Kaders. Dinsdag 9 oktober 2012 Annick Van der Stricht. DPB Gent

Transcriptie

1 Kaders Dinsdag 9 oktober 2012 Annick Van der Stricht

2 Toestand van volledig fysiek, sociaal en mentaal welbevinden Geen doel op zich Maar een middel om individuen te helpen hun mogelijkheden te realiseren

3 Uitwerking van doelstellingen: Gebaseerd op systemen classificaties uit de gezondheidszorg (ICF-schema) Gebruik van in 2 de graad! Dat leerlingen de leerstof van de tweede graad leren ordenen op een zelfde wijze als in de derde graad (nieuw leerplan) en op dezelfde wijze als bv. observatie- en zorgvragergegevens worden geordend op stage (zorgdossier) Ordening past binnen de visie van een holistisch dynamisch mensbeeld en totaalzorg

4 In de tweede graad: Aandacht voor de verschillende elementen van het menselijk functioneren van de gezonde mens Aandacht voor het menselijk functioneren van de leerling zelf (zelfzorg) In de derde graad : - Aandacht voor het menselijk functioneren van de gebruiker in de context van de derde graad

5 Derde graad : Zorg dragen voor het menselijk functioneren in eenvoudige situaties Belangrijk aandacht te hebben voor het observeren en signaleren van veranderingen en tekens Linken met kwaliteitszorg Linken met de patronen van Gordon

6 Een classificatie is een indeling! Een indeling van een algemene term/ algemeen begrip: Een soort woordenboek Maar dan niet ingedeeld op alfabet maar op logica, waarbij iedere term/ begrip een eigen code heeft

7 Afgelopen 30 jaar is de aandacht verschoven van cure (genezen) naar care Samenhangend met een aantal maatschappelijke ontwikkelingen

8 Ontwikkelingen op vlak van hygiëne, geneeskunde, techniek Vroeggeborene, aangeboren aandoeningen, traumata Hoge leeftijd, ouderdomskwalen Chronische aandoeningen

9 De eisen aan de kwaliteit van zorg nemen toe zorgvragers : vragen verstaanbare informatie Multidisciplinair werken Transmurale zorg Evidence based practice Automatisering (elektronisch zorgdossier - uniforme terminologie)

10 Gevolgen van deze ontwikkeling Toename in de communicatie Behoefte aan betere verslaggeving Bewijzen van de effecten van zorg Ontwikkelen en gebruik van protocollen ontwikkelen van meetinstrumenten Behoefte : eenheid van taal

11 Classificaties worden gebruikt in situaties dat er behoefte is aan eenheid van taal

12 Van ICD naar ICF ~ van ziekten naar functioneren Evolutie in de geneeskunde: aandacht verschuift van cure naar care Revalidatie krijgt een belangrijke plaats CURE Genezen van ziekten CARE Revalidatie, zorg en hulp bij functioneringsproble men De ICD voldoet niet om het functioneren te beschrijven

13 Behoefte (naast classificatie ziekten/aandoening en) aan een classificatie om het functioneren van mensen te beschrijven

14 Uitgangspunten: ICF en het biopsychosociaal model

15 Is een begrippenstelsel om het menselijk functioneren en eventuele problemen daarbij te beschrijven Geeft een eenduidige beschrijving van het menselijk functioneren vanuit drie verschillende perspectieven en de factoren die daarop van invloed zijn

16 Drie perspectieven: Functies en anatomische eigenschapp en activiteiten participatie

17 Functies en anatomische eigenschappen Fysiologische en mentale eigenschappen van het menselijk organisme Positie, aanwezigheid, vorm, continuïteit van onderdelen van het menselijk lichaam

18 activiteiten Lezen Schrijven Leervaardigheden Omgaan met eigen gedrag (zelfzorg) Communicatie Dagbesteding Huishouding

19 participatie = betrokkenheid van het individu aan het dagelijks leven Omgaan met medeleerlingen Deelname aan spelen sporten Jeugdbeweging werk gezin Hobby s

20 Ziekte of aandoening Menselijk functioneren Functies en anatomische eigenschappen Activiteiten Participatie externe factoren Persoonlijke factoren factoren

21 Producten en technologie Persoonlijke omgeving Betrokkenheid ouder Toereikendheid zorg Cultuur Sociale normen Beleid Instituten.

22 opleiding geslacht Leeftijd - levenservaring Leefstijl : - eetgewoonten - bewegingsgewoonten - gebruik genotsmiddelen beroepservaring Karakter vb faalangst.

23 De snelste kwis

24 Ziekte of aandoening Menselijk functioneren Functies en anatomische eigenschappen Activiteiten Participatie persoonlijke factoren externe factoren

25 Interventies op één domein of een factor in een domein brengt veranderingen teweeg in de andere domeinen en op de andere factoren in het domein De interacties zijn specifiek en staan niet in een voorspelbare één-op-één relatie tot elkaar Interactie vindt plaats in beide richtingen

26 Alle componenten zijn gelijkwaardig ( niet evident!) Bv. niet halen van een leesniveau 1 ste leerjaar - taalstoornis - Persoonlijke factor? - Externe factor? Alle pijlen in het model zijn wederkerig

27 Stoornissen ( pijn, kortademigheid ) Beperkingen ( moeite met eten, wassen, kleden. Participatieproblemen ( werkloos, sociaal isolement.)

28 Drie perspectieven: Functies en anatomische eigenschapp en stoornissen activiteiten beperkingen participatie Participatie problemen

29 Beschrijving psychosociale invalshoek - functioneren van het kind / volwassene - beschrijven van factoren die positief of negatief van invloed zijn op het functioneren

30 Zorgverlening gebaseerd op dit biopsychosociaal model helpt het klinisch redeneren te sturen naar een mensgeoriënteerde, holistische, vraaggestuurde en kwaliteitsvolle zorgverlening

31 Beschadiging van het netvlies (anatomische stoornis) Slecht zien (functionele stoornis) Niet zelfstandig naar toilet kunnen gaan (beperking) Niet deelnemen aan de wekelijkse bingoavond ( participatieprobleem) Geen naaste familie hebben die kan helpen ( belemmerende factor)

32 Ziekte of aandoening Menselijk functioneren Functies en anatomische eigenschappen externe factoren Activiteiten Gezondheidsbeleving en instandhouding voeding en stofwisseling uitscheiding Activiteit Slaap en rust Cognitie en waarneming seksualiteit en voortplanting Participatie Persoonlijke factoren factoren

33 Oefening - Plaats de verschillende elementen in het schema - reflectie

34 holistische mensvisie Totaalvisie Emancipatorisch Dynamisch Gelinkt aan de patronen Gelinkt aan ander AD

35 Observatie - rapporteren Iinken aan ICF-schema Dynamische visie Kwaliteitsbewust handelen

36 ICFwebuitgave.pdf

37 Elektronisch zorgdossier zorg.pdf

38 Jozef is 78jaar, was werknemer in een fabriek. Hij is gehuwd met Marie,81 jaar, onderwijzeres geweest in het dorp en vertoont een grote vergetelheid. Jozef neemt de meest huishoudelijke taken op zich. Ze wonen landelijk gelegen in een huis met vele trappen. Samen hebben ze drie kinderen: Jan, Pieter en Wouter. De kinderen komen regelmatig thuis een handje helpen. De vriendin van Wouter is hoogzwanger. Jozef is altijd zeer sportief geweest.elke dinsdagavond gaat hij nu nog met de Okra groep fietsen terwijl één van de kinderen Maria gezelschap houdt. Hij houdt zowel van het fietsen, genieten van de natuur als van het gezellig samenzijn achteraf. Hij voelt zich goed in zijn vel.

39 Op een natte herfstdag valt hij en breekt zijn heup. Hij wordt geopereerd. Na een 10-tal dagen kan hij het ziekenhuis verlaten en wenst thuis te revalideren. De kinesist komt aan huis. Omdat Maria de huishoudelijke activiteiten nog met moeite kan doen is thuiszorg ingeschakeld. Jozef moet enkele weken rust houden. Hij vindt dit heel erg want hij mist zowel zijn sportvrienden als het fietsen. Hij vraagt zich af waarom hem dit moet overkomen! Hij voelt zich niet goed in zijn vel.

40 Introvert iemand, humeurig, - begripvolle geduldige vrouw, warm gezin, kinderen komen regelmatig op bezoek,samen eten, extra melk voor de genezing, Jozef is afgeleid, voelt zich minder slecht, moeder stelt voor zijn fietsvrienden op bezoek te vragen, algemeen welbevinden is weer groot

41 Humeurig, zielig, alleen, geen vrienden, pijn, extra pilletje, nog meer maagpijn, boos, verdrietig

42 zoekt contact met vrienden en familie via facebook, vertelt zijn verhaal, wordt beluisterd, beseft dat het een periode van doorbijten is, wil op de hoogte blijven van wat de vrienden doen,, vrienden springen binnen,