ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 26 april 2012, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 29 mei 2012 SMO / Financiën. 26 april 2012 B.C.

Transcriptie

1 VERGADERDATUM SECTOR/AFDELING 29 mei 2012 SMO / Financiën STUKDATUM NAAM STELLER 26 april 2012 B.C. Donker ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 18 Jaarverslag en jaarrekening 2011 PROGRAMMA Bedrijfsvoering PORTEFEUILLEHOUDER C.A.A.A. Maenhout PARAAF HOOFD AFDELING CCBO Voorstel 1. Het jaarverslag en de jaarrekening 2011 vaststellen overeenkomstig het opgestelde ontwerp. 2. Het resultaat van het jaar 2011 te bestemmen, zoals in het voorstel is aangegeven. Samenvatting Het te verdelen jaarresultaat 2011 bedraagt 5,4 miljoen positief. De Algemene Vergadering is in een eerder stadium over het jaarresultaat geïnformeerd. Hierbij was aangegeven dat de het te verdelen jaarresultaat 7,0 miljoen zou bedragen. De accountant heeft echter aangegeven dat zij de boekwinst op de grondverkoop Almere Poort Kustzone verantwoord wil zien in het jaar 2012 en niet in het jaar Hierdoor is het jaarresultaat over het jaar ,6 miljoen lager dan eerder gerapporteerd. E. Borsboom Lelystad 26 april 2012, het college van Dijkgraaf en Heemraden, de secretaris-directeur, de dijkgraaf, ir. J.B. van der Veen. mr. ir. H.L. Tiesinga. 1 / 8

2 Toelichting Wettelijke verplichting jaarverantwoording De jaarverantwoording komt voort uit de Waterschapswet en de daarbij behorende Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) en Ministeriële Regelingen (MR). De Wet schrijft voor dat het onderstaande minimaal wordt opgenomen in de jaarlijkse verantwoording: 1. Een beleidverantwoording van de programma s, waarbij antwoord wordt gegeven op de 4 W vragen. 2. Een aantal dwarsdoorsneden, welke moeten worden verwoord in verplichte paragrafen. 3. Een jaarrekening, bestaande uit: a. een balans met toelichting; b. een exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten; c. een exploitatierekening naar programma s; d. een exploitatierekening naar kostendragers; e. een toelichting op de exploitatierekening; f. en de overige gegevens. 4. De resultaatbestemming. 5. Een aantal verplichte financiële staten. Door het verplichtend karakter van de inhoud, vorm en structuur van de jaarverantwoording komt het regelmatig voor dat zaken zowel in de beleidsverantwoording (jaarverslag), als in de financiële verantwoording (Jaarrekening) worden behandeld. Planning en opzet De vaststelling van de jaarrekening en het jaarverslag in de Algemene Vergadering staat gepland op dinsdag 29 mei De opzet van het jaarverslag en de jaarrekening is op een aantal onderdelen veranderd te opzichte van voorgaande jaren. 1. Het (beleids)jaarverslag en de jaarrekening zijn samengevoegd in één document, waardoor dit nieuwe document meer een spiegel is geworden van de (meerjaren)begroting. Er is hierbij geschoven in de hoofdstukindeling; 2. Het jaarverslag en jaarrekening 2011 zal niet meer worden opgemaakt en gedrukt door een drukkerij. De vormgeving van het document jaarverslag en jaarrekening 2011 zal na vaststelling niet meer wijzigen; 3. Er komt een apart digitaal publieksjaarverslag, welke via de website interactief te raadplegen zal zijn; 4. De jaarrekening in de rapportage is duidelijk zichtbaar gescheiden opgenomen ten opzichte van de overige financiële verantwoordingen, waardoor duidelijker wordt waar de verklaring van de accountant betrekking op heeft; 5. Op verzoek van de nieuwe accountant is (vooral) de terminologie in de jaarrekening op een aantal punten aangepast en in lijn gebracht met de nieuwe voorschriften uit de Waterschapswet; a. De activumsoort software wordt vanaf het jaar 2011 gerubriceerd onder immateriële vaste activa en niet meer onder de materiële vaste activa; b. De voorzieningen zijn gerubriceerd; 2 / 8

3 c. In de balans wordt het te verdelen resultaat boekjaar meer zichtbaar gepresenteerd als onderdeel van het eigen vermogen; d. De aflossingsverplichtingen voor het komende jaar van langlopende schulden worden niet meer gerubriceerd onder de kortlopende schulden en overlopende activa, maar onder de langlopende schulden; e. De onttrekkingen aan bestemmingreserves worden duidelijker gepresenteerd, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen exploitatieresultaat en te verdelen resultaat; f. Er is een staat opgenomen met de verwachtingen bij de onderhanden werken ultimo 2011; g. De benaming van de kosten- en opbrengstsoorten is aangepast. Jaarresultaat Het te verdelen jaarresultaat 2011 bedraagt 7,0 miljoen positief op een begrotingsomvang van ruim 70 miljoen. Hieronder wordt een uitgebreide analyse naar de veroorzakers van het resultaat weergegeven. Gerealiseerd resultaat (op afwijkingen, bedragen x ) Onderbestedingen In beeld bij MJB Jaarresultaat 2011 Lasten Afdelingsbudgetten 1,3 tot 2,3 1,4 Centrale budgetten 1,2 tot 1,6 0,8 Kapitaallasten 2,4 tot 2,7 2,4 Subtotaal lasten 4,9 tot 6,6 4,6 Baten Belastingen 0,9 tot 2,2 2,3 Overige opbrengsten 0,8 0,8 Subtotaal baten 1,7 tot 3,0 3,1 Bruto jaarresultaat 6,6 tot 9,6 7,7 Bijdrage HWBP en muskusrattenbestrijding - 2,3-2,3 Normaal exploitatieresultaat 4 tot 8 5,4 Lasten te dekken uit bestemmingsreserves - 2,3 Exploitatieresultaat 3,1 Inzet bestemmingsreserves 2,3 Te verdelen resultaat 5,4 3 / 8

4 Verklaring te verdelen resultaat Algemeen Het positieve jaarresultaat 2011 is het gevolg van onvoorziene meevallers en het gevoerde beleid van kritisch financieel beheer. Het overgrote deel van de afwijkingen wordt niet veroorzaakt omdat de begrote activiteiten niet zijn uitgevoerd, maar heeft een andere oorzaak. De Algemene Vergadering is in 2011 een aantal malen geïnformeerd over de verwachting dat het normale exploitatieresultaat exclusief incidentele baten en (het resultaat van) bestemmingsreserves zich tussen de 4 en 8 miljoen zou bewegen. Geconstateerd kan worden dat de afgegeven prognose realistisch was. Afdelingsbudgetten Het resultaat op de afdelingsbudgetten is 1,4 miljoen positief. Hiermee zit het gerealiseerde resultaat binnen de bandbreedte van het geprognosticeerde resultaat. Het positieve resultaat wordt voor het overgrote deel veroorzaakt door de lagere lasten van het stedelijk waterbeheer. De lasten hiervan zijn bij de Berap reeds met 1,6 miljoen naar beneden bijgesteld. De realisatie van het stedelijk water laat zien dat de uiteindelijke lasten ruim 1,9 miljoen lager zijn dan de begrote lasten. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat bij het opstellen van de begroting 2011 was aangegeven dat de daadwerkelijke uitvoering van de stedelijke watertaak in 2011 zou worden geïmplementeerd en dat daarom de inhoud en middeleninzet medio 2011 zouden worden geëvalueerd en daar waar nodig zouden worden bijgesteld. Deze evaluatie en bijstelling is in de Algemene Vergadering van 29 september 2011 behandeld en daarna vastgesteld. Daarnaast zijn bij afdeling Waterbeheer extra, niet begrote, kosten gemaakt voor de aanleg van duurzame oevers en bij de afdeling Zuiveren & Gemalen waren de onderhoudslasten als gevolg van enkele incidenten hoger dan begroot. Centrale budgetten Het resultaat op de centrale budgetten is 0,8 miljoen positief, terwijl het geprognosticeerde resultaat op de centrale budgetten zich bewoog binnen de bandbreedte van de 1,2 en 1,6 miljoen. Dit komt door een niet begroot negatief resultaat op de pensioenvoorziening voor bestuurders, de niet begrote dotatie aan de voorziening personeelsbeheer op orde en de grotere overloop van vakantie uren van medewerkers. De overige posten van de centrale budgetten als opleidingsbudget, inflatieruimte, personeelslasten en centraal management bewogen zich binnen de prognose. Kapitaallasten Het resultaat op de kapitaallasten is 2,4 miljoen positief. Hiermee zit het gerealiseerde resultaat binnen de bandbreedte van het geprognosticeerde resultaat. De Algemene Vergadering heeft tijdens het begrotingsproces 2011 besloten om de stelselwijziging (waarbij een deel van rentelasten wordt toegerekend aan de onderhanden werken) niet mee te nemen in de begroting. Dit om financiële ruimte te creëren om de bijdrage aan het HWBP en het vervallen van de subsidie van de muskusrattenbestrijding te kunnen bekostigen. Het financiële voordeel hiervan is 0,9 miljoen. Daarnaast levert de lage rente als gevolg van de kredietcrisis en de inzet van het resultaat 2010 als financieringsmiddel een rentevoordeel op van bijna 1,4 miljoen. Tenslotte leveren lagere aanbestedingen van investeringsprojecten en het naar voren schuiven in de tijd van investeringen, een beperkt voordeel op in de afschrijvingslasten van 0,1 miljoen. 4 / 8

5 Belastingen Uit de tussentijdse rapportages van GBLT bleek dat de verontreiningsheffing en zuiveringsheffing bedrijven te laag en de kwijtschelding en dotatie aan de voorziening dubieuze belastingdebiteuren in de begroting 2011 te hoog waren ingeschat. Op grond hiervan zijn in de Berap 2011 de belastinginkomsten met 1,2 miljoen naar boven bijgesteld. Uit de (ambtelijke) novemberrapportage 2011 van GBLT bleek een extra niet begrote opbrengst omslag gebouwd. Dit kwam voort uit het feit dat er bovenop de begrote WOZ waarde van 39,5 miljard nog voor 1,2 miljard extra aan WOZ waarde kon worden opgelegd, hetgeen tegen een tarief van 0,0556% resulteert in een extra opbrengst van 0,7 miljoen. De extra niet begrote opbrengst omslag gebouwd is in de eerstvolgende Algemene Vergadering na het bekend worden mondeling gemeld. Daarnaast heeft GBLT in zijn jaarrapportage belastingopbrengsten extra opbrengsten gemeld bij de zuiveringsheffing huishoudens en de ingezetenenomslag. De bij de tussentijdse rapportages verwachte extra opbrengsten zuiveringsheffing bedrijven en de verwachting van een lagere kwijtschelding bleek bij het opmaken van de jaarcijfers niet te kunnen worden gerealiseerd. Wel bleek dat GBLT het jaar positief af te kunnen sluiten. Het aandeel hiervan voor Zuiderzeeland is 0,2 miljoen. Het positief resultaat op de totale post belastingen bedraagt met dit alles 2,3 miljoen en zit, met name door de niet verwachte extra opbrengst omslag gebouwd, net boven de geprognosticeerde bandbreedte. Gezien het grote aandeel van de belastingopbrengsten in de positieve rekeningresultaten in de afgelopen jaren, heeft de belastingheffing en invordering de aandacht van het dagelijks bestuur. De inzet hierbij is de verwachte belastingopbrengsten beter in te schatten dan voorheen het geval was. In de Meerjarenbegroting is rekening gehouden met de inschatting van de belastingeenheden, zoals bekend in oktober Dit houdt in dat het grootste deel van de hiervoor genoemde effecten zijn meegenomen in de prognoses voor de komende jaren. De herziene prognose van de WOZ waarde is niet meegenomen in de Meerjarenbegroting , omdat deze te laat doorkwam. Dit kan leiden tot een mogelijk effect (positief) in het jaar Wel zijn de verwachtingen omtrent de ontwikkeling van de WOZ waarden voor de komende jaren erg onzeker. Overige opbrengsten Het resultaat op de overige opbrengsten is 0,8 miljoen positief en daarmee gelijk aan het geprognosticeerde resultaat. De grootste post in de overige opbrengsten wordt gevormd door de synergiegelden voor de aanleg van duurzame oevers, die oorspronkelijk niet waren begroot. Dit komt door het feit dat pas eind 2010 door de Provincie Flevoland een subsidiebeschikking is afgegeven en het daarom te laat was deze subsidie in de Meerjarenbegroting op te nemen. Bij de Berap is deze subsidie alsnog meegenomen in de gewijzigde begroting. Bijdrage HWBP en muskusrattenbestrijding Waterschap Zuiderzeeland heeft voldaan aan zijn verplichting ingevolge het bepaalde in artikel 7.24 van de Waterwet (Actie Storm) en in januari 2012 de bijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma over het jaar 2011 van 1,6 miljoen overgemaakt aan het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Daarnaast wordt als uitwerking van Actie Storm de jaarlijkse subsidie voor de muskusrattenbestrijding van 0,7 miljoen vanaf het jaar 2011 niet meer ontvangen. 5 / 8

6 Lasten te dekken uit bestemmingsreserves De Algemene Vergadering heeft in 2010 en 2011 besloten om een aantal bijzondere lasten te dekken uit de bestemmingsreserves. Zij heeft de onttrekking van een viertal bestemmingsreserves voor een vooraf vastgesteld doel en voor een vooraf maximum bedrag goedgekeurd. Op 7 juli 2011 is door de Algemene Vergadering besloten om een bedrag van 0,7 miljoen bij te dragen aan de afkoppelprojecten van de Gemeente Noordoostpolder en deze te dekken door middel van een onttrekking aan de hiertoe gevormde bestemmingsreserve. In november 2011 heeft de feitelijke financiële afwikkeling plaatsgevonden. Op 8 juli 2010 en op 7 juli 2011 is door de Algemene Vergadering besloten om een bedrag van in totaal 1,6 miljoen bij te dragen aan het uitvoeren werkzaamheden ten behoeve van het baggeren in het stedelijk water in Almere, waarbij de lasten voor 50% worden gedekt uit de hiervoor gevormde bestemmingsreserve baggeren Almere, oorspronkelijk groot 2,7 miljoen. In het jaar 2010 is van het genoemde bedrag van 1,6 miljoen 0,3 miljoen daadwerkelijk onttrokken. In het jaar 2011 is er voor 2,2 miljoen gebaggerd in de gemeente Almere. Op basis van de bovengenoemde regel wordt hiervan 50% onttrokken aan de hiervoor gevormde bestemmingsreserve. Dit is een onttrekking van 1,1 miljoen. Door de onttrekkingen in het jaar 2010 en 2011 resteert nog een bestemmingsreserve baggeren Almere van 1,3 miljoen. Op 16 december 2010 is door de Algemene Vergadering besloten om een bedrag van te besteden aan het aanpassen van de inlaat bij gemaal Colijn. De aanpassing van het gemaal maakt vismigratie van aal en de driedoornige stekelbaars mogelijk. De kosten hiervan zouden worden gedekt uit de hiertoe gevormde bestemmingsreserve. In het jaar 2011 is de inlaat aangelegd. Op 27 oktober 2009 is door de Algemene Vergadering besloten om een bedrag van 0,8 miljoen te besteden aan de voorbereiding en aanleg van natuurvriendelijke oevers in Almere Buiten en de lasten hiervan te onttrekken aan de hiervoor gevormde bestemmingsreserve stedelijk water. Deze bestemmingsreserve is gevormd door de niet bestede budgetten stedelijk water in het verleden en bedroeg begin 2011 bijna 3,2 miljoen. In het jaar 2011 is er voor 0,4 miljoen besteed aan de aanleg van natuurvriendelijke oevers in Almere Buiten. De lasten worden conform het besluit van de Algemene Vergadering gedekt door een onttrekking van eenzelfde bedrag aan de gevormde bestemmingsreserve. Door de onttrekking in het jaar 2011 resteert nog een bestemmingsreserve stedelijk water van 2,8 miljoen. Inzet bestemmingsreserves De inzet van de bestemmingsreserves is gelijk aan de hiervoor genoemde lasten te dekken uit bestemmingsreserves. 6 / 8

7 Bestemming jaarresultaat Aan de Algemene Vergadering wordt voorgesteld een gedeelte van het jaarresultaat 2011 te doteren aan de vrij inzetbare algemene reserve. Deze reserve kan in de toekomst dienen voor de egalisatie van de tarieven, maar ook de opbouw van de vermogenspositie van het waterschap of voor bijvoorbeeld de financiering van OostvaardersWold. Door de toevoeging van het te verdelen resultaat 2011 aan deze reserve wordt de noodzaak tot het aantrekken van vreemd vermogen verkleind. Resultaatbestemming (bedragen x ) Watersysteemtaak Zuiveringstaak Totaal Algemene reserve 3,3 2,1 5,4 Totaal verdeeld resultaat 3,3 2,1 5,4 Reserves na bestemming jaarresultaat De reserves van Waterschap Zuiderzeeland zien er na de bestemming van het jaarresultaat 2011 als volgt uit: Reserves na bestemming jaarresultaat (bedragen x ) Risico reserve per taak Watersysteemtaak 4,8 Zuiveringstaak 2,3 Totaal risico reserve per taak 7,1 Algemene reserve 18,6 Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve stedelijk water 2,8 Bestemmingsreserve baggeren Almere 1,3 Bestemmingsreserve duurzame oevers 1,0 Bestemmingsreserve belastingsamenwerking 0,3 Bestemmingsreserve vervanging pompen 0,1 Totaal bestemmingsreserves 5,5 Totaal reserves 31,2 In de risico reserve per taak wordt maximaal 10% van de jaarlijkse lasten per taak gereserveerd ter dekking van mogelijke risico s die zich voordoen bij de taakuitoefening. De vrij inzetbare algemene reserve bestaat voor 12,6 miljoen uit opgebouwde reserves door de watersysteemtaak en voor 6,0 miljoen uit reserves, die zijn opgebouwd de zuiveringstaak. In de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met een afbouw van de reserves van in totaal 10,5 miljoen over de jaren 2013 tot en met Tevens is besloten om de bijdrage aan OostvaardersWold te financieren uit de reserves. 7 / 8

8 Personele consequenties Zie stuk Financiële consequenties Zie stuk Juridische consequenties Zie stuk Consequenties voor Communicatie Zie stuk Bijlagen Ontwerp jaarverslag en jaarrekening 2011 Controle rapport Deloitte 8 / 8