Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2010 Broeikasgassen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2010 Broeikasgassen"

Transcriptie

1 Emissie-inventaris Stad Antwerpen Broeikasgassen met update - Versie 4-2/3/213

2 Inhoudstafel Managementsamenvatting 1 Inleiding en scope 4 Categorieën, grondgebied, emissies en scope van de emissie-inventaris 4 Categorie 4 Studiegebied 4 Emissies 4 Scope 4 Update inventaris en 5 Update resultaat 5 Update resultaat 7 Verklaring 8 Emissie-inventaris 1 Datakwaliteit 1 Belgische emissiefactor 12 Lokale elektriciteitsproductie 12 Resultaten volledige emissie-inventaris Resultaten inventaris 16 Per sector en per brandstoftype 17 Resultaten per sector Industrie 17 Transport 19 Lokale elektriciteitsproductie 2 Lokale warmteproductie 22 Landbouw en natuur 23 Vergelijking emissies versus 25 Overzicht van de verschillende broeikasgassen Resultaten Covenant of Mayors Emissiefactoren Covenant of Mayors (CoM) 29 Resultaten inventaris 29 1

3 32 Resultaten per sector Covenant of Mayors: Huishoudens 32 Covenant of Mayors: Handel & Diensten 34 Covenant of Mayors: Transport 36 Covenant of Mayors: Stedelijke diensten 38 Covenant of Mayors: Stedelijke vloot 4 Te dichten kloof ten opzichte van 42 Vergelijking emissies versus 43 Kloof ten opzichte van ambities 44 CO2-eq voetafdruk van de gemiddelde Antwerpenaar Bijlagen 45 Bijlage 1: Overzicht bronnen Uitvoerder 47 Opdrachtgever 47 2

4 Managementsamenvatting Dit rapport bevat de resultaten van de update van de nulmeting en actualisatie, en van de emissie-inventaris van betreffende de uitstoot van broeikasgassen (CO2, CH4 en N2O) op grondgebied van de Stad Antwerpen. De emissie-inventaris omvat de volgende categorieën: residentiële sector, tertiaire sector, industrie, transport, energieproductie en stedelijke diensten en vloot. Volgende categorieën werden toegevoegd aan de opdracht: ETS-industrie en ETSenergieproductie, zeevaart en luchtvaart en natuur en landbouw. De emissie-inventaris bevat de emissies veroorzaakt door direct verbruik van brandstoffen en lokale procesemissies (scope 1 emissies) en indirect verbruik van elektriciteit (scope 2 emissies). Resultaten emissie-inventaris kton CO2-eq Residentieel Handel & diensten Transport Industrie (ETS en niet-ets) Energieproductie Natuur & Landbouw Totaal Sectoren Stedelijke diensten 95 Stedelijke vloot Totaal De totale uitstoot in op het stedelijk grondgebied Antwerpen bedroeg Vergelijking met In bedroegen de CO2-eq emissies kton. Ten opzichte van stellen we dus een totale daling vast van -5,7%. Industrie In totaal neemt de industriesector (ETS en niet-ets) met 11% af tegenover. We mogen echter niet zomaar stellen dat dit toe te schrijven is aan veranderingen in energie-efficiëntie maar dat schommelingen in economische activiteit hier mogelijk een rol spelen (economische crisis in ). We merken op dat de grootste reductie ten opzichte van te danken is aan de afbouw van de lachgasemissies bij salpeterzuurproductie. Transport Wegverkeer blijft verantwoordelijk voor de grootste emissies binnen de categorie Transport. De totale transportsector tekent een reductie op van 3%. De emissies van tramverkeer vallen helemaal weg door de overschakeling op elektriciteit uit 1% hernieuwbare bron. Binnenvaart en spoorverkeer tekenen een significante reductie op in emissies. Lokale energieproductie Lokale energieproductie is verdubbeld sinds : het grootste deel afkomstig van de categorie WKK-ETS. Windenergie nam toe van MWhe naar MWhe en energieproductie door PV-panelen nam toe van 4 MWhe in naar MWhe in. Dit zijn spectaculaire toenames in hernieuwbare energie, maar ze blijven marginaal (2,3% van de totale productie) ten opzichte van de productie door WKK s onder ETS ( MWhe). Landbouw en natuur Algemeen mogen we stellen dat zowel de emissies als het sink-effect van de categorie Landbouw & natuur geen significant aandeel hebben in het totaal van de emissie-inventaris. 1

5 Resultaten Covenant of Mayors Residentieel Handel & diensten Transport Industrie (niet-ets) Energie-productie (niet-ets) Totaal CoM Stedelijke diensten Stedelijke vloot Totaal De totale emissies van stedelijk grondgebied Antwerpen die onder de rapportering van Covenant of Mayors vallen, bedroegen kton in. Het aandeel hierin van de stedelijke diensten was 3% en dat van de stedelijke vloot bedroeg,3%. Vergelijking met We stellen een daling met 6,2% vast in de emissies die onder de Covenant of Mayors vallen. Een daling in het energieverbruik zorgt voor een reductie van 2%; het overige stuk is grotendeels toe te schrijven aan de lagere Belgische emissiefactor voor elektriciteit. Huishoudens De sector huishoudens heeft een totaal resultaat dat 12% lager ligt dan in. De samenstelling van deze reductie bestaat uit: 9% daling door een reductie van het graadgecorrigeerd energieverbruik bij de huishoudens, en daar bovenop 3% door een daling van de emissiefactor voor elektriciteit. Een daling van 9% in het verbruik is opmerkelijk gezien op Vlaams niveau (graadgecorrigeerde Energiebalans Vlaanderen) een daling van slechts 1% wordt opgetekend. Mogelijke verklaringen zijn volgens het Ecohuis te vinden in de versnelde plaatsing van zonnepanelen, de actie Energiejacht bij Antwerpse gezinnen, de maximale premies en belastingvoordelen, en de extra premies van de Stad Antwerpen voor energiebesparende maatregelen. Handel en diensten De sector Handel & diensten heeft een totaal resultaat dat 1% lager ligt dan in. Transport De totale sector transport onder Covenant of Mayors (zonder lucht- en zeevaart) weet een reductie op te tekenen van 5%. De totale emissies voor wegverkeer zijn gedaald ten opzichte van. Door de verplichte normen die de EU oplegt aan de autoconstructeurs voor de CO2-emissie van nieuwe wagens kwamen meer energiezuinige wagens op de markt. Federale fiscale stimuli bevorderden de aankoop van deze wagens. Stedelijke diensten en vloot We zien dat de Stedelijke diensten een reductie van 17% optekenen, wat toe te schrijven is aan de halvering van de emissiefactor van elektriciteit in, door de overschakeling op een groenestroomcontract. De Stad zelf en het Gemeentelijk Havenbedrijf noteren een significante stijging in de emissies door de vloot. Wanneer we in een vergelijking het OCMW en Zorgbedrijf even buiten beschouwing laten, dan is er een stijging van 11% ten opzichte van 2

6 . We dienen hierbij op te merken dat de emissies van de stedelijke vloot slechts,3% uitmaken van de totale emissies door de transportsector. De Stad geeft aan dat voor de stedelijke vloot het verbruik van diesel voor veegwagens gestegen is, dit in het kader van Antwerpen propere stad. Kloof ten opzichte van ambities 22 De ambities van Stad Antwerpen voor het totaal van broeikasgassen conform de Covenant of Mayors is een reductie met 2% tegen 22 ten opzichte van de emissies in. Vandaag tekenen we een reductie op voor met 6,2%. Wanneer we die reductie lineair zouden uitzetten zouden we in een reductie van 6,67% moeten gemeten hebben. Strikt genomen zitten we dus net niet op koers om de doelstelling te halen, maar een aantal factoren verdienen toch de aandacht: De Belgische emissiefactor voor elektriciteit is gedaald sinds om zijn laagste waarde te bereiken in 29. Daarna () is er terug een lichte stijging merkbaar. De verdere evolutie van deze emissiefactor bepaalt voor een gedeelte mee het resultaat en trends zoals kernuitstap en aandeel hernieuwbare energie op Belgisch niveau zullen hun invloed laten gelden. Industrie en Handel & diensten behalen een eerder beperkte reductie, doch hier dient de interactie met lokale energieproductie opgemerkt te worden. In is deze sterk toegenomen. Dit heeft een effect op de scope 2 emissies van de verbruikende sectoren: we zien een kleine shift in emissies van residentieel,handel & diensten en industrie (vnl. niet-ets) naar de sector energieproductie. We komen hier later meer in detail op terug. De transportsector hinkt lichtjes achter op de ambities. De ambitie van de Stad Antwerpen voor de stedelijke diensten is een halvering (-5%) van de emissies van de stedelijke diensten. Om die doelstelling over een periode van 15 jaar (-22) te halen zou, in een lineaire vertaling, in een reductie van -16,67% moeten vastgesteld zijn om op koers te zitten. Dit is nu -17%, wat betekent dat de Stad momenteel op koers zit om de doelstelling van -5% te behalen. Bovendien zullen veel van de acties die Stad Antwerpen al heeft ondernomen pas zichtbaar worden in de emissie-inventaris van

7 Inleiding en scope Dit rapport omvat de update van de CO2 emissie-inventaris (nulmeting) en de actualisatie voor van het stedelijk grondgebied Antwerpen. Eerst lichten we het resultaat toe van de update -. Vervolgens bekijken we de emissieinventaris van. We behandelen de emissie-inventarissen apart van de inventaris zoals die ingediend moet worden voor de Covenant of Mayors (zonder ETS, luchtvaart, zeevaart en natuur & landbouw). Voor de emissie-inventaris van en zoomen we telkens in op de verschillende sectoren en vergelijken de resultaten steeds met de nulmeting van en de doelstellingen voor 22. Categorieën, grondgebied, emissies en scope van de emissie-inventaris Categorie De emissie-inventaris omvat de volgende categorieën: residentiële sector tertiaire sector mobiliteit en transport (weg, spoor, tram, binnenvaart, zeevaart en luchtvaart) industrie, uitgesplitst naar ETS en niet-ets energieproductie (zon, wind, biomassa, hydro, WKK), uitgesplitst naar ETS en niet-ets stedelijke diensten (gebouwen stad, OCMW, Zorgbedrijf, Stedelijk Onderwijs, AG Vespa, Lokale Politie, Gemeentelijk Havenbedrijf, havengebonden tuigen, openbare verlichting en stadsvloot) Als gevolg van de opdracht van de studie werden deze toevoegingen door Futureproofed aangebracht voor en : ETS-industrie en ETS-energieproductie in de transportsector: zeevaart en luchtvaart natuur en landbouw. Studiegebied Het studiegebied omvat de stad, haar districten en de haven (rechteroever). Het gaat dus om postcodes 2, 218, 22, 23, 24, 25, 26, 21, 214, 217, 218, 26, 261 en 266. Emissies Volgende broeikasgassen werden in rekening gebracht: CO2, CH4 en N2O. Scope De emissie-inventaris bevat emissies veroorzaakt door direct verbruik van brandstoffen en lokale procesemissies (scope 1 emissies) en indirect verbruik van elektriciteit (scope 2 emissies). Scope 3 emissies maken geen deel uit van deze studie. Scope 1: dit zijn directe emissies uit bronnen op het studiegebied van de stad, bijvoorbeeld energieverbruik van gebouwen of transport. Scope 2: dit zijn indirecte emissies die voortvloeien uit het gebruik van elektriciteit, warmte en stoom, door derden buiten het grondgebied van de stad gegenereerd maar binnen de geografische grenzen van het gebied geconsumeerd. Scope 3: dit zijn indirecte emissies die het gevolg zijn van activiteiten op het grondgebied van de stad maar waarvan de bronnen zich niet op het grondgebied bevinden. 4

8 Update inventaris en Update resultaat vorige versie Residentieel Industrie (niet-ets) Energieproductie (niet-ets) Stedelijke diensten en vloot update CoM Handel & Diensten Industrie (ETS) Energieproductie (ETS) kton Residenti Handel Trans- CO2 eel en port Industrie Industrie update volledige inventaris Transport Correctie 2 bedrijven Natuur & landbouw Corr. 2 Energie- Energie- Natuur bedrijven sector sector en land- diensten Vorige Tot Totaal bouw niet-ets ETS 747 nvt nvt niet-ets ETS 253 nvt nvt 4.64 versie Stad Update Tot nvt nvt 258 nvt nvt 3.4 CoM Stad Update Tot. Stad

9 Het verschil tussen de resultaten van de update CoM en de update (volledige emissie-inventaris) van de sectoren residentieel, handel & diensten en industrie is te verklaren doordat in de volledige emissie-inventaris de ETS energieproductie is opgenomen, wat resulteert in een verschuiving van de CO2-uitstoot van deze sectoren naar de sector energieproductie. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar pagina 12, paragraaf Lokale energieproductie. Voor meer informatie over de andere wijzigingen verwijzen we naar de paragraaf Verklaring op pagina 7. 6

10 Update resultaat vorige versie Residentieel Industrie (niet-ets) Energieproductie (niet-ets) Stedelijke diensten en vloot update CoM update Handel & Diensten Industrie (ETS) Energieproductie (ETS) kton Resident Handel Trans- CO2 ieel en port Industrie Industrie Transport Correctie 2 bedrijven Natuur & landbouw Corr. 2 Energie- Energie- Natuur bedrijven sector sector en land- diensten Vorige versie Update CoM Update Tot Stad Tot Stad Tot. Stad 958 Totaal bouw niet-ets ETS niet-ets ETS 681 nvt nvt 273 nvt nvt nvt nvt 277 nvt nvt Het verschil tussen de resultaten van de update CoM en de update (volledige emissie-inventaris) van de sectoren residentieel, handel & diensten en industrie is te verklaren doordat in de volledige emissie-inventaris de ETS energieproductie is opgenomen, wat resulteert in een verschuiving van de CO2-uitstoot van deze sectoren naar de sector energieproductie. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar pagina 12, paragraaf Lokale energieproductie. Voor meer informatie over deze aanpassingen verwijzen we naar de paragraaf Verklaring op de volgende pagina. 7

11 Verklaring CO2 equivalent stedelijk grondgebied Economische sectoren Stedelijke organisatie Patrimonium & diensten Openbare verlichting Stedelijke vloot Industrie nietets Wonen weg Handel & Diensten Natuur Lokale & landenergieproductie bouw Transport s p o o r tr a m binnen vaa -rt zeevaart luchtvaart nietets ETS ETS In de update van de nulmeting van en de actualisatie van zijn de volgende aanpassingen gebeurd: 1. Toevoegen van broeikasgassen CH4 en N2O. Dit betekent dat de emissies van deze broeikasgassen door de industrie, natuur en landbouw, meegenomen worden. Op energetisch vlak verhogen de emissiefactoren/kwh door de omrekening van CO2 naar CO2-equivalenten. Bijvoorbeeld voor gas en petroleum gaat het over +,2 tot +,5%, of voor kolen +6,7%. De omrekening van CO2 naar CO2-eq gebeurt volgens de volgende omzettingsfactoren: 1 ton CO2 = 1 ton CO2-eq 1 ton CH4 = 21 t CO2 -eq 1 ton N2O = 31 ton CO2-eq 2. Toevoegen van broeikasemissies die onder de ETS-noemer vallen; zowel industrie als energieproductie. We voegden de energetische- en procesemissies toe op basis van cijfers aangereikt door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse Overheid (LNE). Volgende opmerking is hierin belangrijk: voor twee grote bedrijven in de sector Chemie viel in en slechts een klein gedeelte van de emissies onder ETS. In 28 was er een wijziging in het ETS toepassingsgebied en kwamen hun emissies onder de ETS noemer. Dit werd bij navraag bevestigd door de Vlaamse Overheid. Echter, in de oorspronkelijke gegevens van en kunnen we bij industrie niet-ets, waar ze vermoedelijk geregistreerd hadden moeten worden, deze significante emissies (grootte-orde 3 miljoen ton CO2) niet terugvinden. 8

12 We vermoeden dat deze niet geregistreerd werden in de vorige versies van de nulmeting. Wij telden, om de verschillende jaargangen correct te kunnen vergelijken, deze emissies op bij industrie ETS, waar ze in de actualisatie van ook geïnventariseerd werden. Om de correctie voorlopig nog zichtbaar te houden, vermelden we ze wel steeds apart in de rapportage van. 3. Toevoegen van zeevaart. De VMM leverde voor de volledige Haven van Antwerpen het CO2-cijfer aan. Niet de gehele haven valt op het grondgebied van Antwerpen; enkel de rechteroever. We ontvingen van het Havenbedrijf cijfers over de verdeling van de aangelopen schepen tussen de verschillende oevers: 76% op de rechteroever versus 24% op de linkeroever. Bijgevolg wezen we 76% van de CO2-emissies toe aan grondgebied Antwerpen. In het rapport Opmaak van een carbon footprint en CO2-eq inventaris voor het Havenbedrijf en de haven van Antwerpen zien we onze assumptie bevestigd: 75% van de havenemissies vinden plaats op de rechteroever. Schepen in doorvaart in de haven werden toegewezen aan binnenvaart (Schelde-Rijn verbinding). 4. Toevoegen van luchtvaart. De VMM leverde van de luchthaven van Deurne de CO2-uitstoot aan van de zogenaamde LTO-bewegingen (landing and take-off) van zowel binnenlandse vluchten als internationale vluchten die vertrek of aankomst in Deurne hebben. 5. Toevoegen van natuur & landbouw. Op energetisch vlak gaat dit over het brandstofverbruik in land- en tuinbouw (Bron: VMM) en elektriciteit en aardgas (Bron: Eandis en Infrax). Op niet-energetisch niveau gaat het over uitstoot door vertering veeteelt, mestmanagement, zoetwater en emissies- of sink-effect van de verschillende types grondgebruik. 6. Aanpassen stedelijke vloot. De diesel- en benzineverbruiken van de voertuigen van Stad Antwerpen werden gecorrigeerd voor de jaargangen en (betere beschikbaarheid gegevens). 7. Aanpassen methodiek handel & diensten. We berekenden de emissies van de tertiaire sector op basis van elektriciteit- en aardgasverbruik van de NACE-bel codes zoals aanleverbaar door de netbeheerders. De andere brandstoftypes werden bijgeschat op basis van de Energiebalans Vlaanderen. Om evoluties te kunnen vaststellen berekenden we ook jaargang en volgens deze methode. Uit de edities en werd een dubbeltelling verwijderd (de gegevens van de netbeheerders werden toen nog enkel aangeleverd in residentieel en niet-residentieel ). Er werd toen vanuit gegaan dat in de categorie niet-residentieel enkel de verbruiken van Handel & diensten zaten, en de verbruiken van Industrie werden daar bovenop bijgeschat op basis van de individuele milieujaarverslagen. Industrie zat echter wel verwerkt in deze categorie. Deze dubbeltelling werd nu gecorrigeerd. 8. Aanpassen methodiek Industrie niet-ets: In en werd de sector Industrie niet-ets berekend op basis van de Energiebalans Vlaanderen. Wij konden voor, en beschikken over de exacte cijfers voor aardgas en elektriciteit, aangeleverd door de netbeheerders via Nace-BEL codes. Ook deze cijfers werden dus aangepast in de update. De overige brandstoftypes wijzigden niet (schatting op basis van Energiebalans Vlaanderen). 9

13 Emissie-inventaris Datakwaliteit Deze matrix geeft de kwaliteit van de beschikbare data weer. Data van het referentiejaar die volledig gemeten werden zijn het meest nauwkeurig, en data die twee jaar of meer afwijken van het referentiejaar en die volledig ingeschat werden, zijn het minst nauwkeurig (bron: Futureproofed). Data+van+ referen*ejaar 3+% 2+% Data+van+ referen*ejaar++/9+1+ jaar 5+% 3+% Data+van+ referen*ejaar ++/9+>+2+jaar 5+% 5+% Volledige inschatting Mix gemeten/geschat % 2+% 3+% Data volledig gemeten

14 Al de nodige gegevens gegevens voor de meting van konden ingezameld worden binnen de internationaal aanvaardbare grens van 2% nauwkeurigheid (volgens Bilan Carbone methodiek). CO2 equivalent stedelijk grondgebied Economische sectoren Stedelijke organisatie Patri moniu m& dienste n Open bare verlicht ing Stedelij ke vloot Industrie niet ETS Wonen Handel & Diensten weg ETS 11 Lokale energieproductie Transport s p o or tr a m bin nen vaa rt zeevaart lucht vaart niet ETS ETS Natuur & landbo uw

15 Belgische emissiefactor De Belgische emissiefactor varieert jaarlijks aangezien ook elektriciteitsproductie en uitstoot jaarlijks varieert: elk type elektriciteitsproductie heeft zijn eigen emissiefactor (WKK s op gas, kerncentrales, windenergie, steenkoolcentrales, pvcellen, biomassacentrales,...). De Belgische emissiefactor voor elektriciteit is een mix van al deze verschillende bronnen van elektriciteit. Een aantal van deze bronnen zijn jaarlijks redelijk constant in productie (bv. een kerncentrale), anderen kunnen op vraag snel aangepast worden (bv. STEG-centrales). In jaren van hoogconjunctuur, en dus een hoge energievraag, draaien de laatstgenoemde merkbaar harder dan in jaren van laagconjunctuur. Dat heeft een rechtstreeks gevolg op de Belgische emissiefactor. Andere factoren die de Belgische emissiefactor voor elektriciteit beïnvloeden zijn de stilstand van nucleaire of andere installaties en het groeiend aandeel van hernieuwbare energie. Afleiding emissiefactor Gg Gg/TWh,33,273,251,256 TWh Deze emissiefactoren zijn berekend door de gerapporteerde CO2-emissies (Bron: National Inventory Report (NIR) UNFCCC ) te delen door de gerapporteerde elektriciteitsproductie (Bron: EIA (Energy Information Administration)). Lokale elektriciteitsproductie We verduidelijken het onderscheid tussen emissies scope 1 en scope 2 bij lokale elektriciteitsproductie. Bij lokale elektriciteitsopwekking vallen de bijhorende emissies onder de scope 1 emissies van de sector energieproductie. Bij aankoop van elektriciteit, opgewekt buiten de grenzen van de stad, vallen de bijhorende emissies onder scope 2 van de verbruikende sectoren (huishoudens, industrie,...). De lokale energieproductie in Antwerpen wordt echter gedomineerd door energiecentrale(s) die onder ETS vallen. Dit houdt in dat de situatie van de volledige emissie-inventaris (incl. ETS) en hetgeen onder Covenant of Mayors valt (excl. ETS) een gedeeltelijk andere benadering heeft wat de elektriciteitsemissies van de verschillende verbruikende sectoren betreft. Met andere woorden: als er lokaal meer energie wordt geproduceerd, verschuift de CO2-uitstoot van verbruikende sectoren naar de sector Energieproductie. Zodra de sectoren meer energie buiten Antwerpen moeten aankopen, gaan hun emissies (scope 2) omhoog. Dit verklaart ook de stijging in de scope 2 emissies van de verschillende sectoren, uitgenomen energieproductie, in het CoM scenario ten opzichte van het totale scenario. In de volledige nulmeting (incl. ETS-bedrijven) werd in van het totale elektriciteitsverbruik (7,2 TWh) ongeveer 37,5% lokaal opgewekt, voornamelijk door de WKK s van Zandvliet-Power & Electrabel-Lanxess. 12

16 Onderstaande grafiek verduidelijkt de situatie zoals gerapporteerd in de volledige emissie-inventaris (cut-off,5% 1): Onderstaande grafiek verduidelijkt de situatie zoals geregistreerd voor de Covenant of Mayors (cut-off,5%): 1 Om de leesbaarheid te verbeteren, nemen we de stromen die kleiner zijn dan,5% van het totaal niet mee in de grafiek. 13

17 Resultaten volledige emissie-inventaris 14

18 Resultaten inventaris Residentieel Handel & Dienst CoM kton CO2-eq Transport Industrie niet-com Energieproductie Natuur & landb Sted. diensten en vloot Residentieel Handel & diensten Transport Industrie Energieproductie Natuur & Landbouw Totaal Sted. diensten en vloot niet-com CoM (excl. Stad) Totaal De totale uitstoot in op het stedelijk grondgebied Antwerpen bedroeg ETS-bedrijven zijn goed voor 72% van de Antwerpse emissies en ETS-energieproductie voor nog eens 8%. Tezamen vertegenwoordigen ze 8% van de CO2-eq emissies op Antwerps grondgebied. In de totale broeikasgas-inventaris van maken de stedelijke diensten en vloot samen slechts,6% uit. We komen hier verder meer in detail op terug. 15

19 Per sector en per brandstoftype Onderstaande tabel geeft de CO2-uitstoot weer van de verschillende sectoren per brandstoftype. kton CO2eq Resi- Handel & dentieel Diensten Transport Industrie Energie- Natuur & Stedelijke Stedelijke productie Landbou diensten vloot TOTAAL w Steenkool 11 Cokes Raff. gas LPG 3,7 Benzine 6,8 2,8,3 87,1 Kerosine Gas- en 1,5 12 1, ,3 34,5 3 3, ,4 8, ,3 6, dieselolie Zware stookolie Petroleum cokes Aardgas , Afval, , Andere 4, ,2,2 15, Elektriciteit ,7 851 Totaal

20 Resultaten per sector Industrie 1.Totaalresultaat en per sector (ETS) Onderstaande tabel geeft een overzicht van de geverifieerde CO2-eq-emissies van individuele bedrijven die onder ETS vallen. De correctie van de twee bedrijven is hier tevens toegevoegd alsook de lachgas-emissies ten gevolge van caprolactamproductie (voor Nylon 6) en salpeterzuurproductie. % tov % tov Raffinaderijen % 12% Chemie (incl. corr. 2 bedrijven) % -6% % 14% Metaalverwerkende nijverheid % 7% Voedingsindustrie % -28% TOTAAL % 3% TOTAAL (excl. N2Oemissies) % 2% Chemie (N2O-emissies) De totale ETS-industriesector stootte in uit. De sector Raffinaderijen is de grootste industriesector, en bovendien namen de emissies toe met 13%. De sector Chemie ziet zijn emissies dalen met 29%, metaalverwerkende nijverheid met 15% en de voedingsindustrie met 37%. Wanneer we de totaalcijfers zonder N2O-emissies bekijken, dan nemen de CO2-eq emissies in de ETS-industriesector met 3% af, maar voornamelijk door de afbouw van N2O-emissies bij salpeterzuurproductie (we verwijzen o.a. naar het lachgascovenant). De 2 bedrijven in de sector Chemie die instaan voor de productie van salpeterzuur en caprolactam zijn samen goed voor 31% van de totale lachgas-emissies in Vlaanderen (respectievelijk 14 en 17%). 17

21 2. Vergelijking nulmeting (ETS en niet-ets) ETS Corr. 2 bedrijven Industrie ETS Correctie 2 bedrijven Industrie niet-ets TOTAAL niet-ets % tov % tov % 3% % 64% % 4% In totaal neemt de industriesector (ETS en niet-ets) met 11% af tegenover, maar zien we wel een lichte stijging tegenover. We mogen echter stellen dat dit niet toe te schrijven is aan veranderingen in energie-efficiëntie maar als een vertekening door schommelingen van economische activiteit. We merken op dat ook hier de grootste reductie ten opzichte van te danken is aan de afbouw van de lachgasemissies bij salpeterzuurproductie. 18

22 Transport 1. Totaalresultaat en per sector % tov % tov Wegverkeer (excl. stedelijke vloot) % -6% Stedelijke vloot % 18% Zeevaart % -% Binnenvaart % -11% Treinverkeer % 4% Luchtvaart % -25% Tramverkeer 4 3-1% -1% % -5% TOTAAL De totale emissies van de sector transport bedragen Wegverkeer blijft verantwoordelijk voor de grootste emissies binnen de categorie Transport met 69% van de totale emissies (incl. stedelijke vloot). 2. Vergelijking nulmeting Wegverkeer Binnenvaart Stedelijke vloot Zeevaart Treinverkeer Luchtvaart Tramverkeer De totale transportsector tekent een reductie op van 3% tov. De emissies van tramverkeer vallen helemaal weg: De Lijn schakelde in 28 over op 1% hernieuwbare energie. Binnenvaart en spoorverkeer tekenen een significante reductie op in emissies. 19

23 Lokale elektriciteitsproductie 1. Totaalresultaat en per sector MWhe WKK (ETS) % tov % tov % 3% / 128% / / % 179% / % % -5% % 5% WKK (niet-ets) Wind (ETS) Wind (niet-ets) Zon Biogas, Afval & Stortgas Totaal In totaal werd in MWhe lokaal geproduceerd. Het grootste deel was afkomstig van de sector WKK-ETS met MWhe. Van de lokale energieproductie werd 2,3% hernieuwbaar geproduceerd. 2. Vergelijking nulmeting MWhe WKK (ETS) Wind (niet-ets) WKK (niet-ets) Zon Wind (ETS) Biogas, Afval & stortgas De lokaal geproduceerde MWhe kennen een verdubbeling die voornamelijk toe te schrijven is aan de categorie WKK ETS (specifiek: Zandvliet-Power). In de categorie biogas, afval en stortgas zien we een toename tegenover maar een afname tegenover. Mogelijk is dit grotendeels toe te schrijven aan schade aan een stoomturbine bij Indaver. Door deze schade was het niet mogelijk om elektriciteit te produceren en is de warmte intern verwerkt. De waardes van Indaver uit zijn dus niet representatief. Ook 2

24 in productie van windenergie zien we een toename hoewel een minder goed windjaar was. Productieverschillen tussen verschillende jaren in de grootte-orde van 2% kunnen voorkomen afhankelijk van het windaanbod. De sterke stijging in de productie door PV-cellen zal in 212 nog prominenter zijn. 21

25 Lokale warmteproductie 1. Totaalresultaat en per sector MWhq WKK (ETS) % tov % tov % 3% / 157% % 83% % 5% WKK (niet-ets) Biogas, Afval & Stortgas Totaal In werd in totaal MWh warmte geproduceerd. 2. Vergelijking nulmeting MWhq WKK (ETS) WKK (niet-ets) Biogas, Afval & stortgas De lokale warmteproductie is meer dan verdubbeld, voornamelijk toe te schrijven aan de categorie WKK-ETS (specifiek: Zandvliet-Power). Deze verdubbeling tekent zich voornamelijk af tussen en en is gestabiliseerd in. De stortgas emissies worden op Antwerps grondgebied volledig opgevangen en benut. Op Vlaams niveau bedraagt het aandeel van stortgas ongeveer 6% ten opzichte van de totale bijdrage van het broeikasgas CH4. 22

26 Landbouw en natuur 1. Totaalresultaat en per sector % tov % tov Niet-energetisch % 7% Energetisch % 571% Niet-energetisch sink % % 6, % 157% Totaal Op niet-energetisch niveau gaat het over uitstoot door vertering veeteelt, mestmanagement, zoetwater en emissies of sinkeffect (opname van CO2) van de verschillende types grondgebruik. Op energetisch vlak betekent dit het brandstofverbruik in land- en tuinbouw en elektriciteit en aardgas. We vermelden hierbij dat in deze categorie dikwijls een groot aandeel oneigenlijk gebruik zit vervat: aannemers die voertuigen inschrijven als landbouwvoertuigen. Bovendien worden deze emissies toegewezen aan de postcode waar het bedrijf als hoofdzetel staat ingeschreven Brandstoffen Elektriciteit Aardgas N2O-emissies landbouw Mestmanagement Vertering Verandering bodemopslag grasland Verandering bodemopslag akkerland Zoetwater CH4-emissies Boskap Bosbodem opslag Bovengrondse opslag Deze grafiek geeft meer detail in de emissies in de categorie Landbouw en natuur voor. De groene kleur vertegenwoordigt het aandeel natuur, waarvan bosbodem en bovengrondse opslag een sink-effect creëren. Boskap resulteert dan weer in een emissie. Verandering bodemopslag grasland en akkerland, vertering van vee, mestmanagement en N2O-emissies van de landbouw vormen samen de niet-energetische emissies. Energetische emissies zijn de verbruiken van aardgas, elektriciteit en andere brandstoffen. Algemeen mogen we stellen dat zowel de emissies als het sink-effect van de categorie Landbouw & natuur geen significant aandeel hebben in het totaal van de emissie-inventaris. 23

27 2. Vergelijking nulmeting Niet-energetisch Energetisch Niet-energetisch sink De aanzienlijke stijging in de categorie Energetisch is zoals gezegd mogelijk toe te schrijven aan oneigenlijk gebruik. 24

28 Vergelijking emissies versus Residentieel Industrie (ETS) Energieproduktie (niet-ets) kton CO2-eq Residentieel Handel & diensten Handel & Diensten Industrie (niet-ets) Energieproductie (ETS) Transport Industrie (ETS) Industrie (nietets) Transport Industrie: correctie 2 bedrijven Natuur & landbouw Corr. 2 bedrijven Energieproductie niet-ets Energieproductie ETS Natuur & Landbouw Totaal Industrie Verschil tov % -13% -5% -3% -11% -13% 13% 129% -5,7% Verschil tov % -5% -2% -5% 4% -19% 3% 167% 1% Ten opzichte van stellen we een daling vast van -5,7%. 25

29 Industrie: zoals reeds beschreven werden 2 grote bedrijven in en op een andere manier gemonitord. Daardoor moest er een correctie gebeuren (het toevoegen van hun emissies aan en ) om een juiste vergelijking te kunnen maken. Verder is de afname van N2O-emissies bij de salpeterzuurproductie de voornaamste reductiepost. Lokale energieproductie: ten opzichte van is de lokale productie sterk toegenomen. Zoals reeds uitgelegd heeft dit een effect op de scope 2 emissies van de verbruikende sectoren en zien we in de totale tabel een kleine shift in emissies van residentieel, handel & diensten en industrie (vnl. niet-ets) naar de sector energieproductie. Voor de sector transport is dit van minder belang gezien het aandeel elektriciteit voor die sector marginaal is. Overzicht van de verschillende broeikasgassen Energetisch CO2 Niet-energetisch CH4 N2O Het voornaamste broeikasgas is CO2 met een aandeel van 92%. De overige 8% is bijna volledig ingenomen door N2O ten gevolge van salpeterzuur- en caprolactamproductie. 26

30 Onderstaande grafiek geeft de evolutie weer van de emissies van CO2, CH4, N2O CO2 CH4 N2O Onderstaande grafiek geeft de evolutie weer van het energetisch versus het niet-energetisch aandeel van de verschillende broeikasgassen Energetisch Niet-energetisch 27

31 Resultaten Covenant of Mayors 28

32 Emissiefactoren Covenant of Mayors (CoM) In het vorige hoofdstuk werden de resultaten beschreven voor de volledige emissie-inventaris. In de aangifte voor de Covenant of Mayors (CoM) moeten echter niet alle sectoren mee geïnventariseerd worden. Hieronder de (sub-)sectoren die niet meegenomen worden: Energieproductie: ETS Industrie: ETS Transport: Zeevaart & luchtvaart Natuur & landbouw Voor de CoM inventaris van zullen we CO2-equivalenten indienen. In de voorgaande edities werd enkel CO2 geregistreerd. In de CoM inventaris werd van het totale elektriciteitsverbruik (2,5 TWh) ongeveer 8% lokaal opgewekt. Belangrijke gevolgen hiervan zijn: de emissies voor de lokaal geproduceerde kwhe zijn vele malen kleiner voor de sector elektriciteitsproductie ten opzichte van de volledige nulmeting (incl. ETS) de emissies van de verbruikende sectoren liggen hoger voor hun scope 2 omdat er nu meer extern aangekocht wordt. Dit ondanks een lagere Belgische emissiefactor voor elektriciteit in. Resultaten inventaris Resid el entie CoM p Trans ort &D ndel Ha en ienst Stedelijke diensten ) t-ets In ie (nie dustr (nie ductie ) t-ets o giepr Ener Stedelijke vloot De totale emissies van stedelijk grondgebied Antwerpen die onder de rapportering van Covenant of Mayors vallen, bedroegen kton in. Het aandeel hierin van de stedelijke diensten was 3% en dat van de stedelijke vloot bedroeg,3%. 29

33 CoM (excl. Stad) Residentieel Transport Handel & diensten Industrie (niet-ets) Energie-productie (nietets) Totaal Stedelijke diensten 95 Stedelijke vloot Totaal Onderstaand diagram geeft de verhouding weer tussen de verschillende sectoren. Residentieel Handel & diensten Transport Industrie niet-ets Stadsdiensten Stedelijke vloot Energieproductie (niet-ets),3% 7% 3% 9% 3% 28% 23% 3

34 Zoals bleek uit het vorige hoofdstuk is de aanwezigheid van Scope 1 & 2 emissies voor de sector Natuur en Landbouw in Antwerpen marginaal en bijna niet zichtbaar in de volledige inventaris. De emissies van voedselconsumptie liggen voornamelijk in Scope 3, wat geen deel uitmaakt van deze studie. In onderstaande grafiek trachten we toch een idee te geven van de grootte-orde ervan. Hier is gerekend met de indirecte emissies die veroorzaakt worden om twee volwaardige maaltijden per dag te bereiden voor alle Antwerpenaren. De emissiefactor die we hiervoor gebruikten is 2,27 kg CO2-eq per gemiddelde niet-vegetarische maaltijd (Bron: Bilan Carbone V7.1.1). CoM Stedelijke diensten Stedelijke vloot Scope e Resid l ntiee p Trans ort el & Hand Diens ten 31 trie Indus uctie mptie onsu lc e s Voed prod gie Ener

35 Resultaten per sector Covenant of Mayors: Huishoudens 1. Totaalresultaat % tov % tov Elektriciteit % -26% Aardgas % -8% Stookolie % -2% Andere % 25% Totaal % -1% De verbruiken van elektriciteit, aardgas, stookolie en andere brandstoffen in de residentiële sector zijn in goed voor Vergelijking nulmeting Elektriciteit Aardgas Stookolie Andere De sector huishoudens heeft een totaal resultaat dat 12% lager ligt dan in in CO2-equivalenten. Wat de effectieve verbruikte kilowatturen betreft is er een daling met 9% (-5% voor stookolie, -1% voor elektriciteit en aardgas). Elektriciteit: er is voor het verbruik (kwh) een reductie met 1% ten opzichte van. Dit is een opmerkelijke vaststelling, gezien de Vlaamse Energiebalans een stijging van 6% toont voor het elektriciteitsverbruik van de huishoudens. Daarboven is de Belgische emissiefactor gedaald met 15,5% tegenover. Deze twee effecten samen geven een duik van 26% voor de Scope 2 emissies elektriciteit. Aardgas: was een koud jaar waardoor het aardgasverbruik in absolute cijfers op het niveau van lag. Maar gecorrigeerd naar graaddagen is er toch een reductie merkbaar van 1% tov. 32

36 Stookolie: volgens de laatste enquête voor particulieren in opdracht van de VREG blijkt dat de provincie Antwerpen het hoogste aandeel aardgasgebruikers heeft voor ruimteverwarming (72%). Het aandeel stookolie is bijgevolg gezakt naar 26% van de gezinnen. Ter vergelijking: in de provincie Limburg verwarmt nog 58% van de gezinnen met stookolie. De daling in het verbruik van de Antwerpse gezinnen kan volgens het Ecohuis verschillende verklaringen hebben: de groenestroomcertificaten konden aan de distributienetbeheerders verkocht worden tegen maximale vergoeding (45 / MWh in 29 en 35 /MWh in ) hetgeen versnelde plaatsing van PV-panelen in de hand gewerkt heeft; de actie Energiejacht waaraan 2 Antwerpse gezinnen deelnamen; de premies van de netbeheerders en het belastingvoordeel waren op hun maximum waardoor investeringen gestimuleerd werden; Antwerpen gaf bovenop extra premies voor dakisolatie, condenserende ketels, E-peil en zonneboilers, wat mogelijk een bijkomende stimulans was. 33

37 Covenant of Mayors: Handel & Diensten 1. Totaalresultaat en per sector % tov % tov Groot- en detailhandel; reparatie van auto s en motorfietsen % -17% Vervoer en opslag % 8% Verschaffen van accommodatie en maaltijden % -26% Informatie en communicatie % -76% Financiële activiteiten en verzekeringen % -59% Exploitatie van en handel in onroerend goed % 174% Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten % -35% Administratieve en ondersteunende diensten % -29% Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen* % 13% Onderwijs % -4% Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening % -2% Kunst, amusement en recreatie % -1% Overige diensten % -24% % -13% Totaal De totale emissies binnen de categorie Handel en diensten komen op 813 kton CO2eq in. Op basis van deze onderverdeling zien we dat Vervoer en opslag de grootste categorie is, gevolgd door Groot- en detailhandel en Exploitatie van en handel in onroerend goed. Tussen en zien we verschillende grote sprongen in een aantal subsectoren. Dit is te wijten aan een revisie van de NACE-codes (23 vs. 28). Eandis, Infrax en het Havenbedrijf hebben alle cijfers aangeleverd in NACE28, maar voor en is die omzetting retroactief gebeurd en zijn toch een aantal activiteiten van subsector verschoven. Zo gingen bijvoorbeeld ondersteunende vervoersactiviteiten in & naar de sector Informatie en communicatie en in naar Vervoer en opslag. En de categorie Exploitatie van en handel in onroerend goed neemt diverse nevenactiviteiten over van andere subsectoren. * incl. stedelijke en hogere openbare besturen 34

38 2. Vergelijking nulmeting Elektriciteit Aardgas Stookolie Andere De sector Handel & diensten heeft een totaal resultaat dat 1% lager ligt dan in. De werkwijze voor de inventarisatie van deze emissies is gewijzigd, doch retroactief aangepast voor en. Voor alle jaren is nu dezelfde werkwijze gehanteerd: Aardgas en elektriciteit: deze gegevens worden aangeleverd door Eandis, Infrax en Havenbedrijf (Nace-BEL 28); Bijschatting andere brandstoffen: per subsector wordt er op basis van de Energiebalans Vlaanderen (, & ) een bijschatting gedaan voor de overige brandstoftypes volgens de subsectoren in de energiebalans. Graaddagen: op basis van de Discussienota Tertiaire sector (VITO i.o.v. Vlaamse overheid) kennen we 85% van de brandstoffen toe aan gebruik voor ruimteverwarming. Op dit gedeelte gebeurt de correctie voor de graaddagen. De overige 15% wordt aangewend voor sanitair warm water. % tov % tov Elektriciteit % -18% Aardgas % -12% Stookolie % -4% Andere % 29% Totaal % -13% 35

39 Covenant of Mayors: Transport 1. Totaalresultaat en per sector % tov % tov Wegverkeer % -5% Binnenvaart % -1% Treinverkeer % -14% Tramverkeer 6 6-1% -1% % -7% TOTAAL De totale transportsector stootte in 891 ton CO2-eq uit. De emissies van wegverkeer zijn goed voor 9% van de totale emissies. Opvallend cijfer hier is het ontbreken van emissies voor het tramverkeer in. Dit is toe te schrijven aan de aankoop van groene elektriciteit met garanties van oorsprong voor al het elektriciteitsverbruik voor het tramverkeer. 2. Vergelijking nulmeting Wegverkeer Treinverkeer Tramverkeer Binnenvaart De totale sector transport onder Covenant of Mayors (zonder lucht- en zeevaart) weet een reductie op te tekenen van 5%. De totale emissies voor wegverkeer zijn gedaald ten opzichte van. In de tabel hieronder geven we ook de afgelegde voertuigkilometers mee in miljoenen kilometers. Sinds is het aantal personenkilometers sneller gestegen dan het bevolkingsaantal. Hier zie je dit het meest expliciet op de autosnelweg, en dit zowel voor personenvoertuigen als voor vrachtverkeer. Ondanks deze stijging van afgelegde afstanden, dalen de totale emissies toch licht (-3%). Dit kan verklaard worden door een betere energie-efficiëntie van de verbrandingsmotoren. 36

40 In de periode - was er een absolute ontkoppeling tussen de emissies van het wegvervoer en de afgelegde kilometers. Het stijgende gebruik van energiezuinige wagens had een gunstige invloed op de emissie van broeikasgassen in. Door de verplichte normen die de EU oplegt aan de autoconstructeurs voor de CO2-emissie van nieuwe wagens kwamen meer energiezuinige wagens op de markt. Federale fiscale stimuli bevorderden de aankoop van deze wagens. In daalde de gemiddelde CO2-emissie van nieuwe wagens naar 134 g/km. Verder willen we wijzen op de inspanningen van de Stad rond het promoten van de modal shift in de binnenstad (STOPprincipe: Stappen, Trappen, Openbaar vervoer en Personenwagen) en het aanleggen van extra fietspaden. mio voertuigkilometers (vkm) % tov % tov Autosnelweg < 3,5T % -1% Autosnelweg > 3,5T % -1% Gewest. & prov. < 3,5T % -1% Gewest. & prov. > 3,5T % -% Gemeentewegen Tot % 1% 37

41 Covenant of Mayors: Stedelijke diensten 1. Totaalresultaat % tov % tov Stookolie gebouwen 1,9 2, 1,5-2% -23% Aardgas gebouwen 62,2 65,4 57,9-7% -11% Elektriciteit gebouwen 21,6 2,6 1,5-52% -49% Openbare verlichting 9,9 9,5 4,6-54% -51% Stookolie GHA tuigen 19,6 2,5 2,9 6% 2% 115,3 117,9 95,4-17% -19% Totaal De verbruiken van aardgas, stookolie en elektriciteit (incl. openbare verlichting) van de stedelijke diensten waren in goed voor 95,4. De daling van respectievelijk-49% en -51% in elektriciteit gebouwen en openbare verlichting is toe te schrijven aan de halvering van de emissiefactor voor elektriciteit (afsluiten van een gedeeltelijk groenestroomcontract voor de stedelijke diensten). Bovendien werden in negen gebouwen van de Stad uitgerust met PV-panelen en werd voor openbare verlichting waar mogelijk gekozen voor energie-efficiënte ontladingslampen. 2. Vergelijking nulmeting Stookolie gebouwen Openbare verlichting Aardgas gebouwen Stookolie GHA tuigen 38 Elektriciteit gebouwen

42 We zien dat de Stedelijke diensten een reductie van 17% optekenen ten opzichte van de cijfers in, wat voor meer dan de helft toe te schrijven is aan de halvering van de emissiefactor van elektriciteit in (afsluiten van een gedeeltelijk groenestroomcontract voor de stedelijke diensten). In mindere mate is deze reductie ook te verklaren door de daling van de Belgische emissiefactor voor elektriciteit en tenslotte ook door een afname van het energieverbruik (kwh) met 2% overheen alle stedelijke diensten en brandstofvormen. Voor de inventarisatie van 212 zal deze emissiefactor voor de stedelijke diensten kunnen gelijk gesteld worden aan, gezien de aankoop van 1% groene stroom met volledige garanties van oorsprong. 39

43 Covenant of Mayors: Stedelijke vloot 1. Totaalresultaat en per sector % tov % tov Stad (incl. AGSO) 5,5 5,5 6,4 16% 16% Andere (Politie & Brandweer) 1,8 1,6 1,7-1% 2% GHA voertuigen,8,8 1, 26% 21% Zorgbedrijf,,,2 / / OCMW,,,1 / / Totaal 8,1 7,9 9,3 15% 18% Totaal zonder OCMW & Zorgbedrijf 8,1 7,9 9, 11% 13% In totaal stootte de stedelijke vloot in 9,3 uit. De cijfers van het OCMW zijn niet beschikbaar voor en en Zorgbedrijf is pas sinds een zelfstandig dochterbedrijf (vroeger: OCMW). De stijging van de emissies voor de vloot van de Stad zelf is toe te schrijven aan de verschuiving van benzine- naar dieselmotoren, en van de toename van de ingezette veegwagens in het kader van het beleid Propere stad. 2. Vergelijking nulmeting Stad (incl AGSO) GHA Politie & brandweer 4 OCMW Zorgbedrijf

44 De Stad zelf en het Gemeentelijk Havenbedrijf noteren een significante stijging in de emissies door de vloot. Wanneer we in een vergelijking het OCMW en Zorgbedrijf even buiten beschouwing laten, dan is er een stijging van 11% ten opzichte van. De ambities van Stad Antwerpen om de emissies van de stedelijke vloot te reduceren tegen 22 vergen met dit resultaat grotere ingrepen. 41

45 Te dichten kloof ten opzichte van Stookolie gebouwen Openbare verlichting 215? Aardgas gebouwen Stedelijke vloot 22? Elektriciteit gebouwen De ambitie van de Stad Antwerpen voor de stedelijke diensten is een halvering (-5%) van de emissies van de stedelijke diensten. Om die doelstelling over een periode van 15 jaar (-22) te halen zou in een lineaire vertaling in een reductie van -16,67% moeten vastgesteld zijn om op koers te zitten. Dit is nu -17%, wat betekent dat de Stad op de juiste koers zit om de doelstellingen te behalen. Veel van de acties die Stad Antwerpen onderneemt zullen bovendien pas zichtbaar worden in 212. Onderstaande tabel geeft een mogelijk scenario aan voor het verdere verloop van de reducties om de doelstelling van -5% te behalen: 215? 22? % tov Stookolie 21,6 22,4 19, 16, -26% Aardgas 62,2 57,9 49, 4, -36% Elektriciteit 21,6 1,5,, -1% Openbare verlichting 9,9 4,6,, -1% Stedelijke vloot 8,1 9,3 7,7 6, -26% 123,4 14,7 75,7 62, -5% Totaal 42

46 Vergelijking emissies versus Residentieel Transport Energieproductie (niet-ets) Handel & Diensten Stedelijke vloot Stadsdiensten Industrie (niet-ets) Residentieel Handel & diensten Stadsdiensten Transport Stedelijke vloot Industrie (niet-ets) Energieproductie (niet-ets) Totaal Verschil tov % -12% 1% -17% -5% 15% 3% -14% -6,2% Verschil tov % -1% -12% -19% -7% 18% 23% -19% -8,1% kton CO2-eq We stellen een daling met 6,2% vast in de emissies die onder de Covenant of Mayors vallen. Een daling in het energieverbruik zorgt voor een reductie van 2%; het overige stuk is grotendeels toe te schrijven aan de lagere Belgische emissiefactor voor elektriciteit. 43

47 Kloof ten opzichte van ambities De ambities van Stad Antwerpen voor het totaal van broeikasgassen conform de Covenant of Mayors is een reductie met 2% tegen 22 ten opzichte van de emissies in. Vandaag tekenen we een reductie op voor met 6,2%. Wanneer we die reductie lineair zouden uitzetten zouden we in een reductie van 6,67% moeten gemeten hebben. Strikt genomen zitten we dus net niet op koers om de doelstelling te halen, maar een aantal factoren verdienen toch de aandacht: de Belgische emissiefactor voor elektriciteit is gedaald sinds om zijn laagste waarde te bereiken in 29. Daarna () is er terug een lichte stijging merkbaar. De verdere evolutie van deze emissiefactor bepaalt voor een gedeelte mee het resultaat en actuele trends, zoals kernuitstap en aandeel hernieuwbare energie op Belgisch niveau, zullen hun invloed laten gelden. Industrie en Handel & diensten halen de beoogde reductie niet, doch hier dient de interactie met lokale Energieproductie opgemerkt te worden. Wanneer die laatste sector terug stijgt in activiteit, dient er door de eerste sectoren minder elektriciteit geïmporteerd te worden van buiten Antwerpen, waardoor hun indirecte emissies dalen. Het totaalbeeld blijft dus meegenomen te worden in de discussie per sector. de transportsector hinkt lichtjes achter op de ambities. De prognoses van MIRA Milieuverkenning 23 tonen een blijvende groei van de afgelegde kilometers, maar tevens een afname van de CO2-emissies per afgelegde kilometer die vooral merkbaar is bij de personenwagens. CO2-eq voetafdruk van de gemiddelde Antwerpenaar Dit is de CO2-eq voetafdruk van de gemiddelde Antwerpenaar zonder ETS-emissies, luchtvaart, zeevaart en landbouw & natuur (CoM). # inwoners % tov % tov ,5% 2,4% ,2% -8,1% 7,3 7,3 6,6-9,4% -1,3% Antwerpen Totaal Voetafdruk (Ton CO2-eq) per inwoner 44

48 Bijlagen Bijlage 1: Overzicht bronnen Voor een gedetailleerd bronnenbestand, methodologie en berekeningen verwijzen we naar de berekeningsfiles zoals meegeleverd aan de Stad Antwerpen. Bron Ontvangen info Opmerking Lokale energieproductie WKK VREG Uitgereikte WKK certificaten per gemeente via website vreg.be Wind Vleemo kwh Per mail Electrabel/BASF kwh Per mail VREG Uitgereikte groenestroomcertificaten per gemeente via website vreg.be Eandis/Infrax premies en m2 zonneboilers Per mail ISVAG kwh geproduceerd en GJ verbrand Per mail Indaver kwh Per mail Aquafin kwh geproduceerd en m3 biogas Per mail Hooge Maey kwh geproduceerd en m3 stortgas Per mail Eandis kwh - Nace-BEL Per mail Infrax kwh - Nace-BEL Per mail Gemeentelijk Havenbedrijf kwh - Nace-BEL Per mail Vlaamse Milieumaatschappij, Afdeling Lucht, Milieu en Communicatie CO2 Per mail De Lijn, afdeling Financiën en administratie afgelegde km Per mail Tramverkeer De Lijn afgelegde km Jaarverslag De Lijn Treinverkeer Vlaamse Milieumaatschappij, Afdeling Lucht, Milieu en Communicatie CO2 Per mail Zon Biogas, afval, stortgas Residentieel / Handel & Diensten Transport Wegverkeer Bus 45

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA

Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 stadsontwikkeling EMA Emissie-inventaris broeikasgassen 2012 EMA Principes Antwerpen ondertekende het Europese Burgemeestersconvenant. Meer dan 5.000 lokale en regionale overheden hebben ondertekend en engageren zich om op

Nadere informatie

!!!!!!!! Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2012 Broeikasgassen

!!!!!!!! Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2012 Broeikasgassen Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2012 Broeikasgassen Finale versie V2-06/06/2014 Inhoudstafel Managementsamenvatting 3 Inleiding en scope 8 Categorieën, grondgebied, emissies en scope van de emissie-inventaris

Nadere informatie

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012

Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012 17/11/2014 Tool Burgemeestersconvenant Actualisatie nulmeting 2011 & inventaris 2012 Kadering» VITO actualiseert jaarlijks, in opdracht van LNE, CO 2 -inventaris gemeenten» Taken voorzien in actualisatie

Nadere informatie

Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2016 Broeikasgassen

Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2016 Broeikasgassen Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2016 Broeikasgassen Finale versie 1 oktober 2018 Inhoudstafel Inhoudstafel 1 Managementsamenvatting 2 Resultaten Covenant of Mayors 2 Resultaten volledige emissie-inventaris

Nadere informatie

Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2014 Broeikasgassen

Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2014 Broeikasgassen Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2014 Broeikasgassen Vijfde versie - 6 dec. 2016 Inhoudstafel Inhoudstafel 1 Managementsamenvatting 2 Inleiding en scope 8 Categorieën, grondgebied, emissies en scope van

Nadere informatie

Stappen naar een Klimaatneutraal Mechelen

Stappen naar een Klimaatneutraal Mechelen Stappen naar een Klimaatneutraal Mechelen Emissie-inventaris Stad Mechelen 2013 Broeikasgassen Finale versie V5.0-17/12/2015 Inhoudstafel Inleiding Managementsamenvatting Inleiding en scope Categorieën,

Nadere informatie

Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2015 Broeikasgassen

Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2015 Broeikasgassen Emissie-inventaris Stad Antwerpen 2015 Broeikasgassen Finale versie 24 december 2017 Inhoudstafel Inhoudstafel 1 Managementsamenvatting 2 Inleiding en scope 6 Categorieën, grondgebied, emissies en scope

Nadere informatie

Stappen naar een Klimaatneutraal Mechelen

Stappen naar een Klimaatneutraal Mechelen Stappen naar een Klimaatneutraal Mechelen Emissie-inventaris Stad Mechelen 2015 Broeikasgassen Finale versie V4.0-24/10/2017 Inhoudstafel Inleiding Managementsamenvatting 3 Resultaten binnen de scope voor

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Nieuwe methodiek CO 2 -voetafdruk bedrijventerreinen POM West-Vlaanderen. Peter Clauwaert - Gent 29/09/11

Nieuwe methodiek CO 2 -voetafdruk bedrijventerreinen POM West-Vlaanderen. Peter Clauwaert - Gent 29/09/11 Nieuwe methodiek CO 2 -voetafdruk bedrijventerreinen POM West-Vlaanderen Peter Clauwaert - Gent 29/09/11 Inhoud presentatie 1.Afbakening 2.Inventarisatie energie 3.CO 2 -voetafdruk energieverbruik 4.CO

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, september 2014 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,9% Figuur 1 bio-elektriciteit

Nadere informatie

Ondersteuning burgemeestersconvenant

Ondersteuning burgemeestersconvenant 20/01/2014 Ondersteuning burgemeestersconvenant Deel 1: Baseline emission inventory Studiedag LNE Brussel Inhoud» Situering opdracht ondersteuning burgemeestersconvenant» Bespreking van de twee Excels

Nadere informatie

sessie 3: De Wereld op de stoep Jeroen Mercy De Wereld roept om klimaatneutraliteit, De Gentse CO2-uitstoot gemeten! Stad Gent Milieudienst

sessie 3: De Wereld op de stoep Jeroen Mercy De Wereld roept om klimaatneutraliteit, De Gentse CO2-uitstoot gemeten! Stad Gent Milieudienst sessie 3: De Wereld op de stoep De Wereld roept om klimaatneutraliteit, De Gentse CO2-uitstoot gemeten! Jeroen Mercy Stad Gent Milieudienst Context Klimaatopwarming is een feit Impact voor Gent: veerkracht

Nadere informatie

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed Dit document bevat de uitgewerkte actuele emissie inventaris van Welling Bouw Vastgoed Rapportage januari december 2009 (referentiejaar) Opgesteld door: Wouter van

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Actieplan Burgemeestersconvenant

Actieplan Burgemeestersconvenant Actieplan Burgemeestersconvenant Wat is het burgemeestersconvenant? Engagement van 6735 steden en gemeenten Om minimum 20 % CO 2 te gaan besparen tegen 2020 20 % CO 2 over het volledige grondgebied Opmaak

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, februari 2015 1 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,8 % Figuur 1 zon-elektriciteit

Nadere informatie

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013

Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Compensatie CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2013 Inhoud 1 Aanleiding 1 2 Werkwijze 2 2.1. Bronnen 2 2.2. Kentallen 2 3 CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie 3 4 Ontwikkeling 5 5

Nadere informatie

EMISSIE- INVENTARIS 2015. 2-mei 2016, www.dehaasmaassluis.nl

EMISSIE- INVENTARIS 2015. 2-mei 2016, www.dehaasmaassluis.nl EMISSIE- INVENTARIS 015 -mei 016, www.dehaasmaassluis.nl 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Introductie 3 1. Organisatorische grens 3 1.3 Basisjaar 3 1.4 Wijziging berekening ten opzichte van 014 3 1.5

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER

VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER CO 2 VOETAFDRUK 2011 SHANKS NEDERLAND BV VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER R A P P O R T S N L _ C O 2 _ 2 0 1 1 D. D. 2 0 A P R I L 2 0 1 2 INHOUD INLEIDING...1 CO 2 VOETAFDRUK 2010 SHANKS NEDERLAND

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

Bijlage bij persbericht Hoe presteren gemeenten op klimaatvlak?

Bijlage bij persbericht Hoe presteren gemeenten op klimaatvlak? Bijlage bij persbericht Hoe presteren gemeenten op klimaatvlak? Evolutie CO2-uitstoot in de provincie Limburg Tussen 2011 en 2016 evolueerde de CO 2-uitstoot in de provincie Limburg gunstiger dan in heel

Nadere informatie

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014 Carbon footprint Op basis van de diverse soorten CO 2 -emissies is de totale CO 2 -emissie van Den Ouden Groep berekend. 9,8 38,6 51,6 Diesel personenwagens Diesel combo's en busjes Hybride personen wagens

Nadere informatie

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM 1 12.10.2015

DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM 1 12.10.2015 DE OPMAAK VAN EEN SEAP VOOR DE GEMEENTE KLUISBERGEN KLIMAATTEAM 1 12.10.2015 Agenda Welkom door de Schepen Lode Dekimpe Inleiding SEAP door Kim Rienckens (provincie Oost-Vlaanderen) Nulmeting en uitdagingen

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Emissie-inventaris 2018

Emissie-inventaris 2018 Emissie-inventaris 2018 Onderdeel: CO2-Prestatieladder norm 3.A.1 Opdrachtgever: Waalpartners bv Inhoudsopgave 1 Organisatorische grens (GHG-Protocol methode 1 top down, 4.1.-7.3)... 1 1.1 Verantwoordelijken...

Nadere informatie

Carbon Footprint Beheer Familie van Ooijen BV Rapportage januari december 2009 (referentiejaar)

Carbon Footprint Beheer Familie van Ooijen BV Rapportage januari december 2009 (referentiejaar) Carbon Footprint Beheer Familie van Ooijen BV Rapportage januari december 2009 (referentiejaar) Dit document bevat: - De uitgewerkte actuele emissie inventaris 2009 o de analyse van de emissie inventaris

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Impact analyse: ambitie elektrisch transport

Impact analyse: ambitie elektrisch transport Impact analyse: ambitie elektrisch transport ad-hoc verzoek EL&I 29 maart 211, ECN-L--11-27, C. Hanschke www.ecn.nl Scope en aanpak impact analyse 1.8.6.4.2 Groeiambitie Elektrische auto's [mln] 215 22

Nadere informatie

Opmaak van een CO 2 nulmeting voor het grondgebied van stad Bilzen

Opmaak van een CO 2 nulmeting voor het grondgebied van stad Bilzen Opmaak van een CO 2 nulmeting voor het grondgebied van stad Bilzen 1 COLOFON SAMENSTELLING Dubolimburg De nulmeting is opgesteld in het kader van Limburg gaat klimaat neutraal. De ondersteuning hiervoor

Nadere informatie

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Steel Protectors Group staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

CO2e-nulmeting Stad Mechelen 2011 BAU 2030/2050 Aanzet Actieplan Duurzame Energie

CO2e-nulmeting Stad Mechelen 2011 BAU 2030/2050 Aanzet Actieplan Duurzame Energie CO2e-nulmeting Stad Mechelen 2011 BAU 2030/2050 Aanzet Actieplan Duurzame Energie Rapport 30 december 2013 Versie 03.2013 1 ! CO 2 e&nulmeting!&!referentiejaar!2011!...!6! Inleiding!...!6! Methodiek,!categorieën,!studiegebied,!scope,!emissiefactoren!en!datakwaliteit!...!7!

Nadere informatie

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen de Van der Ende Steel Protectors Group BV staat zowel interne als externe duurzaamheid

Nadere informatie

Gemeenteraadscommissie energie & klimaat. 20 januari 2015 20u Mortsel

Gemeenteraadscommissie energie & klimaat. 20 januari 2015 20u Mortsel Gemeenteraadscommissie energie & klimaat 20 januari 2015 20u Mortsel 1 Meerjarenplanning stadsbestuur Eigen organisatie stadsbestuur Klimaatneutraal tegen 2020 (actie 86) Energieverbruik eigen diensten

Nadere informatie

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2.

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2. 3.A.1-2 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 2 2 Beschrijving van de organisatie 2 3 Verantwoordelijke 2 4 Basisjaar en rapportage 2 5 Afbakening 2 6 Directe en indirecte GHG-emissies 3 6.1 Berekende

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2013 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2014 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Stappen naar een klimaatneutraal Mechelen. CO 2 e-nulmeting Stad Mechelen 2011 BAU 2030/2050 Actieplan Duurzame Energie

Stappen naar een klimaatneutraal Mechelen. CO 2 e-nulmeting Stad Mechelen 2011 BAU 2030/2050 Actieplan Duurzame Energie Stappen naar een klimaatneutraal Mechelen CO 2 e-nulmeting Stad Mechelen 2011 BAU 2030/2050 Actieplan Duurzame Energie Goedkeuring gemeenteraad 25 februari 2014 Rapport 30 december 2013 Versie 03.2013

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2012

Sectoranalyse Horeca 2012 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2012 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen 2013 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie

Nadere informatie

P. DE BOORDER & ZOON B.V.

P. DE BOORDER & ZOON B.V. Footprint 2013 Wapeningscentrale P. DE BOORDER & ZOON B.V. Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Datum Versie Opsteller Gezien 31 maart 2014 Definitief Dhr. S.G. Jonker Dhr. K. De Boorder 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Carbon footprint 2011

Carbon footprint 2011 PAGINA i van 12 Carbon footprint 2011 Opdrachtgever: Stuurgroep MVO Besteknummer: - Projectnummer: 511133 Documentnummer: 511133_Rapportage_Carbon_footprint_2011_1.2 Versie: 1.2 Status: Definitief Uitgegeven

Nadere informatie

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2016

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2016 3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 10 2 Beschrijving van de organisatie 10 3 Verantwoordelijke 11 4 Basisjaar en rapportage 11 5 Afbakening 11 6 Directe

Nadere informatie

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke rapportage 2016 H1 Periodieke rapportage 2016 H1 28 september 2016 Datum:... Paraaf directie:... 1 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Basisgegevens 4 1.1 Beschrijving van de organisatie 4 1.2 Verantwoordelijkheden 4 1.3 Basisjaar

Nadere informatie

CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V. CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V. Datum: 31 maart 2017 Versie: 2 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang op haar CO 2-reductiedoelstellingen beschrijven. Hierbij wordt

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

1. INLEIDING. 1.1. Rapportage

1. INLEIDING. 1.1. Rapportage 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Aannemingsbedrijf Van Zuijlen BV

Aannemingsbedrijf Van Zuijlen BV Aannemingsbedrijf Van Zuijlen BV 3.A.1-2 1 e halfjaar 2015 Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol Conform niveau 3 op de CO2- prestatieladder 3.0 Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012

Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012 Compensatie CO 2 - emissie gemeentelijke organisatie Den Haag over 2012 Inhoud 1 Aanleiding 1 2 Werkwijze 2 2.1. Bronnen 2 2.2. Kentallen 2 3 CO 2 -emissie gemeentelijke organisatie 3 4 Ontwikkeling 5

Nadere informatie

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2.

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2. 3.A.1-2 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 2 2 Beschrijving van de organisatie 2 3 Verantwoordelijke 2 4 Basisjaar en rapportage 2 5 Afbakening 2 6 Directe en indirecte GHG-emissies 3 6.1 Berekende

Nadere informatie

Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB

Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB Vergelijking van de CO 2 -uitstoot per vervoermiddel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB 100% Gerecycleerd papier Januari

Nadere informatie

1. INLEIDING Rapportage

1. INLEIDING Rapportage 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen

Nadere informatie

Energierapport Bedrijventerrein Haven Oostende

Energierapport Bedrijventerrein Haven Oostende Energierapport Bedrijventerrein Haven Oostende 2008-2010 1. Informatie over het bedrijventerrein Ligging, oppervlakte (Oostende 8400; 151,9 ha grondoppervlakte, 69,5 wateroppervlakte en 29,5 ha dakoppervlakte)

Nadere informatie

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft

CO 2 -uitstoot 2008-2014 gemeente Delft CO 2 -uitstoot 28-214 gemeente Delft Notitie Delft, april 215 Opgesteld door: L.M.L. (Lonneke) Wielders C. (Cor) Leguijt 2 April 215 3.F78 CO 2-uitstoot 28-214 1 Woord vooraf In dit rapport worden de tabellen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Huishoudelijk elektriciteitsverbruik per aangesloten inwoner Hoeveelheid elektriciteit die verbruikt wordt binnen de Genkse huisgezinnen.

Huishoudelijk elektriciteitsverbruik per aangesloten inwoner Hoeveelheid elektriciteit die verbruikt wordt binnen de Genkse huisgezinnen. HUISHOUDELIJK ELEKTRICITEITSVERBRUIK Omschrijving Meeteenheid Beleidsdomein Relatie met de SO Gemeentelijke beleidsdoelstelling bron Dataleverancier Huishoudelijk elektriciteitsverbruik per aangesloten

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

EMISSIE INVENTARISATIERAPPORT

EMISSIE INVENTARISATIERAPPORT Pagina: 315.2 1 / 6 Emissie inventaris rapport (3.A.1-2) Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording...2 2 Beschrijving van de organisatie...2 3 Verantwoordelijke...2 4 Basisjaar en rapportage...2 5 Afbakening...2

Nadere informatie

Review emissiefactoren 2015

Review emissiefactoren 2015 Review emissiefactoren 2015 Samenvatting In deze notitie wordt vastgelegd welke emissiefactoren Climate Neutral Group hanteert voor de voetafdruk bepalingen in 2015 en voor de nacalculatie over dat jaar.

Nadere informatie

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe 1 CO2-uitstoot hoofdsectoren 1.1 Inleiding In deze rapportage wordt de CO2-uitstoot van uw gemeente weergegeven, voorzover de daarvoor benodigde gegevens beschikbaar zijn.

Nadere informatie

CO 2 -Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

CO 2 -Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V. CO 2 -Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V. Datum: 9 mei 2017 Versie: 5 1. Inleiding Prins Bouw B.V. wil via dit rapport de voorgang op haar CO 2-reductiedoelstellingen beschrijven. Hierbij wordt ingegaan

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 1 november 2013 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie...

Nadere informatie

Emissie inventaris rapport 2013. Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol

Emissie inventaris rapport 2013. Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol Emissie inventaris rapport 2013 Opgesteld volgens de eisen van ISO 14064-1 en het Greenhouse Gas Protocol Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 3 2 Beschrijving van de organisatie 4 2.1. Maatschappelijk

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik

Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Voortgangsrapportage CO 2 emissies ProRail Scope 1 en 2, eigen energiegebruik Rapportage 1 e half jaar 2017 en prognose CO 2 voetafdruk 2017 Autorisatie paraaf datum gecontroleerd prl Projectleider Van

Nadere informatie

WKK in Vlaanderen: feiten en cijfers

WKK in Vlaanderen: feiten en cijfers 27/02/2012 WKK in Vlaanderen: feiten en cijfers K. Aernouts, K. Jespers, E. Cornelis Indeling presentatie» Inleiding» WKK in Vlaanderen: feiten en cijfers» Geïnstalleerd vermogen» Geproduceerde energie»

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2014

Sectoranalyse Horeca 2014 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2014 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen Omzet en investeringen 2014 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca

Nadere informatie

Monitor energie en emissies Drenthe

Monitor energie en emissies Drenthe Monitor energie en emissies Drenthe 2012-2015 - november 2017 www.ecn.nl Monitor energie en emissies Drenthe 2012-2015 Deze monitor sluit aan op de notitie Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 17 maart 2014 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B. 5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2015 t/m december 2015 Revisie 1.0 Datum

Nadere informatie

Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst

Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst Infomoment Ranst 23 september 2015 20u 1 Ranst timing 1. Voorstelling project aan schepencollege + goedkeuring: 12/2 2. werkgroep energie & klimaat: 19/3

Nadere informatie

KLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact & Figures. Tania Van Mierlo Afd. Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid

KLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact & Figures. Tania Van Mierlo Afd. Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid KLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact & Figures Tania Van Mierlo Afd. Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid EU doelstellingen t.o.v. 1990 t.o.v. 2005 Focus vandaag Broeikasgasuitstoot

Nadere informatie

CO2 scope 3 verborgen Netto CO2-uitstoot 216 ton CO2 Tabel 1: CO 2-footprint Waalpartners 2016

CO2 scope 3 verborgen Netto CO2-uitstoot 216 ton CO2 Tabel 1: CO 2-footprint Waalpartners 2016 Projectgegevens Opdrachtgever Waalpartners bv Projectnaam Energie en CO2 management Projectnummer 9031.17 Memonummer Me01CvH9031.17 Onderwerp Energie- en CO2 beoordelingsrapportage 2016 Auteur Cisca van

Nadere informatie

Carbon footprint 2013

Carbon footprint 2013 PAGINA i van 13 Carbon footprint 2013 Opdrachtgever: Stuurgroep MVO Besteknummer: - Projectnummer: 511133 Documentnummer: 511133_Rapportage_Carbon_footprint_2013_2.0 Versie: 2.0 Status: Def Uitgegeven

Nadere informatie

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO De emissie inventaris van: 2018 Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Datum: 23 januari 2019 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 De organisatie... 4 2.1 Energiebeleid... 4 2.2 Verantwoordelijke...

Nadere informatie

Halfjaarlijkse rapportage footprint, doelstellingen en maatregelen

Halfjaarlijkse rapportage footprint, doelstellingen en maatregelen A. Hak Infranet - CO 2-emissies scope 1 en 2 - eerste helft 2018 Inleiding A. Hak Infranet was gecertificeerd op niveau 5 van de CO 2-Prestatieladder, en is in 2017 terug naar niveau 3. Onze nulmeting

Nadere informatie

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014 Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014 CO 2 Prestatieladder - Niveau 3 Datum: 30 januari 2015 Versie: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Basisgegevens... 2 2.1 Beschrijving van de organisatie... 2 2.2

Nadere informatie

Lokaal Kyotoprotocol Rapportage verbruiksgegevens. Bernard Govaert

Lokaal Kyotoprotocol Rapportage verbruiksgegevens. Bernard Govaert Lokaal Kyotoprotocol Rapportage verbruiksgegevens Bernard Govaert Om te kunnen weten hoe uw geleverde inspanningen evolueren, is het van belang van dat u uw energieverbruik registreert. Ondertekenaars

Nadere informatie

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016

CARBON FOOTPRINT 2015 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016 Hogeschool Utrecht 3 MAART 2016 Contactpersonen IR. B. (BAȘAK) KARABULUT Adviseur T +31 (0)88 4261 322 M +31 (0)6 312 02492 E basak.karabulut@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus 4205 3006 AE Rotterdam

Nadere informatie

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017 3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 10 2 Beschrijving van de organisatie 10 3 Verantwoordelijke 11 4 Basisjaar en rapportage 11 5 Afbakening 11 6 Directe

Nadere informatie

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed

Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed Dit document bevat de uitgewerkte actuele emissie-inventaris van Welling Bouw Vastgoed Rapportage 1 e halfjaar 2010 (januari juli 2010) Opgesteld door: TL Gecontroleerd

Nadere informatie

20140813.v2 2014 Q1/Q2

20140813.v2 2014 Q1/Q2 2014 Voortgang CO2-prestatieladder 2014 OFS heeft, samen met OFN, in het begin van niveau 5 bereikt op de CO 2 -prestatieladder. Dit is de hoogst haalbare trede op de ladder. Zoals gebruikelijk blikken

Nadere informatie

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2

5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.2 5.B.1_2 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2016 H1 Conform Co₂-prestatieladder 3.0 Verantwoording Titel Voortgangsrapportage CO₂-emissies Periode Januari 2016 t/m juni 2016 Revisie 1.0 Datum 14 juli

Nadere informatie

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078

CO-2 Rapportage 2014. Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 CO-2 Rapportage 2014 Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk 16 7122 JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem 09080078 Aalten 28-04-2015 Versie 2.2 J.Nannings Directeur Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

Carbon footprint 2017 (3.C.1) In de onderstaande tabellen staan de energieverbruiken van ICS Groep uitgedrukt in CO2-eq.

Carbon footprint 2017 (3.C.1) In de onderstaande tabellen staan de energieverbruiken van ICS Groep uitgedrukt in CO2-eq. Inleiding De CO2 Prestatieladder stelt de eis om halfjaarlijks te rapporteren over de CO2 footprint, een update te geven van de voortgang in relatie tot het behalen van de CO2-reductiedoelstellingen en

Nadere informatie

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015. ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015. ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015 ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder Titel: CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015 Auteurs: R. Hurkmans

Nadere informatie

Legrand Nederland B.V.

Legrand Nederland B.V. 1 van 10 Rapportage CO -voetafdruk Opgemaakt door Marieke Megens Legrand Nederland B.V. Periode: 1 januari t/m 31 december 013 Datum: 14 maart 014 Climate Neutral Group BV Donkerstraat 19a 3511 KB Utrecht

Nadere informatie

Emissie-inventaris scope 1 en scope 2 over 2016 (3.A.1)

Emissie-inventaris scope 1 en scope 2 over 2016 (3.A.1) Emissie-inventaris scope 1 en scope 2 over (3.A.1) Bovenstaande afbeelding geeft de verdeling van CO 2-emissies naar de verschillende scopes weer. Scope 1 emissies of directe emissies zijn emissies door

Nadere informatie

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015. ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015. ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015 ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder Titel: CO 2 -emissie inventaris eerste helft 2015 Auteurs: R. Hurkmans

Nadere informatie

Carbon footprint 2017 (3.C.1) In de onderstaande tabellen staan de energieverbruiken van ICS Groep uitgedrukt in CO2-eq.

Carbon footprint 2017 (3.C.1) In de onderstaande tabellen staan de energieverbruiken van ICS Groep uitgedrukt in CO2-eq. Inleiding De CO2 Prestatieladder stelt de eis om halfjaarlijks te rapporteren over de CO2 footprint, een update te geven van de voortgang in relatie tot het behalen van de CO2-reductiedoelstellingen en

Nadere informatie

1 De directe en indirecte GHG-emissies 2017

1 De directe en indirecte GHG-emissies 2017 1 De directe en indirecte GHG-emissies 2017 Om een duidelijk inzicht te krijgen in de uitstoot van de GHG-emissies wordt in dit hoofdstuk weergegeven hoe deze uitstoot is verdeeld. De totale directe en

Nadere informatie

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2015

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2015 Arnold Maassen Holding BV Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2015 G.R.M. Maassen 2-9-2015 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Scope 1 en 2... 3 2.1 Voortgang in relatie tot reductiedoelstellingen....

Nadere informatie

Rapportage CO 2 -footprint Theuma

Rapportage CO 2 -footprint Theuma Rapportage CO 2 -footprint Theuma 2012 Datum: April 2013 Status: Eindrapport Betrokkenen: Bart Van Damme Bart Wauters Anouk Walinga Barbara De Kezel Theuma Theuma Theuma Beco 2 INHOUD SAMENVATTING... 4

Nadere informatie

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014 Arnold Maassen Holding BV Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014 G.R.M. Maassen 24-10-2014 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Scope 1 en 2... 3 2.1 Voortgang in relatie tot reductiedoelstellingen....

Nadere informatie

KLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact& Figures

KLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact& Figures KLIMAATRONDETAFEL Mobiliteit, Logistiek en Voertuigen Fact& Figures Tania Van Mierlo Afd. Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid EU doelstellingen t.o.v. 1990 t.o.v. 2005 Focus vandaag 1 Vlaamse

Nadere informatie

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

Aanbod en verbruik van elektriciteit, Indicator 14 november 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2016 bedroeg het totale

Nadere informatie