De Werkwinkel. Steffi van der Hoff 4k4

Transcriptie

1 De Werkwinkel Steffi van der Hoff 4k4 1

2 Voorwoord Omdat ik al een keer naar de winkel ben geweest weet ik eigenlijk al wat ik kan verwachten. Ik ben er al eerder geweest vanwege een opdracht van mijn vorige stage. De werkwinkel is een werkplaats voor mensen met een beperking. Dat kunnen mensen zijn met een geestelijke of lichamelijke beperking. Mijn leerdoelen voor deze stage zijn: kunnen ingrijpen als er iets fout gaat, de cliënten kunnen begrijpen en weten hoe alles moet gebeuren. In de werkwinkel zijn 3 afdelingen, alle 3 de afdelingen hebben een eigen manier van werken. Je hebt de kaarsenmakerij, het naaiatelier en de productie. Elke dag werken de cliënten op een andere afdeling. Ik heb heel veel zin in deze stage periode! 2

3 weekverslag Inhoudsopgave maandag blz. 4 dinsdag blz. 5 woensdag blz. 6 donderdag blz. 7 vrijdag blz. 8 handeling 1 blz. 9 handeling 2 blz. 10 handeling 3 blz. 11 handeling 4 blz. 12 handeling 5 blz. 13 handeling 6 blz. 14 opdracht 1 blz.15, 16 opdracht 2 blz. 17, 18 opdracht 3 blz. 19 opdracht 4 blz.20 opdracht 5 blz. 21 opdracht 6 blz. 22 3

4 weekverslag maandag het was niet de eerste keer dat ik hier stage zou lopen dus ik wist wat ik kon verwachten. Ik was ruim op tijd en zat te wachten in kantine. Om half 10 was iedereen binnen en konden we beginnen met de dag. De helft van de groep ging naar een boerderij. Ik zat vandaag bij de productie. Heb met iedereen een praatje gemaakt en heb sommige cliënten geholpen met de stokjes. Eerst wist ik zelf ook niet wat de bedoeling was. Maar het is heel makkelijk. Ik moet eigenlijk de hele tijd een kaartje door een stokje doen. Maar het moest wel op een bepaalde manier. Aan het einde van de dag heb ik geholpen met opruimen. 4

5 Weekverslag Dinsdag Vandaag zat ik bij het naaien. Eerst werd mij uitgelegd wat ik precies moest doen. Daarna heb ik eerst alles op exacte lengte geknipt, de lijntjes getekend waar de cliënten moesten naaien. We hebben alleen wijnzakken gemaakt. Het was eigenlijk best wel makkelijk ik had er zelf ook een gemaakt. Na pauze ging ik even iemand helpen omdat iets niet helemaal lukte. Aan het einde heb ik geholpen met opruimen. 5

6 Weekverslag Woensdag Ik zat vandaag bij de kaarsen. Hier stond ik samen met nog een stagiair eerst hebben we iedereen aan het werk gezet. Daarna hebben we een bestelling van 150 kerstmannetjeskaarsen gemaakt. Dit deden we samen met nog een cliënt. We hebben de oogjes erop gemaakt en de baard gemaakt. Dit was nog best een irritant werkje. Omdat het er steeds afviel. Daarna heb ik alle kerstmannetjes ingepakt. Hier was ik best lang mee bezig. Na een tijdje kwam Jelle mij helpen met inpakken. 6

7 weekverslag donderdag Vandaag gingen we verder met de kerstmannetjes. Samen met 2 cliënten hebben wij alles af kunnen krijgen. Na de grote pauze ben ik naar de productie gegaan en heb daar geholpen. Eerst heb ik samen met iemand de stokjes gedaan want dat lukte haar niet echt. Daarna heb ik heel veel zeepjes ingepakt. Een andere begeleider maakte samen met iemand alle zeepjes. Daarna kregen wij ze en moest we ze een kartonnetje vouwen. Dit was nog best een werk om iets van 100 zeepjes in te pakken. De dag was eigenlijk zo weer voorbij. 7

8 weekverslag vrijdag vandaag kreeg ik de taak om zeep te gaan maken. Ik kreeg ik alles uitgelegd en daarna ging ik aan de slag. Je moet als eerste de zeepkorrels mengen met de kleur en geurstoffen, daarna doe je ze in een bak en dat zorgt ervoor dat het goed gemengd wordt. Toen ik het er 2 keer door heen had gedaan kwam een van de begeleiders er aan en zei dat het apparaat veel te snel ging. Het bleek dat er een onderdeel miste in het apparaat. Na een heel gedoe bleek de zeep niet goed te zijn en was alles voor niks. Maar ik weet nu wel hoe je zeep maakt. 8

9 Handeling 1 Zeep Bij het maken van zeep doe je eerst een paar scheppen zeepkorrels in een grote bak. Daarna doe je de kleur en de geur er bij die je wilt. Dan ga je het mengen met je handen zodat de kleur en de geur op alle korrels zit. Als het goed gemengd is gaat alles in de machine. Die zorgt er voor dat het uiteindelijk een homp zeep wordt. Als de zeep in de machine bijna op is zet je hem stop en doe je alles weer terug. Als je dat 5 keer heb gedaan zet je er een andere vorm op en dan heb je de zeep in mooie plakjes. 9

10 Handeling 2 Zeepvormpjes Je doet een schep zeepkorrels in een bakje, dan doe je de kleur en geur erbij en zet je dat ongeveer 4 minuutjes in de magnetron. Als alles gesmolten is roer je eerst alles goed door elkaar. Dan pak je de vormpjes die je wil gebruiken en giet je het tot de rand vol. Het duurt best een tijdje tot het hard is. In de tussentijd kan je een andere kleur maken en daar ook zeepjes mee maken. Als het zeepje dan hard is ga je het heel voorzichtig uit de vormpjes halen. Meestal is dit nog moeilijker dan het maken. Omdat het heel zorgvuldig moet gebeuren help ik de cliënten hier ook altijd bij. 10

11 Handeling 3 Vogelvoer Eigenlijk heb je maar 2 dingen nodig en dat zijn vogelzaden en frituurblokken. Eerst doe je de blokken in een grote pan. Als dat allemaal gesmolten is doe je de zaden er bij. Dan giet je het in een leuke bak of een leuke schaal/bord. Dit laat je hard worden en als het bijna hard is gooi je der nog een of twee handjes zaad over. Zorg dat het zaad het helemaal bedekt. Dan versieren de cliënten de schaal en dan kan die verkocht worden. Zo moeilijk is het niet maar wel leuk om te maken. 11

12 Handeling 4 naaiatelier in het atelier wordt natuurlijk genaaid. Er worden knuffels gemaakt, babyspulletjes en verjaardagsspullen. Om een knuffel te maken moet je eerst een sjabloon overtrekken en die met 2 stukjes stof vastnaaien. Dan kijk je of alles goed vast zit. En dan doe je er wol in en maak je hem helemaal dicht. Dan kan er nog een naam op of wat anders. Er worden ook verjaardagslingers gemaakt. Daar doe je precies hetzelfde mee en maak je ze allemaal aan elkaar vast. 12

13 Handeling 5 Kaarsen Om een normale kaars te maken moeten we eerst de kaarskorrels laten smelten in een grote speciale pan. Dan zoek je een vorm waar je het kaarsvet in gaat gieten. Wanneer het kaarsvet helemaal vloeibaar is kan je er een kleur door heen mengen dat moet je goed doorroeren. Voordat je het kaarsvet erin gaat gieten moet je eerst de lont bevestigen. Dat maak je vast aan de boven en onderkant. Dan giet het je er in. Na een dagje wachten is die hard en kan je hem uit de vorm halen. En heb je een mooie kaars. 13

14 Handeling 6 Pauze Elke dag hebben we bij elkaar 2 uur pauze. De eerste een half uur en dan een uur lunchpauze en dan de laatste pauze nog een half uur. De groep wordt in tweeën gesplist. 1 groep moet naar boven toe en de andere groep blijft beneden. Als de pauze begonnen is staat er al een hele rij voor het koffieapparaat. Na ongeveer 5/10 minuten zit iedereen. Iedereen doet wel wat anders, de een leest een boek, kijkt zijn serie, of zit gewoon op hun telefoon. Wanneer de pauze is afgelopen brengt iedereen zijn vaat naar de vaatwasser, en eentje ruimt hem dan in. En dit is elke pauze wel hetzelfde. Soms gaan sommige ook nog even een stukje buiten lopen. 14

15 Opdracht 1 Verslag koken. Omdat ik mijn vorige stage heb gelopen bij de Rozenhof wist ik eigenlijk alles al. Het was voor mij erg leuk om alle mensen daar weer te zien. Ik moest om 11 uur bij de Rozenhof zijn, maar het liep allemaal wat uit en dus begonnen we pas rond 12 uur met koken. Eerst kreeg iedereen een koksschort en iedereen moest zijn handen wassen. Iedereen kreeg een andere taak, de een moest de appels schillen de ander de aardappels. En anderen moesten de kip snijden. Ik heb samen met twee cliënten de aardappels geschild. En dat was nog best een werk om 500 aardappels te schillen. Daarna deden we de uien. En onze tranen liepen over onze wangen. Maar we hebben wel gelachen. 15

16 Toen hadden we anderhalf uur pauze en deden we een spelletje. Toen moesten we weer aan de slag, ik heb toen het toetje gemaakt. Het was cake gemaakt van cakepop deeg. Met verschillende cliënten heb ik het deeg gemaakt. Maar het belangrijkste de cake was heerlijk!!! Rond een uur of 6 gingen we eten. Samen met een medewerker hebben we het eten opgeschept bij de bewoners. Het eten was heerlijk. Het voorgerecht was een uiensoepje. Het hoofdgerecht was een stukje kip met broccoli en aardappeltjes. En het toetje natuurlijk de heerlijke cake. Daarna alles keurig opgeruimd met iedereen. En om 7 uur waren we klaar met alles. 16

17 Opdracht 2 Activiteit Jelle en ik wisten al vrij snel dat we een disco wilden gaan organiseren. We hebben goed overlegd wat ze allemaal wilden gaan doen en zouden gaan kopen. We dachten samen dat het een goed idee was om in de ochtend alles te gaan halen. Daarna hebben we de ruimte opgeruimd waar iedereen zijn pauze houdt. We hebben gewacht tot de pauze voorbij was, en toen pas alles goed neergezet. We hadden slingers opgehangen en er lagen overal ballonen, ook hadden we een discobal. toen alles klaarstond hadden we nog even gewacht en daarna kon het beginnen. We gaven eerst iedereen een zakje chips en wat te drinken. Toen iedereen zijn zakje op had deden we de limbo dans. We hebben ons kapot gelachen. Na ongeveer 10 minuutjes gingen we de stop dans doen. Iedereen deed echt heel enthousiast mee. Jelle en ik hebben echt genoten van iedereen. De disco duurde anderhalf uur. Het was misschien niet 17

18 heel lang maar wel lang genoeg voor de cliënten. Kwart over drie begonnen we met opruimen, Bijna iedereen hielp mee. We hoorden van veel cliënten dat ze het een hele leuke middag vonden en er erg van genoten hadden. 18

19 Opdracht 3 Afdelingen Je hebt drie afdelingen. De eerste is het naaiatelier daar maken ze echt van alles. Alle cliënten zitten meestal achter de naaimachine maar ook zitten er een paar achter de borduurmachine. Iedereen doet zijn eigen ding. De begeleiders zeggen wat de cliënten moeten doen. Dan is er een afdeling productie. Er is dan een bestelling van een bedrijf dat er bijvoorbeeld 500 stokjes af moeten. En daar gaan de cliënten dan mee aan de slag. Maar er kan ook een bestelling worden gemaakt van 1000 zeepjes en die worden daar ook gemaakt. En dan de laatste afdeling en dat is de kaarsenafdeling. Daar worden natuurlijk kaarsen gemaakt. De cliënten doen hier veel verschillende dingen, de een is stukjes aan het knippen de ander smelt de kaarsen die mislukt zijn. En de ander maakt de kaarsen. Iedereen wisselt meestal 1 keer van afdeling. En sommige doen altijd de kaarsen of altijd het naaien dat verschilt. Ik vind het het leukst om te helpen in het naaiatelier. 19

20 Opdracht 4 Observatie Mevrouw M M Is erg op zichzelf, praat veel in zichzelf. Mevrouw is wel sociaal. Vooral met de andere cliënten en begeleiding. Ze heeft een sterke mening en zegt gewoon wat ze vindt. Als mevrouw begint met praten, stopt ze ook niet met praten. Wel klaagt M veel. Het valt mij op als ze in zichzelf praat dat ze een heel gesprek aan gaat met zichzelf. Mevrouw is steeds aan het boeren, mevrouw kan er niets aan doen omdat ze een gaatje heeft ik haar maag. Mevrouw S S zit in haar eigen wereld lijkt het wel, ook S praat in zichzelf en lacht veel in zichzelf. Als mevrouw aan iemand iets wil vragen lijkt ze heel verlegen en doet ze altijd haar hand voor haar gezicht. Mevrouw gaat niet zelf een gesprek aan met een ander. Ze wacht rustig af tot ze een opdracht krijgt. Als ze eenmaal een opdracht heeft is ze heel geconcentreerd en doet precies wat er gevraagd wordt. 20

21 Opdracht 5 Folder 21

22 Opdracht 6 Interview Ik heb gekozen voor een cliënt waar je der beperking niet erg merkt. En heb ook gekozen voor gewonnen over het werk. Ik vroeg bijvoorbeeld,: wat is je leukste werkplek. Aan de begeleider heb ik meer gevraagd over haar beperking en hoe ze der mee om gaat. Ik heb ieder 5 vragen gesteeld. De vragen die ik heb gevraagd aan de begeleiders. Wat voor beperking heeft mevrouw? ze is geestelijk niet 100% in haar hoofd. Ze is 38 maar voelt zich nog 16. Ook onthoud ze niet veel dingen. Hoe vindt jij dat mevrouw met der beperking omgaat? goedd, je ziet op het eerste gezicht niet dat ze iets heeft. Ze kan alles zelf en doet wat ze leuk vindt. 22

23 Zou mevrouw een echte baan kunnen hebben? Nee daar is ze wel te beperkt voor. Ze loopt dan wel een paar dagen in de week mee bij een kinderdag verblijf. Maar in een winkel werken is echt een stap te hoog voor mevrouw. Hoe is mevrouw in de omgang met andere cliënten? Ze is zichzelf, en erg open tegen iedereen. Maakt snel een praatje met andere. En lacht altijd veel. Denk je dat mevrouw zelf veel last heeft van haar beperking? Nee absoluut niet, ze geniet gewoon van alles en is volgens mij is ze erg gelukkig. Ze kan doen wat ze wil. De antwoorden die mevrouw gaf ik heb wel in een andere vorm opgeschreven. Maar wel zo dat het wel nog haar eigen woorden zijn. vragen aan mevrouw R vindt je het werk hier leuk en wat vindt je het leukste werk hier? Ik vindt het erg leuk werk hier. Ik heb hier veel vrienden en het leukste werk vindt ik hier het naai atelier. Wat vindt jezelf van je beperking? Ik heb echt geen last van mijn beperking. Ik ben blij zo als ik ben en mensen moeten dat maar accepteren. 23

24 Wat zou je graag willen worden? In een kinderopvang werken, ik vindt kinderen erg leuk en vooral baby s. ook werk ik soort van op een kinderdagverblijf en dat vindt ik erg leuk. Waar heb je veel moeite mee in de omgang? Niet veel maar ik ben bang dan sommige mensen mij niet begrijpen. 24

25 Nawoord Ik heb zeker veel geleerd van deze stage, van het omgaan met de mensen tot het maken van zeep. In het begin wist ik niet goed hoe ik moet reageren op de mensen maar naar een tijdje gaat het vanzelf. de mensen gaan je vertrouwen en luisteren beter naar je. In het begin wou ik zelf eerst weten hoe ik alles moest doen zodat ik het daarna goed kon uitleggen, zodat de cliënten niet de fout in gaan. De laatste 4 weken had ik het zo naar mijn zin, ik begeleide de cliënten ik hielp ze en gaf ze opdrachten. Alle cliënten hebben een hart van goud en houden van hun werk. Ik vindt het jammer dat de stage is afgelopen, 25