MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST"

Transcriptie

1 MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 30 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0089 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0052/M Verzoekende partij de nv ANECA SERVICES vertegenwoordigd door advocaat Peter DE SMEDT, met woonplaatskeuze op het kantoor te 9000 Gent, Kasteellaan 141 Verwerende partij het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, ten verzoeke van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw vertegenwoordigd door advocaten Jürgen VANPRAET en Yannick PEETERS, met woonplaatskeuze op het kantoor te 8210 Zedelgem, Spoorwegstraat 11 I. BESTREDEN BESLISSING Verzoekende partij vordert met een aangetekende brief van 15 januari 2016 de vernietiging van de beslissing van de gewestelijke entiteit van 14 december 2015, gekend onder nummer 13/AMMC/97-M/HD en 14/AMMC/476-M/HD. De bestreden beslissing legt aan verzoekende partij een alternatieve bestuurlijke geldboete op van euro (1.198 euro verhoogd met de opdeciemen) wegens schending van artikel 22 van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (hierna: Milieuvergunningsdecreet), artikel 43 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (hierna: Vlarem I) en artikel van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (hierna: Vlarem II). Aan verzoekende partij wordt verweten bedrijfsafvalwater te hebben geloosd waarbij voor de parameters zilver, koper, lood, antimoon, arseen en chroom de emissiegrenswaarden in haar milieuvergunning werden overschreden, en voor de parameters barium, kobalt, seleen en vanadium, waarvoor geen emissiegrenswaarden in haar milieuvergunning waren opgenomen, het indelingscriterium dan wel de rapportagegrens werd overschreden. II. VERLOOP VAN DE RECHTSPLEGING 1. Verwerende partij dient een antwoordnota en het administratief dossier in. Verzoekende partij dient een wederantwoordnota in. Verwerende partij dient een laatste nota in. 2. 1

2 De kamervoorzitter behandelt de vordering tot vernietiging op de openbare zitting van 15 december Advocaat Charlotte PONCHAUT loco advocaat Peter DE SMEDT voert het woord voor verzoekende partij. Advocaat Yannick PEETERS voert het woord voor verwerende partij. 3. Het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (DBRC-decreet) en het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (Procedurebesluit) zijn toegepast. III. FEITEN 1. Verzoekende partij exploiteert een wasserij waar industriële matten worden gewassen. Zij beschikt daartoe op het ogenblik van de eerste vaststellingen (zie verder) over een milieuvergunning klasse 1 van 17 februari 2011 voor onder meer het (zonder waterzuiveringsinstallatie in de openbare riolering) lozen van bedrijfsafvalwater, dat één of meer van de in bijlage 2C Vlarem I bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in concentraties hoger dan de geldende milieukwaliteitsnormen voor het uiteindelijk ontvangende oppervlaktewater. In de vergunning worden inzonderheid emissiegrenswaarden opgenomen voor de parameters zilver (0,065 mg/i), koper (0,5 mg/i), lood (0,5 mg/i), antimoon (0,05 mg/i), tin (0,05 mg/i), titaan (0,2 mg/i), arseen (0,05 mg/l) en chroom (0,2 mg/l), terwijl er voor de parameters barium, kobalt, seleen en vanadium geen emissiegrenswaarden worden opgenomen. 2. Op 8 juni 2012 wordt door twee toezichthouders bij de afdeling Milieu-inspectie (hierna: de verbalisant) ambtshalve het volgende vastgesteld: Vaststellingen Op 18 april 2012 werd een staal genomen van het geloosde bedrijfsafvalwater. De vaststellingen staan beschreven in het verslag van monsterneming en meting W/W/2012/M200/612 (zie bijlage 5). Uit de bekomen resultaten (bijlage 6 en onderstaande tabel) blijkt dat de lozingsnorm voor de parameters zilver, koper, lood, antimoon, tin en titaan overschreden werd (overschrijding met minder dan 100% na verrekening meetfout). Daarnaast blijkt uit de analyseresultaten dat er via het afvalwater van het bedrijf volgende stoffen geloosd worden die behoren tot families of groepen van stoffen die vermeld worden in bijlage 2C van Vlarem I. Voor deze stoffen, namelijk barium, kobalt, seleen en vanadium, is er tot op heden geen emissiegrenswaarde opgenomen in de milieuvergunning. Gezien de overschrijdingen van de lozingsnormen, werd op 23/5/2012 een extra staalname uitgevoerd op het geloosde bedrijfsafvalwater. De vaststellingen staan beschreven in het verslag van monsterneming en meting W/W/2012/M200/618 (zie bijlage 7). 2

3 Uit de bekomen resultaten (bijlage 8 en onderstaande tabel) blijkt een overschrijding van de lozingsnorm met meer dan 100% voor de parameter lood en een overschrijding met minder dan 100% (na verrekening meetfout) voor de parameter arseen. Daarnaast werden opnieuw stoffen geloosd die behoren tot families of groepen van stoffen die vermeld worden in bijlage 2C van Vlarem I, in concentraties hoger dan de indelingscriteria. Naar aanleiding van de 2e staalname werden de resultaten van de 1e staalname op 23 mei overhandigd aan Mevr. Patricia Aneca van het bedrijf. Zij bezorgde op 24 mei de analyseresultaten van het tegenstaal van W/W/2012/M200/612 en van een bijkomende staalname die uitgevoerd werd na reinigen van de meetgoot (bijlage 9). Het analyseresultaat van het tegenstaal wijst eveneens op overschrijdingen van de lozingsnorm voor de parameters zilver, arseen, chroom, koper, nikkel, lood, antimoon, tin, titaan en zink. De parameters barium, cobalt, seleen en vanadium werden niet geanalyseerd. Bij de staalname die in opdracht van het bedrijf werd uitgevoerd na reiniging van de meetgoot werden geen overschrijdingen vastgesteld, deze staalname gebeurde echter niet conform de richtlijnen (zie bijlage (D) van bijlage 9). Zowel tijdens de staalname van 18 april als 23 mei stelden we vast dat de meetgoot van de venturi vervuild was en dat er veel zwevend materiaal aanwezig was in het geloosde afvalwater. Op 8 juni werden de resultaten van de resultaten van de 2 e staalname overhandigd aan Mevr. Patricia Aneca. Zij bevestigde dat de zandvang ondertussen eind mei gereinigd werd en dat de meetgoot dagelijks zal worden nagekeken en indien nodig gereinigd. In het kader van de opgelegde studie zal verder bekeken worden om bijkomende bezinkbuffers te voorzien voor de zandvang om zo het zwevend materiaal in het geloosde afvalwater te beperken Deze vaststellingen worden opgenomen in het aanvankelijk proces-verbaal nr. BG64.H van 7 juni 2012, dat op 8 juni 2012 wordt gesloten en per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs aan verzoekende partij evenals aan het parket wordt verzonden op 11 juni Per schrijven van 11 juni 2012 wordt verzoekende partij naar aanleiding van de betreffende vaststellingen door de afdeling Milieu-inspectie gewezen op de vastgestelde overschrijdingen, en wordt zij aangemaand om onmiddellijk alle mogelijke maatregelen te nemen om te voldoen aan de vastgestelde lozingsnomen en om de lozing van gevaarlijke stoffen waarvoor geen norm is vastgelegd in de milieuvergunning te beëindigen, waarbij zij in eerste instantie conform artikel van Vlarem II de lozing van gevaarlijke stoffen van bijlage 2C maximaal moet trachten te voorkomen door de toepassing van de best beschikbare technieken, en als na onderzoek blijkt dat deze maatregelen niet afdoende zijn om de parameters van bijlage 2C in concentraties kleiner dan het indelingscriterium te lozen moeten deze parameters worden genormeerd in de vergunning, naar aanleiding waarvan de aanvraag tot wijziging van de lozingsvoorwaarden dan zonder verwijl moet worden ingediend bij de bevoegde overheid. Voorts dient zij uiterlijk tegen 15 september 2012 een gedetailleerd saneringsplan toe te sturen ofwel het bewijs dat zij een wijziging van de lozingsvoorwaarden heeft aangevraagd bij de bevoegde overheid. 4. 3

4 Op 7 augustus 2012 wordt verzoekende partij naar aanleiding van voormelde vaststellingen verhoord, waarbij zij het volgende verklaart: Het is inderdaad zo, dat de Milieu-inspectie op 07/06/12 vaststelde dat hun staalnames overschrijdingen van de lozingsnormen in het afvalwater van ons bedrijf aantoonden. Terzake overhandig ik U een zelfgeschreven verklaring van deze overschrijdingen. Ik wens dat deze bij het dossier gevoegd worden. We zijn bezig met het nemen van de nodige maatregelen om dergelijks te vermijden. Pas na de inspectie hebben wij onze aandacht gevestigd op het probleem van de lozingsnomen. We waren ervan overtuigd dat alles in orde was. Het is zo, dat nadat wij vernamen, dat wij de lozingsnormen niet respecteerden een hele tijd hebben gezocht, waar het probleem zich kon situeren. Uiteindelijk hebben wij dan kunnen bepalen, dat alles te wijten was, aan het overlopen van de bezinktank en de vervuilde meetgoot. We zullen er alles aan doen, om in de toekomst de nodige maatregelen te nemen om de lozingsnormen te respecteren. Deze verklaring (met stukken) wordt opgenomen in het navolgend proces-verbaal van de politiezone Brugge met nr /12 van 12 juli 2012, dat op 8 augustus 2012 aan het parket wordt verzonden. 5. In navolging van het verzoek van het parket aan de Milieu-inspectie om haar te willen meedelen of er in tussentijd nieuwe overtredingen werden vastgesteld en of de aanmaning van 11 juni 2012 werd nageleefd stelt de Milieu-inspectie per schrijven aan het parket van 21 december 2012 het volgende: 6. Als respons op de aanmaning ontvingen we op 14/9/2012 volgend antwoord (zie bijlage 1). Hierin wordt gesteld dat er aanvraag zal worden ingediend voor het bekomen van lozingsnormen voor de parameters Barium, Kobalt, Seleen en Vanadium. Deze aanvraag zou op 12/12/2012 zijn ingediend bij de vergunningverlenende overheid. Op 28/9/2012 ontvingen we een kopie van de in de bijzondere voorwaarde opgelegde analyses van het afvalwater gerelateerd aan de reiniging van de zandvang (zie bijlage 2). Hierin wordt voorgesteld om de zandvang viermaal per jaar te reinigen en de meetgoot dagelijks te controleren en wekelijks te reinigen. Op 22/10/2012 en 29/10/2012 werden door onze diensten bijkomende monsters genomen van het geloosde afvalwater. Uit de bekomen resultaten (zie bijlage 3) blijkt dat de vergunde lozingsnormen niet overschreden werden. De resultaten bevestigen echter wel dat er stoffen geloosd worden die behoren tot families of groepen van stoffen die vermeld worden in bijlage 2C van Vlarem I waarvoor in de milieuvergunning geen emissiegrenswaarde werd opgenomen. Het betreft hier specifiek Barium, Kobalt en Vanadium. Momenteel is dus een aanvraag lopende om voor deze parameters een lozingsnorm te bekomen. 4

5 Op 15 januari 2013 meldt de procureur des Konings aan de gewestelijke entiteit AMMC dat het milieumisdrijf (zoals vastgesteld in het aanvankelijk proces-verbaal van 7 juni 2012) niet strafrechtelijk zal worden behandeld, nadat zij eerder op 7 november 2012 de gewestelijke entiteit in kennis stelde van de verlenging van de beslissingstermijn om zich uit te spreken over de al dan niet strafrechtelijke behandeling van dit milieumisdrijf. 7. Met een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs van 19 februari 2013 brengt de gewestelijke entiteit verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om (ingevolge de vaststellingen in het aanvankelijk proces-verbaal van 7 juni 2012) desgevallend een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. Verzoekende partij wordt daarbij tevens uitgenodigd om haar schriftelijk verweer mee te delen, eventueel vergezeld van een vraag tot hoorzitting, terwijl zij ook de mogelijkheid krijgt om inzage te vragen in het administratief dossier. Deze procedure is bij de gewestelijke entiteit gekend onder nr. 13/AMMC/97-M/HD. Per schrijven van 15 maart 2013 dient verzoekende partij een schriftelijk verweer in. 8. Op 28 maart 2013 verkrijgt verzoekende partij een milieuvergunning op proef, waarbij emissiegrenswaarden worden voorzien voor de parameters barium (0,7 mg/l), kobalt (0,07 mg/l), seleen (0,08 mg/l) en vanadium (0,04 mg/l). 9. Op 8 augustus 2013 wordt door de verbalisant ambtshalve het volgende vastgesteld: Vaststellingen Op 28 mei 2013 werd een staal genomen van het geloosde bedrijfsafvalwater. De vaststellingen staan beschreven in het verslag van monsterneming en meting W/W/2013/M200/518 (zie bijlage 2). Uit de bekomen resultaten (bijlage 3 en onderstaande tabel) blijkt dat de lozingsnorm voor de parameters lood en titaan overschreden werd (overschrijding met meer dan 100%). Ook voor de parameters chroom, koper, antimoon en vanadium werd de lozingsnorm overschreden (overschrijding met minder dan 100 % na verrekening meetfout). De resultaten van de monstername werden op 8 augustus 2013 overhandigd aan Mevr. Patricia Aneca van het bedrijf. Bieke Vandierendonck (extern milieu-coordinator) bezorgde ons op 8 augustus eveneens de analyseresultaten van het tegenstaat van. W/W/2013/M200/518 (bijlage 4 en tabel hierboven). Ook de analyseresultaten van het tegenstaal wijzen op overschrijdingen van de lozingsnorm (met meer dan 100%) voor verschillende metalen o.a voor de parameters arseen, koper, lood en tin. Tijdens de monstername van 28 mei stelden we vast dat de meetgoot van de venturi vervuild was en dat er veel zwevend materiaal aanwezig was in het geloosde afvalwater. Dit heeft uiteraard een impact op de vastgestelde analyseresultaten. In de lopende proefvergunning werd opgelegd dat de zandvang minstens per kwartaal dient gereinigd en dat de meetgoot wekelijks dient gereinigd. De reiniging van de zandvang vond plaats op 4 juni Daarnaast heeft men in de loop van juni ook verschillende leidingen intern laten kuisen. Sinds 5 juni 2013 wordt er wekelijks een controle van de meetgoot uitgevoerd door de 5

6 externe milieuccoördinator - het logboek van deze controles werd op de bespreking op 8 augustus voorgelegd. Deze vaststellingen worden opgenomen in het aanvankelijk proces-verbaal nr. BG64.H van 8 augustus 2013, dat op 13 augustus 2013 wordt gesloten en op dezelfde dag per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs aan verzoekende partij evenals aan het parket wordt verzonden. 10. Per schrijven van 13 augustus 2013 wordt verzoekende partij naar aanleiding van de betreffende vaststellingen door de afdeling Milieu-inspectie gewezen op de vastgestelde overschrijdingen, en wordt zij aangemaand om onmiddellijk alle mogelijke maatregelen te nemen om te voldoen aan de vastgestelde lozingsnomen, terwijl de resultaten van de monstername door Milieu-inspectie (u overhandigd bij overleg op 8/8/2013) dienen te worden meegenomen in de opgelegde studie (cfr. bijz. vwde 3) uit besluit dd 28/3/2013). Voorts dient de opgelegde frequentie inzake reinigen zandvang en meetgoot te worden nageleefd. 11. Op 18 maart 2014 wordt verzoekende partij naar aanleiding van voormelde vaststellingen verhoord, waarbij zij het volgende verklaart: Ik ben in kennis gesteld van de vaststellingen zoals opgenomen in het aanvankelijk procesverbaal dd. 08/08/ op de vragen welke maatregelen werden genomen om in de toekomst nieuwe misdrijven te vermijden en of de aanmaning van de Milieu-inspectie werden nageleefd kan ik het volgende verklaren. - De zandvang wordt op geregelde basis gereinigd, de buizen binnen het bedrijf ook en de meetgoot wordt wekelijks gereinigd. Wij hebben ondervonden, dat de mindere resultaten grotendeels te wijten zijn aan een vervuilde meetgoot. Nadat de meetgoot gereinigd is, stellen wij vast, dat de resultaten voldoen aan de normen. Vanaf oktober vorig jaar hebben wij zeer goede resultaten. Er wordt een logboek bijgehouden met betrekking tot het reinigen van de installaties. Er wordt ook wekelijks gecontroleerd. De Milieu-inspectie werd door ons op de hoogte gebracht van de resultaten, alsook werd hen het logboek overgemaakt. Ik overhandig U een kopie van het logboek en van de analyseresultaten. Wij voldoen nu aan de lozingsnormen van het Vlarem. Vorige week hebben wij ter controle een nieuwe staal genomen, doch de resultaten zijn hier nog niet van gekend. Ik zal U een kopie bezorgen van de nieuwe staalname. Deze verklaring (met stukken) wordt opgenomen in het navolgend proces-verbaal van de politiezone Brugge met nr /13 van 13 november 2013, dat op 2 april 2014 aan het parket wordt verzonden. 12. Ondertussen wordt op 4 december 2013 door de verbalisant het volgende vastgesteld: 6

7 Op 6 september 2013 en op 12 november 2013 werden door onze diensten bijkomende schepmonsters genomen van het geloosde afvalwater. Bij beide monsternames werd vastgesteld dat de toestand van de meetgoot duidelijk verbeterd is tov vroeger. De meetgoot zou nu wekelijks gereinigd worden. Voor het monster genomen op 6 september 2013 (W/W/2013/M200/533) kunt u een kopie van het VMM en het analyseresultaat terugvinden in bijlage 1. Er werd enkel nog een overschrijding voor de parameter Titaan (Ti) vastgesteld Bij het nemen van dit monster was het bedrijf bezig met het uitvoeren van een meetcampagne. Resultaten van analyse van het tegenstaal werden niet bezorgd, wel resultaten van een monstername uitgevoerd op 4 september 2013 door Eurofins in opdracht van het bedrijf (zie bijlage 2). Hierbij lag de meetwaarde voor Titaan - mits verrekening van de meetfout (30%) betreft dit dus geen overschrijding van de norm. Voor het monster genomen op 12 november 2013 (W/W/2013/M200/546) kunt u een kopie van het VMM en het analyseresultaat terugvinden in bijlage 3. Er werd opnieuw een overschrijding voor de parameter Titaan (Ti) vastgesteld Op 4 december 2013 werden de analyseresultaten van het tegenstaal bezorgd (zie bijlage 4) hier werd geen overschrijding voor de parameter Titaan vastgesteld Voor de parameters Lood, Chroom, Koper, Antimoon en Vanadium werden geen overschrijdingen van de lozingsnormen meer vastgesteld (mits verrekening meetfout). Deze vaststellingen worden opgenomen in het navolgend proces-verbaal nr. BG64.H van 4 december 2013, dat op dezelfde datum wordt gesloten en op 5 december 2013 aan het parket wordt verzonden. 13 Op 15 april 2014 meldt de procureur des Konings aan de gewestelijke entiteit AMMC dat het milieumisdrijf (zoals vastgesteld in het aanvankelijk proces-verbaal van 8 augustus 2013) niet strafrechtelijk zal worden behandeld, nadat zij eerder op 20 januari 2014 de gewestelijke entiteit in kennis stelde van de verlenging van de beslissingstermijn om zich uit te spreken over de al dan niet strafrechtelijke behandeling van dit milieumisdrijf. 14. Op 18 april 2014 wordt door verzoekende partij een nieuwe staalname uitgevoerd, waarbij uit de analyseresultaten blijkt dat het geloosde afvalwater (rekening houdende met de meetfoutmarge) voldoet aan de lozingsnormen in de milieuvergunning van 17 februari Deze vaststelling wordt door verzoekende partij in navolging van haar verklaring van 18 maart 2014 overgemaakt aan de lokale politie en opgenomen in het navolgend proces-verbaal van de politiezone Brugge met nr /14 van 29 april 2014, dat op 5 mei 2014 aan het parket wordt verzonden. 15. Met een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs van 15 mei 2014 brengt de gewestelijke entiteit verzoekende partij op de hoogte van haar voornemen om (ingevolge de vaststellingen in het aanvankelijk proces-verbaal van 8 augustus 2013) desgevallend een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, al dan niet vergezeld van een voordeelontneming. Verzoekende partij wordt daarbij tevens uitgenodigd om haar schriftelijk verweer mee te delen, eventueel vergezeld van een vraag tot hoorzitting, terwijl zij ook de mogelijkheid krijgt om inzage te vragen in het 7

8 administratief dossier. Deze procedure is bij de gewestelijke entiteit gekend onder nr. 14/AMMC/476-M/HD. Per schrijven van 12 juni 2014 dient verzoekende partij een schriftelijk verweer in. 16. Op 10 juli 2014 verkrijgt verzoekende partij (in navolging van de milieuvergunning op proef van 28 maart 2013) een definitieve milieuvergunning voor de parameters barium (0,7 mg/l), kobalt (0,06 mg/l), seleen (0,03 mg/l) en vanadium (0,04 mg/l), waarbij de eerdere emissiegrenswaarden worden aangepast. 17. Per mail van 21 september 2015 vraagt de gewestelijke entiteit aan de Milieu-inspectie nadere informatie op met het oog op de opmaak van de boetebeslissing. Enerzijds wordt navraag gedaan omtrent de erkenning van laboratorium AL West BV op respectievelijk 18 april 2012 en 29 mei 2013 voor de analyse van de (overschreden) parameters waarvan sprake in voormelde aanvankelijke processen-verbaal, waaromtrent de Milieu-inspectie op 21 september 2015 nadere toelichting verschaft. Anderzijds wordt navraag gedaan omtrent de resultaten van gebeurlijke controles na de opmaak van de processen-verbaal evenals omtrent de stand van zaken inzake de milieuvergunning(svoorwaarden), waaromtrent de Milieu-inspectie op 14 oktober 2015 nadere toelichting verschaft. 18. Op 14 december 2015 legt de gewestelijke entiteit (in beide procedures, respectievelijk gekend onder nr. 13/AMMC/97-M/HD en onder nr. 14/AMMC/476-M/HD) de vermelde bestuurlijke geldboete op, waarvan verzoekende partij met een aangetekend schrijven met ontvangstbewijs van 22 december 2015 in kennis wordt gesteld. Deze beslissing wordt als volgt gemotiveerd: BEOORDELING Overwegende dat de vastgestelde feiten beoordeeld worden in toepassing van de artikelen tot en met DABM en artikel 76 Milieuhandhavingsbesluit. 3.1 Het milieumisdrijf en de toerekenbaarheid aan de overtreder Overwegende dat het laboratorium AL West B,V. op 18 april 2012 en op 23 mei 2012 o.a. erkend was voor de analyses van de parameters zilver, koper, lood, antimoon, arseen, barium, kobalt, seleen en vanadium in afvalwater en op 28 mei 2013 o.a. erkend was voor de analyses van de parameters koper, lood, antimoon en chroom in afvalwater. Overwegende dat laboratorium AL West B.V. op 18 april 2012 en op 23 mei 2012 niet erkend was voor de analyses van de parameters tin en titaan in afvalwater en op 28 mei 2013 niet erkend was voor de analyse van de parameter titaan in afvalwater; dat door het niet-erkend zijn van het labo voor het analyseren van de parameters tin en titaan de beperkte overschrijdingen van de bijzondere lozingsnormen uit de milieuvergunning 31005/330/3/A/1 d.d. 17 februari 2011 van deze parameters, de vermeende overschrijding van de parameters tin en titaan onvoldoende bewezen zijn en daardoor niet worden in acht genomen bij de beoordeling van de feiten. Overwegende dat zilver, koper, lood, antimoon, arseen, chroom, barium, kobalt, seleen en vanadium stoffen van lijst II van bijlage 2C van VLAREM I zijn; dat 8

9 conform artikel van VLAREM II enkel gevaarlijke stoffen als bedoeld in bijlage 2C van VLAREM 1, geloosd mogen worden in concentraties hoger dan de indelingscriteria, als in de milieuvergunning emissiegrenswaarden werden opgenomen; dat voor de parameters barium, kobalt, seleen en vanadium geen emissiegrenswaarden in de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/A/1 d.d. 17 februari 2011 werden opgenomen, waardoor dit artikel werd overtreden; dat er voor de parameters barium, kobalt, seleen en vanadium bijgevolg teruggegrepen wordt naar het indelingscriterium. Overwegende dat het indelingscriterium zoals vermeld in artikel 3 van bijlage van VLAREM II voor de parameters kobalt en seleen lager lag dan de rapportagegrens zoals vermeld in artikel 4 van bijlage van VLAREM II; dat conform artikel 3 van bijlage van VLAREM II bij de beoordeling van de parameters kobalt en seleen rekening gehouden wordt met de rapportagegrens. Overwegende dat in de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/A/1 d.d. 17 februari 2011 volgende emissiegrenswaarden werden opgenomen, van toepassing voor de staalname d.d. 18 april 2012, 23 mei 2012 en 28 mei 2013: Zilver 0,065 mg/i Koper: 0,5 mg/i Lood: 0,5 mg/i Antimoon: 0,05 mg/i Arseen: 0,05 mg/i Chroom: 0,2 mg/l Overwegende in de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/W/1 d.d. 28 maart 2013 volgende emissiegrenswaarden werden opgenomen, van toepassing voor de staalname d.d. 28 mei 2013: Barium: 0,7 mg/1 Kobalt: 0,07 mg/i Seleen; 0,08 mg/i Vanadium: 0,04 mg/l Overwegende in de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/A/2 d.d. 10 juli 2014 volgende emissiegrenswaarden werden opgenomen: Barium: 0,7 mg/i Kobalt: 0,06 mg/i Selenium: 0,03 mg/i Vanadium: 0,04 mg/i Overwegende dat bij de staalnamen op 18 april 2012, 23 mei 2012 en 28 mei 2013 volgende resultaten werden vastgesteld: Overwegende dat voor de staalname d.d. 18 april 2012 van het, schepmonster W/W/2012/M200/612 overeenkomstig artikel van VLAREM II de emissiegrenswaarde van de parameter zilver geacht wordt overtreden te zijn aangezien de gemeten waarde voor deze parameter, na verrekening van de in bijlage van VLAREM II voor deze parameter voorziene precisie- en juistheideisen, hoger is dan de voor deze parameter geldende emissiegrenswaarde. Overwegende dat voor de staalname d.d. 18 april 2012 van het schepmonster 9

10 W/W/2012/M200/612 en voor de staalname d.d. 28 mei 2013 van het schepmonster W/W/2013/M200/518 overeenkomstig artikel van VLAREM II de emissiegrenswaarden van de parameters koper en antimoon geacht worden overtreden te zijn aangezien de gemeten waarden voor deze parameters, na verrekening van de in bijlage van VLAREM II voor deze parameters voorziene precisie- en juistheideisen, hoger zijn dan de voor deze parameters geldende emissiegrenswaarden. Overwegende dat voor de staalname d.d. 18 april 2012 van het schepmonster W/W/2012/M200/612, voor de staalname d.d. 23 mei 2012 van het schepmonster W/W/2012/M200/618 en voor de staalname d.d. 28 mei 2013 van het schepmonster W/W/2013/M200/518 overeenkomstig artikel van VLAREM II de emissiegrenswaarden van de parameter lood geacht wordt overtreden te zijn aangezien de gemeten waarden voor deze parameter, na verrekening van de in bijlage van VLAREM II voor deze parameters voorziene precisie- en juistheideisen, hoger zijn dan de voor deze parameter geldende emissiegrenswaarden. Overwegende dat voor de staalname d.d. 23 mei 2012 van het schepmonster W/W/2012/M200/618 overeenkomstig artikel van VLAREM II de emissiegrenswaarde van de parameter arseen geacht wordt overtreden te zijn aangezien de gemeten waarde voor deze parameter, na verrekening van de in bijlage van VLAREM II voor deze parameter voorziene precisie- en juistheideisen, hoger is dan de voor deze parameter geldende emissiegrenswaarde. Overwegende dat voor de staalname d.d. 28 mei 2013 van het schepmonster W/W/2013/M200/518 overeenkomstig artikel van VLAREM II de emissiegrenswaarde van de parameter chroom geacht wordt overtreden te zijn aangezien de gemeten waarde voor deze parameter, na verrekening van de in bijlage van VLAREM II voor deze parameter voorziene precisie- en juistheideisen, hoger is dan de voor deze parameter geldende emissiegrenswaarde. Overwegende dat voor de staalname d.d. 18 april 2012 van het schepmonster W/W/2012/M200/612 en voor de staalname d.d. 23 mei 2012 van het schepmonster. W/W/2012/M200/618 overeenkomstig artikel van VLAREM II de emissiegrenswaarden van de parameters barium, kobalt, seleen en vanadium geacht worden overtreden te zijn aangezien de gemeten waarden voor deze parameters, na verrekening van de in bijlage van VLAREM II voor deze parameters voorziene precisie- en juistheideisen, hoger zijn dan de voor deze parameters geldende emissiegrenswaarden. Overwegende dat uit de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/W/1 d.d. 28 maart 2013 blijkt dat de vermoedelijke overtreder een wijziging van de lozingsnormen verkregen had; dat volgende normen werden opgenomen: barium 0,7 mg/i, kobalt 0,07 mg/i, seleen 0,08 mg/i en vanadium 0,04 mg/i; dat bij toetsing van de analyseresultaten van het proces-verbaal BG64.H d.d. 7 juni 2012 aan de nieuwe lozingsnormen er voor de staalname d.d. 18 april 2012 geen overschrijdingen van de parameters barium, kobalt, seleen en vanadium zouden zijn vastgesteld en voor de staalname d.d. 23 mei 2012 geen overschrijdingen voor de parameters barium. seleen en vanadium zouden zijn vastgesteld; dat vermoedelijke overtreder ten tijde van de vaststellingen voor beide staalnamen niet beschikte over een afwijking van de lozingsnorm en bijgevolg de indelingscriteria 10

11 diende te respecteren; dat het bekomen van een afwijking van de lozingsnorm bijgevolg het milieumisdrijf niet wegneemt, nu deze afwijking niet gold ten tijde van de vaststellingen. Overwegende dat uit de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/A/2 d.d. 10 juli 2014 die de vermoedelijke overtreder later nog verkreeg, blijkt dat de vermoedelijke overtreder opnieuw een wijziging van de lozingsnormen verkregen heeft; dat volgende normen werden opgenomen: barium 0,7 mg/i, kobalt 0,06 mg/i, seleen 0,03 mg/i en vanadium 0,04 mg/i; dat bij toetsing van de analyseresultaten van het proces-verbaal BG64.H d.d. 7 juni 2012 aan de nieuwe lozingsnormen er voor de staalname d.d. 18 april 2012 geen overschrijdingen van de parameters barium, kobalt en vanadium zouden zijn vastgesteld en er voor de staalname d.d. 23 mei 2012 geen overschrijdingen van de parameters barium, seleen en vanadium zouden zijn vastgesteld; dat vermoedelijke overtreder zich ten tijde van de vaststellingen diende te houden aan de op dat ogenblik van toepassing zijnde lozingsnormen; dat het bekomen van de nieuwe lozingsnorm bijgevolg het milieumisdrijf niet wegneemt nu deze nieuwe norm niet gold ten tijde van de vaststellingen. Overwegende dat conform artikel 22 van het Milieuvergunningsdecreet de exploitant van een inrichting verplicht is de exploitatievoorwaarden na te leven. Overwegende dat conform artikel 43 van VLAREM I de exploitant van een inrichting verplicht is de in de milieuvergunning opgelegde bijzondere voorwaarden, de voor de inrichting geldende algemene of per categorie van inrichtingen door de Vlaamse regering in toepassing van artikel 20 van het decreet vastgestelde milieuvergunningsvoorwaarden, alsmede alle andere op de exploitatie van de inrichting van toepassing zijnde wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, met betrekking tot de bescherming van het leefmilieu, van de oppervlaktewateren en van de externe veiligheid na te leven. Overwegende dat bovenvermelde feiten een schending uitmaken van volgende regelgeving: artikel 22 van het Milieuvergunningsdecreet; artikel 43 van VLAREM I; artikel van VLAREM II. Overwegende dat bovenvermelde feiten vallen onder de definitie van milieumisdrijf conform artikel DABM waarvoor een alternatieve bestuurlijke geldboete kan worden opgelegd. Overwegende dat de feiten vaststaan in hoofde van overtreder. 3.2 De hoogte van de boete Overwegende dat bij de bepaling van de hoogte van de geldboete rekening wordt gehouden met de ernst van het milieumisdrijf, de frequentie en de omstandigheden waarin het milieumisdrijf is gepleegd of beëindigd De ernst van de feiten Algemeen Overwegende dat bovenvermelde regelgeving ertoe strekt om de negatieve milieuen veiligheidsinvloeden van menselijke bedrijvigheden en handelingen die 11

12 milieubelastend (kunnen) zijn, of die gevaarrisico's in zich (kunnen) dragen, te voorkomen of te beperken. Overwegende dat de emissiegrenswaarden tot doel hebben om het leefmilieu, de gezondheid en veiligheid van de bevolking te beschermen; dat dit mede gebeurt door het opleggen van strikte voorwaarden waaraan bij de exploitatie van deze inrichtingen moet voldaan worden opdat de emissies naar het milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden, dat controle over emissies noodzakelijk is om alle milieurisico's en hinder voor de omgeving tot een minimum te beperken. Overwegende dat op 18 april 2012 het ogenblikkelijke debiet 3,29 m 3 /uur bedroeg, en op 23 mei 2012 het ogenblikkelijke debiet 5,2 m 3 /uur bedroeg; dat er op 28 mei 2013 geen ogenblikkelijk debiet werd gemeten; dat de overtreder op 28 mei 2013 vergund was voor het lozen van maximum 9 m 3 /uur, 75 m 3 /dag en m 3 /jaar bedrijfsafvalwater in de openbare riolering. Overwegende dat de overtreder het misdrijf in professioneel verband heeft gepleegd. Overwegende dat uit de resultaten van de verschillende stalen blijkt dat de parameters koper, lood, antimoon, barium, kobalt, seleen en vanadium meerdere malen werd overschreden; dat in het kader van deze boetebeslissing, in het voordeel van de overtreder, bij het bepalen van de hoogte van de geldboete enkel de zwaarste overschrijding per parameter wordt meegenomen (en niet telkens de overschrijding per staalname). Gevaarlijke stoffen Overwegende dat de Richtlijn 2000/60/EG van 23 oktober 2000 van het Europese Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (hierna Europese kaderrichtlijn Water (KRW)) de verwezenlijking van een goede chemische en ecologische toestand van de oppervlaktewateren op Vlaamse niveau onder meer wordt gekarakteriseerd aan de hand van basismilieukwaliteitsnormen voor gevaarlijke stoffen (conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010); dat deze normen (de zogenaamde in indelingscriteria (IC)) concentraties betreffen beneden dewelke gevaarlijke stoffen in het bedrijfsafvalwater mogen geloosd worden zonder dat er ecotoxicologische effecten worden veroorzaakt voor het ecosysteem. Overwegende dat de exploitanten van inrichtingen voor "het lozen van bedrijfsafvalwater conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 2010 over een overgangsperiode beschikten om zich in regel te stellen met deze normen; dat de exploitanten overeenkomstig het besluit op basis van meetresultaten dienden na te gaan in hoeverre de geloosde concentraties van de gevaarlijke stoffen, voor dewelke geen normen in de milieuvergunning waren opgenomen, boven de indelingscriteria lagen. Overwegende dat de vergunningverlenende overheid bij het toekennen van bijzondere lozingsvoorwaarden in de milieuvergunning onder meer rekening moeten houden met volgende elementen: de Best Beschikbare Technieken (BBT) vormen het minimale kader voor het vastleggen van de vergunningsvoorwaarden, voor alle gevaarlijke stoffen vormen sanering aan de bron, progressieve vermindering van het halen van de milieukwaliteitsnormen het uitgangspunt, en voor de meest gevaarlijke stoffen en de verontreinigende stoffen is het voorkomen en beëindigen 12

13 van de verontreiniging het uitgangspunt. Zilver Overwegende dat de bijzondere lozingsnorm uit de milieuvergunning 31005/330/3/A/1 d.d. 17 februari 2011 voor zilver 0,065 mg/1 bedraagt, dat in het geloosde afvalwater op 18 april 2012 een waarde gemeten werd van 0,1 mg/i, dat na verrekening van de precisie- en juistheidseisen voor deze parameter, zijnde een mogelijke meetfout van in totaal 30% cfr. artikel 4 1 van bijlage VLAREM II, de concentratie in het geloosde afvalwater minstens0,07 mg/1 bedroeg; dat dit een overschrijding betekent van minstens 1 keer de emissiegrenswaarde; dat in het voordeel van de overtreder, bij het bepalen van de hoogte van de boete, uitgegaan wordt van deze minimale overschrijding. Overwegende dat het veiligheidsinformatieblad voor zilver vermeldt dat er bij blootstelling aan deze stof gevaar is voor cumulatieve effecten; dat zilver irritatie aan de ogen, huid, ademhalingswegen en spijsverteringsstelsel kan veroorzaken. Overwegende dat zilver(verbindingen) in Lijst II ("grijze lijst") van Bijlage 2C van VLAREM I staan, wat betekent dat de lozing van deze schadelijke stoffen in het aquatisch milieu dient te worden verminderd overeenkomstig artikel 2.3.6, van VLAREM II. Overwegende dat een verhoogde concentratie aan zilver(verbindingen) in de ontvangende rioolwaterzuiveringsinstallatie (hierna RWZI) kan leiden tot een verhoogde adsorptie aan het slib (afhankelijk van de omstandigheden), en zodoende een verhoogd slibgehalte, waardoor meer slib moet verwijderd worden. Koper Overwegende dat de bijzondere lozingsnorm uit de milieuvergunning 31005/330/3/A/1 d.d. 17 februari 2011 voor koper 0,5 mg/i bedraagt, dat in het geloosde afvalwater op 28 mei 2013 een waarde gemeten werd van 0,96 mg/l," dat na verrekening van de precisie- en juistheidseisen voor deze parameter, zijnde een mogelijke meetfout van in totaal 30% cfr. artikel 4 1 van bijlage VLAREM II, de concentratie in het geloosde afvalwater minstens 0,672 mg/i bedroeg; dat dit een overschrijding betekent van minstens 1 keer de emissiegrenswaarde; dat in het voordeel van de overtreder, bij het bepalen van de hoogte van de boete, uitgegaan wordt van deze minimale overschrijding. Overwegende dat koper in het milieu op lange termijn schadelijke effecten kan veroorzaken; dat het veiligheidsinformatieblad voor koper vermeldt dat deze stof in poedervorm brandbaar is, en dat ze irritatie aan de ogen, de huid, de ademhalingswegen en het spijsverteringsstelsel kan. Overwegende dat koper(verbindingen) in Lijst II ("grijze lijst") van Bijlage 2C van VLAREM I staan Wat betekent dat de lozing van deze schadelijke stoffen in het aquatisch milieu dient te worden verminderd overeenkomstig artikel van VLAREM Overwegende dat koper Is opgenomen in de verklaring van de 3e Noordzeeconferentie (internationaal verdrag), die een emissiereductie naar water en lucht nastreeft. 13

14 Overwegende dat een verhoogde concentratie aan koper(verbindingen) in de ontvangende RWZI kan leiden tot een verhoogde adsorptie aan het slib (afhankelijk van de omstandigheden), en zodoende een verhoogd slibgehalte, waardoor meer slib moet verwijderd worden. Lood Overwegende dat de bijzondere lozingsnorm uit de milieuvergunning 31005/330/3/A/1 d.d. 17 februari 2011 voor lood 0,5 mg/i bedraagt, dat in het geloosde afvalwater op 23 mei 2012 een waarde gemeten werd van 2,2 mg/i, dat na verrekening van de precisie- en juistheidseisen voor deze parameter, zijnde een mogelijke meetfout van in totaal 30% cfr. artikel 4 1 van bijlage VLAREM II, de concentratie in het geloosde afvalwater minstens 1,54 mg/i bedroeg; dat dit een overschrijding betekent van minstens 3 keer de emissiegrenswaarde; dat in het voordeel van de overtreder; bij het bepalen van de hoogte van de boete, uitgegaan wordt van deze minimale overschrijding. Overwegende dat lood schadelijk en giftig is bij inademing, en schadelijk en giftig is bij opname door mond; dat er een gevaar is voor cumulatieve effecten en voor ernstige onherstelbare effecten. Overwegende dat het veiligheidsinformatieblad voor lood vermeldt dat deze stof mogelijk kankerverwekkend is, en dat er onherstelbare effecten, verminderde vruchtbaarheid en schade aan het ongeboren kind kunnen optreden; dat het irritatie aan ogen en huid, en schade aan de nieren en het zenuwstelsel kan veroorzaken. Overwegende dat loodverbindingen) prioritaire stoffen zijn volgens Bijlage X bij de Kaderrichtlijn Water 2000/60/EG (EC, 2001); dat de Kaderrichtlijn water voorziet dat maatregelen worden getroffen om te komen tot de stapsgewijze vermindering van lozingen, emissies en verliezen van deze stoffen. Overwegende dat lood(verbindingen) in Lijst II ("grijze lijst") van Bijlage 2C van VLAREM I staan wat betekent dat de lozing van deze schadelijke stoffen in het aquatisch milieu dient te worden verminderd overeenkomstig artikel van VLAREM II. Overwegende dat lood opgenomen is in de verklaring van de 3e Noordzeeconferentie (internationaal verdrag), die een emissiereductie naar water en lucht nastreeft; dat deze stof ook op de OSPAR lijst staat met stoffen voor welke prioritaire actie moet genomen worden; dat de OSPAR-strategie Gevaarlijke Stoffen tot doel heeft te komen tot een nulemissie van gevaarlijke stoffen tegen Overwegende dat een verhoogde concentratie aan lood(verbindingen) in de ontvangende RWZI kan leiden tot een verhoogde adsorptie aan het slib (afhankelijk van de omstandigheden), en zodoende een Verhoogd slibgehalte, waardoor meer slib moet verwijderd worden. Antimoon Overwegende dat de bijzondere lozingsnorm uit de milieuvergunning 31005/330/3/A/1 d.d. 17 februari 2011 voor antimoon 0,05 mg/i bedraagt, dat in het geloosde afvalwater op 18 april 2012 een waarde gemeten werd van 0,088 mg/i, dat na verrekening van de precisie- en juistheidseisen voor deze parameter, zijnde een mogelijke meetfout van in totaal 30% cfr. artikel 4 1 van bijlage

15 VLAREM II, de concentratie in het geloosde afvalwater minstens 0,0616 mg/i bedroeg; dat dit een overschrijding betekent van minstens 1 keer de emissiegrenswaarde; dat in het voordeel van de overtreder, bij het bepalen van de hoogte van de boete, uitgegaan wordt van deze minimale overschrijding. Overwegende dat het veiligheidsinformatieblad voor antimoon vermeldt dat deze stof schadelijk en milieugevaarlijk is; dat antimoon schadelijk is bij inademing en opname door de mond. Overwegende dat antimoon(verbindingen) in Lijst II ("grijze lijst") van Bijlage 2C van VLAREM I staan wat betekent dat de lozing van deze schadelijke stoffen in het aquatisch milieu dient te worden verminderd overeenkomstig artikel van VLAREM II. Overwegende dat een verhoogde concentratie aan antimoon(verbindingen) in de ontvangende RWZI kan vooral leiden tot een verhoogde adsorptie aan het slib (afhankelijk van de omstandigheden), en zodoende een verhoogd slibgehalte, waardoor meer slib moet verwijderd worden; dat antimoonverwijdering door microorganismen in het actief slib van de ontvangende rioolwaterzuiveringsinstallatie niet mogelijk is. Arseen Overwegende dat de bijzondere lozingsnorm uit de milieuvergunning 31005/330/3/A/1 d.d. 17 februari 2011 voor arseen 0,05 mg/i bedraagt, dat in het geloosde afvalwater op 23 mei 2012 een waarde gemeten werd van 0,088 mg/i, dat na verrekening van de precisie- en juistheidseisen voor deze parameter, zijnde een mogelijke meetfout van in totaal 30% cfr, artikel 4 1 van bijlage VLAREM II, de concentratie in het geloosde afvalwater minstens 0,0616 mg/i bedroeg; dat dit een overschrijding betekent van minstens 1 keer de emissiegrenswaarde; dat in het voordeel van de overtreder, bij het bepalen van de hoogte van de boete, uitgegaan wordt van deze minimale overschrijding. Overwegende dat arseenverbindingen) in Lijst II ("grijze lijst") van Bijlage 2C van VLAREM 1 staan wat betekent dat de lozing van deze schadelijke stoffen in het aquatisch milieu dient te worden verminderd overeenkomstig artikel van VLAREM II. Overwegende dat arseen is opgenomen in de verklaring van de 3e Noordzeeconferentie (internationaal verdrag), die een emissiereductie naar water en lucht nastreeft. Overwegende dat een verhoogde concentratie aan arseen(verbindingen) in de ontvangende RWZI kan lelden tot een verhoogde adsorptie aan het slib (afhankelijk van de omstandigheden), en zodoende een verhoogd slibgehalte, waardoor meer slib moet verwijderd worden; dat de opgeloste arseenverbindingen echter mobiel zijn en via het effluent terug in het oppervlaktewater zullen terechtkomen, waar het effecten kan veroorzaken. Overwegende dat opgeloste arseenverbindingen over een lange afstand kunnen getransporteerd worden in water, zodat verontreinigingen snel uitdijen over een groter geografisch gebied; dat aquatische organismen arseen gemakkelijk accumuleren, zodat er een kans is op doorvergiftiging naar hogere organismen 15

16 zoals de mens. Chroom Overwegende dat de bijzondere lozingsnorm uit de milieuvergunning 31005/330/3/A/1 d.d. 17 februari 2011 voor chroom 0,2 mg/i bedraagt, dat in het geloosde afvalwater op 28 mei 2013 een waarde gemeten werd van 0,32 mg/i, dat na verrekening van de precisie- en juistheidseisen voor deze parameter, zijnde een mogelijke meetfout van in totaal 30% cfr. artikel 4 1 van bijlage 4.2.5,2. VLAREM II, de concentratie in het geloosde afvalwater minstens 0,224 mg/1 bedroeg: dat dit een overschrijding betekent van minstens 1 keer de emissiegrenswaarde; dat in het voordeel van de overtreder, bij het bepalen van de hoogte van de boete, uitgegaan wordt van deze minimale overschrijding. overwegende dat. het veiligheidsinformatieblad voor chroom vermeldt dat deze stof irritatie aan de ogen, de huid, de ademhalingswegen, alsook schade aan de lever en de nieren kan veroorzaken; dat bij blootstelling aan deze stof onherstelbare effecten niet uitgesloten zijn. Overwegende dat chroom in Lijst II ("grijze lijst") van Bijlage 2C van VLAREM I staat wat betekent dat de lozing van deze schadelijke stof in het aquatisch milieu dient te worden verminderd overeenkomstig artikel 2.3, van VLAREM II. Overwegende dat chroom is opgenomen in de verklaring van de 3e Noordzeeconferentie (internationaal verdrag), die een emissiereductie naar water en lucht nastreeft; dat het element chroom niet biodegradeerbaar is wat betekent dat deze stof over een lange afstand kan getransporteerd worden, b.v. in de richting van de Noordzee. Overwegende dat indien chroom geloosd wordt op de riolering met aansluiting op een RWZI, chroom kan adsorberen aan het slib (afhankelijk van de omstandigheden). Barium Overwegende dat de overtreder na de vaststelling van de overschrijding een afwijking aanvroeg van de lozingsnorm voor de parameter barium; dat uit de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/W/1 d.d. 28 maart 2013 en uit de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/A/2 d.d. 10 juli 2014 blijkt dat de overtreder de afwijking van de lozingsnorm voor parameter barium verkregen heeft; dat de nieuwe norm voor barium in beide milieuvergunningen 0,7 mg/1 bedraagt; dat uit deze afwijking blijkt dat de vergunningverlenende overheid de lozing van een hogere concentratie aanvaardbaar acht; dat bij toetsing van de analyseresultaten van het proces-verbaal d.d. 7 juni 2012 aan de nieuwe lozingsnorm er geen overschrijding van de parameter barium zou zijn vastgesteld; dat dit de ernst van de feiten relativeert; dat dit wordt meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het boetebedrag. Overwegende dat het veiligheidsinformatieblad voor barium vermeldt dat deze stof ontvlambaar is, en dat fijne partikels in de lucht explosieve mengsels kunnen vormen; dat blootstelling aan barium irritatie van de ademhalingswegen, huid en de ogen kan veroorzaken. Overwegende dat barium(verbindingen) in Lijst II ("grijze lijst") van Bijlage 2C van 16

17 VLAREM 1 staan wat betekent dat de lozing van deze schadelijke stoffen in het aquatisch milieu dient te worden verminderd overeenkomstig artikel van VLAREM II. Overwegende dat een verhoogde concentratie aan barium(verbindingen) in de ontvangende RWZI In het geval van oplosbare bariumverbindingen vaak gewoon terug zal in het oppervlaktewater terechtkomen, waar het effecten kan veroorzaken; dat in het geval van onoplosbare bariumverbindingen ze zullen bijdragen tot een verhoogde adsorptie aan het slib (afhankelijk van de omstandigheden), en een verhoogd slibgehalte. Kobalt Overwegende dat de overtreder na de vaststelling van de overschrijding een afwijking aanvroeg van de lozingsnorm voor de parameter kobalt; dat uit de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/W/1 d.d. 28 maart 2013 en uit de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/A/2 d.d. 10 juli 2014 blijkt dat de overtreder de afwijking van de lozingsnorm voor parameter kobalt verkregen heeft; dat de nieuwe norm voor kobalt uit de milieuvergunning d.d. 28 maart ,07 mg/i bedraagt; dat de nieuwe norm voor kobalt uit de milieuvergunning d.d. 14 juli ,06 mg/i bedraagt; dat uit deze afwijking blijkt dat de vergunningverlenende overheid de lozing van een hogere concentratie aanvaardbaar acht; dat dit de ernst van de feiten relativeert. Overwegende dat bij toetsing van de analyseresultaten van het proces-verbaal d.d. 7 juni 2012 aan de lozingsnormen uit beide milieuvergunningen d.d. 28 maart 2013 en d.d. 14 juli 2014 er nog steeds een overschrijding van de parameter kobalt zou zijn vastgesteld; dat in het geloosde afvalwater op 23 mei 2012 een waarde gemeten werd van 0,12 mg/i, dat na verrekening van de precisie- en juistheidseisen voor deze parameter, de concentratie in het geloosde afvalwater minstens 0,084 mg/i bedroeg; dat dit een overschrijding betekent van minstens 1 keer de nieuw vergunde emissiegrenswaarden uit beide milieuvergunningen d.d. 28 maart 2013 en d.d. 14 juli 2014; dat dit evenwel de ernst van de feiten relativeert; dat dit wordt meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het boetebedrag. Overwegende dat kobalt overgevoeligheid kan veroorzaken bij inademing of contact met de huid; dat kobalt in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten kan veroorzaken; dat de belangrijkste blootstellingroutes voor de mens via opname vanuit voeding, via drinkwater, via de lucht en via huidcontact zijn. Overwegende dat kobalt(verbindingen) in Lijst II ("grijze lijst") van Bijlage 2C van VLAREM 1 staan wat betekent dat de lozing van deze schadelijke stoffen In het aquatisch milieu dient te worden verminderd overeenkomstig artikel van VLAREM.II. Overwegende dat een verhoogde concentratie aan kobalt(verbindingen) in de ontvangende RWZI kan leiden tot een verhoogde adsorptie aan het slib (afhankelijk van de omstandigheden), en zodoende een verhoogd slibgehalte, waardoor meer slib moet verwijderd worden. Seleen Overwegende dat de overtreder na de vaststelling van de overschrijding een afwijking aanvroeg van de lozingsnorm voor de parameter seleen; dat uit de 17

18 milieuvergunning met referentie 31005/330/3/W/1 d.d. 28 maart 2013 en uit de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/A/2 d.d. 10 juli 2014 blijkt dat de overtreder de afwijking van de lozingsnorm voor parameter seleen verkregen heeft; dat de nieuwe norm voor seleen uit de milieuvergunning d.d. 28 maart ,08 mg/i bedraagt; dat de nieuwe norm voor seleen uit de milieuvergunning d.d. 14 juli ,03 mg/i bedraagt; dat uit deze afwijking blijkt dat de vergunningverlenende overheid de lozing van een hogere concentratie aanvaardbaar acht; dat dit de ernst van de feiten relativeert. Overwegende dat bij toetsing van de analyseresultaten van het proces-verbaal d.d. 7 juni 2012 aan de lozingsnorm uit de milieuvergunning d.d. 28 maart 2013 er geen overschrijding van de parameter barium zou zijn vastgesteld; dat bij toetsing van de analyseresultaten van het proces-verbaal d.d. 7 juni 2012 aan de lozingsnorm d.d. 14 juli 2014 er nog steeds overschrijding van de parameter seleen zou zijn vastgesteld; dat in het geloosde afvalwater op 18 april 2012 een waarde gemeten werd van 0,065 mg/1, dat na verrekening van de precisie- en juistheidseisen voor deze parameter, de concentratie in het geloosde afvalwater immers minstens 0,0455 mg/i bedroeg; dat dit een overschrijding betekent van minstens 1 keer de nieuw vergunde emissiegrenswaarde uit de milieuvergunning d.d. 14 juli 2014; dat dit evenwel de ernst van de feiten relativeert; dat dit wordt meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het boetebedrag. Overwegende dat seleen een stof is die giftig is bij inademing en opname door de mond, waarbij er gevaar is voor cumulatieve effecten. Overwegende dat seleen(verbindingen) in Lijst 11 ("grijze lijst") van Bijlage 2C van VLAREM I staan wat betekent dat de lozing van deze schadelijke stoffen in het aquatisch milieu dient te worden verminderd overeenkomstig artikel van VLAREM II. Overwegende dat een verhoogde concentratie aan seleen(verbindingen) in de ontvangende RWZI kan lelden tot een verhoogde adsorptie aan het slib (afhankelijk van de omstandigheden), en zodoende een verhoogd slibgehalte, waardoor meer slib moet verwijderd worden; dat daarnaast ook een deel van de (oplosbare) seleenverbindingen via het effluent terug in het oppervlaktewater kan terechtkomen, waar het effecten kan veroorzaken. Vanadium Overwegende dat de overtreder na de vaststelling van de overschrijding een afwijking aanvroeg van de lozingsnorm voor de parameter vanadium; dat uit de milieuvergunning met referentie 31005/330/3/W/1 d.d. 28 maart 2013 en uit de milieuvergunning 31005/330/3/A/2 d.d. 10 juli 2014 blijkt dat de overtreder de afwijking van de lozingsnorm voor de parameter vanadium verkregen heeft; dat de nieuwe norm voor vanadium in beide milieuvergunningen 0,04 mg/1 bedraagt; dat uit deze afwijking blijkt dat de vergunningverlenende overheid de lozing van een hogere concentratie aanvaardbaar acht; dat bij toetsing van de analyseresultaten van het proces-verbaal d.d. 7 juni 2012 aan de nieuwe lozingsnorm er geen overschrijding van de parameter vanadium zou zijn vastgesteld: dat dit de ernst van de feiten relativeert; dat dit wordt meegenomen bij het bepalen van de hoogte van het boetebedrag. Overwegende dat het veiligheidsinformatieblad voor vanadium. vermeldt dat deze 18

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0019 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0007/M Verzoekende partij de nv SEAGULL vertegenwoordigd door de heren Bart DECRAEMER

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 21 februari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0024 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0075/M Verzoekende partij de nv GRL GLASRECYCLING vertegenwoordigd door advocaat Iris

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0085 van 31 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0022/M/0019 In zake: de gemeente WELLEN, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0109 van 21 april 2016 in de zaak MHHC1415/0063/M/0051 In zake: de bvba GREENERGY bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Isabelle LARMUSEAU en Alison

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0045 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0097/M Verzoekende partij Verwerende partij Marc Broucke, met woonplaatskeuze te 8830 Hooglede,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0003 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0139/M Verzoekende partij de bvba TRANSPORT NEVEN, met zetel te 3830 Wellen, Kleinaartstraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0047 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0099/M Verzoekende partij de bvba IMBRECHTS, met zetel te 1910 Kampenhout, Haachtsesteenweg

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 21 februari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0027 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0087/M Verzoekende partij de nv DIRESCO vertegenwoordigd door advocaat Koen GEELEN, Bernard

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0113 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0065/M/0053 In zake: de nv AGROTECH BELGASIA, met zetel te 8870 Izegem, Gentse Heerweg 78 waar woonplaats wordt

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0076 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0109/M Verzoekende partij de bvba JACQUES GHEYSENS vertegenwoordigd door advocaat Thomas BAILLEUL

Nadere informatie

Infosessies geluidsnormen muziek

Infosessies geluidsnormen muziek Infosessies geluidsnormen muziek Sigrid Raedschelders/ Anne Van Riet Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer (AMMC) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Overzicht 1. Regelgeving m.b.t.

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/10-K7 van 19 februari 2015 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Mario DEKETELAERE, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 juli 2017 met nummer MHHC- M /1617/0114 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0147/M Verzoekende partij de bvba M.V.T. TRANS vertegenwoordigd door advocaat Noëlla VIAENE

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/25-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de NV [ ], met maatschappelijke zetel te [ voor en namens wie optreedt mr. Steven VAN GEETERUYEN, advocaat, met kantoor

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 juli 2017 met nummer MHHC/M/1617/0112 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0049/M Verzoekende partij de nv CLAREBOUT POTATOES, met woonplaatskeuze op de zetel te 8950

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 maart 2018 met nummer HHC/M/1718/0079 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0085/M Verzoekende partij de nv EUROGAS BELGIUM vertegenwoordigd door advocaat Theo MARCOURS met

Nadere informatie

college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 februari 2016 beraadslaging/proces verbaal Kopie college van burgemeester en schepenen Zitting van 5 februari 2016 Besluit A-punt GOEDGEKEURD stadsontwikkeling / vergunningen Samenstelling de heer Bart De Wever, burgemeester

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement. 37020/53/4/W/1 Besluit van de deputatie van de Provincieraad, in verband met de aanvraag van tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden van N.V. ARDO / ARDO E. HASPESLAGH gelegen te Wezestraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0068 van 3 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0008/M/0004 In zake: de nv WILLEMS RECUPERATIEBEDRIJF, met zetel te 8470 Gistel, Kalsijdebrug 3 bijgestaan en

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0039 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/50-M In zake : de NV [] met zetel te [], en ondernemingsnummer [] bijgestaan en vertegenwoordigd door : advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 14 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0040 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0094/M Verzoekende partij de heer Albert VANDAELE, met woonplaatskeuze te 8660 De Panne,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 20 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0066 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0069/M Verzoekende partij de bvba AURO-TECH, met woonplaatskeuze te 9111 Sint-Niklaas,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLWV-2011-0042/GVDA/age BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0075 van 10 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0010/M/0005 In zake: De SAS CARGILL FRANCE bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Jan STIJNS met kantoor

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0064 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0062/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Silvy DENDAUW, wonende te 8940 Wervik,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLWV-2011-0029/ELSL/mben BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 6 februari 2018 met nummer MHHC/M/1718/0060 in de zaak met rolnummer 1617/MHHC/0064/M Verzoekende partij Verwerende partij de bvba GARAGE ZILLEBEEK, met zetel te 9120

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/31-K6 van 13 augustus 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement. 37020/25/3/W/5 Besluit van de deputatie van de Provincieraad, in verband met de aanvraag van Hoedanigheid Naam Aanvrager D'ARTA Pittemsestraat 58 A 8850 Ardooie tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0073 van 10 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/0005/M/0002 In zake: de nv COMPAGNIE BELGE DE MANUTENTION bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Isabelle

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1006

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1006 VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/00066228/1006 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, LANDBOUW EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING HOUDENDE UITSPRAAK OVER EEN AANVRAAG INGEDIEND DOOR DE NV ACB, VOSMEER 3, 9200

Nadere informatie

Bestuurlijke handhaving: afhandeling van een proces-verbaal

Bestuurlijke handhaving: afhandeling van een proces-verbaal Bestuurlijke handhaving: afhandeling van een proces-verbaal - afdelingshoofd Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer Milieunetwerkdag voor lokale politie 13 mei 2014 Inhoud 2. Bestuurlijke

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0092 in de zaak met rolnummer 1617-RvVb-0521-A Verzoekende partij de nv ASPIRAVI vertegenwoordigd door advocaat Gregory

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 9 oktober 2018 met nummer HHC/M/1819/0013 in de zaak met rolnummer 1718/HHC/0024/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Maria VAN HOVE wonende te 2270 Herenthout,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/53-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt de heer [ ], zaakvoerder, hierna de verzoekende

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0116 van 26 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0085/M/0077 In zake: de nv AB-INVEST, met zetel te 3621 Lanaken, Daalbroekstraat 38 vertegenwoordigd door: de

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0153 van 26 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0093/M/0082 In zake: bvba J. KRIJNEN KEUKENS bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Harry HENDRICKX kantoor

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/88-VK van 18 december 2014 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Steven VAN GEETERUYEN, advocaat, met kantoor

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 5 maart 2019 met nummer HHC-M-1819-0027 in de zaak met rolnummer 1718-HHC-0040-M Verzoekende partij de nv OP DE BEECK vertegenwoordigd door advocaat Jo VAN LOMMEL met woonplaatskeuze

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/2-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0085 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0038/M Verzoekende partij de bvba DENDAUW ELS vertegenwoordigd door advocaat Koen VAN WYNSBERGE,

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit /ES. Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER EEN VERZOEK TOT WIJZIGING VAN VERGUNNINGSVOORWAARDEN. De deputatie van de provincie

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 25 april 2017 met nummer MHHC/M/1617/0062 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0027/M Verzoekende partij de bvba DUMOULIN BRICKS vertegenwoordigd door advocaat Isabel

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0041 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/78-M In zake : mevrouw [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 26 september 2017 met nummer RvVb/A/1718/0094 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0579/SA Verzoekende partijen Verwerende partij 1. de heer William ROTTIERS

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0154 van 26 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0095/M/0079 In zake: de nv ANINCO vertegenwoordigd door: advocaat Wim MERTENS kantoor houdende te 3580 Beringen,

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/99-VK van 27 november 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Louis CHRISTOFFELS, advocaat, met kantoor te

Nadere informatie

Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B

Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 12 september 2017 met nummer MHHC/M/1718/0002 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0103/M Verzoekende partij Verwerende partij de lv NELIS-CILLEN-CAYMAX vertegenwoordigd

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 24 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0026 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0064/M Verzoekende partij de nv MAGAZIJNEN HENDRICKX en ZONEN vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0048 van 21 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/89-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/3-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; Besluit Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen MLVER-2011-0104/ELSL/kadc BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN NV COLOMBUS-HTC, BVBA AFVALSTOFFEN

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 april 2018 met nummer HHC/M/1718/0087 in de zaak met rolnummer 1718/MHHC/0003/M Verzoekende partij de nv DE BRANDT, met zetel te 9200 Dendermonde, Sint- Ursmarusstraat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 28 maart 2017 met nummer MHHC/M/1617/0050 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0026/M Verzoekende partij mevrouw Negar MEHDIPOURYAN, wonende te 9250 Waasmunster, Wareslagestraat

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/56-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Sam DULLAERT, advocaat, met kantoor te 9100

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-15/14-K7 van 12 maart 2015 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 januari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0008 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0036/M Verzoekende partij de bvba VERGAUWE K EN P, met woonplaatskeuze te 8620 Nieuwpoort,

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0147 van 12 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0064/M/0052 In zake: de bvba VAN GAEVEREN PALETTEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Guy VAN DEN BRANDEN

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN TUSSENARREST van 9 oktober 2018 met nummer RvVb/A/1819/0155 in de zaak met rolnummer 1617/RvVb/0701/A Verzoekende partijen 1. de heer Johan VANDEVENNE 2. mevrouw Gerda

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0093 van 14 april 2016 in de zaak MHHC/1415/0032/M/0024 In zake: de heer Ludwig VAN DE WEGHE, wonende te 9270 Kalken, Krimineelstraat 21a vertegenwoordigd

Nadere informatie

hierna de tegen voor wie hierna de

hierna de tegen voor wie hierna de Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/25-VK van 21 maart 2013 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0083 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0131/M Verzoekende partij de heer Jozef ROUGES, wonende te 9080 Zaffelaere, Dam 27 Verwerende

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 25 juni 2019 met nummer RvVb-A-1819-1144 in de zaak met rolnummer 1718-RvVb-0447-A Verzoekende partijen de gemeente SINT-KATELIJNE-WAVER, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 4 juli 2017 met nummer MHHC/M/1617/0111 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0045/M Verzoekende partij de nv BACKX vertegenwoordigd door advocaat Harry HENDRICKX, met

Nadere informatie

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd;

AMV/ /1024. Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; AMV/0002636/1024 Besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 4.2.1.3, 3, van titel 11 van het VLAREM ingediend door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/40-VK van 25 april 2013 In de zaak van de NV [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Bart DE BECKER, advocaat, met kantoor te 8500

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0042 van 14 januari 2016 in de zaak 14/MHHC/79-M In zake : de heer [ ] wonende te [ ] verzoekende partij tegen: het VLAAMSE GEWEST vertegenwoordigd door

Nadere informatie

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.); MLVER/9600000236/JVDM/bd HOUDENDE AKTENEMING VAN EEN MELDING VAN NV GRALEX VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2070 ZWIJNDRECHT, KRUIBEEKSESTEENWEG 227. De bestendige deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 2 augustus 2016 met nummer RvVb/A/1516/1389 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0046/SA Verzoekende partij mevrouw Pauline PENNE vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 16 mei 2017 met nummer MHHC/M/1617/0078 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0116/M Verzoekende partij de heer Koen WINDELS vertegenwoordigd door advocaat Steven TAMSYN

Nadere informatie

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2003 967 [2003/200311] 16 JANUARI 2003. Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik i.v.m. de vervaardiging van kleurstoffen

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 29 augustus 2017 met nummer MHHC/M/1617/0121 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0040/M Verzoekende partij Verwerende partij de heer Marc DE MEYER, met woonplaatskeuze

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 18 september 2018 met nummer HHC/M/1819/0003 in de zaak met rolnummer 1718/MHHC/0015/M Verzoekende partij de nv HOMIFREEZ vertegenwoordigd door advocaat Elias GITS met woonplaatskeuze

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; MLVER/0100000137/MV/lydr. OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF (POLYETHEROLENFABRIEK-BLOKVELD F 300), GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 725,

Nadere informatie

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST HANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 5 maart 2019 met nummer HHC-M-1819-0032 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0049-M Verzoekende partij de nv DECRUY vertegenwoordigd door advocaat Jo GOETHALS met woonplaatskeuze

Nadere informatie

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de Milieuhandhavingscollege Beslissing MHHC-10/4-VK van 15 december 2010 In de zaak van de heer [ ], wonendee te [ ], hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/100-VK van 5 december 2013 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 45463 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID N. 2010 2345 [C 2010/35462]

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten; MLVER/0300000006/gvda - ak OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2. De bestendige deputatie van de provincieraad

Nadere informatie

2/MLAV1/ /MV/IAN/PVB Milieuvergunningen

2/MLAV1/ /MV/IAN/PVB Milieuvergunningen 2/MLAV1/9500000306/MV/IAN/PVB Milieuvergunningen HOUDENDE VERGUNNING AAN N.V. BAYER ANTWERPEN VOOR HET VERDER EXPLOITEREN EN HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 507-SCHELDELAAN

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/5-VK van 23 januari 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. RvVb/A/1516/0901 van 5 april 2016 in de zaak 1213/0305/SA/1/0295 In zake: de heer Geert STANDAERT bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaten Koen GEELEN

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/95-VK van 7 november 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mevrouw Natasja DE SPLENTER, met kantoor te 8800

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 18 april 2017 met nummer MHHC/M/1617/0058 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0018/M Verzoekende partij de bvba TEXTIEL PLUS, met zetel te 9280 Lebbeke, Brusselsesteenweg

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0067 van 3 maart 2016 in de zaak MHHC/1415/007/M/0003 In zake: de heer Johan VANDECANDELAERE, wonende te 8940 Wervik, Kruisekestraat 341 verzoekende partij

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0135 van 16 juni 2016 in de zaak 14/MHHC/98-M In zake:... verzoekende partij tegen: het VLAAMS GEWEST vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, ten verzoeke

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt, Hilde Bruggeman, leden

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 17 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0022 in de zaak met rolnummer 1617-MHHC-0018-M Verzoekende partij Jeroen VAN BYLEN met woonplaatskeuze te 2250 Olen, Gerheiden

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 21 februari 2017 met nummer MHHC/M/1617/0022 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0073/M Verzoekende partij de heer... vertegenwoordigd door advocaten Marc D HOORE en

Nadere informatie

hierna de tegen hierna de

hierna de tegen hierna de Milieuhandhavingscollege Arrestt MHHC-12/18-VK van 24 april 2012 In de zaak van de heer [ ] wonendee te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege 14_PS_ Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-14/50-VK van 25 augustus 2014 In de zaak van de heer [ ] wonende te [ ] hierna de verzoekende partij te noemen, tegen het VLAAMSE GEWEST, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 3 oktober 2017 met nummer MHHC/M/1718/0014 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0034/M Verzoekende partij de heer Stijn VAN EYCK vertegenwoordigd door advocaat Robert

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST van 13 juni 2017 met nummer MHHC/M/1617/0090 in de zaak met rolnummer 1516/MHHC/0136/M Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Diane REMMERIE, met woonplaatskeuze te

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 11 september 2018 met nummer RvVb/A/1819/0052 in de zaak met rolnummer 1718/RvVb/0029/A Verzoekende partij mevrouw Gerda BORREMANS vertegenwoordigd door advocaat

Nadere informatie

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE

MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE MILIEUHANDHAVINGSCOLLEGE ARREST nr. MHHC/M/1516/0150 van 12 juli 2016 in de zaak MHHC/1415/0090/M/0067 In zake: de heer Grigor PENCHEV bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Jan VAN EECKHAUT kantoor

Nadere informatie