Niercarcinoma (omvat onder andere een samenvatting van de EAU guidelines 2002)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Niercarcinoma (omvat onder andere een samenvatting van de EAU guidelines 2002)"

Transcriptie

1 Niercarcinoma (omvat onder andere een samenvatting van de EAU guidelines 2002) 1. Inleiding. Het RCC (Renaal Cell Carcinoma) vertegenwoordigt ongeveer 2 % van alle kan-kers en er is een wereldwijde jaarlijkse toename van 1,5-5,9 %. De tumor wordt gemiddeld ontdekt op 70 jaar, 1,5 tot 3,1 maal vaker bij mannen dan bij vrouwen. Die stijgende incidentie komt vooral door toenemend gebruik van beeldvormingstechnieken als echografie en CT-scan, vandaag zijn % der gevallen dan ook toevallige ontdekkingen. Het nieradenocarcinoma of renaal celcarcinoma ontstaat uit het epitheel van de renale tubuli. Hoewel industriële toxische stoffen, roken en obesitas tot niercarcinoma kan aanleiding geven, is er in het merendeel der gevallen geen duidelijke carcinogene stof aantoonbaar. Hoewel von Hippel-Lindau 30 tot 50% renaalcelcarcinomata vertonen, is dit slechts verantwoordelijk voor een gering aantal carcinomata in de nier. Toch zijn er meer en meer genetische afwijkingen aantoonbaar in het niercarcinoom zelf. Multicentriciteit in dezelfde nier wordt aangetroffen bij een 10% van de niertumoren en bilateraliteit in slechts 1%. Het klinisch verloop van de niercelcarcinomen is nogal onvoorspelbaar en er zijn zelfs spontane regressies van metastasen bekend. De prognose blijft slecht, 25 tot 30 % der nieuwe patiënten hebben aantoonbare metastasen en een substantiëel aantal heeft subklinische metastasen. De overleving correleert nauw met het initiële stadium, % 5-jaarsoverleving voor gelokaliseerde ziekte en 0-13 % voor gemetastaseerde ziekte. 2. Anatomopathologie. TNM-classificatie Een belangrijk gegeven is de verhouding van de niertumor ten opzichte van het nierkapsel. Hoewel de niercontour kan vervormd zijn door de tumor welke vaak voor een belangrijk gedeelte buiten de niercontour gelegen is, is de manier van infiltreren in het omliggend vetweefsel bepalend. Zolang er microscopisch geen duidelijk sprieterige invasie is in het omliggend nierweefsel en er een soort van pseudokapsel wordt gevormd, is de prognose op zichzelf gunstiger dan bij een onregelmatige microscopische infiltratie in het vetweefsel, ook het vetweefsel van de renale sinus. Invasie van kleinere venen in de tumor zelf is niet erg belangrijk. Voor veneuze invasie dient men macroscopisch zichtbare invasie te vinden of microscopisch in venen met een wand opgebouwd uit glad spierweefsel en gelegen buiten de hoofdtumor. Gezien metastasen zich soms uitbreiden via het para-ureterale veneuze of lymfatische netwerk is het best ook enkele gerandomiseerde biopten te nemen van het adventitiële vetweefsel rondom begin van de ureter. Ook de Fuhrmanclassificatie is belangrijk. Dit is een microscopische gradatie van differentiatiegraad van tumor. Graad I is de best gedifferentieerde graad met relatief kleine en uniforme kernen met kleine of vrijwel totaal afwezige nucleolen en een kern met diameter van 10 micron. Graad II van de Fuhrmanclassificatie toont kernen, ietwat onregelmatig in contour en diameter met een diameter van 15 micron en nucleoli zichtbaar bij een vergroting x400. Graad III toont matige tot uitgesproken irregulaire en nucleaire contour met een diameter van ongeveer 20 micron met duidelijke nucleoli zichtbaar bij een vergroting x100. Fuhrmanclassificatie graad IV toont ongeveer dezelfde kernen als bij graad III doch deze zijn multilobulair, multipel of zeer bizar en hebben onregelmatige klompen chromatine. 1

2 De hoogste graad die gevonden wordt, is van tel zonder rekening te houden met de uitgebreidheid van deze differentiatiegraad. Mitosen zijn meestal vrij schaars en zijn uitzonderlijk bij graad I en II. Wanneer er één à twee mitosen worden teruggevonden bij een 10 HPF is de prognose meestal reeds ongunstig. Clear-cell renaal celcarcinoom Dit maakt ongeveer 2/3 tot 3/4 van de renale celcarcinomata uit. Soms kan het cytoplasma vrij eosinofiel zijn. Vaak puilen deze tumoren uit buiten het contour van de nier. Bij doorsnijden zijn ze meestal goudgelig van kleur met zones van grijze oedemateuze gebieden met hemorragie, necrose en cysten. In 5% van deze tumoren is er sarcomatoide dedifferentiatie. Macroscopisch komt het meestal voor als vast wittig weefsel. Soms is de nieuwe tumor uitzonderlijk cystisch met een zeer goed gedifferentieerde graad van kernen. Meestal is er ook weinig evidentie van maligniteit bij dergelijke tumoren. Toch worden ze geklasseerd bij de renaal celcarcinomata subtype multilobulair cystisch. Meestal zijn deze omgeven door een fibreus pseudokapsel en is de tumor zelf samengesteld uit cysten van elkaar gescheiden door septa zonder duidelijke noduli. In deze septa zijn er wel klaarcellige cellen met cytologisch geringe atypieën. Microscopie : Dit type van tumor heeft een typisch alveolair vertakkend netwerk van kleinere bloedvaten welke de tumor in alveolaire clusters aflijnt. Deze vaatjes zijn zeer fijn en uniform. Deze vascularisatie heeft een vrij karakteristiek patroon. Ook microscopisch kunnen er kleinere cysten gevormd worden. Meestal zijn er verschillende zones terug te vinden met verschillend celvolume of cytoplasmatische volume doch dit verschilt duidelijk van de ene zone tot de andere en er is geen duidelijk mengpatroon of mozaiekpatroon van dergelijke cellen. Dit in tegenstelling met het chromofoob renaal celcarcinoma. Het cytoplasma is meestal gekenmerkt door een overvloedige hoeveelheid lipid of glycogeen. Genetisch Deze tumoren zijn meestal gekenmerkt door een verlies van genetisch materiaal op 3p. Soms is chromosoom 3 volledig verloren. Ook verlies van heterozygositeit op chromosoom 13 komt voor en is meestal gekenmerkt door een slechtere prognose. Differentiële diagnose : Sarcomatoide dedifferentiatie dient onderscheiden te worden van de zeldzame echte niersarcomata. Het nemen van meerdere biopten kan hier een oplossing brengen zo ook immunohistochemie (epitheliale merkers). Ook een urotheelcelcarcinoma afkomstig van het pyelum vooral wanneer deze de ganse nier aantasten kan een probleem veroorzaken. Ook hier kan het nemen van nieuwere biopten typisch urotheelcelcarcinoma aantonen. Hoog moleculaire cytokeratine of CEA wijst in de richting van een urotheelcelorigine. Xanthogranulomateuze pyelonephritis en malacoplakie metastasen in de bijniercortex of in de schildklier kunnen meestal opgelost worden met immunohistochemie. Het capillair hemangioblastoom in de hersenen kan ook een hypernephroom suggereren en omgekeerd temeer daar beide bij von Hippel-Lindau kunnen voorkomen. Hier kan een EMA-kleuring voor de oplossing zorgen daar een niercelcarcinoma wel kleurt en een hemangioblastoma niet. 2

3 Het papillaire renaal celcarcinoma Dit vormt ongeveer 10 à 15% van de niercarcinomata. Deze zijn meestal gekenmerkt door een trisomie of tetrasomie van 7 en chromosoom 17, bij mannen kan het Y-chromosoom verloren zijn. Macroscopisch zijn dergelijke tumoren vaak gekenmerkt door hemorragie en necrose en soms door calcificaties. Microscopisch onderscheiden deze tumoren zich door dicht opeengepakte papillaire structuren waarvan de fibrovasculaire stroma-assen soms schuimige macrofagen bevatten en soms psammomalichaampjes. Het type 1 is frequenter dan het type 2. Het eerste toont meestal vrij kleine cellen met weinig cytoplasma, met uniforme typische nucleolen en met kleine nucleolen. Het type 2 papillaire adenocarcinomen toont meestal grotere cellen met eosinofiel cytoplasma. Soms zijn de kernen pseudogestratifieerd en hebben de kernen meestal forsere nucleolen. Bij jongere personen dient dit te onderscheiden van de overwegend epitheliale Willmstumor. Chromofoob niercelcarcinoom Dit vormt ongeveer 5% van de nieradenocarcinomata. Hier zijn de tumoren genetisch gekenmerkt door een verlies van meerdere chromosomen. Er is ook een chromofobe variante welke blijkbaar minder agressief is dan het klassieke renaal celcarcinoom. Macroscopisch is het chromofoob carcinoom goed begrensd, rozig tot bruin van kleur. Deze kleur kan echter bleker worden of verdwijnen na fixatie in formol. Meestal zijn er geen cysten zichtbaar in deze tumor. Microscopisch zijn de cellen gekenmerkt door kleine intracytoplasmatische vesikels wat zorgt voor een bleek en reticulair cytoplasma behalve bij de eosinofiele variante van chromofoob celcarcinoma. Deze laatste dient onderscheiden te worden van het renaal oncocytoma. De andere vaatstructuren onregelmatiger verdeeld, het mozaiekpatroon van de celvariabiliteit en de cytoplasmatische kenmerken laten meestal toe de differentiële diagnose te stellen met oncytoma en met het klassieke hypernephroom. De differentiële diagnose met het oncocytoma kan gemaakt worden door de perinucleaire halo en de onregelmatig irregulaire kernen. Collecting duct carcinoma Dit is een zeldzaam carcinoma dat meestal in zijn beginstadium in de binnenste medullaire zones terug te vinden. Microscopisch kunnen dergelijke tumoren omschreven worden als een mengeling van adenocarcinoma en urotheelcelcarcinoma met vormen van irregulaire ductale structuur en strenge tumorcellen gelegen in een losmazig licht basofiel stroma. Soms zijn de cellen welke de ductale lumina aflijnen soms meer van het duimspijkertype of klinknageltype. Renaal celcarcinoma niet te classificeren Meestal vormt dit een groep van ongeveer een 5%. Neuro-endocriene tumoren waaronder kleincellig carcinoma Dit toont veel gelijkenis met het kleincellig bronchuscarcinoom. Vroegtijdige uitbreiding in het retroperitoneale weefsel en uitzaaiing naar lymfeklieren is klassiek. Angiomyolipoma Dit is een mesenchymale tumor opgebouwd uit vet, glad spierweefsel en dikwandige bloedvaten. Soms gepaard gaande met tuberose en sclerose. De tumoren zijn soms vrij volumineus. Ze zijn niet omkapseld hoewel ze meestal goed begrensd zijn. Bij doorsnijden heeft het macroscopisch aspect dit van lipoma. Microscopisch is er een wisselende hoeveelheid glad spierweefsel, vetweefsel en bloedvaten. Soms kunnen er vrij bizarre en pleomorfe kernen teruggevonden worden. Wanneer er weinig vetweefsel is, kunnen deze tumoren soms moeilijk onderscheiden worden van andere mesenchymale tumoren zoals bijvoorbeeld leiomyomata. Er is een variante van angiomyolipoma dat soms voor een carcinoma kan genomen worden en geklasseerd wordt als het epitheloide angiomyolipoma. Meestal zijn er mengelingen van polymorfe 3

4 cellen met overvloedig eosinofiel cytoplasma. Soms ganglionachtig of spindle-cell-achtig. Ze bevatten meestal positiviteit immuunhistochemisch voor actine en voor HMB45 en epitheliale merkers zijn meestal afwezig. Sommige van deze tumoren kunnen letaal zijn. Andere zeldzame tumoren zijn juxtaglomerulaire celtumor, renomedullaire interstitiële celtumor, rhabdomyosarcoma Andere sarcomata.. We vermelden hier enkel nog het cystische nephroma ook nog multiloculaire cyste of multiloculair cystic nephroma genoemd. Dit is een zeldzame benigne niertumor meestal slechts aanwezig bij vrouwen. Dit is een goedaardige tumor. De tumor is omgeven door een fibreus pseudokapsel. Er zijn geen expansieve noduli terug te vinden noch macroscopisch noch microscopisch in de cystische septa. De cysten zijn meestal bekleed door afgevlakte cuboidale of Hobnailachtige cellen en in de septa zijn er geen cellen zoals bij het klassieke cystische hypernephroma. Urotheelceltumoren van renale pelvis of ureter Hiervoor kunnen we tendele verwijzen naar de urotheelceltumoren van de blaas. De pyelumtumor heeft ongeveer dezelfde epidemiologie als de blaastumor. Het zijn vooral mannen, meestal oudere met een voorgeschiedenis van tabak, fenacetine of industriële carcinogenen. Ook thorotrastnieren vallen hieronder. Soms zijn ze multifocaal en in 50% is er ook een geschiedenis van urotheelcelcarcinoma van ureter of blaas. In de TNM-classificatie is hier vooral invasie in de musculosa een prognostisch belangrijk teken en gezien er vaak recidief is distaal in de ureter snijdt men meestal de totale ureter en nier weg samen met een cuff-resectie van de urineblaas. Voor TNM-classificatie zie TNM Prognose klassieke hypernephroma clear-cell-type. Zie hiervoor Cancer april 1, 2003, volume 97, nummer 7, pagina De Mayo Clinics publiceren hier een reeks van 1671 patiënten en in de follow-up wordt vooral gekeken naar de metastasevrije survival genomen vanaf het tijdstip van radicale nephrectomie en houdt rekening met de Fuhrmanclassificatie zoals hierboven vermeld, de diameter van de tumor, de TNM-classificatie en de necrose in de tumor. De necrose in de tumor wordt onderverdeeld in een coagulatienecrose en een hyalinisatienecrose met bloeding of fibrose. Enkel de echte coagulatienecrose wordt als necrose beschouwd. De Nuclear grade wordt onderverdeeld zoals de klassieke Fuhrmanclassificatie in graad I tot IV. De diameter van de tumor wordt onderverdeeld in een groep minder dan 10 cm en één groter dan 10 cm. De lymfeklieren worden onderverdeeld in N0, N1 wanneer er één regionale lymfeklier is aangetast en N2 bij meerdere aangetaste lymfeklieren. De pt wordt onderverdeeld zoals in het TNM-boek van Er worden verschillende scores toegekend. Zo is de afwezigheid van bijvoorbeeld tumornecrose score 0 en aanwezigheid score 1. Nuclear grade I en II krijgen score 0. Nuclear grade III score 1 en Nuclear grade IV score 3. Tumoren kleiner dan 10 cm krijgen score 0 en groter dan 10 cm score 1. Positieve regionale lymfeklieren krijgen steeds score 2. T1a score 0, T1b score 2, T2 score 3 en vanaf T3 t.e.m. T4 steeds score 4. Aldus heeft men een metastasevrije survival onder te verdelen in drie groepen, score 0 tot 2 heeft een tienjaarsoverleving van 92,5%. Score 3 tot 5 heeft een tien jaar metastasevrije survival van 64,3 en score 6 en meer heeft een tien jaar survivalvrije overleving van 23,6%. Dit kan nog verder opgesplitst worden van score 0 t.e.m. score 8 en meer. Hieruit blijkt dat 30% van de patiënten die initieel geen meta s vertoonden toch uiteindelijk sterven door meta s. 4

5 3. TNM-classificatie/stadiumindeling. TNM-classificatie 1997: Tx Primaire tumor kan niet geëvalueerd worden T0 Geen evidentie van primaire tumor T1 Tumor 7cm, beperkt tot de nier T1a Tumor 4cm T1b Tumor > 4cm en 7cm T2 Tumor > 7cm, beperkt tot de nier T3 Tumor extensie in grote venen of rechtstreekse invasie bijnier of inva-sie perinefritisch weefsel, doch beperkt tot de fascia van Gerota T3a Rechtstreekse invasie bijnier of invasie perinefritisch weefsel, doch beperkt tot de fascia van Gerota T3b Tumor extensie in renale venen of vena cava inferior (onder diafragma) T3c Tumor extensie in vena cava inferior (boven diafragma) T4 Tumor extensie buiten fascia van Gerota Nx Regionale lymfeklieren kunnen niet geëvalueerd worden N0 Geen regionale lymfeklieren N1 Metastase in één regionale lymfeklier N2 Metastase in meer dan één regionale lymfeklier Mx Metastasen op afstand kunnen niet geëvalueerd worden M0 Geen metastasen op afstand M1 Metastasen op afstand Robson classificatie 1969 : Robson stadium I = T1-2 Robson stadium II = T3a Robson stadium IIIa = T3b-c Roboson stadium IVa = T4 Robson stadium IIIb = N1-2 Robson stadium IVb = M1 (6,8) 5

6 Traditioneel worden RCC ook geklassifiëerd volgens hun nucleaire of cellulaire morfologie. De nieuwste morfologische, cytogenetische en moleculaire analyses laten 5 types onderschei-den : - Clear Cell Ca (60-85 %) - Chromophiele Ca (7-14 %) - Chromophobe Ca (4-10 %) - Oncocytisch Ca (2-5 %) - Collecting Duct Ca (1-2 %) Recent werd voorgesteld om uniform een zuiver moleculaire classificatie te gebruiken. 4. Diagnose. 4.1 Kliniek. Klassieke symptomen (hematurie, massa, flankpijn) komen minder voor want steeds meer tumoren worden in een asymptomatisch stadium ontdekt. Het algemeen fysiek onderzoek is nuttig om comorbiditeit vast te stellen. In geval van hematurie moeten ook andere tumoren van het urinair systeem uitgesloten worden. 4.2 Laboratoriumonderzoeken. - hemoglobine en sedimentatie (prognostisch) - creatinine (nierfunctie) - alkalische fosfatase (lever- en botmetastasen) - calcium, soms geassocieerd met paraneoplastische manifestaties die klinische implicaties kunnen hebben 4.3 Beeldvormende technieken. De meeste RCC worden ontdekt door abdominale echografie, om diverse redenen aangevraagd. Het beste beeldvormingsonderzoek, de abdominale CT-scan met of zonder contrast, documenteert de tumor fijner en informeert over de morfologie en functie van de contralaterale nier. Bijkomende procedures zoals NMR, angiografie worden enkel in selectieve gevallen overwogen. Nazicht van de uitbreiding: De CT-scan abdomen informeert ook over de lokale extensie van de tumor, gebeurlijke veneuze invasie, mogelijke uitzaaiing naar de locoregionale lymfeklieren, bijnieren, lever, contralaterale nier enz.... Een Rx Thorax wordt steeds gevraagd om longmetastasen uit te sluiten. Op indicatie kun-nen ook botscan, CT-scan hersenen of CT-scan Thorax gevraagd worden. 5. Behandeling. 6

7 Enkel radicale heelkunde biedt een redelijke genezingskans, die dan vooral afhangt van het tumorstadium en de differentiatiegraad volgens TNM. De standaardoperatie is de radicale nefrectomie met inbegrip van de fascia van Gerota. Er is geen enkel bewijs in het voordeel van één specifieke heelkundige benadering. In geselecteerde gevallen (perifere tumoren < 4cm) kan een partiële nefrectomie overwogen worden. Simultane adrenalectomie is in regel aangewezen. Momenteel wordt in klinische trials onderzocht of de ipsilaterale bijnier kan gespaard worden in geval van kleinere tumoren van de nieronderpool. Lymfeklierdissectie heeft zeker diagnostisch belang voor stadiëring maar er is geen bewijs dat dit therapeutisch zin heeft. Wanneer niet alle tumorweefsel kan verwijderd worden dan is de nefrectomie hooguit palliatief of deel van een multimodale behandeling (met immunotherapie of experimentele behandelingen). Specifieke gevallen als bilaterale tumoren, een solitaire tumordragende nier, multifocale letsels, nierinsufficiëntie of occasionele palliatieve situaties vragen om individuele beslissingen waar de algemene regels niet altijd gelden. 6. Opvolging. Rationale Opvolging dient om zo vroeg mogelijk lokale recidieven en metastasen op te sporen en bijko-mende behandeling in te stellen. Dit kan heelkundige resectie van een longmetastase of een lokaal recidief zijn, of een algemene immunomodulerende behandeling. Voor patiënten die daarvoor in aanmerking zouden kunnen komen wordt daarom een regelmatige opvolging voorgesteld. Principes Het opvolgingsschema hangt af van de prognostische factoren en het type interventie (radicale versus partiële nefrectomie). Enkel het TNM-stadium is een vaststaande prognostische factor. Na niersparende heelkunde is er 0-10 % risico op recidief. Een klein aantal patiënten met genetische predispositie worden soms anders opgevolgd. Procedures Een eerste nazicht na 4 tot 6 weken - fysiek onderzoek (FO) om heelkundige complicaties na te gaan - serum creatinine en hemoglobine - eventueel controle van preoperatief gestegen alkalische fosfatase om metastase of residuele tumor uit te sluiten. - Rx thorax - controle van de contralaterale nier bij verhoogd risico op metachronisch gezwel zoals bij familiale papillaire RCC of Von Hippel-Lindau - echo of CT abdomen enkel na niersparende ingreep of na radicale heelkunde voor lokaal gevorderde ziekte T3-4 7

8 Tabel 1: aangeraden opvolgingsschema voor RCC Stadium Controle Onderzoeken optioneel alle T 4-6 weken na heelkunde Follow-up Alkalische fosfatase Creatinine, Hb T1,T2 Elke 6 md gedurende 3 jaar, daarna jaarlijks tot 5 jaar Follow-up Rx thorax Alkalische fosfatase Nierbeeldvorming T3,T4 elke 6 md gedurende 3 jaar, daarna jaarlijks tot 10 jaar Follow-up Rx thorax US of CT 7. Referenties. EAU Guidelines on Renal Cell Cancer (Update February 2002) 8

9 9

NIERCARCINOOM WORK UP. Klinisch onderzoek. Labo. Urine-onderzoek. CAT abdomen/bekken met contrast. CT thorax.

NIERCARCINOOM WORK UP. Klinisch onderzoek. Labo. Urine-onderzoek. CAT abdomen/bekken met contrast. CT thorax. NIERCARCINOOM WORK UP Klinisch onderzoek. Labo. Urine-onderzoek. CAT abdomen/bekken met contrast. CT thorax. MRI zo CT cavale trombose suggereert of igv nierinsufficiëntie. Botscan en CT hersenen op klinische

Nadere informatie

BELEIDSLIJNEN NIERCELCARCINOMEN

BELEIDSLIJNEN NIERCELCARCINOMEN BELEIDSLIJNEN NIERCELCARCINOMEN 1. INLEIDING Het aantal niercelcarcinomen neemt toe (2% per jaar) met een predominantie van man/vrouw (1.5/1) en een piekincidentie in de 6de en 7de decade. Er zijn epidemiologische

Nadere informatie

Richtlijnen Urologie

Richtlijnen Urologie Oncologisch Handboek Richtlijnen Urologie Nier Nier ICD-O C64 Richtlijnen Urologie Nier - 1 - 1 Algoritme Klinische presentatie Diagnostische procedure T1a-T1b Partiële nefrectomie Stadium I-III T1b-T3

Nadere informatie

Staging van het Bronchuscarcinoom

Staging van het Bronchuscarcinoom 1 Staging van het Bronchuscarcinoom Dr D Coeman Pneumoloog A.Z. St.-Dimpna, Geel Staging v/h bronchuscarcinoom 2 A/ NSCLC - TNM-classification B/ SCLC - VALSG (veterans s affairs lung study group) - TNM-classification

Nadere informatie

Nierablatie onder CT geleide punctie

Nierablatie onder CT geleide punctie Nierablatie onder CT geleide punctie Nierablatie op CT 1 Intro/Voorstelling 2 Anatomie/Fysiologie 3 Indeling niertumoren 4 Behandeling/RFA 1 Intro/Voorstelling AZ Delta ziekenhuis bestaat momenteel uit

Nadere informatie

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister 6. Kankerregistratie 1. Formulieren Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister Zie bijlage 3 en 4 Handleiding voor het invullen van de formulieren van de Stichting

Nadere informatie

longtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim

longtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim longtumoren stadia therapie prognose smoking is cool!??? longtumoren > na WO II > roken en longtumoren 90 % mannen, 78% vrouwen aantal pakjaren > carcinogene stoffen in rook > asbest > radon, metalen,

Nadere informatie

Tumoren van het anaal kanaal

Tumoren van het anaal kanaal 7.1.8. Tumoren van het anaal kanaal 1. Inleiding 1.1. Incidentie Aparte entiteit! Incidentie uitzonderlijk (2% van de digestieve tumoren) Incidentie 3v - 2m Gem. 65 jaar 2. Klinische presentatie De meeste

Nadere informatie

Stadiering en triple diagnostiek van borst en oksel. Dr. P. Berteloot 10/2011

Stadiering en triple diagnostiek van borst en oksel. Dr. P. Berteloot 10/2011 Stadiering en triple diagnostiek van borst en oksel Dr. P. Berteloot 10/2011 Diagnostische beeldvorming Radiologisch onderzoek ter evaluatie van - klinische afwijking screenings gedetecteerde afwijking

Nadere informatie

7.3.2. Baarmoedercarcinoom

7.3.2. Baarmoedercarcinoom 7.3.2. Baarmoedercarcinoom 1 Stadiëring 1.1 TNM-classificatie (7 th edition, 2009) Tx T0 Tis T1 T1a T1b T2 T3a T3b T4 Nx N0 N1 N2 M0 M1 Primaire tumor kan niet beoordeeld worden Geen evidentie voor primaire

Nadere informatie

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Testis

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Testis Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen Urologie Testis V3.2014 Testis ICD-O C62 1 Inleiding De richtlijnen hebben betrekking tot kiemceltumoren van de testis, die meer dan 90% van

Nadere informatie

Speekselklier carcinoom

Speekselklier carcinoom 7.5.6. Speekselklier carcinoom 1. Algemeen Work up Standaard klinisch onderzoek Volledige ziektegeschiedenis Gewicht en gewichtsverlies > 10 % Halsonderzoek Controle van craniale zenuwen n. V2, n. V3,

Nadere informatie

a) Percentage patiënten met een niercelcarcinoom 4 cm (ct1a) die geen nefrectomie hebben

a) Percentage patiënten met een niercelcarcinoom 4 cm (ct1a) die geen nefrectomie hebben Indicatoren evaluatie project richtlijn Niercelcarcinoom Indicator 1 a) Percentage patiënten met een niercelcarcinoom 4 cm (ct1a) die geen nefrectomie hebben ondergaan waarbij minstens 2 histologische

Nadere informatie

Risicoberoepen. Rubber Leder Schilders Aluminium Chauffeurs zwaar transport Machinisten

Risicoberoepen. Rubber Leder Schilders Aluminium Chauffeurs zwaar transport Machinisten Blaastumoren Risicofactoren Endogeen: Erfelijkheid Urinaire stase Chronische urineweginfectie, Schistosoma Exogeen: Tabak Fenacetine Radiotherapie, chemotherapie(cyclofosfamide) 2-naftylamine, benzidine,

Nadere informatie

TESTISCARCINOOM WORK UP. 1. Workup verdachte massa in testis

TESTISCARCINOOM WORK UP. 1. Workup verdachte massa in testis TESTISCARCINOOM WORK UP 1. Workup verdachte massa in testis Anamnese en klinisch onderzoek. AFP. Beta HCG. Labo inclusief LDH, syfilis, HIV en hepatitis B. RX thorax. Echo testes. 2. Steeds inguinale orchidectomie

Nadere informatie

Multidisciplinaire behandeling van renaalcelcarcinoom Heelkunde : nefrectomie, metastasectomie

Multidisciplinaire behandeling van renaalcelcarcinoom Heelkunde : nefrectomie, metastasectomie Multidisciplinaire behandeling van renaalcelcarcinoom Heelkunde : nefrectomie, metastasectomie Dr. Lucien Hoekx, urologie UZA Medisch coördinator urologische oncologie MOCA Inleiding hematurie flankpijn

Nadere informatie

Diagnostiek van het afwijkende adnex: de rol van echografie. Dr. T. Van Gorp Gynaecoloog-Oncoloog MUMC+

Diagnostiek van het afwijkende adnex: de rol van echografie. Dr. T. Van Gorp Gynaecoloog-Oncoloog MUMC+ Diagnostiek van het afwijkende adnex: de rol van echografie. Dr. T. Van Gorp Gynaecoloog-Oncoloog MUMC+ Disclosures Geen onthullingen 10/11/2016 Symposium Het Ovariumcarcinoom 2 Casus 37 j. Zwelling in

Nadere informatie

Larynxcarcinoma 10/03/2013. Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma

Larynxcarcinoma 10/03/2013. Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma 1 Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma Prof. Dr. Olivier Vanderveken Dienst NKO, Hoofd en Halsheelkunde UZA Faculteit Geneeskunde

Nadere informatie

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Blaas

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Blaas Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen Urologie Blaas V3.2014 Blaas ICD-O C67 1 Inleiding De meerderheid van de patiënten (75-85%) vertoont oppervlakkige blaastumoren (stadium Tis,

Nadere informatie

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K. Inhoudsopgave 01 B 02 B 03 B 04 B 05 B 06 B 07 B 08 B 09 B 10 B 11 B 12 B 13 B B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K Inhoudsopgave 1 B 2 B 3 B 4 B 5 B 6 B 7 B 8 B 9 B 1 B 11 B 12 B 13 B Palpabele schildkliernoduli en euthyreotische struma... 1 Lange

Nadere informatie

Mijn pathologieverslag begrijpen

Mijn pathologieverslag begrijpen Mijn pathologieverslag begrijpen Deze brochure bevat zeker niet alle gedetailleerde informatie over uw pathologieverslag. We geven u vooral de belangrijkste en juiste informatie mee over de resultaten

Nadere informatie

Colorectale tumor met beperkte metastasen. Curatie en controle Dr. Sarah Verherstraeten Dr. Julie Bogaert Dr. Michel Martens

Colorectale tumor met beperkte metastasen. Curatie en controle Dr. Sarah Verherstraeten Dr. Julie Bogaert Dr. Michel Martens Colorectale tumor met beperkte metastasen Curatie en controle Dr. Sarah Verherstraeten Dr. Julie Bogaert Dr. Michel Martens Casus 1 Marc 53 jaar Antecedenten: Bimalleolaire enkelfractuur 04/2015: Spoedopname

Nadere informatie

Stichting PALGA Handleiding Protocol Niercel-Pyelum-Uretercarcinoom Pagina 1 van 30. Landelijke PALGA Protocol: Nier-Pyelum-Uretercarcinoom

Stichting PALGA Handleiding Protocol Niercel-Pyelum-Uretercarcinoom Pagina 1 van 30. Landelijke PALGA Protocol: Nier-Pyelum-Uretercarcinoom Handleiding Protocol Niercel-Pyelum-Uretercarcinoom Pagina 1 van 30 Landelijke PALGA Protocol: Nier-Pyelum-Uretercarcinoom Handleiding Protocol Niercel-Pyelum-Uretercarcinoom Pagina 2 van 30 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting Algemene inleiding Primair bot lymfoom is een zeldzame aandoening. Het is een extranodaal subtype van het grootcellig B non Hodgkin lymfoom, dat zich

Nadere informatie

BLAASCARCINOOM WORK-UP. 1. Workup hematurie. Anamnese en klinisch onderzoek. Cystoscopie met beschrijving van de tumor en diagram.

BLAASCARCINOOM WORK-UP. 1. Workup hematurie. Anamnese en klinisch onderzoek. Cystoscopie met beschrijving van de tumor en diagram. BLAASCARCINOOM WORK-UP 1. Workup hematurie Anamnese en klinisch onderzoek. Cystoscopie met beschrijving van de tumor en diagram. 2. Workup blaastumor Beeldvorming bovenste urinewegen (mogelijkheden: CT

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ

Nadere informatie

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Larynx

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Larynx Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen KNO Larynx V2.2011 Larynxcarcinoom ICD-O C32.0, 1, 2, C10.1 Volgende regio s en subregio s worden beschreven: 1. Supraglottis (C32.1): Suprahyoidale

Nadere informatie

BASISPRINCIPES VAN KANKER

BASISPRINCIPES VAN KANKER BASISPRINCIPES VAN KANKER Prof.dr. D.J. Ruiter Afdeling Pathologie Cursus Introductie in de Fundamentele en Klinische Oncologie HET BEGRIP KANKER? a.alle gezwelgroei b.alle kwaadaardige gezwelgroei c.alle

Nadere informatie

Er zijn chromosomale veranderingen aangetoond in de cellen van de teelbaltumor. Er bestaat ook een familiale voorgeschiktheid.

Er zijn chromosomale veranderingen aangetoond in de cellen van de teelbaltumor. Er bestaat ook een familiale voorgeschiktheid. Teelbalkanker Auteur: Dr. Guy Boeckx Testistumor of teelbalkanker is een kwaadaardig letsel van de teelbal. Deze tumor komt frequent voor (3-6 nieuwe gevallen per 100.000 mannen per jaar). In minder dan

Nadere informatie

4e Post EAUN Meeting

4e Post EAUN Meeting 4e Post EAUN Meeting Testiscarcinoom Incidentie, behandeling en follow up Joost de Baaij Verpleegkundig Specialist i.o. Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen Inhoud Incidentie Risico factoren Diagnostiek

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

Casus: levergemetastaseerd rectumcarcinoom. Dr. Jozef Wauters GZA Campus Sint-Vincentius Dienst gastro-enterologie/digestieve oncologie

Casus: levergemetastaseerd rectumcarcinoom. Dr. Jozef Wauters GZA Campus Sint-Vincentius Dienst gastro-enterologie/digestieve oncologie Dr. Jozef Wauters GZA Campus Sint-Vincentius Dienst gastro-enterologie/digestieve oncologie Man 28.01.1955 VG: graspollenallergie; asthma bronchiale Familiale antecedenten: geen CRC; geen IBD Usus: nil

Nadere informatie

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

longcarcinoom: stadiëring en behandeling Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?

Nadere informatie

Multidisciplinaire behandeling van patient met een renaalcelcarcinoom

Multidisciplinaire behandeling van patient met een renaalcelcarcinoom Multidisciplinaire behandeling van patient met een renaalcelcarcinoom Introductie via een case-report Dr. Karen Heyrman, huisarts Initiële symptomen? Klassieke triade: (10%) Hematurie Flankpijn Palpabele

Nadere informatie

Anuscarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1. Datum Goedkeuring: 27-08-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: LW GE-tumoren

Anuscarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1. Datum Goedkeuring: 27-08-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: LW GE-tumoren Anuscarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 27-08-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: LW GE-tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3 Medisch technisch...3

Nadere informatie

Behandeling Niercelcarcinoom: een decennium vooruitgang

Behandeling Niercelcarcinoom: een decennium vooruitgang Behandeling Niercelcarcinoom: een decennium vooruitgang Corinne Tillier Verpleegkundig specialist uro-oncologie Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis Email: c.tillier@nki.nl Inleiding Incidentie Risicofactoren

Nadere informatie

2. Perifere B- cel tumoren Monoklonale lichte ketens (IHC, PCR) FISH, Karyotypering B- cel merkers: CD20, CD79a, PAX5

2. Perifere B- cel tumoren Monoklonale lichte ketens (IHC, PCR) FISH, Karyotypering B- cel merkers: CD20, CD79a, PAX5 PATHOLOGIE MALIGNITEITEN I. NON- HODGKIN LYMFOMEN 1. Precursor B- en T- cel lymfomen B- cel: 0-3 jaar, B- ALL (geen tumormassa) T- cel: Jongetje 10 jaar, Mediastinale massa, Daaropvolgende weken: leukemisch,

Nadere informatie

VAGINACARCINOOM. Stadium IVb 1.STADIUMINDELING (FIGO 1995, TNM 2003) 2. HISTOLOGISCHE INDELING (WHO CLASSIFICATIE 2003)

VAGINACARCINOOM. Stadium IVb 1.STADIUMINDELING (FIGO 1995, TNM 2003) 2. HISTOLOGISCHE INDELING (WHO CLASSIFICATIE 2003) VAGINACARCINOOM 1.STADIUMINDELING (FIGO 1995, TNM 2003) De ctnm en de ptnm lopen volledig parallel. Stadium 0 Tis carcinoma in situ Stadium I T1 de tumor is beperkt tot de vagina Stadium II T2 de tumor

Nadere informatie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008 Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

DE DIKKE DARM DE DIKKE DARM

DE DIKKE DARM DE DIKKE DARM DE DIKKE DARM DE DIKKE DARM Om te begrijpen wat dikkedarmkanker is, wordt eerst het spijsverteringsstelsel en de werking van de spijsvertering uitgelegd. Om te begrijpen wat dikkedarmkanker is, wordt eerst

Nadere informatie

Tx niet evalueerbaar T0 geen tumor

Tx niet evalueerbaar T0 geen tumor COLON 1. Tumor: 1.1. TNM classificatie: T: primaire tumor Tx niet evalueerbaar T0 geen tumor Tis T1 carcinoma in situ: intra-epitheliaal of invasie lamina propria (niet doorheen muscularis mucosa) subclassificatie

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving

Nadere informatie

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen

Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen Lymfeknoop dissectie in borstcarcinoom, diagnostiek of therapie? Wim Demey, medische oncologie, Borstkliniek voorkempen 85% via de axilla Mammaria interna alleen aantasting is zeldzaam

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen

Nadere informatie

Borstkanker bij de jonge vrouw: Beeldvorming

Borstkanker bij de jonge vrouw: Beeldvorming Borstkanker bij de jonge vrouw: Beeldvorming Symposium Multidisciplinair Borstcentrum Zaterdag 15/10/2016 Leuven DR. JULIE SOENS PROF. DR. VAN ONGEVAL DR. S. POSTEMA DR. M. KEUPERS Welke onderzoeken bij

Nadere informatie

Algemene opmerking: classificatie van toepassing op carcinomen met inbegrip van adenocarcinomen van de gastrooesofagale

Algemene opmerking: classificatie van toepassing op carcinomen met inbegrip van adenocarcinomen van de gastrooesofagale MAAG 1. Tumor: 1.1. TNM classificatie: Algemene opmerking: classificatie van toepassing op carcinomen met inbegrip van adenocarcinomen van de gastrooesofagale junctie. Tumor met epicentrum binnen 5 cm

Nadere informatie

Investigatie van microcalcificaties dmv mammotoom dr. W. Aertsens dr. S. Dekeyzer

Investigatie van microcalcificaties dmv mammotoom dr. W. Aertsens dr. S. Dekeyzer Investigatie van microcalcificaties dmv mammotoom dr. W. Aertsens dr. S. Dekeyzer Beeldvormende technieken bij borstpathologie 20 november 2010 Indicaties Techniek Voordelen en nadelen Resultaten van eerste

Nadere informatie

Ziekte van von Hippel Lindau

Ziekte van von Hippel Lindau Ziekte van von Hippel Lindau Kenmerken De ziekte van von Hippel Lindau (VHL) is een zeldzame erfelijke aandoening die wordt gekenmerkt door goed- of kwaadaardige gezwellen (tumoren) op verschillende plaatsen

Nadere informatie

Maligne pleura exsudaat

Maligne pleura exsudaat Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2

Nadere informatie

Registratie van urotheliale tumoren

Registratie van urotheliale tumoren Registratie van urotheliale tumoren e-cancerregistration Anatomie van het urinair systeem Nierbekken C65.9 Ureter C66.9 Blaas C67.9 Nierbekken en ureter : paar Blaas en urethra : onpaar Urethra C68.0 2

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Peniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1

Peniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Peniscarcinoom Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 02-05-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Reg. WG urologische tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2 Medisch

Nadere informatie

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary VII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary naar Algemeen 538 Epidemiologie 538 1. Screening 538 2. Diagnostiek 538 2.1 Anamnese

Nadere informatie

Behandeling. Nefronsparende behandeling (Evidence based tekst tot 2010)

Behandeling. Nefronsparende behandeling (Evidence based tekst tot 2010) Behandeling Nefronsparende behandeling (Evidence based tekst tot 2010) Aanbevelingen Radicale nefrectomie versus nefronsparende behandeling In een (functionele) mononier met een niercelcarcinoom wordt

Nadere informatie

Maligne melanomen. Dr. N. Vancanneyt Prof. Dr. M. Stas Dienst Oncologische Heelkunde UZ Leuven

Maligne melanomen. Dr. N. Vancanneyt Prof. Dr. M. Stas Dienst Oncologische Heelkunde UZ Leuven Maligne melanomen Dr. N. Vancanneyt Prof. Dr. M. Stas Dienst Oncologische Heelkunde UZ Leuven Inhoud Introductie Diagnose & staging onderzoeken Classificatie Therapie Follow-up Introductie Maligne tumor

Nadere informatie

NEDERLANDSE 8 SAMENVAT TING VooR NIET-INGEWIJDEN PTER A H C

NEDERLANDSE 8 SAMENVAT TING VooR NIET-INGEWIJDEN PTER A H C Nederl andse samenvat ting voor nie t-inge wijden 8 CHAPTER nederlandse samenvatting Inleiding In 2006 rookte 28% van de Nederlandse bevolking gemiddeld 15 sigaretten per dag. Jaarlijks overlijden circa

Nadere informatie

Bijzondere gevallen urinecytologie H.M.Peters, klinisch patholoog Labpon, Hengelo

Bijzondere gevallen urinecytologie H.M.Peters, klinisch patholoog Labpon, Hengelo Bijzondere gevallen urinecytologie H.M.Peters, klinisch patholoog Labpon, Hengelo Virus, metastasen, therapie-effecten en parasieten www.labpon.nl Boerhaavelaan 59 Postbus 516, 7550 AM Hengelo T 088 537

Nadere informatie

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van de hypopharynx

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van de hypopharynx IX Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het plaveiselcelcarcinoom van de hypopharynx naar Algemeen 552 Epidemiologie 552 1. Screening 552 2. Diagnostiek 552 2.1 Anamnese 552 2.2 Fysische diagnostiek

Nadere informatie

WEKE DELEN SARCOOM Wat betekent het?

WEKE DELEN SARCOOM Wat betekent het? WEKE DELEN SARCOOM Wat betekent het? Oncologie/0145 1 Deze informatiebrochure is voor personen met een weke delen sarcoom en alle anderen die hier heel dichtbij betrokken zijn: familie, vrienden We geven

Nadere informatie

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Lip en mondholte

Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen KNO. Lip en mondholte Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen KNO Lip en mondholte V2.2011 Lip en mondholtecarcinoom ICD- O C00, C02-C06 Volgende regio s en subregio s worden beschreven: 1. De lip (C00):

Nadere informatie

Rol van de pathologische anatomie in de oncologie. 16 maart 2013 Dr. Pascale De Paepe AZ St Jan Brugge-Oostende AV

Rol van de pathologische anatomie in de oncologie. 16 maart 2013 Dr. Pascale De Paepe AZ St Jan Brugge-Oostende AV Rol van de pathologische anatomie in de oncologie 16 maart 2013 Dr. Pascale De Paepe AZ St Jan Brugge-Oostende AV De oncologische patiënt Multidisciplinaire benadering: huisarts patholoog chirurg oncoloog

Nadere informatie

Pancreascarcinoom

Pancreascarcinoom 7.1.3. Pancreascarcinoom 1. Pancreasadenocarcinoma: diagnose en staging 1.1. Symptomen Zeer aspecifiek. 10% van de patiënten presenteren zich met nieuwe DM. Bij oudere patiënten is acute pancreatitis vaak

Nadere informatie

von Hippel-Lindau ziekte Evelynn Vergauwen Assistent neurochirurgie

von Hippel-Lindau ziekte Evelynn Vergauwen Assistent neurochirurgie von Hippel-Lindau ziekte Evelynn Vergauwen Assistent neurochirurgie INHOUD Geschiedenis ontstaan Spectrum Screening Vermoeden en diagnose Aandachtspunten huisarts INHOUD Geschiedenis ontstaan Spectrum

Nadere informatie

Beeldvorming bij gemetastaseerd mamma- en longcarcinoom Sebastiaan Franken, Fellow mammaradiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis

Beeldvorming bij gemetastaseerd mamma- en longcarcinoom Sebastiaan Franken, Fellow mammaradiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis Beeldvorming bij gemetastaseerd mamma- en longcarcinoom Sebastiaan Franken, Fellow mammaradiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis Casper van Everdingen, radioloog in het Diakonessenhuis Utrecht Disclosure belangen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Revisie Richtlijn Niercelcarcinoom

Revisie Richtlijn Niercelcarcinoom Revisie Richtlijn Niercelcarcinoom Prof. Dr. S. Osanto, Leids Universitair Medisch Centrum Namens de gehele richtlijnwerkgroep niercelcarcinoom Inleiding In december 2010 is de revisie van de multidisciplinaire

Nadere informatie

EFFECT studie. Formulier primaire registratie

EFFECT studie. Formulier primaire registratie EFFECT studie Formulier primaire registratie De variabelen met REQ in superscript zijn verplicht in te vullen variabelen. De variabelen met een zijn single-select variabelen; er kan slechts één antwoord

Nadere informatie

Landelijke PALGA Protocol: Adnexen

Landelijke PALGA Protocol: Adnexen Adnexen Pagina 1 van 27 Landelijke PALGA Protocol: Adnexen (voorheen Ovariumcarcinoom) Adnexen Pagina 2 van 27 Inhoudsopgave Algemeen Overzicht van aanpassingen per uitgebrachte versie Scherm 1: Klinische

Nadere informatie

c-met amplificatie/ exon14 skippingpatiënt L. Hijmering/Harry J M Groen Longarts UMCG

c-met amplificatie/ exon14 skippingpatiënt L. Hijmering/Harry J M Groen Longarts UMCG c-met amplificatie/ exon14 skippingpatiënt L. Hijmering/Harry J M Groen Longarts UMCG Voorgeschiedenis 2000 Femoralis stent. 2016 ct2bn3m1b adenocarcinoom van de long uitgaande van de LBK met o.a. hersenmetastasen

Nadere informatie

INLEIDING kwaliteitsindicatoren.

INLEIDING kwaliteitsindicatoren. INLEIDING Om objectief zicht te krijgen op de resultaten en de geleverde kwaliteit van onze patiëntenzorg, heeft het A.Z. St.-Dimpna in 2013 besloten in het Vlaamse indicatorenproject voor patiënten en

Nadere informatie

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 (n=112) Kleincellig versus Niet-kleincellig kleincellig 18% niet-kleincellig

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING In dit proefschrift is de voorspellende waarde van magnetic resonance imaging (MRI)-parameters voor het optreden van een lokaal recidief larynxcarcinoom

Nadere informatie

Nucleaire Magnetische Resonantie. Katrien Vanwambeke Sabine Dobbelaere

Nucleaire Magnetische Resonantie. Katrien Vanwambeke Sabine Dobbelaere Nucleaire Magnetische Resonantie Katrien Vanwambeke Sabine Dobbelaere Onderzoekstechniek / metingen Indicaties Voorbeelden / resultaten NMR / Borst Apparaat 1,5 Tesla Borstcoil Aangepaste software Informatie

Nadere informatie

Nx niet evalueerbaar N0 geen* N1 aanwezig. Mx niet evalueerbaar M0 geen M1 aanwezig. Stadium I T1 N0 M0 HEPAR GALBLAAS - GALWEGEN

Nx niet evalueerbaar N0 geen* N1 aanwezig. Mx niet evalueerbaar M0 geen M1 aanwezig. Stadium I T1 N0 M0 HEPAR GALBLAAS - GALWEGEN HEPAR GALBLAAS - GALWEGEN 1. Lever - hepatocellulair carcinoma: 1.1. TNM-classificatie: Opmerking: afzonderlijke classificatie voor cholangiocarcinoma (cfr. TNM lever - intrahepatische galwegen), voor

Nadere informatie

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het carcinoom van de neusholte, neusbijholten en het vestibulum nasi

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het carcinoom van de neusholte, neusbijholten en het vestibulum nasi XII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van het carcinoom van de neusholte, neusbijholten en het vestibulum nasi naar Algemeen 568 Epidemiologie 568 1. Screening 568 2. Diagnostiek 568 2.1 Anamnese

Nadere informatie

Beeldvorming van de Borst Meer dan zo maar een Foto

Beeldvorming van de Borst Meer dan zo maar een Foto Borstkliniek Voorkempen Beeldvorming van de Borst Meer dan zo maar een Foto Isabelle Biltjes, Peter Naudts Patrick De Herdt, Herwig Brusselaers, Peter Bracke, Luc van den Hauwe, Wim Volders, Erwin Pelzers,

Nadere informatie

Slokdarmcarcinoom

Slokdarmcarcinoom 7.1.1. Slokdarmcarcinoom 1. Inleiding 1.1. Algemeen Kanker van de slokdarm betreft vnl. het plaveiselcelcarcinoom en het adenocarcinoom, in minder dan vijf procent is er sprake van andere histologie. Hoewel

Nadere informatie

Diagnose en therapie. Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog

Diagnose en therapie. Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog Diagnose en therapie Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog Hersentumoren: soorten en maten Verschillende tumoren, sterk verschillende uitkomsten - Meningeomen: doorgaans goedaardige hersentumoren, uitgaande

Nadere informatie

Blaastumoren. 1. Inleiding. 2. Anatomopathologie. Anatomie van de blaaswand. Blaascarcinomata.

Blaastumoren. 1. Inleiding. 2. Anatomopathologie. Anatomie van de blaaswand. Blaascarcinomata. Blaastumoren. 1. Inleiding. 2. Anatomopathologie. Anatomie van de blaaswand Het normale urotheel van de blaas in gecontraheerde staat is zes tot zeven celrijen dik. De lamina propria in haar oppervlakkig

Nadere informatie

Basisbegrippen Oncologie

Basisbegrippen Oncologie Basisbegrippen Oncologie Tumor afmeting Diagnose periode Behandel periode Preventie/interventie periode Invasie interventie Tijd Detectie drempel Van normale naar kankercel Normale cel Van celkern naar

Nadere informatie

FDG-PET in de respiratoire oncologie. Prof. Dr. Christophe Deroose Dienst Nucleaire Geneeskunde

FDG-PET in de respiratoire oncologie. Prof. Dr. Christophe Deroose Dienst Nucleaire Geneeskunde FDG-PET in de respiratoire oncologie Prof. Dr. Christophe Doose Dienst Nucleaire Geneeskunde Casus 1 Man, 65 jaar oud Medische voorgeschiedenis: Atiële hptensie Pcutane dilatatie a. femoralis supficialis

Nadere informatie

Gemetastaseerd colorectaal carcinoom: evolutie naar chronische pathologie door multimodale therapie

Gemetastaseerd colorectaal carcinoom: evolutie naar chronische pathologie door multimodale therapie Gemetastaseerd colorectaal carcinoom: evolutie naar chronische pathologie door multimodale therapie Dr. Sofie Rogge Enkele cijfers uit België Eén van de meest frequente kankers: +/- 15% van alle tumoren

Nadere informatie

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn: Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING. Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Dit proefschrift beschrijft een onderzoek naar nieuwe biomarkers voor het beter classificeren van rectumtumoren. Hoofdstuk 1 betreft een algemene inleiding. Rectum- of endeldarmkanker

Nadere informatie

Beeldvorming bij schildklierpathologie. Erik R. Ranschaert, MD, PhD Radioloog

Beeldvorming bij schildklierpathologie. Erik R. Ranschaert, MD, PhD Radioloog Beeldvorming bij schildklierpathologie Erik R. Ranschaert, MD, PhD Radioloog 2 Inleiding Schildkliernodi: steeds frequenter gediagnosticeerd vnl. door toenemend gebruik van echo -> incidentalomen Frequentie

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen

J. Mamma aandoeningen Asymptomatische patiënten Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico 1 J Screening: vrouwen tussen 4-49 jaar zonder genetisch risico 2 J Screening: vrouwen tussen 5-69 jaar 3 J Screening:

Nadere informatie

Patiënten Informatie Map Niercelkanker zonder aanwijzingen voor uitzaaiingen

Patiënten Informatie Map Niercelkanker zonder aanwijzingen voor uitzaaiingen Patiënten Informatie Map Niercelkanker zonder aanwijzingen voor uitzaaiingen Deze Patiënten Informatie Map is eigendom van: Naam: De vinder van deze map wordt dringend verzocht contact op te nemen met

Nadere informatie

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K

B. Hals (weke delen) Voor cervicale wervelkolom, zie rubrieken C en K Palpabele schildkliernoduli en euthyreotische struma (normale TSHwaarden) Diagnostische fase. n geval van hyperthyreoïdie, zie 3B n geval van hypothyreoïdie, zie 4B B. Hals (weke delen) Voor cervicale

Nadere informatie

Renaal Cel Carcinoom (RCC) Richtlijnen Oncologisch Handboek

Renaal Cel Carcinoom (RCC) Richtlijnen Oncologisch Handboek Renaal Cel Carcinoom (RCC) Richtlijnen Oncologisch Handboek Inleiding 2% van alle maligniteiten incidentie ( 1,5 6%/j) en mortaliteit Vooral 6de en 7de decade Mannen meer dan vrouwen: 1,5-3/1 25-40% toevallige

Nadere informatie

Galblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1

Galblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Galblaascarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 10-05-2004 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke werkgroep GI-tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3

Nadere informatie

Heeft chirurgie of radiotherapie nog zin bij uitgezaaide prostaatkanker?

Heeft chirurgie of radiotherapie nog zin bij uitgezaaide prostaatkanker? Heeft chirurgie of radiotherapie nog zin bij uitgezaaide prostaatkanker? Wouter Everaerts Dienst urologie, Uzleuven @EveraertsW 16 september 2017 Natuurlijke evolutie van prostaatkanker PIN Gelokaliseerd

Nadere informatie

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh

Nadere informatie

Hoe onderscheid je een hepatocellulair carcinoom (HCC) van een cholangiocarcinoom

Hoe onderscheid je een hepatocellulair carcinoom (HCC) van een cholangiocarcinoom Hoe onderscheid je een hepatocellulair carcinoom (HCC) van een cholangiocarcinoom (CCC)? Otto van Delden, interventieradioloog, AMC Bart Takkenberg, MDL-arts, AMC Patiënt L; 53 jaar Reden van verwijzing/

Nadere informatie