ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag

Transcriptie

1 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag 1

2 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Algemene informatie ASR Kapitaalmarkt Fonds (fonds voor gemene rekening) Raad van Toezicht Drs. B. Vliegenthart (voorzitter) Prof. dr. R.M.W.J. Beetsma Drs. M.H.M.P. van Oorschot Beheerder ASR Vermogensbeheer B.V. Directie beheerder Archimedeslaan 10 Dhr. J.J.M. de Wit 3584 BA Utrecht Dhr. D. Widijanto Website: Juridisch eigenaar beleggingen Stichting Juridisch Eigenaar ASR Vermogensbeheer Fondsen Archimedeslaan BA Utrecht Bewaarder KAS Trust & Depositary Services B.V. Nieuwezijds Voorburgwal RL Amsterdam Accountant Ernst & Young Accountants LLP Wassenaarseweg CZ Den Haag Juridisch adviseur van de Beheerder De Brauw Blackstone Westbroek N.V. Claude Debussylaan MD Amsterdam Dit document dient alleen ter informatie en biedt in principe onvoldoende basis om een beleggingsbeslissing te nemen. U wordt geadviseerd om het prospectus te lezen en een beleggingsadviseur te raadplegen alvorens een beleggingsbeslissing te nemen. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De behaalde resultaten van elke belegging worden beïnvloed door gemaakte (transactie)kosten. ASR Kapitaalmarkt Fonds is bedoeld voor beleggingen op middellange tot lange termijn. Beleggen bij wie en in welke vorm dan ook brengt financiële risico s mee. Door te beleggen in deze beleggingsinstellingen kunt u vermogenswinst behalen maar het is ook mogelijk dat u verlies lijdt. De beheerder ASR Vermogensbeheer B.V. staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam en beschikt over een vergunning voor het beheren van beleggingsinstellingen op grond van art. 2:65 Wet op het financieel toezicht. ASR Vermogensbeheer B.V. en haar fondsen zijn opgenomen in het register als bedoeld in artikel 1:107 Wft. Prospectus en essentiële beleggersinformatie zijn kosteloos verkrijgbaar bij ASR Vermogensbeheer B.V., Postbus 2072, 3500 HB, Utrecht, tel. (030) , en zijn eveneens te raadplegen via de website:

3 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Inhoudsopgave Bestuursverslag...4 Profielschets... 4 Verslag van de beheerder... 8 Subfondsen ASR Kapitaalmarkt Fonds Government Bond Fonds (GBF) ASR Kapitaalmarkt Fonds Financial Bond Fonds (FBF) ASR Kapitaalmarkt Fonds Covered Bond Fonds (CBF) ASR Kapitaalmarkt Fonds APPA Fonds (APPA) ASR Kapitaalmarkt Fonds Limburg Liquiditeiten Fonds (LLF) ASR Kapitaalmarkt Fonds - Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds (OLF) ASR Kapitaalmarkt Fonds - Fonds Uiver 2010 (UIV) In Control statement Jaarrekening Kapitaalmarkt Fonds Balans Winst- en verliesrekening Kasstroomoverzicht Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening Overige gegevens...52 Controleverklaring van de onfahankelijke accountant Bijlagen...55

4 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Bestuursverslag Profielschets Algemeen ASR Kapitaalmarkt Fonds (het Fonds) is een zogenaamd paraplufonds voor gemene rekening dat door middel van de uitgifte van verschillende series participaties, is onderverdeeld in een aantal Subfondsen. Elk Subfonds kent een eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel, kostenstructuur, administratie en koersvorming. De structuur van een paraplufonds biedt voordelen met betrekking tot efficiënt beheer. Het ASR Kapitaalmarkt Fonds bestaat uit de volgende zeven Subfondsen: Subfonds ASR Kapitaalmarkt Fonds Government Bond Fonds (GBF) ASR Kapitaalmarkt Fonds Financial Bond Fonds (FBF) ASR Kapitaalmarkt Fonds Covered Bond Fonds (CBF) ASR Kapitaalmarkt Fonds APPA Fonds (APPA) ASR Kapitaalmarkt Fonds Limburg Liquiditeiten Fonds (LLF) ASR Kapitaalmarkt Fonds - Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds (OLF) ASR Kapitaalmarkt Fonds Fonds Uiver 2010 (UIV) Op 22 juli 2014 zijn de subfondsen ondergebracht in het paraplufonds BNG Kapitaalmarkt Fonds. Op 23 mei 2016 is de naam van het paraplufonds gewijzigd in ASR Kapitaalmarkt Fonds. Het Limburg Kapitaalmarkt Fonds (LKF) is op 4 maart 2016 gefuseerd met het Limburg Liquiditeiten Fonds (LLF), waarbij laatstgenoemde het verkrijgende Subfonds was. Structuur van het Fonds De initiatiefnemer ASR Vermogensbeheer B.V., een 100%-dochtervennootschap van ASR Nederland N.V., biedt onder de naam ASR Kapitaalmarkt Fonds verschillende beleggingsfondsen aan overheden, instellingen met een maatschappelijk belang en niet-particuliere beleggers aan. Het Fonds is een beleggingsfonds in de zin van de Wft. Het Fonds is een in Nederland gevestigd besloten fonds voor gemene rekening met een open-end karakter. Het Fonds is een zogenaamd paraplufonds dat door middel van de uitgifte van verschillende series participaties is onderverdeeld in een aantal Subfondsen; per Subfonds bestaat een eigen beleggingsbeleid en een eigen kosten- en risicostructuur. Een fonds voor gemene rekening is geen rechtspersoon. Bij een fonds voor gemene rekening brengen de beleggers, de participanten, geld bijeen dat door een Beheerder voor hun rekening en risico wordt belegd. Subfondsen Het Fonds is gestructureerd als een zogenaamd paraplufonds. Dit betekent dat de participaties zijn onderverdeeld in verschillende series. Elke serie participaties wordt aangeduid als een Subfonds waaraan een gedeelte van het vermogen van het Fonds wordt toegerekend. De participanten in een Subfonds zijn in economische zin gerechtigd tot het gemeenschappelijke vermogen dat is toe te rekenen aan het betreffende Subfonds. Iedere Participatie in een Subfonds geeft recht op een evenredig aandeel in het vermogen van dat Subfonds. Het op elk Subfonds te storten bedrag en het daaraan toe te rekenen vermogen wordt ten behoeve van het betreffende Subfonds belegd. Voor elk Subfonds bestaat een afzonderlijk beleggingsbeleid, waardoor elk Subfonds zijn eigen risicoprofiel en koersvorming heeft. Voor elk Subfonds wordt een aparte administratie gevoerd, zodat alle aan een Subfonds toe te rekenen opbrengsten en kosten per Subfonds worden verantwoord. Het vermogen van een Subfonds is op grond van de Wft een afgescheiden vermogen. Doordat de vermogens van Subfondsen alleen administratief van elkaar zijn gescheiden, zouden negatieve resultaten van een Subfonds van invloed kunnen zijn op de resultaten van een ander Subfonds. Nu ieder Subfonds een afgescheiden vermogen heeft, is gewaarborgd dat de activa van de afzonderlijke Subfondsen alleen kunnen worden aangewend ter voldoening van vorderingen die voortvloeien uit schulden die verband houden met het beheer en de bewaring van het betreffende Subfonds en de participaties in het betreffende Subfonds.

5 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag De Beheerder kan nieuwe Subfondsen introduceren. Indien een Subfonds wordt geïntroduceerd, zullen participaties van die betreffende serie worden uitgegeven. Beheerder ASR Vermogensbeheer B.V. treedt op als de beheerder van het Fonds en beschikt daartoe over een vergunning voor het beheren van beleggingsinstellingen op grond van artikel 2:65 Wft. ASR Vermogensbeheer B.V. en (de Subfondsen van) het Fonds zijn door de AFM opgenomen in het register als bedoeld in artikel 1:107 Wft. Alle aandelen in de Beheerder worden gehouden door ASR Nederland N.V. ASR Vermogensbeheer B.V. is statutair gevestigd te Utrecht en is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer te Utrecht. Bewaarder KAS Trust & Depositary Services B.V. is de bewaarder van het Fonds en is als zodanig door de AFM als bewaarder voor het Fonds in het register als bedoeld in artikel 1:107 Wft opgenomen. De Bewaarder heeft een vergunning als beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 2:96 Wft. Alle aandelen in de Bewaarder worden gehouden door KAS Bank N.V. Juridisch eigenaar De Wft schrijft voor dat de juridische eigendom van de activa van een fonds voor gemene rekening dient te worden aangehouden door een entiteit met als enig statutair doel het houden van de juridische eigendom van de activa van een of meer beleggingsfondsen, al dan niet tezamen met het bewaren en administreren van activa. Stichting Juridisch Eigenaar ASR Vermogensbeheer Fondsen is deze entiteit voor het Fonds. Raad van Toezicht Het Fonds heeft een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid en de taakuitoefening van de Beheerder en op de algemene gang van zaken binnen het Fonds. De Raad van Toezicht is voorts belast met toezicht op de naleving van de Fund Governance Code door de Beheerder en staat de Beheerder met raad terzijde. De taak en werkzaamheden van de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in de Fondsvoorwaarden en het reglement van de Raad van Toezicht als bedoeld in artikel 19 van de Fondsvoorwaarden. Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de Raad van Toezicht zich naar het belang van het Fonds en het belang van de gezamenlijke participanten in het Fonds. Risico s bij het deelnemen in Fondsen Beleggen impliceert het aangaan van transacties in financiële instrumenten. Aan het beleggen in het onderhavige Fonds en aan het gebruik van financiële instrumenten zijn risico s verbonden. De waarde van een Participatie in een Subfonds is afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten. De waarde van een Participatie kan hierdoor zowel stijgen als dalen en participanten kunnen mogelijk minder terugkrijgen dan zij hebben ingelegd. De Beheerder meent dat de volgende risicofactoren relevant zijn voor het beleggen in een Subfonds. Deze risicofactoren kunnen in meerdere of mindere mate de waarde en het rendement van de Participaties negatief beïnvloeden en zijn vermeld in volgorde van omvang en relevantie. De hierna vermelde opsomming van risicofactoren is echter niet limitatief. Het is derhalve mogelijk dat er zich omstandigheden zullen voordoen die hier niet zijn beschreven maar die tot gevolg kunnen hebben dat de werkelijke rendementen afwijken van vooraf geprognosticeerde rendementen en van de in het verleden behaalde rendementen zoals weergegeven in de jaarrekeningen. Marktrisico Marktrisico s kunnen verschillen per categorie belegging maar nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen tot een bepaalde regio, sector en/of door de keuze van individuele beleggingen. Het is mogelijk dat de waarde van de beleggingen in een hele markt of een bepaalde regio of sector daalt. Een belegging in het Subfonds brengt meerdere risico s met zich mee, vergelijkbaar met het marktrisico in geval van een directe investering in de onderliggende financiële instrumenten. De beleggingen van het Subfonds zijn blootgesteld aan normale marktschommelingen en risico s inherent aan het beleggen in financiële instrumenten. De waarde van de onderliggende beleggingen kan van tijd tot tijd fluctueren. Binnen de categorie vastrentende waarden verschillen de marktrisico s per soort debiteur (overheid versus private onderneming). De waarde van beleggingen in vastrentende waarden fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente en in de risico-opslagen (credit spreads). Voor veranderingen in de marktrente is verandering in de verwachte ontwikkeling van de inflatie en van de economische groei een belangrijke factor. Ook het beleid van centrale banken en het begrotingsbeleid van landen spelen een belangrijke rol. Voor veranderingen in de credit spread is verandering in de verwachte kredietwaardigheid van een bepaalde debiteur of groep van debiteuren een belangrijke (additionele) factor.

6 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Door goede spreiding en goed beheer van de beleggingsportefeuille kan deze (ook in mindere tijden) relatief aantrekkelijk blijven voor participanten, hoewel waardedalingen als gevolg van veranderde economische, politieke of marktomstandigheden het uiteindelijke rendement in belangrijke mate negatief kunnen beïnvloeden. In de financiële markten kunnen zich bepaalde economische en marktomstandigheden voordoen die niet algemeen verwacht worden en die zeer grote onverwachte implicaties kunnen hebben op de rendementen van de beleggingen. Voorbeelden hiervan zijn de kredietcrisis die begon in 2008 en de eurocrisis die begon eind Beleggingsrisico Het beleggingsrisico is de som van alle risico s die bij een beleggingsportefeuille aan de orde zijn. Het betreft meer specifiek, echter niet uitputtend, de volgende risico s: Renterisico De waarde van de beleggingen is gevoelig voor veranderingen in de marktrente. Bij een stijgende rente zal de waarde van een obligatie over het algemeen dalen. De beheerder beperkt dit risico door de beleggingsportefeuille te spreiden en de gemiddelde looptijd van de beleggingen aan te passen. Kredietrisico Het Subfonds belegt in vastrentende waarden die worden gekenmerkt door een kredietrisico. De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende uitgevende instelling, de debiteur. De Beheerder neemt de nodige zorgvuldigheid in acht bij het selecteren van deze vastrentende waarden en zal een inschatting maken van de kans op tijdige voldoening van rente- en aflossingsverplichtingen door de debiteur. Toch kan het niet uitgesloten worden dat een debiteur niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit kan leiden tot verliezen van het Subfonds. Concentratierisico Indien meerdere beleggingen in eenzelfde sector, geografisch gebied of beleggingscategorie plaatsvinden kunnen concentraties in dergelijke sectoren, gebieden of categorieën plaatsvinden waardoor het risico bestaat dat de beleggingsportefeuille als gevolg van deze concentratie in haar geheel gevoeliger wordt voor algemene en specifieke marktbewegingen in deze sectoren, gebieden en categorieën. De Beheerder van de Subfondsen streeft er naar om het risico voor de belegger tot een acceptabel niveau terug te brengen door een zekere mate van spreiding van de beleggingen alsmede door ernaar te streven niet meer dan een beperkt percentage van het vermogen direct dan wel indirect te beleggen in één en dezelfde debiteur. Liquiditeitsrisico De hoogte van feitelijke aan- en verkoopkoersen van financiële instrumenten waarin het Subfonds belegt, is mede afhankelijk van de liquiditeit van de desbetreffende financiële instrumenten. Het is mogelijk dat beleggingen niet tijdig en/of tegen ongunstige voorwaarden kunnen worden verkocht vanwege gebrek aan liquiditeit in de markt. Inflatierisico Door inflatie (waardevermindering van geld) kunnen de reële beleggingsopbrengsten worden aangetast. Inflexibiliteitsrisico De Participaties zijn niet verhandelbaar of overdraagbaar aan derden, als gevolg waarvan er geen flexibiliteit bestaat ten aanzien van uitstappen, anders dan op grond van inkoop voor zover dit is toegestaan. Rendementsrisico Het risico bestaat dat het door de participant verwachte rendement op de beleggingen niet wordt gerealiseerd op het moment dat de beleggingen worden verkocht. Dit zou ertoe kunnen leiden dat participanten een lager of negatief rendement behalen en hun inleg geheel of gedeeltelijk verliezen. Het rendement van de beleggingsportefeuille van het Subfonds is afhankelijk van de waardeontwikkeling van de beleggingen en/of de directe opbrengsten van deze beleggingen. De waarde van beleggingen fluctueert met prijzen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Veranderingen in de prijzen kunnen het gevolg zijn van algemene risicofactoren (marktrisico) en van specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging. De Beheerder kan binnen de beleggingsportefeuille van het Subfonds de verdeling van de beleggingen over de diverse categorieën aanpassen, op basis van de marktvooruitzichten. Dit kan zowel een positieve als negatieve invloed hebben op het rendement en het risico. Risicomanagement

7 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Het beheersen van risico s is verbonden aan het risicoprofiel van het betreffend Subfonds. Het risicoprofiel dient altijd in samenhang gezien te worden met de kansen, zoals deze tot uitdrukking komen in de rendementen. Daarom is niet zozeer het zoveel mogelijk inperken van risico's als wel het streven naar een optimale verhouding tussen rendement en risico binnen acceptabele limieten het uitgangspunt. ASR Vermogensbeheer B.V., de beheerder van het Paraplufonds, bewaakt met behulp van een systeem van risicobeheersingsmaatregelen dat het Fonds in het algemeen en de beleggingsportefeuille in het bijzonder blijft voldoen aan de randvoorwaarden zoals die in het Prospectus zijn vastgelegd, aan de wettelijke kaders en aan de meer fondsspecifieke interne uitvoeringsrichtlijnen. Inzicht in risico s Het jaarverslag heeft onder meer als doel om inzicht te verschaffen in risico's die zich gedurende de verslagperiode voor hebben gedaan. Dit inzicht is het beste te verkrijgen door het in samenhang beoordelen van het verslag van het Subfonds en van het paraplufonds waarvan het Subfonds deel uitmaakt. Het in de bijlage opgenomen overzicht in de verslagen van de Subfondsen van de Beleggingen per Subfonds biedt een specificatie van de beleggingen waarin het Subfonds participeert. Voor zover afgeleide financiële instrumenten onderdeel van de portefeuille op verslagmoment uitmaken, zijn specificaties opgenomen in de toelichting van de balans en/of winst en verliesrekening. Fund governance en beleid inzake belangenconflicten (gedragscode DUFAS) Om voor de participanten waarborgen te scheppen voor een beheerste en integere uitoefening van het beheer van het Fonds en zorgvuldige dienstverlening zoals bedoeld in de Wft sluit de Beheerder aan bij de gedragscode die is opgesteld door de brancheorganisatie DUFAS (Dutch Fund and Asset Management Association). Deze gedragscode behelst de vastlegging van good practices op het gebied van fund governance en biedt nadere richtlijnen voor de organisatorische opzet en de werkwijze van beheerders van beleggingsinstellingen met als doel dat de beheerder handelt in het belang van de deelnemers in zijn beleggingsinstellingen en zijn organisatie zo inricht dat belangenconflicten worden tegengegaan. Een belangrijk onderdeel van fund governance is het hebben van een Raad van Toezicht of entiteit die voldoende onafhankelijk is van de beheerder en die de rol van toezichthouder met betrekking tot het beheer van de beleggingsinstellingen door de beheerder vervult. Deze toezichthouder heeft de taak om te controleren of de beheerder zijn verplichting om te handelen in het belang van de deelnemers in zijn beleggingsinstellingen naleeft. De Beheerder heeft zijn principles of fund governance neergelegd in een Fund Governance Code. Daarnaast heeft de Beheerder voor al zijn werkzaamheden een beleid inzake belangenconflicten opgesteld. Uitgangspunten van het beleid zijn het voorkomen en het beheersen van belangenconflicten die in het nadeel kunnen zijn van cliënten van de Beheerder en het gelijk en rechtvaardig behandelen van cliënten. Het beleid inzake belangenconflicten is beschikbaar op de Website.

8 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Verslag van de beheerder Marktomstandigheden In 2016 zijn de rentes op de kapitaalmarkt van de eurozone gedaald. De daling trad met name op in de eerste negen maanden van het jaar. De rente op Duitse 10-jaars staatsobligaties zakte in juni voor het eerst in de historie onder de 0,00%. In het vierde kwartaal was er een stijging van de rente. De Duitse 10-jaars rente eindigde het jaar op 0,21%, waar deze ultimo ,63% bedroeg. De rentes op looptijden van 5 jaar en korter waren het gehele jaar negatief. 10-jaars swaprentes zijn met 34 basispunten (0,34 procentpunt) afgenomen tot 0,66%. 5-jaars swaps kenden een rentedaling van 25 basispunten tot 0,08%. Ook op de geldmarkt zijn de rentes gedaald. Het 3-maands euribortarief sloot het jaar 19 basispunten lager af op -0,32%. Staatsobligaties uit de periferie van de eurozone hebben het in 2016 over het algemeen minder goed gedaan dan hun equivalenten uit Duitsland en andere zogeheten kernlanden. Hier lag vooral politieke onzekerheid aan ten grondslag. Het Britse referendum over het lidmaatschap van de Europese Unie, de Amerikaanse verkiezingen en het Italiaanse referendum over de door de toenmalige premier Renzi voorgestelde constitutionele hervormingen waren de belangrijkste gebeurtenissen. In landen als Slovenië en Cyprus daalde de rente minder dan in Duitsland. In Italië en Portugal steeg de rente zelfs. Zo nam de Italiaanse 5-jaars rente met 10 basispunten toe (tot 0,60%) en die van Portugal met 80 (tot 1,87%). In Italië speelden, naast het referendum, de problemen in de bankensector een rol. Ten aanzien van Portugal waren er twijfels over de schuldpositie en het behoud van de creditrating. Binnen de periferie vormde Spanje de uitzondering, met een rentedaling die bijna net zo groot was als die in Duitsland. Bij de kernlanden was de daling in Frankrijk het geringst. De risico-opslagen ten opzichte van Duitse staatsobligaties van obligaties van financiële ondernemingen zijn in de verslagperiode per saldo niet veel veranderd. De gemiddelde spread van Europese bankobligaties met een AA-rating en een 5-jaars looptijd daalde aanvankelijk als gevolg van de zoektocht naar rendement door beleggers, maar na een stijging in het vierde kwartaal eindigde deze spread het jaar nagenoeg onveranderd op iets onder de 80 basispunten. De belangrijkste factor achter de algehele rentedaling van 2016 was het stimulerende beleid van centrale banken. De stijging van de rente in het vierde kwartaal ging niet toevallig gepaard met een renteverhoging door de Amerikaanse Federal Reserve en speculaties over een mogelijk naderend einde van het ruime monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. Daarbij kwam dat na de verrassende verkiezingsoverwinning van Trump de financiële markten ervan uitgingen dat diens presidentschap er een zal worden van meer economische groei en hogere inflatie, ergo hogere kapitaalmarktrentes. Figuur 1. Rentecurve (euro swap)

9 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Figuur 2. Creditspreads voor de financiële sector versus staatsrente, 5-jaars Economische omgeving In 2016 waren wereldwijd de meeste macro-economische cijfers positief. In de Verenigde Staten toonden de winkelverkopen, het consumentenvertrouwen, de industriële productie en het vertrouwen onder inkoopmanagers een stijgende lijn. De werkloosheid daalde van 5,0% tot 4,7% van de beroepsbevolking. Dit was het laagste niveau sinds eind De Amerikaanse inflatie steeg tot 2,1% op jaarbasis. De kerninflatie, exclusief energie- en voedselprijzen, kwam uit op 2,2%. De Federal Reserve verhoogde begin december haar beleidsrente met 0,25 procentpunt tot 0,50%-0,75%, waarbij de verwachtingen voor de economische groei opwaarts werden bijgesteld. De leden van het beleidscomité voorzagen een verdere daling van de werkloosheid en een hogere inflatie. In de eurozone namen het consumentenvertrouwen, het ondernemersvertrouwen en de industriële productie toe. De werkloosheid kwam met 9,8% uit op het laagste peil sinds de zomer van Hier stond tegenover dat de detailhandelsverkopen in december een dip vertoonden. De inflatie nam toe tot 1,1% op jaarbasis. De kerninflatie steeg tot 0,9%. In maart, toen de inflatie zich nog net boven de 0% bevond, bracht de Europese Centrale Bank haar rentetarieven omlaag. De depositorente, waartegen algemene banken hun overtollige liquiditeiten moeten stallen, ging van -0,3% naar -0,4%. De herfinancieringsrente, waartegen banken kunnen lenen, werd teruggeschroefd van 0,05% naar 0,00%. In december 2016 kondigde de ECB daarnaast aanpassingen in het obligatie-opkoopprogramma aan. Vanaf maart tot december 2017 gaat zij 60 miljard per maand kopen (voorheen 80 miljard). Er kunnen nu ook obligaties met een looptijd vanaf een jaar (voorheen twee jaar) worden gekocht en de ondergrens van het niveau van de officiële depositorente van -0,4%, die bij het aankopen werd gehanteerd, is komen te vervallen. Ondanks de Brexit waren de data uit het Verenigd Koninkrijk over het algemeen aan de sterke kant, met dank aan de waardedaling van het pond. Ook hier liep de inflatie op. Om een economische neergang tegen te gaan versoepelde de Britse centrale bank de kapitaalseisen voor banken en richtte zij een steunfonds op. Ook werd de basisrente verlaagd en werd het opkoopprogramma voor staats- en bedrijfsobligaties weer herstart. Waar in het begin van het jaar werd gevreesd voor een harde landing van de economie van China waren de macrocijfers uit dit land in de tweede helft van het jaar relatief sterk. De inkoopmanagersindex kwam uit boven het neutrale niveau van 50 en zowel de koopactiviteiten van consumenten als de productie in de industrie namen meer dan verwacht toe. Ander Aziatisch nieuws kwam uit Japan, waar de centrale bank nieuw beleid aankondigde. De Bank of Japan meldde te gaan streven naar een 10-jaars rente van 0% en verhoogde de inflatiedoelstelling naar langdurig boven de 2%. Figuur 3. Inflatie EMU versus olieprijsontwikkeling

10 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Figuur 4. Detailhandelsverkopen, industriële productie, consumenten- en producentenvertrouwen Eurozone

11 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Marktvooruitzichten Nu de Amerikaanse verkiezingen en het Italiaanse referendum zijn geweest en niet tot paniekreacties hebben geleid zal de focus op de financiële markten weer meer op de economische ontwikkelingen en het beleid van centrale banken komen te liggen. De meest recente cijfers uit de Verenigde Staten, Europa en Azië wijzen op een gestaag groeiende economie. Gegeven de gestegen olieprijs en de loonontwikkelingen zal de inflatie naar verwachting op een hoog niveau blijven. In Europa zal dit, via de importprijzen, worden versterkt door de sterkere dollar. In de VS liggen verdere renteverhogingen in het verschiet. Ook de Bank of England zal in toenemende mate rekening moeten houden met een oplopende inflatie. In Japan zal naar verwachting een stimulerend beleid gevoerd blijven worden. Dit geldt in principe ook voor de ECB. Met de laatst genomen maatregelen is dit min of meer bekrachtigd. In het beleidscomité van deze bank heersen echter verschillende opvattingen over het nut en de noodzaak van kwantitatieve verruiming, zeker als de inflatie gaat oplopen. We voorzien dat partijen op de kapitaalmarkt zullen gaan voorsorteren op een minder ruim monetair beleid in de toekomst. Hoewel technische factoren (trend, vraag/aanbod) aangeven dat een daling van de rente mogelijk is, laten wij de fundamentele factoren die de andere kant op wijzen (waardering, stand van de economie, minder stimulerende centrale banken) vooralsnog zwaarder wegen. We kiezen er daarom voor om de duration (maatstaf voor de rentegevoeligheid) onder het marktgemiddelde te houden. De portefeuilles kunnen verder tegen mogelijk hogere rentes en inflatie worden beschermd door te beleggen in floating-rate-notes en inflation-linked bonds. Alertheid en een actief durationbeleid blijven hoe dan ook geboden. In de eurozone zal de rentestijging zich waarschijnlijk vooral in het lange stuk van de rentecurve manifesteren. Gegeven de negatieve rentes zijn kortlopende obligaties echter ook niet erg interessant. We hanteren daarom een neutrale positionering op de curve. De zoektocht naar alternatieven voor staatsobligaties met een lage tot negatieve rente zal in onze ogen een belangrijke drijfveer blijven achter de vraag naar meer risicovolle beleggingscategorieën. We handhaven daarom vooralsnog de posities in de periferie van de eurozone. Er zijn probleemgebieden, zoals de Italiaanse bankensector en er blijven politieke risico s, maar met de ECB in de whatever it takes modus zal de perifere obligatiemarkt waarschijnlijk ondersteuning blijven vinden. We zijn daarnaast nog steeds positief over obligaties van financiële ondernemingen. Risk management, compliance en fund governance Het fonds maakt gebruik van financiële instrumenten. De hiermee samenhangende risico s zijn nader omschreven in het hoofdstuk Profielschets, het hoofdstuk Subfondsen en in het prospectus. Er wordt belegd binnen de limieten zoals die in het prospectus zijn vastgesteld. De beleggingen van het fonds dienen te voldoen aan de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo) van de Wet fido, waarin naast eisen aan de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling of aan het waardepapier ook eisen worden gesteld aan de kredietwaardigheid van het land van vestiging van de uitgevende instelling. De risicobereidheid van de beheerder voor het fonds wordt bepaald door de beleggingsbeperkingen die in het prospectus zijn vastgesteld. Zoals eerder vermeld spelen hierbij de regels beschreven in de Ruddo van de Wet fido een grote rol. Met inachtneming van deze kaders probeert de beheerder op een kostenefficiënte manier voor de participanten van het fonds een aantrekkelijk rendement te behalen. Het beleggingsbeleid wordt jaarlijks getoetst op kosten efficiëntie en rentabiliteit. De risico-paragraaf in de prospectus wordt jaarlijks bekeken en indien nodig herzien. Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Bij de beheerder fungeert een Risk Management Committee, waarin risicoanalyses worden besproken en dat besluiten rondom risico s aan de directie van de beheerder voorlegt. De beheerder beschikt over een onafhankelijke Risicomanager. Daarnaast kwalificeert, kwantificeert en monitort de afdeling Risk Management van a.s.r. Group Asset Management onafhankelijk de risico s en stelt deze mede vast in het Risk Management Committee. De directie van de beheerder heeft in de verslagperiode gesproken over zaken met betrekking tot risicobeheer en compliance, hetgeen ook onderwerp van bespreking is geweest met de Raad van Toezicht. Er is uitvoerig van gedachten gewisseld over de (macro) economische en politieke ontwikkelingen, over de gevolgen van het economische en monetaire beleid in de eurozone, over het beleggingsbeleid en de daarmee gepaard gaande risico s, de behaalde resultaten en de ontwikkeling van het belegde vermogen. Het gebruik van afgeleide instrumenten, zoals futures, heeft daarbij continue de aandacht. Eerder heeft de beheerder de maatregelen ter bescherming van de participanten verder aangescherpt door de invoering van een Fund Governance Code, die van toepassing is op alle fido-proof fondsen die door de beheerder worden aangeboden. Aan de hand van rapportages van de compliance officer of de beheerder heeft de Raad van Toezicht, die tevens fungeert als toezichthouder inzake fund governance, beoordeeld of de in de Code opgenomen maatregelen en principes zijn nageleefd. De directie van de beheerder is van mening dat met het hiervoor geschetste raamwerk op adequate en efficiënte wijze invulling wordt gegeven aan de eis van onafhankelijk toezicht op de gang van zaken bij de beleggingsinstelling.

12 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag De statutaire directie van de beheerder bestaat uit twee personen. Daarnaast heeft het fonds zelf geen personeelsleden in dienst. Alle werkzaamheden worden verricht door werknemers in dienst van ASR Nederland N.V. op de afdeling Group Asset Management. Per 31 december 2016 zijn 8 medewerkers (7,8 FTE s) ingeleend door ASR Vermogensbeheer B.V. van ASR Nederland N.V. Het beloningsbeleid van ASR Nederland N.V. is op deze werknemers integraal van toepassing. Het beloningsbeleid van ASR Nederland N.V. is vastgesteld door de RvC en voldoet aan alle (wettelijke) eisen met betrekking tot het beloningsbeleid. Nadere informatie over het beloningsbeleid is opgenomen op de website Verstrekking van informatie aan beleggers Er hebben zich na 23 mei 2016 (datum laatste aanpassing prospectus) geen materiële wijzigingen voorgedaan in de in AIFMD artikel 23 bedoelde informatie voor beleggers. Overname a.s.r. Op 22 januari 2016 werd bekend gemaakt dat a.s.r. BNG Vermogensbeheer overneemt van BNG Bank. Met de overname versterkt a.s.r. haar positie op de Nederlandse markt voor extern vermogensbeheer, met name in de (semi) publieke- en de pensioensector. Het volledige team van BNG Vermogensbeheer (8,8 FTE) is deel uit gaan maken van het onderdeel Group Asset Management van a.s.r., waarmee de continuïteit van de dienstverlening aan bestaande relaties gewaarborgd is. De klanten van BNG Vermogensbeheer hebben door de overname toegang gekregen tot de expertise van een van de grootste vermogensbeheerders van Nederland. De BNG Fondsen zijn een welkome uitbreiding van het productenpalet van a.s.r. en het is de intentie om de fondsen in stand te houden. Na goedkeuring van DNB en AFM zijn de namen van de BNG Fondsen gewijzigd in ASR Fondsen en vastgelegd in het prospectus. De structuur van de fondsen blijft ongewijzigd. Met de overname is de fondsadministratie naar de stand van 31 december 2016 overgegaan van Institutional Trust Services B.V. (ITS) te Leusden naar ASR Nederland N.V. (Afdeling Group Asset Management). De beheerovereenkomst met ITS is medio februari opgezegd en loopt nog tot mei Utrecht, 21 april 2017 De beheerder: ASR Vermogensbeheer B.V.

13 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Subfondsen ASR Kapitaalmarkt Fonds Government Bond Fonds (GBF) Kerncijfers (x 1.000) dec 31-dec 31-dec 31-dec 31-dec Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Fondsvermogen Totaal bedrijfsopbrengsten Lasten Resultaat Aantal participaties: , , , ,64 Intrinsieke waarde per participatie: , , , , ,94 Waardeontwikkeling per participatie in Resultaat 322,51 34,97 840,33-9,37 502,09 waarvan: Inkomsten 198,01 235,35 284,89 315,55 340,23 Waardeveranderingen 177,45-147,65 599,88-285,39 202,49 Kosten -52,95-52,73-44,44-39,53-40,63 Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar, berekend als het gewogen gemiddelde van de uitstaande participaties op maandbasis. Resultaten Het Government Bond Fonds behaalde in 2016 een rendement van 2,69%, na aftrek van kosten. De leidraad voor het risico en het resultaat van de beleggingen, de door Bank of America/Merrill Lynch samengestelde EMU Direct Governments Index AAA Rated, 5-7 year index, behaalde met 2,61% een lager rendement. De daling van de rente op de kapitaalmarkt van de eurozone had een positief effect op de waardeontwikkeling van de beleggingen. Het Fondsvermogen nam af van circa 24,6 miljoen per 31 december 2015 tot circa 20,5 miljoen per 31 december Dit was hoofdzakelijk het gevolg van uitstroom van gelden van cliënten die, in het kader van het verplichte schatkistbankieren, een deel van hun participaties moesten verkopen. De portefeuille van het Fonds bestond voor een groot deel uit staatsobligaties met een AAA-rating. Een deel van de portefeuille was belegd in staatsobligaties uit de periferie van de eurozone. De rendementen van deze beleggingen waren in het algemeen lager dan die van AAAstaatsobligaties en hadden daarmee een negatieve bijdrage aan het totale beleggingsresultaat. Ook werd er belegd in kortlopende inflationlinked bonds. In een omgeving van hogere inflatieverwachtingen deden deze het relatief goed. Verder was een deel van de portefeuille belegd in obligaties van financiële ondernemingen. Vanwege de hogere effectieve rendementen droegen deze obligaties positief bij aan de performance. Het durationbeleid leverde tevens een plus op. Dit was mede te danken aan de belegging in een trendvolgende obligatiestrategie met als debiteur de Rabobank. De strategie pakte de dalende rentetrend van de eerste helft van het jaar goed op en zorgde daarmee voor extra rendement.

14 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Inzicht in belangrijkste risico s Renterisico De waarde van de beleggingen is gevoelig voor veranderingen in de marktrente. Bij een stijgende rente zal de waarde van een obligatie over het algemeen dalen. De beheerder beperkt dit risico door de beleggingsportefeuille te spreiden en de gemiddelde looptijd van de beleggingen aan te passen. Partial durations meten de rentegevoeligheid voor verschillende delen van de rentecurves. In dit geval zijn dat de delen van de rentecurves met looptijdsegmenten 0 tot 1 jaar, 1 tot 3 jaar, 3 tot 5 jaar, 5 tot 7 jaar, 7 tot 10 jaar en 10+ jaar. Tabel 1 Partial duration per looptijdensegment Looptijd tot 1 0,01 0,06 1 tot 3 0,08 0,25 3 tot 5-0,25 0,56 5 tot 7 3,48 3,53 7 tot 10 0,36 0, ,43 0,12 Totaal 4,11 5,24 Kredietrisico Het Subfonds belegt in vastrentende waarden die worden gekenmerkt door een kredietrisico. De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende uitgevende instelling, de debiteur. De Beheerder neemt de nodige zorgvuldigheid in acht bij het selecteren van deze vastrentende waarden en zal een inschatting maken van de kans op tijdige voldoening van rente- en aflossingsverplichtingen door de debiteur. Toch kan het niet uitgesloten worden dat een debiteur niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit kan leiden tot verliezen van het Subfonds. In tabel 2 is een overzicht opgenomen van de kredietwaardigheid van de portefeuille per 31 december 2016 ten opzichte van het vorige boekjaar. De beheerder tracht het beleggingsrisico, bestaande uit rente- en kredietrisico, door het voeren van een actief beleggingsbeleid binnen het in de fondsvoorwaarden beschreven verwachte risicoprofiel te houden. Tabel 2 Kredietwaardigheid van de portefeuille in procenten van het vermogen Kredietwaardigheid % van het vermogen % van het vermogen AAA 47,4 80,1 AA 39,7 9,1 A 2,7 1,5 BBB 6,3 6,4 BB 3,9 2,9 Totaal 100,0 100,0 De verschuiving ten opzichte van 2015 in de categorieën AAA en AA heeft met name te maken met de verkoop van Duitse staatsobligaties. In plaats daarvan is met name belegd in obligaties van financiële ondernemingen. Concentratierisico Indien meerdere beleggingen in eenzelfde sector, geografisch gebied of beleggingscategorie plaatsvinden kunnen concentraties in dergelijke sectoren, gebieden of categorieën plaatsvinden waardoor het risico bestaat dat de beleggingsportefeuille als gevolg van deze concentratie in haar geheel gevoeliger wordt voor algemene en specifieke marktbewegingen in deze sectoren, gebieden en categorieën. De Beheerder van het Subfonds streeft er naar om het risico voor de belegger tot een acceptabel niveau terug te brengen door een zekere mate van spreiding van de beleggingen alsmede door ernaar te streven niet meer dan een beperkt percentage van het vermogen direct dan wel indirect te beleggen in één en dezelfde debiteur.

15 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag In tabel 3 is de grootste concentratie van debiteurenrisico per 31 december 2016 ten opzichte van het vorige boekjaar weergegeven. In tabel 4 treft men een overzicht aan van het percentage beleggingen per land per 31 december 2016 ten opzichte van het vorige boekjaar. Tabel 3 Grootste debiteuren van de portefeuille in procenten van het vermogen Grootste debiteuren op basis van percentage totale waarde % van het vermogen % van het vermogen Netherlands Government 29,7 21,0 Bundesrepublik Deutschland 11,0 31,8 RABOBANK Nederland 10,9 7,1 Finnish Government 7,6 7,6 Svenska Handelsbanken AB 5,1 - Nordea Bank AB 5,1 - Deutschland I/L Bond - 16,6 Tabel 4 Landenverdeling van de portefeuille in percentage van het vermogen Landenverdeling % van het vermogen % van het vermogen Nederland (NL) 41,8 29,1 Duitsland (DE) 17,8 48,3 Zweden (SE) 15,7 0,0 Finland (FI) 5,0 9,6 Portugal (PT) 3,9 2,9 Frankrijk (FR) 3,9 0,0 Italië (IT) 3,3 2,4 Spanje (ES) 3,0 2,6 Ierland (IE) 2,7 1,5 Supranationaal (SNAT) 1,6 1,3 Luxemburg (LU) 1,3 0,8 Slovenië (SI) 0,0 1,5 Totaal 100,0 100,0

16 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag ASR Kapitaalmarkt Fonds Financial Bond Fonds (FBF) Kerncijfers (x 1.000) dec 31-dec 31-dec 31-dec 31-dec Beleggingen Vorderingen Liquide middelen Kortlopende schulden Fondsvermogen Totaal bedrijfsopbrengsten Lasten Resultaat Aantal participaties: Intrinsieke waarde per participatie: Waardeontwikkeling per participatie in Resultaat 47,42 41,26 231,20 171,52 584,38 waarvan: Inkomsten 89,81 135,97 188,07 230,99 276,36 Waardeveranderingen -1,52-50,57 87,74-17,34 348,27 Kosten -40,87-44,14-44,61-42,13-40,25 Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar, berekend als het gewogen gemiddelde van de uitstaande participaties op maandbasis. Resultaten Het Financial Bond Fonds behaalde in 2016 een rendement van 0,48%, na aftrek van kosten. De daling van de rente op de kapitaalmarkt van de eurozone had een positief effect op de waardeontwikkeling van de beleggingen. Het Fondsvermogen nam af van circa 158,1 miljoen per 31 december 2015 tot circa 124,3 miljoen per 31 december Dit was hoofdzakelijk het gevolg van uitstroom van gelden van cliënten die, in het kader van het verplichte schatkistbankieren, een deel van hun participaties moesten verkopen. De portefeuille van het Fonds bestond voor het grootste deel uit obligaties van financiële ondernemingen, inclusief zogeheten covered bonds (obligaties met een onderpand als extra zekerheid). De reguliere bankobligaties behaalden over het algemeen een hoger rendement dan de covered bonds, die in de markt als relatief duur werden beschouwd. Een klein deel van de portefeuille was belegd in staats- en staatsgegarandeerde obligaties uit de periferie van de eurozone. De rendementen van deze beleggingen waren in het algemeen lager dan die van AAA-staatsobligaties en hadden daarmee een negatieve bijdrage aan het totale beleggingsresultaat. Ook werd er belegd in kortlopende inflation-linked bonds. In een omgeving van hogere inflatieverwachtingen deden deze het relatief goed. Verder was er een plus van de belegging in een trendvolgende obligatiestrategie met als debiteur de Rabobank. De strategie pakte de dalende rentetrend van de eerste helft van het jaar goed op en zorgde daarmee voor extra rendement.

17 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Inzicht in belangrijkste risico s Renterisico De waarde van de beleggingen is gevoelig voor veranderingen in de marktrente. Bij een stijgende rente zal de waarde van een obligatie over het algemeen dalen. De beheerder beperkt dit risico door de beleggingsportefeuille te spreiden en de gemiddelde looptijd van de beleggingen aan te passen. Partial durations meten de rentegevoeligheid voor verschillende delen van de rentecurves. In dit geval zijn dat de delen van de rentecurves met looptijdsegmenten 0 tot 1 jaar, 1 tot 3 jaar, 3 tot 5 jaar, 5 tot 7 jaar, 7 tot 10 jaar en 10+ jaar. Tabel 1 Partial duration per looptijdensegment Looptijd tot 1 0,04 0,06 1 tot 3 0,05 0,03 3 tot 5-0,73-0,60 5 tot 7 0,88 1,08 7 tot 10 0,03 0, ,04 0,01 Totaal 0,31 0,63 Kredietrisico Het Subfonds belegt in vastrentende waarden die worden gekenmerkt door een kredietrisico. De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende uitgevende instelling, de debiteur. De Beheerder neemt de nodige zorgvuldigheid in acht bij het selecteren van deze vastrentende waarden en zal een inschatting maken van de kans op tijdige voldoening van rente- en aflossingsverplichtingen door de debiteur. Toch kan het niet uitgesloten worden dat een debiteur niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit kan leiden tot verliezen van het Subfonds. In tabel 2 is een overzicht opgenomen van de kredietwaardigheid van de portefeuille per 31 december 2016 ten opzichte van het vorige boekjaar. De beheerder tracht het beleggingsrisico bestaande uit rente- en kredietrisico door het voeren van een actief beleggingsbeleid binnen het in de fondsvoorwaarden beschreven verwachte risicoprofiel te houden. Tabel 2 Kredietwaardigheid van de portefeuille in procenten van het vermogen Kredietwaardigheid % van het vermogen % van het vermogen AAA 34,2 38,5 AA 47,7 47,4 A 8,3 6,5 BBB 7,2 5,8 BB 2,6 1,8 Totaal 100,0 100,0 Concentratierisico Indien meerdere beleggingen in eenzelfde sector, geografisch gebied of beleggingscategorie plaatsvinden kunnen concentraties in dergelijke sectoren, gebieden of categorieën plaatsvinden waardoor het risico bestaat dat de beleggingsportefeuille als gevolg van deze concentratie in haar geheel gevoeliger wordt voor algemene en specifieke marktbewegingen in deze sectoren, gebieden en categorieën. De Beheerder van het Subfonds streeft er naar om het risico voor de belegger tot een acceptabel niveau terug te brengen door een zekere mate van spreiding van de beleggingen alsmede door ernaar te streven niet meer dan een beperkt percentage van het vermogen direct dan wel indirect te beleggen in één en dezelfde debiteur. In tabel 3 is de grootste concentratie van debiteurenrisico per 31 december 2016 ten opzichte van het vorige boekjaar weergegeven. In tabel 4 treft men een overzicht aan van het percentage beleggingen per land per 31 december 2016 ten opzichte van het vorige boekjaar.

18 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Tabel 3 Grootste debiteuren van de portefeuille in procenten van het vermogen Grootste debiteuren op basis van percentage totale waarde % van het vermogen % van het vermogen Rabobank Nederland 12,6 9,4 ASR Government Bond Fonds 8,3 12,8 ALLIANZ FINANCE II B.V. 6,2 0 Nordea Bank AB 5,7 0 Svenska Handelsbanken AB 5,6 0 Swedbank AB 0 4,8 Deutschland I/L Bond 0 12,5 HSBC Holding PLC 0 4,8 Tabel 4 Landenverdeling van de portefeuille in percentage van het vermogen Landenverdeling % van het vermogen % van het vermogen Nederland (NL) 25,0 31,9 Zweden (SE) 18,3 12,6 Duitsland (DE) 11,1 17,6 Verenigd Koninkrijk (GB) 10,8 3,5 Frankrijk (FR) 6,9 11,9 Finland (FI) 6,5 5,7 Noorwegen (NO) 5,8 4,4 Spanje (ES) 3,8 3,1 Denemarken (DK) 3,8 2,9 Italië (IT) 3,3 2,7 Portugal (PT) 2,7 1,8 België (BE) 2,0 1,9 Totaal 100,0 100,0

19 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag ASR Kapitaalmarkt Fonds Covered Bond Fonds (CBF) Kerncijfers (x 1.000) dec 31-dec 31-dec 31-dec 31-dec Beleggingen Vorderingen Liquide middelen Kortlopende schulden Fondsvermogen Totaal bedrijfsopbrengsten Lasten Resultaat Aantal participaties: Intrinsieke waarde per participatie: Waardeontwikkeling per participatie in Resultaat 17,70-30,86 375,68 150,50 625,67 waarvan: Inkomsten 133,64 183,28 227,01 286,48 303,10 Waardeveranderingen -59,37-155,41 199,08-89,54 368,07 Kosten -56,57-58,73-50,41-46,44-45,50 Bedragen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal participaties gedurende het boekjaar, berekend als het gewogen gemiddelde van de uitstaande participaties op maandbasis. Resultaten Het Covered Bond Fonds behaalde in 2016 een rendement van 0,16%, na aftrek van kosten. De daling van de rente op de kapitaalmarkt van de eurozone had een positief effect op de waardeontwikkeling van de beleggingen. Het Fondsvermogen nam af van circa 23,9 miljoen per 31 december 2015 tot circa 18,0 miljoen per 31 december Dit was hoofdzakelijk het gevolg van uitstroom van gelden van cliënten die, in het kader van het verplichte schatkistbankieren, een deel van hun participaties moesten verkopen. De portefeuille van het Fonds bestond voor het grootste deel uit obligaties van financiële ondernemingen, met name zogeheten covered bonds (obligaties met een onderpand als extra zekerheid). Gemiddeld genomen was het Fonds voor ruim 60% in covered bonds belegd. De reguliere bankobligaties behaalden over het algemeen een hoger rendement dan de covered bonds, die in de markt als relatief duur werden beschouwd. Een klein deel van de portefeuille was belegd in staats- en staatsgegarandeerde obligaties uit de periferie van de eurozone. De rendementen van deze beleggingen waren in het algemeen lager dan die van AAA-staatsobligaties en hadden daarmee een negatieve bijdrage aan het totale beleggingsresultaat. Ook werd er gedurende een groot deel van het jaar belegd in kortlopende inflation-linked bonds. In een omgeving van hogere inflatieverwachtingen deden deze het relatief goed. Verder was er een plus van de belegging in een trendvolgende obligatiestrategie met als debiteur de Rabobank. De strategie pakte de dalende rentetrend van de eerste helft van het jaar goed op en zorgde daarmee voor extra rendement.

20 ASR Kapitaalmarkt Fonds Jaarverslag Inzicht in belangrijkste risico s Renterisico De waarde van de beleggingen is gevoelig voor veranderingen in de marktrente. Bij een stijgende rente zal de waarde van een obligatie over het algemeen dalen. De beheerder beperkt dit risico door de beleggingsportefeuille te spreiden en de gemiddelde looptijd van de beleggingen aan te passen. Partial durations meten de rentegevoeligheid voor verschillende delen van de rentecurves. In dit geval zijn dat de delen van de rentecurves met looptijdsegmenten 0 tot 1 jaar, 1 tot 3 jaar, 3 tot 5 jaar, 5 tot 7 jaar, 7 tot 10 jaar en 10+ jaar. Tabel 1 Partial duration per looptijdensegment Looptijd tot 1 0,02 0,03 1 tot 3 0,06 0,04 3 tot 5-0,85-0,96 5 tot 7 1,42 2,16 7 tot 10 0,03 0, ,04 0,01 Totaal 0,72 1,33 Kredietrisico Het Subfonds belegt in vastrentende waarden die worden gekenmerkt door een kredietrisico. De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende uitgevende instelling, de debiteur. De Beheerder neemt de nodige zorgvuldigheid in acht bij het selecteren van deze vastrentende waarden en zal een inschatting maken van de kans op tijdige voldoening van rente- en aflossingsverplichtingen door de debiteur. Toch kan het niet uitgesloten worden dat een debiteur niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit kan leiden tot verliezen van het Subfonds. In tabel 2 is een overzicht opgenomen van de kredietwaardigheid van de portefeuille per 31 december 2016 ten opzichte van het vorige boekjaar. De beheerder tracht het beleggingsrisico bestaande uit rente- en kredietrisico door het voeren van een actief beleggingsbeleid binnen het in de fondsvoorwaarden beschreven verwachte risicoprofiel te houden. Tabel 2 Kredietwaardigheid van de portefeuille in procenten van het vermogen Kredietwaardigheid % van het vermogen % van het vermogen AAA 66,1 71,7 AA 15,8 19,3 A 8,5 2,5 BBB 7,4 5,0 BB 2,2 1,5 Totaal 100,0 100,0 Concentratierisico Indien meerdere beleggingen in eenzelfde sector, geografisch gebied of beleggingscategorie plaatsvinden kunnen concentraties in dergelijke sectoren, gebieden of categorieën plaatsvinden waardoor het risico bestaat dat de beleggingsportefeuille als gevolg van deze concentratie in haar geheel gevoeliger wordt voor algemene en specifieke marktbewegingen in deze sectoren, gebieden en categorieën. De Beheerder van het Subfonds streeft er naar om het risico voor de belegger tot een acceptabel niveau terug te brengen door een zekere mate van spreiding van de beleggingen alsmede door ernaar te streven niet meer dan een beperkt percentage van het vermogen direct dan wel indirect te beleggen in één en dezelfde debiteur. In tabel 3 is de grootste concentratie van debiteurenrisico per 31 december 2016 ten opzichte van het vorige boekjaar weergegeven. In tabel 4 treft men een overzicht aan van het percentage beleggingen per land per 31 december 2016 ten opzichte van het vorige boekjaar.