Bedrijfsoriëntatie 3 BEDRIJFSORIËNTATIE 3 (CAL01.3/CREBO:50195)

Transcriptie

1 BEDRIJFSORIËNTATIE 3 (CAL01.3/CREBO:50195)

2 sd.cal01.3.v1 ECABO, Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus BE AMERSFOORT

3 INHOUD Normeringsmodel met taxonomiecodes 1 3

4 Normeringsmodel met taxonomiecodes Deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 3 (CAL 01.3/CREBO:50195)) Nr. Eindterm Taxonomiecode Waarde per eindterm 1. De kandidaat kan de begrippen organisatie, arbeidsorganisatie, bedrijf, onderneming, profit-organisatie en not-for-profit organisatie omschrijven. 2. De kandidaat kan een omschrijving geven van de doelstellingen, producten en/of diensten van enkele organisaties. 3. De kandidaat kan de goederen-, diensten-, informatie- en/of geldstroomketen in een organisatie schematisch weergeven. F 5 F 4 B 3 4. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van de in de wet geregelde organisatievormen omschrijven. 5. De kandidaat kan de kenmerkende verschillen tussen particuliere en overheidsorganisaties omschrijven. F 6 F 4 6. De kandidaat kan het doel van een functie-omschrijving aangeven. B 2 7. De kandidaat kan de kenmerken van de belangrijkste organisatiestructuren omschrijven. 8. De kandidaat kan de belangrijkste ordeningsprincipes m.b.t. organisatiestructuren beschrijven (functioneel, product, markt, geografisch). F 4 F 3 9. De kandidaat kan organisatieschema's hanteren. B De kandidaat kan het belang van procedures binnen organisaties verklaren. B De kandidaat kan een organisatie als systeem omschrijven. B De kandidaat kan de functie van werkgevers- en werknemersorganisaties omschrijven. 13. De kandidaat kan aangeven op welke wijzen samenwerking tussen ondernemingen georganiseerd kan zijn (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk). 14. De kandidaat kan de vigerende waarden, normen en opvattingen weergeven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving. 15. De kandidaat kan stappen ondernemen die kunnen leiden tot het vinden van betaald werk. 16. De kandidaat kan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden omschrijven die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst. 17. De kandidaat kan weergeven welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen een werkorganisatie. F 3 F 3 B 3 B 5 F 4 F 4 1

5 Deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 3 (CAL 01.3/CREBO:50195)) Nr. Eindterm Taxonomiecode Waarde per eindterm 18. De kandidaat kan weergeven welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. 19. De kandidaat kan de regels met betrekking tot beveiliging van gegevens toepassen. 20. De kandidaat kan doel, inhoud en werkingsgebied van de Arbeidsomstandighedenwet omschrijven. 21. De kandidaat kan de belangrijkste elementen van arbo-zorg in een organisatie omschrijven. 22. De kandidaat kan de veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten in een gegeven situatie omschrijven. 23. De kandidaat kan de procedures, richtlijnen en voorschriften m.b.t. arbo-zorg in een organisatie toepassen. F 6 Rc/r 5 F 4 F 4 B 4 Rc/i De kandidaat kan arbo-knelpunten in een gegeven situatie oplossen. Pc

6 3

7 EINDTERM: 1. De kandidaat kan de begrippen organisatie, arbeidsorganisatie, bedrijf, onderneming, profit-organisatie en not-for-profit organisatie omschrijven. Taxonomie-code: F Waarde: 5 punten 1.1 Omschrijven het begrip: - organisatie - arbeidsorganisatie - bedrijf - onderneming - profit-organisatie - not-for-profit organisatie - met vermelding van de belangrijkste kenmerken voor elk van de genoemde begrippen:. formeel doel. het verrichten van arbeid. samenwerking van personen 4

8 EINDTERM: 2. De kandidaat kan een omschrijving geven van de doelstellingen, producten en/of diensten van enkele organisaties. Taxonomie-code: F Waarde: 4 punten 2.1 Omschrijven - de doelstellingen - de verschillende producten - de verschillende diensten van een representatieve profit-organisatie èn van een representatieve not-for-profit organisatie - inclusief:. onderscheid tussen en samenhang van hoofddoelstellingen en subdoelstellingen. het maatschappelijk belang van de producten en/of diensten van de genoemde organisatievormen 5

9 EINDTERM: 3. De kandidaat kan de goederen-, diensten-, informatie- en/of geldstroomketen in een organisatie schematisch weergeven. Taxonomie-code: B Waarde: 3 punten 3.1 Weergeven - de goederen-, diensten-, informatie- en/of geldstroomketen in een organisatie - de inhoud en/of omvang van de relevante stroomketens - schematische weergave van:. de relatie tussen de relevante stroomketens. de samenhang in het volume van de verschillende stroomketens Hulpmiddelen voor de kandidaat: - met behulp van beschikbare informatie 6

10 EINDTERM: 4. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van de in de wet geregelde organisatievormen omschrijven. Taxonomiecode: F Waarde: 6 punten 4.1 Omschrijven de belangrijkste kenmerken van: - de eenmanszaak - de maatschap - de vennootschap onder firma - de commanditaire vennootschap - de besloten vennootschap - de naamloze vennootschap - de vereniging - de stichting - van elke organisatievorm worden de aspecten rechtspersoonlijkheid, oprichtingseisen, eigendom, risico, aansprakelijkheid en publicatieplicht van financiële gegevens aangegeven 7

11 EINDTERM: 5. De kandidaat kan de kenmerkende verschillen tussen particuliere en overheidsorganisaties omschrijven. Taxonomie-code: F Waarde: 4 punten 5.1 Omschrijven de kenmerkende verschillen tussen particuliere en overheidsorganisaties - v.w.b. de aspecten:. oprichting. doelstelling. financiering. bestuur 8

12 EINDTERM: 6. De kandidaat kan het doel van een functie-omschrijving aangeven. Taxonomie-code: B Waarde: 2 punten 6.1 Beschrijven het doel van een functie-omschrijving - voor de medewerker zelf - voor de organisatie - inclusief: de onderdelen van een functie-omschrijving met per onderdeel een voorbeeld 9

13 EINDTERM: 7. De kandidaat kan de kenmerken van de belangrijkste organisatiestructuren omschrijven. Taxonomie-code: F Waarde: 4 punten 7.1 Omschrijven de kenmerken van een: - lijnorganisatie - lijn/staforganisatie - projectorganisatie - matrixorganisatie - lijnorganisatie voordelen:. duidelijk, overzichtelijk. eenheid in leiding. snelle besluitvorming. duidelijke gezagsverhouding nadelen:. matige bottom-up communicatie. leiding niet op alle terreinen deskundig. inschakelen experts moeilijk - lijn/staforganisatie voordelen:. duidelijk, overzichtelijk. eenheid in leiding. snelle besluitvorming. duidelijke gezagsverhouding. mogelijkheid experts in te schakelen nadelen:. matige bottom-up communicatie. rol/positie stafmedewerker kan onduidelijk zijn. staffunctionarissen kostbaar 10

14 EINDTERM: 7. (vervolg) De kandidaat kan de kenmerken van de belangrijkste organisatiestructuren omschrijven. Taxonomie-code: F Waarde: 4 punten - projectorganisatie voordelen:. organisatiebreed mobiliseren van deskundigheid nadelen:. gezagsverhoudingen minder duidelijk - matrixorganisatie voordelen:. probleemgerichte aanpak. goede communicatie. betrokkenen met verschillende kennis + positie werken samen nadelen:. vaak tijdelijk. integratie tussen projectgroepen moeilijk. verschil in functie betrokkenen kan problemen geven 11

15 EINDTERM: 8. De kandidaat kan de belangrijkste ordeningsprincipes m.b.t. organisatiestructuren beschrijven (functioneel, product, markt, geografisch). Taxonomie-code: F Waarde: 3 punten 8.1 Beschrijven de belangrijkste ordeningsprincipes die gehanteerd worden bij het samenstellen van afdelings- en/of hiërarchische niveaus binnen een organisatie, nl.: - de functionele indeling - de product-indeling - de markt-indeling - de geografische indeling - inclusief voor- en nadelen van elke variant 12

16 EINDTERM: 9. De kandidaat kan organisatieschema's hanteren. Taxonomie-code: B Waarde: 4 punten 9.1 Hanteren organisatieschema's - vaststellen van de organisatievorm - onderscheid weergeven tussen functies/afdelingen binnen een organisatie - tekenen van organogrammen - a.d.h.v. een organogram - a.d.h.v. een beschrijving van de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen een organisatie 13

17 EINDTERM: 10. De kandidaat kan het belang van procedures binnen organisaties verklaren. Taxonomie-code: B Waarde: 4 punten 10.1 Verklaren het belang van procedures binnen organisaties - voor verantwoordelijke personen/afdelingen en te verrichten activiteiten Hulpmiddelen voor de kandidaat: - beschikbare informatie 14

18 EINDTERM: 11. De kandidaat kan een organisatie als systeem omschrijven. Taxonomie-code: B Waarde: 4 punten 11.1 Omschrijven een organisatie als systeem - beschrijving van een typische profit-organisatie èn een typische not-for-profit organisatie aan de hand van het systeemmodel 15

19 EINDTERM: 12. De kandidaat kan de functie van werkgevers- en werknemersorganisaties omschrijven. Taxonomie-code: F Waarde: 3 punten 12.1 Omschrijven - de functie van werkgeversorganisaties - de functie van werknemersorganisaties - voor beide soorten:. organisatie per sector. vertegenwoordiging in diverse (koepel)organisaties. de diverse vormen van belangenbehartiging. de diverse geïnstitutionaliseerde overlegvormen 16

20 EINDTERM: 13. De kandidaat kan aangeven op welke wijzen samenwerking tussen ondernemingen georganiseerd kan zijn (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk). Taxonomie-code: F Waarde: 3 punten 13.1 Beschrijven wijzen van samenwerking tussen ondernemingen: - privaatrechtelijk - publiekrechtelijk - bij privaatrechtelijke samenwerking minimaal de volgende begrippen:. bedrijfskolom. bedrijfstak. kartelvorming. functionele samenwerking. overname. fusie - bij publiekrechtelijke samenwerking minimaal de volgende begrippen:. bedrijfschap. productschap. Sociaal Economische Raad 17

21 EINDTERM: 14. De kandidaat kan de vigerende waarden, normen en opvattingen weergeven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving. Taxonomie-code: B Waarde: 3 punten 14.1 Beschrijven de heersende opvatting over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving - functies van arbeid voor het individu - opvattingen over de betekenis van arbeid voor de samenleving - de argumenten voor de heersende opvatting - aangegeven wordt dat de heersende opvatting ter discussie gesteld kan worden 18

22 EINDTERM: 15. De kandidaat kan stappen ondernemen die kunnen leiden tot het vinden van betaald werk. Taxonomiecode: B Waarde: 5 punten 15.1 Beschrijven - manieren om in contact te treden met werkgevers bijv. via:. advertenties. arbeidsbemiddelaars - een sollicitatieprocedure - de eigen positie op de arbeidsmarkt - onderscheid tussen commerciële en niet commerciële arbeidsbemiddelaars wordt gemaakt - doel en belangrijke aspecten worden vermeld - met vermelding van sterke en zwakke punten (persoonskenmerken, scholing, wensenpakket) en op basis van de economische situatie in het betreffende beroepsgebied 15.2 Selecteren personeelsadvertenties - passend bij beroepswens en opleidingsniveau 15.3 Schrijven een sollicitatiebrief - duidelijk refererend aan de advertentie - in correct Nederlands 19

23 EINDTERM: 16. De kandidaat kan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden omschrijven die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst. Taxonomie-code: F Waarde: 4 punten 16.1 Omschrijven - verplichtingen van de werknemer die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst - verplichtingen van de werkgever die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst - verantwoordelijkheden van de werkgever - aspecten van "goed werkgeverschap" - verantwoordelijkheden van de werknemer - aspecten van deze verantwoordelijkheid - verplichtingen van de werkgever in geval van beëindiging van een arbeidsovereenkomst - door de werknemer te ondernemen actie in geval van beëindiging van een dienstverband - onderscheid tussen eenzijdige beëindiging en beëindiging met wederzijds goedvinden - onderscheid bij beëindiging dienstverband voor bepaalde en voor onbepaalde tijd - procedurele aspecten en bevoegde instanties 20

24 EINDTERM: 17. De kandidaat kan weergeven welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen een werkorganisatie. Taxonomie-code: F Waarde: 4 punten 17.1 Beschrijven - de mogelijkheid om invloed uit te oefenen binnen een arbeidsorganisatie - onderscheid formele en informele overlegvormen - de overlegvormen:. personeelsvergadering. bedrijfscommissie. ondernemingsraad. achterbanbijeenkomsten - onderscheid directe en indirecte invloed - de functie van een ondernemingsraad - hoofddoelstelling - wettelijke basis - positie binnen de organisatie - de belangrijkste rechten - uitgaande van de eigen werkplek of situatie - minimaal twee overlegvormen worden genoemd 21

25 EINDTERM: 18. De kandidaat kan weergeven welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. Taxonomie-code: F Waarde: 6 punten 18.1 Beschrijven - de rechten, plichten en verantwoordelijkheden voor een werknemer in geval van:. werkloosheid. ziekte. arbeidsongeschiktheid - de rechten in geval van werkloosheid op basis van een werknemersverzekering. recht op uitkering WW of wachtgeld. hoogte en duur van de uitkering. begrippen verlengde en vervolguitkering - het begrip 'verwijtbare werkloosheid' - de geldende voorschriften in geval van werkloosheid op basis van een werknemersverzekering. aanvragen van uitkering. invullen van een werkbriefje. zoeken naar passende arbeid - de rechten in geval van ziekte. recht op uitkering ziektegeld. hoogte en duur van de uitkering - de geldende voorschriften in geval van ziekte. ziekmelding. voldoen aan controle-verlichtingen herstelmelding 22

26 EINDTERM: 18. (vervolg) De kandidaat kan weergeven welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. Taxonomie-code: F Waarde: 6 punten - de tendens tot aanscherping en beperking van het stelsel van sociale zekerheid - de rechten in geval van arbeidsongeschiktheid. recht op uitkering AAW of WAO. mate van arbeidsongeschiktheid bepaalt hoogte en duur van de uitkering - de verplichtingen in geval van arbeidsongeschiktheid. medewerking verlenen aan keuringen - concrete gevolgen voor twee sociale verzekeringssoorten 23

27 EINDTERM: 19. De kandidaat kan de regels met betrekking tot beveiliging van gegevens toepassen. Taxonomie-code: Rc/r Waarde: 5 punten 19.1 Toepassen de geldende voorschriften m.b.t. de beveiliging van: - persoonlijke gegevens - bedrijfsgegevens - onderscheid tussen gewone, vertrouwelijke en geheime gegevens Hulpmiddelen voor de kandidaat: - de geldende voorschriften 24

28 EINDTERM: 20. De kandidaat kan doel, inhoud en werkingsgebied van de Arbeidsomstandighedenwet omschrijven. Taxonomie-code: F Waarde: 4 punten 20.1 Omschrijven doel, inhoud en werkingsgebied van de Arbowet - algemene verplichtingen van de werkgever op het terrein van:. lichamelijk en geestelijk welzijn. welzijnsbeleid. ontplooiing - algemene verplichtingen van de werknemer - actuele stand van zaken m.b.t. toepasselijkheid van de Arbowet - handhaving en sanctiemogelijkheden 25

29 EINDTERM: 21. De kandidaat kan de belangrijkste elementen van arbo-zorg in een organisatie omschrijven. Taxonomie-code: F Waarde: 4 punten 21.1 Omschrijven de belangrijkste elementen van arbo-zorg - tenminste de volgende elementen/begrippen:. verzuimbeleid. taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van leidinggevenden en ondergeschikten. samenwerking en overleg. deskundigheidsinzet. voorlichting en onderricht. arbo-jaarplan. bedrijfshulpverlening 26

30 EINDTERM: 22. De kandidaat kan de veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten in een gegeven situatie omschrijven. Taxonomie-code: B Waarde: 4 punten 22.1 Omschrijven de veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten in een gegeven situatie - factoren die een rol spelen bij het ontstaan van VGW-risico's, waarbij factoren m.b.t. organisatie, omgeving, materiaal, middelen en mensen worden onderscheiden - mogelijkheden om VGW-risico's te voorkomen of te beperken - doel en inhoud van een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie - een gegeven situatie - tenminste drie veiligheidsaspecten, drie gezondheidsaspecten en drie welzijnsaspecten 27

31 EINDTERM: 23. De kandidaat kan de procedures, richtlijnen en voorschriften m.b.t. arbo-zorg in een organisatie toepassen. Taxonomie-code: Rc/i Waarde: 6 punten 23.1 Toepassen - procedures en richtlijnen - voorschriften - gericht op het bewerkstelligen van arbeidsomstandigheden conform de wettelijke normen (Arbowetgeving) - m.b.t.. verzuim. ongevalsmelding. bedrijfshulpverlening. preventie van ongevallen en ziekte Hulpmiddelen voor de kandidaat: - procedures, richtlijnen en voorschriften 28

32 EINDTERM: 24. De kandidaat kan arbo-knelpunten in een gegeven situatie oplossen. Taxonomie-code: Pc Waarde: 6 punten 24.1 Oplossen knelpunten op het gebied van - veiligheid - gezondheid - welzijn - in overeenstemming met de geldende richtlijnen en voorschriften - in overleg met de verantwoordelijke functionaris - in samenwerking met collega's Hulpmiddelen voor de kandidaat: - procedures, richtlijnen en voorschriften 29