Kerntakendiscussie: toekomstvisie badmintonsport en -organisatie

Transcriptie

1 Agendapunt 5 Kerntakendiscussie: toekomstvisie badmintonsport en -organisatie 1. Inleiding In dit document schetsen wij als bestuur u een toekomstvisie op de organisatie van de badmintonsport in Nederland aan de hand van de gesprekken die met betrokkenen vanaf juni 2013 hebben plaatsgevonden en worden de focusgebieden gepresenteerd en kort toegelicht. Maar eerst wordt de aanleiding van de kerntakendiscussie benoemd, wordt het proces tot aan de voorliggende toekomstvisie en de constateringen uit de bijeenkomsten met betrokkenen beschreven. Aanleiding Aan de hand van contacten en gesprekken die we als bestuur de afgelopen jaren hebben gevoerd constateren we dat het draagvlak voor de bondsorganisatie afneemt. Sinds 1991 is het ledental gehalveerd tot circa leden. Dit dalende ledental zorgt ervoor dat de financiële mogelijkheden afnemen. De maatschappij verandert bovendien snel en Badminton Nederland heeft daar nog onvoldoende op in kunnen spelen. Om naar de toekomst de toegevoegde waarde (draagvlak) van de landelijke bondsorganisatie te verhogen, uit te dragen en te bepalen welke activiteiten wel of niet door een landelijke bondsorganisatie verricht moeten worden, heeft het bestuur besloten de huidige kerntakendiscussie te starten. Aanpak Zoals aangekondigd in de Jaarvergadering van 22 juni 2013 is de urgentie van de kerntakendiscussie hoog en het bestuur heeft daarom gekozen voor een compact proces met zo groot mogelijke betrokkenheid van belanghebbenden. Met ondersteuning van NOC*NSF en een onafhankelijke gespreksleider hebben in een relatief kort tijdsbestek brainstormsessies met het bondsbestuur, gesprekken met stakeholders, regiomanagers en medewerkers bondsbureau en bijeenkomsten (roadshow) met badmintonverenigingen en andere geïnteresseerden plaatsgevonden. Op basis van deze input wordt in dit document een bestuurlijke lange termijn visie met een aantal focuspunten neergelegd. Deze visie overschrijdt de looptijd van het huidige meerjarenplan. Na instemming van de Bondsvergadering met deze toekomstvisie wordt het vervolgproces ingezet. Dit proces wordt in hoofdstuk 4 verder uitgewerkt en toegelicht. Gevraagde besluiten aan de Bondsvergadering - Instemming met de voorgestelde toekomstvisie. - Instemming met de vervolgstappen en het gekozen tijdpad.

2 2. Constateringen belanghebbenden Om de kerntakendiscussie goed te kunnen voeren worden eerst de kerntaken van Badminton Nederland op een rij gezet. Dit betreft (nog) geen prioritering, maar slechts een opsomming van taken die op hoofdlijnen te onderscheiden zijn: Wedstrijdbadminton Verenigingsondersteuning Facilitaire zaken (financiën, ledenadministratie, communicatie, bestuursondersteuning) Deskundigheidsbevordering (Sport)promotie Belangenbehartiging Topbadminton. De toekomstvisie bepaalt welke taken tot focusgebieden worden benoemd en welke prioriteiten hierin worden aangebracht. Deze verdieping vindt in hoofdstuk 3 plaats. De verschillende kerntaken zullen in dit hoofdstuk terugkomen in de vorm van constateringen uit de roadshow en gesprekken met andere belanghebbenden. Tijdens de roadshowbijeenkomsten zijn steeds dezelfde vragen gesteld aan de aanwezigen met betrekking tot de badmintonsport in het algemeen en Badminton Nederland als organisatie, te weten: Wat moeten we blijven doen? Waarmee moeten we stoppen? Wat moeten we gaan doen? Hierbij is enerzijds tevredenheid geuit namens badmintonnend Nederland over het bestaande aanbod en verleende ondersteuning, maar is anderzijds aangegeven dat diverse punten en/of kerntaken een nieuwe aanpak vragen. De constateringen die uit deze bijeenkomsten naar voren komen, in combinatie met de input van stakeholders (afgevaardigde, externe, succesvolle verenigingsbestuurders), medewerkers van het bondsbureau en regiomanagers worden aan de hand van de drie centrale vragen gepresenteerd. 2.1 Wat moeten we blijven doen? Met name bij deze vraag komen (kern)taken van Badminton Nederland expliciet naar voren. Zo worden benoemd: Wedstrijdbadminton: Het organiseren van competities door de bond; Deskundigheidsbevordering: Het opleiden van badmintontrainers en andere kaderleden vindt men van grote toegevoegde waarde. Mede omdat het belang van in het bijzonder goede trainers veelvuldig als succesfactor wordt benoemd door verenigingen; Faciliteren van ontmoetingen binnen de badmintonwereld: Regelen van de ontmoeting tussen bestuurders, trainers, commissieleden et cetera

3 met als doel kennis uit te wisselen en samen te werken zoals dit bij het Badminton Congres gebeurt. Men ziet hierbij voor de bond een netwerkrol door een moderne netwerkorganisatie; 2.2 Waarmee moeten we stoppen? Uit de reacties op deze vraag zijn grofweg twee punten te filteren: Het veranderlijke contributiesysteem van de bond: Verenigingen geven aan behoefte te hebben aan duidelijkheid in rekenmethode en kosten. Een systeem dat bijna jaarlijks wordt aangepast, zoals dit enkele jaren het geval is geweest, zorgt voor onzekerheid bij zowel de verenigingsbestuurders als indirect bij hun leden vanwege de contributie die zij afdragen; Het overmatig en eendimensionaal reguleren van wedstrijdzaken: Men realiseert zich dat de bond een organiserende en regulerende functie heeft en heeft dit ook bij de vraag wat moeten we blijven doen? expliciet benoemd maar stelt dat er steeds meer overbodige regels worden gehanteerd, die bovendien voor alle verenigingen en niveaus gelden, die het spelplezier niet ten goede komen. In enkele gevallen heeft dit tot gevolg dat er op lokaal niveau eigen wedstrijden c.q. competities worden georganiseerd om de regellast te vermijden. 2.3 Wat moeten we gaan doen? Naast de eerdergenoemde behoefte aan ontmoetingen en netwerken binnen de badmintonwereld hebben betrokkenen tevens behoefte aan: Meer en betere samenwerking met derden : Hierbij wordt gedacht aan samenwerking van verenigingen met gemeenten, accommodatiebeheerders en andere zaalsporten. De al eerder genoemde ondersteunende netwerkrol die hierin voor Badminton Nederland is weggelegd komt ook binnen dit thema terug; Persoonlijk contact met de bond: o Enerzijds moet de samenwerking tussen verenigingen en de bond verbeterd worden. Verenigingen willen de gevoelde afstand tussen hen en Badminton Nederland verkleind zien. Deze afstand leidt er ook toe dat steeds vaker de vraag wordt gesteld: waar betalen we eigenlijk voor?. Hoe men dit persoonlijk contact ziet is niet verder gedefinieerd en kan in verschillende vormen van relatiebeheer zijn uitwerking vinden; o Anderzijds kan persoonlijk contact met de bond doorgetrokken worden naar de badmintonners (indirecte leden) in het land. Zij hebben veelal geen idee van de activiteiten en producten die Badminton Nederland ontplooit en ontwikkelt en zullen op deze wijze geen binding met de bond krijgen. Andersom heeft de bond geen goed beeld van de wensen en behoeften van de individuele badmintonner, hetgeen het boeien en binden van verenigingsleden en individuele leden bemoeilijkt; Een bond die haar achterban (inclusief ongebonden badmintonner) kent: Dit kan bijvoorbeeld door directe bevraging in een ledenmonitor. Deze kennis moet vervolgens ook gedeeld worden met verenigingen;

4 Op basis van de kennis over de achterban meer doelgericht en gedifferentieerd communiceren naar badmintonverenigingen, maar ook naar de (indirecte) leden en eventueel (ongebonden) badmintongeïnteresseerden. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat er in de toekomst meer gericht wordt op de klantrelatie dan op lidmaatschap; Nieuw badmintonaanbod: Deze behoefte wordt voornamelijk veroorzaakt door het beperkte badmintonseizoen van september tot april (competitieseizoen tot januari). Diverse malen werd de wens uitgesproken de badmintonsport gedurende alle 12 maanden van het jaar aan te bieden en zo veel mogelijk speelavonden in de week te realiseren om de flexibiliteit van de sport te verhogen en beter aan te sluiten op de wensen van de sporter. Maar bijvoorbeeld ook nieuw aanbod in de vorm van methodische stappen tussen campingbadminton en regulier wedstrijdaanbod om een bredere doelgroep aan te spreken en in te spelen op bestaande (ongebonden) badmintonners; Promotie van de badmintonsport: De aanwezigen schetsen een negatief imago dat aan het badminton kleeft, hetgeen de aantrekkingskracht van de sport beperkt. Let wel, dat het imago gevolgen heeft voor het ledental is een gevoel dat moeilijk kan worden gestaafd. Desondanks is het opvallend te noemen dat dit punt in alle regio s en geledingen naar voren komt. Ideeën over uitwerking van de promotie in de vorm van marketing, PR en communicatie zijn hierbij niet besproken, met uitzondering van de behoefte van verenigingen aan concreet promotiemateriaal dat lokaal kan worden ingezet. 2.4 Conclusies De constateringen in de voorgaande paragrafen zijn niet nieuw. Al in eerdere stadia zijn verschillende onderwerpen door één of meerdere personen naar voren gebracht. Zo zijn er bijvoorbeeld overeenkomsten met het door het toenmalige bestuur ontwikkelde Ondernemingsplan uit Denk hierbij aan de focus op de individuele (ongebonden) badmintonner naast de verenigingen, Badminton Nederland als kennisinstituut en netwerkorganisatie en marketing en communicatie. Dit is enerzijds een teken dat de geuite wensen en visies van belanghebbenden niet sterk wisselen en brengt anderzijds een aantal specifieke uitdagingen met zich mee, omdat deze plannen tot op heden enkele uitzonderingen daargelaten niet zijn uitgevoerd. Deze uitdagingen zijn: a) bij alle betrokkenen moet urgentiebesef ontstaan dat we moeten veranderen: hiermee wordt niet gedoeld op licht bijsturen, maar op een koerswijziging; b) visie omzetten in realisatie; er moet focus aangebracht worden in wat we oppakken en prioriteiten worden gesteld; c) het cynisme en negativisme dient omgezet te worden naar energie om te veranderen. 2.5 Veranderen met succes Dit bestuur is er met zijn wijze van aanpak van overtuigd succesvol te kunnen zijn met het doorvoeren van de gewenste veranderingen. Het succes zit niet in de keuze van wat wij als

5 badmintonnend Nederland willen oppakken, maar in de geloofwaardigheid dat we deze verandering door keuzes te maken gaan bereiken. In het volgende hoofdstuk zal, voortbordurend op de hier gepresenteerde constateringen, de slag gemaakt worden naar focusgebieden binnen de toekomstvisie voor de lange termijn.

6 3. Focusgebieden De kennis, input en ervaringen van het doorlopen traject hebben wij als bestuur vertaald in de volgende toekomstvisie: Badminton Nederland is een transparante en zichtbare serviceorganisatie voor haar leden. De belangrijkste taken voor de organisatie zijn de ondersteuning van verenigingen en de promotie van de sport in brede zin. Daarnaast maakt zij topbadminton (topsport en talentontwikkeling) en wedstrijdaanbod mogelijk en ondersteunt kwalitatief hoogwaardige opleidingen van trainers. Zowel de individuele leden als de verenigingen staan centraal en zijn de primaire focusgroep van Badminton Nederland. Bij verenigingsondersteuning hoort het ondersteunen, inspireren en verbinden van verenigingen. Badminton Nederland is de entiteit op het gebied van badminton en zal door goed relatiebeheer direct in contact staan met zijn leden en zijn kennis delen. Er wordt bij promotie ingezet op de kracht van de sport en het plezier in badminton. Hiermee wordt een groot publiek bereikt dat zich graag aansluit bij Badminton Nederland. Topbadminton, wedstrijdaanbod en opleidingen zijn heel efficiënt ingericht, gedigitaliseerd en zijn grotendeels self supporting. Wat centraal moet zullen we centraal doen, maar wat lokaal (beter) kan zal lokaal worden opgepakt. De organisatie van Badminton Nederland is efficiënt, innovatief en zeer klantgericht. Regulering heeft daarbij plaatsgemaakt voor inspireren en stimuleren. 3.1 De focus Om deze toekomstvisie te kunnen realiseren is er voor de korte termijn een aantal focusgebieden benoemd: Toekomstvisie badmintonsport (Badminton Nederland [landelijk en regionaal], verenigingen en badmintonspelers) Relatiebeheer Badminton Nederland Badminton Nederland als serviceorganisatie Productinnovatie Promotie badmintonsport Overige kerntaken (wedstrijdzaken, deskundigheidsbevordering, topbadminton)

7 A. Relatiebeheer Badminton Nederland Met de focus op relatiebeheer wil Badminton Nederland de ervaren afstand tussen de bond en de verenigingen en hun leden verkleinen. De houding van Badminton Nederland zal hierbij gekenmerkt worden door: aandacht, meedenken en het aandragen van oplossingen. 1. Relatiebeheer verenigingen o Badminton Nederland neemt initiatief in het zoeken van contact met het verenigingen, luistert en draagt waar gewenst oplossingen aan: o Aanbellen en terugbellen ; o Op maat en doelgericht communiceren; o Accountmanagement met persoonlijk contact ; o De landelijke en regionale organisatiestructuur wordt in dienst van verenigingen verbeterd. Doel hierbij is het eerste aanspreekpunt dicht bij huis en een besluitvormingsstructuur met grotere betrokkenheid van verenigingen. o Decentraal wat decentraal kan en centraal wat centraal moet; o Een efficiënte, innovatieve en zeer klantgerichte organisatiestructuur met korte lijnen. 2. Relatiebeheer badmintonner o Badminton Nederland bouwt een relatie op met de leden van de vereniging, de individuele badmintonner. Bijvoorbeeld door het opbouwen van een fan -database. B. Badminton Nederland als serviceorganisatie Badminton Nederland wil dé entiteit op het gebied van badminton zijn; zij heeft op iedere badmintonvraag een antwoord, zet de integrale sporttechnische visie neer, bewaakt de gezamenlijk gemaakte afspraken, maar zorgt tevens dat de regulering van de sport toegankelijk blijft. De bond heeft hierbij een initiërende rol in het vergaren van kennis en faciliteren van netwerkmogelijkheden; Badminton Nederland fungeert als kennisbron en netwerkorganisatie. Verenigingen kennen een grote mate van zelfstandigheid en kunnen daarbij goed inspelen op de lokale behoeften of zich juist onderscheiden met het aanbieden van bepaalde producten. 1. Landelijke ondersteuning van de verenigingen gebeurt door kennisdeling, externe contacten, stimuleren van samenwerkingen, toegankelijke producten en inspiratiesessies. o Bijvoorbeeld in de vorm van het Badminton Congres. 2. Regio s en verenigingen spelen een belangrijke rol in het aanbieden van flexibel en op de doelgroep afgestemd aanbod gedurende 12 maanden per jaar. o Elke dag badminton : bijvoorbeeld d.m.v. methodische stappen van campingbadminton naar regulier wedstrijdaanbod, samenwerking van verenigingen m.b.t. speelavonden en doordeweekse competitie.

8 3. Badminton Nederland zet de leerlijn badminton neer: een beschrijving en uitwerking van hoe men in Nederland badminton het best kan leren en spelen. o In jeugdbeleid en sporttechnisch beleid talentontwikkeling wordt de leerlijn beschreven (reeds in ontwikkeling). 4. Badminton Nederland zet zich in voor deregulering van de wedstrijdsport waar mogelijk. C. Promotie De badmintonsport moet op een positieve manier onder aandacht worden gebracht in Nederland. Onder promotie vallen externe relaties, in- en externe communicatie en marketing. 1. Badminton Nederland en de verenigingen vertellen het badmintonverhaal en maken de sport zichtbaar in het dagelijks leven van mensen met als doel de aantrekkingskracht van de sport vergroten. o Badminton zichtbaar buiten de muren van de sporthal. 2. Bij het vertellen van dit verhaal hoort een positieve uitstraling, waarbij vooruitgang en plezier in badminton voorop staan. o Badminton Nederland vertegenwoordigt vanuit deze visie de belangen van de badmintonsport en haar leden. 3. Zowel topsport als breedtesport worden ingezet om de sport krachtig en consequent onder een groot publiek te promoten en te vermarkten. o Bijvoorbeeld door aantrekkelijke elementen van de sport, zoals snelheid en beweging (voetenwerk), bij topwedstrijden expliciet zichtbaar te maken voor publiek of spelaanpassingen voor bepaalde doelgroepen om de badmintonsport optimaal te beleven. De genoemde voorbeelden binnen de drie focusgebieden zijn niet DE oplossingen, maar worden slechts genoemd om een beeld te schetsen van een mogelijke uitwerkingsrichting. 3.2 Verandering van aanpak van andere kerntaken Een aantal van de genoemde kerntaken in de inleiding van hoofdstuk 2 vraagt een nieuwe aanpak, maar behoort niet tot focusgebieden. De structuur van topbadminton, landelijk wedstrijdaanbod en opleidingen (deskundigheidsbevordering) dienen efficiënt te zijn ingericht, waar mogelijk gedigitaliseerd en grotendeels zelfsupporting. Meespelen op internationaal niveau en topwedstrijden in Nederland behoren tot de ambities en zijn van belang voor de promotie van de sport.

9 4. Vervolgproces Na instemming van de Bondsvergadering met de voorliggende visie wordt een aantal vervolgstappen voor de verdere uitwerking en implementatie voorgesteld. Deze worden hieronder tezamen met een tijdpad geschetst. begin februari februarimaart april - mei eind mei 28 juni juli e.v. 1. Voor ieder focusgebied wordt een werkgroep ingesteld. o De werkgroepen bestaan uit een samenstelling van personen uit diverse geledingen van Badminton Nederland die raakvlakken hebben met het onderwerp. 2. In de werkgroep vindt de nadere uitwerking van een focusgebied plaats. o De werkgroep komt in deze periode circa twee keer bij elkaar. o Hierbij zijn randvoorwaarden zoals vorm van organisatie (regionaal en/of landelijk) en financiële haalbaarheid van de ideeën onderdeel van de uitwerking. 3. De resultaten van de werkgroepen worden aangeboden aan bestuur en directie van Badminton Nederland en gepresenteerd bij regionale bijeenkomsten in het voorjaar van o Verenigingen krijgen hier de gelegenheid te reageren op de gepresenteerde plannen. 4. Na de Regiovergaderingen komen de werkgroepen nog eenmaal bij elkaar om de input uit de vergaderingen te verwerken en tot een concreet actieplan per focusgebied te komen. 5. De uitwerking en implementatieplannen worden voorgelegd aan de Jaarvergadering. 6. Implementatieplannen worden uitgevoerd. Naast de uitwerking door werkgroepen zal overkoepelend onderzoek plaatsvinden naar de organisatiestructuur, teneinde deze aan te laten sluiten op de koerswijzigingen zoals beschreven in deze notitie. Tot slot moet worden opgemerkt dat de uitwerking van de toekomstvisie een dynamisch proces is, waarbij in de loop der jaren steeds nieuwe actuele focusgebieden kunnen worden aangewezen. Dit betekent continu plannen bijstellen en aanvullen waar nodig.