6,6. Praktische-opdracht door een scholier 3787 woorden 31 mei keer beoordeeld. Oorzaken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "6,6. Praktische-opdracht door een scholier 3787 woorden 31 mei keer beoordeeld. Oorzaken"

Transcriptie

1 Praktische-opdracht door een scholier 3787 woorden 31 mei ,6 98 keer beoordeeld Vak Economie Oorzaken De beurskrach van Hoe heeft dat kunnen gebeuren? En waarom volgde er een depressie? En wat waren daar oorzaken van? Deze vragen hoop ik te beantwoorden in de eerste deelvraag. Beurskrach De grote krach van de effectenbeurs kan veel makkelijker uitgelegd worden dan de crisis die daar op volgde. Onder de problemen die ontstaan bij het vaststellen van de oorzaken van de crisis is niet één zo moeilijk als de rol die de beurskrach hierbij speelde. Nog steeds is daar geen antwoord op gegeven, maar er valt wel wat over te vertellen. Een reden die vaak wordt genoemd voor de krach van de effectenbeurs is de speculatie die daaraan voorafging. De vraag was hoe lang deze zou duren. Vroeg of laat zou het vertrouwen in de kortdurende werkelijkheid van stijgende aandelenkoersen instorten. Wanneer dit gebeurde zouden sommige aandeelhouders hun aandelen verkopen, en daarmee zouden de stijgende aandelenkoersen hun einde bereikt hebben. Daarom was het houden van aandelen nutteloos geworden, en zou iedereen beginnen met het verkopen van de aandelen. Op die manier waren de speculaties voor die tijd geeindigd, en zo gebeurde het ook in 1929, en zo zal het ook in de toekomst gebeuren. Maar waarom hebben er zoveel speculaties plaats gevonden? Daarvoor zijn er verschillende redenen. Eén die in ieder geval niet klopt is de reden dat krediet makkelijk te verkrijgen was. Zowel voor als na die tijd was er krediet beschikbaar, maar er waren toen geen speculaties. Bovendien werd er na die tijd gezegd dat het rentepercentage in 1928 en 1929 juist een reden was om geen leningen aan te gaan. De geldmarkt was volgens de normale normen krap in die tijd. Maar alleen leningen zijn niet genoeg, er moet ook veel spaargeld beschikbaar zijn. Als er snel meer spaargeld beschikbaar komt, zullen de spaarders eerder bereid zijn om meer risico's met hun geld te nemen, als ze een grote winst in het vooruitzicht hebben. Dus de kans van het uitbreken van een speculatie is dus groter na een lange periode van welvaart, en kleiner in een periode na een depressie. De speculaties in 1928 en 1929 vallen te vergelijken met die in eind 17e en begin 18e eeuw in Engeland. Daar wisten mensen na een lange tijd van welvaart ook niet wat ze met hun spaargeld moesten doen. Er waren weinig investeringsmogelijkheden en de opbrengsten daarvan waren er laag. Daarom wilden de Engelsen, die omgepraat waren door niet altijd even eerlijke promoters, maar wat graag hun geld inversteren in nieuwe ondernemingen. Pagina 1 van 7

2 Maar echt belangrijk voor speculatie is de gemoedstoestand. Voor speculatie moeten mensen een groot vertrouwen hebben, optimistisch zijn en overtuigd zijn dat een gewone man ook rijk kan worden. Ook moeten ze vertrouwen hebben dat anderen goede bedoelingen met hun voor hebben, want door anderen kunnen ze juist rijk worden. Als de mensen voorzichtig, nieuwsgierig, achterdochtig of gierig zijn, is er geen enthousiasme en komt er dus geen speculatie. Depressie De oorzaken van de depressie zijn zoals al eerder gezegd veel moeilijker uit te leggen, dan die van de beurskrach. Ook is het verband tussen de beurskrach en de crisis heel moeilijk aan te wijzen. De oorzaken van de crisis staan nog steeds niet vast. Veel economen die hier wat over hebben geschreven tijdens de depressie zeggen met een grote mate van zekerheid wat er fout is gegaan, maar dat kan juist een teken zijn van onzekerheid. Daarom maak ik nu een onderscheid tussen de redenen die absoluut niet waar zijn, en de redenen die waar kunnen zijn. Veel mensen dachten dat een depressie in de jaren '30 onvermijdelijk was. Ze geloofden in het bijbelse wet (zie Genesis 41) dat op zeven vette jaren altijd zeven margere jaren volgden. Eens zouden de zeven vette jaren afgelopen zijn en er zeven magere jaren voor in de plaats komen. Dit argument werd normaal alleen toegepast op de effectenbeurs en nu dus, bewust of onbewust, op de hele economie. Een andere reden waar in geloofd werd was dat de economie bepaald werd door een ritme waar niet aan te ontkomen was. Dat ritme houdt in dat na een niet vastgestelde tijd de welvaart zichzelf vernietigd, en de depressie zichzelf hersteld. Deze wet wordt de conjunctuurcyclus genoemd. In 1929 had de welvaart volgens deze wet zijn top bereikt, en daardoor volgde er een onvermijdelijke crisis. Allebei deze argumenten zijn niet waar. Het feit dat de mensen in de jaren '20 in verhouding tot andere jaren het welvarend hadden, hoeft helemaal niet te betekenen dat er in de jaren '30 een depressie moest volgen. In het verleden hebben goede tijden ook plaats moeten maken voor slechte en andersom, maar de regelmatigheid daarin is niet groot. Er bestaat geen conjunctuurritme waar niet aan te ontkomen is. Er was in 1929 een hoge produktie van goederen, maar die was niet meer dan de dat de mensen nodig hadden, zoals wel gedacht is. Het feit dat de bevolking steeds meer artikelen in huis had, wil niet zeggen dat ze geen behoefte meer hadden aan nog meer van die artikelen zoals auto's, kleding, koelkasten, reizen en ook voedsel. Het was zelfs andersom, alle tekenen na die tijd, wijzen erop dat er zelfs nog een grote toeneming van de consumptie kwam, als het inkomen daarvoor aanwezig was. De depressie was dus niet nodig om de de effectieve vraag hoger te laten worden dan de produktie. Een andere reden voor een depressie kan bestaan uit het feit dat de economie vermoeid is en een rustpauze nodig heeft, voor de zwaargedane inspannigen. Deze reden werd ook aangevoerd bij de economische recessie in Maar in 1929 was er helemaal geen sprake van dat de economie vermoeid was. De arbeidskrachen waren niet vermoeid, ze hadden gerust door kunnen gaan met het hoge producktietempo dat in 1929 was bereikt. Er waren nog steeds voldoende grondstoffen beschikbaar voor de industriele capaciteit, die in 1929 nog niet uitgeput was. De ondernemingen hadden hadden er nog nooit zo goed voor gestaan. Uit al deze feiten kun je concluderen dat er geen rustpauze nodig was, omdat de grondstoffen, arbeiders, bedrijven en bedrijfsleiding allemaal in staat waren tot dezelfde of een nog hogere productie. Pagina 2 van 7

3 Dit zijn dus de redenen die het in ieder geval niet kunnen zijn. Maar wat zijn de wel geloofwaardige oorzaken van de depressie? En waarom zette de depressie door? Waarom begon de economische bedrijvigheid zich in 1929 in neerwaartse richting te bewegen? Voor deze vraag kunnen er cijfers uit belangrijke indexen gebruikt worden. De indexcijfers van de Federal Reserve, de enige allesomvattende, maandelijkse maatstaf van de economische bedrijvigheid van dat moment, bereikten hun hoogtepunt in juni. Daarna gingen de cijfers voor de rest van 1929 alleen maar naar beneden. Op andere graadmeters was er pas enige daling in oktober waar te nemen. Maar de conjunctuur was al in het begin van de zomer verzwakt volgens verschillende economen en zelfs volgens het Nationaal Bureau voor Economisch Onderzoek. Voor deze verzwakking zijn verschillende redenen. De produktie werd in die tijd steeds meer dan de consumptieve vraag en op de vraag naar inverstering op deze goederen. De reden hiervoor is waarschijnlijk dat de handelszaken zich vergisten in de toename van de vraag en daarom te veel voorraden insloegen. Dit gebeurde vaker als het goed ging met de economie. Daarom gingen ze minder inkopen en dat leidde tot vermindering van de produktie. Dit wordt de invertarisrecessie genoemd. Er bestaat ook nog een wat ingewikkeldere mogelijkheid. Deze is erg geliefd en houdt in dat er diepere oorzaken aan het werk waren, die pas in de zomer van 1929 boven water kwamen. In een periode van tien jaar tot 1929 waren de arbeiderslonen en prijzen vrij stabiel gebleven, maar de produktie per arbeider was met 43 procent toegenomen. Dat betekende dus dat de winst in die periode fors steeg In die periode steeg de produktie van kapitaalgoederen met een gemiddeld jaarlijks percentage van 6,4. De stijging bij de niet-duurzame consumptiegoederen, waaronder ook artikelen voor de masseproduktie onder vielen, was maar 2,8 procent. De stijging bij de duurzame goederen, een groot deel van de uitgaven van de rijken, bedroeg 5,9 procent. Uit deze gegevens kan geconcludeerd worden dat het grootste deel van de winst aan inversteringen werd besteed. Als er een onderbreking in die inversteringen zou komen, omdat dan het noodzakelijke groeitempo van de economie niet kon worden bereikt, zouden er moeilijkheden komen. Dit kwam omdat niet verwacht werd dat de consumptiegoederen het tekort konden opvangen Daardoor zou bij te weinig inversteringen de totale vraag dalen en daardoor dalende produktie. Voor deze theorie zijn ook geen duidelijke aanwijzingen, omdat het niet bekend is hoeveel de bedrijven hadden moeten inversteren om de winsstijging bij te houden. Wel klopt deze theorie met de bekende feiten. Er zijn nog een paar verklaring voor de depressie te noemen. Het is mogelijk dat dat een zwakke sector in de economie voor moeilijkheden zorgde, zoals de landbouw. Ook kan het komen doordat door het hoge rentecijfer er te weinig inversteringen zijn gedaan. Dit zijn twee van nog veel meer verklaringen die waar kunnen zijn. Maar er is iets wat echt duidelijk is. Tot november was de daling in de economie beperkt, en er was een kleine onderbezetting. In 1924 en 1927 was er ook zo'n recessie, maar het verschil met 1929 was dat in dat jaar de recessie doorzette, en dat is een uniek kenmerk van Maar waardoor zette de depressie door? Dat kwam doordat het economisch leven in 1929 ongezond was. De economie had veel ziekten, vooral op de volgende vijf punten. 1. De slechte verdeling van het inkomen. Pagina 3 van 7

4 In 1929 waren de inkomens ongelijk verdeeld. Vrijwel zeker is dat 5 procent van de bevolking met de hoogste inkomens ongeveer één derde deel van alle persoonlijke inkomens verdiende. Het aandeel in het nationaal inkomen dat in 1929 werd ontvangen in de vorm van rente, dividend en huren was in 1929 ongeveer het dubbele van wat het in de jaren na 1945 was. Ontvangsten in de vorm van rente, dividend en huren waren breedgezien de inkomsten van de rijken. Deze ongelijke inkomstenverdeling zorgde ervoor dat de conjunctuur afhing van een hoog aandeel van inversteringen en/of consumptieve uitgaven voor luxe. Dit komt omdat de rijken geen hoeveelheid brood kunnen kopen die in verhouding tot hun inkomen staat, zoals bij een gezin dat aan de rand van het bestaansminimum leeft. Willen de rijken dus hun inkomen uitgeven, dan moeten ze dat doen bij luxegoederen of door inversteringen. Deze twee uitgaven zijn meer beinvloedbaar en schommelen ook meer dan de uitgaven van arbeiders aan voedsel en huur. De uitgaven van de hoogste inkomens waren dus erg vatbaar voor het vreselijke nieuws van de effectenbeurs in oktober De slechte ondernemingsstructuur. De belangrijkste zwakke plek van de zwakke ondernemingsstructuur was automatisch het gevolg van de nieuwe beleggingsmaatschappijen en holding companies. Bij holding companies, die belangrijke sectoren beheersten zoals nutsbedrijven, spoorwegen en amusementsbedrijven, en beleggingsmaatschappijen ontstond het grote gevaar van de vernietiging van alle aandelenwaarden door het omgekeerde hefboomeffect. Het omgekeerde hefboomeffect ga ik nu uitleggen. Vooral de bedrijven die een onderdeel van een concern waren betaalden met hun winst de obligatierente van hun holding companies. Als er dus geen dividenden van hun dochters meer bij de holding companies binnenkwamen, konden de holding companies de rente aan de obligatiehouders niet meer betalen. Daarop volgde een faillissement en het ineenstorten van de structuur. Onder deze omstandigheden werd er minder geinversteerd om het geld te kunnen besteden aan het zo lang mogelijk betalen van de obligatierente. Daardoor ontstond deflatie en dat verminderde weer de inkomsten en dat droeg bij aan het instorten van de hele piramide. Wanneer dit gebeurde kwamen er nog meer bezuinigingen om schulden terug te betalen, en kon er niet meer worden geleend. Dit is een ondernemingsstructuur die het beste in staat is om deflatie te veroorzaken. 3. De slechte organisatie van het bankwezen. Veel buitenstaanders hebben verweten de bankiers voor de krankzinnigheden die ontstonden door de depressie. Een voorbeeld daarvan zijn leningen die opeens helemaal krankzinnig werden, door het ineenstorten van de prijs van de artikelen of het wegvallen van de markt voor de artikelen of het verdwijnen van de waarde van de onderpand. Maar als er nu zo'n depressie was uitgebroken zou het even schadelijk zijn voor de reputatie van de nu zittende bankiers. Eigenlijk konden de bankiers van die tijd er niets aan doen. Hoewel het dus niet aan die bankiers lag, was de organisatie van het bankwezen in 1929 in wezen zwak. Die zwakte zat in het systeem van de onafhankelijk werkende eenheden. Wanneer er ergens één bank failliet ging, werden de bezittingen van andere bevroren, terwijl rekeninghouders elders dit opvatten als een waarschuwing om snel hun geld op te vragen. Eén failliessement leidde dus tot meer faillissementen, die als een kettingreactie werkten. Zelfs in een goede tijd kon één plaatselijk failliessement leiden tot zo'n kettingreactie. Dit systeem van de banken was een perfect systeem om de angst van de mensen te vergroten. Toen in na 1929 waardepapieren, werkgelegenheid en inkomens daalden als een gevolg van de depressie ontstond snel een kettingreactie van bankfailliessementen, omdat Pagina 4 van 7

5 iedereen door die grote angst zijn spaargeld van de bank wilde halen. Daardoor kwamen er minder uitgaven en minder inversteringen. 4. De twijfelachtige toestand van de betalingsbalans. Dit is een bekend verhaal. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de Verenigde Staten crediteur op de internationals rekening in plaats van debiteur. In de volgende tien jaar bleef er een overschot van de uitvoer boven de invoer. Met die overschotten werd voor de Eerste Wereldoorlog de rente en aflossingen van de Europese leningen betaald. Daarna was het aflossen dus niet meer nodig, maar de hoge invoerrechten, die de invoer beperkten en het uitvoeroverschot veroorzakten bleven bestaan. Daardoor ontstond een gunstige handelsbalans. Voor de Eerste Wereldoorlog werden de betalingen aan rente en aflossingen afgetrokken van het saldo van de balans. Nu de Verenigde Staten crediteur was geworden werden deze betalingen bij het saldo opgeteld. Hoewel dit saldo niet enorm was, meestal rond de miljard of minder, moest het overschot gedekt worden. Andere landen, die meer kochten dan ze verkochten en aflossingen aan de VS moesten betalen, moesten ervoor zorgen dat ze middelen vonden om het verschil in de transacties met de VS gelijk te maken. Tijdens het grootste deel van de jaren na de oorlog werd het verschil gedekt met contanten, dat waren goudbetalingen aan de VS, en door nieuwe particuliere leningen door de VS aan andere landen. De meeste leningen werden verstrekt aan regeringen en een groot deel daarvan werden verstrekt aan landen in Midden- en Zuid-Amerika en Duitsland. Het publiek was er enthousiast voor deze leningen en de stukken gingen dus vlot van de hand. Er werd scherp geconcureerd om het recht de emissies te mogen plaatsen. Er werd niet geschuwd om corruptie en steekpenningen als concurentiemiddel te gebruiken. Nadat de beurskrach kwam er plotseling een einde aan het enthausiame voor deze particuliere leningen. Dat leidde tot een verandering van de economische positie van de Verenigde Staten tegenover het buitenland. De andere landen konden hun handelsbalans met de VS niet dekken met goudbetalingen, in ieder geval niet voor een langeren tijd. Dit betekende dat zij hun invoer moesten beperken, of hun uitvoer naar de VS moesten opvoeren, of hun in het verleden gesloten leningen noodlijden laten worden. De toenmalige president en het Congres namen direct maarregelen en voerden de invoerrechten op, om de eerste mogelijkheid uit te schakelen. Daardoor werden de schulden niet afbetaald en daalde de uitvoer van de VS. Die daling was in verhouding tot de totale uitvoer niet groot, maar droeg wel bij aan de noodtoestand die in de VS heersde, en diende de boeren een zware slag toe. 5. Het gebrek aan economisch begrip. In de maanden na de krach op de effectenbeurs steunden het overgrote deel van de economen en adviseurs maatregelen die de economie alleen maar konden verslechteren. President Hoover verlaagde in november 1929 de belastingen, en riep de bedrijven op tot het handhaven van de kapitaalinversteringen en de lonen niet te verlagen. Die twee maatregelen moesten leiden tot het vergroten van de uitgaven, maar ze werkten beide voor een groot deel niet. De belastingverlaging was bijna alleen maar in de hoogste inkomensgroepen te merken. De bedrijven die beloofd hadden om de kapitaalinversteringen te handhaven en de lonen niet te verlagen wouden deze belofte alleen houden in tijden wanneer dat financieel niet nadelig was. Toch was dit een streven van de president in een goede richting. Pagina 5 van 7

6 Na deze twee maatregelen hielp de politiek alleen maar mee de situatie te verslechteren. De Republiekeinen, die altijd al een sluitende begroting wouden, en Democraten hadden beide in hun verkiezingsprogramma van 1932 staat dat ze een jaarlijks sluitende begroting wilden. Een verplichting tot een sluitende begroting is altijd veelomvattend. Toen betekende een sluitende begroting dat de overheid de bestedingen niet mocht opvoeren om de koopkracht te ontwikkelen en de noodtoestand te verminderen. Het betekende ook dat er geen verdere belastingverlagingen konden komen. Maar letterlijk betekende het veel meer. Sinds 1930 was de begroting niet meer sluitend was geweest. Als er dan een sluitende begroting moest komen, moesten de belastingen verhoogt en/of de overheidsuitgaven verminderd worden. De Democraten drongen aan op een daling van de overheidskosten met minstens 25 procent. Over een sluitende begroting werd niet nagedacht, het was meer een kwestie van geloof. De regel luidde dat een niet sluitende begroting zou lijden tot moeilijkheden of zelfs rampen. Maar deze regel was alleen van kracht in een eenvoudige wereld, en niet in een ingewikkelde wereld, zoals die in de jaren dertig was. Een sluitende begroting was niet het enige doel van de politiek. Er was ook een angst voor het schrikbeeld van de inflatie. Tot 1932 had de VS zijn goudvoorraden uitgebreid en in plaats van inflatie was er deflatie, de hoogste in de geschiedenis. Toch zag iedere adviseur het gevaar van de prijsstijgingen. Dat kwam omdat de Amerikanen een grote neiging hadden tot het knoeien met geld en te genieten van de vreugde van de omhoog vliegende prijzen, al was dat lang geleden. In 1939 was het gevaar voor zelfs maar de mogelijkheid voor een prijsstijging te verwaarlozen. De adviseurs bestudeerden echter niet het gevaar of de kans, zij herinnerden zich alleen de slechte ervaringen van vroeger. Door de vrees voor inflatie werd er nog meer geroepen om een sluitende begroting. Ook werd door de vrees van inflatie de rente niet verlaagd, daardoor kon men niet op een goedkope manier krediet verkrijgen. Waardevermindering van de dollar was ook niet aan de orde, want dit was tegen de regels. In het beste geval kunnen tijdens een depressie deze twee maatregelen nog een zwak wapen vormen, maar zelfs deze maatregelen wouden beide partijden, de Republiekeinen de Democraten niet toepassen. Er was geen sprake van enige positieve economische politiek, omdat de fiscale en monetaire politiek afgewezen werd. Deze beslissingen waren genomen, omdat de economen in die tijd eensgezind waren, en in staat waren om de politieke leiders in beide partijen te dwingen maatregelen te nemen, die zij wilden dat ze namen. Daardoor waren de gevolgen niet te overzien. Gevolgen Wat waren precies de gevolgen van de beurskrach in 1929? Deze vraag ga ik in dit deel van het PO beantwoorden. Er is door Wall Street jarenlang geprobeerd om de gevolgen van de beurskrach zo klein mogelijk te houden, maar er is een belangrijke rol geweest van de beurskrach op de economie van de VS. De daling van de waarde van de aandelen trof de rijken en de welgestelden het meest. Zij waren een erg belangrijke groep in 1929, omdat ze zij een groot deel van de consumtieve inkostenbestedingen leverden, ook zorgde deze groep voor het grootste deel van de persoonlijke inversteringen en besparingen. Als de bestedingen en inversteringen van deze groep dus aangetast zouden worden, zou dat een enorm grote uitwerking hebben op de inkomsten en uitgaven van de hele economie. Door de beurskrach gebeurde dit. Ook nam de beurskrach de steun aan de conjunctuur weg, die bestond door de Pagina 6 van 7

7 speculatiewinsten. Door de beurskrach kwamen ook de zwakheden van de ondernemingstructuur aan het licht. De moedermaatschappijen werden door de krach gedwongen tot inkrimping. De holding companies en de beleggingsmaatschappijen, die gesteund werden door de moedermaatschappijen, waren daardoor ingestort. Zo verdween de mogelijkheid tot het uitlenen en inversteren van geld. Een lange tijd zag het er naar uit dat dit alleen maar gevolgen zou hebben voor het vertrouwen in geld. Maar door feiten werd aangetoond dat dit ook zorgde voor het afnemen van orders en dus een groei van de werkloosheid. De krach zorgde ook voor de beeindiging van de leningen van de Verenigde Staten aan het buitenland. Met die leningen werden de gaten in de internationale handelsbalans met de Verenigde Staten gestopt. Die balans moest weer in evenwicht worden gebracht door de export te verminderen. Hierdoor ontstond er grote druk op de exportmarkten van verschillende soorten graan, katoen en tabak. De buitenlandse leningen hadden de aanpassing van de export alleen maar uitgesteld, die toch had moeten komen. Maar de beurskrach zorgde ervoor dat de aanpassing op een totaal verkeerd moment kwam. De boeren die dachten dat hun moeilijkheden door de beurskrach kwamen, bleken het bij het goede eind te hebben. Toen tenslotte het lot had toegeslagen, leden sommigen honger in 1930, 1931, Anderen waren angstig dat zij ook honger zouden moeten lijden. Nog andere mensen die eerst hun inkomen verdienden met eerlijk werk, moesten armoede lijden. En nog weer anderen waren bang dat ze ook werkloos zouden worden. Indertussen leed iedereen onder een gevoel van hopeloosheid waar geen einde aan kwam. Als de economie in 1929 fundamenteel gezond was geweest, zouden de gevolgen minder groot zijn geweest. De de vertrouwenscrisis en het verminderen van de bestedingen zouden dan snel overwonnen zijn. Maar doordat het econmisch leven toen niet gezond was, was de economie erg kwetsbaar, zodat de economie door de beurskrach helemaal instortte. Pagina 7 van 7

De economische wereldcrisis

De economische wereldcrisis De economische wereldcrisis (9.2) Onderzoeksvraag: Wat waren de oorzaken van de economische wereldcrisis van 1929 en waarom duurde die crisis zo lang? Kenmerkend aspect: De crisis van het wereldkapitalisme.

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90 Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90 Praktische-opdracht door een scholier 3697 woorden 29 juni 2004 4,7 54 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding Deze praktische

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Conjunctuur

Praktische opdracht Economie Conjunctuur Praktische opdracht Economie Conjunctuur Praktische-opdracht door een scholier 1660 woorden 8 oktober 2006 6,9 43 keer beoordeeld Vak Economie PRAKTISCHE OPDRACHT Conjunctuur. De conjuncturele situatie

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2014-I

Eindexamen vwo economie 2014-I Opgave 1 1 maximumscore 2 De kredietcrisis in de VS leidt ertoe dat Nederlandse banken verlies lijden op hun beleggingen in de VS en daardoor minder makkelijk krediet verstrekken aan bedrijven. Hierdoor

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

5,2. Profielwerkstuk door een scholier 1959 woorden 2 april keer beoordeeld

5,2. Profielwerkstuk door een scholier 1959 woorden 2 april keer beoordeeld Profielwerkstuk door een scholier 1959 woorden 2 april 2006 5,2 43 keer beoordeeld Vak Economie Onze hoofdvraag is: Wat voor invloed had de Wall street crash voor het buitenland? Deelvragen zijn: Wat is

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Derde Wereld schuld

Praktische opdracht Economie Derde Wereld schuld Praktische opdracht Economie Derde Wereld sc Praktische-opdracht door een scholier 2339 woorden 17 juni 2001 6,5 243 keer beoordeeld Vak Economie Voorwoord Ons verslag gaat over de Derde-Wereldsc. Wij

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Economie Economische crisis

Sectorwerkstuk Economie Economische crisis Sectorwerkstuk Economie Economische crisis Sectorwerkstuk door A. 2214 woorden 2 februari 2013 6,6 119 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Deelvraag 1: Wat zijn de oorzaken van de Economische

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Op de gegevens voor de top 10% van 1999

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I Opgave 1 Hoge druk op de arbeidsmarkt Gedurende een aantal jaren groeide de economie in Nederland snel waardoor de druk op de arbeidsmarkt steeds groter werd. Het toenemende personeelstekort deed de vrees

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Conjunctuurklok

Praktische opdracht Economie Conjunctuurklok Praktische opdracht Economie Conjunctuurklok Praktische-opdracht door een scholier 1422 woorden 29 juni 2009 5 11 keer beoordeeld Vak Economie C o n j u n c t u u r Inleiding We kijken naar 5 factoren

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld

5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december 2002 5,6 76 keer beoordeeld Vak Economie Iedereen heeft met geld te maken, jong en oud. Jongeren misschien wat minder dan oudere mensen, maar

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

UIT theorie Fisher

UIT theorie Fisher De econoom Fisher. Fisher was een econoom die zijn theorie over de werking van geld lang voor de depressie in de jaren 30 van vorige eeuw publiceerde (the purchasing power of money 1911). Dit was een uitbreiding

Nadere informatie

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? Komt er QE in de eurozone? Sinds enige maanden wordt er op de financiële markten gezinspeeld op het opkopen van staatsobligaties door de Europese

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting door een scholier 583 woorden 8 februari 2005 4,7 21 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 3, aantekeningen.

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

E F F E C T U E E L. augustus 2011-18. Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh

E F F E C T U E E L. augustus 2011-18. Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh E F F E C T U E E L augustus 2011-18 Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh Hilaire van den Bergh werkt bij BCS Vermogensbeheer B.V. te Rotterdam. De inhoud van deze publicatie schrijft hij

Nadere informatie

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Economie 1 (nieuwe stijl) Economie 1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 65 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder

Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder Praktische-opdracht door 1859 woorden 2 juni 2014 5 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Opdracht 1: D. E. Met de term economische groei wordt

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 van het aanbod van arbeid

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

UIT groei en conjunctuur

UIT groei en conjunctuur Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen

Nadere informatie

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld

Boekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vergemakkelijken van het ontslaan

Nadere informatie

Gevangen in vicieuze cirkels

Gevangen in vicieuze cirkels Gevangen in vicieuze cirkels 27 februari, 2013 door Gerard Deze crisis is precies het tegenovergestelde van de crisis van 1980. Goud en zilver, vaak graadmeters en gebruikt voor kapitaalszekering, gedroegen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie 2013-I

Eindexamen vwo economie 2013-I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Kredietcrisis in Nederland

Praktische opdracht Economie Kredietcrisis in Nederland Praktische opdracht Economie Kredietcrisis in Nederland Praktische-opdracht door een scholier 2625 woorden 16 augustus 2010 5,3 48 keer beoordeeld Vak Economie Wat zijn de gevolgen van de kredietcrisis?

Nadere informatie

ECONOMIE VOOR VMBO BOVENBOUW. 3 vmbo - (k)gt ANTWOORDENBOEK

ECONOMIE VOOR VMBO BOVENBOUW. 3 vmbo - (k)gt ANTWOORDENBOEK ECONOMIE VOOR VMBO BOVENBOUW 3 vmbo - (k)gt ANTWOORDENBOEK Hoofdstuk 2 Het inkomen van consumenten Paragraaf 1 Welke soorten inkomens zijn er? 1 Oppassen. 2 3 Werken in de horeca mag je pas na je zestiende.

Nadere informatie

De economische wereldcrisis

De economische wereldcrisis Opdrachtenblad Inleiding In 1929 brak een crisis uit die in korte tijd de economie in een groot deel van de wereld aantastte. De economische crisis zou jaren duren, tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog.

Nadere informatie

a Wie lenen er allemaal voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed? b Wie lenen er allemaal wegens een onverwachte tegenslag?

a Wie lenen er allemaal voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed? b Wie lenen er allemaal wegens een onverwachte tegenslag? Eindtoets hoofdstuk 1 Kopen doe je zo (CONSUMEREN) 1.3 Ik spaar, leen en beleg mijn geld 1 REDENEN OM TE SPAREN Hier staan zes mensen die sparen: Linda zet geld opzij voor haar vakantie Roy belegt in aandelen

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: EXAMEN: HAVO 2001-II De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-I 4 Antwoordmodel Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 voorbeelden van juiste antwoorden: Een antwoord

Nadere informatie

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1

Nadere informatie

H2 Te veel geld maakt ongelukkig

H2 Te veel geld maakt ongelukkig Samenvatting door M. 940 woorden 15 november 2012 3.3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H2 Te veel geld maakt ongelukkig 2.1 introductie De oorzaak van hyperinflatie is bijna altijd dezelfde:

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Euro

Praktische opdracht Economie Euro Praktische opdracht Economie Euro Praktische-opdracht door een scholier 1619 woorden 17 februari 2003 6,7 12 keer beoordeeld Vak Economie 1 Onderzoeksvraag. Mijn onderzoeksvraag is: Wat zijn de voor- en

Nadere informatie

Lever het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Lever het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECOMONIE MAANDAG 2 MAART 2015 11.30 UUR 13:00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 10 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)

Nadere informatie

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN EINDTOETS HOOFDSTUK 5 RONDKOMEN ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5 TOETS 1 RONDKOMEN 1 Prioriteiten stellen. 2 B 3 2,55 + 2,80 = 5,35 4 52 27 : 12 + 95 : 2 + 40,50 : 3 + 25 = 203. 5 A 3; B 4; C 2; D 1.

Nadere informatie

Overheid en economie

Overheid en economie Overheid en economie Overheid en economie Het aandeel van de overheid in de economie, de overheid als actor en de overheid op regionaal niveau, een verkenning Inleiding Het begrip economische groei komt

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave voorbeeld van een juiste berekening: 84.760.000 4 = 2.080 uur 63.000 2 voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat uitzendkrachten in deeltijd werken. 3 voorbeelden

Nadere informatie

Vier Crises. Richard Paping SIB/Ubbo Emmius: 14 februari 2011

Vier Crises. Richard Paping SIB/Ubbo Emmius: 14 februari 2011 Vier Crises Richard Paping SIB/Ubbo Emmius: 14 februari 2011 Definitie woord crisis: 1. Periode waarin iets heel erg slecht is 2. Acute noodsituatie 3. Periode van ernstige ontwrichting van het staatkundig,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hst. 4 Het Buitenland

Samenvatting Economie Hst. 4 Het Buitenland Samenvatting Economie Hst. 4 Het Buitenland Samenvatting door een scholier 1280 woorden 21 juli 2009 8 1 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Hst. 4 HET BUITENLAND Je moet iets weten over de verschillende

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: kosten van politie-inzet

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een

Nadere informatie

Waarom loopt de economie nog steeds niet echt lekker? Michiel Verbeek, 2 december 2015

Waarom loopt de economie nog steeds niet echt lekker? Michiel Verbeek, 2 december 2015 Waarom loopt de economie nog steeds niet echt lekker? Michiel Verbeek, 2 december 2015 4 Onderwerpen: 1. De financiële crisis van 2008 2. Geldschepping 3. Hoe staan de landen er economisch voor? 4. De

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

Examen HAVO - Compex. economie 1

Examen HAVO - Compex. economie 1 economie 1 Examen HAVO - Compex Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 23 mei totale examentijd 2,5 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 19 In dit deel staan de vragen waarbij de computer niet

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

Hoofdstuk 14 Conjunctuur Hoofdstuk 14 Conjunctuur Open vragen 14.1 CPB: groei Nederlandse economie valt terug naar 1% in 2005 In 2005 zal de economische groei in Nederland licht terugvallen naar 1% ten opzichte van een groei van

Nadere informatie

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8 betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Economie 1,2 oude en nieuwe stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 Dit

Nadere informatie

5,8. Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december keer beoordeeld

5,8. Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december 2007 5,8 10 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuur Deze praktische opdracht gaat over conjunctuur. Ik beantwoord een aantal vragen in mijn

Nadere informatie

Beursdagboek 24 Mei 2013.

Beursdagboek 24 Mei 2013. Beursdagboek 24 Mei 2013. Loopt Abenomics nu al op zijn laatste benen! Tijd 10:30 uur. Het was afgelopen nacht in Japan een angstige sessie voor de handelaren. Na eerst een winst van drie procent vlogen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Bankzaken 1 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De inflatie van 1,6% is een gemiddelde waarin de

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur Economische wetenschappen I en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 2 juni 3.3 6.3 uur 2 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II Opgave 1 Uit een krant: Uitzendbranche blijft groeien Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat de uitzendbranche in het eerste kwartaal van 1998 flink is gegroeid. In vergelijking

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2004-II

Eindexamen economie 1 vwo 2004-II Opgave 1 Stoppen met roken!? In een land betalen rokers bij de aanschaf van tabaksproducten een flink bedrag aan indirecte belasting (tabaksbelasting)*. Dat vinden veel mensen terecht omdat de overheid

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

bruto inkomen (per persoon)

bruto inkomen (per persoon) Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen

Nadere informatie

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar Maart 215 stijgt naar 91 punten Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar De is in het eerste kwartaal van 215 gestegen van 88 naar 91 punten. Veel huishoudens kijken positiever vooruit en verwachten

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan? Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze

Nadere informatie

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd

4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober 2016 4,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco H5 Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd Ruilen over de tijd Prijs = rente Financiële

Nadere informatie

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten. Samenvatting door een scholier 919 woorden 20 juni 2007 6,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie Hoofdstuk 4 Productie door de overheid 4.1 De sector overheid - Overheid: Onder overheid

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Verdieping: Kan een land failliet gaan?

Verdieping: Kan een land failliet gaan? Verdieping: Kan een land failliet gaan? Korte omschrijving werkvorm De leerlingen lezen fragmenten uit artikelen over wat het betekent als Griekenland failliet gaat en maken daar verwerkingsvragen over.

Nadere informatie

De outlook van Karel Mercx

De outlook van Karel Mercx De outlook van Karel Mercx De outlook van Karel Mercx 13 juni 2017 Agenda 1.De recente ontwikkelingen op de beurs 2.Outlook voor de rest van 2017 Hoe meer vragen u stelt; hoe leuker ik het vind om te presenteren.

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5

Nadere informatie

Opdracht 1 Macro-economie [30p]

Opdracht 1 Macro-economie [30p] Opdracht 1 Macro-economie [30p] De effectieve vraag van land Angeloziё bestaat uit de voorgenomen consumptie van de gezinnen en de voorgenomen investeringen van de bedrijven. In dit land was het Bruto

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN 2018D19763 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 februari 2018 met zijn toelichting op de opbouw van het Nederlandse handelsoverschot

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Inflatie

Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische-opdracht door een scholier 1658 woorden 20 juni 2005 6,9 44 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Inflatie? Wat is inflatie en wat is een prijsindexcijfer?

Nadere informatie