Nota beantwoording inspraakreacties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nota beantwoording inspraakreacties"

Transcriptie

1 Nota beantwoording inspraakreacties Beleidsnota Cultuurhistorie bouwkundige objecten Vastgesteld raad: Zaaknummer: Z Pagina 1 van 136

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Inleiding Vervolgprocedure Leeswijzer Inspraakreacties Dhr. C.J.A. van Dam e.a Dhr. C.J.A. van Dam, Weijland 6 Nieuwerbrug Dhr. J. de Lange & mevr. A. Kool Dhr. J. de Lange, Zuidzijde 85 Bodegraven Dhr. J. Verweij, De Bree 8 Nieuwerbrug aan den Rijn Behoud Rietveld woningen Fam. Olieman, Laageind 55 Driebruggen Dhr. B. van de Vlag en mevr. P. Schildmeijer, Meije 123 Bodegraven Bewoners van Raadhuisweg 57 t/m J.A. van Raad, Middelburgseweg 15 Reeuwijk Mevr. S. Sluijpers, Nieuwstraat 29 Bodegraven H.J. Agterhof, Noordstraat 38 Bodegraven A. de Koning, Oosteinde 58 Waarder G.J. van Oskamp, s Gravenbroekseweg 96 Reeuwijk Dhr. H. Koot, Weijland 3 Nieuwerbrug Dhr. B. de Bont, Groendijck 41 Waarder Fam. Van Duuren, Hoogeind 4 Driebruggen Fam. Janssen, Kerkweg 6 Driebruggen R.A.M. Westgeest van der Poel, Laageind 49 Driebruggen J. Kastelein, Meije 57 Bodegraven J. van der Maat, Meije 75 Bodegraven M.M. Vermeulen, Oud Reeuwijkseweg 25 Reeuwijk G. Bitter, s Gravenbroekseweg 98 en Mevr. C. Konings, Westeinde 17 Waarder Dhr. R. de Wette, Wilhelminastraat 58 Bodegraven A.W. Haaijer & H.M.M Voskuilen, Zoutmansweg 54, Reeuwijk Bewoners Zuidkade 4 en 10, Driebruggen Fam. Koot, Meije 31 Bodegraven Mevr. M. Zylicz, Weijpoort 65 Bodegraven Dhr. P. en mevr. I. Leeflang, Weijland 21 Nieuwerbrug E.A. Zwanenburg, Westeinde 73 Driebruggen Dhr. G. Bosman, Zuidzijde 127 Bodegraven Dhr. en Mevr. van Woudenbergh, Hoogeind 56, Driebruggen Gebr. De Jong, Kerkweg 13, Driebruggen Dhr. J. de Boer en mevr. A. Harreveld, Nieuwdorperweg 11, Reeuwijk N.W. de Wit, Noordzijde 100 Bodegraven Fam. Hagoort, Oosteinde 24 Waarder Dhr. A de Groot, Oosteinde 60 Waarder Dhr. L. Prijs, Wilhelminastraat 54 Bodegraven J.S.C. Twaalfhoven, Zuidzijde 116 Bodegraven Dhr. F. Noordhoek, Willem de Zwijgerstraat 10 Bodegraven Dhr. C. Tromp, Emmakade 141 Bodegraven Dhr. W. Kwakernaak, Nieuwdorperweg 38 Bodegraven Mevr. A. Kool, Diverse MIP-panden Pagina 2 van 136

3 2.44 Dhr. P. Piket, Oud Bodegraafseweg 91 Bodegraven V.G.C. Pfaff, Noordzijde 47 Bodegraven Dhr. L. Verlaan, Westeinde 63, Waarder Dhr. J. Oostveen, Overtocht 29 Bodegraven Reacties foutieve beschrijving verschillende panden Adreswijzigingen Bijlagen Bijlage 1 Dhr. C.J.A. van Dam Bijlage 2 Dhr. A.F. Bongers, Dammekant 20 Bodegraven Bijlage 3 Dhr. D. Dronk, De Bree 12 Nieuwerbrug aan den Rijn Bijlage 4 Bewoners De Bree 16, Nieuwerbrug aan den Rijn Bijlage 5 Dhr. H. Janssen, Korte Waarder 52, Nieuwerbrug aan den Rijn Bijlage 6 Bewoners Meije 87, Bodegraven Bijlage 7 Dhr. W. Kwakernaak, Nieuwdorperweg 38 Reeuwijk Bijlage 8 Bewoners Oosteinde 16, Waarder Bijlage 9 Mevr. G. Verkaik, Twaalfmorgen 37A, Reeuwijk Bijlage 10 P.A. Heij, Weijpoort 12, Nieuwerbrug aan den Rijn Bijlage 11 Bewoners Weijpoort 29, Nieuwerbrug aan den Rijn Bijlage 12 Fam. P.J. van Oosterom en fam. H. Dijkshoorn, Zuidzijde 117, Bodegraven en Weijpoort 38, Nieuwerbrug Bijlage 13 Dhr. T. Mos, Zuidzijde 12 Bodegraven Bijlage 14 Dhr. A. van Leeuwen, Zuidzijde 28 Bodegraven Bijlage 15 Dhr. C.J.A. van Dam, Weijpoort 6 Nieuwerbrug aan den Rijn Bijlage 16 Dhr. De Lange en mevr. A. Kool, eigenaren MIP-objecten Bijlage 17 Dhr. De Lange, Zuidzijde 85 Bodegraven Bijlage 18 Dhr. J. Verweij, De Bree 8 Nieuwerbrug aan den Rijn Bijlage 19 Behoud Rietveld woningen Bijlage 20 Fam. Olieman, Laageind 55 Driebruggen Bijlage 21 Dhr. B. van de Vlag en mevr. P. Schildmeijer, Meije 123 Bodegraven Bijlage 22 Bewoners van Raadhuisweg 57 t/m Bijlage 23 J.A. van Raad, Middelburgseweg 15, Reeuwijk Bijlage 24 Mevr. S. Sluijpers, Nieuwstraat 29 Bodegraven Bijlage 25 H.J. Agterhof, Noordstraat 38 Bodegraven Bijlage 26 A. de Koning, Oosteinde 58, Waarder Bijlage 27 G.J. van Oskamp, s Gravenbroekseweg 96 Reeuwijk Bijlage 28 Dhr. H. Koot, Weijland 3 Nieuwerbrug aan den Rijn Bijlage 29 Dhr. B. de Bont, Groendijck 41 Waarder Bijlage 30 Fam. Van Duuren, Hoogeind 4 Waarder Bijlage 31 Fam. Janssen, Kerkweg 6 Driebruggen Bijlage 32 R.A.M. Westgeest van der Poel, Laageind 49 Driebruggen Bijlage 33 J. Kastelein, Meije 57 Bodegraven Bijlage 34 J. van der Maat, Meije 75 Bodegraven Bijlage 35 M.M. Vermeulen, Oud Reeuwijkseweg 25 Reeuwijk Bijlage 36 G. Bitter, s Gravenbroekseweg 98 en Bijlage 37 Mevr. C. Konings, Westeinde 17 Waarder Bijlage 38 Dhr. R. de Wette, Wilhelminastraat 58, Bodegraven Bijlage 39 A.W. Haaijer & H.M.M. Voskuilen, Zoutmanseweg 54 Reeuwijk Bijlage 40 Bewoners Zuidkade 4 en 10, Driebruggen Bijlage 41 Fam. Koot, Meije 31 Bodegraven Bijlage 42 Mevr. M. Zylics, Meije 31 Bodegraven Pagina 3 van 136

4 Bijlage 43 Dhr. P. en mevr. I Leeflang, Weijland 21 Nieuwerbrug Bijlage 44 E.A. Zwanenburg, Westeinde 73 Driebruggen Bijlage 45 Dhr. G. Bosman, Zuidzijde Bijlage 46 Dhr. en mevr. Van Woudenbergh, Hoogeind 56 Waarder Bijlage 47 Gebr. De Jong, Kerkweg 13 Driebruggen Bijlage 48 Dhr. J. de Boer en mevr. A. Harreveld, Nieuwdorperweg 11, Reeuwijk Bijlage 49 N.W. de Wit, Noordzijde 100 Bodegraven Bijlage 50 Fam. Hagoort, Oosteinde 24 Waarder Bijlage 51 Dhr. A. de Groot, Oosteinde 60 Waarder Bijlage 52 Dhr. L. Prijs, Wilhelminastraat 54 Bodegraven Bijlage 53 J.S.C. Twaalfhoven, Zuidzijde Bijlage 54 Dhr. F. Noordhoek, Willem de Zwijgerstraat 10 Bodegraven Bijlage 55 Dhr. C. Tromp, Emmakade Bijlage 56 A. Kool, diverse MIP-panden Bijlage 57 P. Piket, Oud Bodegraafseweg 91 Bodegraven Bijlage 58 V.G.C. Pfaff, Noordzijde 47 Bodegraven Bijlage 59 Dhr. L. Verlaan, Westeinde 63 Waarder Bijlage 60 Dhr. J. Oostveen, Overtocht 29 Bodegraven Bijlage 61 Mevr. I. van Doorn-Kemner, Kerkweg 15 Waarder Bijlage 62 Dhr. B en H. Aberson, Korte Nieuwstraat 1 Bodegraven Bijlage 63 Dhr. H. Verspoor, Meije 28 Bodegraven Bijlage 64 Fam. Bunnik, Middelburgseweg 6 Reeuwijk Bijlage 65 J.W.M van den Werf, Middelburgseweg 8 Reeuwijk Bijlage 66 Dhr. G. van der Linden, Middelburgseweg 9 Reeuwijk Bijlage 67 Dhr. P. van den Berg, Nassaustraat 13 Bodegraven Bijlage 68 Mevr. J. van Kempen, Noordstraat 27 Bodegraven Bijlage 69 E.J.W. van Schothorst-de Jong, Noordstraat 50 Bodegraven Bijlage 70 Dhr. P. Middelkoop, Noordstraat 64 Bodegraven Bijlage 71 Dhr. M. Visser, Noordzijde 118 Bodegraven Bijlage 72 Dhr. G. Schuring, Oud Bodegraafseweg 26 Bodegraven Bijlage 73 Dhr. T. Knoope en K. Wetsteijn, Oud Bodegraafseweg 85 Bodegraven Bijlage 74 Dhr. K. en R. Bennink, Oud Bodegraafseweg 86 Bodegraven Bijlage 75 P.B. Bakker, Wilhelminastraat 67 Bodegraven Bijlage 76 Dhr. R. en M. Nauta, Zuidzijde 48 Driebruggen Bijlage 77 Dhr. C. en R. Gorissen, Zuidzijde 67 Driebruggen Bijlage 78 Dhr. H. Kok, De Bree 4 Nieuwerbrug Bijlage 79 Fam. Broere, Noordzijde 65 Bodegraven Bijlage 80 L.B. van Rietschoten, Wilhelminastraat 2 Bodegraven Pagina 4 van 136

5 1. Inleiding 1.1 Inleiding De achtergrond voor de inventarisatie en waardering van de cultuurhistorisch waardevolle objecten in Bodegraven-Reeuwijk ligt in het voornemen van de gemeente om te komen tot een nieuwe beleidsnota cultuurhistorie. Het doel van de beleidsnota is de bescherming van cultuurhistorische waarden binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De beleidsnota richt zich op de cultuurhistorische waarde van de bouwkundige objecten en op de cultuurhistorische waarde van landschappelijke elementen en structuren. Om deze waarden goed in beeld te krijgen, zijn voor beide categorieën inventarisaties uitgevoerd. Deze inventarisatie gaat over de cultuurhistorische waarde van de bouwkundige objecten. De inventarisatie, beschrijving en waardering van de cultuurhistorisch waardevolle objecten is gebaseerd op drie bronnen: de inventarisatie van de toenmalige gemeente Reeuwijk uit 1990, uitgevoerd in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project jongere bouwkunst en stedenbouw (M.I.P); het rapport Waardevolle panden Concept Gemeentelijke Monumentenlijst Gemeente Bodegraven, samengesteld door de stichting Dorp, Stad & Land in samenwerking met de gemeente in 1999, met als basis de inventarisatie van de toenmalige gemeente Bodegraven uit 1991, uitgevoerd in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project jongere bouwkunst en stedenbouw (M.I.P); de aanvullende Groslijst met bijkomende objecten, opgesteld door lokale erfgoedverenigingen in Met elkaar bevatten deze bronnen tegen de 400 objecten en ensembles: woonhuizen, boerderijen, kaaspakhuizen, winkelpanden enzovoorts. Er zijn een paar panden met een 17de-eeuwse kern, veel dateren uit de 19de en het begin van de 20ste eeuw en enkele uit de Wederopbouwperiode van na In de loop van het proces is een aantal objecten afgevallen. Enkele panden bleken niet op grondgebied van Bodegraven-Reeuwijk, maar net in een buurgemeente te liggen, andere waren inmiddels gesloopt of totaal vernieuwd. Uiteindelijk zijn er 299 objecten/ensembles overgebleven. Niet in de inventarisatie opgenomen zijn rijks- en gemeentelijke monumenten, omdat deze al een beleidsmatig vastgestelde beschermde status hebben. 1.2 Vervolgprocedure Per 1 januari 2012 is in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6) bepaald dat gemeenten verplicht zijn cultuurhistorie mee te wegen bij het opstellen van bestemmingsplannen. Niet alleen de cultuurhistorische waarden in de grond (archeologie) maar ook boven de grond moeten worden meegenomen. In de toelichting van het bestemmingsplan moet beschreven worden hoe het bestemmingsplan met deze waarden omgaat. Op de verbeelding kan de gemeente ervoor kiezen om de cultuurhistorische waarde aan te duiden met de dubbelbestemming. In de regels van het bestemmingsplan wordt dan omschreven welke regels en bevoegdheden er aan die bestemming zijn gekoppeld. Om de cultuurhistorische waarden binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk te beschermen worden de cultuurhistorische waarden in een paraplubestemmingsplan en in de welstandsnota verankerd. Voor de cultuurhistorisch waardevolle objecten binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk gelden op dit moment verschillende regels en bevoegdheden door de verschillende bestemmingsplannen die gelden voor de kernen en het buitengebied. Om een eenduidige regelgeving te bewerkstelligen stelt de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een paraplubestemmingsplan op, waarin regels en bevoegdheden zijn opgenomen die gelden voor alle hoog en redelijk cultuurhistorisch gewaardeerde objecten uit de inventarisatie. Voor de hooggewaardeerde objecten worden tevens specifieke welstandscriteria in de gemeentelijke welstandsnota opgenomen. Cultuurhistorisch waardevolle objecten met de waardering laag worden niet Pagina 5 van 136

6 nader in een bestemmingsplan of welstandsnota opgenomen. Objecten met de waardering hoog+ worden aangewezen als gemeentelijk monument. Het paraplubestemmingsplan wordt naar verwachting in juni 2018 ter vaststelling aan de raad aangeboden. Om de cultuurhistorische waarde te beschermen totdat het paraplubestemmingsplan is vastgesteld wordt een voorbereidingsbesluit genomen. Met dit besluit wordt een voorbereidingsbescherming beoogd voor alle hoog en redelijk gewaardeerde panden, die op dit moment nog niet zijn beschermd in een geldende bestemmingsplanregeling. Volgens dit paraplubestemmingsplan is het verboden om zonder ontheffing van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen of te (ver)bouwen ook al passen die activiteiten binnen het van kracht zijnde bestemmingsplan. 1.3 Leeswijzer De ingediende inspraakreacties zijn in hoofdstuk 2 samengevat weergegeven en voorzien van beantwoording. Na elke beantwoording is aangegeven of en in welke mate de inspraakreactie leidt tot aanpassingen van de beschrijving en/of waardering van de inventarisatie. Alle inspraakreacties zijn opgenomen in de bijlage. 2. Inspraakreacties 2.1 Dhr. C.J.A. van Dam e.a. Samenvatting Namens de 108 hooggewaardeerde boerderijen in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk pleiten dhr. van Dam e.a.* voor een driedelige financiële compensatie en voor ruimhartige ontwikkelingsmogelijkheden voor de panden. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat en ontwikkelingsmogelijkheden leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaren/gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. De driedelige financiële compensatie bestaat uit: 1. Standaard financiële compensatie voor alle hooggewaardeerde panden in de vorm van een jaarlijkse vrijstelling van de OZB, zodat de gemeenschap jaar in jaar uit kan genieten van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden (net zoals van de aanwezigheid van monumenten). 2. Vrijstelling van betaling van de bouwleges wanneer bewoners van hooggewaardeerde panden groot onderhoud plegen of verbouwingen plaatsvinden. 3. Een aanvullende subsidieregeling om de meerkosten te dekken die nodig zijn voor de instandhouding, het herstel en de versterking van de elementen op grond waarvan de panden hoog zijn gewaardeerd. De aanspraak op een subsidie zal geringer zijn dan bij een monument, omdat het aantal waardevolle elementen lager is. * A.F. Bongers, M. Zylicz & W. Verburg, P. Habben Janssen, D. van Donk, W. Kwakernaak, G. Verkaik, P.A. Heij, H. Dijkshoorn, P.J. van Oosterom, T. Mos, A. van Leeuwen, B. van de Vlag & P. Schildmeijer en de bewoners van de Bree 16, Meije 87, Oosteinde 16 en Weijpoort 6 en 29 hebben middels een brief de gemeente op de hoogte gebracht de standpunten van dhr. van Dam te delen. Beantwoording Gemeente Bodegraven-Reeuwijk kiest niet voor een financiële compensatie in de vorm van jaarlijkse vrijstelling van de OZB. De reden hiervoor is dat onvoldoende is na te gaan of eigenaren van een cultuurhistorisch waardevolle objecten de besparing daadwerkelijk inzetten voor de instandhouding van de waarde van de desbetreffende objecten. Bij cultuurhistorisch waardevolle objecten zijn in tegenstelling tot monumenten niet alle verbouwingen vergunningsplichtig, waardoor het aanvaardbaar is om eigenaren van monumenten ook meer financieel te ondersteunen en daarom de OZB bij deze monumenten kwijt te schelden. Om de eigenaren van de hoog en redelijk cultuurhistorisch waardevolle panden te ondersteunen en stimuleren geldt wel een korting op de leges bij een omgevingsvergunningaanvraag. Pagina 6 van 136

7 Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van een subsidieregeling voor onderhoud voor onderhoud, die tot nu alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen. Om (ruimhartige) ontwikkelingsmogelijkheden toe te staan en tegelijkertijd de cultuurhistorisch waardevolle objecten te beschermen stelt de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een paraplubestemmingsplan op, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen (bijvoorbeeld onder voorwaarden het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnecollectoren) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. In het paraplubestemmingsplan worden tevens mogelijkheden opgenomen voor cultuurhistorisch waardevolle objecten. In het bestemmingsplan is onder andere een regeling opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid mogelijk te maken binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde. Daarnaast wordt ook een regeling opgenomen om een wooneenheid mogelijk te maken in het zomerhuis behorende bij de boerderij. Beide ontwikkelingen zijn mogelijk als zij bijdragen aan het behoud van de cultuurhistorische waarde van het object en aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. 2.2 Dhr. C.J.A. van Dam, Weijland 6 Nieuwerbrug Samenvatting De indiener heeft het voornemen om de fundering van de boerderij te herstellen. De gedeeltelijke onderkeldering zal hierbij worden opgeheven. Tegelijkertijd met het funderingsherstel wil de indiener de zes schuiframen in de voorgevel vervangen door aluminium ramen met de oude profileringen. De houten kozijnen blijven bewaard. Het funderingsherstel en het vervangen van de ramen is nodig wegens constructieve veiligheid, isolatie en esthetiek. Door verschil in draagkracht van de fundering in de voorgevel is scheurvorming opgetreden en zijn de vensters verzakt en de schuiframen vast komen te zitten. De indiener is ervan op de hoogte dat de schuiframen met bovenlichten behoren tot de cultuurhistorisch hooggewaardeerde elementen. Uit een foto van 1938 blijkt echter dat de bovenlichten op de benedenverdieping er anders uitzagen: er was een roedeverdeling zoals nu nog bij de bovenlichten van de bovenste twee vensters het geval is. Tijdens de verbouwing van 1938 zijn de roeden uit de vier bovenlichten op de begane grond verwijderd en is er glas in lood geplaatst. Even later is de roedeverdeling van de schuiframen verwijderd. Beantwoording De aanvullende informatie is verwerkt in de beschrijving van het pand. De wijzigingen die in 1938 aan het pand zijn aangebracht zijn in de toen gangbare traditionele stijl gerealiseerd en dragen daarom bij aan de waardering van het pand. Voor het perceel aan de Weijland 6 in Nieuwerbrug aan den Rijn geldt het bestemmingsplan Buitengebied Noord, vastgesteld in november Op basis van dit bestemmingsplan mogen gebouwen met een Pagina 7 van 136

8 cultuurhistorische waarde uitsluitend worden gesloopt, verandert of vergroot wanneer geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het gebouw en voorafgaand aan de verlening van omgevingsvergunning schriftelijk advies bij de Erfgoedomissie is ingewonnen. De bovengenoemde regel zal ook worden opgenomen in het paraplubestemmingsplan dat wordt opgesteld door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk voor alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten uit de inventarisatielijst. Ten opzichte van de huidige planologische situatie zijn er geen extra beperkingen voor het perceel door de waardering in deze inventarisatie. De bovengenoemde regel hoeft overigens niet te betekenen dat het initiatief dat u voor ogen heeft om de fundering te herstellen en de ramen te vervangen per definitie niet mogelijk is. Het initiatief zal getoetst worden door de Erfgoedcommissie, waarna de gemeente op basis van een belangenafweging een besluit neemt om wel of geen omgevingsvergunning af te geven voor het initiatief. Naast het cultuurhistorische belang zal ook de constructieve veiligheid, isolatie en esthetiek van het pand worden meegenomen in de belangenafweging. Vergunningsvrije ontwikkelingen (in sommige gevallen ook het vervangen van ramen) blijven overigens vergunningsvrij en kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie worden gerealiseerd. Voor vragen over vergunningsvrij bouwen kan contact worden opgenomen met het loket van de Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH). Zij zijn te bereiken op telefoonnummer of per bwt@odmh.nl. 2.3 Dhr. J. de Lange & mevr. A. Kool Samenvatting Namens alle eigenaren van de MIP-objecten spreken de indieners hun zorgen uit met betrekking tot: 1. Het gevolg dat de eigenaren niet meer zomaar wijzigingen kunnen aanbrengen in de woning of bedrijfspand wanneer de eigenaren dat noodzakelijk vinden. 2. De onduidelijkheid over de onderhoudsplicht die de registratie mogelijk met zich meebrengt. 3. Nieuw- en verbouw in de nabije omgeving van de MIP-objecten. 4. De consequenties van de registratie van de MIP-objecten in de bestemmingsplannen. 5. Geen mogelijkheden om tegen de registratie op de MIP-lijst en de overeenkomstige opname in het bestemmingsplan in geweer te komen. 6. De steun die de eigenaren van alle MIP-objecten van de gemeente krijgen. De indieners willen komen tot een vereniging van eigenaren van MIP-objecten, die de belangen van de eigenaren van de MIP-objecten vertegenwoordigd en het contact tussen de eigenaren en de gemeente verbetert. Andere bijdragen kunnen zijn: De vorming van een beleidsvormende werkgroep dan wel een klankbordgroep waarin eigenaren van MIP-objecten zijn vertegenwoordigd. Periodieke informatie aan de eigenaren, specifiek gericht op de problematiek van het beheer van MIP-objecten, gemeentelijke- en Rijksmonumenten in onze gemeente. Reserveren van meer onderhoudsbudget dan tot nu. Het faciliteren van een periodieke onderhoudsinventarisatie door de gemeente. Uitbreiden van de mogelijkheid van het niet dan wel gedeeltelijk betalen van WOZ-belasting voor andere dan gemeentelijke monumenten. Beantwoording Op 31 augustus 2017 is met de indiener een gesprek gevoerd op het gemeentehuis, met als doel de genoemde zorgen weg te nemen en te praten over de oprichting van de belangenvereniging Behoud van cultureel erfgoed. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk stelt een paraplubestemmingsplan op, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, Pagina 8 van 136

9 verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen. Vergunningsvrije ontwikkelingen (bijvoorbeeld onder voorwaarden het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnecollectoren) blijven vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Het in goede staat brengen van het cultuurhistorisch waardevolle pand is overigens niet een vereiste van de gemeente. Tevens geldt er geen verplichting tot onderhoud van het pand. Zoals bij elke bestemmingsplanprocedure hebben belanghebbende de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen en kunnen zij op die manier in geweer komen tegen de vastlegging van de cultuurhistorische waarde van het pand in het paraplubestemmingsplan. Nieuwbouw en verbouw van panden in de nabije omgeving van de cultuurhistorisch waardevolle objecten wordt geregeld via desbetreffende bestemmingsplannen waarin bouw- en gebruiksregels zijn opgenomen. Hierbij moet een goede ruimtelijke ordening worden gewaarborgd. In planologisch opzicht worden de eigenaren van de cultuurhistorisch waardevolle objecten gesteund door in het nader op te stellen paraplubestemmingsplan een mogelijkheid op te nemen om een extra wooneenheid mogelijk te maken binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde. Daarnaast wordt ook een mogelijkheid opgenomen om een wooneenheid mogelijk te maken in het zomerhuis behorende bij de boerderij. Beide ontwikkelingen zijn mogelijk als zij bijdragen aan het behoud van de cultuurhistorische waarde van het object en aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen. De gemeente staat positief tegenover het oprichten van een belangenvereniging Behoud van cultureel Erfgoed en wil een faciliterende rol op zich nemen. Middels een brief, verstuurd op 01 november 2017, zijn alle eigenaren van de cultuurhistorisch waardevolle panden uitgenodigd om deel te nemen aan de vereniging. De gemeente heeft namens dhr. De Lange deze uitnodiging verstuurd. 2.4 Dhr. J. de Lange, Zuidzijde 85 Bodegraven Samenvatting De indiener verzoekt de gemeente om de Hoeve Beijenveld aan de Zuidzijde 85 de waardering hoog-plus te geven i.p.v. de waardering hoog en gebruikt de volgende argumentatie om zijn standpunt te motiveren: De unieke inpandige kenmerken zijn niet meegewogen. Dit is met name de bouwvorm, als zijnde een vierslag met een diep voorhuis, ruime voorkamers, een aparte woonkeuken, een grote kaaskelder met daarboven een lange opkamer. De voorkamers met o.a. een bedstee, lakenkasten, houten lambrisering en inpandige houten rolluiken zijn teruggebracht in oorspronkelijke staat. Hout- en verfwerk zijn geschilderd in monumentale kleuren volgens oude kleurverdelingsregels. De boerderij op Zuidzijde 72, een rijksmonument, dateert uit ongeveer dezelfde periode, maar is gebouwd als tweeslag. Pagina 9 van 136

10 Het zomerhuis is nog volledig intact en monumentaal hersteld. De inhoud is vergroot door toepassing van gebogen, geklonken spanten voor de dakconstructie, een bouwwijze die is uitgevonden rond De extra ruimte onder het dak waardoor een extra grote hooizolder ontstond is onder meer kenbaar door de 3 bovenramen in de voorgevel, waar dit er normaal slechts 1 of 2 zijn. Een dergelijke grote hooizolder is betrekkelijk zeldzaam in de streek. Het winterhuis is riet gedekt. Bij veel gerenoveerde boerderijen is riet vervangen door een goedkoper pannendak. Bij de Hoeve is de oorspronkelijke wagenschuur uit hetzelfde bouwjaar nog aanwezig. Bij een inventarisatie door de Stichting Hugo Kotestein in 2008 is aangegeven dat dit mogelijk het enige nog aanwezige origineel van een dergelijke schuur in Zuid-Holland is. De aanwezigheid van de schuur is een extra reden om Hoeve Beijenveld een cultuurhistorische waardering van hoog-plus toe te kennen. Tezamen geven de bijzondere kenmerken van Hoeve Beijenveld, de unieke bijna museale staat van de inpandige vertrekken, de ensemblewaarde en de aanwezigheid van een oorspronkelijke wagenschuur een uniek beeld van de ontwikkeling en de rijkdom van de kaas- en zuivelindustrie in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De instandhouding vraagt om het object te behouden voor de toekomst en daarom een waardering hoog-plus te geven. Beantwoording De gemeente waardeert de aanvullende informatie over de Hoeve Beijenveld. Binnen de uitgevoerde inventarisatie kan de Hoeve Beijenveld aan de Zuidzijde 85 in Bodegraven geen waardering H+ krijgen. De reden hiervoor is dat de inpandige cultuurhistorische waarde bij geen enkel object is beoordeeld. De interieurwaarde is wel sporadisch in de beschrijvingen genoemd, maar nergens meegewogen in de waardering. De interieurwaarde is geen criterium geweest bij de selectie van de H+-objecten. Het zou inconsequent zijn om voor één object wel de interieurwaarde te betrekken bij de afweging of aan de boerderij de waarde H+ kan worden toegekend. Om een object als H+ te kunnen waarderen is het aspect gaafheid belangrijk. De gaafheid dient bij een H+ object hoog te zijn. De zuidzijde 85 heeft een waardering redelijk tot hoog. Dit alles neemt niet weg dat het complex, juist door de toegevoegde interieurwaarden, een plaats op de gemeentelijke monumentenlijst kan verdienen. Dit kan vastgesteld worden door het opstellen van een monumentenbeschrijving. Hierbij wordt het pand/complex (interieur en exterieur) beoordeeld aan de hand van de criteria Gemeentelijke Monumenten. Vervolgens wordt een beschrijving en waardering opgesteld (waarbij eveneens mogelijk onderzoek wordt gedaan in bouwarchieven en literatuur). Tenslotte wordt een aanbeveling gedaan het pand/complex al dan niet op te nemen als gemeentelijk monument. Volgens dit bovengenoemde traject is het alsnog mogelijk om een monumentenstatus te verkrijgen voor de Hoeve Beijenveld. 2.5 Dhr. J. Verweij, De Bree 8 Nieuwerbrug aan den Rijn Samenvatting Namens maatschap Selm van der Wind constateert dhr. Verweij dat de voorgevel van de woning aan De Bree 8 terecht is beoordeeld met een cultuurhistorische waarde. Echter verzoekt de indiener om het dak, de diagonaal geplaatste bebouwing (schuren) achter de woning, de boomgaard en het giet-/smeedijzeren hek te verwijderen uit de omschrijving van dit object. Selm van der Wind is voornemens om de schuur achter de woning, welk een cultuurhistorische waarde heeft, te amoveren ten behoeve van de uitbreiding van het agrarische bedrijf. Hiertoe is reeds een principeverzoek ingediend om het bouwvlak te vergroten. Tevens heeft een vooroverleg plaatsgevonden met mevr. L. Teunissen en dhr. F. Kiesow-Botyanovska van gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De Agrarische beoordelingscommissie (Abc) heeft een advies opgesteld, waaruit blijkt dat de diagonaal geplaatste bebouwing geamoveerd dient te worden ten behoeve van een doelmatige uitbreiding van het Pagina 10 van 136

11 agrarisch bedrijf. De gebouwen zijn daarnaast voorzien van asbest. Vanaf 2024 is het verboden om nog asbestdaken te hebben. Derhalve dient het asbest op de daken gesaneerd te worden. Dit maakt het volgens de indiener onmogelijk dit gebouw de status van cultuurhistorische waarde toe te bedelen. In de omschrijving is opgenomen dat het erf is beplant met onder andere een boomgaard. Echter, deze boomgaard behoort niet toe aan de locatie De Bree 8 te Nieuwerbrug maar aan de locatie De Bree 10 te Nieuwerbrug. Ten slotte is in de omschrijving van het pand opgenomen dat op de dam over de wegsloot een giet-/smeedijzeren toegangshek met opschrift staat. Dit hek is echter niet het origineel maar een replica. Derhalve heeft dit hek geen cultuurhistorische waarde. Beantwoording In de beschrijving zijn de dakpannen en het giet-/smeedijzeren hek aangepast en is de boomgaard verwijderd, omdat deze niet behoord tot het perceel aan de Bree 8 in Nieuwerbrug aan den Rijn. De boerderij aan de Bree 8 in Nieuwerbrug is al sinds 1991 vanwege de cultuurhistorische waarde op een lijst gezet tijdens de Monumenten Inventarisatie Project. Op deze lijst staat de Bree 8 als de Bree 6, dit vanwege een hernummering die later heeft plaatsgevonden. Het geldende bestemmingsplan voor het perceel betreft Buitengebied Noord, vastgesteld in november In dit bestemmingsplan heeft het perceel nog geen aanduiding Waarde cultuurhistorie. Op basis van het huidige bestemmingsplan gelden er geen beperkingen om de schuur met cultuurhistorische waarde te slopen. Om de cultuurhistorische waarde van de objecten te beschermen stelt de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een paraplubestemmingsplan op, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels opgenomen die bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. De bovengenoemde regel hoeft niet te betekenen dat het initiatief dat maatschap Selm van der Wind voor ogen heeft om de schuren te vervangen per definitie niet mogelijk is. Op basis van het nieuwe bestemmingsplan zal het initiatief getoetst worden door de Erfgoedcommissie, waarna de gemeente op basis van een belangenafweging een besluit neemt om wel of geen omgevingsvergunning af te geven voor het initiatief. Naast het cultuurhistorische belang zullen ook het advies van de Agrarische beoordelingscommissie en de asbestplaten op het dak van de schuur een belangrijke rol spelen in de belangenafweging. De voorgenomen sloop en de reden daarvoor zijn opgenomen in de beschrijving van het pand in de inventarisatie. Zolang de schuur echter nog aanwezig is, heeft de schuur nog een cultuurhistorische waarden, de diagonaal geplaatste schuur wordt derhalve niet uit de beschrijving gehaald. 2.6 Behoud Rietveld woningen Samenvatting Dhr. R. van Leeuwen, woonachtig aan de Erasmusweg 3 in Reeuwijk, dhr. & mevr. Mulder, woonachtig in Jan van Hoofdstraat 19 in Reeuwijk en dhr. en mevr. Verkaik, woonachtig in de van Goghstraat 14 in Reeuwijk, vinden het allen belangrijk dat de Rietveldwoningen aan de Erasmusweg in Reeuwijk Brug behouden blijven. Het gaat om unieke woningen met hoge architectonische waarden. Dhr. Van Leeuwen pleit voor en waardering hoog i.p.v. de waardering redelijk. Beantwoording De deskundige die de cultuurhistorische objecten heeft geïnventariseerd heeft nogmaals de Rietveld woningen bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat de waardering naar hoog gewaardeerd kan worden. Vanwege de bijzonderheid van het om-en-om principe. Dit was en is een bijzonder en Pagina 11 van 136

12 vernieuwend element binnen de sociale woningbouw. Het complex is het derde gerealiseerde sociale woningbouw project van Rietveld, naast die in Nagele en in de wijken Hoograven en Tolsteeg in de stad Utrecht. Om de cultuurhistorische waarde van de Rietveld woningen te beschermen wordt door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een paraplubestemmingsplan opgesteld, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Om de cultuurhistorische waarde te beschermen totdat het paraplubestemmingsplan is vastgesteld wordt een voorbereidingsbesluit genomen. Met dit besluit wordt een voorbereidingsbescherming beoogd voor alle hoog en redelijk gewaardeerde panden, die op dit moment nog niet zijn beschermd in een geldende bestemmingsplanregeling. Volgens dit paraplubestemmingsplan is het verboden om zonder ontheffing van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen of te (ver)bouwen ook al passen die activiteiten binnen het van kracht zijnde bestemmingsplan. 2.7 Fam. Olieman, Laageind 55 Driebruggen Samenvatting De indieners verzoeken de gemeente om, ter compensatie van de lijst, toestemming te geven om woonruimte te creëren in de huisstal van de boerderij aan Laageind 55 in Driebruggen, zodat de zoon in de boerderij kan gaan wonen en de bedrijfsvoering in stand kan worden gehouden. De stalramen zullen hierbij groter worden gemaakt, om meer licht te krijgen. Het dak wordt opnieuw met riet bedekt. Verder verzoeken de indieners om de hooiberg uit de beschrijving te halen, omdat het financieel niet haalbaar is om deze te renoveren. Het gebouw dat staat omschreven als het zomerhuis is het boenhok en nu in gebruik als kaasmakerij. Binnen enkele jaren moet het boekhok vernieuwd worden en de indieners verzoekt de gemeente hier tevens medewerking voor te verlenen. Beantwoording De boerderij aan de Laageind 55 in Driebruggen is als sinds 1990 is door de toenmalige gemeente Reeuwijk op een lijst gezet in het kader van de Monumenten Inventarisatie Project (MIP-lijst), vanwege de cultuurhistorische waarde. In het huidige bestemmingsplan Lange Ruige Weide, vastgesteld in 2006, is de boerderij al aangeduid als beschermwaardig pand. In dit bestemmingsplan is een regeling opgenomen dat beschermwaardige panden slechts mogen worden vernieuwd, veranderd of uitgebreid, indien en voor zover het betrokken bouwplan mede strekt tot behoud of versterking van het uitwendige karakter van het pand. Het gaat dan met name om de bouwmassa, de onderlinge verhoudingen, dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoverstekken, goot- en daklijsten, schoorstenen, gevelindelingen door ramen, deuropeningen en erkers. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van deze regeling een vrijstelling te verlenen ten behoeve van de agrarische bedrijfsgebouwen van agrarische bedrijven indien en voor zover een doelmatige agrarische bedrijfsvoering door de bovengenoemde regel wordt belemmerd. Voor de cultuurhistorisch waardevolle objecten binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk gelden op dit moment verschillende regels door de verschillende bestemmingsplannen die gelden voor de kernen en het buitengebied. Om een eenduidige regelgeving te hanteren stelt de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een paraplubestemmingsplan op, waarin regels en bevoegdheden zijn opgenomen voor alle cultuurhistorisch waardevolle objecten met de waardering hoog en redelijk uit de inventarisatielijst. In dit bestemmingsplan worden een regeling opgenomen die bepaalt dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten Pagina 12 van 136

13 niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. In het bestemmingsplan wordt ook een mogelijkheid opgenomen om een zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde. Daarnaast wordt ook een mogelijkheid opgenomen om een zelfstandige wooneenheid te realiseren in het zomerhuis behorende bij de boerderij. Beide ontwikkelingen zijn mogelijk als ze bijdragen aan het behoud van de cultuurhistorische waarde van het object en aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. De indieners willen graag woonruimte creëren in de stal behorende bij de woning die is aangeduid als cultuurhistorisch waardevol. Na de vaststelling van het paraplubestemmingsplan kunnen de indieners aanspraak maken op de bovengenoemde regeling. Wanneer de ontwikkeling bijdraagt aan de cultuurhistorische waarde van het pand en voldoet aan de voorwaarden van de regeling kan een omgevingsvergunning voor de extra wooneenheid worden afgegeven. De hooiberg is wegens slechte bouwkundige staat weggelaten uit de beschrijving en het zomerhuis is in de beschrijving vervangen door het boenhok. De wens om het boenhok te vernieuwen kan worden gerealiseerd wanneer de cultuurhistorische waarde van het object niet wordt aangetast. De regels van het paraplubestemmingsplan bepalen namelijk dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van objecten is toegestaan als de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. 2.8 Dhr. B. van de Vlag en mevr. P. Schildmeijer, Meije 123 Bodegraven In deze inspraakreactie constateren de indieners dat het voorste gedeelte (woonhuis en huisstal) inderdaad cultuurhistorisch waardevol is. Echter het achterste gedeelte, een voormalige ligboxenstal en een oude melkstal, zijn van zeer eenvoudige bouwaard en verkeren in matige (ligboxenstal) en slechte (melkstal) bouwkundige staat. Het dak van de voormalige ligboxenstal is bedekt met asbesthoudende platen. Deze voormalige stallen doen eerder afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit wanneer wordt gekeken naar het gehele object. Het voorstel is om de cultuurhistorische waarde alleen van toepassing te laten zijn op het voorste gedeelte (woonhuis en huisstal). Ter motivering hiervoor zijn verschillende foto s meegestuurd. De indieners sluiten zich daarnaast aan bij de driedelige financiële compensatie en ruimhartige ontwikkelingsmogelijkheden van dhr. van Dam. Beantwoording De aanvullende informatie is verwerkt in de beschrijving van het pand. Zowel de ligboxenstal als de melkstal hebben geen cultuurhistorische waarde, omdat zij in een recente(re) periode zijn gebouwd. Wat betreft het driedelige financieringsvoorstel van dhr. Van Dam kiest de gemeente Bodegraven- Reeuwijk niet voor een standaard financiële compensatie in de vorm van jaarlijkse vrijstelling van de OZB, omdat onvoldoende is na te gaan of eigenaren van een cultuurhistorisch waardevolle objecten de besparing daadwerkelijk gaat inzetten voor de instandhouding van de waarde van de desbetreffende objecten. Bij cultuurhistorisch waardevolle objecten zijn in tegenstelling tot monumenten niet alle verbouwingen vergunningsplichtig, waardoor het aanvaardbaar is om eigenaren van monumenten ook meer financieel te ondersteunen en daarom de OZB bij deze monumenten kwijt te schelden. Om de eigenaren van de hoog en redelijk cultuurhistorisch waardevolle panden te ondersteunen en stimuleren geldt wel een korting op de leges bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van een subsidieregeling voor onderhoud, die tot nu alleen geldt Pagina 13 van 136

14 voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen. 2.9 Bewoners van Raadhuisweg 57 t/m 75 Samenvatting Dhr. Oosterwijk verzoekt namens de bewoners van de woningen aan Raadhuisweg 57 t/m 75: de families Schouten, Spek, Van Harskamp, Vermeent, Kraus, Meeuwsen, Ter Haar en Van Dam, de gemeente om de huidige waardering redelijk op te waarderen naar de waardering hoog en na toekenning deze status te verankeren binnen het bestemmingsplan. Daarnaast is het van belang dat de cultuurhistorische waarde van de woningen in het nu nog ontbrekende Beeldkwaliteitplan wordt vastgelegd. De bewoners geven de volgende redenen: Historische waarde: de woningen aan de Raadhuisweg zijn de laatste woningen die herinneren aan de tijd dat de sociale woningbouw in de gemeente Reeuwijk nog in haar kinderschoenen stond tijdens de eerste kwart van de 20 e eeuw. Zeer opmerkelijk is de tijdspanne die benodigd was om tot oprichting van de woningen te komen nadat de Rijksoverheid zich met de woningnoodproblematiek in de gemeente Reeuwijk bemoeide. Behoud ensemble: de woningen moeten een plaats blijven houden binnen de woonkern van het dorp Reeuwijk Brug, mede omdat door allerlei kolossale nieuwbouwprojecten het dorp haar karakter als lintdorp langs een belangrijk historische vaarroute verliest. Bouwkundige staat: de woningen hebben een goede bouwkundige staat. In de jaren 90 zijn de woningen voorzien van nieuwe hardhouten kozijnen, dakkapellen, overstekken, goten en dakisolatie. In 2003 is bij alle woningen het funderingsherstel project afgerond. De goede bouwkundige staat zorgt ervoor dat de woningen ook in de toekomst kunnen worden geëxploiteerd en de cultuurhistorische waarde blijven uitstralen. Beantwoording De deskundige die de cultuurhistorisch waardevolle objecten heeft geïnventariseerd heeft de woningen aan de Raadhuisweg 57 t/m 75 nogmaals bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat de waardering redelijk gewijzigd moet worden in de waardering hoog. De argumentatie van de indieners is terecht. Ondanks de bouwkundige wijzigingen is het complex als ensemble intact gebleven en heeft het complex een hoge historische waarde. De beschrijving en de waarderen van de objecten aan de Raadhuisweg 57 t/m 75 worden derhalve aangepast J.A. van Raad, Middelburgseweg 15 Reeuwijk Samenvatting De indiener stelt dat toestemming dient te worden gevraagd voor de aanwijzing van de panden: het is een aantasting van het eigendomsrecht. Daarnaast hoort ten behoeve van het individuele belang het principe te gelden voor wat hoort wat. Financiële compensatie wordt voorgesteld middels: vrijstelling van de OZB, vrijstelling van de bouwleges en een subsidieregeling voor meerkosten. Wat betreft de mogelijke gebruiksbeperkingen dient uiterst terughoudendheid te worden betracht voor zowel de te verbieden materialen als de aanwendingsmogelijkheden van het pand. Verder heeft de indiener nog enkele opmerkingen inzake de beschrijving van zijn woning in de inventarisatie. De opmerkingen gaan over de dakpannen, stenen, kozijnen, ramen, de voorgevel en het boenhok. Beantwoording De aanvullende informatie over de dakpannen, stenen, kozijnen, ramen, de voorgevel en het boenhok is verwerkt in de beschrijving van het pand. De wijzigingen hebben een minimale invloed op de cultuurhistorische waardering van het pand, waardoor deze waardering gehandhaafd blijft. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk stelt een paraplubestemmingsplan op, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit Pagina 14 van 136

15 bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen (bijvoorbeeld onder voorwaarden het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnecollectoren) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Voor vragen over vergunningsvrij bouwen kan contact worden opgenomen met het loket van de Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH). Zij zijn te bereiken onder het telefoonnummer of per Zoals bij elke bestemmingsplanprocedure hebben belanghebbende de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen en kunnen zij op die manier in geweer komen tegen de vastlegging van de cultuurhistorische waarde van het pand in het bestemmingsplan. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk kiest niet voor een financiële compensatie in de vorm van jaarlijkse vrijstelling van de OZB. De reden hiervoor is dat onvoldoende is na te gaan of eigenaren van een cultuurhistorisch waardevolle objecten de besparing daadwerkelijk inzetten voor de instandhouding van de waarde van de desbetreffende objecten. Bij cultuurhistorisch waardevolle objecten zijn in tegenstelling tot monumenten niet alle verbouwingen vergunningsplichtig, waardoor het aanvaardbaar is om eigenaren van monumenten ook meer financieel te ondersteunen en daarom de OZB bij deze monumenten kwijt te schelden. Om de eigenaren van de hoog en redelijk cultuurhistorisch waardevolle panden te ondersteunen en stimuleren geldt wel een korting op de leges bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van een subsidieregeling voor onderhoud voor onderhoud, die tot nu alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Mevr. S. Sluijpers, Nieuwstraat 29 Bodegraven Samenvatting De indiener heeft op 7 augustus een mondelinge inspraakreactie ingediend. De inspraakreactie betreft het aanpassen van de beschrijving van de cultuurhistorische waarde van de onbebouwde ruimte aan de linker zijgevel van de woning (tuin). Op basis van het huidige bestemmingsplan Kern Bodegraven is de bestemming Wonen van toepassing en mogen er twee woningen, in de vorm van een twee-onder-eenkapwoning, worden gebouwd. Dit is strijdig met hetgeen dat beschreven staat in de waardering van het pand in de inventarisatie: Vanwege de onbebouwde ruimte aan de linker zijgevel valt het pand sterk in het oog. Beantwoording Het pand aan de Nieuwstraat 29 in Bodegraven is in het bestemmingsplan Kern Bodegraven, vastgesteld in 2010, aangeduid met cultuurhistorische waarde. In dit bestemmingsplan is een regeling opgenomen dat een pand met deze aanduiding niet zonder vergunning geheel of gedeeltelijk mag worden gesloopt. In de bouw- en gebruiksregels van het bestemmingsplan staat aangegeven dat ter plaatse van het perceel aan de Nieuwstraat 29 in Bodegraven twee woningen, in de vorm van een twee-onder-een-kapwoning mogen worden gebouwd. De linker zijgevel van het pand is (nog) onbebouwd en bevindt zich wel binnen het bouwvlak. Dit betekent dat de linker zijgevel van het pand op basis van het huidige bestemmingsplan kan worden bebouwd. Met de uitgevoerde inventarisatie is de waardering van huidige situatie vastgelegd. De uitspraak Vanwege de onbebouwde ruimte aan de linker zijgevel valt het pand sterk in het oog is een constatering met betrekking tot de huidige situatie van het perceel. De beschrijving wordt niet aangepast, zo lang de onbebouwde ruimte onbebouwd is. Pagina 15 van 136

16 Voor de cultuurhistorisch waardevolle objecten binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk gelden op dit moment verschillende regels door de verschillende bestemmingsplannen die gelden voor de kernen en het buitengebied. Hierdoor worden niet alle cultuurhistorisch waardevolle objecten beschermd. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk wil alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten juist beschermen en een eenduidige regelgeving hanteren, daarom stelt de gemeente een paraplubestemmingsplan op, waarin de cultuurhistorische waarde is vastgelegd en regels en bevoegdheden zijn opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie, waarna de gemeente op basis van een belangenafweging een besluit neemt om wel of geen omgevingsvergunning af te geven. Naast het advies van de Erfgoedcommissie zullen de bestaande bouwmogelijkheden binnen het vigerende bestemmingsplan Kern Bodegraven worden meegenomen in deze belangenafweging H.J. Agterhof, Noordstraat 38 Bodegraven Samenvatting De indiener geeft aan dat het pand vele wijzigingen heeft ondergaan waardoor de waardering laag meer van toepassing is dan de waardering redelijk. Door de wijzigingen beantwoordt het pand niet meer aan de oorsprong (afleesbaarheid). Daarnaast maakt het pand onderdeel uit van de straat en is dus niet uniek (uniciteit). Verder wordt aangegeven dat de panden moeten worden onderhouden uit burgerinitiatief. De gemeente kan trachten dit te sturen door financiële tegemoetkomingen. Beantwoording Wanneer er sprake is van recente(re) onderdelen en/of wijzigingen hoeft dit niet per definitie te betekenen dat het object of complex als geheel geen cultuurhistorische waarde meer heeft. Uit de beschrijving van het pand in de inventarisatie komt duidelijk naar voren dat de waardering met name de voorgevel betreft en de rol die de voorgevel in de straat speelt. De verminderde gaafheid, afleesbaarheid en uniciteit is al in de waardering verwerkt, deze komt daardoor uit op redelijk. Wat betreft de financiële tegemoetkomingen steunt de gemeente Bodegraven-Reeuwijk de hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorisch panden door een korting op de leges bij een omgevingsvergunningaanvraag te geven. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van een subsidieregeling voor onderhoud, die tot nu alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen A. de Koning, Oosteinde 58 Waarder Samenvatting De indiener verzoekt de gemeente om de waardering hoog aan te passen naar de waardering redelijk, omdat de woning in de loop der tijd is gerenoveerd en aangepast aan de moderne eisen en richtlijnen met betrekking tot duurzaamheid en isolatie. Hierdoor zijn de dakpannen en de ijzeren stalvensters vervangen. Gezien deze punten lijkt een waardering voor de afleesbaarheid en uniciteit redelijk beter van toepassing. Beantwoording De aanvullende informatie is verwerkt in de beschrijving van het pand. De deskundige die de cultuurhistorische objecten heeft geïnventariseerd heeft nogmaals het pand aan Oosteinde 58 in Waarder bestudeerd en heeft geconstateerd dat de wijzigingen slechts een minimale invloed hebben op de Pagina 16 van 136

17 cultuurhistorische waardering van het object als geheel. De hoofdvorm is goed bewaard gebleven en vele detailleringen zijn nog steeds zichtbaar. De deskundige heeft de waardering hoog derhalve gehandhaafd G.J. van Oskamp, s Gravenbroekseweg 96 Reeuwijk Samenvatting De indiener stelt dat het pand aan de s Gravenbroekseweg 96 in Reeuwijk door verschillende (grote) verbouwingen niet meer de oorspronkelijke staat heeft die het rond 1930 had. Het pand heeft grotendeels nieuwe muren, isolatie en is grotendeels opnieuw onderheid. Het mansardedak is verdwenen en de afmetingen zijn volledig gewijzigd. Ook is de voordeur verdwenen, wat een ander gezicht vanuit de plas oplevert. De indiener maakt daarnaast bezwaar tegen de gestelde maatregelen omdat dit een waardevermindering bij verkoop van zijn pand tot gevolg heeft. Beantwoording Wanneer er sprake is van recente(re) onderdelen en/of wijzigingen hoeft dit niet per definitie te betekenen dat het object of complex als geheel geen cultuurhistorische waarde meer heeft. In de beschrijving van het pand worden de wijzigingen duidelijk benoemd, de hoofdvorm is echter wel bewaard gebleven. Juist door de vele wijzigingen is de waardering nu laag. De laag gewaardeerde objecten worden niet in nadere beleidsregels uitgewerkt en worden dus ook niet opgenomen in het nader uit te werken paraplubestemmingsplan. Voor de objecten met de waardering laag gelden geen aanvullende regels en bevoegdheden. Voor het pand aan de s Gravenbroekseweg 96 verandert er ten opzichte van de huidige planologische situatie niets. Er bestaat dan ook geen aanleiding tot waardevermindering bij verkoop van het pand Dhr. H. Koot, Weijland 3 Nieuwerbrug Samenvatting De indiener deelt de gemeente mee dat alleen de voorgevel zich in originele staat bevindt en dat in alle zijgevels al meerdere malen veranderingen van raam- en deurkozijnen zijn uitgevoerd. Ook de indeling is veranderd, zo is de kelder niet meer aanwezig. De gemeente wordt verzocht om de gaafheid van het pand lager te waarderen. Om de cultuurhistorische panden in goede staat te houden is regelmatig onderhoud nodig, dit is een kostbaar gebeuren. Van de gemeente wordt dan ook een compensatie verwacht in de vorm van: een jaarlijkse vrijstelling van het OZB; een vrijstelling van leges indien groot onderhoud nodig is; een subsidieregeling om meerkosten voor genoemde cultuurhistorische elementen te dekken. Beantwoording Wanneer er sprake is van recente(re) onderdelen en/of wijzigingen hoeft dit niet per definitie te betekenen dat het object als geheel lager wordt gewaardeerd. Met de genoemde wijzigingen in de gevels is rekening gehouden. Vanwege de niet geheel gave gevels scoort het pand niet 'hoog' maar 'redelijk' op het onderdeel gaafheid. De hoofdvorm is daarentegen goed bewaard gebleven. De boerderij heeft daarnaast een belangrijke cultuurhistorische, stedenbouwkundige, landschappelijke en ensemblewaarde. Om reden van deze aspecten is uiteindelijk de waardering hoog gegeven. De objecten zijn overigens niet beoordeeld op basis van de indeling van het object of interieur. De genoemde wijzigingen hebben een minimale invloed op de cultuurhistorische waardering van het pand, waardoor deze waardering gehandhaafd blijft. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk kiest niet voor een financiële compensatie in de vorm van jaarlijkse vrijstelling van de OZB. De reden hiervoor is dat onvoldoende is na te gaan of eigenaren van een Pagina 17 van 136

18 cultuurhistorisch waardevolle objecten de besparing daadwerkelijk inzetten voor de instandhouding van de waarde van de desbetreffende objecten. Bij cultuurhistorisch waardevolle objecten zijn in tegenstelling tot monumenten niet alle verbouwingen vergunningsplichtig, waardoor het aanvaardbaar is om eigenaren van monumenten ook meer financieel te ondersteunen en daarom de OZB bij deze monumenten kwijt te schelden. Om de eigenaren van de hoog en redelijk cultuurhistorisch waardevolle panden te ondersteunen en stimuleren geldt wel een korting op de leges bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van een subsidieregeling voor onderhoud voor onderhoud, die tot nu alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Dhr. B. de Bont, Groendijck 41 Waarder Samenvatting De indiener is van mening dat de waardering van de objecten tot stand is gekomen op grond van uitwendig vastgestelde kenmerken. Hierbij is geen rekening gehouden met de wijze en de toestand van de fundering, de technische/constructieve staat van de panden en de aanwezigheid van negatieve invloeden hierop vanuit de omgeving (bijvoorbeeld wegverkeer). De indiener wenst het volgende: Aanvullend onderzoek naar de bouwtechnische staat van de objecten. Een slechte bouwtechnische staat zou aanleiding moeten kunnen zijn tot herwaardering van het object. Sloop en nieuwbouw in oude stijl ten behoeve van funderingsherstel zou mogelijk moeten zijn. Zeker omdat de gemeente de panden niet heeft kunnen beschermen tegen toegenomen en toenemende invloeden uit de omgeving (verkeer, zand-, grond-, olie- of gaswinning). Een passende vergoeding voor hooggewaardeerde panden, waar de samenleving zijn vruchten van plukt. Hierbij onderschrijft de indiener de driedelige compensatie van dhr. van Dam. In gesprek gaan met de eigenaren om tot een weloverwogen waardering van de panden te komen. De indiener maakt bezwaar tegen het opnemen van het pand aan de Groendijck 41 te Waarder op de lijst van cultuurhistorische panden, omdat bouwtechnisch onderzoek ontbreekt, de omgevingsinvloeden niet zijn meegewogen, er onduidelijkheid is over de tegenprestaties van de gemeente, de onduidelijke procedure en de beperkingen. Beantwoording De technische/constructieve staat van het object, de wijze en toestand van de fundering van het object en de invloeden hierop vanuit de omgeving hebben inderdaad geen rol gespeeld in de waardering. De objecten zijn gewaardeerd op basis van een inventarisatieformulier om hun historische, architectonische en stedenbouwkundige waarde. De waardering gaat over de huidige situatie waarbij het exterieur van de objecten is beoordeeld. Het in goede staat brengen van het cultuurhistorisch waardevolle pand is niet een vereiste van de gemeente. Tevens geldt er geen verplichting tot onderhoud van het pand. De gemeente wil de cultuurhistorische waarde wel beschermen door een paraplubestemmingsplan op te stellen, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie, waarna de gemeente op basis van een belangenafweging een besluit neemt om wel of geen omgevingsvergunning af te geven. Wanneer de technische staat van het pand of de fundering van het pand van dusdanige slechte kwaliteit is en dit door een deskundige is aangetoond, dan zal dit worden meegenomen in de belangenafweging. De regeling in het paraplubestemmingsplan betekent niet dat een eigenaar van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen (bijvoorbeeld onder voorwaarden het Pagina 18 van 136

19 plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnecollectoren) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. In het paraplubestemmingsplan worden tevens bevoegdheden opgenomen om de ontwikkelingsmogelijkheden van cultuurhistorische waardevolle objecten te vergroten. In het bestemmingsplan wordt onder andere een mogelijkheid opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde. Daarnaast wordt ook een mogelijkheid opgenomen om een wooneenheid te realiseren in het zomerhuis behorende bij de boerderij. Beide ontwikkelingen zijn mogelijk als ze bijdragen aan het behoud van de cultuurhistorische waarde van het object en aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. Wat betreft het driedelige financieringsvoorstel van dhr. van Dam kiest de gemeente Bodegraven-Reeuwijk niet voor een standaard financiële compensatie in de vorm van jaarlijkse vrijstelling van de OZB, omdat onvoldoende is na te gaan of eigenaren van een cultuurhistorisch waardevolle objecten de besparing daadwerkelijk gaat inzetten voor de instandhouding van de waarde van de desbetreffende objecten. Bij cultuurhistorisch waardevolle objecten zijn in tegenstelling tot monumenten niet alle verbouwingen vergunningsplichtig, waardoor het aanvaardbaar is om eigenaren van monumenten ook meer financieel te ondersteunen en daarom de OZB bij deze monumenten kwijt te schelden. Om de eigenaren van de hoog en redelijk cultuurhistorisch waardevolle panden te ondersteunen en stimuleren geldt wel een korting op de leges bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van een subsidieregeling voor onderhoud, die tot nu alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Fam. Van Duuren, Hoogeind 4 Driebruggen Samenvatting De inspraak van de indieners betreft de wens om het pand aan de Hoogeind 4 te Driebruggen van de inventarisatielijst cultuurhistorische panden te halen. De reden hiervoor is als volgt: De indieners hebben het voornemen om op de korte termijn het gehele pand te slopen. Vanwege hun leeftijd vertrekken zij zelf naar een seniorenwoning. Hun zoon blijft op het perceel wonen. Hij heeft een fysieke handicap en heeft daarom een rolstoelvriendelijke woning nodig. De huidige woning is hiervoor niet geschikt en ook (eventuele) aanpassing zijn niet haalbaar. De huidige woning is niet onderheid en daardoor verzakt. Er zijn al vele verbouwingen geweest aan het pand. Slechts de voorgevel is origineel. De wens is om de woning te slopen en hiervoor twee nieuwe woningen te realiseren. Op deze manier kan een familielid (plus gezin) van de initiatiefnemers ook op het perceel wonen, die de zoon kunnen helpen met zijn handicap. Beantwoording In het huidige bestemmingsplan Lange Ruige Weide, vastgesteld in 2006, is voor het pand aan Hoogeind 4 in Driebruggen nog geen aanduiding beschermingswaardig pand/object opgenomen en gelden er geen aanvullende regels om het pand te beschermen. Om de cultuurhistorische waarden binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk te beschermen stelt de gemeente een paraplubestemmingsplan op, waarin regels en bevoegdheden zijn opgenomen die gelden voor alle hoog en redelijk cultuurhistorisch gewaardeerde objecten. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de panden is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van Pagina 19 van 136

20 het object niet worden aangetast. In dit verband moet voorafgaand een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie, voordat een omgevingsvergunning kan worden afgegeven. Om de cultuurhistorische waarde te beschermen totdat het paraplubestemmingsplan is vastgesteld wordt een voorbereidingsbesluit genomen. Met dit besluit wordt een voorbereidingsbescherming beoogd voor alle hoog en redelijk gewaardeerde panden, die op dit moment nog niet zijn beschermd in een geldende bestemmingsplanregeling. Volgens dit paraplubestemmingsplan is het verboden om zonder ontheffing van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen of te (ver)bouwen ook al passen die activiteiten binnen het van kracht zijnde bestemmingsplan. Het initiatief om het pand aan de Hoogeind 4 te slopen kan op basis van het paraplubestemmingsplan niet worden uitgevoerd zonder dat het initiatief aan de Erfgoedcommissie wordt voorgelegd. De gemeente zal vervolgens op basis van een belangenafweging een besluit nemen om wel of geen omgevingsvergunning af te geven of een ontheffing te verlenen. In het paraplubestemmingsplan wordt wel een mogelijkheid opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde, mits aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat Fam. Janssen, Kerkweg 6 Driebruggen Samenvatting De indieners verzoeken de gemeente om het pand aan de Kerkweg 6 te Driebruggen van de inventarisatielijst af te halen. Zij hebben daarvoor de volgende redenen: 1. Het behoud van de cultuurhistorische waarde van het dorpsaanzicht wordt het meest geschaad door het vrachtverkeer. Zware vrachtwagens van en naar het nabije industrieterrein veroorzaken schade aan gevels en gebouwen door trillingen en verzakking. Als de gemeente serieus wil dat het dorpsaanzicht behouden blijft, zal zij het vrachtverkeer moeten terugdringen. 2. De waarde van het pand zal verminderen door de additionele voorwaarden die de gemeente zal stellen aan onderhoud en verbouwing van het pand. Beantwoording Het vrachtverkeer en de mogelijke gevolgen ervan voor cultuurhistorisch waardevolle objecten hebben geen rol gespeeld bij de waardering van de objecten in de inventarisatie. Het in goede staat brengen van het cultuurhistorisch waardevolle pand is niet een vereiste van de gemeente. Tevens geldt er geen verplichting tot onderhoud van het pand. De gemeente wil de cultuurhistorische waarde wel beschermen door een paraplubestemmingsplan op te stellen, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen (zoals het vervangen van kozijnen, het plaatsen van een dakkapel of het plaatsen van zonnepanelen) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Op deze manier tracht de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ontwikkelingsmogelijkheden toe te staan en tegelijkertijd de cultuurhistorisch waardevolle objecten te beschermen. Pagina 20 van 136

21 De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen R.A.M. Westgeest van der Poel, Laageind 49 Driebruggen Samenvatting De indiener is van mening dat de inventarisatie van het object Laageind 49 niet volledig en onjuist is en maakt bezwaar tegen de plaatsing op de lijst van cultuurhistorische gebouwen. De indiener geeft hiervoor de volgende redenen en onderbouwd dit met foto s: Door grootschalige renovatie in de jaren 70 is een groot deel van de cultuurhistorische waarde van het exterieur verloren gegaan: zijgevel en achtergevel zijn vernieuwd, bouwkundige wijzigingen in de rechterzijde en voorgevel, ramen in de voorgevel en oostgevel zijn vervangen door betonnen kozijnen, nieuw groot raam in de oostgevel geplaatst, de originele deur en de oorspronkelijke blinden zijn verwijderd. Door grootschalige renovatie in de jaren 70 is een groot deel van de cultuurhistorische waarde van het interieur verloren gegaan: kelders en opkamers zijn verdwenen, de bestede en het kaashuis zijn verdwenen en de plavuizen vloer is vervangen door een betonnen vloer. Vrijwel alle deuren zijn vervangen en deurposten zijn verhoogd. Een soortgelijke boerderij als Laageind 49 is Laageind 27 (ook in 1881 gebouwd, overeenkomende bouwstijl en indeling), deze boerderij is niet op de lijst van waardevolle bouwkundige objecten geplaatst. Bij Laageind 61, die wel op de lijst is opgenomen, staat vermeld: de gewijzigde gevels verzwakken de waarde. In de jaren 70 zijn bij Laageind 49 de zij- en achtergevel vernieuwd. De aan de overkant gelegen varkenskot maakt geen deel uit van Laageind 49 en is geen eigendom. In de waardering wordt geen rekening gehouden met de bouwtechnische staat van de woning. De boerderij is niet onderheid. Door de situering dicht aan de weg en de daar overheen rijdende zware landbouwvoertuigen en vrachtwagens zijn verschillende scheuren ontstaan en is de woning verzakt. Het object in goede staat brengen zorgt voor grote financiële uitgaven, die de indiener niet bereid is te betalen. Beantwoording De gevolgen van de grootschalige renovatie van het exterieur en het interieur zijn verwerkt in de beschrijving van het pand in de inventarisatie. Het varkenskot is daarnaast uit de beschrijving gehaald en als zelfstandig cultuurhistorisch waardevol object beschreven en gewaardeerd. De deskundige heeft met inachtneming van bovenstaande argumentatie nogmaals naar de waardering gekeken en de waardering naar beneden bijgesteld naar redelijk. De huidige inventarisatie, beschrijving en waardering van de bouwkundige objecten is gebaseerd op verschillende lijsten uit het verleden waar de cultuurhistorische waarde van objecten binnen de gemeente is beschreven. Daarnaast is een aanvullende lijst aangedragen door lokale erfgoedverenigingen. Middels deze inventarisatie zijn de lijsten geactualiseerd en zijn de panden door een inventarisatieformulier, die u kunt vinden in de nota cultuurhistorie, opnieuw beschreven en gewaardeerd. Het pand aan de Laageind 49 in Driebruggen is door lokale erfgoedverenigingen aangedragen en daarom beschreven en gewaardeerd. Het pand aan de Laageind 26 in Driebruggen komt op geen van alle lijsten voor en is dan ook niet meegenomen in deze inventarisatie. De wijzigingen in de gevels van het pand aan de Laageind 61 hebben invloed gehad op de cultuurhistorische waardering van het pand, waardoor de waardering laag is. De wijzigingen door de genoemde renovatie uit de jaren 70 hebben ook invloed gehad op de waardering van het pand aan de Laageind 49, daarom is de waardering aangepast van hoog naar redelijk. Pagina 21 van 136

22 Laageind 27 is geïnventariseerd en is als laag gewaardeerd. Objecten met deze waardering worden niet in nadere beleidsregels uitgewerkt. De bouwtechnische staat van het pand heeft inderdaad geen rol gespeeld in de waardering. Het in goede staat brengen van het object is niet een vereiste van de gemeente. Tevens geldt er geen verplichting tot onderhoud van het cultuurhistorisch waardevolle pand. De gemeente beschermt de cultuurhistorische waarde door een bestemmingsplan op te stellen, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan wordt een regeling opgenomen die bepaalt dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie, waarna de gemeente op basis van een belangenafweging een besluit neemt om wel of geen omgevingsvergunning af te geven. Wanneer de bouwtechnische staat van het pand van dusdanige slechte kwaliteit is en dit door een deskundige is aangetoond, dan zal dit worden meegenomen in de belangenafweging J. Kastelein, Meije 57 Bodegraven Samenvatting De indiener doet een dringend beroep op de gemeente om het pand van de lijst af te halen. De indiener geeft hiervoor de volgende redenen en onderbouwd deze met foto s: Het niet onderheide pand toont verzakkingen, door de ligging langs de weg en de trillingen door het vrachtverkeer. De achtergevel wil naar binnen vallen, de zijgevel toont scheuren van enkele centimeters dik en de voorzijde zakt weg. Er zijn vele aanpassingen gedaan die de oude identiteit hebben weggenomen, de aanbouwen zijn niet overeenkomstig met de bouwstijl en ramen zijn aangebracht in een andere stijl. Het is niet mogelijk om het gebouw voldoende te isoleren, waardoor het niet voldoet aan de opgaven die de landelijke overheid stelt. Het gebouw is gebouwd op een stapel fundering waardoor er veel last is van optrekkend vocht wat de binnenmuren aantast en het leefklimaat verslechterd. De indiener geeft aan voor onmogelijke opgaven komen te staan, omdat de gemeente wel alles wil behouden maar er geen geld voor beschikbaar wil stellen. Beantwoording Wanneer er sprake is van recente(re) aanbouwen en/of wijzigingen hoeft dit niet per definitie van invloed te zijn op de cultuurhistorische waardering van het object of complex als geheel. Ondanks de wijzigingen zijn de hoofdvorm en detaillering van het pand zodanig bewaard gebleven, dat een hoge waardering aan de orde is. De bouwtechnische staat van het pand heeft geen rol gespeeld in de waardering. Het in goede staat brengen van het cultuurhistorisch waardevolle pand is niet een vereiste van de gemeente. Tevens geldt er geen verplichting tot onderhoud van het pand. De gemeente wil de cultuurhistorische waarde van de objecten beschermen door een bestemmingsplan op te stellen, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie, waarna de gemeente op basis van een belangenafweging een besluit neemt om wel of geen omgevingsvergunning af te geven. Wanneer de bouwtechnische staat van het pand van dusdanige slechte kwaliteit is en dit door een deskundige is aangetoond, dan zal dit worden meegenomen in de belangenafweging. Pagina 22 van 136

23 De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen J. van der Maat, Meije 75 Bodegraven Samenvatting De indiener verzoekt de gemeente om het pand aan de Meije 75 te Bodegraven van de lijst met geïnventariseerde panden af te halen en geeft hiervoor de volgende redenen: Het oorspronkelijke zadeldak is in 1952 vervangen door de huidige mansardekap, met de bijpassende kopgevel. In de beschrijving wordt al opgemerkt dat het engelenvenster gevuld is met niet oorspronkelijke ramen en er sprake is van een niet oorspronkelijk boenhoek. Bij elkaar vinden indieners de waardering hoog hierdoor overdreven. Beantwoording De aanvullende informatie is verwerkt in de beschrijving van het pand. In de waardering is al rekening gehouden met het feit dat het zadeldak, de ramen en het boenhok niet origineel zijn. Voor het onderdeel gaafheid is namelijk een lagere score van toepassing. De hoofdvorm is daarentegen goed bewaard gebleven. De boerderij heeft daarnaast ook belangrijke cultuurhistorische, stedenbouwkundige, landschappelijke en ensemblewaarden, waardoor de waardering hoog uiteindelijk van toepassing is. De wijzigingen hebben een minimale invloed op de cultuurhistorische waardering van het complex als geheel, waardoor deze waardering gehandhaafd blijft M.M. Vermeulen, Oud Reeuwijkseweg 25 Reeuwijk Samenvatting De indiener geeft geen toestemming om de Sophia Hoeve, gelegen aan de Oud Reeuwijkseweg 25 te Reeuwijk, op te nemen in het (aankomende) bestemmingsplan als zijnde cultuurhistorische waarde. Ook voor een eventuele opname in een welstandsnota met specifieke criteria of bijzonder welstandsniveau wordt geen toestemming gegeven. Beantwoording De Sophia Hoeve, gelegen aan de Oud Reeuwijkseweg 25 te Reeuwijk, heeft al een dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie in het huidige bestemmingsplan Buitengebied West, die is vastgesteld in Op basis van dit bestemmingsplan mag het pand uitsluitend worden gesloopt, verandert of vergroot wanneer geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het pand en voorafgaand aan de verlening van omgevingsvergunning schriftelijk advies bij de Erfgoedomissie is ingewonnen. Deze dubbelbestemming en bijbehorende regeling wordt ook opgenomen in het paraplubestemmingsplan dat wordt opgesteld door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk voor alle met hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten uit de inventarisatielijst. Het voornemen is om voor alle hooggewaardeerde objecten tevens specifieke welstandscriteria op te nemen in de gemeentelijke welstandsnota. De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor Pagina 23 van 136

24 monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen G. Bitter, s Gravenbroekseweg 98 en 100 Samenvatting De indiener verzoekt de gemeente om de panden aan de s Gravenbroekseweg 98 en 100 te schrappen van de lijst. De volgende redenen worden gegeven: Het ontbreekt aan een visie waarom juist deze oude en gedateerde woningen zouden passen in de directe omgeving. De lintbebouwing in deze straat is zeer divers. Veel oude woningen zijn al vervangen door geheel nieuwe bouwwerken in allerlei stijlen. De beperkingen die behoren bij cultuurhistorische panden geven niet de ruimte om het pand in de toekomst aan te passen aan de huidige woonwensen. De waardevermindering van de panden zal aanzienlijk zijn. Planschade wordt verhaald op de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De panden zijn beslist niet uniek, zowel in de omgeving als landelijk is deze bouwstijl veelvuldig toegepast. Beantwoording De inventarisatie, beschrijving en waardering van de bouwkundige objecten is gebaseerd op verschillende lijsten uit het verleden waar de cultuurhistorische waarde van objecten binnen de gemeente is beschreven. Daarnaast is een aanvullende lijst aangedragen door lokale erfgoedverenigingen. Middels deze inventarisatie zijn de lijsten geactualiseerd en zijn de panden door een inventarisatieformulier, die is opgenomen in de nota cultuurhistorie, opnieuw beschreven en gewaardeerd. Totaal vernieuwde panden zijn uit de inventarisatie gehaald. Uiteindelijk heeft dit geleid tot 383 objecten en ensembles (boerderijen, woonhuizen, kaaspakhuizen, winkelpanden) met een cultuurhistorische waarde. De panden aan de s Gravenbroekseweg 98 en 100 zijn door lokale erfgoedverenigingen aangedragen, vanwege de in (vrij) originele staat en historische waarde van de panden. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk stelt een paraplubestemmingsplan op, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De laag gewaardeerde objecten worden niet in nadere beleidsregels uitgewerkt en worden dus ook niet opgenomen in het nader uit te werken paraplubestemmingsplan. Voor de objecten met de waardering laag gelden geen aanvullende regels en bevoegdheden. De panden aan de s Gravenbroekseweg 98 en 100 hebben een waardering laag. Voor deze panden verandert en ten opzichte van de huidige planologische situatie niets. Er bestaat dan ook geen aanleiding tot waardevermindering van de panden Mevr. C. Konings, Westeinde 17 Waarder Samenvatting De indiener verzoekt de gemeente om het pand niet op te nemen in de lijst van cultuurhistorisch erfgoed, omdat het eigenlijk geen historisch erfgoed is, maar zo historisch is geworden. De volgende redenen worden gegeven: Het pand heeft geen kelder en waarschijnlijk nooit gehad. Het pand is nooit een Zuid-Hollands langhuistype geweest. Het is een klein boerenhuisje geweest met een kruidenierswinkeltje ( ). Het oorspronkelijke huis was veel kleiner. Door de vorige bewoners is het opgeknapt en zodoende ontstond er een lang huis onder 1 rieten kap. Het achterhuis heeft vroeger een pannendak gehad, ook de ramen (in zowel de zijgevels als de voorzijde) zijn diverse keren veranderd en beslist niet origineel. Pagina 24 van 136

25 Oorspronkelijk waren de muren van rode handvormsteen maar door de vele verbouwingen is daar weinig van over, waardoor de vorige eigenaren het huis hebben gepleisterd. De indiener maakt zicht zorgen over financiële gevolgen en eventuele vergunning die in de toekomst niet worden afgegeven om het huis aan te passen aan de dan geldende eisen van de tijd. Beantwoording Uit de opmerkingen van de indiener blijkt dat het pand in sterkte mate is gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke historische situatie. De deskundige die de cultuurhistorisch waardevolle objecten heeft geïnventariseerd heeft nogmaals het pand aan de Westeinde 17 in Waarder bestudeerd en heeft gesteld dat de zijgevels ingrijpend zijn gewijzigd en ook de voorgevel sterk is veranderd. Het pand is niet meer herkenbaar als vroeger boerenhuis of kleine boerderij met winkel. Het pand is dusdanig veranderd dat de cultuurhistorische waarde is verdwenen. Het pand is uit de inventarisatie gehaald Dhr. R. de Wette, Wilhelminastraat 58 Bodegraven Samenvatting In het algemeen is de indiener van mening dat iedereen met een pand op de cultuurhistorische lijst aanspraak zou moeten kunnen maken op een subsidie voor de extra kosten die het vraagt om de cultuurhistorische waarde te waarborgen. Op deze wijze dragen alle Bodegravers hun steentje bij aan het algemene belang t.w. het behoud van cultuurhistorisch waardevolle panden. De indiener is daarnaast van mening dat de plaatsing van het pand aan de Wilhelminastraat 58 in Bodegraven onjuist is, omdat er al te veel veranderd is aan het pand. Vanuit de gebruikte criteria staan er in Bodegraven nog veel andere panden die opgenomen zouden kunnen worden. De lijst is dan ook incompleet. De redenen voor de indiener om niet op lijst te komen zijn: Een gezamenlijke afstemming met de buren is niet mogelijk, omdat deze niet van de bewoonster is maar van haar kinderen. Het schilderwerk is al zo afwijkend dat het niet meer als gespiegeld eruitziet. De afvoer en de dakgoot zijn door de buren al voorzien van een regenpijp. Op termijn moet het huis beter geïsoleerd worden met o.a. dubbelglas en kunststof ramen. De deuren en de bovenlichten wijken nu al erg af, hierdoor is het visuele aspect van het ooit gespiegeld zijn al niet meer aanwezig. Beantwoording De gemeente wil de eigenaren van cultuurhistorisch waardevolle objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waarde te behouden en te versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen. Het pand aan de Wilhelminastraat 58 is al in 1999 geplaatst op een lijst als cultuurhistorisch waardevol pand. In het huidige bestemmingsplan Kern Bodegraven, die is vastgesteld in 2010, heeft het pand ook al een aanduiding cultuurhistorische waarden. In dit bestemmingsplan is een regeling opgenomen die bepaalt dat panden met een cultuurhistorische waarden niet zonder sloopvergunning mogen worden gesloopt. Met de huidige inventarisatie zijn verschillende lijsten uit het verleden geactualiseerd. Voor de cultuurhistorisch waardevolle objecten binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk gelden op dit moment verschillende regels door de verschillende bestemmingsplannen die gelden voor de kernen en het buitengebied. Hierdoor worden niet alle cultuurhistorisch waardevolle objecten beschermd. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk wil alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten juist beschermen en een eenduidige regelgeving hanteren, daarom stelt de gemeente een Pagina 25 van 136

26 paraplubestemmingsplan op, waarin de cultuurhistorische waarde is vastgelegd en regels en bevoegdheden zijn opgenomen. De genoemde wijzigingen (deuren, bovenlichten, de dakgoot) van het oorspronkelijk geheel gespiegelde aanzien zijn in de waardering al verwerkt. Het pand heeft daarom de waardering redelijk in plaats van hoog gekregen. In de hoofdvorm is de spiegeling wel duidelijk herkenbaar. De wijzigingen zorgen derhalve niet voor een aanpassing van de waardering A.W. Haaijer & H.M.M Voskuilen, Zoutmansweg 54, Reeuwijk Samenvatting De indieners verzoeken de gemeente om het pand uit de inventarisatielijst te halen en geven hiervoor een aantal redenen. Ten eerste zijn er tijdens de bijeenkomst in juli slechts nadelen naar voren gebracht. De voordelen zijn hen niet bekend. De indieners voelen zich daarnaast niet beschermd door de gemeente op verschillende vlakken. Er is geen bescherming van de objecten door de gemeente, alles ligt bij de eigenaar. Het pand aan de Zoutmansweg 54 stond niet eerder op de MIP-lijst. Drie andere panden stonden er wel op, waarvan er twee zijn gesloopt (nummer 36 recentelijk). Bovendien geeft de gemeente geen bescherming voor nieuwbouw in de directe omgeving van de panden. Er worden panden in de directe omgeving gesloopt, waar een groot appartement voor in de plaats komt. De stedenbouwkundige waardering van het pand aan de Zoutmansweg 54 is redelijk, dit is mede te danken aan de sloop van de gevel van de buren (nummer 52), een nephuis voor de deur en het mega appartementencomplex Aquamarijn aan de Zoutmanseweg. De indiener geeft tevens aan dat door de waterpeilverlaging (ontwerp waterpeilverlaging Reeuwijkse Plassen) funderingspalen gaan rotten. Dit jaagt hen flink op de kosten. Door bodemdaling is er tevens overstromingsgevaar. Beantwoording Het doelvan de huidige inventarisatie is de bescherming van cultuurhistorische waardevolle objecten binnen de gemeente. Voor de cultuurhistorisch waardevolle objecten gelden op dit moment verschillende regels in verschillende bestemmingsplannen, hierdoor worden niet alle cultuurhistorisch waardevolle objecten beschermd. Voor de panden aan de Zoutmansweg in Reeuwijk is bestemmingsplan Reeuwijk Brug van toepassing, deze is vastgesteld in In dit bestemmingsplan is geen aanvullende regeling opgenomen die de cultuurhistorisch waardevolle panden beschermd. In andere bestemmingsplannen Kern Bodegraven of Buitengebied Noord gelden al wel aanvullende regels ter bescherming van de panden. Om een eenduidige regelgeving te hanteren en de cultuurhistorisch waardevolle objecten te beschermen, stelt de gemeente een paraplubestemmingsplan op, waarin de cultuurhistorische waarde van de panden met de waardering hoog of redelijk is vastgelegd. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen (bijvoorbeeld onder voorwaarden het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnecollectoren) blijven vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. De fundering van een pand en de consequenties van waterpeilverlaging hebben geen rol gespeeld in de waardering. Het in goede staat brengen van het cultuurhistorisch waardevolle panden is niet een vereiste van de gemeente. Tevens geldt er geen verplichting tot onderhoud van het pand. Wanneer de bouwtechnische staat van het pand van dusdanige slechte kwaliteit is en dit door een deskundige is aangetoond, dan wordt dit, naast het advies van de Erfgoedcommissie, meegenomen in de afhandeling van de omgevingsvergunningaanvraag. Pagina 26 van 136

27 Sloop- en nieuwbouw van panden in de nabije omgeving van de cultuurhistorisch waardevolle objecten wordt geregeld via desbetreffende bestemmingsplannen waarin bouw- en gebruiksregels zijn opgenomen. Hierbij moet worden voldaan aan een goede ruimtelijke ordening. In het paraplubestemmingsplan wordt een mogelijkheid opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde, mits aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Bewoners Zuidkade 4 en 10, Driebruggen Samenvatting Mevr. W. Kastelein, bewoonster van Zuidkade 10 in Driebruggen, vindt het onbegrijpelijk dat de gehele kade eenzelfde waardering heeft gekregen. Er staan verschillende type woningen waaronder t Hoge Huys, wat reeds een monumentenstatus heeft gekregen. De indiener geeft aan dat haar eigen woning verre van origineel is en vindt dat per huis een aparte beschrijving dient te komen. De indiener vraagt zich daarnaast af of er enige sprake is van omgevingscontrole. Door het plaatsen van een damwand enkele jaren geleden is er sprake van verzakking/inklinking en zijn er scheuren in de huizen ontstaan. De indiener spreekt haar angst uit beperkt te worden en voor hogere uitgaven komen te staan. Dhr. L. Timmerman, bewoner van Zuidkade 4, vindt het ook onbegrijpelijk dat alle woningen exact dezelfde algemene, incorrecte en nietszeggende beschrijving hebben, met als enige verschil het huisnummer. De indiener verzoekt de gemeente om het huis aan de Zuidkade 4 van de lijst te verwijderen, zodat het accent komt te liggen op de echt oude en historische huizen in deze gemeente. De indiener motiveert zijn standpunt als volgt: Het huis op de Zuidkade 4 in Driebruggen is niet opgenomen in de MIP-lijst. Ongeveer de helft van het huis op de Zuidkade 4, waaronder een deel van de voorgevel, het dak en de zijgevel, is ca. 4 jaar oud. Zuidkade 4 en 6 hebben namelijk beide 50% van de voormalige Zuidkade 5 aangekocht, waardoor er een twee-onder-één-kapwoning is ontstaan. Aan de voorzijde van het huis is een dakkapel geplaatst die ruim 1/3 van het totale dak bestrijkt, niet echt een toonbeeld van cultuurhistorie. De achterzijde van het huis is volledig verbouwd, hierbij is een dakterras geplaatst en een dakkapel. Slechts enkele muren zijn origineel, de rest is nieuw en modern opgebouwd en verbouwd. Als het criterium is dat huizen met enkele originele muren aangemerkt kunnen worden als cultuurhistorisch, dan zijn er nog honderden in de gemeente te vinden. Er is één echt monument op de Zuidkade, dat is nummer 2. Beantwoording De deskundige die de cultuurhistorisch waardevolle objecten heeft geïnventariseerd heeft nogmaals de woningen aan de Zuidkade bestudeerd. De woningen van de Zuidkade zijn aangedragen door een lokale erfgoedvereniging om op de lijst te worden gezet van cultuurhistorisch waardevolle panden. Door de lokale Pagina 27 van 136

28 erfgoedvereniging is de Zuidkade genoemd als ensemble, dit betekent dat de Zuidkade als totaalbeeld waardevol is. Het is feitelijk een stedenbouwkundig waardevol geheel waarbij de ligging aan de Wiericke nabij de brug en de maat en schaal van de dorpse, gedeeltelijk historische bebouwing kenmerkend zijn. De deskundige heeft nogmaals naar de architectuur van de afzonderlijke gebouwen gekeken en is tot de conclusie gekomen dat de afzonderlijke gebouwen niet in de inventarisatie moeten worden opgenomen. Ze zijn in hun gevelarchitectuur allen behoorlijk aangetast en/of gewijzigd en bezitten geen of nauwelijks monumentale waarden. Aangezien het stedenbouwkundige beeld (dat waardevol is) al is beschermd middels de bouw- en gebruiksregelingen in het bestemmingsplan Driebruggen, hoeft er geen aparte bescherming te gelden door middel van een waardering cultuurhistorie. De twee wel monumentale panden nabij de brug (Zuidkade 2) en het pand op de hoek met de Groendijck (bij de brug) zijn geregistreerde monumenten en zijn daardoor al beschermd. De panden aan de Zuidkade 4 en 10 in Driebruggen zijn uit de inventarisatie gehaald Fam. Koot, Meije 31 Bodegraven Samenvatting De indieners maken bezwaar tegen enige extra beperkingen bij aanpassen, verbouw, restauratie of sloop van het pand en of bijgebouwen door de waardering in deze inventarisatie. Extra kosten dienen door de gemeente te worden betaald. Ook de manier waarop deze inventarisatie heeft plaatsgevonden is bezwaarlijk volgens de indiener. Er is van tevoren geen overleg geweest en opeens staat er iemand een foto te maken van hun huis. Beantwoording De boerderij, gelegen aan de Meije 31 in Bodegraven, is al sinds 1991 door de toenmalige gemeente Bodegraven op een lijst gezet, vanwege de cultuurhistorische waarde. Juist omdat de eerdere lijsten niet bekend waren bij alle eigenaren van de cultuurhistorisch waardevolle objecten heeft de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ervoor gekozen om alle belanghebbenden al vanaf de inventarisatie te betrekken bij het proces. In het huidige bestemmingsplan Buitengebied Noord, vastgesteld in november 2017, heeft de boerderij al een dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie. Op basis van dit bestemmingsplan mogen gebouwen met een cultuurhistorische waarde uitsluitend worden gesloopt, verandert of vergroot wanneer geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het gebouw en voorafgaand aan de verlening van omgevingsvergunning schriftelijk advies bij de Erfgoedcommissie is ingewonnen. De cultuurhistorisch waardevolle gebouwen betreffen in dit geval het woonhuis, de stal achter het woonhuis en de hooiberg. De bovengenoemde regel zal ook worden opgenomen in het paraplubestemmingsplan dat wordt opgesteld door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk voor alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten uit de inventarisatielijst. Ten opzichte van de huidige planologische situatie zijn er geen extra beperkingen voor het perceel door de waardering in deze inventarisatie. Voor sloop, verandering of vergroting van de toegevoegde bebouwing op het erf van een recentere datum hoeft geen overleg plaats te vinden met de Erfgoedcommissie. Het gaat hierbij alleen om de panden en objecten die vallen binnen de cultuurhistorische beschrijving. Vergunningsvrije ontwikkelingen (onder voorwaarden het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen, het plaatsen van zonnecollectoren) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Op deze manier tracht de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ontwikkelingsmogelijkheden toe te staan en tegelijkertijd de cultuurhistorisch waardevolle objecten te beschermen. Pagina 28 van 136

29 De gemeente wil de eigenaren van cultuurhistorisch waardevolle objecten stimuleren om de cultuurhistorische waarde te behouden en te versterken. In financieel opzicht heeft de gemeente de mogelijkheid om de eigenaren van de cultuurhistorisch waardevolle objecten op verschillende actieve manieren te steunen. Voor alle hoog en redelijk gewaardeerde objecten zal een korting gelden op de leges die moeten worden betaald bij de vergroting, verandering of sloop van het object als dit bijdraagt aan de cultuurhistorische waarde van het object. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten een subsidie aanvragen bij het onderhouden of wijzigen van het object als dit ten goede komt van de hoge cultuurhistorische waarde. Alle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de bijzonderste verbouwing, waarmee zij een prijsbedrag kunnen winnen Mevr. M. Zylicz, Weijpoort 65 Bodegraven Samenvatting De indiener geeft aan dat de beschrijving van het pand in de inventarisatie niet correct is, omdat er verschillende wijzigingen hebben plaatsgevonden aan het pand. Het dak is vervangen met identieke Tuile du Nord pannen, de dakkapel is vervangen door een nieuw exemplaar zonder fronton en vleugels. Alle (schuif)vensters zijn vervangen door karakteristieke nieuwe kozijnen met nieuwe beglazing en een bovenlicht met twee spijlen. De luiken zijn verwijderd en de keldervensters zijn niet meer voorzien van diefijzers. Verder onderschrijft de indiener het voorstel van dhr. van Dam met betrekking tot de driedelige financiële compensatie en ruimhartige ontwikkelingsmogelijkheden. Beantwoording De aanvullende informatie over de dakpannen, de dakkapel, de (schuif)vensters en de luiken zijn verwerkt. De wijzigingen hebben een minimale invloed op de cultuurhistorische waardering van het pand als geheel. De historische en stedenbouwkundige waarde is dermate hoog dat de waardering hoog van gehandhaafd blijft. Wat betreft de driedelige financiële compensatie van dhr. van Dam kiest de gemeente Bodegraven- Reeuwijk niet voor een standaard financiële compensatie in de vorm van jaarlijkse vrijstelling van de OZB, omdat onvoldoende is na te gaan of eigenaren van een cultuurhistorisch waardevolle objecten de besparing daadwerkelijk gaat inzetten voor de instandhouding van de waarde van de desbetreffende objecten. Bij cultuurhistorisch waardevolle objecten zijn in tegenstelling tot monumenten niet alle verbouwingen vergunningsplichtig, waardoor het aanvaardbaar is om eigenaren van monumenten ook meer financieel te ondersteunen en daarom de OZB bij deze monumenten kwijt te schelden. Om de eigenaren van de hoog en redelijk cultuurhistorisch waardevolle panden te ondersteunen en stimuleren geldt wel een korting op de leges bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van een subsidieregeling voor onderhoud, die tot nu alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Dhr. P. en mevr. I. Leeflang, Weijland 21 Nieuwerbrug Samenvatting De indieners dienen bezwaar in om het pand aan Weijland 21 in Nieuwerbrug op te nemen als cultuurhistorisch pand. Zij vinden de waardering hoog niet terecht. Zij verwachten dat een cultuurhistorisch pand in zijn oude staat moet worden hersteld en hiervoor hoge kosten moeten worden gemaakt. Zij gaan met name in op het rieten dak, dat zich in zeer slechte staat bevindt en geven aan dat zij niet de financiële mogelijkheden hebben om het riet te herstellen. Verder geven de indieners aan dat de foto niet recent is en dat er sinds een lange tijd geen agrarische bedrijvigheid of kaasmakerij meer is. Beantwoording De boerderij, gelegen aan Weijland 21 in Nieuwerbrug aan den Rijn is met name hoog gewaardeerd vanwege de historische waarde als zijnde een voorbeeld van een boerderij van het Zuid-Hollandse Pagina 29 van 136

30 langhuistype. Het gaat hierbij om het agrarische karakter en het historische verhaal dat de boerderij hierbij vertelt. Het feit dat er nu geen agrarische bedrijvigheid of kaasmakerij meer is, verzwakt de historische waarde niet. De cultuurhistorische waarde van Weijland 21 is al eerder in 1990 beschreven in het rapport Waardevolle panden concept Gemeentelijk Monumentenlijst. Daarnaast is de cultuurhistorische waarde al vastgelegd in het huidige bestemmingsplan Buitengebied Noord, die in 2017 is vastgesteld. Op basis van dit bestemmingsplan mogen gebouwen met een cultuurhistorische waarde uitsluitend worden gesloopt, verandert of vergroot wanneer geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het pand en voorafgaand aan de verlening van omgevingsvergunning schriftelijk advies bij de Erfgoedomissie is ingewonnen. Vergunningsvrije ontwikkelingen (bijvoorbeeld onder voorwaarden het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnecollectoren) blijven vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Op deze manier tracht de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ontwikkelingsmogelijkheden toe te staan en tegelijkertijd de cultuurhistorisch waardevolle objecten te beschermen. De bovengenoemde regel zal ook worden opgenomen in het paraplubestemmingsplan dat wordt opgesteld door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk voor alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorisch waardevolle objecten uit de inventarisatielijst. Ten opzichte van de huidige planologische situatie zijn er geen extra beperkingen voor het perceel door de waardering in deze inventarisatie. De gemeente wil de eigenaren van cultuurhistorisch waardevolle objecten stimuleren om de cultuurhistorische waarde te behouden en te versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen E.A. Zwanenburg, Westeinde 73 Driebruggen Samenvatting De indiener geeft aan dat de beschrijving van het pand Westeinde 73 in Driebruggen niet correct is: het adres klopt niet, de woning is niet onderkelderd, de vensters zijn vernieuwd, de stalfunctie is al meer dan 50 jaar niet meer van toepassing en de entree is niet origineel. Daarnaast maakt de indiener bezwaar tegen de procedure: vanuit, voor de eigenaren een onbekende, (MIP)lijst wordt hun eigendom door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk onder (nog) onbekende voorwaarden geplaatst, waardoor er beperkingen op worden gelegd, zonder dat daarvoor een financiële tegemoetkoming tegenover staat. De indiener is ervan overtuigd dat het beleidsvoorstel omtrent de cultuurhistorische panden de voor zijn pand beoogde verbouwing beperkt. De indiener stelt ter financiële compensatie een vrijstelling van de leges voor. Tot slot wijst de indiener erop dat veel erfgenamen van cultuurhistorische panden het onderhoud hiervan zelf hebben gedaan en willen blijven doen, zonder dat de gemeente hiervoor beperkingen hoeft op te leggen. Beantwoording De aanvullende informatie over de vensters, de stal en de entree is in de beschrijving van het object verwerkt. De wijzigingen hebben een minimale invloed op de cultuurhistorische waardering van de boerderij als geheel, waardoor de waardering gehandhaafd blijft. Juist omdat de eerdere (MIP)-lijsten niet bekend waren bij alle eigenaren van de cultuurhistorisch waardevolle objecten heeft de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ervoor gekozen om alle belanghebbenden Pagina 30 van 136

31 al vanaf de inventarisatie, nog voor het opstellen van het paraplubestemmingsplan, te betrekken bij het proces. Een paraplubestemmingsplan wordt opgesteld om de cultuurhistorie binnen de gemeente Bodegraven- Reeuwijk te beschermen. In het bestemmingsplan wordt de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie vastgelegd en regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. In het paraplubestemmingsplan wordt onder andere een mogelijkheid opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde. Daarnaast wordt ook een mogelijkheid opgenomen om een wooneenheid te realiseren in het zomerhuis behorende bij de boerderij. Beide ontwikkelingen zijn mogelijk als ze bijdragen aan het behoud van de cultuurhistorische waarde van het object en aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. De gemeente wil de eigenaren van cultuurhistorisch waardevolle objecten stimuleren om de cultuurhistorische waarde te behouden en te versterken. De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Dhr. G. Bosman, Zuidzijde 127 Bodegraven Samenvatting De indiener vraagt wat de eventuele consequenties zijn van een plaats op de lijst. Na overleg en toestemming van het ODMH zijn de indieners plannen aan het uitwerken om beide schuren om te bouwen tot mantelzorgwoning, waarbij de achterste schuur (die een aantal jaren geleden is herbouwd) constructie technisch in slechte staat verkeert en wellicht wordt afgebroken. Daarnaast heeft de indiener enige opmerkingen over de inventarisatie: de in de voorgevel gemetselde stichtingsteen is niet aangetroffen en de foto is niet recent. Verder bevinden zich in de boerderij nog de originele kaaskelder met pekelbakken. Beantwoording De aanvullende informatie is verwerkt in de beschrijving van het pand. Het pand is al sinds 1991 vanwege de cultuurhistorische waarde op een lijst gezet tijdens het Monumenten Inventarisatie Project (MIP-lijst). In het bestemmingsplan Buitengebied Noord, vastgesteld in november 2017, is deze cultuurhistorische waarde niet vastgelegd. Dit omdat het pand aan de Zuidzijde 127 onder een ander nummer op de MIP-lijst stond. Voor alle cultuurhistorisch waardevolle objecten wordt een nieuw paraplubestemmingsplan opgesteld. In dit bestemmingsplan wordt de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of Pagina 31 van 136

32 redelijk uit de inventarisatie vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie, waarna de gemeente een belangenafweging maakt om wel of geen omgevingsvergunning af te geven. Het voorgestelde initiatief betreft het verbouwen van de twee schuren tot mantelwoning, waarbij de achterste schuur wordt gesloopt. De achterste schuur heeft een cultuurhistorische waarde, maar deze is nog niet vastgelegd in het bestemmingsplan Buitengebied Noord. Wanneer het paraplubestemmingsplan is vastgesteld zal het initiatief eerst langs de Erfgoedcommissie moeten gaan, waarna een belangenafweging wordt gemaakt. De slechte bouwkundige staat speelt bij de belangenafweging ook een rol. Vergunningsvrije ontwikkelingen (waaronder mantelzorg) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. De gemeente probeert de ontwikkelingsmogelijkheden van cultuurhistorisch waardevolle objecten te vergroten door een mogelijkheid op te nemen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde (waaronder ook een schuur). De toegevoegde wooneenheid moet bijdragen aan het behoud van de cultuurhistorische waarde van het object en aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat Dhr. en Mevr. van Woudenbergh, Hoogeind 56, Driebruggen Samenvatting De indieners vinden de waardering hoog voor hun object zeer onredelijk en verzoeken het object van de lijst "cultuurhistorische panden" te verwijderen. Het object is nooit opgenomen als cultuurhistorisch pand en wordt nu vanuit het niets gewaardeerd als hoog. De indieners zien geen enkele meerwaarde en de toekomstplannen van het object zijn nog niet zeker. Beantwoording De huidige inventarisatie, beschrijving en waardering van de bouwkundige objecten is gebaseerd op verschillende lijsten uit het verleden waar de cultuurhistorische waarde van objecten binnen de gemeente is beschreven. Daarnaast is een aanvullende lijst opgesteld door lokale erfgoedverenigingen. Middels deze inventarisatie zijn de lijsten geactualiseerd en zijn de panden door een inventarisatieformulier, die is opgenomen in de nota cultuurhistorie, opnieuw beschreven en gewaardeerd. Het pand aan de Hoogeind 56 in Driebruggen is toegevoegd door lokale erfgoedverenigingen, vanwege de voorgevel, de vrijstaande en beeldbepalende ligging en historie als boerderij gewaardeerd als cultuurhistorisch waardevol. De gemeente wil de cultuurhistorische waarde binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk beschermen door een paraplubestemmingsplan op te stellen, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen (het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnepanelen) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Pagina 32 van 136

33 De meerwaarde van de cultuurhistorische waarde ligt in de planologische en financiële mogelijkheden die de gemeente biedt aan cultuurhistorisch waardevolle objecten. In planologisch opzicht worden de eigenaren van de cultuurhistorisch waardevolle objecten gesteund door in het bestemmingsplan een mogelijkheid opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Gebr. De Jong, Kerkweg 13, Driebruggen Samenvatting De indieners zijn het niet eens met een cultuurhistorische, een architectonische en een stedenbouwkundige waarde in de categorie H voor het object B379, Kerkweg 13, 2811 KD. Een pand dat met kunst en vliegwerk overeind moet worden gehouden, waarvan verschillende muren gedeeltelijk zijn ingestort, verdient deze waardering volgens de indieners niet. De indieners tekenen bezwaar aan tegen deze waardering en hopen dat na een eventuele inspectie de waardering wordt teruggedraaid. Beantwoording De bouwtechnische staat van het pand heeft geen rol gespeeld in de waardering. Het in goede staat brengen van het cultuurhistorisch waardevolle pand is niet een vereiste van de gemeente. Tevens geldt er geen verplichting tot onderhoud van het pand. De gemeente beschermt enkel de cultuurhistorische waarde van het pand door een paraplubestemmingsplan op te stellen, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit paraplubestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie, waarna de gemeente op basis van een belangenafweging een besluit neemt om wel of geen omgevingsvergunning af te geven. Wanneer de bouwtechnische staat van het pand van dusdanige slechte kwaliteit is en dit door een deskundige is aangetoond, dan zal dit worden meegenomen in de belangenafweging Dhr. J. de Boer en mevr. A. Harreveld, Nieuwdorperweg 11, Reeuwijk Samenvatting De indieners geven aan dat de omschrijving van het object fraai is, maar op een aantal punten afwijkt van de werkelijkheid. Zo is er geen sprake van onderkeldering en zijn de luiken van de stalvensters verwijderd. De indiener heeft daarnaast de volgende vragen: Is de gemeente bevoegd om een nieuw soort categorie aan de Rijks- en gemeentelijke monumenten te introduceren? Wat is de juridische status hiervan? Hoe wordt het streven naar herstel en versterking van cultuurhistorische waarden vormgegeven? Komen er aanschrijvingen om de ramen in de voorgevel weer te voorzien van de originele roedeverdeling? Moeten er luiken geplaatst worden voor de stalramen (die nu ramen in mijn woonkamer zijn). Pagina 33 van 136

34 Hoe verhoudt de categorie cultuurhistorische gewaardeerde bouwkundige objecten zich tot gemeentelijke monumenten? Gaat de vrijstelling van OZB ook gelden voor hooggewaardeerde panden? Is er subsidie beschikbaar? Is er onderzoek gedaan naar de effecten van een de toewijzing cultuurhistorisch hoog gewaardeerd pand op de woningmarkt? Indien er geen onderzoek gedaan is naar deze effecten dan wordt verzocht dit alsnog te doen voordat er een definitief besluit genomen kan worden en de resultaten hiervan te delen met de belanghebbenden. Beantwoording Per 1 januari 2012 is in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.6) bepaald dat gemeenten verplicht zijn cultuurhistorie mee te wegen bij het opstellen van bestemmingsplannen. Niet alleen de cultuurhistorische waarden in de grond (archeologie) maar ook boven de grond moeten worden meegenomen. In de toelichting van het bestemmingsplan moet beschreven worden hoe het bestemmingsplan met deze waarden omgaat. Op de verbeelding kan de gemeente ervoor kiezen om de cultuurhistorische waarde aan te duiden met de dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie. In de regels van het bestemmingsplan wordt dan omschreven welke regels en bevoegdheden er aan die bestemming zijn gekoppeld. Met de huidige inventarisatie zijn alle cultuurhistorisch waardevolle objecten binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk in kaart gebracht. De hoog en redelijk gewaardeerde objecten worden vervolgens in een paraplubestemmingsplan vastgelegd middels de dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een schriftelijk advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Er komen verder geen aanschrijvingen of verplichtingen tot herstel en versterking van de cultuurhistorische waarde. Eén van de verschillen met monumenten is dat vergunningsvrije ontwikkelingen (bijvoorbeeld onder voorwaarden het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnecollectoren) bij cultuurhistorisch waardevolle panden wel vergunningsvrij mogen worden uitgevoerd. Bij cultuurhistorisch waardevolle objecten is het interieur daarnaast niet beschermd. Dit betekent dat het interieur van het pand vergunningsvrij mag worden gewijzigd. Voor vragen over vergunningsvrij bouwen kan contact worden opgenomen met het loket van de Omgevingsdienst Midden Holland (ODMH). Zij zijn te bereiken onder telefoonnummer of per bwt@odmh.nl. De gemeente wil de eigenaren van cultuurhistorisch waardevolle objecten stimuleren om de cultuurhistorische waarde te behouden en te versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen. Er is geen onderzoek gedaan naar de effecten van een de toewijzing cultuurhistorisch hooggewaardeerd pand op de woningmarkt. Met de inventarisatie zijn alle cultuurhistorisch waardevolle objecten binnen de gemeente vastgelegd. De inventarisatie is een actualisatie van de inventarisatielijsten uit 1990, 1991, 1995, waaraan enkele cultuurhistorisch waardevolle objecten zijn toegevoegd door lokale erfgoedverenigingen. Een dergelijk onderzoek heeft geen invloed op de cultuurhistorische waarde van de panden of de inventarisatie ervan. Pagina 34 van 136

35 Op basis van afdeling 6.1 van de Wro kan een planschadevergoeding worden vereist als de beoogde wijzigingen in de planregels van het paraplubestemming een waardevermindering van het cultuurhistorisch waardevolle object tot gevolg heeft. De planschadevergoeding kan onder voorwaarden worden aangevraagd bij de gemeente. Voor meer informatie wordt verwezen naar de website van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk: N.W. de Wit, Noordzijde 100 Bodegraven Samenvatting De indiener is het er niet mee eens dat de woning aan de Noordzijde 100 als cultuurhistorisch waardevol wordt aangeduid. De voorgevel verkeert in slechte staat. Dit blijkt uit het taxatierapport (koopwoning) uit 2004: de algehele onderhoudstoestand van de woning is matig. Ook vertelde het taxatierapport dat de binnen- en buitenmuren aangetast zijn. Vanwege de slechte staat van de woning wil de indiener de woning slopen en twee nieuwe woningen op het perceel realiseren. De indiener geeft aan in 2004/2005 te horen hebben gekregen op het gemeentehuis dat de woning gesloopt mocht worden en dat twee woningen van 600 kubieke meter teruggebouwd mochten worden. De indiener heeft de indruk dat het hebben van een cultuurhistorische aanduiding ervoor zorgt dat er geen bouwmogelijkheden op het perceel zijn en dat alles in oude staat moet blijven. De indiener heeft dan ook de volgende vragen: Wat mag, als een pand een cultuurhistorische aanduiding heeft, aan de voorgevel gewijzigd worden? Zijn er subsidieregelingen voor de eigenaar? Hoeveel en onder welke voorwaarden? Welke gevolgen heeft een cultuurhistorische aanduiding voor de bouwmogelijkheden op een perceel? Kan een eigenaar van een pand met een cultuurhistorische aanduiding verplicht worden tot (dure)onderhoudswerkzaamheden aan de voorgevel en/of zijn woning? De indiener verzoekt een bouwkundig onderzoek naar de voorgevel van de woning aan de Noordzijde uit te voeren. Wanneer uit onderzoek blijkt dat de voorgevel inderdaad in slechte staat verkeert, vindt de indiener het redelijk dat de woning geen cultuurhistorische aanduiding krijgt. De indiener verzoekt in dat geval ook een toestemming voor de sloop van het pand en het bouwen van twee nieuwe woningen. Beantwoording Het pand aan de Noordzijde 100 is in 1999 aangeduid als cultuurhistorisch waardevol pand. De cultuurhistorische waarde van het pand is vervolgens opgenomen in het huidige bestemmingsplan Kern Bodegraven, die in 2010 is vastgesteld. In dit bestemmingsplan heeft het pand de functieaanduiding cultuurhistorische waarden. Aan deze aanduiding zijn bepaalde regels verbonden. In dit geval betekent dit dat het pand niet zonder sloopvergunning van burgemeester en wethouders geheel of gedeeltelijk mag worden gesloopt. Het initiatief om de woning te slopen en twee nieuwe woningen op het perceel te realiseren is op basis van het huidige bestemmingsplan juridisch gezien niet mogelijk. De bouwtechnische staat van het object heeft geen rol gespeeld in de waardering. Het in goede staat brengen van het cultuurhistorisch waardevolle pand is niet een vereiste van de gemeente. Tevens geldt er geen verplichting tot onderhoud van het pand. De gemeente beschermt de cultuurhistorische waarde van het object door bepaalde regels op te nemen in bestemmingsplannen. Om een eenduidige regelgeving te bewerkstelligen stelt de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een paraplubestemmingsplan op voor alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie, waarna de gemeente op basis van een belangenafweging een besluit neemt om wel of geen omgevingsvergunning af te geven. Wanneer de bouwtechnische staat van het object van dusdanige slechte kwaliteit is en dit door een deskundige is aangetoond, dan zal dit worden meegenomen in de belangenafweging. Pagina 35 van 136

36 De bovengenoemde regel betekent echter niet dat er geen wijzigingen mogen worden aangebracht aan (de voorgevel van) het pand. Bij een omgevingsvergunningaanvraag wordt advies ingewonnen bij de Erfgoedcommissie, waarna het college op basis van een belangenafweging besluit om de omgevingsvergunning af te geven. Vergunningsvrije ontwikkelingen (bijvoorbeeld onder voorwaarden het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnecollectoren) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. De gemeente probeert de ontwikkelingsmogelijkheden van cultuurhistorisch waardevolle objecten te vergroten door een mogelijkheid op te nemen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde (waaronder ook een schuur). De toegevoegde wooneenheid moet bijdragen aan het behoud van de cultuurhistorische waarde van het object en aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Fam. Hagoort, Oosteinde 24 Waarder Samenvatting De indieners geven aan dat het goed is dat de gemeente zich bekommert om de gebouwen waar haar gemeenteleden in wonen. De beleidsrichting is duidelijk: als de cultuurhistorische waarde hoog is, probeer het dan minimaal te behouden, maar liever nog te verbeteren. Als de cultuurhistorische waarde minder goed is (laag) ga het dan opknappen of verfraaien zodat in ieder geval de cultuurhistorische waarde behouden blijft. Het liefst wil de gemeente alles verankeren in bestemmingsplannen en welstandsnota s. De indieners zijn trots op de boerderij die al 6 generaties in hun bezit is en vanwege eigen inzicht en bemoeienis er nog altijd goed bij staat. Zij zijn van plan voorlopig en met eigen middelen het onderhoud te blijven doen. Zij willen geen aansturing van de gemeente in de vorm van een beleidsrichting of wat dan ook. Zij vinden het jammer dat er niet gesproken wordt over financiële ondersteuning. Beantwoording De gemeente waardeert dat het pand aan de Oosteinde 24 in Waarder generaties lang goed is onderhouden. Het in goede staat brengen van het cultuurhistorisch waardevolle pand is niet een vereiste van de gemeente. Tevens geldt er geen verplichting tot onderhoud van het pand. De gemeente wil inderdaad de cultuurhistorische waarde binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk beschermen door een paraplubestemmingsplan op te stellen, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen (het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van Pagina 36 van 136

37 zonnepanelen) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Het voornemen is om voor alle hooggewaardeerde objecten tevens specifieke welstandscriteria op te nemen in de gemeentelijke welstandsnota. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren steunen door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Dhr. A de Groot, Oosteinde 60 Waarder Samenvatting De indiener verzoekt het pand aan Oosteinde 60 van de lijst te schrappen. De reden voor de inspraak is het onduidelijke beleid, de achterliggende redenen hierachter, de bijbehorende regels en de notities voor het aanwijzen van de karakteristieke panden. De indiener heeft de voor hem beschikbare documenten erbij gepakt, waaronder ook het bestemmingsplan Buitengebied Noord (ontwerp), de erfgoedverordening en de Kadernota Erfgoed, maar krijgt niet meer duidelijkheid. De indiener is bezorgd dat verankering op de lijst zorgt voor meer kosten als hij zijn woning wil verbouwen. Hij stelt dan ook een financiële compensatie (in de vorm van subsidie) voor. Beantwoording De reden achter de inventarisatie is het voornemen van de gemeente om te komen tot een nieuwe beleidsnota cultuurhistorie, die de huidige inventarisatielijsten (uit 1990, 1991 en 1999) actualiseert. Het doel van de beleidsnota is de bescherming van cultuurhistorische waarden binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De cultuurhistorische waarden worden daarom in het bestemmingsplan en in de welstandsnota verankerd. Voor de cultuurhistorisch waardevolle objecten binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk gelden op dit moment verschillende regels en bevoegdheden door de verschillende bestemmingsplannen die gelden voor de kernen en het buitengebied. Om een eenduidige regelgeving te bewerkstelligen stelt de gemeente Bodegraven-Reeuwijk een paraplubestemmingsplan op, waarin regels en bevoegdheden zijn opgenomen die gelden voor alle hoog en redelijk cultuurhistorisch gewaardeerde objecten uit de inventarisatie. Voor de hooggewaardeerde objecten worden tevens specifieke welstandscriteria in de gemeentelijke welstandsnota opgenomen. Cultuurhistorisch waardevolle objecten met de waardering laag worden niet nader in een bestemmingsplan of welstandsnota opgenomen. Objecten met de waardering hoog+ worden aangewezen als gemeentelijk monument. Het perceel aan de Oosteinde 60 in Waarder behoort tot het bestemmingsplan Lange Ruige Weide, die in 2006 is vastgesteld. In dit bestemmingsplan is het object nog niet aangeduid als cultuurhistorische waardevol. In het paraplubestemming krijgt het object deze aanduiding wel. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen (bijvoorbeeld onder voorwaarden het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnecollectoren) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Op deze manier tracht de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ontwikkelingsmogelijkheden toe te staan en tegelijkertijd de cultuurhistorisch waardevolle objecten te beschermen. Pagina 37 van 136

38 In het bestemmingsplan worden tevens bevoegdheden opgenomen om de ontwikkelingsmogelijkheden van cultuurhistorische waardevolle objecten te vergroten. In het bestemmingsplan wordt onder andere een mogelijkheid opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde, mits dit bijdraagt aan het behoud van de cultuurhistorische waarde van het object en aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Dhr. L. Prijs, Wilhelminastraat 54 Bodegraven Samenvatting De indieners zijn erg content met het voornemen van de gemeente om aangewezen bouwkundige objecten extra bescherming te bieden. De indieners zouden graag de gevel dusdanig willen laten restaureren dat ook de score op gaafheid een H zou opleveren. Zij vragen zich af of daarvoor enige vorm van financiële ondersteuning aan de gemeente gevraagd kan worden? Beantwoording De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen J.S.C. Twaalfhoven, Zuidzijde 116 Bodegraven Samenvatting De indiener maakt zich zorgen over twee aspecten: 1. Het (nog te bepalen) beleid dat zich richt op de instandhouding, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden zal beperkingen opleveren voor de eigenaar en daarmee hogere kosten. 2. Het kleinschalige bedrijf achter de boerderij (timmerwerkplaats) is onlosmakelijk verbonden met de instandhouding van cultuurhistorische panden in Molenbrug. Het tweede punt wordt vervolgens toegelicht: Molenbrug is een buurschap waar meerdere panden zijn aangewezen met een cultuurhistorische waarde. Deze panden verkeren in mindere conditie. Aan de indiener wordt gevraagd om deze woningen op te knappen. Het contact en het onderlinge vertrouwen is hierbij van groot belang. Het gaat om ter plekke de boterham verdienen. Grootschalige aannemersbedrijven worden niet gevraagd, om zowel financiële als sociale redenen. De indiener heeft eerder een verzoek (incl. ruimtelijke onderbouwing) ingediend bij de gemeente om de agrarische bestemming voor wat betreft de timmerwerkplaats te laten wijzigen in een bedrijfsbestemming. Het verzoek is vooralsnog niet gehonoreerd. Pagina 38 van 136

39 Om de bereidheid van iedere bewoner van een cultuurhistorisch pand te activeren moet er een win-win situatie gecreëerd worden. Immers cultuurhistorisch waardevolle panden zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Dit moeten echter niet ten nadelen zijn voor de bewoners van de panden. Indien er financiële ruimte is, dan zou een mogelijkheid moeten worden gezocht in het kwijtschelden van de onroerendezaakbelasting. Beantwoording De gemeente Bodegraven-Reeuwijk wil de cultuurhistorische waarde binnen de gemeente Bodegraven- Reeuwijk herstellen, in stand houden en versterken. Dit doet de gemeente niet door een onderhoudsplicht of herstel van cultuurhistorisch waardevolle objecten te vereisen. De gemeente wil de cultuurhistorische waarde beschermen door een paraplubestemmingsplan op te stellen, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen (het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnepanelen) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Het initiatief om de bestemming ter plaatse van het timmermansbedrijf te wijzigen naar bedrijf staat los van de dubbelbestemming Waarde cultuurhistorie die het perceel in het paraplubestemmingsplan krijgt. Als de indiener een bedrijfsbestemming wenst, dient dit initiatief formeel te worden getoetst, waarbij een belangenafweging wordt gemaakt. Dat de uitbreiding van het timmermansbedrijf eventueel bijdraagt aan de cultuurhistorie binnen de gemeente is een aanname die eerst moet worden getoetst, waarna deze wordt meegenomen in de belangenafweging. Het initiatief zal naast cultuurhistorie ook getoetst worden op het vlak van milieu, verkeer, natuur, landschap en een goed woon- en leefklimaat. De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Dhr. F. Noordhoek, Willem de Zwijgerstraat 10 Bodegraven Samenvatting De indiener heeft het planvoornemen om het bestaande kaaspakhuis aan de Willem de Zwijgerstraat 10 in Bodegraven te herontwikkelen tot een appartementencomplex. Het gebouw is niet meer geschikt om de bestaande functie te behouden. In de eerste plaats voldoet de indeling van het gebouw niet aan de eisen die een modern kaasbedrijf daaraan zou stellen. Daarnaast is de locatie, in een overwegend woongebied, minder geschikt voor de voortzetting van het bedrijfsmatig gebruik. Het plan tot herontwikkeling is ontstaan na kennisname van het beleid van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk om de Willem de Zwijgerstraat te ontwikkelen tot een Woon-zorg-welzijnszone. Het planvoornemen past volgens de indiener naadloos is dit beleid. De indiener heeft een quickscan uit laten voeren met de vraag of het pand geschikt is om te herontwikkelen naar appartementen. Uit de quickscan komt naar voren dat er geen mogelijkheden zijn om (financieel) verantwoord dit pand te herontwikkelen naar woonruimte, omdat er vele constructieve en Pagina 39 van 136

40 bouwtechnische aanpassingen (i.v.m. brand, geluid en isolatie, parkeren, niet onderheid, benodigde buitenruimten) moeten worden gedaan. Dit alles overwegende lijkt totale nieuwbouw op deze plek meer voor de hand te liggen. De vaststelling in de hoogste waarderingscategorie conform het voorstel zou de voorgestane herontwikkeling belemmeren en dat zou in strijd zijn met het beleid van de gemeente voor de Willem van de Zwijgerstraat. De indiener verzoekt dan ook om af te zien van de vaststelling van de voorgenomen waardering. De indiener geeft aan dat het oorspronkelijke gebouw enkele cultuurhistorisch interessante onderdelen bevat, maar dat het oorspronkelijke gebouw is uitgebreid en dit invloed heeft gehad op de cultuurhistorische waarde. De uitbreidingen bestaan namelijk uit gebouwen die uit stalen gevelplaten met damwandprofiel zijn opgetrokken. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft daarnaast in het bestemmingsplan Kern Bodegraven onderschreven dat er sprake is van een naar verhouding met de omliggende buurt grootschalig gebouw met een matige architectonische uitstraling in een onduidelijke ruimtelijke structuur (p.16 en p.30). De voorgestelde waardering is naar de mening van de indiener dan ook niet in overeenstemming met de feitelijke uitstraling van het gebouw in zijn totaliteit en de onsamenhangende ruimtelijke structuur waar de locatie onderdeel vanuit maakt. Beantwoording De gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft het standpunt en ingediende argumentatie van de indiener nader bekeken en is tot de conclusie gekomen dat de voorgestelde cultuurhistorische waardering van het kaaspakhuis naar beneden moet worden bijgesteld van H+ naar hoog. De gaafheid is een belangrijk aspect voor de waardering van het pand. De waardering H+ kan alleen van toepassing zijn als de gaafheid van het pand een score redelijk/hoog of hoog heeft. Het pand aan de Willem de Zwijgerstraat 10 had eerder een score voor gaafheid redelijk/hoog. Deze score is voor dit pand naar beneden bijgesteld tot redelijk, omdat de recentere uitbreidingen aan noordzijde de gaafheid van het cultuurhistorische kaaspakhuis hebben verminderd. De deskundige heeft geconcludeerd dat de waardering H+ moet worden bijgesteld naar de waardering hoog. De cultuurhistorische waarden binnen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk wordt beschermd door een paraplubestemmingsplan op te stellen, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Om de cultuurhistorische waarde te beschermen totdat het paraplubestemmingsplan is vastgesteld wordt een voorbereidingsbesluit genomen. Met dit besluit wordt een voorbereidingsbescherming beoogd voor alle hoog en redelijk gewaardeerde panden, die op dit moment nog niet zijn beschermd in een geldende bestemmingsplanregeling. Volgens dit paraplubestemmingsplan is het verboden om zonder ontheffing van burgemeester en wethouders een bouwwerk te slopen of te (ver)bouwen ook al passen die activiteiten binnen het van kracht zijnde bestemmingsplan Dhr. C. Tromp, Emmakade 141 Bodegraven Samenvatting De indiener spreekt zijn blijdschap uit betreffende de hoge ingeschatte cultuurhistorische waarde van zijn pand en heeft als aanvulling dat de panden aan de Emmakade 141, 144 en 145 zijn ontworpen door zijn vader C. Tromp. Verder meldt de indiener dat de panden aan de Emmakade 5,6,7,8,9 en het laboratorium behorende bij de apotheek ook al op de lijst van gemeentelijke monumenten voorkomen. Pagina 40 van 136

41 De twee 5-koppige straatlantaarns op de lijst zijn in de 2 e helft van de vorige eeuw als onderdeel van een renovatie van de dorpskern, samen met 1-koppige lantaarns en smeedijzeren fietsenrekken geplaatst. De indiener vraagt zich af waarom de andere genoemde onderdelen niet op de lijst zijn opgenomen. Op diverse plaatsen binnen de gemeente bevinden zich kunstwerken die niet op de lijst zijn gezet, zoals de bollen van Leon Veerman in het centrum van het Julianaplantsoen en de sculpturen in de Vromade bij het Raadhuis. Beantwoording De gemeente Bodegraven-Reeuwijk is dankbaar voor de aanvullende informatie van de indiener en heeft de ontwerper, C. Tromp, opgenomen in de beschrijvingen van de panden aan de Emmakade 141, 144 en 145. De panden aan de Emmakade 5,6,7,8,9 zijn uit de inventarisatielijst gehaald, omdat zij op de gemeentelijke monumentenlijst staan. Tevens is de aanvullende informatie over de 5-koppige straatlantaarns verwerkt in het rapport H+. Verder erkent de gemeente de cultuurhistorische waarden van de diverse kunstwerken binnen de gemeente, maar kunstwerken in de openbare ruimte zijn geen onderdeel van de inventarisatie. De inventarisatie is in eerste instantie gericht op bouwkundige objecten. Wellicht dat in de toekomst ook een inventarisatie gaat plaatsvinden voor kunstwerken en overige werken in de openbare ruimte Dhr. W. Kwakernaak, Nieuwdorperweg 38 Bodegraven Samenvatting De indiener geeft aan dat de beschrijving van het pand niet geheel klopt is en heeft enkele correcties aangegeven. Daarnaast deelt de indiener mee dat de cultuurhistorische waarde niet strookt met hun toekomstige plannen. De cultuurhistorische waarde was in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied West, alleen toegeschreven aan het hoofdgebouw en de hooiberg. Nu wordt in de beschrijving gesproken over een complex. De kap van de hooiberg is toe aan renovatie, hierbij moet ook gedacht worden aan het aanbrengen van wanden of een zolder. Een ander plan is om de schuur te veranderen in een woonhuis, zodra de agrarische activiteiten afnemen. Verder geeft de indiener aan dat de classificatie bij een eventuele verkoop moet worden mee verkocht, hetgeen zeker de waarde van het pand niet zal verhogen. Dit omdat de waardering naar waarschijnlijkheid beperkingen zal opleveren. De indiener sluit zich aan bij de financiële compensatie van dhr. van Dam. Beantwoording De aanvullende informatie met betrekking tot de datum, dakpannen, ramen en vensters zijn in de beschrijving van het object verwerkt. De cultuurhistorische waarde van het pand aan de Nieuwdorperweg 38 in Bodegraven is al sinds 1990 op een lijst gezet tijdens het Monumenten Inventarisatie Project. De cultuurhistorische waarde van het pand is vervolgens opgenomen in het huidige bestemmingsplan Buitengebied West, die in 2015 is vastgesteld. In dit bestemmingsplan heeft het gehele perceel de dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie. Op de verbeelding is alleen het hoofdgebouw aangeduid, maar in de regels (artikel 21) is te lezen dat de cultuurhistorische waarde geldt voor de gronden en dus geldt voor alle bouwwerken op de gronden (woonhuis, stal, bijgebouw, boenhok en bijgebouw). Op basis van regels van het bestemmingsplan Buitengebied West mag er op gronden met een cultuurhistorische waarde uitsluitend worden ver, - of gebouwd of gesloopt wanneer geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde en voorafgaand aan de verlening van omgevingsvergunning schriftelijk advies bij de Erfgoedomissie is ingewonnen. De bovengenoemde regel wordt ook opgenomen in het paraplubestemmingsplan dat wordt opgesteld door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk voor alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten uit de inventarisatielijst. Ten opzichte van de huidige planologische situatie zijn er geen extra beperkingen voor het perceel door de waardering in deze inventarisatie. Pagina 41 van 136

42 De bovengenoemde regel betekent echter niet dat er geen wijzigingen mogen worden aangebracht aan het object. Wanneer de wens er ligt om in de toekomst de hooiberg te veranderen. Vergunningsvrije ontwikkelingen (bijvoorbeeld onder voorwaarden het plaatsen van een dakkapel, het vervangen van kozijnen of het plaatsen van zonnecollectoren) blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. In het nieuwe bestemmingsplan wordt tevens een mogelijkheid opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren in een bestaand object met een cultuurhistorische waarde (dus ook in de schuur), mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. Wat betreft de driedelige financiële compensatie van dhr. van Dam kiest de gemeente Bodegraven- Reeuwijk niet voor een standaard financiële compensatie in de vorm van jaarlijkse vrijstelling van de OZB, omdat onvoldoende is na te gaan of eigenaren van een cultuurhistorisch waardevolle objecten de besparing daadwerkelijk gaat inzetten voor de instandhouding van de waarde van de desbetreffende objecten. Bij cultuurhistorisch waardevolle objecten zijn in tegenstelling tot monumenten niet alle verbouwingen vergunningsplichtig, waardoor het aanvaardbaar is om eigenaren van monumenten ook meer financieel te ondersteunen en daarom de OZB bij deze monumenten kwijt te schelden. Om de eigenaren van de hoog en redelijk cultuurhistorisch waardevolle panden te ondersteunen en stimuleren geldt wel een korting op de leges bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van een subsidieregeling voor onderhoud, die tot nu alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen. Op basis van afdeling 6.1 van de Wro kan een planschadevergoeding worden vereist als de beoogde wijzigingen in de planregels van het paraplubestemming een waardevermindering van het cultuurhistorisch waardevolle object tot gevolg heeft. De planschadevergoeding kan onder voorwaarden worden aangevraagd bij de gemeente. Voor meer informatie wordt verwezen naar de website van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk: Mevr. A. Kool, Diverse MIP-panden Samenvatting De indiener wil graag een bijdrage leveren aan de vorm en inhoud geven van het beleid dat is gericht op de MIP-panden in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De indiener geeft aan dat er bij betrokkenen behoefte bestaat aan nadere voorlichting en een overzicht. De betrokkenen willen weten waarom zij nou eigenlijk op de lijst staan, wat dit concreet voor hen betekent en wat hun rechtspositie als eigenaar en/of gebruiker is. Daarnaast geeft de indiener aan dat er behoefte is aan kennisdeling. De diverse overheden en organisaties in het gebied hebben meer informatie over lopende gebiedsprocessen, de eigenaren en gebruikers kunnen vanuit hun praktijkervaring informatie aanleveren, onder andere over de te verwachten knelpunten, risico s, lacunes en ook win-win-mogelijkheden. De indiener is van mening dat er bestuursrechtelijke waarborgen in het geding zijn en dat er sprake is van rechtsongelijkheid. Iedereen moet de mogelijkheid krijgen om hun zienswijze inzake de MIP-panden in te dienen, ook al is of wordt het bestemmingsplan al vastgesteld. De indiener verzoekt om de relatie (MIP Bestemmingsplan Zienswijze) alsnog ter kennis te brengen aan de betrokkenen. Zowel de eigenaren/gebruikers als de overheden en instituties dienen zorg te dragen aan het welslagen van het beleid. De indiener geeft een pleidooi over de benodigde integrale benadering van de cultuurhistorie. Hierbij komen diverse beleidsterreinen aan de orde. De instandhouding van Pagina 42 van 136

43 cultuurhistorische panden staat niet los van de omgeving, noch wat er in de omgeving gebeurt. Ook het verhaal van het gebied speelt een belangrijke rol. Het is voor de belevingswaarde van groot belang dat dit verhaal tot uiting komt in het CHW-beleid. Het is de moeite waard om informatievoorziening de diverse in het geding zijnde instanties bij te betrekken. Ook is het van belang dat bij het verlenen van vergunningen, het uitvoeren (of nalaten) van beheer- en inrichtingswerkzaamheden rekening te houden met de eigenschappen van de omgeving en de doorwerking van maatregelen op cultuurhistorische panden. Beantwoorden Allereerst bedankt voor het meedenken over de vorm en de inhoud van het cultuurhistorisch beleid. Hieronder wordt eerst de gevraagde relatie tussen de inventarisatielijst, het bestemmingsplan en de mogelijkheid tot het indienen van een zienswijze nader toegelicht. Vervolgens wordt ingegaan op de gewenste integrale benadering van cultuurhistorie. De inventarisatie, beschrijving en waardering van de bouwkundige objecten is gebaseerd op verschillende lijsten uit het verleden (waaronder de MIP-lijst) van cultuurhistorische waardevolle objecten binnen de gemeente. Daarnaast is een aanvullende lijst aangedragen door lokale erfgoedverenigingen. Middels deze inventarisatie zijn de lijsten geactualiseerd en zijn de panden door een inventarisatieformulier opnieuw beschreven en gewaardeerd. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een kleine 400 objecten en ensembles (boerderijen, woonhuizen, kaaspakhuizen, winkelpanden) met een cultuurhistorische waarde. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk stelt een paraplubestemmingsplan op, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand. Vergunningsvrije ontwikkelingen blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Op deze manier tracht de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ontwikkelingsmogelijkheden toe te staan en tegelijkertijd de cultuurhistorische objecten te beschermen. In het bestemmingsplan worden tevens bevoegdheden opgenomen om de ontwikkelingsmogelijkheden van cultuurhistorische waardevolle objecten te vergroten. In het bestemmingsplan wordt onder andere een mogelijkheid opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde. Daarnaast wordt ook een mogelijkheid opgenomen om een wooneenheid te realiseren in het zomerhuis behorende bij de boerderij. Beide ontwikkelingen zijn mogelijk als ze bijdragen aan het behoud van de cultuurhistorische waarde van het object en aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. Zoals bij elke bestemmingsplanprocedure hebben belanghebbenden de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen en kunnen zij op die manier in geweer komen tegen de vastlegging van de cultuurhistorische waarde van het pand in het paraplubestemmingsplan. Met de indiener is op 31 augustus 2017 een gesprek gevoerd over de oprichting van de belangenvereniging Behoud van cultureel erfgoed. De gemeente staat positief tegenover het oprichten van een belangenvereniging en wil hiermee de integrale benadering ten opzichte van cultuurhistorie faciliteren. Middels een brief, verstuurd op 1 november 2017, zijn alle eigenaren van de cultuurhistorisch waardevolle panden uitgenodigd om deel te nemen aan de vereniging. De gemeente heeft namens dhr. De Pagina 43 van 136

44 Lange deze uitnodiging verstuurd. De precieze invulling van de belangenvereniging wordt door de initiatiefnemers van deze vereniging nog verder uitgewerkt Dhr. P. Piket, Oud Bodegraafseweg 91 Bodegraven Samenvatting De indiener gaat niet akkoord met de plaatsing op de lijst en al de beperkingen en financiële consequenties. De indiener vindt het onacceptabel dat er een lijst is geproduceerd over zijn eigendom zonder er vooraf melding van te maken en zonder dat er financiële tegemoetkoming tegenover staat. De indiener geeft aan in overleg te zijn geweest met de gemeente om op het perceel bedrijfsmatige recreatiemogelijkheden te realiseren. Dit is volgens de indiener behoorlijk beperkend opgelegd, waardoor er geen extra financiële armslag is om het pand in de originele staat te kunnen onderhouden. De indiener geeft aan de mogelijkheden graag nader bespreken. Beantwoording Het pand aan de Oud Bodegraafseweg 91 in Bodegraven is al in 1991 tijdens de Monumenten Inventarisatie Project (MIP) op een lijst gezet vanwege de cultuurhistorische waarde van het pand. Vervolgens is deze cultuurhistorische waarde opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied West, die in 2015 is vastgesteld. In dit bestemmingsplan heeft het pand een aanduiding Waarde cultuurhistorie. Op basis van regels van het bestemmingsplan mogen gebouwen met een cultuurhistorische waarde uitsluitend worden gesloopt, verandert of vergroot wanneer geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het gebouw en voorafgaand aan de verlening van omgevingsvergunning schriftelijk advies bij de Erfgoedomissie is ingewonnen. De bovengenoemde regel zal ook worden opgenomen in het paraplubestemmingsplan dat wordt opgesteld door de gemeente Bodegraven-Reeuwijk voor alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten uit de inventarisatielijst. Ten opzichte van de huidige planologische situatie zijn er geen extra beperkingen voor het perceel door de waardering in deze inventarisatie. De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen. Een extra financiële armslag om het pand in originele staat te kunnen onderhouden wordt ook gegeven door in het paraplubestemmingsplan een mogelijkheid op te nemen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand cultuurhistorische waardevol object, mits aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat V.G.C. Pfaff, Noordzijde 47 Bodegraven Samenvatting De indiener is van mening dat als iemand of een instantie meent zich te kunnen bemoeien met zijn eigendom, dan zal diegene zich ook verantwoordelijk moeten gedragen net zoals hij dat moet doen om het bewoonbaar te houden. Pagina 44 van 136

45 Beantwoording De gemeente neemt haar verantwoordelijkheid door de cultuurhistorisch waardevolle objecten te beschermen door een paraplubestemmingsplan op te stellen. In het bestemmingsplan wordt de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels ter bescherming opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand, dit zal slechts in overleg met de gemeente gaan. Vergunningsvrije ontwikkelingen blijven overigens vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Op deze manier tracht de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ontwikkelingsmogelijkheden toe te staan en tegelijkertijd de cultuurhistorische objecten te beschermen. In het bestemmingsplan worden tevens een mogelijkheid opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde, mits aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. Verder neemt de gemeente haar verantwoordelijkheid door financiële steun te bieden aan de eigenaren van de cultuurhistorisch waardevolle objecten. Voor alle hoog en redelijk gewaardeerde objecten zal een korting gelden op de leges die moeten worden betaald bij de vergroting, verandering of sloop van het object als dit bijdraagt aan de cultuurhistorische waarde van het object. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten een subsidie aanvragen bij het onderhouden of wijzigen van het object als dit ten goede komt van de hoge cultuurhistorische waarde. Alle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de bijzonderste verbouwing, waarmee zij een prijsbedrag kunnen winnen Dhr. L. Verlaan, Westeinde 63, Waarder Samenvatting De indiener dient protest in tegen de plannen van de gemeente om het pand aan de Westeinde 63 in Waarder op de lijst te zetten en geeft te kennen het niet eens te zijn met de waardering hoog van het pand. Zijn angst is dat er veel beperkingen gepaard gaan en er extra kosten mee gemoeid zijn door allerlei regels. De indiener geeft aan dat het pand in dusdanige staat is (in alle gevels scheurvorming), dat het zeker in de toekomst groot onderhoud nodig heeft. De indiener wil dan niet beperkt worden door mogelijke verboden en verplichtingen. Beantwoording De huidige inventarisatie, beschrijving en waardering van de bouwkundige objecten is gebaseerd op verschillende lijsten uit het verleden waar de cultuurhistorische waarde van objecten binnen de gemeente is beschreven. Daarnaast is een aanvullende lijst aangedragen door lokale erfgoedverenigingen. Het pand aan de Westeinde 63 in Waarder is al sinds 1990 op een lijst gezet vanwege de cultuurhistorische waarde tijdens het Monumenten Inventarisatie Project. De gemeente wil de cultuurhistorische waarde beschermen door een paraplubestemmingsplan op te stellen, waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie wordt vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels en bevoegdheden opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie, waarna de gemeente op basis van een belangenafweging een besluit neemt om wel of geen omgevingsvergunning Pagina 45 van 136

46 af kan worden gegeven. Wanneer de bouwtechnische staat van het pand van dusdanige slechte kwaliteit is en dit door een deskundige is aangetoond, dan zal dit worden meegenomen in de belangenafweging. De bovengenoemde regel betekent overigens niet dat een eigenaar van een cultuurhistorisch waardevol object geen enkele wijziging kan aanbrengen aan het object. Vergunningsvrije ontwikkelingen blijven vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Op deze manier tracht de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ontwikkelingsmogelijkheden toe te staan en tegelijkertijd de cultuurhistorische objecten te beschermen. De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen Dhr. J. Oostveen, Overtocht 29 Bodegraven Samenvatting De indiener geeft aan de inloopavond zeer gewaardeerd te hebben. Er werd duidelijk aangegeven hoe men te werk is gegaan. Een eerste indruk van de consequenties van de waardering werd ook gegeven. Hierbij kon geen volledige duidelijkheid worden verschaft, gezien de fase in het proces. De indiener vraagt aan de gemeente om de hooggewaardeerde panden te respecteren ook in de zin van vervoersstromen en parkeerbeleid. Verder vertelt de indiener dat aan de achterzijde van zijn woning enkele smakeloze bij- en aanbouwen uit de eerste helft van de vorige eeuw zijn bijgebouwd. Dit zijn onderdelen die geen enkele cultuurhistorische waarde hebben en de indiener gaat er dan ook van uit dat er geen belemmeringen zijn voor het aanbrengen van veranderingen aan die onderdelen in de toekomst. Beantwoording Allereerst kan er nu meer duidelijkheid worden gegeven over de consequenties van de waardering van cultuurhistorisch waardevolle objecten. De gemeente stelt een paraplubestemmingsplan waarin de cultuurhistorische waarde van de objecten met de waardering hoog of redelijk uit de inventarisatie vastgelegd. In dit bestemmingsplan worden regels ter bescherming opgenomen. De regels bepalen dat vergroting, verandering of (gedeeltelijke) sloop van de objecten is toegestaan, mits de cultuurhistorische waarde van de objecten niet wordt aangetast. In dit verband moet voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning een advies worden ingewonnen bij de Erfgoedcommissie. Dit betekent niet dat een eigenaar/gebruiker van het pand geen wijzigingen kan aanbrengen aan het pand, dit zal slechts in overleg met de gemeente gaan. Elementen zonder cultuurhistorische waarde, die ook niet zijn vermeld in de beschrijving of waardering van het pand, hoeven niet langs de Erfgoedcommissie. Vergunningsvrije ontwikkelingen blijven daarnaast vergunningsvrij en ook ontwikkelingen binnen het pand (interieur) kunnen zonder overleg met de Erfgoedcommissie plaatsvinden. Op deze manier tracht de gemeente Bodegraven-Reeuwijk ontwikkelingsmogelijkheden toe te staan en tegelijkertijd de cultuurhistorische objecten te beschermen. In het paraplubestemmingsplan wordt tevens een mogelijkheid opgenomen om een extra zelfstandige wooneenheid te realiseren binnen een bestaand object met een cultuurhistorische waarde, mits aan een aantal voorwaarden kan worden voldaan. Zo blijven de huidige bouwmogelijkheden van de bestaande bebouwing bestaan, mag de ontwikkeling geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende bedrijven, dient de parkeerbehoefte op eigen terrein worden opgelost en moet er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon en leefklimaat. Pagina 46 van 136

47 De gemeente wil de eigenaren van objecten stimuleren om de cultuurhistorisch waardevolle objecten te behouden en versterken. In financieel opzicht wil de gemeente de eigenaren stimuleren door de eigenaren van alle hoog en redelijk gewaardeerde cultuurhistorische objecten een korting te geven op de leges die moeten worden betaald bij een omgevingsvergunningaanvraag. Daarnaast kunnen alle hoog gewaardeerde objecten gebruik maken van de subsidieregeling, die tot nu toe alleen geldt voor monumenten. Alle cultuurhistorisch waardevolle objecten kunnen bovendien eens per twee jaar deelnemen aan een wedstrijd de beste verbouwing, waarmee zij een prijs kunnen winnen. Wat betreft de realisatie van vervoersstromen en parkeerplaatsen vindt er een belangenafweging plaats. De cultuurhistorische waarde van een object zal hierin worden meegenomen, evenals de behoefte aan parkeerplaatsen en/of vervoersstromen Reacties foutieve beschrijving verschillende panden Samenvatting Er zijn diverse reacties binnen gekomen over foutieve beschrijvingen van cultuurhistorisch waardevolle objecten. In veel van de gevallen gaat het over de beschreven details die in de loop der jaren zijn veranderd en/of zijn verdwenen. Het gaat om de volgende inspraakreacties: Bewoners van De Bree 16 Nieuwerbrug Mevr. I. van Doorn-Kemner, Kerkweg 15 Waarder Dhr. B en H. Aberson, Korte Nieuwstraat 1 Bodegraven P. Habben Janssen, Korte Waarder 52, Nieuwerbrug Dhr. H. Verspoor, Meije 28 Bodegraven Fam. Bunnik, Middelburgseweg 6 Reeuwijk J.W.M van den Werf, Middelburgseweg 8 Reeuwijk Dhr. G. van der Linden, Middelburgseweg 9 Reeuwijk Dhr. P. van den Berg, Nassaustraat 13 Bodegraven Dhr. W. Kwaakenekker, Nieuworperweg 65, Reeuwijk Mevr. J. van Kempen, Noordstraat 27 Bodegraven E.J.W. van Schothorst-de Jong, Noordstraat 50 Bodegraven Dhr. P. Middelkoop, Noordstraat 64 Bodegraven M. Visser, Noordzijde 118 Bodegraven A. de Koning, Oosteinde 58 Waarder Dhr. G. Schuring, Oud Bodegraafseweg 26 Bodegraven Dhr. T. Knoope en K. Wetsteijn, Oud Bodegraafseweg 85 Bodegraven Dhr. K. en R. Bennink, Oud Bodegraafseweg 86 Bodegraven P.B. Bakker, Wilhelminastraat 67 Bodegraven Dhr. R. en M. Nauta, Zuidzijde 48 Driebruggen Dhr. C. en R. Gorissen, Zuidzijde 67 Driebruggen Beantwoording De gemeente Bodegraven-Reeuwijk wil iedereen hartelijk bedanken voor de aanvullende informatie. Hieronder wordt per pand beschreven welke informatie en correcties zijn verwerkt in de beschrijvingen van de panden op de inventarisatielijst en of dit van invloed is geweest op de waardering van het desbetreffende pand. B026 De Bree 16, Bodegraven Het Wolfsdak en de hooiberg zijn uit de beschrijving gehaald. De deskundige heeft het pand nogmaals gewaardeerd. Door de verdwenen cultuurhistorisch waardevolle elementen is de waardering hoog gewijzigd in de waardering redelijk. Pagina 47 van 136

48 B092 Kerkweg 15, Waarder De aangeleverde geschiedenis door de initiatiefnemer in verwerkt in de beschrijving van het pand. B102 Korte Nieuwstraat 1, Bodegraven De beschrijving van het dak en de verdiepingen van het pand is verwerkt. B106 Korte Waarder 52, Nieuwerbrug aan den Rijn De vensters zijn in de beschrijving aangepast. B120 Meije 28, Bodegraven Het jaartal is aangepast en de aanvullende informatie over de schuur en de kelder is opgenomen in de beschrijving. B137 Middelburgseweg 6, Reeuwijk De beschrijving van de vensters en de kozijnen is aangepast. B138 Middelburgseweg 8, Reeuwijk Het pand blijkt in 2013/2014 vrijwel geheel nieuw te zijn gebouwd, waardoor de cultuurhistorische waarde verloren is gegaan. Het pand is uit de inventarisatielijst gehaald. B143 Nassaustraat 13, Bodegraven De beschrijving van het pand is aangepast. Het pand is nu beschreven als zijnde winkel woonhuis. B149 Nieuwdorperweg 65, Reeuwijk Het pand is vrij recentelijk verbouwd/aangepast. Dit heeft invloed gehad op de beschrijving en waardering. De waardering is aangepast van hoog naar redelijk. B166 Noordstraat 27, Bodegraven De woning is vrijstaand, niet half vrijstaand. Dit is verwerkt in de beschrijving. De achtergevel van het pand is daarnaast toegevoegd en de datering van het pand is aangepast. Het huis heeft twee bouwlagen, de kapverdieping wordt doorgaans niet als bouwlaag gerekend. De beschrijvingen gaan niet in op het voegwerk, omdat deze in de afgelopen jaren is gewijzigd. Derhalve is het niet opgenomen in de beschrijving. B176 Noordstraat 50, Bodegraven De datum is aangepast. B180 Noordzijde 64, Bodegraven De aanvullende informatie over de geschiedenis als Andrelon complex is opgenomen en de recentelijk uitgevoerde renovatie is verwerkt in de beschrijving. B198 Noordzijde 118, Bodegraven De aanvullende informatie over de vensters en het zomerhuis zijn opgenomen in de beschrijving en de overige correcties zijn verwerkt. B206 Oosteinde 56, Waarder; De beschrijving van het dak, de ramen en de stalvensters is aangepast. B213 Oud Bodegraafseweg 26, Bodegraven De naamgeving is aangepast, de datum is veranderd en de beschrijving van de dakpannen en ramen is aangepast. Pagina 48 van 136

49 B214 Oud Bodegraafseweg 85, Bodegraven De datum is aangepast evenals de ramen in de beschrijving. De toekomstige situatie is niet opgenomen in de beschrijving van het pand, omdat de inventarisatie gaat om de waardering van de huidige situatie. De waardering van het pand is niet aangepast, omdat de gaafheid niet gaat om de bouwkundige staat van het pand, de afleesbaarheid van het object als historisch boerderijcomplex wel degelijk hoog is en de uniciteit ook gaat over het feit dat een object beelddrager is van een historische ontwikkeling. B215 Oud Bodegraafseweg 86, Bodegraven De beschrijving van de dakpannen en de schuifvensters is aangepast. B341 Wilhelminastraat 67, Bodegraven De correctie over de éénlaagse keukenaanbouw aan de achtergevel is verwerkt. B360 Zuidzijde 48, Driebruggen Het zomerhuis heeft huisnummer 48a. Dit is verwerkt in de inventarisatielijst. B365 Zuidzijde 67, Driebruggen De aangeleverde informatie over het boenhok, de hooiberg, de stal en schuur is in de beschrijving verwerkt Adreswijzigingen Samenvatting Er zijn diverse reacties binnen gekomen over foutieve adressen van cultuurhistorische panden. Het gaat om de volgende inspraakreacties: Dhr. H. Kok, De Bree 4 Nieuwerbrug Fam. Broere, Noordzijde 65 Bodegraven P.H. van Os, Notaris d Aumerielaan 19 Reeuwijk L.B. van Rietschoten, Wilhelminastraat 2 Bodegraven Beantwoording B022 De Bree 4, Nieuwerbrug is gewijzigd in De Bree 6, Nieuwerbrug. B192 Noordzijde 65, Bodegraven is een vrijstaande woning en maakt geen deel uit van de vier gekoppelde woningen. Noordzijde 65 is verwijderd uit de inventarisatielijst. B201 Notaris d Aumerielaan 19, Reeuwijk bestaat niet en is uit de inventarisatielijst verwijderd. B328 Wilhelminastraat 2 heeft het adres Wilhelminastraat 2e, Bodegraven en is uit de inventarisatielijst verwijderd, omdat het een gemeentelijk monument is. Daarnaast heeft de gemeente Bodegraven-Reeuwijk de volgende adreswijzigingen doorgevoerd: B045 Fokkerstraat 6, Reeuwijk is gewijzigd in Fokkerstraat 4, Reeuwijk. Pagina 49 van 136

50 B287 Voorplein 4 heeft het adres Pastorieplein BC te hebben en is uit de inventarisatielijst verwijderd, omdat het een gemeentelijk monument is. B345 Willemstraat 39, Bodegraven bestaat niet en is uit de inventarisatielijst verwijderd. Pagina 50 van 136

51 Bijlagen Bijlage 1 Dhr. C.J.A. van Dam Algemene reactie Cultuurhistorisch beleid Bodegraven-Reeuwijk van hoog gewaardeerde boerderijen Inleiding 108 boerderijen in gemeente Bodegraven-Reeuwijk zijn door de Gemeente beschreven en aangewezen als cultuurhistorisch hooggewaardeerd (waarvan enkele als redelijk/hoog). Zie Inventarisatie objecten cultuurhistorie op Dit is als onderdeel van de voorbereiding van een nieuwe beleidsnota Cultuurhistorie van gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Elk pand dat laag, redelijk, hoog of hoog+ is gewaardeerd, heeft een uitdraai van de beschrijving en de waardering ontvangen. Eigenaren en gebruikers worden door de Gemeente in de gelegenheid gesteld om hierop voor eind augustus 2017 te reageren. Een tweetal informatieavonden heeft plaatsgehad. Hooggewaardeerde boerderijen pleiten voor drieledige financiële compensatie en daarnaast voor ruimhartige ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden. Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid, en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1. Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZB-vrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. Pagina 51 van 136

52 2. Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder Van den Heuvel voorgesteld. 3. Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pand hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Bijlage 2 Dhr. A.F. Bongers, Dammekant 20 Bodegraven Geachte mevrouw Mahabier, Ik verkeerde in de veronderstelling dat de heer Kees-Jan van Dam zijn standpunten al naar u had toegestuurd. Dat blijkt dus niet zo te zijn. Hij is wel voornemens dit binnenkort te doen. Op voorhand ben ik met zijn standpunten (ik ken uiteraard de inhoud van zijn geschrift) volledig eens. Ik verwacht een reactie van de Gemeente op deze punten omdat dat ook het totale plaatje compleet maakt. Vriendelijke groeten, Andries F. Bongers [mailto:root@de-bongerd.nl] Bijlage 3 Dhr. D. Dronk, De Bree 12 Nieuwerbrug aan den Rijn Nieuwerbrug, 31 augustus 2017 Geachte heer/ mevrouw, De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorische waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders, dankbaarheid en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat de toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als Pagina 52 van 136

53 cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1. Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZBvrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. 2. Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder Van den Heuvel voorgesteld. 3. Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, herstel en de versterking van de elementen op grond waarvan een pand hoog gewaardeerd is. Ook is hier vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Dhr. D. van Donk De Bree BG NIEUWERBRUG Bijlage 4 Bewoners De Bree 16, Nieuwerbrug aan den Rijn De Bree 16 Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische Pagina 53 van 136

54 ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingen leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1) Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZBvrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. 2) Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder van den Heuvel voorgesteld. 3) Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pad hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Bijlage 5 Dhr. H. Janssen, Korte Waarder 52, Nieuwerbrug aan den Rijn Geacht college van B&W van gemeente Bodegraven-Reeuwijk, In eerste instantie een correctie op de beschrijving: geen enkel venster van het pand is voorzien van luiken. Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Pagina 54 van 136

55 Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingen leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1) Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZBvrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. 2) Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder van den Heuvel voorgesteld. 3) Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pad hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Bij deze inspraakreactie van B106 Korte Waarder 52. In afwachting van uw reactie verblijf ik. Met vriendelijke groet, P. Habben Jansen Pagina 55 van 136

56 Bijlage 6 Bewoners Meije 87, Bodegraven Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingen leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1) Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZBvrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. 2) Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder van den Heuvel voorgesteld. 3) Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pad hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Pagina 56 van 136

57 Bijlage 7 Dhr. W. Kwakernaak, Nieuwdorperweg 38 Reeuwijk Mijne heren, Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om enkele opmerkingen te maken, betreffende de inventarisatie van cultuurhistorische panden in de gemeente en dan in het bijzonder voor de locatie Nieuwdorperweg 38. De cultuurhistorische waarde, was in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied-Reeuwijk-west alleen toegeschreven aan Hoofdgebouw en Hooiberg. Nu is daar ineens sprake van het hele complex. Met welke ogen is er gekeken naar de cultuurwaarden in de gemeente? In de inventarisatielijst zijn minimaal twee panden opgenomen, welke nog geen vijf jaar oud zijn. De classificatie C.W. zal ook bij een eventuele verkoop moeten worden mee verkocht, hetgeen zeker de waarde niet zal verhogen. Dit omdat, zoals het er op dit moment naar uit ziet het wel beperkingen, dan wel lasten oplevert en weinig lusten. Tijdens de infoavond heeft de wethouder een aantal keren gesproken over het bespreekbaar maken allerlei wensen vanuit de bewonerskant, doch zonder ook maar één enkele concrete toezegging. Dit wil m.i. zeggen, praten kan, maar kans op succes is niet groot. Een aantal reacties die in de nabije toekomst wellicht gaan spelen: De kap van de hooiberg is aan renovatie toe. Hierbij moet ook gedacht worden aan het aanbrengen van wanden en of een zolder i.v.m. veranderende omstandigheden. Een ander verhaal dat wellicht een keer gaat spelen is dat bij afbouw van de agrarisch activiteiten de wens ontstaat om de schuur te veranderen c.q. te vervangen voor een woonhuis. Als bijlage voeg ik een (collectieve) zienswijze toe, die niet alleen voor mij, maar voor meerdere belanghebbenden geldt. Vertrouwend u voor dit moment van voldoende info te hebben voorzien en indien gewenst ben ik uiteraard bereid met u te overleggen. m.vr.gr. Wim Kwakernaak Bijlage: Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische Pagina 57 van 136

58 ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingen leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1) Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZBvrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. 2) Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder van den Heuvel voorgesteld. 3) Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pad hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Bijlage 8 Bewoners Oosteinde 16, Waarder Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische Pagina 58 van 136

59 ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingen leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1) Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZBvrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. 2) Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder van den Heuvel voorgesteld. 3) Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pad hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Bijlage 9 Mevr. G. Verkaik, Twaalfmorgen 37A, Reeuwijk Naar aanleiding van het bericht van via dhr. Kees Jan van Dam is verstuurd wil ik een mededelen dat ook de erven Verkaik eigenaar van het Pand aan de Twaalfmorgen 37 in Reeuwijk achter de stelling in het financiële steun aan eigenaars met die zonder enige inzicht te maken hebben met de beperkingen en kosten die voorkomen uit het cultureel erfgoed register. Natuurlijk zijn wij blij met de gedachten dat er belangstelling wordt getoond om de waardevolle gebouwen te behouden en daarin mee te denken voor het behoud van het de waardevolle erfgoederen in onze gemeente. Gerda Verkaik Namens alle erven Verkaik Twaalfmorgen 37A 2811 ND Reeuwijk Pagina 59 van 136

60 Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingen leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1) Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZBvrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. 2) Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder van den Heuvel voorgesteld. 3) Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pad hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Pagina 60 van 136

61 Bijlage 10 P.A. Heij, Weijpoort 12, Nieuwerbrug aan den Rijn Het pand Weijpoort 12 is aangewezen als hooggewaardeerd cultureel erfgoed. Op zich iets waar we enerzijds van harte mee instemmen, anderzijds brengt het een lastenverzwaring met zich mee. Vandaar dat we ons aansluiten bij het initiatief van de heer Van Dam, Weijland 6-A. Onderstaan de tekst die hij gemaakt heeft en welke onze instemming heeft en waar we bij dezen graag bij aansluiten. Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingen leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1) Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZBvrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. 2) Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder van den Heuvel voorgesteld. 3) Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pad hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is Pagina 61 van 136

62 het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Met vriendelijke groet, P.A. Heij Torda Prince Coffee bv Weijpoort BV Nieuwerbrug Bijlage 11 Bewoners Weijpoort 29, Nieuwerbrug aan den Rijn Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingen leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1) Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZBvrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. Pagina 62 van 136

63 2) Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder van den Heuvel voorgesteld. 3) Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pad hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Bijlage 12 Fam. P.J. van Oosterom en fam. H. Dijkshoorn, Zuidzijde 117, Bodegraven en Weijpoort 38, Nieuwerbrug Aan: Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Bodegraven-Reeuwijk Betreft: Inspraakreactie cultuurhistorische panden Bodegraven, 30 augustus 2017 Geachte lezer, Bij deze willen we van de gelegenheid gebruik maken om onze reactie te geven op het plan om onze boerderijen een cultuurhistorische waarde toe te kennen. We willen ons aansluiten bij de reactie zoals u die heeft gekregen van ir. C.J.A. van Dam, gebruiker van Weijland 6 te Nieuwerbrug, waarin hij het voort wat, hoort wat principe beschrijft mochten uw plannen wat betreft de toekenning van de cultuurhistorische waarde doorgang vinden. Daarnaast willen we, in simpele bewoording, aangeven dat we ongerust zijn wat deze toekenning allemaal met zich meebrengt. We hebben beide een agrarisch bedrijf, zijn daar erg druk mee. Er wordt veel van ons gevraagd op allerlei gebied. We zijn ons bewust dat we op een bijzondere plek wonen en zoals u kunt zien aan onze boerderijen doen wij ons best om deze zo in goede staat te houden. Uw inmenging door er een cultuurhistorische waarde aan te hangen voelt als ongewenste regeldruk van hogerhand waar wij zelf niet op zitten te wachten. In afwachting van uw reactie. Met vriendelijke groet, Fam. H. Dijkshoorn Fam. P.J. Van Oosterom Bijlage 13 Dhr. T. Mos, Zuidzijde 12 Bodegraven Geachte mevrouw Teunissen, beste Lisanne, Na onze contactmomenten inzake onze woning in relatie tot cultuurhistorisch erfgoed kregen wij onderstaand verzoek/handreiking van de heer Van Dam van Weijland 6 te Nieuwerbrug als vervolg op de gehouden informatieavonden. De lijn van zijn betoog kunnen wij billijken en onderschrijven wij. Wij Pagina 63 van 136

64 beseffen en begrijpen dat er niet zomaar een subsidiepot beschikbaar is of komt om wat als erfgoed wordt gekwalificeerd door of namens de gemeente Bodegraven in stand houden. De drie mogelijkheden die de heer Van Dam benoemd en aanreikt om als gemeente de betrokken partijen (al dan niet situationeel en wanneer dit nodig mocht zijn) toch enige vorm van tegemoetkoming in de kostenkant te kunnen bieden (zie de navolgende tekst van de heer Van Dam), lijkt ons een heel reëel insteek en zeker niet overvraagt. Wij kunnen ons er namelijk alles bij voorstellen dat er in relatie tot onderhoud aan 'de look en feel' van een pand er vanuit de gemeente op enig moment andere (waarschijnlijk veel kostbaardere) maatregelen worden gevraagd en wellicht geëist dan de eigenaar van plan was c.q. voor hem/haar ook al toereikend zouden zijn geweest. Vandaar dat ik het pleidooi van de heer Van Dam steun en dat bij deze graag ook onder de aandacht van u (en daarmee impliciet bij het College van B&W van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, Postbus 401,2410 AK Bodegraven) breng. De hiermee in beeld gebrachte opties waar de gemeente zonder al te grote impact toch ook inhoudelijk een bijdrage kan bieden aan de instandhouding zijn m.i. redelijk laagdrempelig en te overzien. De betrokkenen zouden hier al behoorlijk mee geholpen zijn. Wij zou graag zien, dat u deze gedachten en aangereikte mogelijkheden als kansen mee wilt nemen of in wilt brengen in de discussie over de beleidsmatige insteek rondom cultuurhistorische panden binnen Bodegraven- Reeuwijk. Ik vertrouw erop, dat met deze ik deze aanvullende punten voldoende heb ingebracht in deze discussie. Mocht dat niet zo zijn en hier nog iets anders voor noodzakelijk zijn, vertrouw ik erop, dat u mij daar in dat geval tijdig op opmerkzaam zult maken. Ik stel het op prijs een bevestiging te krijgen van de ontvangst van deze en over vorenstaande (dat dit bericht toereikend genoeg is voor het meenemen in het traject om te komen tot beleidsregels). Hartelijke dank. Goed weekeind. Met vriendelijke groet Ted Mos ZZ12 Bijlage 14 Dhr. A. van Leeuwen, Zuidzijde 28 Bodegraven Betreft: inspraakreactie hooggewaardeerd pand Zuidzijde RR Bodegraven. Bekend onder de naam Hofstede Leeuwendeel. Eigenaar /gebruiker Alphons van Leeuwen. In 1969 is op mijn verzoek in overleg met B&W van Bodegraven het raadsbesluit tot sloop van de onbewoonbaar verklaarde boerderij nietig verklaard waarna ik de boerderij in huur kreeg. Ik heb de boerderij gered van de sloop en er in eigen beheer weer een bewoonbaar pand van gemaakt. In 1996 is de boerderij in eigendom overgedragen aan mij en onze zoon Vencent als onverdeeld eigendom. Wij hebben van 1996 tot en met 2002 de boerderij in EIGEN BEHEER gerestaureerd en gerenoveerd tot een oase van kunst en cultuur zoals vermeld in de akte van levering. In 2002 kregen wij voor de restauratie de HUGO KOTESTEIN OORKONDE uitgereikt voor het in eigen beheer restaureren en bewaren van een historisch pand. Wij hebben de boerderij zoveel mogelijk in zijn originele staat behouden en er zijn nog enkele elementen van het begin te zien. Bijvoorbeeld een instapkozijn van een bedstee. Wij hebben over de boerderij een boekje gemaakt: HOFSTEDE LEEUWENDEEL en er is een website Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch Pagina 64 van 136

65 waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingen leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. 1) Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZBvrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de (vroegere) kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. 2) Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder van den Heuvel voorgesteld. 3) Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pad hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. Met vriendelijke groet, Alphons van Leeuwen eigenaar/gebruiker Leeuwendeel Zuidzijde RR Bodegraven Pagina 65 van 136

66 Bijlage 15 Dhr. C.J.A. van Dam, Weijpoort 6 Nieuwerbrug aan den Rijn Inventarisatie, beschrijving en waardering bouwkundige objecten 2017 gemeente Bodegraven-Reeuwijk en Weijland 6 Reactie door ir. C.J.A. van Dam, gebruiker B292 Weijland 6, Nieuwerbrug aan den Rijn. Inleiding In het kader van de beschrijving en waardering van de boerderij te Weijland 6 (B292) als onderdeel van de voorbereiding van een nieuwe beleidsnota Cultuurhistorie van gemeente Bodegraven-Reeuwijk, wil ik meedenken over wat het betekent om een cultuurhistorisch hooggewaardeerde pand in het algemeen en in het bijzonder de boerderij te Weijland 6 in stand te houden, te herstellen en te versterken. Inspraak- en inloopavond d.d. 3 juli 2017 Tijdens de inspraak- en inloopavond op 3 juli 2017 is uitleg gegeven over het proces van inventarisatie, beschrijving en waardering van bouwkundige objecten in de Gemeente. Duidelijk is gemaakt dat voor de groep objecten die cultuurhistorisch hoog gewaardeerd zijn, in de toekomst beperkingen te verwachten zijn gericht op instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Zoals uit de ter inzage liggende lijst objecten blijkt, bestaat de groep cultuurhistorisch hoog gewaarde objecten voor een belangrijk gedeelte uit boerderijen. Vanuit de zaal is zorg uitgesproken over de financiële betekenis voor eigenaars en gebruikers en is gewezen op de noodzaak dat sociaaleconomisch verantwoord gebruik van de panden mogelijk moet blijven. Ook is gewezen op de verwevenheid van de constructieve kwaliteit van objecten met externe omstandigheden, zoals de aard en belastbaarheid van de ondergrond en trillingen veroorzaakt door het wegverkeer. Door wethouder Van den Heuvel is duidelijk gemaakt dat de Gemeente in het geval van monumenten financiële regelingen kent zoals kwijtschelding van OZB en subsidie voor verbouwingen, en dat voor de hoog gewaarde objecten ook financiële tegemoetkoming denkbaar is, zoals vermindering of kwijtschelding van bouwleges. Voor wat hoort wat De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd betekent dat de panden met beperkingen te maken krijgen gericht op de instandhouding, herstel en versterking van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Deze beperkingen betekenen dat de eigenaar of gebruiker zich voor hogere kosten gesteld zal gaan zien. Cultuurhistorisch waardevolle elementen zijn van belang voor het maatschappelijk welzijn. Ze vergroten het historisch bewustzijn, de waardering voor de inspanning van onze voorouders en dankbaarheid, en ze vergroten daarmee het maatschappelijk welbevinden. Cultuurhistorisch waardevolle elementen geven economische spin-off voor de recreatieve sector. Dit zijn voordelen voor de gemeenschap. Deze voordelen mogen niet eenzijdig over de rug van de eigenaren en gebruikers van de hooggewaardeerde panden worden verkregen. Waardering voor de leefstijl van voorouderlijke generaties in bepaalde panden mag niet vertaald worden in afknijpen van de generatie die hen in die panden is opgevolgd. Financiële compensatie en ook ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden vormen de enige ethisch Verdedigbare flankerende beleidsstap. Financiële compensatie is billijk, want voor wat hoort wat. Ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden leggen een belangrijke basis voor het toekomstperspectief van de eigenaars en gebruikers en zijn noodzakelijk voor het initiatief nemen tot en het daadwerkelijk realiseren van behoud, herstel en versterking. Het niet bieden van financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden zou gelijk staan aan uitbuiting. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat monument slechts met instemming van de eigenaar geschiedt, terwijl aanwijzing als cultuurhistorisch hooggewaardeerd object zonder instemming van de eigenaar plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting van financiële compensatie die minimaal op hetzelfde niveau ligt als die van monumenten. Pagina 66 van 136

67 1. Standaard financiële compensatie zou voor ieder hooggewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van OZB moeten zijn. Vrijstelling van OZB geldt binnen de Gemeente ook voor monumenten. Zoals de gemeenschap jaar in jaar uit van de aanwezigheid van monumenten kan genieten en daarvoor in de vorm van OZB-vrijstelling betaalt, zo kan de gemeenschap ook jaar in jaar uit van de aanwezigheid van hooggewaardeerde panden genieten en de eigenaars/gebruikers daarvoor vergoeden door OZB-vrijstelling. OZB-vrijstelling kan men zien als de vaste lasten van de gemeenschap voor het mogen genieten van al dat moois, een juridisch verdedigbare variant op de kijk- en luistergelden. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden, waar nu nog scepsis overheerst. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van dit beleid. Het is essentieel voor het welslagen van het beleid dat publiekelijk en achter de voorgevel bij deze doelgroep bereidheid bestaat om zijn best te doen het cultuurhistorisch karakter van het pand te behouden, herstellen en versterken. 2. Wanneer de hooggewaardeerde panden zich voor de noodzaak van groot onderhoud of verbouwing gesteld zien, zullen de kosten van het onderhoud of van de verbouwing hoger zijn dan zonder de aanwijzing van hoog gewaardeerd pand. Hier is vrijstelling van betaling van de bouwleges op zijn plaats. Deze mogelijkheid is door wethouder Van den Heuvel voorgesteld. 3. Aangezien het vrijstellen van bouwleges de meerkosten doorgaans niet zal compenseren, is aanvullend een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van die elementen op grond waarvan een pand hoog gewaardeerd is. Ook hier is vergelijkbaarheid met monumenten aan de orde. Het verschil met monumenten zit hem in de schaal waarop deze elementen zijn aangewezen en dus ook voor subsidie in aanmerking komen. Bij de hooggewaardeerde panden is het aantal elementen lager dan bij monumenten. De aanspraak van een gemiddeld hoog gewaardeerd pand op subsidie zal dus geringer zijn dan van een gemiddeld monument. Het is daarmee redelijk dat voor ieder aangewezen element van een hoog gewaardeerd pand, dezelfde bouwsubsidieregeling beschikbaar komt als voor monumenten. De heer A.F. Bongers heeft mij laten weten dat hij in zijn inspraak naar bovenstaande tekst van Voor wat hoort wat heeft verwezen. Conflict bouwstijl met ondergrond Kwetsbare balans De boerderij te Weijland 6 kent over het algemeen een bouwkundige balans tussen bouwstijl en ondergrond; deze balans is kwetsbaar. Daarin is deze boerderij niet uniek; naar verluidt is dit de situatie bij vele boerderijen in het veenweidegebied. De boerderij is op staal gefundeerd, wat in het geval van deze boerderij inhoudt dat de muren van de boerderij op ca. een halve meter onder maaiveld met een verbrede voet van bakstenen op de klei rusten. Deze klei maakt deel uit zo blijkt uit sondering van een ca. 3 meter dikke kleilaag, die naar beneden toe wordt gevolgd door een ca. 6 meter dikke laag overwegend veen, die weer ligt op zand. Vergelijk afbeelding 1. Afbeelding 1. Voorbeeld van sonderingsresultaat op Weijland 6. De bovenste meters bestaan uit klei met lage waarden van de conusweerstand (met wrijvingsgetal van 2-6), gevolgd door veen (wrijvingsgetal 5-10). Op 9 meter -NAP volgt dan zand met hoge conusweerstand en zeer laag wrijvingsgetal. (Lankelma Geotechniek Zuid B.V. in Rapport Funderingsadvies Funderingsherstel Boerderij a/d Weijland 6 te Nieuwerbrug aan den Rijn d.d ) Pagina 67 van 136

68 Toelichting Lankelma: De sondeergegevens worden in een grafiek weergegeven waarbij, indien van toepassing, het wrijvingsgetal (verhouding plaatselijke wrijving/ conusweerstand) is berekend en gepresenteerd. Het wrijvingsgetal geeft samen met de conusweerstand over het algemeen een indicatie van de bodemopbouw onder de grondwaterstand. In navolgende tabel zijn enige indicatieve waarden hiervoor aangegeven. Opgemerkt wordt dat boven het grondwater de waarden hiervan kunnen afwijken. Grondsoort Conusweerstand (qc) Wrijvingsgetal (fs/qc) [MPa] [ % ] zand, grind > 5 0,2-1,0 siltig zand, > 4 0,8-1,4 kleiig zand > 2 1,0-2,0 leem 1-3 2,0-4,0 klei 0-5 2,0-6,0 venige klei 0-6 5,0-8,0 veen 0-4 5,0-10,0 Klei op veen De klei waarop de boerderij is gegrondvest, maakt deel uit van een kleidek dat in het verleden door overstromingen van de Oude Rijn (toen: Rijn) op de bodem in de nabijheid van de rivier is gesedimenteerd. In afbeelding 2 is op een grondsoortenkaart te zien hoe ver dit kleidek zich uitstrekt vanaf de Oude Rijn. Hoe verder verwijderd van de Oude Rijn, hoe dunner het kleidek. Pagina 68 van 136

69 Afbeelding 2. Door vroegere overstromingen bevindt zich aan weerszijden van de Oude Rijn een laag klei (geel op de kaart) op het veen (paars op de kaart) (bron: Het zand dat onder de boerderij op ca. 9 m -NAP begint, maakt deel uit van een vroeg-holocene of Pleistocene formatie van ca. 3 m dik, de formatie van Boxtel. Daaronder volgt een laag van ca. 20 m, de formatie van Kreftenheye. Zie afbeelding 3 voor informatie over de ondergrond. Afbeelding 3. Geologie van de locatie en omgeving. Het betreft de geologische bodemopbouw die door TNO is geïnterpoleerd op basis van onderzoek in de omgeving. De werkelijke laagopbouw en - samenstelling kunnen hiervan afwijken. (Lankelma Geotechniek Zuid B.V. in Rapport Funderingsadvies Funderingsherstel Boerderij a/d Weijland 6 te Nieuwerbrug aan den Rijn d.d ) Diepte tot* [m - NAP] Formatienaam* Kenmerk Lithologie** 9 Holocene afzettingen jonge fluviatiele, mariene, lagunaire en strandafzettingen 12 Boxtel zeer uiteenlopende afzettingen uit het Midden/Laat- Pleistoceen en het VroegHoloceen 32 Kreftenheye fluviatiele zand- en grindafzettingen van de rivier de Rijn, uit het laat Pleistoceen en Vroeg-Holoceen 50 Sterksel rivierafzetting uit het Midden Pleistoceen klei, veen, zand zand met fijne korrelgrootte, met plaatselijk leem-, klei-, veen- of humusrijke lagen grof zand en grind, met sporadisch fijne laagjes fijn zand, klei of veen grof zand en grind, soms keien Pagina 69 van 136

70 en het laatste deel van het Vroeg Pleistoceen 144 Peize / Waalre fluviatiele zanden en kleien uit het VroegPleistoceen, gevormd door de vroegere rivier de Eridanos (form. van Peize, in het noorden van het land) en de oervorm van de Rijn (form. van Waalre, in het zuiden van het land). Omdat deze lagen vertand voorkomen -met name in het midden van het land- wordt geen nader onderscheid gemaakt Peize: fluviatiel en deltaïsch wit of grijs grof zand en grind, met dunne leem- en kleilagen Waalre: zanden (bij vroegere stroomruggen), uiterst grof tot matig fijn en kleien (bij vroegere komgronden of meren). Plaatselijk komen veenlaagjes voor. * Bron: Landelijk DGM model V , TNO, de werkelijke diepte en formatienaam kan afwijken (met name nabij geologische breukzones). ** Beschreven is de dominante lithologie. Ondergeschikte en sporadisch voorkomende lithologie zijn niet beschreven. Zandwinning Put van Broekhoven Voor de aanleg van de A12 is van 1937 tot 1939 door aannemer Broekhoven zand afgegraven ( op een aaneengesloten blok percelen behorend bij de toenmalige boerderij van Rijlaarsdam aan Weijpoort, waardoor de zgn. Put van Broekhoven ontstond. Dit blok percelen lag hemelsbreed op geringe afstand van Weijland 6, vergelijk afbeelding 4. Afbeelding 4. De Put van Broekhoven op geringe afstand van Weijland 6. De boerderij van Weijland 6 ligt links op de voorgrond, verlicht door de avondzon. De zandwinning geschiedde tot een diepte van ca. tien meter ( derhalve in de Holocene afzettingen tot in de formatie van Boxtel. Het grondwater dat vanuit de omgeving Pagina 70 van 136

71 toestroomde, werd weggepompt. Het is waarschijnlijk dat met het grondwater ook toestroom van zand uit de omgeving heeft plaatsgehad. Mij is bekend de opvatting die wijlen mijn vader Piet van Dam (geboren 1928, zijn hele leven woonachtig geweest op Weijland 6) huldigde, dat het maaiveld van de zogenaamde Drie Morgen door de zandwinning is gedaald. In afbeelding 5 is de Drie Morgen met een pijl aangegeven. Dit zal geen particuliere opvatting zijn geweest, maar deze opvatting zal hebben bestaan binnen het toenmalige gezin van Cor van Dam en Aafje van Dam-Griethuizen. Afbeelding 5. Het perceel genaamd Drie Morgen waarvan het maaiveld volgens mijn vader door de zandwinning uit de Put van Broekhoven is gedaald. Waar de punt van de pijl eindigt, ligt de Drie Morgen. De kavels ten oosten en westen van de Drie Morgen, in die tijd ook in gebruik door de bewoners van Weijland 6, kennen inderdaad een hoger maaiveld. De Drie Morgen bevindt zich op ruim 1,5 km afstand van de Oude Rijn en op ca. 2 km afstand van de Put. Veen kent inklinking sinds de ingebruikname van het gebied en de daarbij behorende ontwatering in ca. de 11 eeuw. Dit is mijn voorouders ongetwijfeld bekend geweest, geschoold in en betrokken op het leven en werken op het veen als ze waren (vergelijk Het Oude Miland en zijn Waterstaatkundige Ontwikkeling van C.J. van Doorn, waarmee mijn vader bekend was). Daarom is de opvatting over de maaivelddaling door de aanleg van de Put opmerkelijk. Uit eigen waarneming (hooibouwwerkzaamheden tijdens de 1970-er en 1980-er jaren) weet ik dat de Drie Morgen door het drassige karakter in het midden de indruk geeft een lager maaiveld te hebben dan de kavels ten westen en ten oosten daarvan. Afbeelding 6 toont de huidige situatie. Afbeelding 6. De Drie Morgen ligt in het midden van de foto. Van rechts naar links gaande geeft de dam toegang tot het perceel. Volgens getuigenverklaring is het maaiveld van dit perceel door de zandwinning uit de Put eind jaren 1930 gedaald. Pagina 71 van 136

72 Het is dus waarschijnlijk dat de zandwinning uit de Put van invloed is geweest op bodemdaling van het genoemde perceel op 2 km afstand. Bekend is dat tijdens de zandwinning het toestromende grondwater uit de Put werd gepompt. Zand van de Holocene afzetting en de formatie van Boxtel zal met de grondwaterstroming mee in de richting van de Put zijn gelopen met maaivelddaling tot gevolg, wellicht in bijzondere mate van onder de Drie Morgen vandaan. Als dit de situatie is geweest, kan toestroming van zand op veel geringere afstand van de Put nog meer effect hebben gehad, ware het niet dat hier het compacte kleidek dalingsverschillen binnen een perceel of groter gebied kan hebben voorkomen. Niet uit te sluiten is dat de zandwinning uit de Put bodemdaling heeft veroorzaakt van de totale klei op veen-laag op geringere afstand van de Put. Evenmin is uit te sluiten dat aanleg van de Put hier tot schade aan bouwwerken heeft geleid. Duidelijk is dat de boerderij van Weijland 6 tot de boerderijen behoort die het dichtst bij de Put zijn gelegen. Bouwtechnische staat boerderij Weijland 6 Over het geheel genomen vertoont de boerderij weinig zetting. Enkele scheuren die in de stalvloer te zien zijn, zijn van geringe afmeting en niet van recente datum. Deze situatie, die over het algemeen als stabiel kan worden getypeerd, is mede afhankelijk van de naar verwachting stabiele grondwaterstand. Verandering in grondwaterstand kan enerzijds krimp van klei veroorzaken (bij daling) en anderzijds zwel van klei (bij stijging) (vgl. bijv. _Secties/Sectie_Weg_en_Railbouwkunde/-_Leerstoelen/Leerstoel_Wegbouwkunde/-_Onderwijs/- _College_Dictaten/doc/CT3041_Hoofdstuk_1.pdf p.18). De grondwaterstand onder de boerderij op Weijland 6 is in belangrijke mate afhankelijk van het waterniveau in de er langs gelegen sloot, de zgn. stoepsloot, zie afbeelding 7. Pagina 72 van 136

73 Afbeelding 7. Rechts (ten oosten) van de boerderij loopt de stoepsloot met een hoger slootpeil dan het polderpeil. Zo is de boerderij beschermd tegen verlaging van het polderpeil die in het verleden in de polder meermalen aan de orde is geweest. Deze sloot heeft een hoger peil dan het polderpeil en wordt op niveau gehouden door instroom van oppervlaktewater uit de Oude Rijn, via een duiker onder de N458, zie afbeelding 8. Afbeelding 8. Onder de provinciale weg N458 door loopt een duiker die oppervlaktewater van de Oude Rijn aanvoert naar de stoepsloot. In de oever van de Oude Rijn bevindt zich de inlaat die door middel van het draaien met een slinger aan de vierkante pen (te zien op de rechter foto) geopend of gesloten kan worden. Het is dus van belang voor de stabiliteit van de boerderij dat het oppervlaktewaterpeil in de stoepsloot door wateraanvoer uit de Oude Rijn via de duiker constant wordt gehouden. Stoepsloop, duiker en verhoogd peil bestaan sinds jaar en dag. Enige jaren geleden is de inlaat aan de zijde van de Oude Rijn door provincie Zuid-Holland vernieuwd. In contact met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in voorjaar 2017 bleek dat het Hoogheemraadschap niet op de hoogte was van het historisch recht van de boerderij op deze waterinlaat. Het moge duidelijk zijn dat het gewenst is dat het beleid van het Hoogheemraadschap in Pagina 73 van 136

74 lijn is met het beleid van de Gemeente gericht op het behoud van deze hoog gewaardeerde boerderij, alsmede het beleid van de Provincie gericht op het behoud van de duiker benodigd voor het handhaven van het oppervlaktewaterpeil in de stoepsloot. Discrepantie De boerderij te Weijland 6 kent voor een deel ook discrepantie tussen bouwstijl en ondergrond. Die is aan de orde in het voorhuis en heeft effect op de gehele boerderij: er is een breuk in de fundering op de plaats waar de voorgevel niet langer gesteund wordt door de kelder. De voorgevel rust namelijk aan de oostkant op de kelderbak en verder naar het westen op de kleilaag. Deze breuk is het gevolg van onvoldoende draagkracht van de kleilaag ter plaatse. Daarin is deze boerderij evenmin uniek; naar verluidt hebben vele boerderijen in het veenweidegebied een gebroken fundering als gevolg van een kelder. Door deze breuk is de voorgevel instabiel geworden. Het voorhuis van de boerderij op Weijland 6 is in 1899 aangebouwd tegen de toenmalige voorgevel. Het voorhuis is iets breder en hoger uitgevoerd dan de toenmalige boerderij, wat de oorzaak is van de huidige verspringende noklijn. Het optrekken van de nieuwe voorgevel gedeeltelijk op de met beton versterkte kelderrand aan de oostzijde, en gedeeltelijk op de kleilaag in westelijke richting, heeft vanaf het begin een instabiele situatie betekend, zich uitend in scheurvorming. Ook aan de westzijde is een verschil in dragend vermogen van het fundament geconstateerd ook de westelijke hoek rust op beton wat ook hier op de grens tot scheurvorming in de voorgevel heeft geleid. Waarschijnlijk is reeds direct na de bouw, aan het begin van de 20e eeuw, op de grens met de kelder de verzakking van de voorgevel begonnen, gevolgd door geringere verzakking bij de westelijke hoek, getuige de oude reparaties van de ontstane scheuren tussen de stenen. Zelfs de stenen tussen de bovenramen zijn al vroeg een voegdikte naar beneden gezakt. Dit proces van verzakking heeft zich in de loop van de 20e eeuw voortgezet, waarbij de reeds bestaande scheuren zijn verwijd en op meer plaatsen scheuren zijn ontstaan. Vier van de zes kozijnen zijn scheefgezakt. De schuiframen konden na verloop van tijd niet meer worden geopend. Vooral het derde raamkozijn van links is vervormd. De ramen (ruiten) staan door de vervorming onder spanning. Een recente foto van de fundering ter plaatse van de breuk bij de kelderbak laat zien dat een zakking van bijna een steen dik heeft plaatsgevonden (afbeelding 9). Afbeelding 9. De voorgevel aan de linkerkant (op het westen) en de voorgevel aan de rechterkant bij de kelder (op het oosten). De grootste zakking heeft plaatsgehad bij de kelder. De breuk in de fundering (de rode stenen vormen de bovenste laag van de vier lagen bakstenen op staal) en voorgevel bij de kelder is uitvergroot. Op de rechterfoto is rechts een gedeelte van een kelderluik te zien. De voorgevel onder de voorramen is bezig los te komen. De verzakking heeft zich in de 21e eeuw voortgezet. Naast vergroting van de trapsgewijze scheuren tussen de stenen, zijn hoger in de gevel ook scheuren door de bakstenen heen ontstaan. De laatste jaren is onder invloed van de toenemende spatkrachten in de voorgevel de westelijke zijgevel ca. 1 cm naar het westen verschoven, wat tot scheurvorming elders in de boerderij heeft geleid. In de vroegere voorgevel zijn diverse scheuren ontstaan. Funderingsherstel is in voorbereiding, omdat de boerderij anders binnen enkele jaren onbewoonbaar dreigt te raken. De gedeeltelijke onderkeldering, de directe oorzaak van het verval, moet daarbij worden opgeheven. Dit is mogelijk met behoud van de keldervensters voorzien van luiken. Pagina 74 van 136

75 Invloed van het verkeer op de bouwtechnische staat De N458 is een belangrijke verkeersader tussen Bodegraven en Woerden voor zowel woon/werkverkeer als voor vrachtvervoer. Op een werkdag passeren bijna 4000 voertuigen de boerderij, zie afbeelding 10. Afbeelding 10. Verkeersintensiteit N458 tussen rotonde B. Kok-plein en Bruggemeesterstraat, Nieuwerbrug ( Hieruit blijkt dat in 2015 gemiddeld tussen de 3500 en 4000 voertuigen per dag passeerden. In de loop van de 1970-er jaren werd het de bewoners van Weijland 6 duidelijk, na de komst van de melktank en dientengevolge het regelmatige bezoek van de vrachtwagen van de RMO, dat zwaar vrachtverkeer niet langer over de laan naast de boerderij naar het erf achter de boerderij behoorde plaats te vinden. De aankomst van de tankauto via de laan deed namelijk de gebinten van de boerderij kraken. Een tweede toegangsweg tot het achtererf werd gerealiseerd, op grotere afstand van de boerderij. Hiermee is het kraken door vrachtverkeer op het erf verleden tijd. Niet verleden tijd is het kraken van de gebinten bij passeren van zwaar vrachtverkeer over de N458. Het zo af en toe passeren van zwaar beladen vrachtwagens en trekkers met een laagfrequente resonantie (van ca. 2 Hz) veroorzaakt een zodanige golf door de weg en aangrenzende percelen, dat de boerderij, hoewel deze op enige afstand van de weg staat, kraakt. Zwaar wegverkeer vormt daarmee een actuele bedreiging van de bouwtechnische kwaliteit van de boerderij. Schuiframen met bovenlichten De schuiframen met bovenlichten van de boerderij op Weijland 6 behoren tot de cultuurhistorisch hoog gewaardeerde elementen. Op een foto van vóór 1938 is te zien dat de bovenlichten er op de benedenverdieping eerst anders uitzagen: er was een roedeverdeling, zoals nu nog bij de bovenlichten van de bovenste twee vensters het geval is (afbeelding 11). Tijdens de verbouwing van 1938 zijn de roeden uit de vier bovenlichten op de begane grond verwijderd in verband met de plaatsing van glas in lood (modernisering). Ook is op de foto te zien dat de schuiframen alle voorzien waren van een horizontale en een verticale roede, die het glasoppervlak in vieren verdeelden. De roedeverdeling in de zes schuiframen is op een later tijdstip verwijderd, vermoedelijk in verband met ontoelaatbare vermindering Pagina 75 van 136

76 van de constructieve kwaliteit van de roeden, van belang voor het weerstand kunnen bieden aan de windbelasting door zuidwester stormen en valwinden. Afbeelding 11. De boerderij op een foto van vóór In 1938 vond verbouwing plaats, waarbij een erker werd geplaatst en de bovenlichten op de begane grond werden vervangen door glas-in-lood ramen. Op een later tijdstip is de roedeverdeling van de schuiframen verwijderd. Het voornemen bestaat om tegelijk met het funderingsherstel renovatie van de ramen in de zes grote vensters van de voorgevel uit te voeren. De enkelglasramen houden geluid en kou slecht buiten en het raamhout is niet van goede kwaliteit. Een ander nadeel is dat de kleurstelling van de glas-in-lood bovenlichten niet past in het totaalbeeld van de gevel. Het plan is om de roedeverdeling terug te brengen en om zodoende het aanzicht van voor 1938 te herstellen. Dit past binnen het voornemen van de Gemeente van herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden van cultuurhistorisch hoog gewaardeerde panden. Dit dient dan wel op een constructief verantwoorde en voor de bewoners perspectiefvolle wijze te kunnen geschieden. Constructief verantwoord en perspectiefvol Constructief verantwoord houdt aan de ene kant in dat de houten kozijnen, die materiaal-technisch gezien nog goed zijn, intact gelaten worden. De voorgevel ontleent de hechtheid die de gevel nu nog heeft, voor een deel aan de stijfheid van deze kozijnen. Aan die stijfheid dient niet gemorreld te worden. Daarnaast zijn de kozijnen authentiek en hebben een fraaie velling. Aan de andere kant houdt constructief verantwoord in, dat de ramen bestand zijn tegen de weersinvloeden (waaronder het naar men aanneemt toenemende aantal stormen) en de trillingen van het wegverkeer. Dit pleit voor het sterkst denkbare materiaal. Pagina 76 van 136

77 De cultuurhistorische belevingswaarde van de boerderij voor de genietende voorbijganger is de laatste tientallen jaren vergroot door het kappen van grote bomen die voor de voorgevel groeiden. Op de foto van voor 1938 is een voorbeeld van zo n boom te zien. De keerzijde van de huidige afwezigheid van deze bomen is, dat de voorgevel tijdens zuidwester stormen of valwinden een grotere windbelasting ondervindt. Het cultuurhistorisch beleid is gebaat bij blijvende afwezigheid van grote bomen die voor de voorgevel staan en de gevel aan het zicht onttrekken. Dit vormt voor de Gemeente een extra reden om het sterkst denkbare materiaal toe te staan. Voor de bewoners perspectiefvol is het wooncomfort (buitensluiten van water, wind, verkeerslawaai en koude) en een geringe onderhoudsbehoefte. Op Weijland 6 is beperking van de onderhoudsbehoefte een factor van belang. Er bestaat veel achterstallig onderhoud, die nodig is om deze hoeve in stand te houden. Het kunnen beperken van de toekomstige onderhoudsbehoefte, door het gebruik maken van onderhoudsarme materialen bij huidige renovaties, maakt de handen vrij om het onderhoud elders op de boerderij aan te pakken. Onderhoudsarme renovatie staat daarmee gelijk aan sociaaleconomisch duurzame renovatie. Aluminium ramen met oude profileringen Aluminium ramen zijn sterker dan houten of kunststof ramen. Aluminium is onderhoudsarm en duurzaam. Aluminium ramen van Reynaers serie CS 38-SL, geplaatst binnen de bestaande houten kozijnen, hebben dezelfde profilering als de huidige ramen en de roedeverdeling van voor Zie afbeelding 12. Afbeelding 12. Schets van twee aan elkaar te fixeren aluminium ramen die geplaatst kunnen worden in de dag van het oude houten kozijn. Het zichtbare deel van een huidig raam is even breed als profiel XX (5 cm). De oude roeden (3 cm) zijn even breed als profiel XX (achterkant) en XX (voorkant). Beide ramen worden aan elkaar gefixeerd via een houten kalf, bekleed met een aluminium profiel. Pagina 77 van 136

78 Het verdiepte glasvlak van de schuiframen ten opzichte van de bovenlichten, dat een essentieel onderdeel vormt van de oude profilering, kan met aluminium in combinatie met een kalf van Oregon pine exact worden nagemaakt, zie afbeelding 13. Afbeelding 13. Het verdiepte glasvlak kan natuurgetrouw in aluminium worden uitgevoerd. De voorbijganger op de weg zal geen verschil in diepte met de huidige situatie opmerken (de diepte is exact gelijk, 42 mm). Links een lengtedoorsnede van het detail, rechts van de totale combi van schuifraam en bovenlicht. Schuifraam en bovenlicht zijn via een kalf van Oregon pine bekleed met aluminium (geel in de afbeelding) aan elkaar gefixeerd, wat voor maximale stijfheid, water- en winddichtheid en geluids- en warmteisolatie zorgt. Pagina 78 van 136

79 Samenvattend Gemeente Bodegraven-Reeuwijk formuleert cultuurhistorisch beleid ten aanzien van cultuurhistorisch waardevolle panden binnen de Gemeente. Aanwijzing van een pand als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd geeft uitdrukking aan de waardering van de gemeenschap voor het pand en houdt beperkingen voor de eigenaar en gebruiker in. Die beperkingen houden verband met behoud, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden. Dit geldt ook voor B292, de boerderij op Weijland 6 te Nieuwerbrug, waarvan ik gebruiker ben. Een belangrijk verschil met de aanwijzing van monumenten is dat toekenning van het predicaat hoog gewaardeerd pand zonder instemming van eigenaars/gebruikers plaatsvindt. Dit schept voor de gemeenschap de morele verplichting om eigenaren/gebruikers compensatie te bieden die minimaal vergelijkbaar is met die van monumenten. De maatschappelijke waardering voor en aanwijzing van hoog gewaardeerde panden behoort samen te gaan met financiële compensatie en ruimhartige sociaaleconomische ontwikkelingsmogelijkheden binnen de panden. Dit is billijk en noodzakelijk voor de financiële draagkracht van eigenaren en gebruikers. Analoog aan de betaling van kijk- en luistergelden behoort de gemeenschap te betalen voor het mogen kijken naar de hoog gewaardeerde panden. Dit kan op dezelfde wijze als bij monumenten plaatsvinden door jaarlijkse kwijtschelding van OZB. Dit heeft voor de Gemeente een belangrijk positief gevolg: er ontstaat steun voor het cultuurhistorisch beleid bij de eigenaren en gebruikers van de panden. Deze steun is onontbeerlijk voor het welslagen van het beleid. Aanvullend komt kwijtschelding van leges voor bouwaanvragen, zoals door wethouder Van den Heuvel is voorgesteld, tegemoet aan de hogere kosten die gemaakt moeten worden voor behoud van het cultuurhistorisch waardevolle pand. Voor onderhoud, Pagina 79 van 136

80 herstel en versterking van de waardevol geachte elementen zou voorts aanspraak op subsidie moeten kunnen worden gemaakt, zoals nu ook bij monumenten het geval is. De boerderij van Weijland 6 is op staal gefundeerd. De muren rusten ca. 0,5 m onder het maaiveld met een verbrede voet op de klei. Dit is een kleilaag van ca. 3 m dik, die naar onderen toe wordt gevolgd door een laag met overwegend veen van ca. 6 m (beide behorend tot het Holoceen), die weer rust op 3 m zand van de formatie van Boxtel (het bovenste deel van het Pleistoceen), gevolgd door 20 m zand van de formatie van Kreftenheye. In de 1930-er jaren is op geringe afstand van de boerderij zand gewonnen uit de Put van Broekhoven. Hier werd zand tot 10 m diep weggehaald, dus tot in de formatie van Boxtel. Volgens een ooggetuige is het perceel achter de boerderij op 2 km afstand van de Put door de zandwinning gedaald. Lage ligging is waarneembaar. Dit zou kunnen corresponderen met vermindering van de laagdikte van het Holoceen/de formatie van Boxtel onder dit perceel. Niet uit te sluiten is dat de boerderij zelf door de zandwinning ook is gedaald en/of schade heeft opgelopen. Over het algemeen is de constructie van de boerderij stabiel. Deze stabiliteit houdt verband met het handhaven van een slootpeil langs de boerderij (in de stoepsloot) dat aanzienlijk hoger is dan het polderpeil. Alleen zo blijft de kleilaag waarop de boerderij rust stabiel en zal geen krimp of zwel vertonen. Van belang is dat het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden de historische situatie van en het historisch recht op waterinlaat uit de Oude Rijn via een duiker onder de N458, in haar administratie vastlegt. Niet stabiel is het voorhuis van de boerderij, terug te voeren op een bouwtechnische fout bij de bouw in Door verschil in draagkracht van de fundering van de voorgevel is sinds 1899 scheurvorming in de voorgevel opgetreden. Vensters zijn verzakt geraakt en schuiframen vast komen te zitten. Tegenwoordig krijgen spatkrachten steeds meer grip op de voorgevel en raakt ook detussengevel ontzet. Over de N458 passeren dagelijks voertuigen. Zwaar wegverkeer veroorzaakt daarbij een schokgolf door de ondergrond die de constructie doet kraken. Funderingsherstel is nodig en in voorbereiding. Ook is vervanging van ramen voorzien wegens constructieve veiligheid, isolatie en esthetiek. Het voornemen is om in de voorgevel de oorspronkelijke roedeverdeling van vóór 1938 terug te brengen, een versterking van cultuurhistorische waarden die past binnen het Gemeentelijk cultuurhistorisch beleid. De mooie, oude houten kozijnen blijven bewaard. Kunststof ramen komen niet in aanmerking. Aluminium ramen van het type Reynaers CS 38-SL hebben dezelfde dimensionering als de oude ramen en handhaven door een speciaal ontwikkeld kalf het verspringend glasvlak van de schuiframen. Aluminium kan de krachten afkomstig van wegverkeer en toenemende windbelasting beter doorstaan dan hout. Aluminium heeft daarnaast verre de voorkeur omdat het onderhoudsarm is, wat sociaaleconomisch perspectief biedt op deze boerderij die reeds een grote onderhoudsbehoefte kent. De Gemeente wordt gevraagd de redelijkheid van deze afweging te honoreren bij de vergunningaanvraag. Bijlage 16 Dhr. De Lange en mevr. A. Kool, eigenaren MIP-objecten Geacht College, In uw brief van 16 juni 2017 heeft u de eigenaren van MIP-objecten in de gemeenten geïnformeerd over het voornemen om de cultuurhistorische waarde (hierna: CHW ) van hun eigendom (opnieuw) vast te stellen, te waarderen en in een eenvormig beleidsdocument vast te leggen. In uw brief heeft u de eigenaren tevens uitgenodigd voor de voorlichtingsavond in Bodegraven op 26 juni De voorlichtingsavond Reeuwijk werd gehouden op 3 juli. Op beide avonden hebben de wethouder verantwoordelijk voor het erfgoedbeleid, de externe MIP-adviseur en enkele ambtenaren uw voornemen toegelicht. Over wat op de informatieavonden is gezegd merken wij het volgende op. 1) Veel eigenaren maken bezwaar tegen opname in de nieuwe MIP-lijst. In veel gevallen wisten zij niet dat hun object al op de Provinciale MIP-lijst stond. Blijkens uw brief worden aan de nieuwe registratie Pagina 80 van 136

81 verplichtingen verbonden. Door sommige eigenaren worden die verplichtingen opgevat als even zovele inbreuken op hun eigendomsrecht. Gevolg van de registratie als MIP object is dat eigenaren niet meer zomaar wijzigingen kunnen aanbrengen in woning of bedrijfspand wanneer de eigenaren dat noodzakelijk vinden voor (verhoging van) woongenot of een effectieve bedrijfsvoering. 2) Daarnaast is er veel onduidelijkheid over de onderhoudsplicht die registratie mogelijk met zich brengt. Wie is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door zwaar vracht verkeer dat langs de objecten rijdt of aardbevingen door gas en oliewinning. 3) Tevens is opgemerkt dat de gemeente aan de ene kant verplichtingen oplegt aan eigenaren van MIPobjecten, terwijl in de nabije omgeving niet wordt gelet (en dus gehandhaafd) op (bijvoorbeeld) passende nieuw- en verbouw. 4) Wij zijn als eigenaren van MIP-objecten van oordeel dat de eerdere registratie in de provinciale MIPlijst (in veel gevallen al daterend uit 1988) een vrijblijvende optekening was, zonder enig rechtsgevolg. Wanneer de registratie uit eerdere jaren wordt overgenomen in de nieuwe MIP beleidsrichtlijn van de gemeente, is sprake van een nieuwe situatie met nieuwe rechtsgevolgen. 5) Wat precies de nieuwe situatie is, is onduidelijk. Door registratie van MIP-objecten in de (concept-) bestemmingsplannen is reeds uit dien hoofde sprake van een nieuwe (bestuursrechtelijke) situatie. Het concept MIP-beleidsdocument moet wellicht als een nadere uitwerking van het bestemmingsplan worden gezien. Wij hebben geen zicht op hoe een en ander zich tot elkaar verhoudt en wat de consequenties daarvan zijn. 6) Tijdens de voorlichtingsavond heeft de gemeente onvoldoende duidelijk kunnen maken wat voor eigenaren het voordeel is van (hernieuwde) registratie van MIP-panden. Naar ons oordeel verschilt dat per object. De gemeente zou heel wat zorgen weg nemen wanneer duidelijk wordt dat eigenaren worden gesteund bij het in stand houden van hun MIP-object. De mogelijkheid die is of wordt voorzien om grotere MIP-boerderijen in meerdere delen te splitsen helpt de eigenaren van die objecten zeker. De vraag is echter of dit voldoende is naar de toekomst toe. Ook is niet duidelijk in hoeverre deze maatregel eigenaren van kleinere MIP-objecten helpt. 7) Uit hoofde van rechtsgelijkheid zou het mogelijk moeten zijn om registratie op de MIP-lijst (en overeenkomstige opname in het bestemmingsplan) te weigeren. Die mogelijkheid is noch in het bestemmingsplan, noch in de beleidsrichtlijn voorzien. Voor sommige objecten is dit wellicht te billijken, maar er zijn ook voorbeelden van objecten die er aardig uitzien, maar waarvan de beschermenswaardigheid discutabel is. Vooralsnog is eigenaren geen mogelijkheid geboden hiertegen in geweer te komen, hetgeen mogelijk in strijd is met algemene rechtsbeginselen. Tijdens de voorlichtingsavonden heeft de wethouder gevraagd om bijdragen vanuit de eigenaren, teneinde te komen tot een breed gedragen beleid voor MIP-objecten. Een dergelijke bijdrage is het streven om te komen tot een vereniging van eigenaren van MIP-objecten in de gemeente. Eigenaren hebben andere belangen dan de leden van bijvoorbeeld de vereniging Hugo Kotestein, hoe waardevol de inbreng van een dergelijke op behoud van cultuurhistorisch objecten gerichte verenigingen verder ook kan zijn. Een vereniging van eigenaren van MIP-objecten kan het contact tussen eigenaren en gemeente verduidelijken, stroomlijnen en richting geven. Andere bijdragen kunnen zijn: 1) De vorming van een beleidsvormende werkgroep dan wel een klankbordgroep waarin eigenaren van MIP-objecten zijn vertegenwoordigd. 2) Periodieke informatie aan de eigenaren, specifiek gericht op de problematiek van het beheer van MIPobjecten, gemeentelijke en Rijksmonumenten in onze gemeente. 3) Reserveren van meer onderhoudsbudget dan tot nu 4) Het faciliteren van een periodieke onderhoudsinventarisatie door de gemeente. 5) Uitbreiden van de mogelijkheid van het niet dan wel gedeeltelijk betalen van WOZ-belasting voor andere dan gemeentelijke monumenten. Hoogachtend, Namens de Vereniging van Eigenaren van MIP objecten Pagina 81 van 136

82 Gemeente Bodegraven-Reeuwijk i.o. A. Kool, Zuidzijde 72 J. de Lange, Zuidzijde 85 Bijlage 17 Dhr. De Lange, Zuidzijde 85 Bodegraven In uw brief van 16 juni 2017 heeft u ons in geïnformeerd over het voornemen om de cultuurhistorische aarde (hierna CHW ) van (onder meer) ons pand (opnieuw) vast te stellen, te waarderen en in een eenvormig beleidsdocument vast te leggen. In de bijgevoegde (concept) beschrijving van ons pand is de CHW vastgesteld als zijnde hoog. Daarbij heeft u ons tevens uitgenodigd voor de voorlichtingsavond op 26 juni 2017, waar de wethouder verantwoordelijk voor het erfgoedbeleid, de exter MIP-adviseur en ambtenaren een en ander hebben toegelicht. Tijdens de voorlichtingsavond heeft de wethouder ons uitgenodigd om nadere informatie te verstrekken die van belang kan zijn voor een verdere uitwerking van de CHW. 1) Over de algemene uitgangspunten die op de informatieavond zijn besproken sluiten wij ons aan bij de kanttekeningen die schriftelijk zijn of nog worden gemaakt door de vereniging van eigenaren van MIPobjecten i.o. 2) Tijdens de voorlichtingsavond in Reeuwijk op 3 juli jongstleden heeft de wethouder belast met zowel het ruimtelijk ordeningsbeleid gezegd dat de optie om te splitsen in drie wooneenheden nog wordt bestudeerd. 3) In een persoonlijke toelichting hebben Nelleke Kortekaas en Barbara Drost op 11 juli jongstleden aangegeven dat zij gingen voorstellen om in het ontwerp bestemmingsplan Noord de mogelijkheid op te nemen dat in MIP boerderijen met een zomerhuis een derde wooneenheid mag worden gecreëerd. 4) Alhoewel dit een maatregel is die wij zeer toejuichen, wil dit niet zeggen dat hiermee de mogelijkheden voor conservering van grote(re) MIP boerderijen in de toekomst in alle gevallen zal zijn gegarandeerd. Wat de mogelijkheden (zullen) zijn om Hoeve Beijenveld voor de toekomst te behouden is meermalen besproken met de ambtenaren belast met ruimtelijke ordeningsbeleid. Op 6 februari hebben een ambtenaar en de wethouder Hoeve Beijenveld bezocht. Naast mogelijkheden om Hoeve Beijenveld voor de toekomst te behouden is besproken of Hoeve Beijenveld mogelijk kan worden aangemerkt als gemeentelijk monument. Wij hebben daarover de voorzitter van de erfgoedcommissie benaderd, maar weten niet of en in hoeverre hier gevolg aan is gegeven. Uit de gesprekken is gebleken dat uw College en wijzelf het er over eens zijn dat Hoeve Beijenveld het waard is in de huidige staat voor de toekomst te behouden. Bij de MIP inventarisatie is blijkens mededeling op de voorlichtingsavond alleen gekeken naar de voorgevel. Deze vertelt evenwel niet het hele verhaal van de ontwikkeling van de kaas- en zuivelindustrie in Bodegraven. Daarbij moeten ook de binnenkant, de ensemblewaarde en overige opstallen op het perceel worden meegenomen. Tijdens de informatie avond werd opgemerkt dat de CHW waardering is beïnvloed door zoiets als gaafheid en afleesbaarheid. Wat dat precies betekent begrijpen wij niet helemaal. Evenwel moet worden bedacht dat de tijd stilistisch niet heeft stil gestaan. Glas in lood ramen kwamen bijvoorbeeld pas in zwang in de twintiger jaren. Ze werden massaal in boerderijen aangebracht als een teken van welstand. Dat zijn stijlelementen die mogelijk niet origineel zijn, maar die wel een tijdsbeeld weergeven dat nu behoort bij de boerderijen in de streek. Wij hebben in de loop der jaren ons hele vermogen geïnvesteerd in de renovatie en het behoud van Hoeve Beijenveld. Inmiddels is voor delen van het object sprake van een bijna museale situatie. Ons is er dan Pagina 82 van 136

83 ook alles aan gelegen om de hoeve in de huidige staat voor de toekomst te bewaren. Wij juichen het voornemen van het College om e cultuurhistorische waarde van ons object (opnieuw) vast te stellen, te waarderen en in een eenvormig beleidsdocument vast te leggen dan ook toe. Dat neemt niet weg dat de mogelijkheden die hiermee worden geboden voor instandhouding vooralsnog onvoldoende zijn. 1) Wij willen pleiten voor de toekenning van de CHW waarde hoog-plus aan Hoeve Bijenveld. 2) Tijdens de informatieavond gaf de externe MIP-adviseur aan dat men slechts een beperkt aantal MIP objecten wil aanmerken als hoog-plus. De hoog-plus lijst omvat slechts een zestal objecten, waarvan één boerderij in de Meije. Er werd alleen een foto van de voorzijde van deze boerderij getoond, waaruit wij onvoldoende konden opmaken wat dit object meer beschermenswaardig maakt dan Hoeve Beijenveld. 3) Blijkens mededeling van de MIP-adviseur heeft de (her-) waardering van ons pand uitsluitend vanaf de openbare weg plaatsgevonden. Daardoor zijn de unieke inpandige kenmerken niet meegewogen. a) Hoeve Beijenveld is gebouwd als een zogenaamde vierslag. Rond 1870/1880 en ook veel later nog werden boerderijen gebouwd met 1 of 2 voorkamers (waarvan 1 nette kamer), vaak gecombineerd met een kelder en opkamer. Daarachter bevond zich een dwarsgang die het voorhuis scheidde van de deel. In deze gang werd gekookt en kwamen bewoners en personeel s middags samen om te eten. b) het bijzondere van Hoeve Beijenveld is dat hier achter de zeer ruime voorkamers een aparte woonkeuken is gesitueerd, met een tussenruimte die in de vijftiger jaren werd gebruikt als theeen eetruimte. Het voorhuis is daarmee twee keer zo diep als veel boerderijen uit dezelfde periode. Dit bood tevens ruimte voor een grote kaaskelder, met daarboven een lange opkamer. Deze bouwvorm wordt daarom ook wel vierslag genoemd. Hoeve Beijenveld is de enige vierslag die wij kennen. Dit is extra bijzonder omdat de hoeve is gebouwd op een betrekkelijk smal perceel. Een en ander valt ook te lezen in het document Cultuurhistorische Waardestelling dat in 2012 is opgemaakt. c) de boerderij op Zuidzijde 72 van de familie Kool, een Rijksmonument, dateert uit ongeveer dezelfde periode, maar is gebouwd als tweeslag. Het voorhuis is derhalve de helft zo diep als Hoeve Beijenveld. De Stallen achter Winterhuis en Zomerhuis zijn echter langer. d) de bijzonder vorm van Hoeve Beijenveld waarbij ook het Zomerhuis nog volledig intact is en monumentaal hersteld, in combinatie met de vierslag maakt dat sprake is van een uitzonderlijk groot object. De inhoud is nog een extra vergroot door de toepassing van gebogen, geklonken spanten voor de dakconstructie, een bouwwijze die is uitgevonden rond De extra ruimte onder het dak waardoor een extra grote hooizolder ontstond is onder meer kenbaar door de 3 bovenramen in de voorgevel (waarvan vroeger de middelste een zogenaamd blindraam ), waar dit er normaal slechts 1 of 2 zijn. Een dergelijke grote hooizolder met drie voorramen is betrekkelijk zeldzaam in de streek. e) de voorkamers, met daarin onder andere bedstee, lakenkasten, houten lambrisering en inpandige houten rolluiken in de ene kamer en inpandige rolluiken en monumentale schouw in de andere kamer, zijn teruggebracht in de oorspronkelijke staat. Hout- en verfwerk is geschilderd in monumentale kleuren volgens oude kleurverdelingsregels. Hetzelfde geldt voor keuken(s) en opkamer. Ons zijn geen voorbeelden bekend van boerderijen uit dezelfde periode die op gelijke wijze in een dergelijke staat zijn teruggebracht. Er is sprake van een bijna museale situatie. f) het hele Winterhuis is riet gedekt. Dit is bijzonder, onder meer vanwege de onderhouds- en vervangingskosten die dit met zich meebrengt. Bij veel gerenoveerde boerderijen is het riet boven de deel vervangen door een veel goedkoper pannendak. 4) Bij de hoeve is de oorspronkelijke wagenschuur uit hetzelfde bouwjaar nog aanwezig, zij het in zeer vervallen staat. Bij een inventarisatie door de Stichting Hugo Kotestein in 2008 is aangegeven dat dit mogelijk het enige nog aanwezige origineel van een dergelijke schuur in Zuid-Holland is. Het ontbreekt ons aan middelen om de wagenschuur in originele staat te herstellen en te bewaren. De wagenschuur dient ook enkele meters te worden verplaatst om de bedrijfsvoering op het smalle perceel te verbeteren. De aanwezigheid van de schuur is een extra reden om Hoeve Beijenveld een cultuurhistorische waardering van hoog-plus toe te kennen. Pagina 83 van 136

84 Tezamen geven de bijzondere kenmerken van Hoeve Beijenveld, de unieke bijna museale staat van de inpandige vertrekken, de ensemblewaarde en de aanwezigheid van een oorspronkelijke wagenschuur een uniek beeld van de ontwikkeling en de rijkdom van de kaas- en zuivelindustrie in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De instandhouding vraagt om het object te behouden voor de toekomst. Elke waardering die bijdraagt aan het bewaren van Hoeve Beijenveld in zijn huidige vorm juichen wij toe. Wij pleiten dan ook voor toekenning van de cultuurhistorisch waardering hoog-plus aan Hoeve Beijenveld, nog los van de mogelijkheid om Hoeve Beijenveld aan te merken als gemeentelijk monument. Hoogachtend, J. de Lange H.C. de Lange-Mok Bijlage 18 Dhr. J. Verweij, De Bree 8 Nieuwerbrug aan den Rijn College van Burgermeester en Wethouders van Bodegraven Reeuwijk Postbus AK Bodegraven HDD-advies Voorstraat AD Lienden T info@hddadvies.nl Ons kenmerk: SEL005 Uw kenmerk: Z / DOC Datum: 5 juli 17 Betreft: Waardering cultuurhistorisch pand De Bree 8 Geacht College, Naar aanleiding van een recente inventarisatie van de gemeente Bodegraven Reeuwijk is het pand van maatschap van Selm van der Wind aan De Bree 8 te Nieuwerbrug aangemerkt als cultuurhistorisch waardevol. Het pand is gewaardeerd in de categorie voor cultuurhistorische waarde hoog. Op 16 juni 2017 is hier een schrijven voor verzonden met kenmerk Z / DOC Allereerst willen wij middels dit schrijven graag onze waardering uitspreken voor deze inventarisatie. De voorgevel van de woning aan De Bree 8, voorzien van windveren, makelaar en een sierspant in de geveltop, met T-vensters en een engelenvenster, is onzes inziens terecht beoordeeld met een cultuurhistorische waarde. Echter, in de omschrijving van het gehele object zitten enkele onjuistheden. Derhalve dienen wij middels onderhavig schrijven een inspraakreactie in op de waardering van het object aan De Bree 8 te Nieuwerbrug, namens maatschap van Selm van der Wind. In de omschrijving van het bouwkundig object staat onder andere het volgende: het object betreft de boerderij van het Zuid-Hollandse langhuistype onder respectievelijk een met gesmoorde, geglazuurde Tuile de Nordpannen (woonhuis) en gesmoorde Hollandse pannen (stal) gedekt, zadeldak met verspringende nokhoogten. Voorin is het woonhuis ondergebracht, achterin de stal. Schuin achter het hoofdvolume staat een met golfplaat gedekte schuur. Op de dam over de wegsloot staat een giet- /smeedijzeren toegangshek met opschrift. Het erf is beplant met leilinden en een boomgaard. Dit gehele object is nu omschreven als een object met cultuurhistorische waarde met een hoge waardering. Echter, in bovenstaande omschrijving zitten enkele onjuistheden welke wij middels dit schrijven aan u melden. In de omschrijving is opgenomen dat het dak is gedekt met respectievelijk gesmoorde, geglazuurde Tuile de Nordpannen (woonhuis) en gesmoorde Hollandse pannen (stal). Dit zijn echter kruispannen. Derhalve heeft het dak geen cultuurhistorische waarde. Ten tweede is in de omschrijving opgenomen dat schuin achter het hoofdvolume - de boerderij met woonhuis en stalgedeelte - een met golfplaat gedekte schuur staat. Dit is juist. Echter, maatschap van Selm van der Wind is voornemens deze schuur te amoveren ten behoeve van de uitbreiding van het Pagina 84 van 136

85 agrarische bedrijf. Hiertoe is reeds een principeverzoek ingediend daar het bouwvlak vergroot dient te worden. Tevens heeft een vooroverleg plaatsgevonden met mevr. L. Teunissen en dhr. F. Kiesow- Botyanovska van gemeente Bodegraven-Reeuwijk. In de beoogde situatie wordt het zomerhuis en de varkensstal (het gebouw met cultuurhistorische waarde) geamoveerd. In onderstaande figuur is de bestaande en de beoogde situatie schematisch weergegeven. Figuur 1. Situatieschets bestaand bouwvlak (links) en beoogd bouwvlak (rechts) Naar aanleiding van het principeverzoek heeft u de Agrarische beoordelingscommissie (Abc) verzocht om advies inzake dit verzoek. De commissie acht de voorgenomen uitbreiding, waarbij wordt uitgegaan van sloop van overtollige bebouwing en vervolgens aansluitend en compact op het erf bouwen, de meest doelmatige optie. Uit dit advies blijkt dat de diagonaal geplaatste bebouwing geamoveerd dient te worden ten behoeve van een doelmatige uitbreiding van het agrarisch bedrijf. Bovendien zijn de diagonaal geplaatste gebouwen voorzien van asbest. Vanaf 2024 is het verboden om nog asbestdaken te hebben. Derhalve dient het asbest op de daken gesaneerd te worden. Dit maakt het onzes inziens onmogelijk dit gebouw de status van cultuurhistorische waarde toe te bedelen. In de omschrijving is tevens opgenomen dat het erf is beplant met onder andere een boomgaard. Echter, deze boomgaard behoort niet toe aan de locatie De Bree 8 te Nieuwerbrug maar aan de locatie De Bree 10 te Nieuwerbrug. Derhalve kan deze boomgaard niet opgenomen worden in de beschrijving van het object De Bree 8, Nieuwerbrug. Ten slotte is in de omschrijving van het pand opgenomen dat op de dam over de wegsloot een giet- /smeedijzeren toegangshek met opschrift staat. Dit hek is echter niet het origineel maar een replica. Derhalve heeft dit hek geen cultuurhistorische waarde. Concluderend kan gesteld worden dat de voorgevel van de woning aan De Bree 8 onzes inziens terecht beoordeeld is met een cultuurhistorische waarde. Echter, het dak, de diagonaal geplaatste bebouwing, de boomgaard en het giet-/smeedijzeren hek dienen verwijderd te worden uit de omschrijving van dit object. Vanwege de vermindering van cultuurhistorische waarde van het bouwkundig object is het niet langer reëel om een hoge cultuurhistorische waarde toe te kennen aan de woning aan De Bree 8 te Nieuwerbrug. Derhalve willen wij u verzoeken om de omschrijving van het object op bovenstaande punten aan te passen en de waardering naar beneden bij te stellen naar de classificatie redelijk. Op deze manier wordt er wel gestreefd naar behoud van de cultuurhistorische voorgevel, maar wordt de familie van Selm niet gefrustreerd in de ontwikkeling van hun agrarische bedrijf. Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en ervan uitgaande dat de omschrijving van het object op bovenstaande punten wordt aangepast, verblijven wij, namens maatschap van Selm van der Wind. Uiteraard zijn wij bereid deze inspraakreactie mondeling nader toe te lichten. Met vriendelijke groet, Pagina 85 van 136

86 John Verweij Adviseur bedrijfsontwikkeling Bijlage 19 Behoud Rietveld woningen Adres Erasmusweg 3 Geachte heer van Haeften, Ik ben de bewoner van Erasmus weg 3 en ik wil u hierbij laten weten dat ik het erg belangrijk vind dat de Rietveld woningen in Reeuwijk brug behouden blijven. De reden hiervoor is dat deze woningen alleen in Reeuwijk voorkomen en daarmee uniek zijn in Nederland. Ook al hebben de woningen iets van hun oorspronkelijke karakter verloren dan nog zijn er naar mijn mening voldoende Unieke elementen aanwezig om de woningen en de wijk als bijzonder en uniek aan te merken. Ik wil u dan ook verzoeken om de waardering welke aan deze woningen is toegekend te wijzigen van redelijk uniek naar hoog zodat de woningen een beschermde status krijgen en dit erfgoed van architect Rietveld niet onnodig verloren gaat. Met vriendelijke groet, Ruud van Leeuwen Adres Jan van Hoofstraat 19 reactie op Erasmusweg Geachte heer/mevrouw, N.a.v. de bewonersbijeenkomst Beleidsvisie Cultuurhistorie d.d. 3 juli 2017 stuur ik u hierbij mijn visie voor wat betreft het behouden van de "om en om woningen" aan de Erasmusweg in Reeuwijk. Ik ben van mening dat deze woningen behouden moeten blijven in het straatbeeld. De woningen zijn uniek en staan hoog aangeschreven voor wat betreft hun architectonische waarden. Door de woningen grondig te renoveren kan de unieke uitstraling van deze woningen behouden blijven. Ervan uitgaande u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Dhr. en Mevr. Mulder Jan van Hoofstraat VM Reeuwijk d_gmulder@hotmail.com Adres Om en Om woningen 1.Graag zouden wij het bestemmingsplan van onze wijk willen inzien, indien mogelijk digitaal. 2.Voor ons is het heel belangrijk dat de om en om woningen (Rietveldwoningen) behouden blijven! Pagina 86 van 136

87 Wij vinden het fijne huizen ( goed gesitueerd t.o.v. het zonlicht), die met wat kleine aanpassingen nog jaren mee zouden kunnen. 3.Op de webpagina staat dat er in Reeuwijk van woningen zijn ontworpen door Rietveld. Verderop staat dat er van wel 92 woningen zijn ontworpen, ook door Rietveld. Welke die laatste dan zijn dat lijkt een interessant vraagstuk. Of misschien klopt deze tweede vermelding niet. In de volksmond werd in het verleden gesproken dat de andere woningen in de van Goghstraat ook Rietveldwoningen zouden zijn, maar dat werd tijdens de vergadering tegengesproken. Nieuwe uitdaging dus... Met vriendelijke groet, Ad en Ina Verkaik van Goghstraat TA Reeuwijk inaverkaik@outlook.com Bijlage 20 Fam. Olieman, Laageind 55 Driebruggen Hierbij willen we uw medewerking vragen voor het onderhoud aan onze boerderij die hooggewaardeerd op de cultuurhistorische lijst staat aangeschreven volgens de gemeente. Wij hebben een rietgedekte boerderij waarvan het stalgedeelte moet worden vernieuwd. Nu zijn wij in de leeftijd van 64 en 65 jaren oud en wij zijn elke dag van 5 uur s morgens tot 8 uur s avonds erg druk met ons bedrijf omdat we van alle melk van onze koeien kaas maken. Wij hebben nog een ouderwets familiebedrijf met 36 koeien en 25 zeugen en 125 mestvarkens. De varkens en zeugen houden we voor de wei. Wei is een restproduct van onze kaas. Wij zijn bijna de enigen die nog zo n ouderwets gemengd bedrijf hebben, maar nu zouden we van jullie als compensatie van het op de lijst zetten van onze boerderij graag toestemming hebben om woonruimte te creëren in de huisstal van onze boerderij, zodat onze zoon in de boerderij kan komen wonen, om zo wat meer werk van ons over te nemen in de avonduren gezien hij ook in de maatschap zit. Hij moet echter nog blijven werken omdat we anders financieel het hoofd niet boven water kunnen houden. Wijzelf kunnen dan in de huisstal gaan wonen. Wij willen in plaats van 100 uren werk per week zoals ik en mijn vrouw die ook alleen al 45 uur in de week in de kaasmakerij werkt en buiten alles netjes houd het wat rustiger aan gaan doen het wordt voor ons te zwaar. We blijven wel mee werken maar dan minder uren. We willen graag van de stalramen van de huisstal de middelste twee wat groter maken (niet breder, alleen lager) zodat we meer licht krijgen in de huisstal. Het nieuwe rieten dak van de huisstal kost als we er ook wat dakramen in willen zetten al snel euro. U begrijpt dat dat voor ons een enorme investering is. Als we in de huisstal kunnen gaan wonen, als u daar toestemming voor wilt geven, willen we het dak van de huisstal opnieuw met riet laten bedekken. Als we geen toestemming krijgen en we een huis elders zullen moeten kopen kunnen we het dak niet opknappen en zullen we op een andere optie over moeten gaan om het dak dicht te maken (dus niet met riet). De foto s van de hooiberg zijn doorg d. Deze kan niet op de lijst van cultuurhistorische gebouwen blijven staan omdat hij niet meer te renoveren is. Dat kost eenvoudigweg teveel geld. Het gebouw dat volgens u als zomerhuis staat aangeschreven (het is gewoon een boenhok ) is nu in gebruik als kaasmakerij. Daarvan willen we zwart op wit hebben dat we het over een aantal jaren moeten vernieuwen van onze controlerende instanties en daar jullie medewerking ook van krijgen. Met vriendelijke groet, Familie Olieman Pagina 87 van 136

88 Laageind KH Driebruggen Bijlage 21 Dhr. B. van de Vlag en mevr. P. Schildmeijer, Meije 123 Bodegraven Geachte heer J. van Kronenburg, Onlangs hebt u ons telefonisch en per post geïnformeerd over de voorgenomen aanpassingen in het bestemmingsplan ten aanzien van panden met cultuurhistorische waarden in de gemeente Bodegraven Reeuwijk. De woonboerderij aan de Meije 123 te Bodegraven, waar wij sinds 4 augustus jl. eigenaar van zijn, is als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd. Graag maken wij gebruik van de inspraakmogelijkheid. Wij willen twee punten inbrengen: 1. De waarde cultuurhistorisch is naar onze mening op een te groot deel van het object van toepassing In onderstaande afbeelding is de waarde cultuurhistorie zichtbaar in rood (bron: ruimtelijkeplannen.nl). Het voorste gedeelte (woonhuis en huisstal, zoals beschreven in de omschrijving die wij per post hebben ontvangen) is inderdaad cultuurhistorisch waardevol en wij willen dit gedeelte graag met behoud van originele details geheel renoveren, zodat dit prachtige karakteristieke erfgoed behouden blijft. Echter, met betrekking tot het gedeelte dat is aangegeven met een geel/groene lijn, zijn wij van mening zijn dat dit geen cultuurhistorische waarde heeft. Op onderstaande foto s kunt u zien dat het omkaderde gedeelte een voormalige ligboxenstal en een oude melkstal betreft. Deze voormalige ligboxenstal en melkstal zijn van zeer eenvoudige bouwaard en verkeren in matige (ligboxenstal) en slechte (melkstal) bouwkundige staat. Het dak van de voormalige ligboxenstal is bedekt met asbesthoudende platen. Deze voormalige ligboxenstal en melkstal doen wat ons betreft juist afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit als we kijken naar ons gehele object. Ons voorstel is daarom om de kwalificatie cultuurhistorische waarde alleen van toepassing te laten zijn op het voorste gedeelte (woonhuis en huisstal). Pagina 88 van 136

89 Foto 1. Voormalige ligboxenstal (met groene wand) Foto 2. Melkstal Pagina 89 van 136

90 Foto 3. Foto binnen in voormalig ligboxenstal/doorgang melkstal 2. Wij sluiten ons aan bij het initiatief van de heer ir. C.J.A. van Dam (gebruiker B292 Weijland 6 te Nieuwerbrug aan den Rijn) voor wat hoort wat Wij stellen in dit kader het volgende voor: Standaard financiële compensatie zou voor ieder hoog gewaardeerd pand jaarlijkse vrijstelling van de OZB moeten zijn; Voor noodzakelijk groot onderhoud of verbouwing zou een vrijstelling van betaling van bouwleges op zijn plaats zijn; Aanvullend is een speciale subsidieregeling noodzakelijk gericht op de instandhouding, het herstel en de versterking van cultuurhistorische elementen (bijv. dezelfde bouwsubsidieregeling als voor monumenten). Mocht u naar aanleiding van deze nader willen overleggen over onze inspraak, dan kunt u ons bereiken via telefoonnummer (Petra Schildmeijer). Met vriendelijke groet, Bas van de Vlag en Petra Schildmeijer Meije PN Bodegraven Bijlage 22 Bewoners van Raadhuisweg 57 t/m 75 Betreft: Cultuur en historisch belang van de woningen Raadhuisweg 57 t/m 75 te Reeuwijk-Brug. Edelachtbare dames en heren, Pagina 90 van 136

91 Op 16 juni jl. zijn de bewoners van bovengenoemde woningen in kennis gesteld van het feit, dat na inventarisatie van de gemeente hun woningen zijn aangemerkt als cultuurhistorisch waardevol. De waardering van de woningen valt volgens de inventarisatie in de categorie Redelijk. Op de informatieavond van 3 juli jl. heeft wethouder van den Heuvel aangegeven dat bewoners van geïnventariseerde woningen tot 31 augustus 2017 een zienswijze kunnen indienen n.a.v. het besluit. De bewoners van de bovengenoemde woningen maken hiervan en hierbij gebruik van de mogelijkheid. Bij de beoordeling en omschrijving van de woningen in de inventarisatie is het historisch aspect niet of nauwelijks belicht. Dit komt wellicht omdat de kennis hieromtrent ontbreekt hetgeen wij hierbij met kopieën van authentieke brieven en akten uit archieven willen toelichten. Tevens zullen wij ingaan op de positie die de woningen buiten de Reeuwijkse gemeenschap hebben betekend en nog betekenen. Daarnaast is het o.i. belangrijkrijk, dat panden die cultuurhistorisch van belang worden geacht ook bouwkundig worden beoordeeld om vast te stellen of de panden hun predicaat in de toekomst kunnen blijven dragen of dat er grote bouwkundige investeringen nodig zijn. Wij verzoeken u kennis te nemen van de bijlagen waarmee wij een pleidooi houden voor de opwaardering van onze woningen t.o.v. de huidige waardering Redelijk binnen de Cultuurhistorische inventarisatie van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Hoogachtend, Namens de bewoners Raadshuisweg 57 t/m 75 te Reeuwijk, Piet Oosterwijk Raadhuisweg HV Reeuwijk Bijlage 23 J.A. van Raad, Middelburgseweg 15, Reeuwijk Geachte college, Middels dit schrijven wil ik een aantal punten onder uw aandacht brengen in het kader van bovengenoemd onderwerp. De aanwijzing van panden als cultuurhistorisch hoog gewaardeerd zal in de praktijk betekenen dat er beperkingen komen om een en ander in stand te houden etc. Voor de eigenaar zal dit resulteren in mogelijke gebruiksbeperkingen en hogere kosten. Momenteel is het idee dat panden zonder toestemming van de eigenaar worden aangewezen, doch ik vind dat toestemming dient te worden gevraagd: het is een aantasting van het eigendomsrecht. Tegenover het veronderstelde nut voor de maatschappij staat het individuele belang en de uitvoeringsplicht van de eigenaar. Hier hoort het principe te gelden "voor wat hoort wat. Dit lijkt me duidelijk en de diverse argumenten zijn u denk ik al wel bekend. Financiële compensatie stel ik als volgt voor: - vrijstelling OZB; - vrijstelling bouwleges; - subsidieregeling voor meerkosten opgeroepen door de regeling. Pagina 91 van 136

92 Voor wat betreft mogelijke gebruiksbeperkingen dient uiterste terughoudendheid te worden betracht voor zowel de te verbieden materialen als de aanwendingsmogelijkheden van een pand. Nog een aantal opmerkingen inzake de beschrijving van mijn woning gelegen te Middelburgseweg 15 (B140). - Er is een inventarisatie geweest in 1990 en blijkbaar ook in 1999 op basis waarvan de huidige beschrijving is gemaakt. Verder geeft u aan dat tijd en middelen ontbraken om alle objecten in het veld" na te lopen. Dit is niet een echt sterke argumentatie om daarmee de verantwoordelijkheid voor de huidige situatie bij de eigenaar te leggen. - De beschrijving is derhalve verre van correct; - Dakpannen bestaan uit Tuile du Nord en Marseille dakpannen. Gesmoorde kruispannen zoals beschreven, hebben er nooit op gelegen; - Geglazuurde witte stenen zijn er nooit geweest, alleen sierbanden van gele baksteen; - Kozijnen zijn reeds voor 1990 geheel vervangen en voorzien van dubbel glas en later ook deels voorzien van glas in lood (in dubbel glas uitgevoerd). De gebruikte omschrijving met T-ramen suggereert dat het tevens schuiframen zijn doch dat is voor de meeste ramen niet het geval; - Dit geldt eveneens voor de veronderstelde deur in de voorgevel, deze is destijds vervangen door een raam; - Het boenhok is eveneens niet in originele staat. In het vertrouwen dat u mijn reactie serieus zult nemen, Hoogachtend, J.A. van Raad Middelburgseweg PM Reeuwijk Bijlage 24 Mevr. S. Sluijpers, Nieuwstraat 29 Bodegraven Mondelinge inspraak ingediend door mevr. Sandra Sluijpers De inspraak betreft het wijzigen van de beschrijving van de cultuurhistorische waarde, zodat de ruimte (tuin) rondom de woning geen onderdeel uitmaakt van de cultuurhistorische waarde. Het argument dat u hiervoor aandraagt is dat op basis van het huidige bestemmingsplan twee woningen in een twee-ondereen-kapwoning is toegestaan. Bijlage 25 H.J. Agterhof, Noordstraat 38 Bodegraven Betreft pand; Noordstraat 38 Gaafheid: Pand heeft vele wijzigingen ondergaan,door de tand des tijds, hierdoor laag Afleesbaarheid: Door de wijzigingen beantwoordt dit pand meer aan de oorsprong. Pagina 92 van 136

93 Uniciteit: Dit pand, maakt onderdeel uit van de straat en zal daardoor niet uniek zijn. In de waardering, kan door het bovenomschreven, de waardering laag gegeven worden Al dit soort panden moeten worden onderhouden uit een burger initiatief. De gemeente kan trachten, te sturen. Zolang er geen financiele tegemoetkomingen zijn ; mag de gemeente geen dwingende maatregelen opleggen. Aldus: H.J. Agterof. Bijlage 26 A. de Koning, Oosteinde 58, Waarder Betreft: schriftelijke inspraak / bezwaar met betrekking tot pand B206 Oosteinde 58, 3466 LB Waarder Geachte College van Burgemeester en Wethouders, Wij zijn trots op onze woning die sinds 1913 in eigendom van de familie de Koning is en wonen hier met veel plezier. Wel is de woning in de loop der tijd gerenoveerd en aangepast aan de moderne eisen en richtlijnen met betrekking tot duurzaamheid en isolatie. Met dit schrijven willen we echter bezwaar aantekenen tegen de inventarisatie, beschrijving en waardering van ons pand. Ons bezwaar richt zich met name op uw beschrijving ten aanzien van: - Het zadeldak Het zadeldak heeft geen kruispannen maar is sinds de renovatie voorzien van zgn verbeterde Hollandse pannen. - IJzeren stalvensters Het stalgedeelte heeft geen ijzeren stalvensters. Bij het opknappen van het achterhuis (voormalige stalgedeelte) bleek de conditie van gevels inclusief deze ramen te slecht. De stalvensters zijn vervangen door nieuwe kozijnen. - Het bovenlicht Het raam boven de entree in de linker zijgevel is een vast raam. Gezien deze punten lijkt een waardering voor de afleesbaarheid en uniciteit redelijk beter van toepassing dan de waardering hoog. De waardering voor de cultuurhistorische waarde zou ons inziens dan ook redelijk moeten zijn. Er van uitgaande dat u deze aanvullingen en correcties meeneemt in uw besluitvorming, Met vriendelijke groeten, Ton en Gillian de Koning A.de Koning Oosteinde LB Waarder Familie.dekoning@kpnplanet.nl Bijlage 27 G.J. van Oskamp, s Gravenbroekseweg 96 Reeuwijk Aan burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk p.a. P. Mahabier. Betreft: uw kenmerk Z / doc Door omstandigheden kon ik niet aanwezig zijn op de inloopavond betreffende de mogelijke toekenning van mijn pand als cultuurhistorisch. Ik heb afgelopen donderdag met een collega van u gebeld en hem uitgelegd dat ik me zorgen maak over de gevolgen van zo een bestemming van mijn pand. Overigens is mijn pand dusdanig verbouwd dat ik van mening ben dat het niet meer de oorspronkelijke staat heeft die het rond 1930 had. Het pand heeft grotendeels volledig nieuwe muren en isolatie en grotendeels opnieuw onderheid. Daarbij komt dat de voordeur (straatkant) er niet meer is en het gezicht vanuit de plas volledig Pagina 93 van 136

94 is gewijzigd. Ook het mansarde dak is verlaagd tijdens de verbouwing en het heeft daardoor een plat dak gekregen vanwege de toen geldende hoogte van 8 meter. Het dak (wat een reden voor cultuurhistorisch zou zijn) is dus verreweg van origineel. Daarbij komt dat de afmetingen volledig zijn gewijzigd. De laatste grote verbouwing was in Daarna zijn er nog 2 geweest. Overigens volledig volgens bestemmingsplan en met vergunningen. Maar mijn grootste bezwaar is wel de invloed op de waarde van het pand. Het mogelijke feit dat ik of volgende eigenaren het pand niet meer zouden kunnen slopen of verbouwen zonder beperkingen die dan nieuwe bestemmingsplan vanwege de cultuurhistorische indeling zouden afdwingen. Indien er zoals door uw collega gestelde maatregelen zouden kunnen komen zoals een anti- sloopbeleid of een beperking in het verbouwen of vernieuwen van het huis, heeft dit zeker een waardvermindering tot gevolg. Ik zou van u willen weten wat dit voor mij betekent en hoe men hier mee om gaat. Ik stel nogmaals dat mijn pand aan de s-gravenbroekseweg 96 absoluut niet meer aan het oude beeld van de vorige eeuw voldoet door diverse verbouwingen en moderniseringen. Het is voor mij onacceptabel als er zo een beslissing zou worden genomen. U moet ook weten dat ik hier in 1958 ben geboren en het huis en zijn geschiedenis heel goed ken. In afwachting van uw reactie. Hoogachtend G.J. Oskamp s-gravenbroekseweg GH, Reeuwijk Bijlage 28 Dhr. H. Koot, Weijland 3 Nieuwerbrug aan den Rijn Geachte heer/mevrouw, Als reactie op het ontwerpdocument van cultuurhistorische panden in Bodegraven-Reeuwijk heb ik de volgende punten. 1. Mijn boerderij heeft de waardering hoog gekregen, waarvan ik u wil mededelen dat alleen de voorgevel zich nog in de originele staat bevindt. In de zijgevels zijn al meerdere malen veranderingen van raam en deurkozijnen uitgevoerd. Ook de indeling is vaker veranderd, zoals de kelder die niet meer aanwezig is. De gaafheid is dan ook te hoog omschreven, verzoek dit lager te waarderen. 2. Om deze cultuurhistorische panden in goede staat te houden is regelmatig onderhoud een vereiste en kostbaar gebeuren. Vanuit de gemeente verwacht ik dan ook een toegezegde compensatie voor het in stand houden van dit pand doormiddel van: 1. Voor het aangemerkte pand zou jaarlijks een vrijstelling moeten zijn van OZB. 2. Indien groot onderhoud noodzakelijk is dan is vrijstelling van leges op zijn plaats. 3. Om de meerkosten i.v.m. hooggewaardeerde panden te bekostigen is een subsidieregeling voor de genoemde elementen noodzakelijk. Pagina 94 van 136

95 Bovengenoemde punten zijn essentieel om de hooggewaardeerde panden in stand te houden zoals in de beleidsnota cultuurhistorie vermeld zal worden. Net als bij gemeentelijke monumenten zal naar gelang de waardering voor het pand een tegemoetkoming van de gemaakte kosten zeer belangrijk zijn. Wie iets moois in stand wil houden moet daar wel voor betalen, voor wat hoort wat. Gaarne ben ik bereid deze reactie mondeling toe te lichten, In afwachting op uw reactie, Met vriendelijke groet, Weijland, Nieuwerbrug Bijlage 29 Dhr. B. de Bont, Groendijck 41 Waarder Hierbij sturen wij u onze inspraakreactie n.a.v. uw inventarisatie van cultuurhistorisch waardevolle panden, uw brief d.d. 16 juni Wij zijn eigenaar/bewoner van De Groendijck 41 te Waarder. Wij zijn aanwezig geweest op de inspreek- en inloopavond op 2 juli 2017 in Reeuwijk-Brug en hebben daar een reactie gegeven. Wij hebben een gesprek gehad met Jeffrey van Kronenburg en Lisanne Teunissen op 4 augustus op het gemeentehuis. Waardering Gemeente Bodegraven-Reeuwijk heeft een lijst van objecten met een bepaalde cultuurhistorische waardering opgesteld. De waardering van deze objecten is tot stand gekomen op grond van uitwendig vastgestelde kenmerken. Hierbij is geen rekening gehouden met de wijze en toestand van de fundering, de technisch/constructieve staat van de panden en de aanwezigheid van negatieve invloeden hierop vanuit de omgeving (bijvoorbeeld het wegverkeer), zo bleek uit de beantwoording van de vraag die ik stelde tijdens de informatieavond van 2 juli Wijze van fundering en de invloed vanuit de omgeving op de technische staat van een pand zijn vanzelfsprekend (mede) afhankelijk van de aard van de ondergrond. Bij Nieuwerbrugse brug is de tegenvallende technische staat van de fundering wel van invloed geweest op de uiteindelijke waardering (hoog) in plaats van hoog plus, zo bleek die avond uit het antwoord op de vraag van de heer Van Dam nar de redenen van de degradatie van de Nieuwerbrugse brug. Wij zijn van mening dat niet van buitenaf waarneembare kenmerken van een pand in relatie tot de aan van de ondergrond en de invloeden vanuit de omgeving in het cultuurhistorisch beleid zeker verdisconteerd dienen te worden. Dit lichten bij hieronder nader toe. Uitvaardigen van beleid zonder meer (het opleggen van beperkingen) Op grond van een lijst die wat betreft de panden slechts op uitwendige, bovengrondse kenmerken berust, zou gelijk staan aan een daad van onzorgvuldig bestuur. De kosten van onderhoud, herstel en versterking van cultuurhistorische elementen van een gewaardeerd pand hangen samen met de technische staat van het pand, de wijze van de fundering en de aanwezigheid van negatieve invloeden hierop vanuit de omgeving. Het een is niet los te zien van het ander. Dit brengt ons op het volgende: 1. De bouwtechnische staat van en pand zou alsnog aanleiding moeten kunnen zijn om tot herwaardering te komen, zoals dit kennelijk ook gebeurd is met de Nieuwerbrugse brug. Wij verwachten dat uw gemeente aanvullend bouwtechnisch onderzoek naar de technische staat van de gewaardeerde panden gaat uitvoeren. 2. Als de technische staat van een pand bouwkundig ingrijpen noodzakelijk maakt, kunnen sloop en nieuwbouw in de oude stijl (reconstructie) financieel veel meer perspectief bieden dan herstel van het Pagina 95 van 136

96 oude pand. Dit kan relatief vaak het geval zijn bij panden met een slechte funderingssituatie die (in toenemende mate) invloeden ondervingen van het wegverkeer, iets wat in de gemeente vaak aan de orde is. U houdt in uw waardering daarmee geen rekening. Wethouder van den Heuvel sprak tijdens de inspraak- en inloopavond over mogelijke verkeersmaatregelen. Welke zullen dat zijn? Ook (historische) zand-, grondwater, olie- of gaswinning kunnen van invloed zijn op technische staat van een pand. Sloop en nieuwbouw in oude stijl ditmaal met eigentijdse fundering zou mogelijk moeten zijn, zeker gezien het feit dat de gemeente de panden niet heeft kunnen beschermen tegen de toegenomen en toenemende invloed vanuit de omgeving. 3. Vanzelfsprekend zal tegenover de aanwijzing als hooggewaardeerd pand, waar de samenleving zijn vruchten van plukt, een passende vergoeding dienen te staan. Onduidelijk is hoe groot die zullen zijn. De mogelijkheden van financiële compensatie en ruimhartige ontwikkelingsmogelijkheden, die de heer Kees Jan van Dam in zijn inspraakreactie heeft ingediend, onderschrijven wij. Vervolg/procedure In uw brief van 16 juni 2017 schrijft u over het vervolg. De gemeenteraad neemt eind 2017 een besluit over de vaststelling van de beleidsdocumenten cultuurhistorie onderdeel panden, waarbij u eventuele inspraakreacties bij deze besluitvorming wordt betrokken. Wij verzoeken u dringend o nogmaals met de eigenaren, ter plaatse, in gesprek te gaan om tot een weloverwogen waardering van de panden te komen. Ook stellen wij voor om voor de eigenaren een zienswijze/bezwarenprocedure in het besluitproces op te nemen. Beperkingen en tegenprestaties/tegemoetkomningen gemeente Door plaatsing op een lijst van cultuurhistorische waardevolle panden zullen er beperkingen worden opgelegd aan eigenaren. Deze beperkingen kunnen leiden tot hogere kosten. Wat zijn de mogelijkheden van financiële compensatie en ontwikkelingsmogelijkheden bij de gemeente? Wij willen hier graag duidelijkheid over krijgen. MIP Tijdens de inspraak- en inloopavond in Reeuwijk komen wij er achter dat ons pand op de MIP-lijst staat. Dat was ons niet bekend. Tijdens de voorbereidingen voor de rekonstructie van onze wagenschuur in 2008 hebben wij gesprekken gevoed met o.a. toenmalig wethouder Van der Smit over het bestemmingsplan. Toen was er geen sprake van opname op de MIP-lijst. Zonder enige informatie blijkt dat wij nu dus op de MIP lijst zijn geplaatst. Wanneer dit gebeurd is en waarom is ons volledig onduidelijk. Wij zijn hierover nooit geïnformeerd en vinden dat een slechte zaak. Het zou de gemeente sieren als eigenaren over deze zaken zouden worden informeerd. Conclusie Wij wonen sinds 1993 op De Groendijck 41 te Waarder. Al die jaren gaan wij zeer zorgvuldig en met veel liefde om met ons cultureel erfgoed. Behoud, herstel en instandhouding van cultuurhistorische waarden zijn daarbij onze uitgangspunten. Het voelt vreemd dat de gemeente nu mogelijk mede kan gaan bepalen wat wij met ons pand wel of niet mogen gaan doen. Het is duidelijk dat bij het opstellen van uw inventarisatie tijd en middelen ontbraken om tot een weloverwogen waardering te komen. Alles overziend maken wij bezwaar tegen het opnemen van ons pand op de lijst van cultuurhistorische panden van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Het ontbreken van bouwtechnisch onderzoek, het niet meenemen van omgevingsinvloeden, de onduidelijkheid over tegenprestaties van de gemeente, de procedure en de beperkingen zijn hiervoor de aanleiding. In afwachting van uw reactie, Pagina 96 van 136

97 Met vriendelijke groet, Berton de Bont Graag ontvangen wij een ontvangstbevestiging van deze brief. Bijlage 30 Fam. Van Duuren, Hoogeind 4 Waarder Mondelinge inspraakreactie adres: vanduuren44@hetnet.nl Geachte heer, mevrouw, Naar aanleiding van ons gesprek van 17 augustus 2017 bevestig ik bij deze dat uw inspraak wordt meegenomen. De inspraak betreft de wens om het pand aan de Hoogeind 4 te Driebruggen van de inventarisatielijst cultuurhistorische panden te halen. De reden hiervoor is als volgt: De initiatiefnemers hebben het voornemen om op de korte termijn het gehele pand te slopen. Vanwege hun leeftijd vertrekken zij zelf naar een seniorenwoning. Hun zoon blijft op het perceel wonen. Hij heeft een fysieke handicap en heeft daarom een rolstoelvriendelijke woning nodig. De huidige woning is hiervoor niet geschikt en ook (eventuele) aanpassing zijn niet haalbaar. De huidige woning is niet onderheid en daardoor verzakt. Er zijn al vele verbouwingen geweest aan het pand. Slechts de voorgevel is origineel. De wens is om de woning te slopen en hiervoor twee nieuwe woningen te realiseren. Op deze manier kan een familielid (plus gezin) van de initiatiefnemers ook op het perceel wonen, die de zoon kunnen helpen met zijn handicap. Bedankt voor uw inspraak. Wij houden u op de hoogte van het verloop. Bijlage 31 Fam. Janssen, Kerkweg 6 Driebruggen Beste Lisanne, Op 4 juli hebben wij overleg gehad naar aanleiding van de cultuurhistorische waarde die de gemeente aan ons pand heeft gegeven. Jeffrey van Kronenburg was tevens aanwezig. Zoals besproken en al eerder g d willen wij niet op een lijst komen van panden met cultuurhistorische waarde. Wij hebben hiervoor de volgende redenen: 1. Het behoud van de cultuurhistorische waarde van het dorpsaanzicht wordt het meest geschaad door het vrachtverkeer. Zware vrachtwagens van en naar het industrieterrein veroorzaken schade aan gevels en gebouwen door trillingen en verzakking. Als de gemeente serieus wil dat het dorpsaanzicht behouden blijft, zal zij het vrachtverkeer moeten terugdringen. 2. De waarde van het pand zal verminderen door de additionele voorwaarden die de gemeente zal stellen aan onderhoud en verbouwing van het pand. Pagina 97 van 136

98 Vanaf 1990 heb ik samen met andere bewoners overleg gevoerd met de gemeente over het vrachtverkeer. Dit heeft nooit tot een bevredigend resultaat geleid. In het kader van het bestemmingsplan wordt nu de cultuurhistorische waarde van panden bepaalt. Als dit echt belangrijk is, zal eerst het vrachtverkeer moeten worden aangepakt. Ik ben graag bereid daarover mee te blijven denken. Met vriendelijke groet, Frank Jansen Kerkweg 6 Driebruggen Bijlage 32 R.A.M. Westgeest van der Poel, Laageind 49 Driebruggen Geacht college, Naar aanleiding van uw brief van 16 juni 2017 (uw kenmerk Z /DOC ), zijn wij van mening dat de inventarisatie van het bouwkundig object Laageind 49 niet volledig en onjuist is, en maken wij bezwaar tegen de plaatsing van Laageind 49 op de lijst van cultuurhistorische gebouwen. Graag wijzen wij u op de volgende punten. Exterieur van de woning In de inventarisatie van Laageind 49 wordt geen melding gemaakt dat de helft van de buitengevels de noordgevel en achtergevel bij de renovatie in de jaren 70 geheel zijn vernieuwd (zie bijlage nr 1 en 2 ). Daarnaast zijn door het verwijderen van de kelder en opkamers ook bouwkundige wijzigingen aangebracht aan de rechterzijde van de voorgevel. In tegenstelling tot wat in de inventarisatie wordt vermeld zijn niet alleen de ramen van de boven verdieping vervangen, maar zijn alle ramen in de voorgevel en oostgevel vervangen door nieuwe ramen en deels door betonnen kozijnen. Tevens is in de oostgevel een nieuw groot raam geplaatst. De originele voordeur is in de jaren 70 vervangen door een nieuwe voordeur. De oorspronkelijke blinden aan de voorzijde zijn in de jaren 60 reeds van de boerderij verdwenen. Naar onze mening is door renovatie en vernieuwing van ramen een groot deel van de cultuurhistorische waarde verloren gegaan. Interieur van de woning Door de grote renovatie van de woning in de jaren 70 zijn aan de binnenzijde weinig originele elementen bewaard gebleven, de kelders en opkamers zijn verdwenen, de bestede zijn verdwenen, de plavuizen vloer in het kaashuis is vervangen door een betonnen vloer en daarna is het kaashuis opgedeeld in meerdere vertrekken. Verder zijn vrijwel alle deuren vervangen en deurposten verhoogd. Waardering in vergelijking met soortgelijke objecten in het Laageind Een soortgelijke boerderij als Laageind 49 is Laageind 27, deze boerderij is in 1881 gebouwd, de oorspronkelijke indeling en bouwstijl komen grotendeels overeen met die van Laageind 49, nog een overeenkomst is dat de noordgevel van deze boerderij is vernieuwd. Deze soortgelijke boerderij is niet op de lijst van waardevolle bouwkundige objecten geplaatst. Worden er door de gemeente verschillende criteria aangehouden bij de plaatsing van objecten op de lijst? Bij Laageind 61 staat bij de waardebepaling de gewijzigde gevels verzwakken de Waarde. Bij deze boerderij is zoals in de inventarisatie staat vermeld in 1966 de voorgevel geheel vernieuwd. In de jaren 70 zijn zoals hierboven in de brief staat vermeld zowel de zijgevel als achtergevel van Laageind 49 geheel gewijzigd/vernieuwd. Pagina 98 van 136

99 Wij krijgen de indruk dat het aan de overkant gelegen varkenskot van grote betekenis is om Laageind 49 door u op de lijst te plaatsen. Wij zijn zo vrij op e merken, dat genoemd varkenskot noch deel uitmaakt van Laageind 49 nog tot ons bezit behoord. Bouwtechnische staat van het object In de waardering wordt geen rekening gehouden met de bouwtechnische staat van de woning. De woning staat in vergelijking met soortgelijke objecten zeer dicht aan de weg. Als er zware landbouwvoertuigen of vrachtwagens langs rijden dan staat het huis op zijn grondvesten te schudden. Daarbij komt dat de boerderij niet is onderheid. Op verschillende plaatsen zijn zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant van de boerderij grote scheuren ontstaan (voor enkele voorbeelden zie bijlage nr. 3,4,5,6 en 7). De woning zakt naar links en naar rechts. Kortom om het object Laageind 49 in een goede staat te brengen waardoor het voor de toekomst behouden blijft dienen grote financiële uitgaven plaats te vinden welke voor ons niet verantwoord zijn en wij ook gezien mijn leeftijd niet bereid zijn te betalen. Rekening houdend met uw streven naar behoud, herstel en versterking van de cultureel historische waarden en mede gezien de huidige bouwtechnische toestand van het onroerend goed, verzoeken wij u hierbij af te willen zien van uw voornemen en het object Laageind 49 van de lijst af te voeren. Hopende dat u aan ons verzoek wilt voldoen, verblijven wij inmiddels en alle rechten voorbehoudend. Hoogachtend, R.A.M. Westgeest-van der Poel Bijlage 33 J. Kastelein, Meije 57 Bodegraven Beste Pramila, Aangezien wij niet aanwezig kunnen zijn op de inloop avond 26 juni doe ik u hierbij onze reactie toekomen. Wij zijn verbaasd dat ons pand is opgenomen in de lijst van cultuurhistorische gebouwen en daarvoor hebben we de volgende redenen. Wij hebben zorgen over de toekomst bestendigheid van ons pand, het niet onderheide pand vertoont veel verzakkingen, het ligt in de lengte langs de weg en heeft veel last van trillingen van wegverkeer. De achtergevel wil naar binnen vallen, de zijgevel vertoont scheuren van enkele centimeters en de linker voorzijde zakt weg. Daarnaast zijn er vele aanpassingen gedaan die de oude identiteit weg hebben genomen, ramen die later zijn aangebracht hebben een andere stijl. Daarnaast is het niet mogelijk om dit gebouw voldoende te isoleren en daardoor voldoet het niet aan de opgaven die de landelijke overheid stelt. Omdat het gebouw is dat gebouwd is op een stapel fundering is er veel last van optrekkend vocht wat de binnen muren aantast en het leef klimaat vanwege vocht doet verslechteren. Een aantal jaren geleden hebben we inpandige aanpassingen laten doen om de zetting in het gebouw tot staan te brengen, echter de resultaten zijn dat er nu op andere plaatsen zetting ontstaat. Met foto's proberen wij onze argumenten voor u begrijpelijk te krijgen. Pagina 99 van 136

100 Foto 5848; aanbouw niet overeenkomstig met de bouwstijl Foto 5842; scheve achtergevel, staat meer als 30 centimeter uit het lood Pagina 100 van 136

101 Foto 5843; een van de scheuren in zijgevel langs weg. Foto 5845; toont duidelijk de verzakking in voorgevel Foto 5847; aanbouw niet passend bij de bouwstijl Pagina 101 van 136

102 De laatste is een scan van een foto net na de bouw, duidelijk is te zien dat er veel is veranderd Onze conclusie is dan ook; u beschrijving is niet overeenkomst de bouwkundige staat, de staat is zorgelijk. De aanvullende informatie is dat er veel niet meer als van ouds is U de waardering veel te hoog inschat. De gemeente wel alles wil behouden maar er geen geld voor beschikbaar wil stellen en wij daardoor voor een onmogelijke opgaven komen te staan. Wij doen een dringend beroep op de gemeente om ons pand van de lijst af Pagina 102 van 136

Inventarisatie, beschrijving, waardering en beleidsrichting - bouwkundige objecten 2017

Inventarisatie, beschrijving, waardering en beleidsrichting - bouwkundige objecten 2017 Beleidsnota Cultuurhistorie Inventarisatie, beschrijving, waardering en beleidsrichting - bouwkundige objecten 2017 Gemeente Bodegraven-Reeuwijk 1 Toelichting op de werkwijze bouwkundige objecten 1.1 Kader

Nadere informatie

Naam Linda Roeterink, Kees Meinderts en Joyce Ras. Informatieavond 2 oktober Cultuurhistorische waarde in bestemmingsplan Kom

Naam Linda Roeterink, Kees Meinderts en Joyce Ras. Informatieavond 2 oktober Cultuurhistorische waarde in bestemmingsplan Kom Naam Linda Roeterink, Kees Meinderts en Joyce Ras Informatieavond 2 oktober Cultuurhistorische waarde in bestemmingsplan Kom Onderwerpen die besproken worden deze avond: - Bestemmingsplan algemeen, gevolgde

Nadere informatie

Parapluplan Cultuurhistorie Bodegraven-Reeuwijk

Parapluplan Cultuurhistorie Bodegraven-Reeuwijk Parapluplan Cultuurhistorie Bodegraven-Reeuwijk Toelichting Planidentificatie: Ontwerp: Vastgesteld: Zaaknummer: NL.IMRO.1901.BPpluscultuur-BP40 Ontwerp paraplubestemmingsplan cultuurhistorie Bodegraven

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Regels 3

Inhoudsopgave. Regels 3 Cultuurhistorie Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begrippen 4 Artikel 2 Reikwijdte 5 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 6 Artikel 3 Waarde - Cultuurhistorie 6 Hoofdstuk 3 Algemene

Nadere informatie

Algemeen Heeft de monumentenstatus alleen betrekking op de buitenkant of ook op de binnenkant?

Algemeen Heeft de monumentenstatus alleen betrekking op de buitenkant of ook op de binnenkant? Veelgestelde vragen Uw pand is voorgedragen als gemeentelijk monument. Wat betekent dit voor u? De gemeente Venlo heeft de meest gestelde vragen en antwoorden op een rij gezet. Staat uw vraag er niet bij,

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED

WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED WIJZIGINGSPLAN BUITENGEBIED Bouwplan Rammekensweg 5 Gemeente Vlissingen Ontwerp: 18 april 2018 Vastgesteld: 4 juni 2108 INHOUD TOELICHTING 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding 1.2 Ligging plangebied 2. PLANBESCHRIJVING

Nadere informatie

Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUWPLANNING FASE 1 EN 2. Geanonimiseerde versie

Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUWPLANNING FASE 1 EN 2. Geanonimiseerde versie Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUWPLANNING FASE 1 EN 2 Geanonimiseerde versie Gendringen, 27 augustus 2019 1. Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Woningbouwplanning

Nadere informatie

Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden

Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden Actualisatie 2013 TasT, projecten voor tastbaar erfgoed in opdracht

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijze Wijzigingsbesluit Teckop 11 in Kamerik, bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld

Nota van beantwoording zienswijze Wijzigingsbesluit Teckop 11 in Kamerik, bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld Nota van beantwoording zienswijze Wijzigingsbesluit Teckop 11 in Kamerik, bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld en Zienswijzerapportage behorend bij bouwplan Teckop 11 (dossiernummer:

Nadere informatie

Aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de elf aardbevingsgemeenten (excl. de Stad Groningen)

Aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de elf aardbevingsgemeenten (excl. de Stad Groningen) Provinciale Commissie Groningen Secretariaat: Haddingestraat 24 9711 KD GRONINGEN e-mail: secretarisheemschutgroningen@gmail.com (per e-mail verzonden) Groningen, 30 mei 2016 Aan de Colleges van Burgemeester

Nadere informatie

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2 Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro burgemeester en wethouders van A s t e n; gezien het verzoek om medewerking van Crijns Rentmeesters B.V. namens mevrouw Van Bussel-Drieshen voor de splitsing van

Nadere informatie

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren Inhoud Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Toepassingsbereik 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Herziening bestemmingsplan Buitengebied Someren 5 Artikel 4 Herziening

Nadere informatie

Notitie karakteristieke gebouwen centrum Losser

Notitie karakteristieke gebouwen centrum Losser Notitie karakteristieke gebouwen centrum Losser September 2017 Afdeling BSP 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding... 3 2. Algemeen; Erfgoed in het bestemmingsplan... 3 2.1 Rekening houden met cultuurhistorie...

Nadere informatie

Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen

Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan Waardevol dorpsgezicht historisch hart van Wijhe Olst-Wijhe, 2 mei 2016 doc. nr.: 16.014722 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Zienswijzen en beantwoording 3. Ambtshalve wijzigingen 4. Samenvatting

Nadere informatie

Omgevingsvergunningsvrije gebouwen: beïnvloedingsmogelijkheden

Omgevingsvergunningsvrije gebouwen: beïnvloedingsmogelijkheden Omgevingsvergunningsvrije gebouwen: beïnvloedingsmogelijkheden In bijlage II van het Besluit omgevingsrecht is een tweetal categorieën opgenomen voor vergunningsvrije bouwwerken: I het regime voor kleine

Nadere informatie

aanwijzing tot gemeentelijk monument van het object Warmoezierskade 1

aanwijzing tot gemeentelijk monument van het object Warmoezierskade 1 II besluit van burgemeester en wethouders iz-nummer onderwerp 2005.24231 aanwijzing tot lijk monument van het object Warmoezierskade 1 burgemeester en wethouders van gouda Gelezen het advies d.d. 26 september

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST REACTIENOTA ZIENSWIJZE(N) ONTWERPBESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST 1. INLEIDING 2. SAMENVATTING ZIENSWIJZEN + REACTIE 3. VOORSTEL 4. AMBTSHALVE WIJZIGINGEN

Nadere informatie

Gemeente Woerden. Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik

Gemeente Woerden. Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik Gemeente Woerden Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik Verantwoording Titel Toetsing aan de wijzigingsregels ten behoeve van het wijzigen van de agrarische bestemming van het perceel Teckop

Nadere informatie

Voorbereidingsbesluit. Cultuurhistorie Enschede. Status: Vastgesteld

Voorbereidingsbesluit. Cultuurhistorie Enschede. Status: Vastgesteld Voorbereidingsbesluit Cultuurhistorie Enschede Status: Vastgesteld Cultuurhistorie Enschede Inhoudsopgave Toelichting 3 Regels 5 Hoofdstuk 1 Verbodsbepalingen 6 Artikel 1 Omgevingsvergunning voor het

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom ten behoeve van het verlenen van een omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder

Nadere informatie

NOTITIE aanbouw aan monument t Dorp 133, Heesch d.d. 15 juni Aanleiding.

NOTITIE aanbouw aan monument t Dorp 133, Heesch d.d. 15 juni Aanleiding. NOTITIE aanbouw aan monument t Dorp 133, Heesch d.d. 15 juni 2015 Aanleiding. De eigenaar van de percelen tussen en t Vijfeiken, kadastrale nrs. 6500, 6637, 6638 en 5475, Muller- Wagemakers, heeft het

Nadere informatie

Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011

Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011 Nota zienswijzen Bestemmingsplan Stuif zand, deelplan uitbreiding woningbouw 2011 Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 3 juli 2013 tot en met 13 augustus 2013 voor een ieder ter inzage gelegen in het Compagnieshuis,

Nadere informatie

Bijlage 5: Onderbouwing cultuurhistorische waarden woonboerderij Esp 9/9a te Bakel en de omgeving

Bijlage 5: Onderbouwing cultuurhistorische waarden woonboerderij Esp 9/9a te Bakel en de omgeving Bijlage 5: Onderbouwing cultuurhistorische waarden woonboerderij Esp 9/9a te Bakel en de omgeving De woonboerderij op de locatie Esp 9/9a te Bakel welke volgens de site Bagviewer is gebouwd in 1832 is

Nadere informatie

Notitie karakteristieke gebouwen centrum Losser

Notitie karakteristieke gebouwen centrum Losser Vastgesteld (gewijzigd) op 18 december 2018 Afdeling BSP 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding... 3 2. Algemeen; Erfgoed in het bestemmingsplan... 3 2.1 Rekening houden met cultuurhistorie... 3 2.2 Regels opnemen

Nadere informatie

co z Bouwhistorisch onderzoek

co z Bouwhistorisch onderzoek co z Bouwhistorisch onderzoek Boerderij aan de Graafdijk oost 24b te Molenaarsgraaf nummer: 2507 datum : 26-05 -2015 opdrachtgever Fam. K. de Jong IJsselstein 26-05- 2015 Wout van Vliet Bouwkundige Prins

Nadere informatie

Bennebroekerlaan 10. Bouwjaar : Circa 1890 Architect : : Neorenaissance-trant met invloed van de Chaletstijl Oorspronkelijke functie : Woonhuis

Bennebroekerlaan 10. Bouwjaar : Circa 1890 Architect : : Neorenaissance-trant met invloed van de Chaletstijl Oorspronkelijke functie : Woonhuis Bennebroekerlaan 10 Straat en huisnummer : Bennebroekerlaan 10 Postcode en plaats : 2121 GR Bennebroek Kadastrale aanduiding : A4647 Complexonderdeel : Naam object : De Lijsterhof Bouwjaar : Circa 1890

Nadere informatie

Inspectie rapport. Opname rapport Bosrand 16 Dwingeloo. Ing. B. Wortelboer

Inspectie rapport. Opname rapport Bosrand 16 Dwingeloo. Ing. B. Wortelboer Inspectie rapport Opname rapport Bosrand 16 Dwingeloo Ing. B. Wortelboer 28 mei 2015 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding... 4 1. Historische weging... 5 1.1. Opname binnenzijde voorhuis... 5 1.2. Opname

Nadere informatie

Krullenlaan 3. Oorspronkelijke functie : Dienstwoning en schuur. Datum foto : 23-10-2010

Krullenlaan 3. Oorspronkelijke functie : Dienstwoning en schuur. Datum foto : 23-10-2010 Krullenlaan 3 Straat en huisnummer : Krullenlaan 3 Postcode en plaats : 2061 HT Bloemendaal Kadastrale aanduiding : F746 Complexonderdeel : Schapenduinen Naam object : Bouwjaar : Eind 19 de eeuw (hoofdmassa),

Nadere informatie

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Versie: vastgesteld Gemeente Landsmeer, januari 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding...

Nadere informatie

Donkerelaan 20. Straat en huisnummer : Donkerelaan 20 Postcode en plaats : 2061 JM Bloemendaal Kadastrale aanduiding : A9941 Complexonderdeel :

Donkerelaan 20. Straat en huisnummer : Donkerelaan 20 Postcode en plaats : 2061 JM Bloemendaal Kadastrale aanduiding : A9941 Complexonderdeel : Donkerelaan 20 Straat en huisnummer : Donkerelaan 20 Postcode en plaats : 2061 JM Bloemendaal Kadastrale aanduiding : A9941 Complexonderdeel : Naam object : Oude Dorpshuis Bouwjaar : 1929 Architect : H.W.

Nadere informatie

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Uitvoering van de Integrale Visie Erfgoed gemeente Eindhoven Raadsnummer 13R5269 Inboeknummer 13bst00467 Beslisdatum B&W 15 januari 2013 Dossiernummer 13.02.451 RaadsvoorstelWijziging Erfgoedverordening Inleiding Op 10 april jl. heeft de Raad

Nadere informatie

Bovenweg 1 - Grootegast manege 1.100 Dijkstreek 7 - Niekerk Interieurbouw, verkoop via internet, showroom maximaal 60 m 2 bestaand

Bovenweg 1 - Grootegast manege 1.100 Dijkstreek 7 - Niekerk Interieurbouw, verkoop via internet, showroom maximaal 60 m 2 bestaand pagina 1 van 5 Artikel 30 Wonen 30.1 Bestemmingsomschrijving Plan: Status: Plantype: IMRO-idn: Buitengebied Grootegast vastgesteld bestemmingsplan NL.IMRO.0015.BPBG09BEHE1-VA01 De voor ' Wonen ' aangewezen

Nadere informatie

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 Het voorontwerp bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21 heeft met de bijbehorende stukken met ingang van donderdag 3 oktober 2013 gedurende

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN. Bestemmingsplan Agrarische Enclave. Uitnodiging

BESTEMMINGSPLAN. Bestemmingsplan Agrarische Enclave. Uitnodiging BESTEMMINGSPLAN Bestemmingsplan Agrarische Enclave De gemeente Apeldoorn werkt aan de actualisering van bestemmingsplannen. Sommige bestemmingsplannen zijn verouderd en voldoen niet meer aan de eisen van

Nadere informatie

Zienswijzennota bestemmingsplan Museum De Lakenhal Januari 2014

Zienswijzennota bestemmingsplan Museum De Lakenhal Januari 2014 Zienswijzennota bestemmingsplan Museum De Lakenhal Januari 2014 1 Inleiding Op 5 november 2013 heeft het college van B en W besloten een bestemmingsplanprocedure op te starten voor de nieuwbouw en restauratie

Nadere informatie

bijlage 4: ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning 2016W2136

bijlage 4: ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning 2016W2136 bijlage 4: ruimtelijke onderbouwing omgevingsvergunning 2016W2136 Aanleiding Aan de Westenengseweg 5 in Harskamp is een kleinschalig agrarisch bedrijf gevestigd. Een voormalige schuur naast de woning is

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen

Nota van beantwoording zienswijzen Nota van beantwoording zienswijzen naar aanleiding van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan De Sluipers, Oud Reeuwijkseweg 3, Reeuwijk gemeente Bodegraven-Reeuwijk Gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM106 (schuur) Kloosterstraat 13 a 6123 AM Holtum Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en op grond

Nadere informatie

Kaart met bescherming

Kaart met bescherming Kaart met bescherming Gemeentelijke Monumentenlijst monumentnr. GM229 Pagina 4 van 4 - 2 - gelet op: de verordening Cultuurhistorie Sittard-Geleen 2008 ; besluit: Het object Veestraat 72 te Sittard op

Nadere informatie

Gemeentebladnr: 2014/60 Verseon nr: 121335 Vergaderdatum: 25 september 2014 Agendapunt: 9 Portefeuillehouder: Dhr. K. Wolff Steller: J.

Gemeentebladnr: 2014/60 Verseon nr: 121335 Vergaderdatum: 25 september 2014 Agendapunt: 9 Portefeuillehouder: Dhr. K. Wolff Steller: J. Voorstel tot het al of niet aanwijzen van gemeentelijk beschermde dorpsgezichten. Gemeentebladnr: 2014/60 Verseon nr: 121335 Vergaderdatum: 25 september 2014 Agendapunt: 9 Portefeuillehouder: Dhr. K. Wolff

Nadere informatie

Zienswijzennota. Bestemmingsplan West I en II. Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608

Zienswijzennota. Bestemmingsplan West I en II. Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608 Zienswijzennota Bestemmingsplan West I en II Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608 Inhoud 1. Inleiding 1.1 Status zienswijzennota 1.2 Procedure bestemmingsplan

Nadere informatie

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A ;

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A ; E gemeente gouda stadhuis markt 1 2801 jg gouda telefoon 0182-588211 telefax 0182-588464 Sector Stadsontwikkeling Afd.: S.V.M. Nr.: 97.8648 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A ; idend afschriÿ /.ÿ//

Nadere informatie

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 colofon SAB Arnhem B.V. Contactpersoon: Arjan van der Laan bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres:

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE, COMMENTAAR EN WIJZIGING Bestemmingsplan Buitengebied, Weereweg 23 en 25a Tjuchem

NOTA ZIENSWIJZE, COMMENTAAR EN WIJZIGING Bestemmingsplan Buitengebied, Weereweg 23 en 25a Tjuchem NOTA ZIENSWIJZE, COMMENTAAR EN WIJZIGING Bestemmingsplan Buitengebied, Weereweg 23 en 25a Tjuchem Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Overzicht indieners zienswijze... 3 3. Zienswijze, commentaar en wijziging...

Nadere informatie

Inspraaknota Nota Ruimtelijke Kwaliteit

Inspraaknota Nota Ruimtelijke Kwaliteit Inspraaknota Nota Ruimtelijke Kwaliteit Van 10 december 2015 tot en met 13 januari 2016 heeft het ontwerp van de Nota Ruimtelijke Kwaliteit ter inzage gelegen. Gedurende voornoemde periode zijn in totaal

Nadere informatie

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Beschrijving initiatief

Nadere informatie

Vaststellen bestemmingsplan Elshout herziening Kapelstraat 14

Vaststellen bestemmingsplan Elshout herziening Kapelstraat 14 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMB02 Vaststellen bestemmingsplan Elshout herziening Kapelstraat 14 Inleiding De heer Douma uit Drunen heeft een aanvraag om bouwvergunning ingediend om zijn woning aan de

Nadere informatie

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG) Documentenlijst Besluit (P) (GG) Algemene informatie: Dossier:201703485 Type: Aanvraag Wabo Omschrijving: het veranderen van de eengezinswoning Kruisbeklaan 50 door het plaatsen van een uitbouw aan de

Nadere informatie

Bijlage 3 Voorbeeld planregels

Bijlage 3 Voorbeeld planregels Bijlage 3 Voorbeeld planregels 2 Artikel 3 Agrarisch met waarden 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de uitoefening van agrarische bedrijven

Nadere informatie

Aalten. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9.

Aalten. Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. 7. Raadsvoorstel Gemeente Aalten AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot afgifte van een verklaring van geen bedenkingen voor de splitsing van de hoofdbouwmassa op het perceel Beunkdijk 13 te Aalten in twee zelfstandige

Nadere informatie

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG) Documentenlijst Besluit (P) (GG) Algemene informatie: Dossier:201702001 Type: Aanvraag Wabo Omschrijving: het vervangen van de houten kozijnen in de voorgevel van de woning Laan Copes v Cattenburch 94

Nadere informatie

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek De raad van de gemeente Apeldoorn in vergadering bijeen op 30 mei 2013, Gehoord de beraadslagingen over het ontwerpbestemmingsplan Klarenbeek, Overwegende dat In

Nadere informatie

1. Inleiding Wettelijk kader Doelstelling Staat van bebouwing (Svb) Sloopregistratiebank (Srb)...

1. Inleiding Wettelijk kader Doelstelling Staat van bebouwing (Svb) Sloopregistratiebank (Srb)... 2 van 7 Zaaknummer Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Wettelijk kader... 4 3. Doelstelling... 5 4. Staat van bebouwing (Svb)... 5 5. Sloopregistratiebank (Srb)... 6 6. Vergunningvrij bouwen... 6 7. Geldigheid...

Nadere informatie

13 juni Monumenten: Aanwijzingscriteria

13 juni Monumenten: Aanwijzingscriteria 13 juni 2017 Monumenten: Aanwijzingscriteria Monumenten: Aanwijzingscriteria Inhoudsopgave 1. Aanwijzingsbeleid voor gemeentelijke monumenten in Oldenzaal... 3 1.1 Algemeen... 3 2. Aanwijzingscriteria...

Nadere informatie

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG) Documentenlijst Besluit (P) (GG) Algemene informatie: Dossier:201609516 Type: Aanvraag Wabo Omschrijving: het vergroten van de woning Van der Woertstraat 42 door middel van een aanbouw Adres: Van der Woertstraat

Nadere informatie

TOELICHTING. Boerderijsplitsing aan de Eerselseweg 41 te Knegsel. G.C.M. van de Ven Eerselseweg KL Knegsel. project.

TOELICHTING. Boerderijsplitsing aan de Eerselseweg 41 te Knegsel. G.C.M. van de Ven Eerselseweg KL Knegsel. project. TOELICHTING project opdrachtgever Boerderijsplitsing aan de Eerselseweg 41 te Knegsel G.C.M. van de Ven Eerselseweg 41 5511 KL Knegsel werknummer datum 05409 19 juli 2010 INHOUD 1. INLEIDING pag. 2 1.1.

Nadere informatie

weigering van de gevraagde omgevingsvergunning voor Nieuwe Uitleg 12

weigering van de gevraagde omgevingsvergunning voor Nieuwe Uitleg 12 Retouradres: Postbus 12655, 2500 DP Den Haag Uw brief van Onderwerp Ons kenmerk 201606907/6009798 Behandeld door Doorkiesnummer E-mail Aantal bijlagen 1 Datum zie documentenlijst weigering van de gevraagde

Nadere informatie

Zwolle, 20 december 2017 Kenmerk: / MVD Betreft: Advies erf Bevrijdingsweg 2. Projectnummer: Inlichtingen bij: mevrouw drs. M.

Zwolle, 20 december 2017 Kenmerk: / MVD Betreft: Advies erf Bevrijdingsweg 2. Projectnummer: Inlichtingen bij: mevrouw drs. M. Mevrouw P. Pasveer Bevrijdingsweg 2 xx Cc: College van Burgemeester en Wethouders, gemeente Olst-Wijhe, t.a.v. mevrouw B. Bartelds Postbus xxx, Olst-Wijhe Zwolle, 20 december 2017 Kenmerk: 148.17/ MVD

Nadere informatie

Gevels: Het pand is opgetrokken in bruine baksteen, gemetseld in kruisverband en platvol gevoegd. De gevels hebben een gepleisterde plint.

Gevels: Het pand is opgetrokken in bruine baksteen, gemetseld in kruisverband en platvol gevoegd. De gevels hebben een gepleisterde plint. Kerngegevens gemeentelijk monument: Monumentnummer : GM051 Naam monument : Vogelhuys Adres : Kasteellaan 14 Postcode en plaats : 6081 AN Haelen Kadastrale aanduiding : HLN02 sectie A nr(s) 5034 Coördinaten

Nadere informatie

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A ;

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A ; gemeente gouda Sector Stadsontwikkeling Afd.: S.V.M. Nr.: 95.32804 stadhuis markt 1 2801 jg gouda telefoon 0182-588211 telefax 0182-588464 uidend afschÿÿ! BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A ; Overwegende,

Nadere informatie

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD1309454 Burgemeester en wethouders hebben op 16 december 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het project herbouw van de stal. De aanvraag

Nadere informatie

Artikel 19 Wonen - Karakteristiek

Artikel 19 Wonen - Karakteristiek Artikel 19 Wonen - Karakteristiek 19.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'wonen-karakteristiek' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan huis verbonden beroepen; c. water; d. behoud van de

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Brakel, Gameren (ged.), Zaltbommel (ged.) en Kerkwijk (ged.)

Brakel, Gameren (ged.), Zaltbommel (ged.) en Kerkwijk (ged.) Brakel, Gameren (ged.), Zaltbommel (ged.) en Kerkwijk (ged.) Brakel, Gameren (ged.), Zaltbommel (ged.) en Kerkwijk (ged.) Eindverslag inspraak beheersverordening Brakel, Gameren (ged.), Zaltbommel (ged.),

Nadere informatie

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Bestemmingsplan : Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10 Datum vaststelling raad :

Nadere informatie

*Z E79* Registratienummer: Z / 46235

*Z E79* Registratienummer: Z / 46235 *Z0502439E79* Registratienummer: Z -14-29221 / 46235 In de periode 2010 2014 zijn binnen de gemeente Goeree-Overflakkee vele bestemmingsplannen herzien. Bestemmingsplannen gaan vaak over grote grondgebieden

Nadere informatie

Beleidsregel selectiecriteria gemeentelijke monumenten Gemeente Etten-Leur

Beleidsregel selectiecriteria gemeentelijke monumenten Gemeente Etten-Leur Beleidsregel selectiecriteria gemeentelijke monumenten Gemeente Etten-Leur Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Etten-Leur; gelet op de Erfgoedverordening Etten-Leur; gelet op de

Nadere informatie

Kern Epse 2010, herziening Waarde-Bos

Kern Epse 2010, herziening Waarde-Bos TOELICHTING van het bestemmingsplan Kern Epse 2010, herziening Waarde-Bos Gemeente Lochem Versie 12 november 2014 1. Inleiding De gemeenteraad van Lochem heeft op 27 juni 2011 het bestemmingsplan Kern

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp Bestemmingsplan Buitengebied West, 1 e herziening Ontwerp 2 Toelichting 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 14 oktober 2015 heeft de gemeenteraad van Bodegraven-Reeuwijk het bestemmingsplan Buitengebied West

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

l U c. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A;

l U c. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN G O U D A; l U c. 'o gemeente gouda stadhuis markt 1 2801jg gouda telefoon 0182-588211 telefax 0182-588464 Sector Stadsontwikkeling Afd.: S.V.M. Nr.: 98.2546 Voor eensluidend afschrift BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Nadere informatie

Raadscommissievoorstel

Raadscommissievoorstel Raadscommissievoorstel Zaakkenmerk: 1651975 Raadscommissie 26 mei 2016 Documentkenmerk: 1651983 B. en W. 10 mei 2016 Behandeld door: dhr. W.G.J. Sauer E-mail: Werner.Sauer@ommen-hardenberg.nl Onderwerp:

Nadere informatie

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort

Complexnummer: Smallepad MG Amersfoort Postbus BP Amersfoort Complexnummer: 521251 Smallepad 5 Woonhuis/tabakskerverij Aantal complexonderdelen: Monumentnummers van complexonderdelen: 2 521253, 521252 Woonplaats : Gemeente: Provincie: Hoofdadres van hoofdobject:

Nadere informatie

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken. Raad VOORBLAD Onderwerp Beschermd Dorpsgezicht Gelselaar Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch Domein

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Overzicht belangrijkste wijzigingen* In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen

Nadere informatie

verzoek om vrijstelling voor het verbouwen van een voormalige griendkeet tot vakantiewoning aan de Hamseweg te Hooge Zwaluwe.

verzoek om vrijstelling voor het verbouwen van een voormalige griendkeet tot vakantiewoning aan de Hamseweg te Hooge Zwaluwe. Aan de Raad Made, 08-05-2007 Raadsvergadering: 21-06-2007 Nummer raadsnota: 20 Onderwerp: verzoek om vrijstelling voor het verbouwen van een voormalige griendkeet tot vakantiewoning aan de Hamseweg te

Nadere informatie

Middenweg wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wro. Status: ontwerp. Gemeente Beemster. ID-code: NL.IMRO Middenweg7wijz-ON01

Middenweg wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wro. Status: ontwerp. Gemeente Beemster. ID-code: NL.IMRO Middenweg7wijz-ON01 Middenweg 7-2014 wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wro Status: ontwerp Gemeente Beemster ID-code: NL.IMRO.0439.2014Middenweg7wijz-ON01 Procedure: Terinzagelegging ontwerp: Vaststelling door raad: 2 Middenweg

Nadere informatie

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142)

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Geanonimiseerde versie Beleid & Regie 16 januari 2018 Inleiding Het ontwerp bestemmingsplan

Nadere informatie

Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal

Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal College Onderwerp: V200900525 Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal Samenvatting: Inleiding: Op 17 november 2008 heeft de heer Staak een bouwaanvraag

Nadere informatie

wijziging bestemming Hoofdweg 34 Geachte heer en mevrouw,

wijziging bestemming Hoofdweg 34 Geachte heer en mevrouw, Postadres Postbus 200 1790 AE Den Burg Bezoekadres Emmalaan 15 1791 AT Den Burg T 14 0222 F 0222 362287 E gemeente@texel.nl I www.texel.nl Contactpersoon Uw aanvraag van 19 april 2017 Telefoonnummer E-mailadres

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden concept Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden DLV Dier Groep B.V. Adviseur / projectleider

Nadere informatie

De Haal 78A en 78B. te Oostzaan. Dorpsstraat 60. te Watergang

De Haal 78A en 78B. te Oostzaan. Dorpsstraat 60. te Watergang Project : Herbouw Kaakberg + stallen De Haal 78A en 78B te Oostzaan Opdrachtgever : fam. K.S. Mol Dorpsstraat 60 te Watergang Foto oude opstallen aan de Haal 78A en 78B en naast gelegen percelen. Onderwerp

Nadere informatie

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG) Documentenlijst Besluit (P) (GG) Algemene informatie: Dossier:201706209 Type: Aanvraag Wabo Omschrijving: het veranderen van de voorgevel van de woning Nassauplein 34 door het vervangen van ramen van enkel

Nadere informatie

2. De heer en mevrouw Florack, Dorpsstraat 3B 6227 BK te Maastricht inzake de ontwikkelingen op het adres Wangraaf 2.

2. De heer en mevrouw Florack, Dorpsstraat 3B 6227 BK te Maastricht inzake de ontwikkelingen op het adres Wangraaf 2. Nota zienswijzen Cadier en Keer 2014 1. Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan "Cadier en Keer 2014" heeft op grond van artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening (Wro) vanaf donderdag 3 juli 2014 tot en met woensdag

Nadere informatie

Boxtel ontleent van oudsher een specifieke rol aan zijn ligging. Op een kruispunt van wegen tussen drie steden, op een verhoogde

Boxtel ontleent van oudsher een specifieke rol aan zijn ligging. Op een kruispunt van wegen tussen drie steden, op een verhoogde Boxtel ontleent van oudsher een specifieke rol aan zijn ligging. Op een kruispunt van wegen tussen drie steden, op een verhoogde plek langs de Dommel, is Boxtel ontstaan. De eerste vermelding van Boxtel

Nadere informatie

Adviezen commissievergadering Wijdemeren Vastgesteld:

Adviezen commissievergadering Wijdemeren Vastgesteld: commissies voor ruimtelijke kwaliteit 1 Omgevingsvergunning (monument en bouwen) Aantal voorgaande behandelingen: 0 120029 Bouwadres Leeuwenlaan 42 te 's-gravenland Soort bouwwerk Reclameobject Rijksmonument

Nadere informatie

GEMEENTEBESTUUR UITGEEST

GEMEENTEBESTUUR UITGEEST GEMEENTEBESTUUR UITGEEST Nota / advies van: Patrick Monincx Behandelende afdeling: Publiekszaken/ Vergunningen Datum: 07-05-2015 NR. TITEL: Maatwerk voor erkers/woninguitbreiding aan de voorzijde, die

Nadere informatie

BESCHRIJVING VAN DE BOERDERIJEN EN BIJGEBOUWEN T.B.V. DE INSTANDHOUDING OF SLOOP VAN DE BIJGEBOUWEN EN ERFVERBETERING.

BESCHRIJVING VAN DE BOERDERIJEN EN BIJGEBOUWEN T.B.V. DE INSTANDHOUDING OF SLOOP VAN DE BIJGEBOUWEN EN ERFVERBETERING. BESCHRIJVING VAN DE BOERDERIJEN EN BIJGEBOUWEN T.B.V. DE INSTANDHOUDING OF SLOOP VAN DE BIJGEBOUWEN EN ERFVERBETERING. In het algemeen kan worden opgemerkt dat de hierna te beschrijven en te handhaven

Nadere informatie

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Eindstraat 11

Kerngegevens gemeentelijk monument: Adres : Eindstraat 11 Kerngegevens gemeentelijk monument: Monumentnummer : GM078 Naam monument : n.v.t. Adres : Eindstraat 11 Postcode en plaats : 6085 AE Horn Kadastrale aanduiding : HOR02 sectie D nr(s) 1403 Coördinaten :

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

Cultureel Erfgoed in (bestemmingsplannen) DOEL: richtinggevende uitspraak van de commissieleden! Inhoud presentatie (wie/wat)

Cultureel Erfgoed in (bestemmingsplannen) DOEL: richtinggevende uitspraak van de commissieleden! Inhoud presentatie (wie/wat) Cultureel Erfgoed in (bestemmingsplannen) Inhoud presentatie (wie/wat) - Leo Dijkstra (gemeente) landschapshistoricus & -ontwerper - Wat is cultuurhistorie - Hoe zit dat in Ten Boer? - Beschouwing van

Nadere informatie

Rapport. rijwoning. voorbeeld-document bouwmogelijkheden

Rapport. rijwoning. voorbeeld-document bouwmogelijkheden Rapport rijwoning voorbeeld-document bouwmogelijkheden 1 INHOUDSOPGAVE 3 Bestemmingsplan Bomenbuurt 2002 2 5 Vergunningvrij bouwen 6 Uitbreidingsmogelijkheden 9 Welstandsbeleid 10 Overzichtstabel BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

Gemeente Bunnik NOTA VAN ZIENSWIJZEN. behorend bij het. Bestemmingsplan Hollendewagenweg 21 Werkhoven

Gemeente Bunnik NOTA VAN ZIENSWIJZEN. behorend bij het. Bestemmingsplan Hollendewagenweg 21 Werkhoven Gemeente Bunnik NOTA VAN ZIENSWIJZEN behorend bij het Bestemmingsplan Hollendewagenweg 21 Werkhoven Januari 2018 1. INLEIDING Het ontwerpbestemmingsplan Hollendewagenweg 21 Werkhoven heeft op grond van

Nadere informatie

Bouwen en wonen in het buitengebied

Bouwen en wonen in het buitengebied Gemeente Hof van Twente, Postbus 54, 7470 AB Goor Tel. 0547 85 85 85 Fax 0547 85 85 86 E-mail info@hofvantwente.nl Website: www.hofvantwente.nl Bouwen en wonen in het buitengebied Inleiding Op 9 januari

Nadere informatie

VERGADERING BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. de dato 24 MAART 2015. besluitenlijst

VERGADERING BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. de dato 24 MAART 2015. besluitenlijst VERGADERING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS de dato 24 MAART 2015 besluitenlijst Aanwezig: Burgemeester mw. W.J.A. Verklei), Secretaris P. Schouten, Burgemeester SECR int 15.1103 Betreft: Besluitenlijst

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. artikel 3.6 Wro. Kortenhoevendijk 11, Lexmond

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. artikel 3.6 Wro. Kortenhoevendijk 11, Lexmond Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. artikel 3.6 Wro Kortenhoevendijk 11, Lexmond Planstatus: Identificatienr: vastgesteld NL.IMRO.0707.WPLXMKorhoedijk11-VA01

Nadere informatie

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Principeverzoek Windgatseweg 1a Rockanje

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Principeverzoek Windgatseweg 1a Rockanje AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS Kenmerk: 111524 Sector: Grondgebied Team : Gebiedsontwikkeling Onderwerp: Principeverzoek Windgatseweg 1a Rockanje Besluit: 1. Onder voorwaarden in te stemmen met het principeverzoek;

Nadere informatie

Akkoord. Bespreken. bhloi'

Akkoord. Bespreken. bhloi' GeméenteVianen ADVIES AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN VIANEN?. Datum vergadering - 1 MAARI 2011 volgnr : j j ^ Sector Datum Naam ambtenaar : Stadsontwikkeling 14-02-2011 : IVIarinke

Nadere informatie

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels: 176 Artikel 21 Wonen 21.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige

Nadere informatie