Monosomie: een chromosoom te weinig, bijv. bij syndroom van Turner: 1 X chrom. Zorgt voor kleine hartafwijking.
|
|
- Hanne Bakker
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting door K woorden 9 november ,5 1 keer beoordeeld Vak Biologie par. 1: verschillen tussen mensen Alle eigenschappen die ons tot mens maken, liggen op onze chromosomen. DNA is bij iedereen verschillend. Variatie in DNA leidt tot variatie tussen mensen. Niet alleen DNA, maar ook omgeving bepalen je fenotype (= al je eigenschappen, dus uiterlijk en functioneren lichaam). Hangt af van genotype (=DNA) en omstandigheden/omgeving. Het genoom is al je DNA (ook in mitochondriën). Cholesterolgehalte afhankelijk van levensstijl, maar ook van je levercellen. Cholesterol gaat weg uit bloed door lichaamscellen die het opnemen m.b.v. receptoren -> aanmaak onder controle van genotype. Hulpeiwitten op DNA spelen rol bij aan/uitzetten van genen. Genoom verschilt per mens, maar er zijn ook veel overeenkomsten (we hebben dezelfde organen etc.). Mutaties zijn verandering in het DNA, bijv. door stoffen, straling of lichaamswarmte. Varianten van een gen = allelen (enkv. Allel). Sommige allelen zijn schadelijk en leiden tot problemen, bijv. bij FH. Chromosoom 19 heeft grootste dichtheid aan genen. Van elk gen kunnen meerdere varianten (=allelen) voorkomen. Combinatie waarin de allelen op 1 chromosoom voorkomen = het haplotype. Je hebt 2 verschillende haplotypen per chromosoompaar, want chromosomen komen in paren voor. par. 2: chromosomen bekijken Kernen normale menselijke cellen = 46 chromosomen. Uiterlijk in Binas 70B. Identificatie chromosomen tegenwoordig eenvoudiger m.b.v. kleurstoffen. Foto s chrom. Vaak tijdens metafase (mitose), want dan zijn ze verdubbeld. Karyotype in karyogram: afbeelding v/d chromosomen, genummerd. Langste paar vooraan. Paren 1-22 zijn autosomen (voor man en vrouw gelijk). 23 e paar niet: voor mannen 46,XY (met SRY gen), voor vrouwen 46,XX. Monosomie: een chromosoom te weinig, bijv. bij syndroom van Turner: 1 X chrom. Zorgt voor kleine hartafwijking. Trisomie: chromosoom te veel, bijv. bij syndroom van down (47,XX,+21 of 47,XY,+21). Bij translocatie wisselen 2 chromosomen stukken hebben uitgewisseld/een stuk verplaatst naar andere chromosoom. Translocatie is wsl geen toeval, want alleen bepaalde combinaties treden op (bv 11-21). Translocatie geen effect op drager, want die heeft erfelijk materiaal in tweevoud, kan wel afwijkende geslachtscellen maken -> kinderen kans op mono-/trisomie. Nieuwe combinaties allelen ontstaan door: Geslachtelijke voortplanting. Willekeurige van twee homologe chromosomen komt in geslachtscel. Herverdelen erfelijk materiaal is recombinatie Crossing over: tijdens meiose wisselen homologe chromosomen stukken DNA uit. Hierdoor mogelijk andere combinatie. Pagina 1 van 7
2 In een karyogram is niet te zien hoeveel genen/eigenschappen er op een chromosoom liggen. par. 3: stamboomonderzoek Stambomen maak je om overzicht te krijgen in overerving van een eigenschap. Vrouw = rondje, man = vierkantje. De in kaart te brengen eigenschap = gekleurd. Homozygoot = twee dezelfde allelen (aa of AA) Heterozygoot = twee verschillende allelen (aa/aa) Bij monohybride kruisingen let je op eigenschappen van maar één gen. Bij mannen komen aandoeningen die veroorzaakt worden door een recessief allel in X-chromosoom vaker voor, omdat zij maar 1 X-chrom. Hebben. Vrouwen zijn vaak alleen draagsters. Intermediar fenotype: er is geen sprake van dominant/recessief allel, invloed van beide allelen is even groot. Meer dan twee allelen van één gen is multipele allelen. Bijv. bloedgroep = I A, I B, i. wanneer je IAIB hebt als genotype, heb je twee dominante allelen, kommen beide volledig tot uitdrukking in fenotype = co-dominant. Hier is dat dan bloedgroep AB. Sommige allelen dodelijk voor homozygoot individu = letale allelen. par. 4: meer genen in het spel Oudergeneratie bij kruisingen: P-generatie Eerste nakomelingen: F 1 generatie, F 1 x F 1 levert de F 2, enz. Je kunt naar meerdere eigenschappen kijken bij kruisingen = dihybride kruising. Als de twee eigenschappen op verschillende typen chromosomen liggen, erven ze onafhankelijk van elkaar over. Liggen genen wel op hetzelfde chromosoom = gekoppeld overerven. Tijdens meiose kunnen hierin nieuwe combinaties ontstaan. Polygeen = onder invloed van verschillende genen. Fenotypen ontstaan onder invloed van genotype + invloeden uit milieu. Vergroot variatie tussen mensen. Genetische modificatie is het inbrengen van gewenste allelen in organismen. Je moet gewenste allel eerst isoleren, daarna inbrengen bij organisme/cel, afwachten of werkzaam is. Wanneer je genen van het ene soort in een ander over zet krijg je transgene organismen met nieuwe eigenschappen. Hierdoor verandert het genoom. Bij gentherapie wordt gebruik gemaakt van genetische modificatie: het juiste DNA wordt ingebouwd bij (verzwakt) virus (dient als transportmiddel = vector), virus infecteert cellen v/d patiënt en brengt gewenste allel in. Werkzame allel moet zorgen dat de defecte cellen weer normaal functioneren. par. 5: erfelijkheid buiten spel? Nature (genotype) nurture (omgeving + opvoeding) kwestie: wat zijn hun bijdragen aan je eigenschappen (fenotype)? Eeuwige discussie. Voor sommige dingen duidelijk, bijv. bloedgroep wordt 100% bepaald door je DNA. Maar voor sommige eigenschappen, bijv. mate van verslaving aan dingen, creativiteit, verlegenheid, rekenvaardigheid is niet altijd duidelijk wat (het meeste) invloed heeft. Pagina 2 van 7
3 Door tweelingonderzoek antwoorden zoeken op nature/nurture discussie. Tweelingen groeien op onder gelijke omstandigheden (nurture), bij 1-eeige tweeling = genotype hetzelfde, bij 2-eeige tweeling verschillend. Hierdoor bijdrage nurture aan fenotype afleiden. Sommige 1-eeige tweelingen uit elkaar gehaald (nurture dus verschillend) -> die vergelijken. Deze proeven worden soms gezien als ethisch onverantwoord. In ethiek zoeken mensen naar criteria voor juist handelen. Kun je mensen verantwoordelijk houden voor bepaalde handelingen als het zou liggen aan hun allelen? In elke cel slechts een beperkt aantal allelen actief, omdat cellen selectief sommige allelen in DNA uitschakelen. Onderzoek naar hoe dat aan-/uitschakelen werkt etc. is epigenetica (studie naar aansturing van genen). Hoofdstuk 8: evolutie Par. 1: oorsprong van het leven Westerse denkbeeld ontstaan v/h leven tot 19 e eeuw gebaseerd op bijbelverhaal. Franse Cuvier bestudeerde fossielen uit bergen rondom parijs. Fossielen = restanten van vroeger levende organismen. Om de fossielen te laten passen bij het scheppingsverhaal, werd door Cuvier de catastrofetheorie bedacht: door een catastrofe (bijv. zondvloed uit bijbel) verdwenen alle levende organismen uit getroffen gebied en door nieuwe schepping ontstonden nieuwe soorten. Hierdoor andere fossielen in de afzetlagen e eeuw gingen opvattingen veranderen. Ontwikkeling van soorten (=evolueren) werd onderzocht. Lamarck kwam in 1809 met 1 e evolutietheorie: constateerde dat fossielen afkomstig uit verschillende afzettingslagen overeenkomsten in lichaamsbouw vertoonden. Hij stelde dat organismen tijdens hun leven nieuwe eigenschappen verwerven als aanpassing aan omgeving. Die eigenschappen worden doorgegeven aan nakomelingen. Darwin andere evolutietheorie: evolutie door selectie. Binnen een populatie variatie in eigenschappen. Hij stelde dat leefomgeving een selectiedruk uitoefent op de overlevingskansen van alle individuen. Individuen die het langst overleven, krijgen de meeste nakomelingen. Na enkele generaties bestaat grootste deel v/d populatie uit individuen die aangepast zijn aan leefomgeving. Lamarck = aanpassingen van individuen sturen evolutie. Darwin = selectiedruk uit omgeving is drijvende kracht evolutie. Aanvullingen op Darwins theorie, bv. Recombinaties allelen en mutaties DNA zijn verwerkt tot neodarwinistische theorie. Par. 2: ontstaan van nieuwe soorten Natuurlijke selectie bestaat uit: Struggle for life = in omgeving voeren organismen een dagelijkse strijd met soortgenoten om te overleven. Survival of the fittest = oor selectiedruk is overlevingskans voor individuen met gunstige eigenschappen hebben betere kansen in de strijd om het bestaan. fittest zijn de individuen die meeste nakomelingen krijgen. Variatie in eigenschappen tussen soortgenoten belangrijke voorwaarde natuurlijke selectie. Na Darwin werd ontdekt dat mutaties in DNA en recombinatie allelen door geslachtelijke voortplanting voor die grote variatie zorgt. Na aantal generaties + constante selectiedruk bestaat vrijwel gehele populatie uit individuen met gunstige Pagina 3 van 7
4 eigenschappen. Het gaat dus om selectieprocessen op de populatiesamenstelling. Bioloog Mayr kwam met verklaring vvoor ontstaan nieuwe soorten. Soorten vaak gescheiden door barrière, bv zee/berg. Hierdoor voortplanting tussen gescheiden populaties niet mogelijk. Hierdoor ontstaat allopatrische soortvorming. In beide populaties mutaties waardoor eigenschappen veranderen. Hierdoor evolueren ze op een andere manier. Bij opheffen v/d barrière herkennen ze elkaar niet meer als soorten/kunnen geen vruchtbare nakomelingen meer krijgen. Uit 1 soort -> 2 soorten. Ontstaan nieuwe soorten zonder barrières = sympatrische soortvorming. Vaak door seksuele selectie: vrouwtjes kiezen selectief mannetjes (of andersom) voor bepaalde eigenschap. Kunstmatige selectie = fokken van dieren/kweken van planten met gewenste eigenschappen. Par. 3: een populatie vol allelen Eigenschappen veranderen door mutaties DNA. Hierdoor ontstaan nieuwe allelen. Frequentie waarin allelen voorkomen in populatie = allelfrequentie. Die verandert wanneer nieuwe allelen een succes zijn. Populatiegenetica = het bestuderen v/d genetische samenstelling van populaties. Door immigranten grotere genetische diversiteit -> genenpool (=erfelijke samenstelling populatie) verrijkt met nieuwe allelen. Migratie van allelen naar andere populatie = gene flow. Genotypefrequenties zijn te berekenen door aantallen fenotypen te delen door het totaal aantal personen. Regel om frequentieverdeling van genotypen/allelen te verdelen = Hardy-weinberg-evenwicht. Theoretisch zouden allel- /genotypefreq. Gelijk blijven als er geen natuurlijke selectie optreedt. Ook geen mutaties/migratie/seksuele selectie. Dan voldoen ze aan de regel: p + q = 1 p = allelfrequentie dominante allel q = allelfrequentie recessieve allel. Voor genotypefrequentie geldt: p 2 + 2pq + q 2 = 1 P2 = genotypefreq. Dominante homozygoot. 2pq= genotypefreq. Dominante heterozygoot q2= genotypefreq. Recessieve homozygoot. Rekenen met HW-evenwicht: A (dominant) = p: stel frequentie a (recessief) = q: stel frequentie Bepaal % homozygoot recessief = q 2 Bereken q Bereken p = 1 q Genotypefrequentie: p 2, q 2, 2pq. Allelfrequentie: p, q. Pagina 4 van 7
5 In werkelijkheid bijna nooit HW-evenwicht. Door mutaties, natuurlijke selectie etc. Haplotype met ongunstige allelen verdwijnt door selectie. Door heterozygote individuen kunnen ongunstige recessieve allelen heel lang in populatie aanwezig blijven, omdat de natuurlijke selectie alleen invloed op homozygoot recessief. Soms heterozygoot recessief in voordeel, denk aan sikkelcelanemie, geenlast van slechte zuurstofvoorziening, wel minder gevoelig voor malaria. Diversiteit en frequentie van haplotypen geven informatie over geschiedenis bevolkingsgroepen. Din kleine geïsoleerde gemeenschappen verspreiden allelen met afwijkingen zich snel. Genetische variatie in gesloten gemeenschap is kleiner dan in een open gemeenschap -> founder effect. Par. 4: het verhaal van de fossielen Paleontologie = onderzoek naar fossielen. Reconstrueren uiterlijk uitgestorven organismen. Verschillende manieren ontstaan fossielen: Versteend. Lagen die resten v/h lichaam bedekken krimpen en verstenen door hoge druk. De resten gevangen in steen. Door droogte blijven skeletten bewaard (bv. In woestijn) Kou werkt conserverend. Hierdoor lang overschotten bewaard gebleven Zure/zuurstofarme omgeving (bv. In veenmoerassen) remmen afbraak v/h dode lichaam. Hierdoor overblijfselen bewaard gebleven. Barnsteen: veel fossiele insecten. Gestolde hars van naaldbomen, hierin insecten vast komen te zitten en ingesloten. Gidsfossielen: kenmerkende fossielen in een bepaalde laag. Voorwaarden gidsfossielen: Moeten wereldwijd voorkomen Relatief korte periode geleefd (anders komt het in teveel lagen voor) Hiermee kun je snel relatieve leeftijd (leeftijd t.o.v. iets anders) van aardlagen bepalen. Absolute leeftijd (jaartal) kun je bepalen d.m.v. isotoop C-14 & de halveringstijd verhouding C-14:C-12. Hoe meer C-12, hoe ouder (want meer is vervallen dus langere tijd). Koolstof-14 datering kan max. tot jr. oude fossielen. Uranium-238 kan langer (10 miljoen jaar). Homologe structuren in organismen hebben zelfdde bouwplan, maar andere funcite. Door verandering leefomgeving is die functie verandert. Bijv. ledematen bij gewervelde dieren (zwemmen/lopen/vliegen). Bevinden zich op overeenkomstige plaatsen v/h lichaam, opgebouwd uit ongeveer dezelfde elementen maar wel aangepast aan functie. Homologe structuren verwijzen naar gemeenschappelijke afkomst. Niet altijd duidelijk te herkennen. Missing links = fossiele overgangsvormen helpen verwantschap te verduidelijken. Rudimentaire organen zijn organen die hun functie hebben verloren omdat die bv. Niet meer nodig was door Pagina 5 van 7
6 veranderde omgeving. Sommigen zien dat als degeneratie (achteruitgang). Analoge structuren hebben dezelfde functie, maar een verschillend bouwplan. Hierdoor sprake van verschillende afkomst (bv. Vlindervleugel/vogelvleugel). Verscheidenheid aan levensvormen op aarde = biodiversiteit. Alle soorten organismen hebben invloed op elkaar. Par. 5: evolutie onderzocht Aristoteles dacht dat het leven spontaan & steeds opnieuw ontstond: generatio spontanea. Dit is nooit wetenschappelijk onderbouwd. Aarde wsl onstaan uit oeratmosfeer: CO, CO2, H, H2O, N. Tusssen sterren in heelal bevinden zich andere stoffen die met elkaar reageren o.i.v. elektriciteit, hieruit ontstonden aminozuren: basis voor eiwitten. Bouwstenen v.h leven kunnen via meteorieten (weten we door Murchison meteoriet in 1969) of kometen op aarde zijn gekomen. Astrobiologen doen hier onderzoek naar. Eerste cellen wsl ontstaan in oceanen. Oersoep v/h oceaan zouden vetmoleculen ontstaan zijn die bolletjes vormen -> die vormen stabiele omgeving organische stoffen (soort celmembraam) -> chemische reacties in blaasjes -> 1 e cellen. Bepaalde moleculen sturende rol in chemische processen, eerst RNA, daarna DNA. Deze theorie nog niet helemaal bevestigd. Eerste organismen wsl anaerobe heterotrofe bacteriën die leefden van organische stoffen in oceaan. Groei aantal bact. Leidde tot tekort organische stoffen. Hierdoor fotoautotrofe bact. ontstaan: produceerden hun eigen organische stoffen dmv fotosynthese. Hierdoor zuurstof in atmosfeer: maakt aerobe bacteriën mogelijk -> kunnen meer energie vrijmaken uit organische stoffen -> voordeel tov anaerobe soorten. Endosymbiosetheorie: soorten ook ontstaan door symbiose. Verschillende prokaryoten gaan symbiose aan met andere prokaryoten door opname in cel. Sommige ontwikkelen zich dan tot chloroplasten -> leven verder als organel. Wordt ondersteund doordat chloroplasten eigen DNA hebben en omdat beide organellen vermeerderen door een proces dat lijkt op bacteriële celdeling. Cel -> weefsel -> organen -> eenvoudig organisme. Dus van eencellig naar meercellig. Die specialiseren zich. Organen krijgen eigen functie. Het blijkt dat individuele amoeben gaan samenwerken wanneer voedseltekort. Celcontact blijft daarna. Door grote verschillen tussen Afrikanen is af te leiden dat zij eerder voorkwamen dan europeanen en aziaten. Grotere variatie in DNA is door mutaties ontstaan na een langere tijd en daardoor maatstaf voor ouderdom populatie. Onderzoek naar haplotypen ondersteunt dat mens is ontstaan in Afrika. Oudste fossielen van mensachtigen ook daar gevonden. Genomen van mens en chimansee komen voor 97,3% overeen. Taxonomie = indelen soorten: organisme -> soort -> geslacht -> familie -> orde -> klasse -> rijken. Elke groep = taxon. Ander wetenschappelijk systeem om soorten in te delen = dmv cladistiek en cladogram. Pagina 6 van 7
7 Co-evolutie is het evolueren waarbij je afhankelijk bent van andere soort/elkaar. Pagina 7 van 7
Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1)
Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1) Samenvatting door CÃ line 1065 woorden 5 juli 2016 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie P4 Hoofdstuk 7 1 Uniek Eigenschappen
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 7.1 Verschillen tussen mensen Fenotype = de uiterlijke eigenschappen die te maken hebben met het functioneren van je lichaam. Genotype = alle inwendige en uitwendige
Nadere informatieSamenvatting Biologie hoofdstuk 7 erfelijkheid: Par.1: Par. 2:
Samenvatting Biologie hoofdstuk 7 erfelijkheid: Par.1: Eigenschappen mens Chromosomen. Wel veel variatie in DNA. Alle eigenschappen, Uiterlijke en degen die te maken hebben met het functioneren van je
Nadere informatieSamenvatting Biologie H7 erfelijkheid
Samenvatting Biologie H7 erfelijkheid Samenvatting door een scholier 1875 woorden 23 juni 2016 4,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Inhoud Paragraaf 1: Verschillen tussen mensen 2 Begrippen
Nadere informatieMitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).
Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van
Nadere informatieTHEMA 5 BOEK 4 ORDENING EN EVOLUTIE. Biologie HAVO Drs. L. Grotenbreg
THEMA 5 BOEK 4 ORDENING EN EVOLUTIE Biologie HAVO Drs. L. Grotenbreg Basisstof 6 EVOLUTIE OVERTUIGINGEN TOT 1859 Ontstaan van het leven op aarde volgens de theorie van de schepping (Creationisme) Ontstaan
Nadere informatieGENETICA EN EVOLUTIE. Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.)
GENETICA EN EVOLUTIE Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.) Evolutie GENETICA EN EVOLUTIE Overtuigingen over het onstaan van het leven tot 1859 Ontstaan van het leven op aarde
Nadere informatieHAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde
HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde plaats. Allelen coderen voor dezelfde eigenschap bijvoorbeeld
Nadere informatie6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.
Nadere informatieDe volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende zinnen?
Populatiegenetica Versie 2006-2007 Vragen bij COO Belangrijke begrippen De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende
Nadere informatieSamenvatting Biologie H10 Evolutie
Samenvatting Biologie H10 Evolutie Samenvatting door Jasmijn 2034 woorden 19 oktober 2017 7,8 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Samenvatting Hoofdstuk 10 Evolutie Nectar Havo 5 Paragraaf
Nadere informatieHet genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.
Opdracht door een scholier 1105 woorden 13 november 2004 5,9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Basis erfelijkheidsleer Ik kan de bouw en functie van chromosomen beschrijven. In de kern van een cel komen
Nadere informatie8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica
Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke
Nadere informatiePaleontologie, de studie van fossielen die gebruikt wordt om een beeld te krijgen over de geschiedenis van het leven op aarde.
Paleontologie, de studie van fossielen die gebruikt wordt om een beeld te krijgen over de geschiedenis van het leven op aarde. Fig. 22-3 Verschillende aardlagen, Ontstaan in verschillende tijden Jongere
Nadere informatieVoorbeelden organel: celkern, vacuole, mitochondriën en endoplasmatisch rediculum.
Samenvatting door S. 1531 woorden 1 mei 2015 6.3 25 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Paragraaf 1. De levende natuur wordt ingedeeld in 3 domeinen: Bacteriën Archea Eukaryoten Bacteriën
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 23 oktober 2007 6,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 3 - Genetica Homologe chromosomen
Nadere informatieBiologie (jaartal onbekend)
Biologie (jaartal onbekend) 1) Bijgevoegde fotografische afbeelding geeft de elektronenmicroscopische opname van een organel (P) van een cel. Wat is de belangrijkste functie van dit organel? A. Het transporteren
Nadere informatieERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2
ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.
Nadere informatie6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari 2011 6,1 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: chromosomen Chromosomen: komen voor in een celkern bevindt zich de
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 2
Samenvatting Biologie Thema 2 Samenvatting door een scholier 1384 woorden 17 maart 2014 6,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Er zijn verschillende indelingscriteria deze hebben
Nadere informatieDE CEL - SUBMICROSCOPISCH
DE CEL - SUBMICROSCOPISCH 1. INLEIDING...3 2. ONDERDELEN VAN DE CEL...4 2.1. CYTOPLASMA...4 2.2. CELMEMBRAAN...5 2.2.1. Functies van het celmembraan...5 2.2.2. Bouw van het celmembraan...5 2.2.3. Transportmogelijkheden
Nadere informatie4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke
Nadere informatieSamenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:
Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o
Nadere informatieAntwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld
Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari 2005 6 511 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 5 Opdracht 1 1. Het uiterlijk is een fenotype van een organisme. 2. Alle erfelijke informatie
Nadere informatieSamenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.
Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke
Nadere informatieCopyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings
De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie
Nadere informatieBegrippenlijst Biologie DNA
Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst door een scholier 1969 woorden 27 juni 2007 7,8 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Begrippen Allel: Elk van de genen van een genenpaar
Nadere informatieLevel 1. Vul het juiste woord in
Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair
Nadere informatieDoor recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb
Nadere informatieLevel 1. Vul het juiste woord in
Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair
Nadere informatieAntwoorden Biologie Thema 5
Antwoorden Biologie Thema 5 Antwoorden door een scholier 697 woorden 9 juni 2003 6,8 323 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 Opdracht 1 1. Het fenotype zijn de zichtbare
Nadere informatieLamarck. oudste jaarlagen ongewervelden, pas later gewervelden soorten langzaam veranderen nieuwe ontstaan
Evolutietheorie Creationisme Lamarck Jean-Baptiste de Lamarck (1744-1829) was één van de eersten die een wetenschappelijke hypothese opstelde over biologische evolutie. Zijn opvatting over de overerving
Nadere informatieNewsletter April 2013
1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien
Nadere informatieExamen Voorbereiding Erfelijkheid
Examen Voorbereiding Erfelijkheid Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 4 Erfelijkheid Begrippenlijst: Begrip DNA-sequentie Genexpressie Epigenetica Homozygoot Heterozygoot Intermediair Monohybride
Nadere informatieSamenvatting door F woorden 3 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door F. 1187 woorden 3 juni 2012 7 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: Ordening in vier rijken Rijken(indelingscriteria): - Bacteriën - Schimmels - Planten
Nadere informatieDan is de waarde van het recessieve allel q dus 0,87, vanwege het feit dat p + q = 1.
Opgave 1: Wet van Hardy-Weinberg Een populatie van 10.000 individuen voldoet wat betreft de onderlinge voortplanting aan de voorwaarden, genoemd in de wet van Hardy-Weinberg. Van deze populatie is bekend
Nadere informatie6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal
Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie
Samenvatting Biologie Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting door een scholier 1888 woorden 16 juni 2016 6,5 5 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 De zichtbare eigenschappen (het uiterlijk) van een
Nadere informatie<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine
Nadere informatie<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine
Nadere informatie6.3. Samenvatting door W woorden 3 december keer beoordeeld. 1. De indeling van de levende natuur. Domeinen
Samenvatting door W. 1211 woorden 3 december 2015 6.3 4 keer beoordeeld Vak Biologie 1. De indeling van de levende natuur Domeinen Levende natuur wordt ingedeeld in 3 domeinen 1. 2. 3. Bacteriën prokaryoot
Nadere informatieSamenvatting Biologie Inleiding in de biologie
Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie Samenvatting door C. 1469 woorden 27 september 2016 4,5 6 keer beoordeeld Vak Biologie H1 - Inleiding in de Biologie 1. Wat is Biologie? Doel Je moet in een
Nadere informatieVerslag Biologie Drosophila Melanogaste
Verslag Biologie Drosophila Melanogaste Verslag door A. 1772 woorden 3 januari 2013 5,4 5 keer beoordeeld Vak Biologie Alles om ons heen leeft. We leven en planten ons voort. Bij die voortplanting worden
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieBiologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer
Nadere informatieERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL
DE CEL 1. INLEIDING... 3 2. ONDERDELEN VAN DE CEL...4 2.1. CYTOPLASMA... 4 2.2. CELMEMBRAAN... 4 2.2.1. Functies van het celmembraan...5 2.2.2. Bouw van het celmembraan (eenheidsmembraan)...5 2.2.3. Transportmogelijkheden
Nadere informatieBIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1
BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.10.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van
Nadere informatieParagraaf Homologe chromosomen
Paragraaf Homologe chromosomen Opbouw: Lees de les op biologielessn.nl over homologe chromosomen goed door. Maak de onderstaande vragen van deze bladzijde. Reproductie vragen: 1. Wat zijn homologe chromosomen?
Nadere informatie2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica
Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni 2004 6 78 keer beoordeeld Vak Biologie Genetica A. Inleiding Ouders en nakomelingen bezitten gelijke kenmerken, maar toch vertonen ze verschillen. Wat
Nadere informatie28 Testkruising testkruising = een kruising om te achterhalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is. Voorbeeld van een testkruising om te bepalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is
Nadere informatieExamen Voorbereiding Evolutie
Examen Voorbereiding Evolutie Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 5 Evolutie Begrippenlijst: Begrip Organische stoffen Anorganische stoffen Autotroof Heterotroof Soort Neodarwinisme Creationisme
Nadere informatie3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de
Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de biologie Samenvatting door E. 1726 woorden 5 november 2013 7,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie hoofdstuk 1, wat is biologie?
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieEvolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
Evolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen. Evolutietheorie: Vanaf de 18 de eeuw. Het is niet te bewijzen, maar er zijn genoeg argumenten die
Nadere informatieEvolutie / biodiversiteit
Evolutie / biodiversiteit Cursus Natuurgids Overzicht van de les: o Evolutietheorie o Bewijzen voor de evolutietheorie o Ontstaan van soorten o Biodiversiteit 2 1 3 Oude opvatting: creationisme alles bestaat
Nadere informatieAntwoorden Biologie Thema 4
Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden door een scholier 2182 woorden 18 januari 2005 7 433 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie voor
Nadere informatie3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu?
Genetica Vragen bij hoofdstuk 13, 14 en 15 van 'Biology', Campbell, 7e druk Versie 2006 2007 Theorie 1. Hoe noemt men een plant die raszuiver is voor een bepaalde eigenschap? 2. Hoe noemt men planten met
Nadere informatieEn toen kwam Darwin. On the origin of species. 1. Het ontstaan van het leven. Fossielen. 2. Getuigen van deevolutietheorie
On the origin of species En toen kwam Darwin 1. Het ontstaan van het leven 2. Getuigen van deevolutietheorie Verklaring voor het ontstaan van leven komt voor in alle culturen. Creationisme Nemen de bijbel
Nadere informatieOefen Repetitie thema Erfelijkheid
Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Een zichtbare eigenschap maakt deel uit van het fenotype van
Nadere informatieJuli blauw Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieJuli geel Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieOplossingen Biologie van 2000
www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting door een scholier 2251 woorden 18 maart 2004 7,3 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Hoewel mensen
Nadere informatieMeercellig Tweezijdig symmetrisch Exoskelet. Dit is een stekelhuidige
Meercellig Tweezijdig symmetrisch Exoskelet Dit is een stekelhuidige Dit is een stekelhuidige Meercellig Tweezijdig symmetrisch Exoskelet Dit is een geleedpotige Geleedpotigen ontstonden ongeveer tegelijk
Nadere informatieAVL-nascholing NW02. KU Leuven
Toelichtingen en praktische didactische tips bij de leerplandoelstellingen genetica in het Leerplan D/2017/13.758/009 Aardrijkskunde/Natuurwetenschappen 3 graad kso/tso; sept 2017: Leerplan van het Secundair
Nadere informatievwo erfelijkheid 2010
vwo erfelijkheid 2010 Bijengenetica Een bijenvolk bestaat uit: de koningin (een vruchtbaar vrouwtje), een groot aantal werksters (steriele vrouwtjes) en darren (mannetjes). Alle vrouwtjes zijn diploïd
Nadere informatie1 Antwoorden Monohybride Kruisingen
1 Antwoorden Monohybride Kruisingen 1) A = zwart haar, a = wit haar P: Aa x Aa F1: A a A AA Aa Alleen genotype aa geeft wit haar, dus 25 % 2) a) Eigenschap C (= A) b) Aa c) Aa d) AA of Aa 3) zwart : wit
Nadere informatie2. We nu nog levende katachtige is volgens deze stamboom het meest verwant aan de Poema? A de Cheeta B de Europese lynx C de Huiskat D de Jaguar
14 C datering De techniek van werken met het verval van 14 C is afkomstig uit onderzoek naar de ouderdom van bepaalde fossielen. De halfwaardetijd van 14 C is 5730 jaar. Over dit onderzoek worden twee
Nadere informatiegenen die op de autosomen liggen, in tegenstelling tot X-chromosomale genen.
Begrippenlijst door een scholier 3446 woorden 20 september 2009 7,7 10 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Aangeboren eigenschappen eigenschappen die bij de geboorte aanwezig zijn. Voor een deel
Nadere informatieDialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief
Dialogen voor conceptcartoons Verband genotype/fenotype, dominant/recessief 1 Is dit ons kind? (Zie conceptcartoon Horst Wolter op deze site.) Leermoeilijkheid (misconcept): Uiterlijke eigenschappen weerspiegelen
Nadere informatieFenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11
1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen
Nadere informatieBasisstof 7 Genetische variatie
Afbeelding 33. RNA-interferentie.1 RNA bevat 2 complementaire sequenties die aan elkaar plakken, zodat er een haarspeld structuur ontstaat (1 van afbeelding 33). Het enzym Dicer knipt het dubbele RNA in
Nadere informatieKlinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving
Klinische Genetica Autosomaal recessieve overerving Klinische Genetica U of uw kind is doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de afspraak legt een klinisch geneticus of een genetisch
Nadere informatieErfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VMBO-GL en TL Erfelijkheid biologie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 30 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatieBIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V
BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van
Nadere informatieCopyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings
De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8 Samenvatting door een scholier 1255 woorden 18 maart 2009 3,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Samenvatting H.1,7,8 Hoofdstuk 1 gedrag 1.1
Nadere informatieDe evolu(etheorie binnen de 21 e eeuwse biologie Leerhuis: Genesis of evolu0onaire schepping? Avond 1 Donderdag 17 december 2015
De evolu(etheorie binnen de 21 e eeuwse biologie Leerhuis: Genesis of evolu0onaire schepping? Avond 1 Donderdag 17 december 2015 Ordening 1. Persoonlijk. Van gereformeerde school naar de RUG 2. Geschiedenis
Nadere informatieEvolutie. Basisstof 4 thema 5
Evolutie Basisstof 4 thema 5 Wat is evolutie? Planten en dieren zijn in de loop van een hele lange tijd stapje voor stapje ontstaan door het proces dat we evolutie noemen. Een zwaar bestaan eerste verschijnsel:
Nadere informatieDe Evolutietheorie Door: Gijs Steur (Jur was ziek) Klas: B2a Docent: ERH Datum: 11 06 2014 1
De Evolutietheorie Door: Gijs Steur (Jur was ziek) Klas: B2a Docent: ERH Datum: 11 06 2014 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk Blz. 1. Inleiding. 3 2. Uitleg evolutietheorie. 4/5 3. Betoog ontstaan leven op aarde.
Nadere informatie1. Fossielen, dood of levend?
1. Fossielen, dood of levend? Op veel plaatsen op aarde kun je fossielen vinden. Deze oeroude overblijfselen van organismen vertellen een deel van het levensverhaal van de aarde. Soms worden er planten
Nadere informatieSZH voor levend erfgoed
SZH voor levend erfgoed Populatiemanagement Infoavond Drentsche Patrijshonden Woudenberg 19 november 2013 Een korte introductie Kor Oldenbroek Myrthe Maurice Van Eijndhoven Wat kunt u vandaag verwachten:
Nadere informatieENERGIEOMZETTINGEN IN DE CEL
BOUW VAN DE CEL 1. INLEIDING... 3 2. ONDERDELEN VAN DE CEL...4 2.1. CYTOPLASMA... 4 2.2. CELMEMBRAAN... 5 2.2.1. Functies van het celmembraan...5 2.2.2. Bouw van het celmembraan...5 2.2.3. Transportmogelijkheden
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: evolutieleer 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: evolutieleer 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Nadere informatieHet leven duurt niet eeuwig
Het leven duurt niet eeuwig Alle levende wezens verouderen en vroeg of laat sterven ze. Sterven kan door een natuurlijke dood, opgegeten worden of een andere gebeurtenis. Doorheen de evolutie hebben alle
Nadere informatieAerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.
Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en
Nadere informatieV6 Oefenopgaven oktober 2009
V6 Oefenopgaven oktober 2009 Fitness Met fitness wordt in de biologie bedoeld het vermogen van genotypen om hun allelen naar de volgende generatie over te dragen. De fitness wordt uitgedrukt in een getal
Nadere informatieBiologie 1997 Augustus
www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een
Nadere informatieinfprg03dt practicumopdracht 4
infprg03dt practicumopdracht 4 W. Oele 31 augustus 2008 1 Evolutie Het volgende citaat komt letterlijk van Wikipedia: Met evolutietheorie (soms ook wel evolutieleer genoemd) wordt de wetenschappelijke
Nadere informatie3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose?
In welke cellen vindt mitose plaats? Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? Hoeveel centromeren bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose? Een cel ondergaat
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 3 en 4
Samenvatting Biologie Thema 3 en 4 Samenvatting door een scholier 2927 woorden 4 april 2011 7,2 48 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie: Samenvatting hoofdstuk 3 Samenvatting
Nadere informatieT G7091. G1-fase en bevat A chromosomen en B DNA. M-fase en bevat 1 2 A chromosomen en 1 2 B DNA. S-fase en bevat A chromosomen en 1 2 B DNA
. Tijdens welke fase van de celcyclus gebeurt DNA-replicatie van het genoom? Hoeveel chromosomen en hoeveel DNA bevat een cel onmiddellijk na de mitose als je weet dat het aantal chromosomen van die cel
Nadere informatieBoek 4 Thema 5 Ordening en Evolutie
1 Boek 4 Thema 5 Ordening en Evolutie Doelstelling 1 Je moet de organismen kunnen indelen in vier rijken en van elk rijk de kenmerken kunnen noemen. Het rijk van de bacteriën. Eencellig; celgrootte 1 10
Nadere informatie1. Fossielen, dood of levend?
1. Fossielen, dood of levend? Op veel plaatsen op aarde kun je fossielen vinden. Deze oeroude overblijfselen van organismen vertellen een deel van het levensverhaal van de aarde. Soms worden er planten
Nadere informatieProfielwerkstuk Geschiedenis Evolutie
Profielwerkstuk Geschiedenis Evolutie Profielwerkstuk door een scholier 3285 woorden 6 februari 2006 5,8 95 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding In de Bijbel wordt beschreven dat de aarde, mensen,
Nadere informatie1... is de bijdrage per individu van een genotype aan het aantal individuen in de volgende generatie. 2. De... heeft de waarde één min...
Natuurlijke selectie Versie 2008 Vragen bij COO Belangrijke begrippen 1................... is de bijdrage per individu van een genotype aan het aantal individuen in de volgende generatie. 2. De..................
Nadere informatie1: Wat is biologie? 2: Organisatieniveaus van de biologie
1: Wat is biologie? - Een organisme (o.a. dieren, planten en mensen) vertoont levensverschijnselen, zoals voortplanting en stofwisseling: alle chemische reacties in een organisme. - Organismen kunnen ook
Nadere informatie