De positie of houding die je inneemt ten opzichte van een bewering of oordeel heet een standpunt, dit standpunt kan instemmend of afwijzend zijn.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De positie of houding die je inneemt ten opzichte van een bewering of oordeel heet een standpunt, dit standpunt kan instemmend of afwijzend zijn."

Transcriptie

1 Samenvatting door Romiley 9791 woorden 28 oktober keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Het oog in de storm 1.1 Inleiding Animale rationale Mensen houden niet van ongefundeerde beweringen en redeloos gedrag. Mensen die maar wat doen worden niet serieus genomen. De wetenschap verlangt naar bewijs bij beweringen, verklaringen bij feiten, en oorzaken bij gevolgen. De rechtspraak veronderstelt motieven bij handelingen. Bij politieke besluiten wil de burger argumenten. Mensen willen dus worden overtuigd. Soms zijn we ook niet overtuigd, al worden er redenen gegeven. Vaak is het moeilijk te controleren of een redenering klopt en of een argument niet vals is. Zeker als het om ingewikkelde redeneringen gaat is dit erg moeilijk, dan haken we snel af en geven ons gewonnen of gaan de discussie uit de weg. Niet iedereen kan een even goede spreker zijn, mensen zijn bijvoorbeeld fysiek verschillend, maar ook verbaal zit er verschil tussen mensen. Er is wel veel te leren over hoe je redeneringen doorzichtiger kunt maken en hoe je argumenten kunt doorzien. Dat leer je in dit hoofdstuk Standpunten en argumenten Standpunt en argument De positie of houding die je inneemt ten opzichte van een bewering of oordeel heet een standpunt, dit standpunt kan instemmend of afwijzend zijn. Voorbeeld Als je tegen een fietsverkoper zegt: Dit is geen mooie fiets, want ik houd niet van die gele kleur. Afwijzend: Dit is een mooie fiets. Instemmend: Dit is geen mooie fiets. Een argument is een reden voor je instemming of afwijzing, een bewering die je ter ondersteuning van je standpunt aanvoert. Signaalwoorden Aan signaalwoorden kun je een standpunt of argument herkennen. Pagina 1 van 22

2 Argument: want, derhalve, omdat, immers, namelijk Standpunt: dus, daarom, volgens mij Vaak staat er ook geen signaalwoord in de zin, maar kun je het er wel bij bedenken, dat geeft dan ook aan dat het een argument of standpunt is. Deze methode is echter niet helemaal waterdicht, argumenten kunnen immers verhulde standpunten zijn en dat is vaak ook het geval als een standpunt je niet overtuigt: je was het met het hoofdstandpunt al niet eens, en met de nieuwe standpunten die worden ingebracht dan ook niet. Redeneren Zodra we redenen aanvoeren voor onze standpunten of motieven overwegen voor ons gedrag, zijn we aan het redeneren. Een redenering is een aaneenschakeling van argumenten ter ondersteuning van een standpunt. Het standpunt dat door de argumenten wordt ondersteund noemen we de conclusie van de redenering. Redeneringen bestaan dus uit een (aantal) argument(en) en een conclusie. We redeneren eigenlijk de hele dag. Voorbeeld Als je een straat wilt oversteken, maar er komt een auto aan, dan krijg je de volgende redenering: argument 1: Als ik nu de straat oversteek gebeuren er ongelukken. argument 2: Ik wil geen ongelukken veroorzaken. conclusie: Ik wacht met oversteken totdat de auto s voorbij zijn. Verzwegen argumenten Meestal als je redeneert voor jezelf of het tegen anderen uitspreekt maak je niet al deze stappen zo, vaak laat je allerlei stappen weg, omdat jij en je eventuele toehoorders die stappen er wel bij denken. Dat is op zich prima, communicatie zou erg vermoeiend worden als alles uitgelegd moet worden. Een redenering waarin stappen zijn weggelaten kun je een verkorte redenering noemen. De stappen die je weglaat kun je de verzwegen argumenten noemen. Verzwegen argumenten kun je dus ook wel vooronderstellingen noemen, deze kunnen echter onjuist, onzeker of onterecht zijn. Voorbeeld verkorte redenering: Carin blijft bij Jeroen, want hij is gestopt met drinken Om te kijken welke verzwegen argumenten in deze redenering zitten, moet je de redenering aanvullen tot er een complete, geldige redenering ontstaat: argument: Jeroen is gestopt met drinken. conclusie: Carin blijft bij Jeroen. Er is inhoudelijk geen verband tussen deze twee zinnen, om het kloppend te maken zal je het aan moeten nemen dat Carin bij hem blijft omdat hij is gestopt met drinken. Pas als je het verzwegen argument toevoegt is de redenering Pagina 2 van 22

3 compleet: verzwegen argument: Als Jeroen stopt met drinken, dan blijft Carin bij hem. argument: Jeroen is gestopt met drinken. conclusie: Carin blijft bij Jeroen. Twijfelachtige vooronderstellingen Vaak is een onafgemaakte zin genoeg om iemand te begrijpen, maar het kan ook verraderlijk zijn, omdat iemand je verkeerd kan begrijpen. Een verkorte redenering kan dus genoeg zijn, maar ook misleidend. Je kunt dingen vooronderstellen die onjuist zijn of die voor de lezer helemaal niet vanzelfsprekend zijn. Als je die vooronderstellingen niet op tijd opmerkt, kan het zijn dat je een conclusie accepteer die je bij nader inzien moet verwerpen, of omgekeerd. Voorbeeld verkorte redenering: Ik eet geen vlees, want ik heb een tien voor wiskunde. Hierbij denk je meteen dat het onzin is, want er wordt een verband gesuggereerd dat niet vanzelfsprekend is. Je wijst de conclusie dus af, maar het is niet onmogelijk dat er toch een verband is. Je kan de redenering kloppend maken: VA1: Als ik dankzij jouw hulp een tien haal voor wiskunde, dan eet ik eet vlees. VA2: Jij hebt me geholpen. argument: Ik heb een tien voor wiskunde. conclusie: Ik eet geen vlees. Hoe beter je bent in het ontdekken van verzwegen argumenten, des te alerter je bent op twijfelachtige redenaties en des te kritischer je kunt zijn ten aanzien van je eigen opvattingen. Deze vaardigheden behoren tot de meest elementaire voorwaarden voor een wetenschappelijke houding en in de filosofie zijn de onontbeerlijk De retorische situatie Het model van de retorische communicatie Om mensen te overtuigen is meer nodig dan een geldige redenering, deze bestaat slechts uit een reeks argumenten om een bepaald standpunt te verdedigen. Of de argumenten kloppen, of ze echt de conclusie (standpunt) rechtvaardigen, is een kwestie van logica. Een geldige redenering hoeft niet overtuigend te zijn, de overtuigingskracht van een argumentatie is het onderwerp van de retorica. Wanneer je de hele situatie waarin iemand een publiek probeert te overtuigen van een gedachte of opvatting voor de geest haalt, wordt het verschil tussen een geldige en een overtuigende en daarmee het verschil tussen logica en retorica duidelijk. Een vakterm voor deze situatie is de retorische situatie. De soort communicatie die hier zich afspeelt is de retorische communicatie. Het doel van retorische communicatie is om het publiek van een bepaald standpunt te overtuigen, over te halen tot dit standpunt. Hiervoor moet de spreker zich voorbereiden, de retorica biedt een aantal middelen: Pagina 3 van 22

4 0. Hij moet zich eerst bewust zijn van de elementen die de retorische situatie bepalen. Hiervan uitgaande kun je de spreeksituatie vanuit verschillende perspectieven bekijken en beoordelen. Voor de retorica ligt het zwaartepunt bij de relatie tot het publiek en het doel van de spreker om dit publiek te overtuigen. Retorica was vroeger sterk verweven met de dialectica en de logica. In de dialectica ligt het accent op het onderwerp en het verband tussen tekst en onderwerp. In de logica gaat het om de structuur van de redenering, het betoog. 1.Het onderwerp - dialectica Het doel van retorische communicatie is het overtuigen van het publiek, het onderwerp is dus altijd iets waarover verschil van mening mogelijk is. Dialectisch gezien is de retorische communicatie een gesprek over het onderwerp. Het woord dialectiek kan van het Griekse woord dialegein: het doorspreken van de zaak. Als de aandacht op het dialectische aspect van het betoog gericht is, dan wordt er gelet op zaken als: is de informatie volledig, niet te eenzijdig, zijn de argumenten (feitelijk) juist, terecht, wettig, en dergelijke. Voordeel hiervan is dat je het onderwerp van verschillende kanten belicht. 2. Het betoog - logica Als de argumenten die de spreker aanvoert correct, wettig en relevant zijn, dan kun je je gaan afvragen of ze de conclusie wel ondersteunen. Dat is betreft de logische structuur van het betoog. De logica onderzoekt de geldigheid van redeneringen, de centrale vraag is dan ook of de redenering klopt, ongeacht de juistheid van de argumenten. Een spreker kan goede argumenten hebben, terwijl de conclusie misschien helemaal niet uit die argumenten volgt. Het gaat in de logica dus om het verband tussen de conclusie en de bijbehorende argumenten: wordt het standpunt wel door de argumenten ondersteund? 3. Het publiek - retorische middelen in strikte zin Als de argumenten allemaal steekhoudend zijn en de redenering is geldig, ook dan kan het mislopen als de spreker geen overtuigingskracht heeft. Een spreker die zijn publiek niet wil overtuigen, kan ook nog andere middelen inzetten naast zakelijke argumenten en een geldige argumentatie. Dat zijn de retorische middelen, deze kunnen verbaal en non-verbaal zijn: verbaal: woordkeus, drogredenen ( bijvoorbeeld ad hominem-argumenten, inspelen op sentimenten en vooroordelen op het publiek, onterechte generalisaties, cirkelredeneringen). non-verbaal: uitstraling, intonatie, mimiek, gebaren, beelden (video, dia s, foto s), visuele schema s (bord), muziek (live, recorder). Het gaat in de retorica dus over betogen, hoe daarin een mening of standpunt wordt verdedigd voor een publiek en hoe de retorische middelen daarbij ingezet kunnen worden. Om een betoog te beoordelen kun je drie vragen stellen: Pagina 4 van 22

5 1.Zijn de argumenten (feitelijk) juist, wettig, volledig enzovoort? 2. Is de redenering geldig? 3. Is de argumentatie overtuigend? Het hangt natuurlijk ook van het publiek af, dat overtuigd moet worden. Hoe zit het met de voorkennis, het logisch vermogen en gevoeligheid voor autoriteit van het publiek? Een goede spreker houdt rekening met de geaardheid van het publiek. 1.2 Logica Logisch denken Logisch denken en redelijk zijn We verwachten en wensen van elkaar dat we logisch denken en redelijk zijn en storen ons aan mensen die onlogisch denken en onredelijk zijn. Het is echter moeilijk om de diagnose precies te stellen, want wat is logisch denken en wat is redelijk? De logica is een tak van de filosofie dus onderzoekt en verheldert wat logisch denken is, welke regels en wetten streven we na als we correct redeneren? Aan welke eisen voldoet een geldige redenering? De logica is een van de oudste takken van de filosofie, met de fysica en ethica. Het woord logica komt uit het Grieks: de Grieken zochten als eerst datgene wat ze logos noemden, een woord dat woord, zin, bewering, gedachte, redenering of verzameling kan betekenen. De traditionele logica beperkt zich tot de betekenis van één logos: die van het denken in de zin van redeneren. Ze bestudeert de wetten van het redeneren, zonder zich met de inhoud van de gedachten en redeneringen te bemoeien. Je leert met logica hoe een goede redenering in elkaar steekt, los van wat je denkt ergens over of wat de conclusie van de redenering mag zijn. De traditionele logica biedt instrumenten om de bewijsvoering van uitspraken en theorieën te beoordelen en ongeldige redeneringen te ontmaskeren. De logica is daarom ook een belangrijk vak voor alle overige wetenschappen, want zonder logisch denken kom je niet ver. De traditionele logica is dus de leer van het denken, in de zin van redeneren. In het Grieks had logos dus een uitgebreide betekenis. Bij Heraclitus ( v.chr.) is logos een sleutelwoord en betekent zoiets als de verzameling van alle tegenstellingen. Deze betekenis keert later bij Hegel ( ) terug. Bij Plato is de opvatting van logos afwijkend: hij vindt niet dat redeneren en denken samenvallen. Het redeneren is volgens hem slechts een instrument van het denken, zoals het verstand een instrument is van de geest. Voor Plato is het ware denken niet gelegen in het redeneren, maar in het inzicht in de Ideeën. Dat inzicht is een hogere vorm van denken dan die van het redenerende verstand, alleen door dit inzicht kan een mens bijvoorbeeld onderscheid maken tussen goed en kwaad, tussen rechtvaardig en onrechtvaardig en mooi en lelijk. De Grieken gebruikten het woord logos dus ook in hun bepaling van mens-zijn. De mens was volgens hen definitie een zoion logon echon: een levend wezen (zoion) dat een logos (logon) heeft. In het Latijn vertaal je dit met animale rationale (logos is in het latijn ratio), een redelijk levens wezen, denkend dier. Als denken een wezensbepaling is van het mens-zijn, en logica de leer van het denken, dan zou de logica ook moeten bijdragen aan het antwoord op onze vraag wat mensen tot mensen maakt. Maar of dat zo is, staat te bezien. Pagina 5 van 22

6 1.1.2 Geschiedenis Aristoteles ( v.chr.) Aristoteles wordt ook wel de vader van de logica genoemd, omdat hij als eerste de regels en kenmerken van het correcte redeneren op schrift stelde. Hij was erg lang de enige leermeester voor beginnende logici en nu nog kan je als nieuwkomer niet om Aristoteles heen. Aristoteles heeft niet de naam bedacht, hij noemde zijn logische werken het Organon : het gereedschap voor de filosoof en wetenschapper (letterlijk). In het Organon beschrijft Aristoteles de verschillende ingrediënten van beweringen en redeneringen en analyseert hij de structuur van correcte en ondeugdelijke redeneringen. Middeleeuwers, verlichte denkers en filosofen bestudeerden Aristoteles, becommentarieerden hem, vulden hem aan of vulden open plekken verder in, maar in de grond veranderde er weinig. Aristoteles legde een basis waaraan lang niet is getornd, de kern is ten alle tijde bij het oude gebleven. Immanuel Kant deed de uitspraak: De logica heeft sinds Aristoteles geen stap voorwaarts kunnen doen en heeft er dus alle schijn van dat zij is afgerond en voltooid. Kant kreeg ongelijk, want in de loop van de negentiende en twintigste eeuw maakte de logica enorme sprongen voorwaarts. Gottfried Wilhelm Leibniz ( ) De Duitse filosoof Leibniz was een voorbode van die latere ontwikkelingen, hij zocht naar een remedie waarmee de logica te kampen had en wilde ze de wereld uit helpen. Volgens Leibniz werden de problemen voornamelijk door dubbelzinnigheden en onduidelijkheden in de gewone spreektaal veroorzaakt en droomde dan ook van een soort universele kunsttaal die alle dubbelzinnigheden en vaagheden van de omgangstaal zou vermijden (characteristica universalis); een formele taal, vergelijkbaar met die van de wiskunde. Daarmee zouden redeneringen net zo doorzichtig worden als wiskunde berekeningen. Als de taal was gevonden, zou er een vertaalsleutel gemaakt worden: een soort woordenboek met aan de ene kant de woorden uit de natuurlijke taal (de omgangstaal) en aan de andere kant symbolen uit de kunsttaal (ars combinatoria). Daarnaast was er ook nog een set van rekenregels (calculus ratiocinator) nodig waarmee men correct kon redeneren. Je kon zo beweringen uit een redenering vertalen van de natuurlijke taal naar de kunsttaal en met behulp van rekenregels zou je kunnen nagaan of de redenering klopte, zonder dat je hoefde in te gaan op de inhoud van de uitdrukkingen in de natuurlijke taal. De droom van Leibniz ging zo ver, dat hij hoopte dat meningsverschillen uiteindelijk in de vorm van rekensommen opgelost konden worden. Nieuwe logica In het midden van de negentiende eeuw kwam er een verandering in de traditionele overwicht van Aristoteles en werd de droom van Leibniz deels bewaarheid. Onder aanvoering van de wiskundige Gottlob Frege ( ) heeft de logica toen een enorme vlucht genomen. De moderne logica maakt gebruik van kunsttalen, zogeheten formele talen, die geschikt bleken om begrippen, in het bijzonder uit de wiskunde, nader te onderzoeken. De moderne logica en de wiskunde zijn in het heden nauw verweven. Leibniz droom lijkt niettemin al te utopisch, een opgelost kernprobleem zit in de vertaalsleutel tussen de natuurlijke en de formele taal (het woordenboek). Begrippen en zinnen uit de natuurlijke taal bezitten maar zelden een scherpte die nodig is voor een vertaling in een formele taal die de oorspronkelijke betekenis geen geweld aandoet. Als je Pagina 6 van 22

7 daarna de rekenregels loslaat op dergelijke onbevredigende vertalingen, hebben de resultaten een beperkte geldigheid. Dit is ook een probleem voor de hedendaagse computerlinguïstiek, onder meer in haar pogingen om programmatuur voor vertaalcomputers te ontwikkelen Aspecten van een redenering De ingrediënten In een redenering voer je argumenten aan ter verdediging van een standpunt (de conclusie), in de logica noemt men de argumenten premissen. Een redenering is een reeks van beweringen die onderling verbonden zijn, doordat een van de beweringen (de conclusie) uit de andere (de premissen) volgt. Als je de geldigheid van redeneringen wil bepalen, gaan logici op zoek naar de structuur van de redenering. Redeneringen worden uitgeschreven in de vorm van redeneerschema s om de structuur inzichtelijk te maken. De premissen staan boven in een redeneerschema en daaronder (onder de streep) de conclusie: Voorbeeld Redenering 1 premissen: 1 Als Eva thuis is, dan staat haar fiets in de schuur. 2 Eva is thuis. conclusie: 3 Eva s fiets staat in de schuur. Je kunt ook in de afzonderlijke beweringen weer ingrediënten aanwijzen, zoals eigennamen (Eva), algemene namen (fiets, schuur) of werkwoorden (staan, zijn). Maar we beperken ons nu tot het niveau van beweringen. Waardigheid-geldigheid Veel mensen zullen zeggen dat de bovenstaande redenering ongeldig is, want de eerste bewering hoeft niet waar te zijn: het kan ook zijn dat haar fiets buiten staat of dat ze hem heeft uitgeleend aan een vriendin. Maar: de geldigheid van een redenering staat los van de vraag of de afzonderlijke beweringen waar zijn. Logisch telt alleen de vraag: als de premissen waar zijn, is dan de conclusie ook waar? Als de conclusie uit de premissen volgt, is de redenering geldig. Geldigheid zegt dus niets over de waarheid van de beweringen, het verband tussen de beweringen en de werkelijkheid. Geldigheid zegt alleen iets over het verband tussen de beweringen onderling: volgt de conclusie dwingend uit de premissen? Zo ja, dan geldt: als je de premissen accepteert, moet je ook de conclusie aanvaarden. In een geldige redenering kunnen dus twee onware beweringen voorkomen, een geldige redenering kan dus een onware conclusie opleveren: Voorbeeld Redenering 2 premissen: 1 Mensen zijn bloeddorstige monsters. Pagina 7 van 22

8 2 Jij bent een mens. conclusie: 3 Jij bent een bloeddorstig monster. Modus ponens Redenering 1 is geldig, de vorm ervan noemt men modus ponens: stellende of bewerende vorm (letterlijk). Een van de premissen bij een modus ponens is een implicatie (als p, dan q); de tweede premisse stelt dat het antecedens (dat wil zeggen p: datgene wat na als volgt) het geval is; uit deze twee premissen volgt dwingend dat ook het consequens (dat wil zeggen q) het geval is. Dit is de meest voorkomende redenering. Modens tollens Een variant op redenering 1: Voorbeeld Redenering 1a premissen: 1 Als Eva thuis is, dan staat haar fiets in de schuur. 2 Eva s fiets staat niet in de schuur. conclusie: 3 Eva is niet thuis. Je kunt in de praktijk best uitzonderingen verzinnen, zodat Eva niet thuis is, maar haar fiets toch in de schuur staat. Maar opnieuw moeten we om de geldigheid van deze redenering te beoordelen ervan uitgaan dat beide premissen waar zijn en in dat geval kijken of de conclusie waar is. Het verzinnen van uitzonderingen op de waarheid van de premissen is voor de beoordeling op geldigheid van de redenering niet relevant. Voor redenering 1a geldt: als de premissen waar zijn, dan is noodzakelijkerwijs ook de conclusie waar: de redenering is dus geldig. Deze redeneervorm heet modus tollens: het consequens (dan ) van een implicatie (als, dan,,,- bewering) wordt ontkend. Dus het antecedens (als ) kan niet waar zijn. Deze redeneervorm zie je vooral in de wetenschap. Ongeldige redeneringen We maken ook veel denkfouten: de redeneringen die dan volgen zijn ongeldig. Dat kan rampzalige gevolgen hebben. Stel je voor dat het zusje van Eva uit het feit dat Eva s fiets in de schuur staat concludeert dat ze thuis is en naar een vriendin gaat zonder deuren en ramen af te sluiten. Maar als de ouders s avonds thuiskomen zijn er inbrekers geweest. Eva was dus niet thuis. Haar zus maakte een foutieve omkering: als Eva thuis is mag je aannemen dat haar fiets in de schuur staat, maar het omgekeerde mag niet. Uit het antecedens (als ) volgt het consequens (dan ), maar het omgekeerde geldt niet: uit het consequens volgt niet het antecedens. Deze denkfout wordt om die reden ook wel een ex-consequentia redenering genoemd (uit het consequens concludeer je onterecht het antecedens). Een voorbeeld: Pagina 8 van 22

9 Voorbeeld Redenering 3 premissen: 1 Als Piet het proefwerk goed leert, dan haalt hij een voldoende. 2 Piet heeft een voldoende. conclusie: 3 Piet heeft het proefwerk goed geleerd. Redenering 4 premissen: 1 Als Piet het proefwerk goed leert, dan haalt hij een voldoende. 2 Piet heeft het proefwerk niet goed geleerd. conclusie: 3 Piet haalt een onvoldoende. Als beide premissen waar zijn, hoeft dus niet gelijk de conclusie waar te zijn. Onware conclusies kunnen het gevolg zijn van: Onware premissen (onbewezen feiten) (en/of); Denkfouten (de premissen zijn waar, maar de conclusie volgt er niet uit). Kunsttalen Hoe ingewikkelder een redenering is, hoe moeilijker te zien valt of een redenering geldig is. Redenering 5 Arthur Schopenhauer ( ) Als God de zonden wil, dan zorgt hij ervoor dat ze er zijn, want er staat geschreven: Alles wat hij wil voert hij uit. Indien hij ze niet wil, en ze worden toch bedreven dan moeten we hem óf als niet-vooruitziend, óf als niet-almachtig, óf als wreed betitelen, zijn raadsbesluit niet uitvoert, zij het uit onwetendheid, zij aangezien hij in dat geval het uit onmacht, zij het uit nalatigheid. (...) De filosofen zeggen: als God niet zou willen dat er op de wereld verderfelijke en goddeloze handelingen worden verricht, dan zou hij ongetwijfeld in één enkele beweging alle schanddaden van het aardoppervlak verwijderen en daarna vernietigen. Want wie van ons zou Gods wil kunnen trotseren? Hoe zouden de misdaden tegen Gods wil anders begaan kunnen worden, dan doordat hij de misdadiger voor elke zondige handeling de kracht verleent? Bovendien, als de mens op zou staan tegen Gods wil, dan zou God zwakker zijn dan de mens, die zich tegen hem verzet en zegeviert. Hieruit volgt, dat God de wereld wíl zoals ze ís, en dat, als hij een betere wereld zou willen, hij ze ook zou hebben. Schopenhauer vindt dit een belangrijke redenering, omdat hij zodanig in elkaar zit dat veel mensen niet meteen inzien of de redenering geldig of ongeldig is. Voor dit soort ingewikkelde redeneringen hebben logici kunsttalen bedacht waarin je woorden en zinnen uit de natuurlijke taal kunt vertalen. Het doel van zo n vertaling is een vergaande vereenvoudiging van de redenering, zodat je beter kan beoordelen of de redenering geldig is of niet. We kunnen redenering op de volgende manier vereenvoudigen: Voorbeeld 1 M-en zijn B s 2 X is M 3 X is B Waarbij: M = mens, B = bloeddorstig monster, X = jij (of iemand anders) Vertaling redenering 1: 1 als p, dan q 2 p Pagina 9 van 22

10 3 q De kunsttalen van de logica zijn vergelijkbaar met de symbolentaal van de wiskunde, symbolen als + en = zijn constanten die verwijzen naar rekenkundige functies. Als een formule ingewikkelder wordt ga je hulptekens gebruiken, zoals haakjes en leestekend. Zo bestaan ook kunsttalen uit een combinatie van letters (variabelen), tekens (constanten) en hulptekens. Bij logische constanten kun je bijvoorbeeld denken aan tekens voor voegwoorden als en, of en dergelijken. Door woorden, beweringen en de verbanden tussen beweringen in die kunsttaal te vertalen, krijg je snel inzicht in de structuur van een redenering. Deze manier van werken lijkt ook veel op de wiskunde. Het is handig dat je door een vertaling in een kunsttaal niet meer wordt afgeleid door de inhoud van beweringen. Want hoe raar de beweringen soms ook zijn, dan kan de conclusie alsnog geldig zijn. Door beweringen te vervangen door betekenisloze letters, waardoor de betekenis als het ware onzichtbaar wordt en de structuur, het kale skelet van de redenering, vanzelf naar voren komt. Voorbeeld Redenering 6 premissen: 1 Mensen zijn levende wezens. 2 Levende wezens zijn sterfelijk. conclusie: 3 Mensen zijn stergelijk. Redenering 7 (simpeler) premissen: 1 Alle A zijn B 2 Alle B zijn C conclusie: 3 Alle A zijn C Redenering 8 (A, B en C weer door woorden uit de spreektaal vervangen) premissen: 1 Alle kerken zijn kunstwerken. 2 Alle kunstwerken zijn mooi. conclusie: 3 Alle kerken zijn mooi. Ook al ben je het niet met redenering 8 eens, de redenering is net zo geldig als redenering 6. Syllogisme Aristoteles noemde een redenering die dezelfde structuur heeft als redenering 6 en 8 een syllogisme (letterlijk: sluitrede: een redenering waarin uit de premissen noodzakelijk de conclusie volgt). De structuur van een syllogisme noem je een redeneerschema, verschillende soorten redeneringen volgen verschillende schema s, die je gemakkelijk herkent door ze te vertalen in een logische taal. De logica probeert uit te maken welke schema s geldig zijn en welke niet. De basis die Aristoteles legde bestaat in een verheldering van het zogenoemde syllogistisch redeneren. Dat is het onderwerp van de Analytica priora, een van de logische werken uit het Organon. Het syllogisme is een vorm van deductief redeneren, dat wil zeggen, een redeneervorm waarbij, uitgaande van de waarheid van de premissen, de conclusie noodzakelijker waar is. Zo n syllogistische redenering of gevolgtrekking bestaat uit: 1 Twee uitspraken of beweringen (premissen) 2 Er bestaat een verband tussen deze beweringen 3 Ze leiden samen tot een derde uitspraak (conclusie) Redenering 6 is een syllogistische deductieve redenering, je ziet dat: 1 In beide premissen komt dezelfde term voor, deze term noemt men de middenterm (hier levende wezens). 2 Elke premisse bevat een stukje van de conclusie, de ene premisse verbindt het onderwerp (mensen) van de Pagina 10 van 22

11 conclusie met de middenterm (levende wezens), deze premisse noem je de maior. De tweede premisse verbindt het gezegde (zijn sterfelijk) met de middenterm, deze noem je de minor. In een syllogistische redenering is de eerste premisse algemeen van aard: Voorbeeld Redenering 9 premissen: 1 Metalen zijn stoffen die uitzetten bij verhitting. 2 Koper is een metaal. conclusie: 3 Koper zet uit bij verhitting. premissen: 1 Alle M zijn Z. 2 K is M. conclusie: 3 K is Z. De belangrijke kenmerken van het logisch onderzoek van redeneringen: 1 Logica onderzoekt alleen de geldigheid van de gevolgtrekking. 2 De inhoud van de beweringen, wat of waarover iets wordt gezegd, doet er niet toe. 3 Alleen de vorm of structuur van de redenering, de relatie tussen premissen en de conclusie zijn van belang. 4 De logica abstraheert daarom van de concrete inhoud van de redenering door de beweringen te vertalen in betekenisloze letters. Om structuur te krijgen van een redenering of in de vorm van een bewering kun je termen of zelfs hele zinnen in letters vertalen, variabelen. Als je dat laatste doet spreek je van propositielogica. Als je alleen de termen vertaalt spreek je van predicaten- of termenlogica. De logische taal voor hele zinnen is wel anders dan die voor variabelen. De taal voor woorden is ingewikkelder Propositielogica Je kunt nu dus naast woorden ook hele zinnen vervangen door letters, als je dat laatste doet, doe je dus propositielogica. Voorbeeld Redenering 3 premissen: 1 Als Piet het proefwerk goed leert, dan haalt hij een voldoende. 2 Piet heeft een voldoende. conclusie: 3 Piet heeft het proefwerk goed geleerd. vertaalsleutel: p= Piet heeft het proefwerk goed geleerd. q= Piet heeft een voldoende. constante: als, dan vertaling: 1p q 2q.. 3p Hoewel je denkt dat de conclusie goed is, je ziet gelijk aan het redeneerschema dat het een foutieve omkering is: de redenering is ongeldig. Proposities en constanten De taal van de propositielogica is de eenvoudigste logische taal, het is niet door Aristoteles ontwikkeld, maar door Pagina 11 van 22

12 een stroming uit de Oudheid die vooral op het gebied van ethiek veel invloed hebben gehad, de Stoa. De propositielogica beperkt zich tot het onderzoek van verbanden tussen zinnen of beweringen, zogeheten proposities. Er is veel discussie over wat een propositie precies inhoudt, maar we bepalen hier dat een propositie een basiszin is die uit één enkelvoudige bewering bestaat en die bovendien waar is óf onwaar. Bijvoorbeeld: Eva is thuis of Jaap is thuis, Eva en Jaap zijn thuis is ook een bewering, maar geen enkelvoudige. De taal van propositielogica bestaat uit variabelen, constanten en hulptekens. De variabelen (p,q,r..) staan voor beweringen (proposities). De constanten (, (ontkenningsteken)) drukken een verband uit tussen de proposities, ofwel een ontkenning van een propositie. We rekenen ook de negatie (niet) tot de constanten van de propositielogica en daarom is een zin als Eva is niet thuis nog niet elementair genoeg. De basiszin is Eva is thuis en de vertaling van Eva is niet thuis in de propositielogica wordt dan: p. Waarbij p= Eva is thuis. Een vertaling van de propositielogica: Voorbeeld Redenering 1 premissen: 1 Als Eva thuis is, staat haar fiets in de schuur. 2 Eva is thuis. conclusie: Eva s fiets staat in de schuur vertaalsleutel: p= Eva is thuis q= Eva s fiets staat in de schuur. Nu kijk je welke verbanden er binnen de premissen tussen de proposities worden gelegd. Dat is hier niet erg moeilijk, alleen in de eerste premisse komt een verband tussen de basiszinnen voor, namelijk als, dan.. De vertaling in de propositielogica hiervoor is een pijltje:. p q p q Het symbool dat voor als, dan wordt gebruikt heet een implicatie. De propositielogica onderzoekt de betekenis van een aantal logische constanten, namelijk: niet, en, of en als, dan. Deze constanten noem je connectieven: connectief naam ^ conjunctie en v disjunctie of implicatie als, dan negatie niet De propositielogica is dus vooral ontwikkeld door de stoïcijnen, hun verdienste was dat ze de constanten heel precies hebben gedefinieerd. Dat deden ze in termen van waarheid: ze bepaalden nauwgezet het effect dat een constante heeft op de (on)waarheid van beweringen waarin zij voorkomt en daarmee op de geldigheid van de redeneringen waarin deze beweringen een rol spelen. Waarheidstafels Voor de definities van de logische constanten gebruikt de propositielogica waarheidstafels. De eenvoudigste, die van de negatie, ziet er zo uit: p p Je vult de waarheidstafel in met de waarheidswaarden (0 of 1) van de afzonderlijke beweringen: 0 als de propositie p) onwaar is en 1 als hij waar is. In de kolom onder p vind je de waarheidswaarheden die de propositie p kan hebben (p kan waar of onwaar zijn, twee mogelijkheden). In de kolom p vind je de waarheidswaarheden voor het Pagina 12 van 22

13 geheel Er is er ook een voor de conjunctie: p q p^q Er zijn nu drie mogelijkheden: 1 p en q kunnen beiden waar zijn (rij 1) 2 een van beide kan onwaar zijn (rij 2 en 3) 3 beide kunnen onwaar zijn (rij 4) In de laatste kolom gaat het weer om de waarheidstafel in zijn geheel: de conjunctie van p en q is waar als de betreffende proposities beide waar zijn (rij 1). In alle andere gevallen is hij onwaar. Disjunctie (inclusief): p q p v q Je ziet dat er vier mogelijkheden zijn, wat je ziet is dat de gehele formule maar in één geval onwaar is, namelijk als beide samenstellende proposities onwaar zijn. Dit noem je een inclusieve disjunctie. Een exclusieve disjunctie wordt in de gewone taal weergeven door óf, óf waar je dus kan bedenken: niet beide tegelijk. Dat laatste, beide tegelijk, kan bij de inclusieve disjunctie wel. De waarheidstafel van de exclusieve disjunctie verschilt dus alleen in de eerste rij van de inclusieve disjunctie: p q p q Je kunt de exclusieve disjunctie ook definiëren door middel van inclusieve disjunctie, negatie en conjunctie: p q = (p v q) ^ (p ^ q) Implicatie: p q p q Pagina 13 van 22

14 De implicatie is dus alleen waar als het antecedens waar en het consequens onwaar is. Het begrijpen van de waarheidstafel voor implicatie blijkt soms moeilijk te zijn, vooral de derde rij. Het voorbeeld van redenering 1 kan helpen: Als Eva thuis is, dan staat haar fiets in de schuur, deze zin heeft vier mogelijkheden: 1 Eva is thuis en Eva s fiets staat in de schuur. 2 Eva is thuis en Eva s fiets staat niet in de schuur. 3 Eva is niet thuis en Eva s fiets staat in de schuur. 4 Eva is niet thuis en Eva s fiets staat niet in de schuur. Alleen de tweede mogelijkheid valt af, want dit komt niet overeen met de waarheidstafel. Nu zijn alle connectieven in de propositielogica gedefinieerd, nu kunnen we redeneringen die vertaalbaar zijn in de formele taal van deze logica beoordelen op hun geldigheid: ook dat doen we aan de hand van waarheidstafels. Door gebruik te maken van waarheidstafels kan je ingewikkelde redeneringen analyseren en nagaan of de conclusie logisch gezien door de premissen wordt ondersteund. Een waarheidstafel bouwt stap voor stap een formule op, beginnend bij de waarheidstafel van de enkelvoudige proposities, via de waarheidstafels van steeds grotere gehelen en eindigend bij de waarheidswaarde van de hele formule. Als we redenering 1 eerst in de taal van de propositielogica vertalen: premissen p conclusie q p q Waarbij: p= Eva is thuis. q= Eva s fiets staat in de schuur. Dan krijg je de waarheidstafel voor dit redeneerschema: p q p q (p q) ^ p ((p q) ^p) q In de eerste twee kolommen schrijven we alle mogelijke waarheidswaarden van de elementaire proposities waaruit de redenering bestaat. In dit geval 2, p en q. In de derde kolom noteren we de waarheidswaarden voor de eerste premisse (p q). We passen hier eenvoudig de waarheidstafel van de implicatie toe en de premisse krijgt alleen in de tweede regel de waarheidswaarde 0. In de vierde kolom zou normaal de waarheidswaarde van de tweede premisse (p0 staan, maar die staat al in de eerste kolom. We combineren nu de waarheidswaarden van de twee premissen. Denk daarbij aan de definitie van een geldige redenering: als premisse 1 én premisse 2 beide waar zijn, dan moet ook de conclusie waar zijn. We verbinden de twee premissen dus door het connectief ^. We combineren de waarheidswaarheden van de twee verbonden premissen (kolom 1 en 3) aan de hand van de waarheidstafel voor het connectief ^. De redenering bevat tot slot een implicatie, de stap over de horizontale streep, van de premissen naar de conclusie kunnen we vertalen door het connectief. De laatste kolom kunnen we invullen door de waarheidswaarden uit kolom 2 en kolom 4 te combineren volgens de waarheidstafel van de implicatie. Het blijkt uit deze waarheidstafel, dat wat we ook invullen: de implicatie is altijd waar. De formule in de laatste kolom, die dus altijd waar is, noemen we een tautologie. De redenering is geldig. Pagina 14 van 22

15 Tautologische implicaties zijn voor de logica interessant, omdat ze logische wetten bevatten die met geldige redeneervormen corresponderen. Als de redeneervorm aan zo n logische wet beantwoordt, dan is het onmogelijk dat uit ware premissen een onware conclusie volgt. Hoewel tautologieën erg interessant zijn, is de eis die we stelden aan een geldige redenering minder streng. De eis voor een geldige redenering is immers: als de premissen waar zijn, moet ook de conclusie waar zijn. We hoeven dus alleen te kijken naar de regels waarbij beide premissen waarheidswaarde 1 hebben en die vergelijken met de waarheidswaarde van de conclusie. De eerste regel van de waarheidstafel is dus al genoeg in dit geval om te zien of de redenering geldig is. Ook de volgende redenering is volgens de definitie geldig: Als mijn moeder niet thuis is, dan is mijn vader ook weg. Als mijn vader niet thuis is, dan vergezelt hij mijn moeder. Dus als mijn moeder niet thuis is, dan vergezelt mijn vader haar. Voorbeeld Redenering 10 Vertaling: r p p q r q Vertaalsleutel: p= Mijn vader is thuis. q= Mijn vader vergezelt mijn moeder r= Mijn moeder is thuis. Waarheidstafel: p q r r q r q p q r q Let op het feit dat elkenegatie een aparte kolom krijgt, als we nog twee kolommen zouden toeveoegen aan het einde, net als bij de vorige (de conjunctie van de premissen en voor de stap over de streep, de implicatie), zou de laatste kolom weer kolom 1 vermelde. De redenering is dus geldig. Als de premissen waar zijn, is de concluse ook waar. Dat zie jein rij 1, 3, 5 en 6. Elk van de formules voor de premissen en de conclusie van deze redenering kent verschillende waarheidswaarden. Zo n formule waarbij de waarheidswaarde wisselt noemen we een contingentie: r p, als dit kan, zoals de kolom onder de formule laat zien, kan het waar of onwaar zijn. De derde soort formule is de contradictie: (p ^ q) ^ p. Een contradictie is altijd onwaar. Er zijn dus kortom drie soorten formules: 1 Contingentie: kan waar zijn of onwaar. 2 Contradictie: deze formule bevat een tegenstrijdigheid en is daardoor altijd onwaar. 3 Tautologie: deze formule is onder alle omstandigheden waar. 1.3 Overtuigen: retorica Overtuigend spreken Geldig, maar ook overtuigend? Ook al zijn je argumenten heel erg goed en is je redenering geldig, je betoog kan als nog niet overtuigend zijn. Hiermee zijn we terug bij het eigenlijke doel van retorische communicatie. Pagina 15 van 22

16 Als je een beetje kennis van logica hebt, weet je dat je snel waarheid en geldigheid verwart: een geldige redenering zegt niks over de waarheid van de conclusie. Ditzelfde kan je zeggen over de geldigheid en overtuigingskracht. Bewijskracht tegenover overtuigingskracht, logica tegenover retorica, onweerlegbaar bewijs tegenover een onweerstaanbaar betoog en een geniaal wiskundige tegenover een begaafd spreker. Het mooiste zou zijn als ze samengingen, maar dat is vaak niet het geval. Als je iets te verdedigen hebt wat je ter harte gaat, je wilt iets aanprijzen of als je stemmen wilt winnen: hoe kun je je gehoor dan overtuigen? Dat is het onderwerp van de retorica: de leer van de welsprekendheid of overtuigingskunst. Het woord retorica Het woord retorica is een gelatiniseerd Grieks woord, de term is dubbelzinnig, want een Griekse rethor kon zowel een redenaar als een leraar in de welsprekendheid zijn (allebei tegelijk kon ook). Deze dubbelzinnigheid zie je ook in het woord rethorikè of technè rethorikè, daarmee doelden de Grieken zowel op de praktijk, de kunst of de vaardigheid van het overtuigend spreken, als op de theorie over die praktijk, de zogeheten leer van de welsprekendheid. Ook hier zijn de Grieken de eersten geweest die zo n leer op schrift hebben gesteld en ook hier nam Aristoteles het voortouw: hij schreef het eerste retoricahandboek. De technè rhetorikè, in het Latijn ars rhetorica, de leer van de welsprekendheid, bestond uit een serie richtlijnen voor sprekers, die de theoretici hadden afgekeken van vaardige redenaars. Het was eigenlijk alleen een systematische bestudering en beschrijving van wat de praktijk te zien gaf. Het doel was dat minder getalenteerde sprekers er iets van zouden leren. De kunst van de welsprekendheid, de vaardigheid om overtuigend in het openbaar te spreken, kwam bij de oude Grieken en bij ons nog steeds bij veel geleerden van pas: de rechtbank, politieke redevoeringen, verkiezingstoespraken en bij plechtige of feestelijke gelegenheden. In de rechtszaal maken vaardige sprekers meer kans om te winnen, vandaar dat kennis van de leer en training in de kunst der welsprekendheid toekomstige advocaten, juristen en aanklagers helpt. De retorica biedt naast keurige aanwijzingen en brave technieken ook een uitgebreid arsenaal aan bedrieglijke kunstgrepen en meer of minder valse trucs: een aantal drogredenen komen aan bod. Geschiedenis Retorica was een vast onderdeel in de klassieke opvoeding, kinderen oefenden zich in alle onderdelen waaruit een redevoering is opgebouwd. In de Griekse polis werd redevoering als een voorwaarde voor een goed functionerende democratie gezien, men moest in staat zijn om in het openbaar over politiek-actuele onderwerpen te discussiëren en daarvoor was scholing nodig. De sofisten vervulden lange tijd deze taak. Onder invloed van de sofisten is de retorica in de loop der tijd in een kwaad daglicht komen te staan, want mensen misbruikten de trucs. Zo diende de retorica eerder de macht dan de waarheid, eerder het gelijk krijgen dan het gelijk hebben, volgens critici. Plato verdedigt de redenaar in de Staat tegen dergelijke wanpraktijken, hij zegt dat een goed spreker ook een oprecht spreker is, en geen sofist. Een andere verklaring voor het negatieve beeld van de retorica is het waarheidsstreven in wetenschap en filosofie, in het bijzonder sinds de Verlichting. Wetenschappelijke realiteit werd geacht neutraal en universeel te zijn, dit gold ook voor wetenschappelijke waarheid. Hoe deze waarheid werd verwoord en verdedigd zou aan haar inhoud volstrekt uitwendig zijn, bijzaak dus. In de loop van de negentiende en twintigste eeuw is het denken daarover veranderd, er kwam nieuwe aandacht voor retorische principes en tegenwoordig wordt meer dan vroeger onderkend dat gezaghebbende sprekers een belangrijke rol vervullen in de verbreiding van wetenschappelijke theorieën. Met de opkomst van massamedia in de twintigste eeuw en de enorme aandacht voor informatie en communicatie is ook de retorica weer enorm actueel geworden De taken van een redenaar Officia oratoris De retorica geeft ook een reeks aanwijzingen over hoe de spreker zich op een redevoering moet voorbereiden. De klassieke retorica onderscheidde vijf fasen in de voorbereiding: 1 Inventio/vinding: de meest overtuigende argumenten, nuttige citaten en verhelderende anekdotes worden verzameld. 2 Dispositio/ordening: het gevonden materiaal wordt vervolgens geordend tot een logisch geheel, voor verschillende soorten redevoeringen kende de retorica verschillende standaardmodellen. Zo n model kon je als een raster voor het te houden betoog gebruiken, het model voor het gerechtelijk pleidooi: 1. Exordium (inleiding) 2. Narratio (verhaal, weergave van de feiten) 3. a. Proposito (hoofdstelling van het betoog) b. Patitio (indeling van de bewijsvoering 4. a. Argumentatio (het eigenlijke betoog) b. Digressio (uitweiding) 5. Peroratio (slotbetoog) Pagina 16 van 22

17 3. Elocutio/verwoording: het betoog wordt uitgeschreven, hiertoe biedt de retorica de schrijver een uitgebreide stijlleer, waaruit hij ideeën voor stijlfiguren kon putten. 4. Memoria: het betoog wordt uit het hoofd geleerd. 5. Actio/pronuntiatio: de laatste fase, de voorbereiding op de eigenlijke presentatie, de voordracht wordt voorbereid. Deze vijf fasen heten samen de officia oratoris: taken van de redenaar, de inhoud is nog steeds de basis van elke presentatie of voordracht Drogredenen Er is niks mis mee dat je retorische middelen gebruikt om je overtuiging kracht bij te zetten, je gebruikt de kunst dan op zowel redelijke als verstandige wijze. Als de goede gronden ontbreken, maar je wil toch je gelijk halen, terwijl je feitelijk ongelijk hebt, dan kun je een toevlucht nemen tot de misleiding. Daarmee begeef je je op het terrein van de bedrieglijke redenering: de drogredenen. Drogredenen zijn sluipwegen, streken en trucs waarvan de platte natuur van de mens zich bedient om zijn gebreken te verbergen (Arthur Schopenhauer). Volgens Schopenhauer is het meestal zo dat we onze toevlucht tot de kunstgrepen en trucs van de drogredenen doen wanneer onze ijdelheid ons hindert ons ongelijk te bekennen. Het woord drogreden bestaat uit de woorden drog en reden, drog komt van bedrog. Waar redenen woorden aangevoerd is er sprake van een redenering, vandaar de omschrijving van drogreden als: bedrieglijke redenering. Een ander woord voor drogreden is sofisme, dit woord komt uit het Griek en verwijst naar een sofist, een redenaar die zijn redenaarskunsten vooral zou botvieren met het gebruik van valse redeneringen, sofismen dus. Waarover hij ook debatteerde, hij wilde altijd gelijk, zo gaat het verhaal. Of dit verhaal waar is doet even niet ter zake. Sofisten waren volgens dit verhaal gehaaide sprekers, die geen truc ongebruikt lieten als ze daarmee een discussie, rechtszaak of politiek debat in hun voordeel konden beslechten. De sofisten waren geoefende redenaars. Voordat de sofisten op het toneel verschenen, was sophisme een min of meer neutraal woord, dat iets als verstandige gedachte of slimme vondst betekende. Pas onder invloed van de sofisten kreeg het woord een negatieve bijklank, omdat die sofisten het met de waarheid niet zo nauw namen. Aristoteles was de eerste die een boek schreef waarin hij de dertien drogredenen op een rijtje zette. Er zijn er nog een aantal meer ontdekt, maar dat zijn er niet veel. Wel hebben andere definities van drogredenen hun intrede gedaan. De oudste opvatting omschrijft een drogreden als een onjuist of onfatsoenlijk argument, latere opvattingen geven een minder beladen uitleg: een drogreden is een argument waardoor een redenering geldig lijkt maar het in feite niet is. Onder deze omschrijving vallen dus ook logische denkfouten. Een van de laatste opvattingen van drogredenen is dat het overtredingen zijn van discussieregels. Niet alle drogredenen zijn argumenten, soms zijn ze gevormd als vragen (denk aan retorische en strikvragen) Ook suggestieve vragen kunnen je tegenstanders onterecht in een bepaalde hoek drijven. Een vraag is nog geen argument, maar kan je wel helpen om iemand daar te krijgen waar je hem wilt hebben: en dat is het algemene doel van drogredenen. Nog een drogreden die geen argument is, is de cirkelredenering. In een cirkelredenering wordt immers helemaal geen argument gegeven voor het verdedigde standpunt: het argument herhaalt alleen maar het standpunt. Vaak wordt de bewoording anders, waardoor het een argument lijkt, maar in feite het niet is. Het is een schijnargument en daardoor bedrieglijk. De tweede omschrijving van een drogreden gaat hier op: een cirkelredenering is niet altijd geldig. Een betere definitie voor een cirkelredenering is dat het een redenering lijkt, maar het niet is, want voor een redenering zijn argumenten nodig. Het Pagina 17 van 22

18 is belangrijk dat je drogredenen niet los ziet van de functie die ze vervullen, namelijk een tegenstander overhalen tot een standpunt dat zij tevoren en waarschijnlijk bij nader inzien ook niet delen. Als je de functie van drogredenen en de situaties waarin je ze gebruikt vergeet, kun je niet begrijpen waarom bijvoorbeeld ad hominem-argument (op de man spelen) een drogreden is. Drogredenen zijn dus meer dan ongeldige redeneringen, in het woord bedrieglijk zit duidelijk de verwijzing naar iemand die bedrogen uitkomt. Als je een denkfout maakt zonder die op te merken, bedrieg je jezelf. Vandaar dat alle ongeldige redeneringen die geldig lijken, drogredenen zijn, maar het omgekeerde geldt niet. Drogredenen zijn waarschijnlijk zo oud als de mensheid, want iedereen gebruikt ze. Het vergt veel aanleg, oefening en ervaring om ze met succes te hanteren en ze te herkennen. Drogredenen helpen de luisteraar in de richting van de conclusie, tot het standpunt waartoe de spreker hem of haar wil overhalen. Drogredenen worden veel in de rechtszaal en het parlement gebruikt. hoe handiger je bent in het gebruik van drogredenen, hoe minder ervaren je slachtoffer is in het herkennen ervan en des te meer kans je hebt om te winnen. Drogredenen kunnen grappig zijn, vandaar dat ze soms in strips voorkomen. Voor degenen die de waarheid erg belangrijk vinden, wetenschappers en de filosofen, is het herkennen van drogredenen meer of minder verborgen, zowel bij zichzelf als bij vakgenoten, een sine que non, een voorwaarde van de allereerste orde. We kunnen de meest voorkomende drogredenen indelen in vier categorieën, deze indeling is niet algemeen erkend, niet vlekkeloos en voor sommige drogredenen enigszins geforceerd. Maar het helpt om ze beter te overzien: 1 Drogredenen door misleidend taalgebruik; 2 Drogredenen door misleidende beweringen; 3 Drogredenen door misleidend redeneren; 4 Valse retoriek: manieren om je opponent of publiek rechtstreeks te beïnvloeden. Misleidend taalgebruik Wie een betoog houdt en wil dat zijn verhaal goed begrepen wordt, zal eerst moeten zorgen voor zo helder mogelijk taalgebruik. Je kunt misleidend taalgebruik onderverdelen in: Dubbelzinnigheden, woordspelingen en verwarrend taalgebruik; Emotioneel taalgebruik; Strikvragen. Dubbelzinnigheden en woordspelingen: veel woorden in onze taal zijn dubbelzinnig, maar meestal is uit de context op te merken welke betekenis wordt bedoeld. Als dubbelzinnigheid in een argumentatie wordt gebruikt kan het misleidend zijn. Zinnen kunnen ook door grammaticale structuur dubbelzinnig zijn. Emotioneel taalgebruik: dit is een manier om het publiek te raken, het is geen uitzondering in literaire teksten. Emotioneel taalgebruik in een betoog kan op een misleidende manier de emoties van het publiek bespelen en zo bijdragen tot de overtuigingskracht van de spreker. Tenminste, als het publiek zich herkent in die emoties. De spreker moet het publiek dus wel kennen. De strikvraag/drogreden van de meervoudige vraag: een strikvraag is een slimme manier om iemand een aantal vragen tegelijk te stellen, in de hoop hem ongemerkt antwoorden te ontfutselen op vragen die hij misschien liever ontwijkt, of hem een standpunt te laten innemen die hij welbeschouwd niet heeft. Je stelt maar één vraag, maar er zitten meer vragen in verborgen, Als de ondervraagde op de vraag antwoord, antwoordt hij ook gelijk op de impliciete vragen. Die laatste antwoorden zitten als vooronderstelling in het antwoord dat hij geeft verborgen. Een strikvraag is een drogreden omdat de verborgen vragen niet worden gesteld, maar het antwoord als een vaststaand geit, een uitgemaakte zaak, een onbetwiste waarheid of een gedeeld standpunt wordt voorondersteld, Pagina 18 van 22

5.2. Samenvatting door een scholier 1659 woorden 15 juni keer beoordeeld. Filosofie Het oog in de storm

5.2. Samenvatting door een scholier 1659 woorden 15 juni keer beoordeeld. Filosofie Het oog in de storm Samenvatting door een scholier 1659 woorden 15 juni 2010 5.2 11 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Het oog in de storm Filosofie: Hoofdstuk 1 Redeneren en Overtuigen Basis: Standpunt houding t.o.v.

Nadere informatie

4,6. Samenvatting door K woorden 24 november keer beoordeeld. Filosofie Het oog in de storm. 1: Inleiding. 1.

4,6. Samenvatting door K woorden 24 november keer beoordeeld. Filosofie Het oog in de storm. 1: Inleiding. 1. Samenvatting door K. 7049 woorden 24 november 2014 4,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Het oog in de storm 1: Inleiding 1.1 Animal Rationale Waarom? Daarom! We houden niet van ongefundeerde bewering

Nadere informatie

Semantiek 1 college 4. Jan Koster

Semantiek 1 college 4. Jan Koster Semantiek 1 college 4 Jan Koster 1 Uitgangspunt sinds vorige week Semantiek is representationeel (en niet referentieel), gebaseerd op interpretaties van sprekers en hoorders Geen scherpe scheiding tussen

Nadere informatie

1. TRADITIONELE LOGICA EN ARGUMENTATIELEER

1. TRADITIONELE LOGICA EN ARGUMENTATIELEER Inhoud Inleidend hoofdstuk 11 1. Logica als studie van de redenering 11 2. Logica als studie van deductieve redeneringen 13 3. Logica als formele logica Het onderscheid tussen redenering en redeneringsvorm

Nadere informatie

PROPOSITIELOGICA. fundament voor wiskundig redeneren. Dr. Luc Gheysens

PROPOSITIELOGICA. fundament voor wiskundig redeneren. Dr. Luc Gheysens PROPOSITIELOGICA fundament voor wiskundig redeneren Dr. Luc Gheysens PROPOSITIELOGICA Een propositie of logische uitspraak, verder weergegeven door een letter p, q, r is een uitspraak die in een vastgelegde

Nadere informatie

Logica op het Leonardo. Een inleiding

Logica op het Leonardo. Een inleiding Logica op het Leonardo Een inleiding Tekst 1 Alle onpartijdige waarnemers en alle geloofwaardige theoretici gaan ervan uit dat wanneer de fundamentele structuren van een samenleving rechtvaardig zijn,

Nadere informatie

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Waarheidstafels. Waarheidsfunctionele Connectieven Mededelingen TI1300: Redeneren en Logica College 4: Waarheidstafels, Redeneringen, Syntaxis van PROP Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor de Fibonacci getallen geldt f 0 = f 1 = 1 (niet 0) Practicum 1 Practicum

Nadere informatie

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785)

Tegenvoorbeeld. TI1300: Redeneren en Logica. De truc van Gauss. Carl Friedrich Gauss, 7 jaar oud (omstreeks 1785) Tegenvoorbeeld TI1300: Redeneren en Logica College 3: Bewijstechnieken & Propositielogica Tomas Klos Definitie (Tegenvoorbeeld) Een situatie waarin alle premissen waar zijn, maar de conclusie niet Algoritmiek

Nadere informatie

Propositielogica. Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn. 24 augustus Universiteit Antwerpen

Propositielogica. Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn. 24 augustus Universiteit Antwerpen Propositielogica Evert De Nolf Delphine Draelants Kirsten Storms Evelien Weyn Universiteit Antwerpen 24 augustus 2006 Propositionele connectoren Negatie Conjunctie Disjunctie Implicatie Equivalentie Propositionele

Nadere informatie

Formeel Denken. Herfst 2004

Formeel Denken. Herfst 2004 Formeel Denken Herman Geuvers Deels gebaseerd op het herfst 2002 dictaat van Henk Barendregt en Bas Spitters, met dank aan het Discrete Wiskunde dictaat van Wim Gielen Herfst 2004 Contents 1 Propositielogica

Nadere informatie

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen Lezen Het programma is met name geschikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan en voor leerlingen die het gewone oefenen met teksten niet interessant meer vinden. Doelgroep Lezen Muiswerk

Nadere informatie

Andere grote namen van wiskundigen en/of filosofen: Plato, Socrates, Descartes (Cartesius), Spinoza, Kant, Russell, Hilbert, Tarski en Brouwer

Andere grote namen van wiskundigen en/of filosofen: Plato, Socrates, Descartes (Cartesius), Spinoza, Kant, Russell, Hilbert, Tarski en Brouwer Formele Logica Grondlegger Aristoteles (384/322 voor Chr.), filosoof. Andere grote namen van wiskundigen en/of filosofen: Plato, Socrates, Descartes (Cartesius), Spinoza, Kant, Russell, Hilbert, Tarski

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Het nutteloze syllogisme

Het nutteloze syllogisme Het nutteloze syllogisme Victor Gijsbers 21 februari 2006 De volgende tekst is een sectie uit een langer document over het nut van rationele argumentatie dat al een jaar onaangeraakt op mijn harde schijf

Nadere informatie

ARGUMENTEREN EN REDENEREN

ARGUMENTEREN EN REDENEREN ARGUMENTEREN EN REDENEREN Julie Kerckaert Vaardigheden I Academiejaar 2014-2015 Inhoudsopgave Deel 1: Argumenteren en redeneren... 2 1.1 Logica... 2 1.1.1 Syllogismen... 2 1.1.2 Soorten redeneringen...

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie

Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie Samenvatting Nederlands H2 Argumentatie Samenvatting door S. 873 woorden 26 november 2016 5,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands H2 Argumentatie Par 1 Standpunten Als je een standpunt

Nadere informatie

Inhoud. 1 Eristische dialectiek of de kunst van het gelijk krijgen 7. 2 De termen logica en dialectiek 69

Inhoud. 1 Eristische dialectiek of de kunst van het gelijk krijgen 7. 2 De termen logica en dialectiek 69 Inhoud 1 Eristische dialectiek of de kunst van het gelijk krijgen 7 2 De termen logica en dialectiek 69 3 De dialectiek van Aristoteles in de Topica 73 Nawoord door Tjark Kruiger 81 [5] 1 Eristische dialectiek

Nadere informatie

achtergronden en lessuggesties voor Logisch redeneren

achtergronden en lessuggesties voor Logisch redeneren achtergronden en lessuggesties voor Logisch redeneren 75 76 Achtergrondinformatie Logisch redeneren Dit lesmateriaal wijkt af van de gebruikelijke inleidingen tot de logica: De hoofdredenen zijn: Dit is

Nadere informatie

Logica voor Informatica. Propositielogica. Syntax & Semantiek. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University

Logica voor Informatica. Propositielogica. Syntax & Semantiek. Mehdi Dastani Intelligent Systems Utrecht University Logica voor Informatica Propositielogica Syntax & Semantiek Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Wat is Logica? Afleiden van conclusies uit aannames Jan Sara Petra Schuldig

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 2 Spiritueel scepticisme 6 maximumscore 4 een uitleg dat McKenna in tekst 6 vanuit epistemologisch perspectief over solipsisme spreekt: hij stelt dat de kennisclaim over het bestaan van andere mensen

Nadere informatie

Wie A zegt moet B zeggen

Wie A zegt moet B zeggen Logica in actie H O O F D S T U K 3 Wie A zegt moet B zeggen Logici ontwerpen niet alleen systemen om bestaande vormen van redeneren te analyseren, ze bestuderen ook de eigenschappen van die systemen op

Nadere informatie

Uit onbetrouwbare bron

Uit onbetrouwbare bron Daniel Levitin Uit onbetrouwbare bron De veldgids om leugens, manipulaties en misvattingen te doorzien Uitgeverij Atlas Contact Amsterdam/Antwerpen 2016 Daniel J. Levitin All rights reserved. 2016 Nederlandse

Nadere informatie

Propositionele logica

Propositionele logica Logic is the beginning of wisdom, not the end. Captain Spock, Star Trek VI (1991) Hoofdstuk 1 ropositionele logica 1.1 Uitspraken Het begrip uitspraak. We geven hier geen definitie van het begrip uitspraak

Nadere informatie

Elementaire logica voor juristen. Jaap Hage

Elementaire logica voor juristen. Jaap Hage Elementaire logica voor juristen Jaap Hage I. WAT IS LOGICA EN WAAR IS DEZE GOED VOOR? 1. ELEMENTAIRE BEGRIPPEN Wat is logica? Die vraag is nog niet zo eenvoudig te beantwoorden maar het volgende is een

Nadere informatie

Woordenlijst Het oog in de storm

Woordenlijst Het oog in de storm Woordenlijst Het oog in de storm Inleiding agora marktplaats in het centrum van de Griekse stadstaten (poleis). Hier werd gedebatteerd en werden ervaringen uitgewisseld. animal rationale Latijnse vertaling

Nadere informatie

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl. 9 februari 2009 BEWIJZEN

Discrete Structuren. Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl. 9 februari 2009 BEWIJZEN Discrete Structuren Piter Dykstra Opleidingsinstituut Informatica en Cognitie www.math.rug.nl/~piter piter@math.rug.nl 9 februari 2009 BEWIJZEN Discrete Structuren Week1 : Bewijzen Onderwerpen Puzzels

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Argumenteren is een programma voor het leren analyseren en beoordelen van mondelinge en schriftelijke betogen.

Het Muiswerkprogramma Argumenteren is een programma voor het leren analyseren en beoordelen van mondelinge en schriftelijke betogen. Argumenteren Het Muiswerkprogramma Argumenteren is een programma voor het leren analyseren en beoordelen van mondelinge en schriftelijke betogen. Doelgroepen Argumenteren Argumenteren is bedoeld voor leerlingen

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Deel 1, Hoofdstuk 1 - Dat er iets buiten ons bestaat. Rikus Koops 8 juni 2012 Versie 1.1 In de inleidende toelichting nummer 0 heb ik gesproken

Nadere informatie

Rekenen aan wortels Werkblad =

Rekenen aan wortels Werkblad = Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden

Nadere informatie

Kern Visie 1 Argument 1 Men is in staat conclusies te trekken uit logische gebeurtenissen, want logica zelf is namelijk al een overredingsmiddel.

Kern Visie 1 Argument 1 Men is in staat conclusies te trekken uit logische gebeurtenissen, want logica zelf is namelijk al een overredingsmiddel. Opdracht door een scholier 2582 woorden 17 juni 2002 5.1 21 keer beoordeeld Vak Nederlands V6 Module 2, opdracht 7 Het bouwplan Inleiding Onderwerp: Welsprekendheid is een overredingskunst die al in ons

Nadere informatie

20 tips voor een goed debat!

20 tips voor een goed debat! 20 tips voor een goed debat! Moedig elkaar aan tijdens jullie voorbereidingen en de wedstrijd. Geef elkaar tips en zoek samen de sterktes en zwaktes van de argumenten. Je kan veel leren van elkaar, ook

Nadere informatie

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014

naar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014 Opgave 2 Spiritueel scepticisme tekst 6 Jed McKenna is de schrijver van verschillende boeken over spiritualiteit. In zijn boeken speelt hij de hoofdrol als leraar van een leefgemeenschap. McKenna is spiritueel

Nadere informatie

Toelichting bij geselecteerde opdrachten uit Betekenis en Taalstructuur

Toelichting bij geselecteerde opdrachten uit Betekenis en Taalstructuur Toelichting bij geselecteerde opdrachten uit Betekenis en Taalstructuur Hoofdstuk 2, tot en met pagina 41. Maak opdrachten 1,2,3,4,5,7,9,10,11,15,16 *1 Met "welgevormd" wordt bedoeld dat de formule toegestaan

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

Retorica en drogredenen. Lucas Beerekamp, 2017

Retorica en drogredenen. Lucas Beerekamp, 2017 Retorica en drogredenen Lucas Beerekamp, 2017 Logicapuzzel Which answer in this list is the only correct answer to this question? A. All of the below. B. None of the below. C. All of the above. D. One

Nadere informatie

Handleiding Gespreksvormen Discussie

Handleiding Gespreksvormen Discussie Handleiding Gespreksvormen Discussie Inhoud Overzicht 1. Inleiding 2. Doel 3. Werkvormen 4. Tips voor het begeleiden van een discussie 4.1. Onderwerp inleiden 4.2. Voorlopig standpunt bepalen 4.3. Discusieren

Nadere informatie

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen

5 havo Nederlands mevr. Rozendaal. Leesvaardigheid examenvoorbereidingen naam: Leesvaardigheid examenvoorbereidingen Opdracht: vul de juiste begrippen in op de lege plekken. Je kunt kiezen uit: acceptatie afhankelijk belanghebbend beschouwing betrouwbare deskundige discussiant

Nadere informatie

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen

Opmerking. TI1300 Redeneren en Logica. Met voorbeelden kun je niks bewijzen. Directe en indirecte bewijzen Opmerking TI1300 Redeneren en Logica College 2: Bewijstechnieken Tomas Klos Algoritmiek Groep Voor alle duidelijkheid: Het is verre van triviaal om definities te leren hanteren, beweringen op te lossen,

Nadere informatie

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. behandeld. In de paragrafen 3.1 en 3.2 worden de noties valuatie, model en

Hoofdstuk 3. behandeld. In de paragrafen 3.1 en 3.2 worden de noties valuatie, model en Hoofdstuk 3 Semantiek van de Propositielogica In dit hoofdstuk wordt de semantiek (betekenistheorie) van de propositielogica behandeld. In de paragrafen 3.1 en 3.2 worden de noties valuatie, model en logisch

Nadere informatie

Pleroe de Wet. Wij raden je aan om een uitgebreide Strongs Concordantie te raadplegen om de Griekse woorden die

Pleroe de Wet. Wij raden je aan om een uitgebreide Strongs Concordantie te raadplegen om de Griekse woorden die Dit document is een script van onderwijs dat is bedoeld om via video te worden getoond. In de video worden relevante tekst, dia s, media en afbeeldingen getoond om de presentatie te vergemakkelijken. Daarom

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

Kritisch Denken met Rationale

Kritisch Denken met Rationale Docentendag Maatschappijleer 2018 Kritisch Denken met Rationale Timo ter Berg & Daan van Riet Kritisch Denken Inhoud 1. Introductie 2. Belang Kritisch Denken (= KD) 3. Wat is KD? 4. Hoe ontwikkel je KD-vaardigheden?

Nadere informatie

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica

Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Tentamen TI1300 en IN1305-A (Redeneren en) Logica 21 Januari 2011, 8.30 11.30 uur LEES DEZE OPMERKINGEN AANDACHTIG DOOR

Nadere informatie

Docenten Handleiding

Docenten Handleiding 2HV Docenten Handleiding 1. les 1 Oriëntatieles In groepjes met even aantallen wordt een discussie gevoerd over een stelling. De helft van een groepje zal over deze stelling discussiëren, terwijl de andere

Nadere informatie

Caleidoscoop: Logica

Caleidoscoop: Logica Caleidoscoop: Logica Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 3 October, 2007 Overzicht 1 2 Negaties We gaan rekenen met proposities (beweringen). Bedenker: George Boole

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

Inleiding logica Inleveropgave 3

Inleiding logica Inleveropgave 3 Inleiding logica Inleveropgave 3 Lientje Maas 30 september 2013 Ik (Rijk) heb verbeteringen in rood vermeld. Deze verbeteringen meegenomen zijn dit correcte uitwerkingen van de derde inleveropgaven. 1

Nadere informatie

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting door een scholier 1653 woorden 13 februari 2011 6 16 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting H1,2,3,4,5 paragraaf 1,2,(3) Schrijfdoelen

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Semantiek 1 college 10. Jan Koster

Semantiek 1 college 10. Jan Koster Semantiek 1 college 10 Jan Koster 1 Vandaag Vorige keer: conceptuele structuur en semantische decompositie Vandaag: inleiding in de formele semantiek Gebruikt notaties uit formele logica plus de daar gehanteerde

Nadere informatie

Klas:.. 2HV. 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier

Klas:.. 2HV. 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier Naam: Klas:.. 2HV 12 december 21 december Docent: Mevr. K.Kompier Inhoudsopgave INLEIDING 3 1. LES 1 ORIËNTATIELES 3 2. LES 2 ARGUMENTEN VERZAMELEN 4 3. LES 3 - LEREN BEOORDELEN 6 4. LES 4 DROGREDENEN

Nadere informatie

Aristoteles. empirist

Aristoteles. empirist Aristoteles empirist Aristoteles Bioloog, met beide poten in de klei Eindeloos verzamelen van gegevens Observeren, noteren en classificeren Op basis van ervaringsfeiten komen we tot kennis Wij kunnen uit

Nadere informatie

Inhoud leereenheid 1. Inleiding. Introductie 13. Leerkern 13. 1.1 Wat is logica? 13 1.2 Logica en informatica 13

Inhoud leereenheid 1. Inleiding. Introductie 13. Leerkern 13. 1.1 Wat is logica? 13 1.2 Logica en informatica 13 Inhoud leereenheid 1 Inleiding Introductie 13 Leerkern 13 1.1 Wat is logica? 13 1.2 Logica en informatica 13 12 Leereenheid 1 Inleiding I N T R O D U C T I E Studeeraanwijzing Deze leereenheid is een leesleereenheid.

Nadere informatie

Hebben we nu alles gedaan? Voorbeeld. Identificeer aannames KRITISCH DENKEN

Hebben we nu alles gedaan? Voorbeeld. Identificeer aannames KRITISCH DENKEN KRITISCH DENKEN 10 Co-premissen I Hebben we nu alles gedaan? Denk nog eens terug aan wat het betekent om een kritisch denker te zijn... is het voldoende om een redenering te structureren? Kritisch Denken

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden

Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden Samenvatting door Denise 1323 woorden 7 mei 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Alle

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

De presentatie: basisprincipes

De presentatie: basisprincipes De presentatie: basisprincipes Een presentatie is eigenlijk een voordracht of spreekbeurt. De belangrijkste soorten: a Een uiteenzetting: je verklaart bv. hoe taal ontstaan is, behandelt het probleem van

Nadere informatie

Autonoom als vak De zelf

Autonoom als vak De zelf Aangezien ik de indruk heb gekregen dat er een opkomst is van een nieuw vakgebied dat nog niet zodanig als vak bestempelt wordt, wil ik proberen dit vak te expliceren, om het vervolgens te kunnen betitelen

Nadere informatie

Wat is er mis met Ruttens modaal-epistemische argument? Victor Gijsbers

Wat is er mis met Ruttens modaal-epistemische argument? Victor Gijsbers Wat is er mis met Ruttens modaal-epistemische argument? Victor Gijsbers Inleiding Het modaal-epistemische argument voor het bestaan van God dat Emanuel Rutten in het vorige nummer van Radix verdedigt,

Nadere informatie

Wiskundige beweringen en hun bewijzen

Wiskundige beweringen en hun bewijzen Wiskundige beweringen en hun bewijzen Analyse (en feitelijk de gehele wiskunde) gaat over het bewijzen van beweringen (proposities), d.w.z. uitspraken waaraan de karakterisering waar of onwaar toegekend

Nadere informatie

Hoe kom je geloofwaardig over en speel je in op emotie?

Hoe kom je geloofwaardig over en speel je in op emotie? Hoe kom je geloofwaardig over en speel je in op emotie? Leerdoelen! Je vertelt in eigen woorden wat de begrippen ethos, pathos en logos inhouden en herkent praktijkvoorbeelden van deze drieslag.! Je demonstreert

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid.

Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid. Studievaardigheid Muiswerk Studievaardigheid richt zich op de belangrijkste deelvaardigheden die nodig zijn voor studievaardigheid. Doelgroep Studievaardigheid Muiswerk Studievaardigheid is bedoeld voor

Nadere informatie

Het Konijnenprincipe. Het Konijnenprincipe toepassen. Opdracht van vorige KRITISCH DENKEN. 11 Co-premissen II. Is er een betere manier om copremissen

Het Konijnenprincipe. Het Konijnenprincipe toepassen. Opdracht van vorige KRITISCH DENKEN. 11 Co-premissen II. Is er een betere manier om copremissen Opdracht van vorige keer KRITISCH DENKEN 11 Co-premissen II Kritisch Denken 2 Het Konijnenprincipe Is er een betere manier om copremissen te vast te stellen? Iedere belangrijke term of woordgroep die voorkomt

Nadere informatie

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je het onderwerp uit een zin bepalen. - Kun je het onderwerp van een tekst bepalen. - Kun je een soort tekst

Nadere informatie

WIJ DENKEN OVER DENKEN, HANDELEN EN VOELEN. Verwerkingsboek. Philippe Boekstal DAMON. WD wb 4sept vsb.indd 1 05-09-2008 10:21:08

WIJ DENKEN OVER DENKEN, HANDELEN EN VOELEN. Verwerkingsboek. Philippe Boekstal DAMON. WD wb 4sept vsb.indd 1 05-09-2008 10:21:08 WIJ DENKEN OVER DENKEN, HANDELEN EN VOELEN Verwerkingsboek Philippe Boekstal DAMON WD wb 4sept vsb.indd 1 05-09-2008 10:21:08 VOORWOORD Dit verwerkingsboek bevat teksten en opdrachten die aansluiten bij

Nadere informatie

Logic for Computer Science

Logic for Computer Science Logic for Computer Science 06 Normaalvormen en semantische tableaux Wouter Swierstra University of Utrecht 1 Vorige keer Oneindige verzamelingen 2 Vandaag Wanneer zijn twee formules hetzelfde? Zijn er

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren

Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren Samenvatting Nederlands Lezen en Argumenteren Samenvatting door B. 1258 woorden 29 oktober 2014 4,3 4 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Betrouwbaarheid controle 1.auteur 2.publicatieplaats

Nadere informatie

Handout Natuurlijke Deductie

Handout Natuurlijke Deductie Handout Natuurlijke Deductie Peter van Ormondt 4 februari 2017 1 Inleiding In Van Benthem et al (2016, Hoofdstuk 2), hebben we redeneringen bestudeerd door te kijken naar de semantiek of betekenis van

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting door L. 1007 woorden 25 juni 2013 4,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taaldomein hoofdstuk 1 1.1 Schrijfdoel

Nadere informatie

Logica Les 1 Definities en waarheidstabellen. (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online)

Logica Les 1 Definities en waarheidstabellen. (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online) Logica Les 1 Definities en waarheidstabellen (Deze les sluit aan bij les 1 van de syllabus Logica WD_online) Definities Een propositie is een bewering die waar of onwaar is (er is geen derde mogelijkheid).

Nadere informatie

Wat is? filosofie? Wat is. en kwaad. Hoofdstu

Wat is? filosofie? Wat is. en kwaad. Hoofdstu Wat is filosofie? Hoofdstuk 1 1 filosoferen: doordenken! 5 e vragen 6 2 gewone vragen en filosof isch 9 3 aanleidingen om te filosoferen 12? eren 4 waarom filosof 5 samen filosoferen 14 17 6 filosof ie

Nadere informatie

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 De vaardigheden van de jurist 9 1.1 Ongeveer zoals een kip een ei legt 9 1.2 Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10 2 Het vinden van rechtsregels in de wet 13 2.1

Nadere informatie

Logica 1. Joost J. Joosten

Logica 1. Joost J. Joosten Logica 1 Joost J. Joosten Universiteit Utrecht (sub)faculteit der Wijsbegeerte Heidelberglaan 8 3584 CS Utrecht Kamer 158, 030-2535579 jjoosten@phil.uu.nl www.phil.uu.nl/ jjoosten (hier moet een tilde

Nadere informatie

Verzamelingen. Hoofdstuk 5

Verzamelingen. Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 5 Verzamelingen In de meest uiteenlopende omstandigheden kan het handig zijn om een stel objecten, elementen, of wat dan ook, samen een naam te geven. Het resultaat noemen we dan een verzameling.

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Eerst: herhaling Evalueren

Eerst: herhaling Evalueren Eerst: herhaling Evalueren KRITISCH DENKEN 20 Drogredenen Kritisch Denken 2 De Gouden Regel bij het Evalueren: evalueer elke bewering of basisvak die betrekking heeft op een gegeven bewering voordat je

Nadere informatie

WORKSHOP ARGUMENTEREN IN DE DAGELIJKSE LESPRAKTIJK EN EXAMINERING 3F

WORKSHOP ARGUMENTEREN IN DE DAGELIJKSE LESPRAKTIJK EN EXAMINERING 3F WORKSHOP ARGUMENTEREN IN DE DAGELIJKSE LESPRAKTIJK EN EXAMINERING 3F Taalcoachacademie 25-5-2012 Christianne Alberts Inhoudsopgave Taalniveau B2/3F voor studenten Werken volgens vaste structuren Communicatieschema

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Metavariabelen Logica, p Minder connectieven nodig

Mededelingen. TI1300: Redeneren en Logica. Metavariabelen Logica, p Minder connectieven nodig Mededelingen TI1300: Redeneren en Logica College 5: Semantiek van de Propositielogica Tomas Klos Algoritmiek Groep Tip: Als ik je vraag de recursieve definitie van een functie over PROP op te schrijven,

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9 Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9 Samenvatting door een scholier 1705 woorden 14 januari 2006 6,5 11 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 8 We onderscheiden de volgende tekstdoelen (wat de schrijver met

Nadere informatie

Propositielogica, waarheid en classificeren

Propositielogica, waarheid en classificeren Logica in actie H O O F D S T U K 2 Propositielogica, waarheid en classificeren We hebben al gezien dat voor een logicus het verhevene heel dicht kan liggen bij het alledaagse. Misschien beter gezegd:

Nadere informatie

Stel jezelf niet onder de Wet!

Stel jezelf niet onder de Wet! Dit document is een script van onderwijs dat is bedoeld om via video te worden getoond. In de video worden relevante tekst, dia s, media en afbeeldingen getoond om de presentatie te vereenvoudigen. Daarom

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Groeperen. Het weldoordacht ordenen en weergeven van informatie. Groeperen van items. Groeperingprincipes kiezen. Geordend.

Groeperen. Het weldoordacht ordenen en weergeven van informatie. Groeperen van items. Groeperingprincipes kiezen. Geordend. Overzicht Methodiek KRITISCH DENKEN met RATIONALE KRITISCH DENKEN Groeperen Redeneren Structureren Analyseren Evalueren Oordelen 4 Grondslagen van Redeneren I Het weldoordacht ordenen en informatie. Het

Nadere informatie

Latijn: iets voor jou?

Latijn: iets voor jou? : n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de

Nadere informatie

Een staatsexamen Nederlands overleven

Een staatsexamen Nederlands overleven Een staatsexamen Nederlands overleven De inleiding van een tekst kan verschillende functies hebben, zoals: 1 de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen 2 de hoofdgedachte van de tekst formuleren

Nadere informatie

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken

tip! in leerjaar 1, is nog weinig verschil; mavo mag deze samenvatting ook gebruiken Boekverslag door Tmp_cox 1720 woorden 25 oktober 2012 5.8 259 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands NIEUW NEDERLANDS; Samenvatting, (mavo), havo, vwo hoofdstuk 1 t/m 6 tip! in leerjaar

Nadere informatie

Tekstboek Module 1. Bewustwording

Tekstboek Module 1. Bewustwording Tekstboek Module 1. Bewustwording Dag 1. Doe Het Zelf Werkelijkheid. Daar gaan we! Vandaag start je met dag 1 van module 1: bewustwording. Deze module vormt het fundament van de cursus. Je ontdekt tijdens

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2

Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting Nederlands Lezen h 1.2 t/m 5.2 2 Samenvatting door Ive 1045 woorden 27 juni 2018 5,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Talent Samenvatting Nederlands 1.2 t/m 5.2 1.2 Leesstrategieën

Nadere informatie

Stoïcijnse levenskunst

Stoïcijnse levenskunst Stoïcijnse levenskunst Evenveel geluk als wijsheid Miriam van Reijen ISVW UITGEVERS INHOUD Voorwoord Hoofdstuk 1 Praktische filosofie 11 Geloven, filosoferen en weten 11 Praktische filosofie 13 Filosofen

Nadere informatie

De partitieformule van Euler

De partitieformule van Euler De partitieformule van Euler Een kennismaking met zuivere wiskunde J.H. Aalberts-Bakker 29 augustus 2008 Doctoraalscriptie wiskunde, variant Communicatie en Educatie Afstudeerdocent: Dr. H. Finkelnberg

Nadere informatie

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: 1 2 Welke strategie heb je gebruikt? 3 Ben je het er mee eens? Ben je het er mee oneens? 4 Zou je die vraag aan de klas kunnen stellen? 5 Kun je je 6 Wil 7 oplosmethode

Nadere informatie

Logica voor Informatica. Propositielogica. Normaalvormen en Semantische tableaux. Mehdi Dastani

Logica voor Informatica. Propositielogica. Normaalvormen en Semantische tableaux. Mehdi Dastani Logica voor Informatica Propositielogica Normaalvormen en Semantische tableaux Mehdi Dastani m.m.dastani@uu.nl Intelligent Systems Utrecht University Literals Een literal is een propositieletter, of de

Nadere informatie

Samenvatting. TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten. Disclaimer

Samenvatting. TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten. Disclaimer Samenvatting TI1306 Redeneren & Logica Review Guide 2014 Door: David Alderliesten Disclaimer De informatie in dit document is afkomstig van derden. W.I.S.V. Christiaan Huygens betracht de grootst mogelijke

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 2

Samenvatting Nederlands Module 2 Samenvatting Nederlands Module 2 Samenvatting door een scholier 885 woorden 29 januari 2004 6,3 23 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taallijnen Het PR-model kun je op 3 manieren gebruiken: 1. Het

Nadere informatie