Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017

Transcriptie

1 Bestuurscommissie Vervoersautoriteit 5 juli 2017 MRDH, Grote Markstraat 43 Den Haag OPENBAAR DEEL Aanwezig Voorzitter P.J. Langenberg Midden-Delfland H.H.V. Horlings Secretaris A.L. Gleijm Nissewaard Mw. C. Mourik Albrandswaard Mw. J.E. de Leeuwe Pijnacker-Nootdorp P.M. Melzer Barendrecht P.W.J. Luijendijk Ridderkerk V.A. Smit Brielle A.A. Schoon Rijswijk R. van Hemert Capelle aan den IJssel D.P. van Sluis Schiedam M.J.C. Houtkamp Den Haag Th.J.A.M. de Bruijn Vlaardingen R. van Harten Delft L.B. Harpe Wassenaar L. Doorn Krimpen aan den IJssel A.J. de Leeuw Westland A.W. Meijer Leidschendam- F.J. Kist Zoetermeer M.J. Rosier Voorburg Maassluis C. Pleijsier MRDH S.J.M. Bosman (manager openbaar vervoer), J.W. Immerzeel (manager verkeer), T. van Mourik (Vervoersautoriteit), W. Dekker (Vervoersautoriteit) Verhinderd Hellevoetsluis Lansingerland Westvoorne C.J.A. van Lith S. Fortuyn Mw. P. Blok-Van Werkhoven Opening en mededelingen openbaar deel 1. Opening, mededelingen en vaststellen agenda De voorzitter opent te uur de vergadering en heet een ieder welkom. Hij deelt mede dat bericht van verhindering is ontvangen van de heren Van Lith en Fortuyn. Voorts meldt hij dat op 29 juni de Letter of support namens de MRDH is uitgegaan ter ondersteuning van de subsidieaanvrage die momenteel door de RET wordt voorbereid ten aanzien van het zero emission-busnetwerk. De aanvrage betreft een bijdrage in de meerkosten van de eerste 105 zero emission-bussen en de bijbehorende laadinfrastructuur. Deze Letter of support heeft geen juridische en financiële consequenties. De heer Melzer wijst erop dat ook het Voortgangsbericht Regionaal Investeringsprogramma op deze agenda had thuis gehoord, zoals die a.s. vrijdag ook voor het AB is geagendeerd en bij de bestuurscommissie EV aan de orde is geweest. De secretaris erkent dat. Hij voegt eraan toe dat het bericht wel ambtelijk is verspreid en besproken. In mei is door het AB besloten de evaluatie van het programma door te schuiven naar het najaar en dan zal deze ook in de bestuurscommissie aan de orde worden gesteld. De heer Houtkamp vraagt aandacht voor de brief van I&M die bij de mededelingen is gevoegd over parkeerbeheer en -data. De informatie is nogal summier, wat bij hem de vraag heeft doen rijzen of de MRDH over meer gedetailleerde cijfers beschikt. Voorts benieuwt het hem of de MRDH een rol als aanjager kan vervullen met betrekking tot deze data en alles wat daarmee samenhangt. De heer Immerzeel zegt toe te zullen nagaan of de MRDH over meer data beschikt. Hij bevestigt dat de MRDH een aanjagende rol zal spelen om ervoor te zorgen dat alle data op orde komen. Pagina 1 van 8

2 Vaststellen verslag openbaar deel 2. Vaststellen conceptverslag d.d. 7 juni 2017 Naar aanleiding van: De heer Melzer informeert of het probleem met de begroting van Den Haag inzake de aanschaf van Avenio-voertuigen inmiddels is opgelost. De heer De Bruijn antwoordt bevestigend. De bestuurscommissie stelt het verslag van het openbare deel vast. Bespreekpunten 3. Samenwerkingsovereenkomst Voorne Putten Maatwerk- en Doelgroepenvervoer. De heer Harpe licht toe dat de samenwerkingsovereenkomst van de MRDH met de vier gemeenten erin voorziet dat 1,6 miljoen uit het concessiebedrag zal worden gehaald en toegevoegd aan het doelgroepenbudget, waarna gepoogd zal worden daadwerkelijk een start te maken met het vraaggestuurd maatwerkvervoer. De relatie tussen MRDH en gemeenten is aldus geregeld, dat de vier gemeenten opdrachtgever en verantwoordelijk zijn en dat de MRDH in hun opdracht de inkoop- en beheertaken van de overeenkomst op zich neemt. Verantwoording daarvoor zal worden afgelegd aan de opdrachtgevers. Uiteraard zal de bestuurscommissie worden geïnformeerd over de effecten, want die kunnen ook voor andere gemeenten interessant zijn. De heer Schoon zegt de ambtelijke organisatie van de MRDH en de ambtelijke organisaties van de vier gemeenten dank voor het vele werk dat hiervoor is verricht. Het vervult hem met blijdschap en trots dat het nu zo ver is dat de overeenkomst kan worden getekend. De heer Van Sluis waardeert de creatieve manier waarop in de concessies naar samenwerking is gezocht voor de verschillende vervoersoplossingen. Wat hij zich wel afvraagt, is of voldoende is onderzocht hoe de vervoerders hier tegenaan kijken. Hij zou zich kunnen voorstellen dat bepaalde vervoerders het als een vorm van broodroof zouden kunnen beschouwen, omdat nu andere keuzes worden gemaakt ten opzichte van de regelingen die in het verleden golden. De heer Van Harten uit zich eveneens in positieve zin over de voorliggende overeenkomst. Het zou overigens wel heel veel vergen van de ambtelijke capaciteit van de MRDH als dit voor alle gemeenten zou worden gedaan, al is dat wellicht een utopie. Aan de andere kant zou het mogelijk ook wat handjes schelen bij de gemeenten die het in het verleden zelf deden. Zonder een pleidooi te willen houden voor een financiële bijdrage van die kant, verzoekt hij wel hiernaar eens kritisch te kijken, want het is niet zomaar mogelijk alles in te pluggen binnen de MRDH. De voorzitter meent te weten dat het wel de bedoeling is dat de gemeenten hiervoor gedeeltelijk gaan betalen. De heer Horlings complimenteert iedereen die betrokken is geweest bij dit resultaat, dat naar zijn mening juist een lichtend voorbeeld zou kunnen zijn voor elders in de regio. De heer Houtkamp merkt aan het adres van de heer Van Sluis op dat een marktverkenning is uitgevoerd die tot positieve reacties heeft geleid. In plaats van als broodroof kunnen vervoerders het juist ook beschouwen als een nieuwe markt. De vervoersbedrijven die hebben gereageerd, hebben vooral blijk gegeven van een optimistische kijk op deze pilot. Dat het ook voor anderen interessant kan zijn, is zeker waar. Dat is ook de reden waarom in september met de wethouders voor zorg en mobiliteit een bijeenkomst zal worden georganiseerd, om daarin nader in te gaan op de pilot en van gedachten te wisselen over de vraag of een verdere uitrol ervan zinvol kan zijn. Ten aanzien van de kosten die worden gemaakt is de volgende afspraak gemaakt: als ze aan beide kanten vallen, is het budgettair-neutraal en wordt het met gesloten beurzen afgewikkeld; zo niet, dan zal door de vier opdrachtgevende gemeenten een kostendekkende bijdrage worden betaald aan de MRDH. Pagina 2 van 8

3 1. De bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst Voorne Putten Maatwerk- en Doelgroepenvervoer vast te stellen; 2. In te stemmen met het voorstel om - vanuit de expertise van de MRDH rond aanbesteding en beheer van OV concessies de taken inkoop en beheer van het Maatwerk- en Doelgroepenvervoer Voorne Putten in de onderstaande rolverdeling op te pakken; 3. De portefeuillehouder OV-Ontwikkeling te mandateren om namens de bestuurscommissie MRDH Va de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen. 4. Startnotitie governance van het OV van de toekomst in de MRDH. De heer Kist memoreert dat bij het maken van de concessies herhaaldelijk de behoefte is gebleken aan meer tijd om een en ander te verinnerlijken en daarin een aantal keuzes te kunnen maken, wat toen gegeven de druk niet mogelijk was. Wetend echter dat over tien jaar weer een concessie zal volgen, wordt het verstandig geacht een soort Road Map te maken om elkaar de komende jaren door die grote vraagstukken heen te leiden. Voorligt nu het voorstel om aan het eind van dit jaar te komen tot die Road Map, zodat daaraan in de komende jaren gewerkt kan worden. De heer Horlings beveelt aan gelijktijdig ook iets aan prioritering te doen en daarbij de last mile heel uitdrukkelijk in het vizier te houden. Mevrouw De Leeuwe betuigt instemming met het voorstel. Daarbij vraagt zij aandacht voor de verwevenheid van rollen tussen de gemeenten, Rotterdam en Den Haag in dit geval, de MRDH en de vervoersbedrijven. Die verwevenheid kan heel veel kosten besparen, maar heeft ook nadelen, waarbij ze verwijst naar de eerder gevoerde discussie over het gelijktijdig zijn van opdrachtgever, aandeelhouder, eigenaar en vervoerder. De voorzitter stelt dat het van belang is het project goed te blijven volgen. Voor de lange termijn komt het vooral aan op vragen als: wat in de toekomst te doen met aan- of inbesteden, wat zijn de voor- en nadelen, wat voor soort concessies, enz.? Daarnaast echter is met RET, Connexxion en HTM afgesproken dat de komende jaren om de zoveel tijd de balans zal worden opgemaakt, om te bezien of daarin nog iets gecorrigeerd kan worden, om ze nog scherper te houden, en of er reden is om na verloop van tijd weer aan andere afspraken te denken, binnen de raamafspraken die voor tien of vijftien jaar zijn gemaakt. De heer Van Sluis neemt aan dat hiermee gedoeld wordt op de afspraak die is gemaakt om driejaarlijks een herijking te laten plaatsvinden binnen de concessies en dat dat ook één op één in het plan wordt meegenomen. De voorzitter bevestigt dat. 1. Het vaststellen van de startnotitie voor het project governance van het OV van de toekomst in de MRDH. 2. De heer Kist als bestuurlijk trekker van het bij beslispunt 1 genoemde project te vragen de uitvoering snel ter hand te nemen gericht op afronding uiterlijk rond de jaarwisseling. HAMERSTUKKEN 5. Lijst van subsidies 1. De in de lijst van subsidies genoemde besluiten. 6. Verordening bussenleningen De heer Melzer valt het om te beginnen op dat de verordening in z n algemeenheid gewag maakt van de aanschaf van bussen, terwijl het hier volgens hem gaat om de aanschaf van zero emissie-bussen en de bijbehorende laadinfrastructuur. Voorheen bestond al een verordening inzake investeringen in railinfrastructuur en railvoertuigen. Omdat het nu bussen zijn, is daarvoor een aparte verordening nodig. Door Deloitte is indertijd ook onderzoek verricht naar de gewenste hoogte van de risicoreserve in verband met de risico s die afgedekt moeten worden, waarbij ook de risico-opslag een rol speelt. Omdat die informatie in dit voorstel ontbreekt, vraagt hij zich af hoe dit risico nu moeten worden ingeschat. Een minor detail ten slotte: in de verordening wordt gesproken over risico-opslag, in de Pagina 3 van 8

4 algemene voorwaarden en de leningenovereenkomst echter is sprake van een opslag. Het lijkt hem gewenst in beide gevallen een gelijk begrip te hanteren De heer Visser (MRDH) geeft te kennen dat het een welbewuste keuze is geweest om in de verordening gewag te maken van bussenleningen voor het totaal aan bussen en niet specifiek voor zero emissie-bussen, omdat het niet de bedoeling is de hele bussenvloot integraal in één keer voor honderd procent uit zero emissiebussen te laten bestaan. Zoals in de argumentatie is uiteengezet, levert de totale financiering voor dit vervoermiddel in één keer substantiële voordelen op, vergeleken met de beperkte middelen die nu in de BDU ter beschikking staan. Dat de risicobeoordeling voor dit type lening niet zou zijn uitgewerkt, is onjuist. In de toelichting is vanaf de laatste alinea op pagina 3 onder het kopje Staatssteun uiteengezet dat extern onderzoek is uitgevoerd naar de wijze waarop de zakelijke zekerheden gekwalificeerd dienen te worden. Op basis van dat onderzoek is vastgesteld dat die zekerheden waar het bussen betreft als hoog moeten worden gekwalificeerd een belangrijk gegeven voor de toepassing van de tabel die daaronder is weergegeven. Voor de hoogte van een risicotoeslag zijn twee zaken bepalend: naast de zojuist genoemde kwalificatie van de zekerheidsstelling ook de ratingcategorie van de bedrijven aan wie leningen worden verstrekt. Voor de manier waarop dat moet worden toegepast biedt de door Deloitte uitgevoerde analyse voldoende waarborgen. Bovendien is in de verordening bepaald dat de toetsing van de rating jaarlijks zal plaatsvinden. Het moge duidelijk zijn dat de baten die daarmee worden gegeneerd voor de MRDH, bij voorrang zullen worden aangewend om de risicoserve op te bouwen. Ten slotte zegt hij toe dat kritisch zal worden bezien of het begrip risico-opslag overal dezelfde lading dekt. De heer Melzer repliceert dat het wat hem betreft geen probleem is om de lening in het algemeen van toepassing te verklaren op bussen. Het lijkt hem echter wel verstandig ergens in een noot aan te geven dat het om de hele vloot gaat. Dat de gebruikte risico-opslag op zichzelf geregeld is, is juist. Wat nu echter niét is vastgelegd, is wat de gewenste hoogte van de op te bouwen risicoreserve is. In de vorige verordening was aangegeven dat binnen drie à vier jaar de vereiste hoogte zou zijn bereikt en die aanduiding ontbreekt nu. De heer Visser zegt toe dat in de toelichting passages zullen worden toegevoegd over de duur van de looptijd die noodzakelijk is om voldoende risicoreserve op te bouwen en over het feit dat de lening de gehele bussenvloot betreft. 1. Aan het dagelijks bestuur van de MRDH voor te leggen om op grond van artikel 2:1 van de Gemeenschappelijke Regeling de Verordening bussenleningen 2017 ter zienswijze aan de deelnemende gemeenten aan te bieden. 7. Wegnemen mededingingsrechtelijke bezwaren samenwerking RET en HTM zero-emissie. 1. Uit te spreken dat bij een onverhoopte openbare aanbesteding van de stadsbusconcessies: a. het RET niet is toegestaan om in te schrijven op de busconcessie Haaglanden Stad; b. het HTM niet is toegestaan om in te schrijven op busconcessie Rotterdam en omstreken. 8. Vaststellen (exploitatie)subsidies RET Op grond van het vaststellingsverzoek van de RET d.d. 22 mei 2017 en de subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van stadsregio Rotterdam die van toepassing is op basis van artikel 1 van de subsidieverordening van de MRDH 2015 de (exploitatie)subsidies behorende bij de RET N.V. voor het jaar 2015 vast te stellen op bij elkaar opgeteld (inclusief boete rituitval en bonus klanttevredenheid) ,- conform de bijgevoegde ontwerpbeschikking (bijlage 2). 2. Conform de bijgevoegde ontwerpbeschikking(bijlage 2) na verrekening van de reeds verleende bevoorschotting en eerdere gemaakte afspraken over inzet van onderschrijdingen, een bedrag van ,- terug te vorderen. 9. OV-beschikking 2017 concessies Rail. Pagina 4 van 8

5 De heer Houtkamp meent zich te herinneren uit eerdere besprekingen aan deze tafel over concessies e.d. dat het niveau van beheer en onderhoud en vervoerskosten nog wel eens een punt van discussie is binnen bedrijven. Subsidiebeschikkingen als deze zijn, naar hij heeft geleerd, momenten bij uitstek om paaltjes te slaan, als dat nog nodig mocht zijn, vandaar zijn vraag of hierin ook een stimulans is begrepen om binnen de beide exploitaties heel kritisch naar de kosten te kijken. De heer Melzer herinnert eraan dat in de concessieverlening was voorzien dat ook een vergoeding voor algemene beheerkosten zou worden gegeven, een opslag van 7%. Bij deze beschikking wordt nu besloten die voorlopig niet toe te kennen, in afwachting van een onderzoek dat bedrijven daarnaar moeten doen. Wat hem betreft is dat de omgekeerde wereld. Als in de concessie is aangegeven dat men daarop recht zou hebben, waarom wordt die vergoeding dan nu niet in beginsel uitgekeerd, met het verzoek om een nadere onderbouwing, die eventueel nog kan leiden tot aanpassing van het percentage? De heer Bosman bevestigt dat in de beschikking prikkels zijn begrepen voor efficiënter beheer en onderhoud. Bij de voorbereiding van deze subsidieverlening zijn forse discussies gevoerd met zowel RET als HTM. Beide hadden aanvankelijk een veel forser bedrag aan subsidie gewenst, maar met name ten aanzien van beheer en onderhoud zijn de bedrijven stevig onder druk gezet om binnen de financiële kaders te blijven die de MRDH voor de komende tien jaar heeft gesteld. Aan de ene kant betekent dit dat scherper keuzes gemaakt zullen moeten worden in het hele beheer- en onderhoudspakket, aan de andere kant worden de bedrijven gestimuleerd daarin efficiënter te werken en uiteindelijk meer te doen met dezelfde middelen. Hieraan moet hij toevoegen dat over een aantal onderdelen van de subsidieverlening die nu ter tafel ligt nog steeds met RET en HTM in overleg is. De MRDH stelt zich echter op het standpunt dat die discussie niet eeuwig kan blijven duren. De bedrijven hebben al twee keer een voorschot ontvangen en nu wordt de subsidiebeschikking vastgesteld. Deze week en volgende week heeft hij nog overleg met de directies van beide bedrijven. Blijken ze het dan op bepaalde punten nog niet met de MRDH eens te zijn, dan hebben ze altijd de kans om dat formeel, in de vorm van een bezwaar, kenbaar te maken, waarna eventueel later nog aanvullend zal worden beschikt. Over de vergoeding voor algemene beheerkosten is in goed overleg met HTM en RET een afspraak gemaakt. Zij krijgen de beheerkosten vergoed, alleen is nog discussie gaande over de vraag of een opslag van 7% wel reëel is. Omdat dit het eerste jaar is van een nieuwe railconcessie, is in overleg overeengekomen dat 2017 zal worden gebruikt als proefjaar, om te bezien of dit percentage afdoende is, of wellicht te veel. De heer Melzer zegt dank voor de toelichting. Afsluitend pleit hij ervoor stukken als deze tijdiger toe te sturen, opdat ze ook ambtelijk doorgesproken kunnen worden. De heer Bosman zegt het daarmee helemaal eens te zijn. In dit geval werden de stukken van de vervoerbedrijven eigenlijk te laat ontvangen, waardoor men zich voor het dilemma zag geplaatst om de besluitvorming óf nu alsnog voor te leggen, óf daarmee over het hele zomerreces heen te schieten. Het laatste vond hij eerlijk gezegd een nog slechtere keuze. 10. OV-beschikking 2017 concessies Rail 1. Conform bijgevoegde beschikking aan HTM Personenvervoer N.V. voor het Openbaar Vervoer met betrekking tot de concessie Rail Haaglanden voor de periode 11 december december 2017 op grond van de subsidieaanvraag, het concessiebesluit en de verordening Mobiliteitsfonds Haaglanden 2005, die van toepassing is op basis van artikel 2 van de Tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015, een Totale Subsidie te verlenen van maximaal , waarbij de bevoorschotting conform artikel 8 van de beschikking niet in gelijke delen is; 2. Conform bijgevoegde beschikking aan RET N.V. voor het Openbaar Vervoer met betrekking tot de concessie Rail Rotterdam voor de periode 11 december december 2017 op grond van de subsidieaanvraag, het concessiebesluit en de subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012 van de stadsregio Rotterdam, die van Pagina 5 van 8

6 toepassing is op basis van artikel 1 van de Tijdelijke subsidieverordening verkeer en vervoer MRDH 2015, een Totale Subsidie te verlenen van maximaal , waarbij: a. voor dit jaar het opslagpercentage van 7% voor subsidie onderhoud railvoertuigen niet wordt gehanteerd en in plaats daarvan de omvang van de subsidie onderhoud railvoertuigen RET gebaseerd is op de totale kosten van het onderhoud inclusief algemeen beheer. b. De bevoorschotting conform artikel 8 van de beschikking niet in gelijke delen is. 10. Evaluatie implementatie Wet lokaal spoor 1. Vaststellen evaluatie implementatie Wet lokaal spoor conform bijlage 1 2. Vaststellen van de volgende documenten die zijn geoptimaliseerd naar aanleiding van de evaluatie onder beslispunt 1: a. de gewijzigde beleidsregels keuringseisen veiligheidsfunctie (tweede versie 19 juni 2017) volgens artikel 11 eerste lid van de Regeling lokaal spoor; b. aanvulling op melden en opvolging incidenten volgens artikel 16 eerste lid Wet lokaal spoor; c. aangepaste beleidskader Toegangsovereenkomst volgens artikel 30 tweede lid Wet lokaalspoor; d. aangepaste beleidsregels Railwerkvoertuigen 2016 op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht; e. tracésnelheden en voorrangregels in kader van artikel 6, 7, 8 en 10 van het Besluit lokaal spoor; f. mandaatverlening voor het vaststellen van brugtijden spoorbruggen volgens artikel 8 eerste lid van het Besluit lokaal spoor. 11. Overhevelen van portefeuille: aandeelhouderschap vervoerbedrijven 1. Conform bijgevoegd besluit: a. de volmachten aan de portefeuillehouder Middelen Vervoerautoriteit van 6 juli en 7 december 2016 met als onderwerp het uitoefenen van het aandeelhouderschap van RET N.V. en HTM Personenvervoer N.V. in te trekken; b. de portefeuillehouder auto, netwerkmanagement en benutten conform bijgevoegde volmacht te machtigen alle aan het aandeelhouderschap van RET N.V. en HTM Personenvervoer N.V. verbonden bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit te voeren. 12. Overhevelen van portefeuille: aandeelhouderschap vervoerbedrijven. 1. In verband met het zomerreces voor een beperkte periode een mandaat/volmacht te verlenen aan de directeur Vervoersautoriteit of zijn plaatsvervanger tezamen met: - de heer P.J. Langenberg voor weken 28 (met uitzondering van vrijdag 14 juli), 30 en 33 (met uitzondering van maandag 14 augustus); - mevrouw C. Mourik voor de weken 28 (alleen vrijdag 14 juli) en 29; - de heer L.B. Harpe voor week 31 - de heer M.J. Rosier voor de wekend 32 en 33 (alleen maandag 14 augustus) om in spoedeisende gevallen, waarbij aantoonbaar met besluitvorming niet gewacht kan worden tot na het zomerreces, namens de bestuurscommissie Vervoersautoriteit/de voorzitter te besluiten en te ondertekenen. Ter informatie 13. Terugblik op de adviescommissie Vervoersautoriteit d.d. 7 juni Mevrouw Mourik releveert dat de discussie aan het begin van de vergadering helaas meer over de processen en de compleetheid van stukken ging dan over de inhoud, waardoor de evaluatie van de GR MRDH binnen de adviescommissie een heel taai gesprek werd, waarbij de afvaardiging van Barendrecht er uiteindelijk voor koos daaraan niet deel te nemen. Gelukkig zijn de twee vertegenwoordigers van het onderzoeksteam, die zojuist ook tijdens het groepsgesprek aanwezig Pagina 6 van 8

7 waren, wel in staat geweest het gesprek goed om te buigen. De oude discussie over het functioneren van de adviescommissie kwam ook daarin natuurlijk weer naar boven: hoe wordt die rol goed gepakt, hoe verhoudt men zich tot de rest van de gemeenteraad en hoe staat men ten opzichte van de MRDH? De heer Rosier bevestigt dat een goed gesprek op gang is gekomen over de evaluatie van de GR MRDH. Voorafgaande daaraan heeft de commissie de begroting en de beleidsnota reserves etc. besproken. In geen van beide gevallen vond de commissie aanleiding nog een advies uit te brengen aan het AB. Rondvraag en sluiten openbaar deel 14. Rondvraag De heer Van Hemert memoreert dat gisteravond in de raad van Rijswijk ter sprake kwam dat 65+ ers in verschillende gemeenten, waaronder bijvoorbeeld Barendrecht, gratis van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken, iets wat voor hem overigens nieuw was. Hij is benieuwd hoe dat geregeld is, met name financieel, want als zoiets geregeld is, moet dat elders weer andere gevolgen hebben. Het is wellicht handig daarover eens van gedachten te wisselen, om ervan te leren en te bezien of het binnen de MRDH op een of andere manier kan worden opgepakt, zodat er wellicht een eenduidig beleid voor 65+ ers tot stand zou kunnen komen. Ten slotte pleit hij ervoor nog eens aandacht te schenken aan de verbindingen tussen Rotterdam The Hague Airport en andere delen van de regio. De heer Van Sluis deelt mede dat Capelle aan den IJssel al jaar en dag gratis openbaar vervoer kent voor 65+ ers. Inmiddels is ter zake een evaluatie gaande, die voor het einde van het jaar gereed zal zijn. In die evaluatie zijn ook de verschillende openbaar-vervoersoplossingen van andere gemeenten in de regio begrepen, met de kosten daarvan. Hij zal die informatie graag aan de heer Van Hemert doen toekomen, waarin dan misschien aanleiding kan worden gevonden om de volgende serie ook in Rijswijk uit te voeren. De heer Rosier stelt voorop dat hij niet direct de ambitie de kop wil indrukken om op dit punt iets met de 23 gemeenten gezamenlijk te gaan doen, maar moet toch zeggen dat het hem verheugt dat vorige week maandag in Zoetermeer een motie is verworpen om het ook daar in te voeren. De voorzitter geeft aan dat in Rotterdam het standpunt wordt gehuldigd dat 65+ ers hiervoor nog te jong zijn. Welke kosten daarbij precies in het geding zijn, weet hij niet, maar volgens hem loopt het in de tientallen miljoenen. De heer Van Sluis licht toe dat er in Capelle, een gemeente met inwoners, zes à zeven ton mee is gemoeid. De heer Bosman gaat in op de vraag over de verbindingen met Rotterdam The Hague Airport. Het is al een heel lang lopende discussie, maar wellicht doet zich nu een mogelijkheid voor in de afspraken die met HTM zijn gemaakt over de inbesteding van de bus. In dat kader zijn door HTM een aantal leuke dingen voor de mensen geopperd en één daarvan is een airport shuttle. Hoe die vanuit Den Haag naar de gezamenlijke luchthaven gaat, is nog helemaal niet besproken, maar wellicht kan dat prima langs Plaspoelder. De voorzitter herinnert eraan dat twee jaar geleden onder auspiciën van de MRDH een onderzoek ter zake is uitgevoerd, die tot de conclusie heeft geleid dat het met het aantal passagiers dat het vliegveld nu verwerkt helaas te duur zou zijn om een soort people mover-systeem overeind te houden. Pagina 7 van 8

8 De voorzitter sluit om uur het openbare deel van de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag d.d. 20 september 2017 de secretaris, de voorzitter, A.L. Gleijm P.J. Langenberg Pagina 8 van 8