFU), aerobe biologische zuivering gevolgd door drietrapsverdamper of scheiden in de MBR); - AWZI 2: voorverdamping met facultatieve actiefkoolfiltratie, gevolgd door de hoofdroute: - AWZI 6: verwerking in de biologische zuivering, gevolgd door verdamping of scheiden in de MBR; - AWZI 7: grof vuil afscheiding, schudzeef, decanter gevolgd door de hoofdroute: Besluit van 21 april van 8

8 - AWZI 8: emulsiestraat, gevolgd door de hoofdroute; - AWZI 9: selectie van zuiveringstechnieken afhankelijk van samenstelling. 1.5 Onder verwerken wordt verstaan het behandelen van (gevaarlijke) afvalstoffen op een zodanige wijze dat de chemische samenstelling en eigenschappen van de oorspronkelijke afvalstof worden gewijzigd doordat een chemische reactie plaatsvindt. Onder deze vergunning vallen de volgende verwerkingsactiviteiten: - AWZI 3: elektroflotatie, metaalprecipitatie of anionische flocculatie, gevolgd door de hoofdroute - AWZI 4: chroom(vi)-ontgifting gevolgd door de route AWZI 3 - AWZI 5: cyanide ontgifting gevolgd door de route AWZI 1 of AWZI 2 - AWZI 9: selectie van zuiveringstechnieken afhankelijk van samenstelling 15.2 Zwart/wit fixeer, zwart/wit ontwikkelaar en andere zilverhoudende fotografische baden en mengsels van deze afvalstoffen met een zilvergehalte < 50 mg per liter worden na zuivering (FFU, bioloog) behandeld in de drietrapsverdamper of de MBR. Het hierbij vrijkomende residu van de drietrapsverdamper wordt verwijderd door storten en dat van de MBR door verbranding in een wervelbed-oven. Begrippenlijst AWZI CZV FFU MBR N-Kieldahl EOX Afval Water Zuivering Installatie Chemisch Zuurstof Verbruik Flocculatie/Flotatie Unit Membraam Bio Reactor Stikstof bepaald volqen de Kjeldahl methode Extraheerbaar Orqanisch Chloorqehalte Besluit van 21 april van 8 Kenmerk M/a