ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING. Aanvraag Planologisch Attest Groep Kempische cva te Turnhout. Inleiding

Transcriptie

1 ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Aanvraag Planologisch Attest Groep Kempische cva te Turnhout Inleiding Het planologisch attest is een document waarin de bevoegde overheid aangeeft of een bestaand bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is. In geval van behoud worden de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden op korte en op lange termijn meegedeeld. Het planologisch attest wordt aangevraagd door en voor een bedrijf waarvoor het maken of wijzigen van een ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg moet overwogen worden om de uitbreiding of het herbouwen van het bedrijf mogelijk te maken. 1 Conform de briefwisseling van de Afdeling Ruimtelijke Planning dd. 01 april 2010 werd door het bedrijf Groep Kempische cva een aanvraag voor een planologisch attest ingediend voor 1 september Op 26 januari 2010 werd de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaard door de Afdeling Ruimtelijke Planning. Op basis van de ligging van een deel van het bedrijf in het deelgebied gemengd regionaal bedrijventerrein van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Turnhout, de gedeeltelijke ligging binnen de afbakening van het regionaalstedellijk gebied en de aard van de aanvraag, werd door ARP geoordeeld dat de aanvraag verder door het Vlaams Gewest dient te worden behandeld. De Vlacoro, opgericht namens artikel Vlaamse Codex RO, bracht op 30 juni 2010 voorliggend advies uit betreffende de aanvraag van een planologisch attest voor het bedrijf Groep Kempische cva te Turnhout. A. Samenvatting van het dossier A.1. Situering Het bedrijf Groep Kempische cva is een handel in bouwmaterialen, en ligt in het zuiden van de stad Turnhout, op de grens met de gemeente Kasterlee. Het bedrijf is deels gelegen in een bestaand bedrijventerrein (grondgebied van de stad Turnhout). De omgeving van het bedrijf heeft een open karakter in het westen en het zuiden. Het gebied ten oosten van het bedrijf is bebost. De ontsluiting van het bedrijf gebeurt via de Bleukenlaan en het bestaande bedrijventerrein. Ten noorden van het bedrijf ligt de E34. A.2. Kenmerken van het bedrijf Groep Kempische cva is een groot- en kleinhandel in bouwmaterialen. Het bedrijf bestaat uit de deelfirma s Kempische bouwmaterialen nv, Kempische rustieke bouwmaterialen nv, Kempentrans nv en K.B.D. nv, allen gevestigd op de bedrijfssite aan de Bleukenlaan. Het patrimonium werd ondergebracht bij Kempimmo nv. Op het terrein bevinden zich ter hoogte van de Bleukenlaan (Turnhout) een toonzaal met burelen en een conciërgewoning. Iets meer ten noorden ligt een tweede toonzaal (ca. 120m²). Tussen beide toonzalen is er een parking met 30 plaatsen. 1 Voor deze aanvraag die voor 1 september 2009 werd ingediend, zijn het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (artikel 145ter) en het besluit van 4 juni 2004 van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest van toepassing. 1/8

2 Achter deze gebouwen is er een grote werkplaats (ca. 2336m²), een boogloods en drie kleinere gebouwtjes/constructies. Het gebied tussen en achter de werkplaats en de loods is bijna volledig verhard en wordt gebruikt als stapelplaats in de open lucht. Op het grondgebied van Kasterlee bevindt zich, ten zuiden van de toonzaal, een expotuin. Ten westen van deze tuin zijn er 4 loodsen, ten zuiden 2 (elke loods heeft een oppervlakte van 300 à 400m²). In het zuidwesten van het terrein is er een hangaar voor het kuisen van stenen (700m²). Ter hoogte van deze hangar is er een parking voor vrachtwagens van het eigen wagenpark (20 plaatsen). Helemaal in het zuiden is er een helihaven met twee loodsen en enkele parkeerplaatsen. Het binnengebied tussen de bebouwing is volledig verhard en in gebruik als opslagruimte in de open lucht (bouwmaterialen, verpakte paletten, mobiele containers). De zuidgrens van de bedrijfssite is bebost. De oppervlakte van de volledige bedrijfssite bedraagt meer dan 10ha. Uit de aanvraag kan worden afgeleid dat, naast de toonzalen, de opslagruimte in open lucht zo goed als volledig toegankelijk is voor de klanten. Het gaat over ca. ¾ van de bedrijfssite. Volgens de aanvraag is, voor het deel gelegen in Turnhout, de toonzaal met burelen vergund in 1979, de werkplaats in 1979 en De stedenbouwkundige vergunningstoestand van de overige gebouwen, de aanwezige verhardingen en opslag in open lucht kan niet worden afgeleid uit het dossier. Voor het deel gelegen in Kasterlee werd er in 2007 een vergunning aangevraagd voor het bouwen van een overdekte stapelplaats en de regularisatie van acht overdekte stapelplaatsen. Uit de aanvraag kan niet worden afgeleid of de aanwezige verhardingen en opslagruimte in de open lucht ook geregulariseerd werden met deze stedenbouwkundige vergunning. De stedenbouwkundige vergunningstoestand van de zuidelijke parking en opslagruimte kan niet worden afgeleid uit de aanvraag. De helikopterlandingsplaats werd vergund in De gegevens m.b.t. de vergunningstoestand kunnen tijdens het openbaar onderzoek nader worden geverifieerd. Het bedrijf heeft 37 werknemers. Het gemiddeld aantal dagelijkse voertuigbewegingen bedraagt 52 door woon-werkverkeer (plus 22 door fietsers) en ca. 200 door klanten (100 op zaterdag). Wekelijks zijn er 72 (vrachtwagens) en 14 (bestelwagens) voertuigbewegingen door leveringen. Het bedrijf is beschikt over een milieuvergunning (tot 2010). Het bedrijf heeft een omzet geboekt van meer dan in het boekjaar dat de aanvraag voorafging. A.3. Planologische context Het bedrijf is een handel in bouwmaterialen, gelegen in de gemeenten Turnhout en Kasterlee. Volgens het gewestplan Turnhout (KB 30 september 1977 en latere wijzigingen) is het bedrijf gelegen in zone voor milieubelastende industrieën en landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Turnhout werd in het RSV aangeduid als regionaalstedelijk gebied. De afbakening van het stedelijk gebied werd goedgekeurd bij BVR van 4 juni Het bedrijf ligt deels binnen de afbakening van het stedelijk gebied. Een deel van de bedrijfssite werd opgenomen in het deelgebied Gemengd regionaal bedrijventerrein Bleukenlaan. Het gebied dat buiten het stedelijk gebied valt, behoort tot het buitengebied. In de ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos, regio Neteland, is het bedrijf gelegen in het deelgebied Klein Nete-gebied. Volgens de beslissing van de Vlaamse Regering van 21 december 2007, wordt dit gebied niet herbevestigd. Het gebied is wel gelegen in een actiegebied type 2. Voor zo n gebied kan een RUP worden opgemaakt na verder onderzoek. In het provinciaal ruimtelijk structuurplan Antwerpen ligt het bedrijf op de grens van de deelgebieden Noorderkempen en Netegebied en op de grens van de subdeelgebieden Turnhoutse en Kleine Nete. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Turnhout werd goedgekeurd door de deputatie op 3 juli Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Kasterlee werd goedgekeurd door de deputatie op 26 januari /8

3 Op ca. 500m ten westen van het bedrijf ligt het VEN-gebied het grooten Houtbos (Vosselaar). Dit gebied werd ook aangeduid als habitatrichtlijngebied. In het zuidwesten grenst het bedrijf aan een habitatrichtlijngebied (Bos- en heidegebieden ten oosten van Antwerpen). Het deel van het bedrijf dat gelegen is in de deelgemeente Kasterlee, ligt in de relictzone Bosgebied Leiseinde en De Waal. Een klein deel van de bedrijfssite is volgens de kaart van de watertoets gelegen in mogelijk overstromingsgevoelig gebied. Dit deel werd ook aangeduid als grondwaterstromingsgevoelig gebied type 1 (zeer gevoelig). De overige delen van de bedrijfssite werden aangeduid als grondwaterstromingsgevoelig gebied type 2 (matig gevoelig). A.4. Korte- en langetermijnbehoefte De aanvraag betreft een gedeeltelijk zonevreemd (klein)handelsbedrijf. Op korte termijn vraagt het bedrijf een bestendiging van de bestaande toestand (impliciet) en een uitbreiding van de opslagruimte in open lucht in zuidelijke richting. Het beboste zuidelijke deel zal worden gerooid en verhard in functie van opslag. Het gaat over het gebied ter hoogte van de helihaven, over de volledige lengte van de zuidelijke grens van de bedrijfssite. De helihaven zelf wordt verschoven in zuidelijke richting. Daarnaast voorziet men nog een zuidelijke uitbreiding van de opslagruimte met een diepte van ca. 30m. Rondom deze opslagruimte wordt een groenbuffer voorzien van 20m breed. Ook ter hoogte van de loods voor het kuisen van stenen wordt een bijkomende stapelplaats voorzien waarvoor er bomen gerooid moeten worden. Daarnaast vraagt men om een nieuwe bedrijfshal te voorzien achter de bestaande werkplaats. Deze loods heeft een oppervlakte van 1200m². Men vraagt een bijkomende personeelsparking ter hoogte van de vier loodsen achter de expotuin. Op korte termijn vraagt het bedrijf dus een uitbreiding van de opslagruimte in open lucht in zuidelijke richting, een nieuwe opslagloods van 1200m² en een bijkomende parking voor het personeel. Op lange termijn vraagt men een overdekte stapelplaats van 1800m², een loods voor het kuisen van stenen van 700m² en nieuwe burelen/showroom (800 à 900m²). Op lange termijn vraagt het bedrijf een overdekte stapelruimte van 1800m² ten zuiden van de expotuin en een uitbreiding van de loods voor het kuisen van stenen met 700m² voor het deel gelegen in Kasterlee. Voor het deel gelegen in Turnhout vraagt men om de bestaande werkplaats uit te breiden met burelen. Daarnaast vraagt men een nieuw gebouw voor burelen en showroom van 800 à 900m². Dit gebouw wordt voorzien achter de kleine toonzaal. Door de geplande uitbreidingen op korte en lange termijn zullen er 3 bijkomende werknemers worden aangeworven. Op korte termijn verwacht men enkel een stijging van het aantal voertuigbewegingen door woon-werkverkeer. Op lange termijn verwacht het bedrijf een lichte stijging van het aantal voertuigbewegingen door klanten. A.5. Openbaar onderzoek De aanvraag voor planologisch attest werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 30 dagen van 12 april tot en met 12 mei Overeenkomstig de bepalingen van art van de Vlaamse Codex RO brengt Vlacoro, na het afsluiten van het openbaar onderzoek, haar advies uit bij de Vlaamse Regering. Naar aanleiding van dit openbaar onderzoek ontving Vlacoro 1 tijdig bezwaarschrift. A.6. Adviezen De gedelegeerde planologisch ambtenaar heeft het advies ingewonnen van de instanties bedoeld in artikel 6, 1 van het besluit van Vlaamse regering van 4 juni 2004, houdende nadere regels voor het planologisch attest en heeft deze verzocht binnen 30 dagen na ontvangst van het dossier hun advies te laten geworden aan de bevoegde commissie voor ruimtelijke ordening. Er werden 9 adviezen tijdig gezonden aan Vlacoro. 3/8

4 B. Advies van Vlacoro De nummers tussen [ ] verwijzen naar de bezwaarschriften en adviezen zoals zij opgenomen zijn in de databank. B.1. Bespreking van de bezwaren en opmerkingen 1. Boerenbond Antwerpen [B1] stelt volgende bezwaren: a. De bedrijfszetel ligt in industriegebied. De aanpalende gronden liggen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Volgens de bestemmingsvoorschriften voor deze gebieden is er geen plaats voor dit zonevreemd bedrijf in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied en is het niet wenselijk om bedrijfsuitbreiding te doen of te bestendigen in dit gebied. b. Het perceel is gelegen in de AA-vallei, de Tielenheide en de militaire domeinen en ligt tussen twee natuurgebieden op het gewestplan, wat het waardevol landschappelijk karakter nogmaals benadrukt. Bezwaarindiener vraagt om hiermee rekening te houden bij de beoordeling van de aanvraag. c. bij de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Turnhout is reeds veel grond met bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied omgezet naar industriegebied. Met deze bestemmingswijziging kreeg het bedrijf weer mogelijkheden om uit te breiden, welke het ook gebruikte. Het gewestelijk RUP voor de afbakening voorziet veel bijkomende ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijven op het nieuwe industrieterrein Veedijk. Deze mogelijkheden moeten eerst allemaal benut worden, vooraleer men buiten het regionaal stedelijk gebied nieuwe terreinen tot industriegebied gaan ontwikkelen. Op die manier wordt er op een meer efficiënte manier met de beschikbare open ruimte omgegaan. d. Vraag is of het bedrijf deze extra ruimte in het agrarisch gebied echt nodig heeft. Dit wordt onvoldoende aangetoond in de aanvraag. Door een herschikken van materialen en voorraden, aanwezig op het terrein, volstaat de beschikbare ruimte ruimschoots om aan de behoefte te voldoen. Waarom moet er op een bedrijventerrein ruimte zijn om met een helikopter te kunnen landen? Waarom niet meer in de hoogte stapelen? Waarom is er een immens grote groene buffer voorzien rond het bestaande terrein? Waarom plant de eigenaar het bewuste perceel op met kerstbomen? Deze pertinente vragen worden niet beantwoord in het aanvraagdossier. Bezwaarindiener vraagt dat het bedrijf alle mogelijkheden benut en aantoont om het efficiënt ruimtegebruik te maximaliseren., vooraleer het bijkomende gronden buiten het afgebakende industriegebied gaat gebruiken. e. De activiteiten van het bedrijf veroorzaken reeds ernstige hinder bij de bedrijven gelegen in het agrarisch gebied. De talrijke helikoptervluchten worden als lawaaierig en storend ervaren. Voor dit soort activiteiten mag geen bijkomende ruimte uit het agrarisch gebied ter beschikking worden gesteld aan de aanvragers. Tevens vragen ze dat de geldende agrarische bestemming blijft om de hinder voor de agrarische bedrijven tot een minimum te beperken. B.2. Bespreking van de adviezen 1. Agentschap Ondernemen [A1] VOORWAARDELIJK GUNSTIG a. Het bedrijf is nu gevat door drie verschillende bestemmingen: (1) gewestplanbestemming industrie, (2) regionaal bedrijventerrein via de afbakening van het RSG Turnhout en (3) landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het bedrijf is grotendeels gelegen binnen de afbakening van het RSG Turnhout op het bedrijventerrein Veedijk. Het is duidelijk dat het bedrijf gelegen is op een zone en locatie bestemd voor dit soort bedrijven. De visievorming in het kader van de afbakening van het RSG Turnhout heeft hier uitspraak over gedaan en kan aangehouden worden. 4/8

5 b. Het agentschap vraagt om aan het bedrijf een positief planologisch attest af te leveren en dit voor het behoud ter plaatse, de korte termijnbehoeften en de lange termijnbehoeften. Het agentschap adviseert om voor dit bedrijf een RUP op te maken als gevolg van het afleveren van een positief planologisch attest, zodat slecht één soort stedenbouwkundige voorschriften van toepassing is voor dit bedrijf. In het kader van de opmaak van het RUP kan de grenslijn van het RSG Turnhout verschoven worden zodat die overeenkomt met de grens van het nieuwe RUP. c. Het bedrijf wenst met de aanvraag de mogelijkheid te krijgen haar stapelplaats in open lucht uit te breiden in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied, en wenst haar vergunde helikopterlandingsplaats te verschuiven. De behoeften op lange termijn bevinden zich in de zones die al een paarse bestemming hebben. In die zin moet enkel een uitspraak worden gedaan voor de kort termijnbehoeften. d. De bouwsector is een zogenaamde problematische ruimtevrager. Ze vraagt over het algemeen grote percelen op regionale bedrijventerreinen, maar wordt omwille van hinder- en mobiliteitsprofiel geconfronteerd met veel maatschappelijk verzet. De noodzakelijke opslagmogelijkheden in open lucht zijn vaak een probleem vanuit vergunbaarheid of maatschappelijk draagvlak. Voor dit bedrijf kan een oplossing worden aangereikt (recent afgebakend regionaal bedrijventerrein, geschikte ontsluitingsmogelijkheden, beperkte vraag naar ruimtelijke uitbreiding. e. Het agentschap adviseert om bij het afleveren van een positief planologisch attest aandachtspunten mee te geven voor het landschappelijke inpassen van de gevraagde opslagmogelijkheden in open lucht. Dit door het opleggen van een kwalitatieve buffer en de koppeling van de aanleg van een buffer aan het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen voor de opslag in open lucht. De ligging van het bedrijf is correct, gezien het zich op een regionaal bedrijventerrein bevindt met de gepaste ontsluitingsmogelijkheden. 2. Departement LNE [A2] Dienst Veiligheidsrapportering. De dienst VR stelt dat er geen veiligheidsrapportering vereist is. Afdeling milieuvergunningen. Men dient rekening te houden met de specifieke milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht die van toepassing zijn. Het bedrijf is gelegen op 280m van het habitatrichlijngebied. De afdeling beoordeelt de aanvraag gunstig onder beperkende voorwaarden van het respecteren van de milieukwaliteitsnormen. Een gunstige beoordeling houdt geen enkele waarborg in t.a.v. eventuele milieuvergunningsaanvragen. Afdeling Milieu, Natuur- en Energiebeleid. Ze stellen vragen m;b.t. zuinig ruimtegebruik. Namelijk parkeergelegenheid op de site betreft 100 wagens versus 26 personeelsleden die met de wagen komen en gemiddeld 100-tal klanten per dag. Het Departement wijst er ten slotte op dat bij e eventuele opmaak van een RUP een screeningsnota dient toegevoegd te worden, die op voldoende wijze aantoont dat de geplande ontwikkeling geen aanzienlijke milieueffecten heeft. 3. Ruimte en Erfgoed Antwerpen [A3] De afdeling wijst er op dat toekomstige aanvragen voor advies dienen voorgelegd aan Ruimte en Erfgoed Antwerpen, waarbij geoordeeld wordt of archeologische prospectie nodig is om het ongekend/gekend archeologisch patrimonium in kaart te brengen. Aldus kan geoordeeld worden of behoud in situ van het aangetroffen erfgoed mogelijk is, of dat een archeologische opgraving dient uitgevoerd te worden. 4. Departement landbouw en visserij [A4] VOORWAARDELIJK GUNSTIG Gelet het feit dat het een historisch gegroeid en behoorlijk stedenbouwkundig vergund bedrijf is en dat de uitbreiding wordt voorzien bij de bestaande bedrijfssite en dat een herlocalisatie enkel de nood aan bijkomende stapelruimte alleen zou verleggen, oordeelt het departement dat de uitbreiding zoals voorgesteld in het planologisch attest vanuit landbouwkundig oogpunt een aanvaardbare keuze is. 5/8

6 Bij de opmaak van een RUP verwijst het departement naar het besluit van de Vlaamse Regering inzake gebruikerscompensatie (vergoeding voor de gebruiker van het landouwperceel). Deze voorwaarde stelt de afdeling bij een gunstig advies op het planologisch attest. 5. Schepencollege Kasterlee [A5] DEELS GUNSTIG, DEELS ONGUNSTIG a. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente Kasterlee (goedgekeurd op 26/01/2006) stelt dat het terrein gelegen is in de agrarische structuur en in de deelruimte Tielenheide - Aavallei. Hier ligt de nadruk op de landschappelijke hoofdstructuur, waarin het behoud van de nog gave open ruimte voorop staat Grondgebonden landbouw is de hoofdbeheerder, grondgebonden veeteelt is de ruimtelijke drager. Er is geen ruimte voor nieuwe grondloze bedrijven. Uitbreiding, herlokalisatie of vernieuwen van vergunningen van bestaande bedrijven is wel mogelijk. Het noorden van dit gebied langs de Aavallei is een corridorfunctie dwars op de vallei tussen Tielenheide en Grotenhoutbos in Gierle - Vosselaar. De gevraagde verdere uitbreiding in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied strookt niet met deze bepalingen uit het structuurplan. b. Het bedrijf gebruikt het grootste deel van hun terreinoppervlakte voor de opslag en verkoop van bouwmaterialen in open lucht. Deze activiteit zorgt voor lawaai- en stofhinder in de omgeving van het bedrijf. Het hoogdynamische karakter van deze bedrijvigheden heeft een onmiddellijke weerslag op de omliggende omgeving. Binnen de zone voor een gemengd regionaal bedrijventerrein is deze activiteit aanvaardbaar op voorwaarde dat er een voldoende grote bufferzone wordt voorzien tussen dit terrein en het omliggende landschappelijk waardevol agrarisch gebied. c. Het bedrijf wil op korte termijn een uitbreiding van de stapelplaats in open lucht in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Een deel van de open lucht stapelplaats en de helikopterlandingsplaats bevinden zich nu reeds in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De bestaande situatie kan bestendigd worden op voorwaarde dat de huidige bufferzone gehandhaafd blijft. Een verdere uitbreiding van de stapelplaatsen in open lucht en het verplaatsen van de helikopterlandingsplaats zijn ruimtelijk niet aanvaardbaar. Bij de opmaak van het gewestelijk RUP 'gemengd regionaal bedrijventerrein Bleukenlaan' werd reeds een duidelijke afbakening van het gebied gegeven. Dit RUP stelt eveneens dat het landschappelijk waardevol agrarisch gebied ten zuiden van de E34 rond de Aavallei en de bossen omwille van de aanwezige ecologische waarden en potenties, prioritair grensstellende elementen zijn vanuit het buitengebied ondanks de druk van het industriegebied op deze open ruimte. Bovendien wordt de noodzaak aan bijkomende ruimte in het landschappelijk waardevol agrarisch gebied onvoldoende aangetoond. Op het huidig bedrijventerrein is geen sprake van zuinig ruimtegebruik. d. De uitbreidingen op korte en op lange termijn die gepland zijn op het grondgebied in de gemeente Turnhout en die gelegen zijn binnen het gewestelijk RUP 'gemengd regionaal bedrijventerrein Bleukenlaan' zijn ruimtelijk aanvaardbaar. f. Voor de aanvraag op korte termijn wordt een ongunstig advies gegeven voor het kappen van bomen, uitbreiden van de stapelplaatsen, verplaatsen van de Helihaven en aanleggen van een nieuwe groenbuffer. Gunstig advies wordt gegeven voor het oprichten van een nieuwe bedrijfshal op grondgebied van de gemeente Turnhout en voor de uitbreiding van de parking voor het personeel binnen de zone gemengd regionaal bedrijventerrein op het grondgebied van de gemeente Kasterlee. Gunstig advies wordt gegeven voor het bestendigen van de bestaande vergunde helihaven (volgens vergunning van 09/07/1996) en stapelplaatsen (volgens vergunning van 13/08/2007) op het grondgebied van de gemeente Kasterlee. Voor de aanvraag op lange termijn wordt een gunstig advies gegeven voor de geplande werken op lange termijn m.n. het oprichten van een hangaar voor het kuisen van stenen en het bouwen van een overdekte stapelplaats binnen de grenzen van de zone gemengd regionaal bedrijventerrein Bleukenlaan op het grondgebied van de gemeente Kasterlee. Gunstig advies wordt verleend voor het oprichten van bijkomende burelen en showroom op het grondgebied van de stad Turnhout. 5a. Vlacoro stelt vast dat de gevraagde uitbreiding in het landschappelijke waardevol agrarisch gebied niet strookt met het GRS voor Kasterlee. Hierbij ligt de nadruk op de uitbouw van een landschappelijks hoofdstructuur en het behoud van de open ruimte. 6/8

7 Vlacoro benadrukt dat het afbakeningsproces regionaal stedelijk gebied is afgerond. De Vlaamse Regering heeft op 4 juni 2004 het gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied definitief goedgekeurd. Het zuidelijke gedeelte met bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied werd aldus opgenomen binnen het buitengebied. 5b. Vlacoro erkent het hoogdynamisch karakter van dit bedrijf. De Vlacoro ondersteunt aldus de vraag naar de gemeente voor een volwaardige buffer. 5c en d. Vlacoro vraagt een zuinig ruimtegebruik binnen het huidige bedrijventerrein. Dit is momenteel niet het geval vb. expotuin binnen het bedrijventerrein. Binnen het bedrijventerrein dienen allereerst alle mogelijkheden voor zuinig ruimtegebruik benut te worden, vooraleer een uitbreiding kan overwogen worden. 5e. Vlacoro verwijst naar zijn eindconclusie B3. 6. VMM [A6] GUNSTIG Het project wordt gunstig geadviseerd en is in overeenstemming met het decreet Integraal Waterbeleid. Er wordt geen schadelijk effect verwacht op de waterhuishouding. Een aandachtspunt betreft dat de afwatering van de toekomstige gebouwen en verhardingen moet voldoen aan de voorwaarden van de GSV inzake hemelwaterputten. Vlacoro neemt akte van dit advies en onderschrijft het. 7. Provinciebestuur Antwerpen [A7] Het advies van het provinciebestuur Antwerpen is gelijklopend aan het advies van het Schepencollege Kasterlee. 8. Agentschap Natuur en Bos [A8] ONGUNSTIG Een uitbreiding in zuidelijke richting is enkel aanvaardbaar indien deze beperkt blijft tot perceel 13b. Het bos op dit perceel mag worden gerooid. Het agentschap geeft negatief advies voor de uitbreiding van het bedrijf op de percelen 16b en 17a. De inname van deze percelen voor bedrijfsactiviteiten heeft immers een verdere aantasting van de open ruimte tot gevolg en zou de natuurverbinding tussen het Grotenhoutbos en het militair domein (via de vallei van de Aa) doorbreken. Het agentschap stelt voor om deze percelen te beplanten met streekeigen bomen en struiken zodanig dat een brede bufferstrook van 50m ten zuiden van het bedrijf ontstaat. Deze strook kan dan ook fungeren als ecologische verbinding tussen de 2 nabijgelegen natuurdomeinen. Het is essentieel dat de hoge (voor fauna) ondoordringbare omheining die nu rond de percelen staat, verwijderd wordt en verplaatst naar de zuidelijke grens van het perceel 3a. Ook de fijnsparren die recent op deze percelen werden aangeplant dienen te worden verwijderd. 9. Schepencollege Turnhout [A9] VOORWAARDELIJK GUNSTIG a. Er wordt gesteld dat een uitbreiding van de openluchtopslagruimte noodzakelijk is maar nergens in de aanvraag wordt hieraan een aantal m² aan verbonden. Nu wordt gewoon voorzien dat alle grond momenteel in eigendom van het bedrijf benut zal worden. Dit is een afweging maar heeft op korte termijn als effect dat de beschikbare ruimte niet optimaal benut zal worden. Men kan zich afvragen of het terrein nu optimaal benut wordt, zo zijn er her en der op het terrein parkings voorzien en waarom wordt er geen uitbreiding van opslagruimte voorzien in de expotuin met hoge beplanting (deze tuin is niet essentieel voor de goede bedrijfsvoering en is in zone voor bedrijvigheid gelegen). Dit alles maakt het moeilijk om de noodzaak voor uitbreiding in landschappelijk waardevol gebied te beoordelen. b. Het buffergroen op het terrein bestaat momenteel voornamelijk uit sparren. In de toekomst is het aangewezen om naar een meer kwalitatieve buffergroen te gaan bestaande uit streekeigen middelhoge en hoge beplanting. 7/8

8 c. Voor de uitbreiding van de buitenopslagruimte moeten er zeer veel bomen (bos?) sneuvelen. Dit verlies aan groen kan gedeeltelijk op het eigen terrein gecompenseerd worden. Aan de westkant van het bedrijfsterrein op de grens met landschappelijk waardevol agrarisch gebied wordt er bij voorkeur ook een bufferstrook van 20 m voorzien. d. Momenteel zijn er twee toegangen tot het bedrijfsterrein 1 op het grondgebied Turnhout, de hoofdingang en 1 secundaire toegang aan de zuidkant van het bedrijfsterrein. Vanuit ruimtelijk oogpunt is het beter als enkel de noordelijke toegang behouden blijft als ontsluiting voor het gehele bedrijfsterrein. Zo wordt het verkeer volledig afgewikkeld binnen de industriezone zelf en kan de openbare weg niet gebruikt worden als onderdeel van de circulatie van het bedrijfsterrein. De bestaande inrit op het einde van de Bleukenlaan is de aangewezen toegang. De toegangsweg aan de zuidelijke kant van het bedrijfsperceel moet afgesloten worden. e. Het college van burgemeester en schepenen geeft voorwaardelijk gunstig advies; volgende voorwaarden worden opgelegd: Er mag op het terrein slechts 1 toegang voorzien worden. Dit is de bestaande hoofdingang op het einde van de Bleukenlaan gelegen op grondgebied Turnhout. De secundaire ingang aan het zuidelijk deel van het bedrijfsterrein moet gesupprimeerd worden. Nieuwe of her aan te leggen bufferstroken moeten aangeplant worden met streekeigen groen. Ook de bestaande westelijke buffer op de grens met landschappelijk waardevol agrarisch gebied moet een breedte 20 m breedte krijgen. De verplichting om deze bufferzone te voorzien zal bij een eventuele aanvraag voor het bouwen van een loods, waarvan de inplanting is voorzien op korte termijn, de aanleg van deze bufferstrook als last opgelegd worden.. 9a. Vlacoro verwijst naar zijn standpunt 5c. 9b en c. Vlacoro ondersteunt de vraag naar kwalitatief buffergroen van streekeigen beplanting. 9d. Vlacoro neemt akte van dit voorstel inzake ontsluiting van het bedrijventerrein en vraagt om dit voorstel verder te toetsen op zijn duurzaamheid. 9e. Vlacoro verwijst naar zijn eindconclusie B3. B.3. Besluit Vlacoro besluit dat, uitgaande van het principe van zuinig ruimtegebruik, het bedrijf zich verder kan en dient te ontwikkelingen binnen het bestaande bedrijventerrein (bestemming regionaal bedrijventerrein en bestemming industriegebied). Aldus verleent Vlacoro ongunstig advies voor de aanvraag van een planologisch attest door het bedrijf Groep Kempische cva te Turnhout. Verleend te Brussel op 30 juni 2010, De vaste secretaris, De voorzitter Bea Kayaerts Stijn Heremans 8/8