drs. M. Bredius-Hoogendam / drs. M.J. Koot DIS Frans Walvaboek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "drs. M. Bredius-Hoogendam / drs. M.J. Koot DIS Frans Walvaboek"

Transcriptie

1 drs. M. Bredius-Hoogendam / drs. M.J. Koot TU DIS Gespreksvaardigheid Frans Walvaboek

2 Woord vooraf Tu dis is bestemd voor klas 3, 4 havo/vwo en bevat vocabulaire, idioomzinnen en spreekoefeningen. Het kan worden gebruikt in alle onderwijssituaties waarin gespreksvaardigheid over alledaagse onderwerpen een doelstelling is en biedt een uitstekende voorbereiding op het schoolexamen gespreksvaardigheid. Elk hoofdstuk begint met de meest voorkomende woorden en zinswendingen die nodig zijn om over het desbetreffende onderwerp te kunnen praten. Daarna volgen drie soorten oefeningen: opdrachten waarin de zinswendingen worden geoefend; oefeningen waarbij de leerling vaak zelf zinnen moet vormen naar aanleiding van Franse vragen; de antwoorden kunnen per leerling verschillen. een voorgestructureerd gesprek in de vorm van een rollenspel. Zowel bij de idioomzinnen als bij de gesprekjes worden twee niveaus aangeboden, basisniveau en gevorderden. Het niveau voor gevorderden is herkenbaar aan een groen lijntje voor de tekst. Hierdoor kan de docent differentiëren en kan de leerling het boek twee opeenvolgende jaren gebruiken. Wij danken Bas, Eveline, Ilse, Isa, Kim, Maurits, Nienke, Quinten, Suzanne en Verena voor hun medewerking! Drs. M. Bredius-Hoogendam Drs. M.J. Koot

3 Inhoud 1 Idioom/taaluitingen 6 2 Persoonlijke gegevens 14 3 Familie en vriendschap 16 4 Personen beschrijven 18 5 Uitnodigen 21 6 Het huis Algemeen In en rond het huis 25 7 School en beroep Middelbare school Vervolgopleiding en beroep 29 8 Eten en drinken De maaltijden Lunch en avondeten Het restaurant 36 9 Vrije tijd Uitgaan Sport en hobby s Gezondheid De weg vragen en wijzen Reizen en vakantie Algemeen Hotel Camping en bungalowpark Vervoer Boot en vliegtuig Trein, bus en metro Auto, motor en fiets Communicatie Telefoneren Computer, mail en internet Politie Winkelen Boodschappen doen Winkelen Het weer 74 5

4 1 Idioom/taaluitingen Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk leer je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Net zoals in het Nederlands zijn er vaak verschillende manieren om iets te zeggen. De ene manier is wat formeler dan de andere. De Fransen gebruiken vaker vous (u) dan de Nederlanders. Vergelijk: Ça va? Hoe gaat het? (informeel) Comment vas-tu? Hoe gaat het met je? Comment allez-vous? Hoe gaat het met u? (formeel) Fransen houden van formeel taalgebruik. Spreektaal is geschikt voor informele ontmoetingen, onder familie en vrienden en jongeren onder elkaar. In de spreektaal gebruik je tu (je). Bij onbekenden en in formele situaties gebruik je vous (u). Let op: als het Nederlandse woordje je de betekenis heeft van men gebruik je in het Frans on. In de Alpen kun je (= kan men) skiën. - Dans les Alpes on peut faire du ski. On wordt informeel ook vaak gebruikt in plaats van nous: Zullen we gaan? - On y va? Mannelijk vrouwelijk In het Frans is er verschil tussen de mannelijke en vrouwelijke vorm van bijvoorbeeld bijvoeglijke naamwoorden. Een jongen zegt: Je suis Hollandais. Je suis grand / petit. Een meisje zegt: Je suis Hollandaise. Je suis grande / petite. In dit boekje geven we de vrouwelijke vorm er, indien nodig, tussen haakjes bij. De afkortingen m en f staan voor masculin (mannelijk) en féminin (vrouwelijk). Informatie vragen Je peux vous poser une question? Mag ik u iets vragen (een vraag stellen)? Je pourrais vous poser une question? (Zelfde betekenis, maar formeler en beleefder.) Pourriez-vous répéter s il vous plaît? Kunt u het herhalen a.u.b.? Où est-ce que je peux acheter des Waar kan ik kaartjes kopen? tickets? Iets vragen aan iemand die je niet kent Als je een onbekende aanspreekt, bijvoorbeeld op straat, dan begin je met: Pardon, of Excusez-moi, Monsieur / Madame. Gebruik ook s il vous plaît. Bijvoorbeeld: Pardon, Madame, l office de tourisme, Pardon mevrouw, waar is de VVV? s il vous plaît? Excusez-moi, Monsieur, savez-vous Weet u hoe laat het is? l heure? Een verzoek doen Tu peux répéter s il te plaît? Kun je dat alsjeblieft herhalen? Vous pourriez parler plus lentement, Kunt u iets langzamer praten, alstublieft? s il vous plaît? 6

5 Iets aanbieden en hierop reageren Tu veux un bonbon, Jean? Sers-toi. Wil je een snoepje, Jean? Pak maar. Tu prends un verre? Wil je wat drinken? Je peux vous offrir un verre? Mag ik u iets te drinken aanbieden? Als je het aanbod aanneemt, zeg je: Oui, je veux bien. Of: Volontiers (ja graag). Als je het niet aanneemt, zeg je: Non, merci. Alstublieft Als je iets vraagt zeg je: S il vous plaît. Als je iets geeft zeg je: Voilà. Voorbeeld: Ça fait combien? Trente euros, s il vous plaît. Voilà. Om hulp vragen Au secours! Help! Pourriez-vous m aider? Zou u me kunnen helpen? Opdrachten Hoe zeg je het volgende in het Frans? 1 Iemand vraagt of je iets wil drinken. Wat zeg je als je dat wel wilt? En wat zeg je, als je dat niet wilt? 2 Je gaat betalen. Hoe vraag je hoe duur het is? En wat zeg je, als je het geld geeft? 3 Vraag je vriendin of ze een Perrier (mineraalwater) wil. 4 Vraag aan een voorbijganger de weg naar de VVV. 5 Vraag waar je kaartjes kunt kopen. Graag gedaan Als iemand je ergens voor bedankt, kun je op verschillende manieren reageren: De rien. Geen dank Je vous en prie. Geen dank / Graag gedaan. Je mag dit door elkaar gebruiken. Toestemming vragen Vous permettez que je gare ma voiture Mag ik hier mijn auto parkeren? ici? Je peux entrer? Mag ik binnenkomen? (Est-ce qu ) on peut fumer ici? Mag je hier roken? (Est-ce qu ) il est permis de fumer ici? Is het toegestaan hier te roken? Begroetingen Bonjour. Goedendag. Bonsoir. Goedenavond. Salut! Hoi. 7

6 2 Persoonlijke gegevens de voornaam le prénom de stad la ville de achternaam le nom (de famille) het dorp le village de geboorteplaats le lieu de naissance de provincie la province de geboortedatum la date de naissance de streek la région een verjaardag un anniversaire bij près de wonen habiter in de buurt van aux environs de een adres une adresse ten oosten (van) à l est (de) de woonplaats le domicile ten noorden (van) au nord (de) onthouden retenir in het westen dans l ouest Ik heet Je m appelle Ik ben geboren in Eindhoven. Je suis né(e) à Eindhoven. Wanneer ben je jarig? Ton anniversaire, c est quand? Ik ben jarig op 16 augustus. Mon anniversaire, c est le 16 août. Hoe oud ben jij? Ik ben vijftien. Quel âge as-tu? J ai quinze ans. Waar kom je vandaan? Uit Maarn. D où es-tu? De Maarn. Ik ben Nederlander. Je suis Néerlandais(e). Waar woon je? Tu habites où? Ik woon in Dongen, bij Tilburg. J habite à Dongen, près de Tilburg. Sinds wanneer woon je in Amsterdam? Depuis quand tu habites à Amsterdam? Ik woon in Den Haag sinds J habite à La Haye depuis Heb je broers of zussen? Tu as des frères ou des sœurs? Ik ben enig kind. Je suis enfant unique. Wat is je adres? Quelle est ton adresse? Wat is je telefoonnummer? Quel est ton numéro de téléphone? Wat is je voornaam? Quel est ton prénom? Ik werk in de buurt van Dordrecht. Waar ligt Dordrecht? Dordrecht ligt ten zuid-oosten van Rotterdam. Ik heb twee jaar in Leiden gewoond. Wil je je naam spellen? Je travaille aux environs de Dordrecht. Dordrecht, c est où? Dordrecht est au sud-est de Rotterdam. J ai habité (pendant) deux ans à Leyde. Tu veux épeler ton nom? l alphabet français A aa G zjee M emmu S essu Y iegrek B bee H asj N ennu T tee Z zeddu C see I ie O oo U uu D dee J zjie P pee V vee E u* K kaa Q kuu W double vee F effu L ellu R erru X ieks * u als in mus; kus 14

7 A. Hoe zeg je dit? Vraag iemand waar hij / zij vandaan komt. Vraag iemand waar hij / zij woont. Zeg dat je Nederlander bent. Vraag iemand wanneer hij / zij jarig is. Zeg wanneer jij jarig bent. Vertel waar je geboren bent. Vraag iemand naar zijn / haar adres en telefoonnummer. Vraag iemand zijn / haar achternaam te spellen. B Hoe zou je antwoorden? 1 2 Voulez-vous épeler votre adresse, s il vous plaît? Groningue, c est où? C Rollenspel En Espagne, dans un camping, tu rencontres Paul (P). Joue ton rôle (T) dans la conversation suivante Salut, je suis Paul Beaufort. Reageer en stel jezelf voor. Tu es Belge? Vertel waar je vandaan komt. Et où habites-tu en Hollande? Noem een plaats en zeg waar dat is. Vraag waar P vandaan komt. 4 C est dans l est de la France. Vraag hoe lang P daar al woont. Depuis dix ans. Pff. Il fait chaud ici. Stel voor naar het zwembad te gaan. Bon, mais si on prenait d abord un verre? C est moi qui paye. Reageer enthousiast. 5 Je suis de Colmar. Vraag waar dat ligt. C est en Alsace. Vraag waar de Elzas ligt. Colmar, Alsace 15

8 3 Familie en vriendschap de familie la famille trouwen (met) se marier (avec) de ouders les parents getrouwd zijn être marié(e) de tante la tante scheiden divorcer de oom l oncle (m) de zwager le beau-frère de neef le cousin de schoonzus la belle-sœur de nicht la cousine verliefd worden op tomber amoureux / het neefje (zoon le neveu amoureuse de van broer/zus) verliefd zijn op être amoureux de het nichtje la nièce een kennis une connaissance de grootouders les grands-parents een vriend un copain / ami de man l homme (m) een vriendin une copine / amie de echtgenoot le mari single célibataire de vrouw / echtgenote la femme een klasgenoot un(e)camarade de de dochter la fille classe de zoon le fils zwanger enceinte Mijn ouders zijn gescheiden. Mijn oudste broer heeft een vriendinnetje. Ze gaan eerst samenwonen. Ze gaan trouwen. Heb je een vriendje? Ik heb een afspraak. Haar vriendin is hartstikke aardig. Mijn oma woont bij ons. We hebben een groot gezin. Ik ben ouder dan mijn zus. Ik ben jonger dan mijn broer. Haar zoon is al uit huis. Zijn vrouw verwacht een baby. In de vakantie heb ik bij mijn tante gelogeerd. Mijn opa is twee jaar geleden overleden. Zijn je grootouders nog in leven? Ze is verliefd op Marc. Ik heb verkering met Eveline. Haar vriend heeft het uitgemaakt. Suzanne is een kennis van me. Mes parents sont divorcés. Mon frère aîné a une petite amie. D abord ils vont vivre ensemble. Ils vont se marier. Tu as un petit ami? J ai rendez-vous. Sa copine est vachement sympa. Ma grand-mère habite chez nous. Nous sommes une famille nombreuse. Je suis plus âgé(e) que ma sœur. Je suis moins âgé(e) que mon frère. Son fils a déjà quitté la maison. Sa femme attend un bébé. Pendant les vacances j ai passé quelque temps chez ma tante. Mon grand-père est mort il y a deux ans. Tes grands-parents vivent encore? Elle est amoureuse de Marc. Je sors avec Eveline. Son petit ami l a laissé tomber. Suzanne est une de mes connaissances. 16

9 A Hoe zeg je dit? 1 Zeg dat je broer gaat trouwen. 2 Zeg dat je ouders gescheiden zijn. 3 Zeg dat je oma bij jullie woont. 4 Zeg dat je een afspraak hebt. 5 Zeg dat je zus in verwachting is. 6 Vraag aan Maurits of hij met Marielle verkering heeft. 7 Zeg dat je verliefd bent op Sophie. 8 Zeg dat je neef hartstikke aardig is. 9 Zeg dat je oom vrijgezel is. 10 Zeg dat je bij Quinten gaat logeren. 11 Zeg dat je nicht ouder is dan jij. B Hoe zou je antwoorden? 1 As-tu des frères ou des sœurs? 2 Quel âge ont-ils / elles? 3 Tes grands-parents vivent encore? 4 As-tu un petit ami / une petite amie? 5 Vous êtes combien à la maison? 6 Comment sont tes grands-parents? 7 Où habitent-ils? C Rollenspel Tu es au Lycée Montebello à Lille dans le cadre d un échange. Dans la cour de récréation tu as une conversation avec une Française (F) d un autre groupe. Joue ton rôle (T). 1 F: Bonjour, d où es-tu? Bonjour, 2 F: Tu habites chez Anne maintenant? Ja, ze hebben een groot gezin. 3 F: Ah oui. Et toi, tu as beaucoup de frères et sœurs? 4 F: Moi, mon frère aîné est déjà marié. Vraag of F haar schoonzus leuk vindt. 5 F: Oui, ça va. Je préfère mon petit ami. Vraag hoe hij heet en hoe oud hij is. 6 F: Il s appelle Paul et il a seize ans. Zeg dat jij verkering hebt met 7 F: Il / Elle habite loin de chez toi? 8 F: Où habites-tu? Zeg dat je in Makkum woont. 9 F: C est où? Zeg dat dat in het noorden van Nederland ligt. 10 F: Ça sonne! A bientôt! 17

10 4 Personen beschrijven Ik ben zo. Moi, je suis comme ça. de bril les lunettes (f) slank mince een snor une moustache dik gros(se) een peircing un piercing lang haar les cheveux longs nogal knap assez joli(e) kort court(e) verantwoordelijk responsable bruine ogen les yeux bruns (on)geordend (dés)ordonné(e) steil raide serieus sérieux (sérieuse) gekruld frisé(e) sportief sportif (sportive) groot grand(e) leugenachtig menteur(menteuse) klein petit(e) erg verlegen très timide blauw bleu(e) lui paresseux(paresseuse) groen vert(e) gul généreux(généreuse) zwart noir(e) grappig amusant(e) wit blanc(he) optimistisch optimiste kastanjebruin marron verstrooid étourdi(e) oranje orange ziek malade roze rose de kleren les vêtements (m) rood rouge de jurk la robe rood haar les cheveux roux de schoenen les chaussures (f) geel jaune Hoe ziet hij eruit? Hij is lang / klein. Zij heeft lang blond haar. Hij heeft kort krullend haar. Hij heeft blauwe / bruine ogen. Mijn oma draagt een bril. Mijn tante ziet er moe uit. Jij ziet er uitgerust uit. Mijn neef is nogal verlegen. Mijn nicht is redelijk / eerder knap. Jullie zien er goed uit. Mijn zus draagt zwarte kleren. Hij heeft een knappe vriendin. Mijn neef is nogal verlegen. Wat trek jij vandaag aan? Léa houdt van rokken en zwarte t-shirts. Charlotte draagt oorbellen. Van wie is deze spijkerbroek? Die is van mij. Henri houdt niet van petten. Ik heb een grijze broek en een trui gekocht. Zij lacht de hele tijd. Comment est-il? Il est grand / petit. Elle a les cheveux longs et blonds. Il a les cheveux courts et frisés. Il a les yeux bleus / bruns. Ma grand-mère porte des lunettes. Ma tante a l air fatigué. Tu as l air reposé. Mon cousin est assez timide. Ma cousine est plutôt jolie. Vous avez bonne mine. Ma soeur porte des vêtements noirs. Il a une belle / jolie petite amie. Mon cousin est assez timide. Qu est-ce que tu vas mettre aujourd hui? Léa aime les jupes et les t-shirts noirs. Charlotte porte des boucles d oreilles. A qui est ce jean? Il est à moi / C est le mien. Henri déteste les casquettes. J ai acheté un pantalon gris et un pull. Elle rit toujours. 18

11 Hij heeft grote oren. Ik heb lange benen. Ik draag liever contactlenzen. Jullie zien er goed uit. Jij ziet er niet goed uit. Ik ben dikker geworden /3 kg aangekomen. Ik weeg 71 kilo. Hij is mager geworden. Hoe lang is Patrick? Hij is een meter tachtig. Ik vind hem gul. Haar tante heeft veel rimpels. Onze gymleraar heeft een baard. Mijn oom is kaal. Deze jongen is op dieet. Dit meisje bloost vaak. Baby s zijn schattig. Wat is hij lelijk! Hij ziet er intelligent uit. Dit zijn mijn nieuwe witte laarzen. Il a de grandes oreilles. J ai de longues jambes. Je préfère les lentilles de contact. Vous avez bonne mine. Tu as mauvaise mine. J ai grossi / j ai pris trois kilos. Je pèse soixante et onze kilos. Il a maigri. Quelle est la taille de Patrick? Il mesure un mètre quatre-vingts. Je trouve qu il est généreux. Sa tante a beaucoup de rides. Notre prof d EPS a une barbe. Mon oncle est chauve. Ce garçon suit un régime. Cette fille rougit souvent. Les bébés sont mignons. Qu il est moche! Il a l air intelligent. Voilà mes nouvelles bottes blanches. A Hoe zeg je dit? 1 Zeg dat je broer blauwe ogen heeft en steil blond haar. 2 Zeg dat je oma veel rimpels heeft. 3 Zeg tegen je vriend dat hij leuke (joli) kleren draagt. 4 Zeg dat je vriendin lange benen heeft. 5 Zeg dat je krullend haar hebt en dat je zestig kilo weegt. 6 Zeg dat je vader er sportief uitziet. 7 Zeg dat je niet ongeordend en leugenachtig bent. 8 Vraag aan iemand of hij/zij een bril draagt. B Hoe zou je antwoorden? 1 Comment sont tes cheveux? 2 Quelle est la couleur de tes yeux? 3 Tu as grossi! Combien de kilos as-tu pris pendant les vacances? 4 Comment est ton ami idéal / ton amie idéale? 5 Qu est-ce que tu vas mettre demain? 19

basiszinnen spreekvaardigheid

basiszinnen spreekvaardigheid basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,

Nadere informatie

Drs. M. Bredius-Hoogendam. Drs. M. Koot. Tu dis. Gespreksvaardigheid Frans voor klas 3,4 havo/vwo. Walvaboek

Drs. M. Bredius-Hoogendam. Drs. M. Koot. Tu dis. Gespreksvaardigheid Frans voor klas 3,4 havo/vwo. Walvaboek Drs. M. Bredius-Hoogendam. Drs. M. Koot Tu dis Gespreksvaardigheid Frans voor klas 3,4 havo/vwo Walvaboek 1 Woord vooraf Tu dis is bestemd voor klas 3,4 havo/vwo en bevat vocabulaire, idioomzinnen en spreekoefeningen.

Nadere informatie

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3 Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la

Nadere informatie

Le Français des vacances. Niveau

Le Français des vacances. Niveau Le Français des vacances Niveau 1 Unité 1 Se Présenter 1. Lees de volgende uitspraken. Wat zeggen deze mensen? Bonjour Bonsoir Salut Ça va? Ça va, et toi? Ça va, et vous? 2. Luister naar de dialoog. Wat

Nadere informatie

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton

Nadere informatie

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok. basiswoordenschat en uitdrukkingen bonjour goeiedag voilà daarzo salut hallo voici hierzo oui ja aussi ook non nee d accord ok et en les de merci (bien) bedankt les parents de ouders un / une een des /

Nadere informatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het? Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni 2017 6,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Tamara Buyck Liezelotte De Schryver Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag VOORWOORD Deze Lexique de base is bestemd voor leerkrachten lager onderwijs en

Nadere informatie

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) 1 Lisez la lettre et complétez la fiche. (compréhension écrite) Lees de brief en vul de fiche aan. Bonjour, Je m'appelle Peter Versteene et j'ai treize ans. J'habite à Steenderen

Nadere informatie

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de

Nadere informatie

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

Chapitre 4, Ensemble!

Chapitre 4, Ensemble! ntwoorden 47 Chapitre 4, Ensemble! Orientation Exercice 1a 1 Grégoire 2 Julia 3 Julia 4 Camille 5 Romain 6 Hugo Exercice 1b B Exercice 1c 1 B 3 4 C 5 6 B 7 B Exercice 2 près le bac, je vais faire des études

Nadere informatie

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL. een huis (het) une maison. een meisje (het) une ville. een huisdier (het) un animal domestique A RETENIR Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer een halfzus een huisdier (het) een hond een kat een konijn (het) een dwergkonijn (het)

Nadere informatie

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17,

Unité 3 Diagnose Kopieerblad 1. Bon! Je kunt in het Frans tot en met 39 tellen. 17, Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist

Nadere informatie

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar  voor meer informatie. Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal

Nadere informatie

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:... Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56

Nadere informatie

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal. Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d

Nadere informatie

Le logement. In deze les leert u

Le logement. In deze les leert u Le logement In deze les leert u een woning beschrijven: Ta maison, elle est grande? vragen waar iemand vandaan komt: Je suis de Marseille. Et vous, est-ce que vous êtes d ici? de vormen van het bepaald

Nadere informatie

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS Zich voorstellen Se présenter OBJECTIFS Je suis capable de saluer quelqu un. Je me présente avec des formules de base. Je sais dire où j habite. Je communique les langues que je maîtrise. J emploie les

Nadere informatie

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ ) Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari 2015 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! 1.-Woorden SO en GP Frans (15/20-01-15) https://www.scholieren.com/verslag/84625 Pagina 1 van 5 Frans

Nadere informatie

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 6 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord 3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

Lees aandachtig de instructies. Als u onzeker bent over een antwoord, sla dan de opgave over. U krijgt dan geen punten.

Lees aandachtig de instructies. Als u onzeker bent over een antwoord, sla dan de opgave over. U krijgt dan geen punten. Voyages nieuw 1 Met deze instaptoets kunt u zelf uw kennis van het Frans op niveau A1 toetsen. U krijgt, afhankelijk van uw uitslag, een advies met welke unité van Voyages nieuw 1 u het beste kunt beginnen.

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 2

BEGINNERSCURSUS DAG 2 1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone

Nadere informatie

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir. bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!

Nadere informatie

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50. CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden

Nadere informatie

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen se présenter RAPPEL wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer habiter une maison un appartement un frère une soeur un demi-frère

Nadere informatie

Vendredi le dix-huit de cembre 2015.

Vendredi le dix-huit de cembre 2015. 2 Vendredi le dix-huit de cembre 205. Aangezien het jullie eerste jaar Frans is, is het belangrijk dat je continu blijft oefenen! (Dus ook in de vakanties ) Om jullie een beetje te verplichten alles bij

Nadere informatie

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): 1. Contact 1 t.e.m. 4 (onthoudboek blz. 20-26) 1.1 Parler des vacances. (spreek over jouw bestaande of gedroomde vakantie) Mogelijke

Nadere informatie

Voornaam: Elena Naam: Raynaud. Voornaam: Thibault

Voornaam: Elena Naam: Raynaud. Voornaam: Thibault BVL Plein feu De personages in dit boek Voornaam: Camille Naam: Blériot Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Simon Naam: Dubouloz Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Elena Naam: Raynaud Leeftijd: 13 jaar Voornaam: Karim

Nadere informatie

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands. Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L

Nadere informatie

Vocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire januari juni Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Studeer de woorden in door af te dekken. Woordjes die je

Nadere informatie

Herhalingen over grammatica (voor de examens)

Herhalingen over grammatica (voor de examens) 1. Modale hulpwerkwoorden Herhalingen over grammatica (voor de examens) Vertaal in het Nederlands. 1. Vous pouvez (avoir la possibilité) manger un plat ou un dessert. 2. Ils doivent aller au magasin de

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

BRON A. Chapitre 5: Mon style est chic! 1 a 1) 2) 1 b foto 1 foto 2 foto 3 foto 4. 2 le café un croissant 3 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10)

BRON A. Chapitre 5: Mon style est chic! 1 a 1) 2) 1 b foto 1 foto 2 foto 3 foto 4. 2 le café un croissant 3 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 1 a 1) 1 b foto 1 foto 2 foto 3 foto 4 2 le café un croissant la boulangerie la parfumerie le magasin de mode la librairie un parfum un coca un livre un jean 3 1) 7) 8) 9) 10) BRON A 4 1) A Wij zijn in

Nadere informatie

Jaarwerkplan voor En action 5

Jaarwerkplan voor En action 5 1 Jaarwerkplan voor En action 5 Vaardighe Naamwoor naamwoor Voornaamwoor Bijwoor Voorzetsels Werkwoor 1 Bonjour! Moi, je suis... - iemand groeten. - mezelf voorstellen. - tot 10 tellen. je tu moi toi bonjour

Nadere informatie

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi? Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15

Nadere informatie

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal La langue néerlandaise crée un lien entre nous Wat leest

Nadere informatie

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 inhoud lente zomer herfst winter Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85 Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87 Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89 Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 Mode & schoonheid 14 15 40 41

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... une chambre à louer?... une auberge de jeunesse?... un hôtel?... une chambre d'hôtes?... un camping? Quels sont les prix là-bas? Over

Nadere informatie

1.1 Introduction... 2. 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3. 1.3 Prononciation... 5. 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7. 1.5 Grammaire...

1.1 Introduction... 2. 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3. 1.3 Prononciation... 5. 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7. 1.5 Grammaire... Frans A1 Livret de français 1 Se présenter Sommaire 1.1 Introduction... 2 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3 1.3 Prononciation... 5 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7 1.5 Grammaire... 7 1.6

Nadere informatie

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam

Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam 1 Schrijf de werkwoorden in de juiste vorm in de vakjes. Schrijf ook bij elke persoon de juiste naam. 19 (chatter) Amina 1 avec Barry. (danser) Madame Renard, vous 2 avec moi? ité (écouter) Nic et moi,

Nadere informatie

C'est fini les vacances!

C'est fini les vacances! Contact 1 C'est fini les vacances! un 1 Écoute les 4 dialogues. ote le numéro de chaque dialogue dans le bon dessin. uister naar de 4 dialogen. oteer het nummer van elke dialoog bij de juiste tekening.

Nadere informatie

Qui est à l appareil?

Qui est à l appareil? Qui est à l appareil? Plein feu Unité 2 Qui est à l appareil? Unité 2 2 Je leert een kort telefoongesprek voeren vragen of iemand er is afspreken met iemand en vragen of iemand al klaarstaat Het gebruik

Nadere informatie

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen).

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen). Antwoorden 70 C L'organisation scolaire Exercice 15a 1 une nouvelle élève Fragment 2 2 un proviseur Fragment 1 3 un père X 4 deux copains de classe Fragment 3 Exercice 15b 5 de gastgezinnen ontmoeten 2

Nadere informatie

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door Een scholier 768 woorden 30 september 2015 7,3 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Regelmatige ww. Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re Présent J habite

Nadere informatie

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9

Bon, mon! S! 6. Au! / S! 7 V. / C'. 8 P! 9 M. 9 Unité Diagnoe Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Al je een antwoord niet goed hebt of niet wit,

Nadere informatie

Bilan 4 «À la recherche»

Bilan 4 «À la recherche» Begeleid zelfstandig leren Bilan 4 «À la recherche» Tijdsduur: 50 minuten Benodigdheden: een blauwe en groene balpen Nom:............ Classe:............................ N :............ Een woordje uitleg:

Nadere informatie

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique. 35 unité 1 Welke letters van het alfabet vind je niet terug in het kader? Schrijf ze in de goede volgorde op, dan kun je er een korte Franse zin mee maken. Hoe zeg je hetzelfde in het Nederlands? Q U K

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... een kamer te huur?... une chambre à louer?... een hostel?... une auberge de jeunesse?... een hotel?... un hôtel?...

Nadere informatie

9 Quel temps fait-il? Ik kan praten over het weer.

9 Quel temps fait-il? Ik kan praten over het weer. 9 Quel temps fait-il? Ik kan praten over het weer. Mensen praten dikwijls over het weer. Ken je Kiekeboes verhaal "De doedelzak van Mac Reel"? Het geluid van die doedelzak doet het weer veranderen! Mac

Nadere informatie

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 5 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

1. Korte samenvatting. Boekverslag door een scholier 1915 woorden 10 januari keer beoordeeld. Eerste uitgave 2004

1. Korte samenvatting. Boekverslag door een scholier 1915 woorden 10 januari keer beoordeeld. Eerste uitgave 2004 Boekverslag door een scholier 1915 woorden 10 januari 2010 5 27 keer beoordeeld Auteur Justine Lévy Eerste uitgave 2004 Vak Frans Inhoudsopgave A Verwachtingen en eerste reactie 3 B zakelijke gegevens

Nadere informatie

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191

ISBN: KB: D/2010/0147/159 Bestelnummer: NUR: 191 5 Leerwerkboek Conform met het Europees Referentiekader en de daarop aansluitende eindtermen en leerplannen van 2010. Auteur : E. Tant Tekeningen : Alexandra Pillaert Herdruk : 2010 234 /2010 ISBN : 978

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:... Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan

Nadere informatie

In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt.

In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt. Lesbrief Mon Vlog In deze Lesbrief ga je een vlog maken waarin je over jezelf, je familie, je school en je hobby s vertelt. Je hebt nodig: deze lesbrief met stappenplan de voorbeeldvlog van David (www.thiememeulenhoff.nl/monvlog)

Nadere informatie

Aan de gebruiker Dit boek is geschreven voor u, die op school Frans gehad hebt en die al zo vaak gedacht hebt: Ik zou best wel weer eens mijn Frans wi

Aan de gebruiker Dit boek is geschreven voor u, die op school Frans gehad hebt en die al zo vaak gedacht hebt: Ik zou best wel weer eens mijn Frans wi Drs. B. Dijkzeul / M. Dijkzeul BON VOYAGE Eenvoudig Frans voor iedereen Walvaboek Aan de gebruiker Dit boek is geschreven voor u, die op school Frans gehad hebt en die al zo vaak gedacht hebt: Ik zou best

Nadere informatie

Woordenschat van unité 1 tot en met unité 16

Woordenschat van unité 1 tot en met unité 16 Woordenschat van unité 1 tot en met unité à (Paris) in (Parijs) une adresse een adres Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? un âge een leeftijd Tu as quel âge? Hoe oud ben jij? ah ha, o, och, zo 3

Nadere informatie

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 6 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

k ga naar school e vais à l ecole

k ga naar school e vais à l ecole Nederlandstalig onderwijs k ga naar school e vais à l ecole Nederlands Français k ga naar school e vais à l école Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie

6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld

6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld Aantekening door K. 1880 woorden 15 november 2014 6,1 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord, B.V. un grand magasin = een

Nadere informatie

GEZONDHEID (La santé)

GEZONDHEID (La santé) FICHE LEXICALE NEERLANDAIS 1/5 GEZONDHEID (La santé) a. Wat zijn hun klachten? (De quoi se plaignent-ils?) A C B G I H 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. E D Klachten hoest moet overgeven ben verkouden heb

Nadere informatie

15 et qui paie le loyer?

15 et qui paie le loyer? g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5

Nadere informatie

bonjour Je suis Ellen. Moi, je suis Ahmed. oui Tu es Camille? Et toi? Tu es Manon! non un deux trois quatre cinq six sept huit neuf dix

bonjour Je suis Ellen. Moi, je suis Ahmed. oui Tu es Camille? Et toi? Tu es Manon! non un deux trois quatre cinq six sept huit neuf dix Unité 1 bonjour Je suis Ellen. Moi, je suis Ahmed. 1 U1 U1 U1 oui Tu es Camille? Et toi? U1 U1 U1 Tu es Manon! non un U1 U1 U1 deux trois quatre U1 U1 U1 cinq six sept U1 U1 U1 huit neuf dix U1 U1 U1 219

Nadere informatie

Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais

Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais Nom : Prénom : Classe : Date : 14 juin 2019 /14 --> /25 Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais Mijn leven in China als tiener Contexte Pour des raisons professionnelles, le père d

Nadere informatie

Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais

Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais Nom :... Prénom :... Classe :... Date : 14 juin 2019 Épreuve de juin 2019 Compréhension à la lecture Néerlandais Mijn leven in China als tiener Contexte /14 --> /25 Pour des raisons professionnelles, le

Nadere informatie

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement - Trouver Où puis-je trouver? Demander son chemin vers un logement Waar kan ik vinden?... une chambre à louer?... een kamer te huur?... une auberge de jeunesse?... een hostel?... un hôtel?... een hotel?...

Nadere informatie

UNITÉ. comme ça! Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina!

UNITÉ. comme ça! Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina! UNITÉ Moi, je suis comme ça! Plak, teken, schrijf... wat je maar wilt. Dit is jouw pagina! 1 Activités Bekijk de lijst met woorden en deel ze in bij een van de categorieën. petit moyen grand mince bleus

Nadere informatie

Voorstelling Raven 31 augustus Heverlee. Dames en Heren in uw titels, graden en hoedanigheden, Defensie is een verhaal van mensen en middelen.

Voorstelling Raven 31 augustus Heverlee. Dames en Heren in uw titels, graden en hoedanigheden, Defensie is een verhaal van mensen en middelen. Voorstelling Raven 31 augustus Heverlee Dames en Heren in uw titels, graden en hoedanigheden, Defensie is een verhaal van mensen en middelen. In mijn strategische visie schets ik de toekomst van ons leger.

Nadere informatie

Je complète mon profil. Ik vul mijn profiel aan. J arrive à décoder les messages secrets. Ik kan de geheime boodschappen ontcijferen.

Je complète mon profil. Ik vul mijn profiel aan. J arrive à décoder les messages secrets. Ik kan de geheime boodschappen ontcijferen. Je complète mon profil. Ik vul mijn profiel aan. J arrive à décoder les messages secrets. Ik kan de geheime boodschappen ontcijferen. Ken je Frankrijk? Doe de test. La capitale de la France, c est De hoofdstad

Nadere informatie

Les gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen

Les gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen Werkstuk door een scholier 2812 woorden 7 september 2007 6,9 210 keer beoordeeld Vak Frans Lidwoorden Het bepaald lidwoord In het Nederlands heb je twee bepaalde lidwoorden: de en het. In het Frans heb

Nadere informatie

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Niveau: A2 Beheersingsniveau: Kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse

Nadere informatie

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel.

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. 1 Nieuwe klanten zoeken 1.1 Zich inschrijven op een beurs 1.2 Zijn bedrijf voorstellen 1.3 Over de levering praten 1.4 Nieuwe klanten telefonisch benaderen

Nadere informatie

dag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee

dag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee dag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Gaat het? Het gaat goed. Dat is tof. Vanwaar ben je? goed dank je, dank u vanwaar?

Nadere informatie

Je n ai pas reçu le dépliant.

Je n ai pas reçu le dépliant. 1 Je n ai pas reçu le dépliant. Je bent telefoniste bij de klantendienst van Macro Alleur. Bij de aanbiedingen van de week is er een citruspers Philips AZ77. 1 Lees de dialoog La réception / Le service

Nadere informatie

Woordenschat van unité 1 tot en met unité 20

Woordenschat van unité 1 tot en met unité 20 Woordenschat van unité 1 tot en met unité 0 à: (aller) à (Namur) naar (Namen gaan) 1 à (Paris) in (Parijs) 16 une adresse een adres 16 Quelle est ton adresse? Wat is jouw adres? 16 un âge een leeftijd

Nadere informatie

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Blijft u aan de lijn Restez en ligne s.v.p. Restee añ lienju siel voe ple Blijft u aan de

Nadere informatie

Chapitre 1, Et moi, et moi et moi

Chapitre 1, Et moi, et moi et moi Antwoorden 2 Chapitre 1, Et moi, et moi et moi A Orientation Exercice 1a 1 In Zuidwest-Frankrijk. 2 Surfen, op het strand liggen, de stad bekijken etc. 3 Eigen antwoord. Exercice 1b A, C, E, F, I, J Exercice

Nadere informatie

Le français des vacances Vrais débutants

Le français des vacances Vrais débutants Unité 1 1 Le français des vacances Vrais débutants Photo Isaac Joo Photo Katie Gillham In deze leseenheid leert u -iemand te groeten en van iemand afscheid te nemen -uw naam op te geven en naar de naam

Nadere informatie

Moi, je suis comme ça

Moi, je suis comme ça UNITÉ 3 Moi, je suis comme ça Notre PORTFOLIO Dans cette unité, nous allons een tekst schrijven waarin je informatie over jezelf geeft als je nieuwe vrienden wilt maken en een interview houden. Pour cela,

Nadere informatie

- De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht,

- De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht, Les chiffres talige Doelen - De leerlingen herhalen de cijfers van één tot zeven wanneer de leerkracht ze voorzegt. (1. herhalen) - De leerlingen herkennen de cijfers van één tot zeven. - De leerlingen

Nadere informatie

Objectif général J aime lire ce livre O O O O O. Je peux comprendre un roman sous forme de récit de voyage de quelqu un de mon âge

Objectif général J aime lire ce livre O O O O O. Je peux comprendre un roman sous forme de récit de voyage de quelqu un de mon âge Nom: Bienvenue à Amsterdam, Juliette! De komende weken gaan we een boekje lezen over de Canadese Juliette. Juliette woont in het Franstalige deel van Canada, Québec. Haar moeder Marianne is journalist

Nadere informatie

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand )

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand ) Voorzetsels zijn altijd lastig in een vreemde taal. Wanneer vertaal je op met sur, wanneer met de, wanneer met à? Je moet het maar net weten. Of hier opzoeken natuurlijk :-) voorzetsels prépositions geen

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Can you help me, please? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Do you speak English? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand spreekt Do you speak _[language]_?

Nadere informatie

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen 1 Charles is in de groentenwinkel = Charles est au magasin de légumes. La vendeuse Vraag de meneer wat hij wenst. Monsieur, vous désirez? Vraag

Nadere informatie