Gemeente Oud-Heverlee RUP Don Bosco

Transcriptie

1 Gemeente Oud-Heverlee RUP Don Bosco Gemeente Oud-Heverlee Gemeentestraat Oud-Heverlee Grontmij Belgium nv Brussel, februari 2014

2 Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 24 september 2013 Het plan werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 4 november 2013 tot en met 2 januari 2014 Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in de vergadering van 25 maart 2014 Op bevel De Secretaris Marijke Pertz De Voorzitter Kris Debruyne Zegel van de gemeente Verantwoordelijk Ruimtelijk Planner Patrick Roothaer

3 Verantwoording Titel : RUP Don Bosco Subtitel : Projectnummer : (309984) Referentienummer : Revisie : Datum : Februari 2014 Auteur(s) : Tin Meylemans, Patrick Roothaer adres : tin.meylemans@grontmij.be Gecontroleerd door : Patrick Roothaer Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : Paraaf goedgekeurd : Contact : Arenbergstraat 13 bus 1 B-1000 Brussel T F info@grontmij.be Pagina 3 van 23

4 Inhoudsopgave 1 Artikel 1: Voorafgaandelijke en algemene bepalingen Artikel 2: Natuurgebied Artikel 3: Dreef Artikel 4: Openbare wegenis Artikel 5: Te behouden bestaande bebouwing (overdruk) Artikel 6: Zone voor bijgebouwen (overdruk) Artikel 7: Zone voor ontsluitingsinfrastructuur (overdruk) Artikel 8: Voorplein (overdruk) Artikel 9: Zone voor waterhuishoudingswerken (overdruk) Artikel 10: Zone voor recreatief, educatief en sociocultureel medegebruik (overdruk)23 Pagina 4 van 23

5 1 Artikel 1: Voorafgaandelijke en algemene bepalingen BOUWHOOGTE Tenzij in de voorschriften anders gesteld, worden de bouwhoogtes bepaald ten opzichte van het maaiveld. De hoogte van het maaiveld is het gemiddelde peil van de door de constructie, waarop de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft, ingenomen grondoppervlakte. BEPALINGEN BETREFFENDE WATERBEHEER EN REGEN- WATEROPVANG De bebouwing binnen het plangebied dient te voldoen aan de vigerende wetgeving inzake hemelwaterputten, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Bij elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moeten de resultaten van de watertoets worden gemeld, ook indien de betreffende werken geen invloed hebben op de waterhuishouding, en moet aangetoond worden dat de betreffende ingreep geen negatieve invloed heeft op de waterhuishouding. Materialen die gebruikt worden voor verhardingen van wegenis, toegangen, parkings, terrassen, e.d. zullen maximaal waterdoorlatend zijn. Pagina 5 van 23

6 Artikel 1: Voorafgaandelijke en algemene bepalingen Indien er geen gebruik van waterdoorlatende materialen is, zullen er specifieke maatregelen tot buffering en afvoer van regenwater genomen worden. INPLANTINGEN VAN OPENBAAR NUT Het oprichten van beperkte infrastructuur voor openbaar nut is toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming. Hun inplanting mag de bestemming van de desbetreffende zone niet hinderen. Hun noodzaak moet om technische of maatschappelijke redenen kunnen aangetoond worden door een omstandig verklarende en verantwoordende nota, die wordt toegevoegd bij de vergunningsaanvraag. BEPALINGEN BETREFFENDE HOOFDZAKELIJK VERGUNDE CONSTRUCTIES DIE NIET AAN DE E BEPA- LINGEN VOLDOEN De term hoofdzakelijk vergunde constructie omvat ook de geacht vergunde constructies. Voor bedrijven betekent dit dat de voor een normale bedrijfsvoering kennelijk noodzakelijke constructies vergund of geacht vergund zijn. Voor andere constructies (o.a. woningen) betekent het dat ten minste 90% van het bruto-bouwvolume van het hoofdgebouw vergund of geacht vergund is. Tenzij anders en uitdrukkelijk vermeld in de voorschriften voor de desbetreffende zone, zijn voor bestaande vergunde of geacht vergunde constructies of delen van constructies, die niet aan de verordenende bepalingen voldoen, volgende werken en handelingen toegelaten: instandhoudingswerken, ook structurele; verbouwingen binnen het bestaande volume zonder wijzigingen aan het bestaande gabariet; verbouwingen binnen het bestaande volume met wijzigingen aan het bestaande gabariet, voor zover het nieuwe gabariet van het verbouwde deel voldoet aan de verordenende bepalingen terzake in de desbetreffende zone. Pagina 6 van 23

7 2 Artikel 2: Natuurgebied Art 2.1: Gebiedscategorie Natuur Art 2.2: Bestemming Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos. Art 2.3: Inrichting Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de ontwikkeling, de instandhouding en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu, bos en van de landschapswaarden zijn toegelaten. Kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken bestaat onder meer uit: toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen Kleinschalige infrastructuur voor natuureducatie is bijvoorbeeld: informatie- Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur voor het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief mede- Pagina 7 van 23

8 Artikel 2: Natuurgebied borden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten Kleinschalige infrastructuur voor recreatief medegebruik: zitbanken, picknicktafels, vuilnisbakken Niet-gemotoriseerd verkeer is onder meer: wandelen, fietsen, paardrijden,... Onder openbare wegen worden ook verkeersveilige fietspaden begrepen. gebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer; het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen. Bestaande openbare wegen en nutsleidingen kunnen verplaatst worden voor zover dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijke milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid. Voor afsluitingen zijn enkel open afsluitingen met een maximale hoogte van 2,00 meter toegelaten. Reliëfwijzigingen zijn niet toegestaan. Pagina 8 van 23

9 3 Artikel 3: Dreef Art 3.1: Gebiedscategorie Lijninfrastructuur Art 4.2: Bestemming Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, stationeer- en parkeervoorzieningen, wegsignalisatie, wegbebakening, verlichting, afwatering, beplantingen, veiligheidsuitrustingen, leidingen, telecommunicatie infrastructuur. Het behoud van het karakter van de dreef steeds een randvoorwaarde. Dit gebied is bestemd voor wegeninfrastructuur en aanhorigheden. Art 4.3: Inrichting In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van wegeninfrastructuur en aanhorigheden, op voorwaarde dat: minstens 50% van de zone ingericht wordt als groene ruimte het karakter van de dreef behouden blijft, waarbij de dreef enkel onderbroken mag worden indien dit strikt noodzakelijk is voor het geven van toegang tot de belendende percelen en gebouwen. Pagina 9 van 23

10 Artikel 3: Dreef Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing van de wegeninfrastructuur en aanhorigheden in de omgeving toegelaten op voorwaarde dat het karakter van de dreef behouden blijft. Pagina 10 van 23

11 4 Artikel 4: Openbare wegenis Art 4.1: Gebiedscategorie Lijninfrastructuur Art 4.2: Bestemming Onder aanhorigheden van wegeninfrastructuur wordt onder andere verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten en taluds, stationeer- en parkeervoorzieningen, wegsignalisatie, wegbebakening, verlichting, afwatering, beplantingen, veiligheidsuitrustingen, leidingen, telecommunicatie infrastructuur. Dit gebied is bestemd voor wegeninfrastructuur en aanhorigheden. Art 4.3: Inrichting In dit gebied zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van wegeninfrastructuur en aanhorigheden. Daarnaast zijn alle werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de ruimtelijke inpassing van de wegeninfrastructuur en aanhorigheden in de omgeving toegelaten. Pagina 11 van 23

12 5 Artikel 5: Te behouden bestaande bebouwing (overdruk) De bestaande gebouwen zijn aangeduid op het grafisch plan. Het betreft: Gebouw A: het klooster met de annexen aan beide vleugels; Gebouw B: het chirolokaal; Gebouw C: huis aan de Rozenbergstraat. De bestaande gebouwen zijn bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen. De betrokken werken, handelingen en wijzigingen kunnen worden toegelaten ongeacht het publiek- of privaatrechtelijk statuut van de initiatiefnemer of het al dan niet aanwezig zijn van winstoogmerk. Bestaande gebouwen kunnen behouden blijven en verbouwd worden binnen het bestaande volume. Verbouwen of herbouwen mag geen uitbreiding van de bebouwde grondoppervlakte tot gevolg hebben. Uitbreidingen zijn enkel toegelaten in specifieke gevallen. De term erkende jeugdvereniging verwijst naar het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid en het decreet van 18 juli 2008 houdende het voeren van een Vlaams jeugd- en kinderrechtenbeleid. Artikel 5.1: Algemene bepalingen De te behouden bestaande gebouwen zijn aangeduid op het grafisch plan met een rode contour en met respectievelijk de letters A, B en C. Artikel 5.2: Bepalingen voor de gebouwen A en B De bestaande gebouwen zijn bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen. Werken, handelingen, en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn toegelaten. Het is toegelaten bestaande gebouwen of constructies te verbouwen binnen het bestaande bouwvolume. Het is toegelaten bestaande gebouwen of constructies te herbouwen binnen het bestaande bouwvolume en op dezelfde plaats. Het uitbreiden van bestaande gebouwen en constructies is vergunbaar, op voorwaarde dat dit noodzakelijk is omwille van: Pagina 12 van 23

13 Artikel 5: Te behouden bestaande bebouwing (overdruk) Milieuvoorwaarden; Gezondheids- of veiligheidsredenen; Infrastructurele behoeften verbonden aan de werking van een erkende, gesubsidieerde of gefinancierde educatieve of socio-culturele instelling of van een erkende jeugdvereniging. Indien een gebouw niet aangesloten is op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag voor herbouwen of uitbreiden afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater of van het realiseren van een dergelijke aansluiting. Artikel 5.3: Bepalingen voor gebouw C Het huis aan de Rozenbergstraat kan bestemd worden ten behoeve van gemeenschapsvoorzieningen, recreatie of wonen. Zowel verbouwen als uitbreiden is toegelaten. Bij uitbreidingen is het maximaal bouwvolume beperkt tot 750 m³. Het is niet toegelaten om uitbreidingen te realiseren door losstaande woningbijgebouwen te bouwen of door bijkomende bouwlagen te realiseren. Uitbreidingen mogen er evenmin toe leiden dat het gebouw dichter bij de straat komt te staan. Dit moet de kenmerkende en waardevolle groene berm langs de Rozenbergstraat vrijwaren. Met herstelwerken wordt bedoeld herbouw op dezelfde plaats. Herbouw op dezelfde plaats is enkel toegestaan indien de woning beschadigd of vernield is ten gevolge van een vreemde oorzaak die de eigenaar niet kan worden toegerekend, de zgn. gevallen van heirkracht. Het bestaande gebouw is bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, wonen en recreatie. Werken, handelingen, en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het aanbieden van deze bestemmingen zijn toegelaten. Het is toegelaten om het bestaande gebouw te verbouwen binnen het bestaande bouwvolume. Als het gebouw vernield of beschadigd werd ten gevolge van een vreemde oorzaak die de eigenaar niet kan worden toegerekend, kunnen herstelwerken worden vergund voor zover voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden: de aanvraag gebeurt binnen de drie jaar na de toekenning van het verzekeringsbedrag of, zo de vernieling of beschadiging niet door een verzekering gedekt zijn, binnen de vijf jaar na het optreden van deze vernieling of beschadiging het bouwvolume blijft beperkt tot het bestaande vergunde of geacht Pagina 13 van 23

14 Artikel 5: Te behouden bestaande bebouwing (overdruk) Indien het gebouw vrijwillig wordt afgebroken, is herbouw op dezelfde plaats niet toegelaten maar mag het afgebroken volume opnieuw gebouwd worden in de zone voor bijgebouwen. Herbouw in de zone voor bijgebouwen is eveneens toegelaten indien de woning beschadigd of vernield is ten gevolge van een vreemde oorzaak die de eigenaar niet kan worden toegerekend, de zgn. gevallen van heirkracht. Eveneens om de waardevolle groene berm langs de Rozenbergstraat te vrijwaren, is een rechtstreekse ontsluiting naar de Rozenbergstraat niet toegelaten. Dit geldt zowel voor gemotoriseerd als voor niet-gemotoriseerd verkeer. Enkel de bestaande ontsluiting kan blijvend gebruikt worden. vergunde volume. Het is toegelaten het bestaande gebouw uit te breiden tot een bouwvolume van maximaal 750 m³ voor zover aan alle hieronder vermelde voorwaarden wordt voldaan: Er worden geen losstaande woningbijgebouwen gecreëerd. Het aantal bouwlagen neemt niet toe. Aan de kant van de Rozenbergstraat blijft de afstand tussen de rooilijn langs de straat of de rand van de weg en de gevel langs deze straat op zijn minst behouden. De bestaande ontsluiting wordt behouden. Het is niet toegelaten om bijkomende ontsluitingen van en naar de Rozenbergstraat te voorzien. Indien een gebouw niet aangesloten is op een riolering, wordt de vergunningsaanvraag voor herbouwen of uitbreiden afhankelijk gemaakt van de aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwater of van het realiseren van een dergelijke aansluiting. Pagina 14 van 23

15 6 Artikel 6: Zone voor bijgebouwen (overdruk) De bijgebouwen zijn nevengeschikt en complementair aan de hoofdgebouwen A en B zoals aangeduid op het grafisch plan. Op het grafisch plan is in overdruk een zone voor bijgebouwen aangeduid. Bijgebouwen zijn bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen, recreatieve, educatieve en sociaal-recreatieve functies en berging. Bijgebouwen of delen ervan kunnen tevens bestemd worden als garage ten behoeve van het stallen voertuigen. In de overdrukzone mogen in de bijgebouwen maximaal 6 autostaanplaatsen worden gerealiseerd. De totale bruto grondoppervlakte ingenomen door bijgebouwen bedraagt 500 m². Het is toegelaten om het gebouw C langs de Rozenbergstraat af te breken en opnieuw op te bouwen in de zone voor bijgebouwen. Hiertoe is een extra bebouwbare oppervlakte van 250 m² toegelaten. Deze mogelijkheid kan enkel in combinatie met of na afbraak van het bestaande huis aan de Rozenbergstraat. Deze oppervlakte mag vermeerderd worden met 250 m² ten behoeve van de herbouw van het op het grafisch plan aangeduide gebouw C. In dit geval moet de aanvraag tot vergunning voor herbouw eveneens een vergunningsaanvraag tot sloop van gebouw C bevatten, tenzij het bestaande gebouw C reeds eerder gesloopt werd. Deze voorwaarde geldt niet indien het gaat om herbouw na vernietiging van gebouw C ten gevolge van een vreemde oorzaak die de eigenaar niet kan worden toegerekend. Pagina 15 van 23

16 Artikel 6: Zone voor bijgebouwen (overdruk) De maximale afmetingen zijn ook van toepassing in geval van herbouw van gebouw C. Vanaf de weg rondom het klooster helt het terrein af in zuidelijke richting. De hoogtes worden gemeten ten opzichte van het maaiveldniveau aan de rand van deze weg. Dit maakt het mogelijk om de bijgebouwen deels in de heuvelflank in te werken, zoals ook nu reeds het geval is. Dit beperkt de landschappelijke impact van deze bijgebouwen. Volgens de algemene bepalingen zijn afwijkingen op de maximale hoogtes toegelaten voor schouwen en verluchtingskokers. Een minimale tussenafstand tussen de gebouwen is wenselijk om het zicht, in de hand gewerkt door het reliëf, naar het zuidwesten te bewaren. De tussenafstand wordt gemeten tussen beide buitenmuren en loodrecht op deze buitenmuren. Specifiek in deze zone gaat het om speelinfrastructuur in open lucht voor kleuters. Het percentage komt overeen met de oppervlakte van de huidige speeltuin die in deze overdrukzone aanwezig is. De voorschriften laten met andere woorden toe om de bestaande speeltuin te behouden en indien gewenst te renoveren of te vervangen. Daarentegen is er geen verplichting om de speeltuin op de huidige plaats te behouden, te meer omdat het toegelaten is om bijgebouwen aan te bouwen aan gebouw B. Voor de afmetingen van de bijgebouwen gelden volgende maxima: bruto grondoppervlakte van een individueel gebouw: 250 m²; voor gebouwen met een plat dak: hoogte van de dakrand: 4,00 meter; voor gebouwen met een andere dakvorm: kroonlijsthoogte: 3,50 meter; dakhelling: 30 of overeenkomend met 30 ; totale bouwhoogte: 6,50 meter. De hoogtes worden bepaald ten opzichte van het maaiveldniveau op de grens van deze overdrukzone met de overdrukzone voor ontsluitingsinfrastructuren volgens Artikel 7. De afstand tussen individuele bijgebouwen binnen de zone bedraagt minstens 5,00 meter. Het is daarentegen toegelaten om een bijgebouw fysisch aan te bouwen aan of te verbinden met het bestaande gebouw B zoals aangeduid op het grafisch plan. Het is eveneens toegelaten om maximaal 26% van de oppervlakte van de overdrukzone in te richten ten behoeve van recreatie in open lucht. Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt, zijn in dit gedeelte van de overdrukzone volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: het aanbrengen van openlucht recreatieve infrastructuur het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur ten behoeve van recreatief, educatief of socio-cultureel medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd ver- Pagina 16 van 23

17 Artikel 6: Zone voor bijgebouwen (overdruk) keer; het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande paden, wegen en nutsleidingen. Pagina 17 van 23

18 7 Artikel 7: Zone voor ontsluitingsinfrastructuur (overdruk) Deze overdrukzone bevindt zich rondom het hoofdgebouw en is bestemd voor interne wegenis, parking en recreatieve terreinen. Deze laatste bepaling biedt de mogelijkheid om de verharde sportterreinen op het binnenplein van het U-vormige hoofdgebouw in stand te houden. Ten hoogste 80% van de overdrukzone mag worden aangewend voor interne wegenis, parking of recreatieve voorzieningen. In de overdrukzone bedraagt het groenpercentage dus minimaal 20 %. M.a.w. minstens 20% van de oppervlakte moet voldoen aan de bepalingen van de grondkleur (natuurgebied). De totale oppervlakte van de overdrukzone is 7.311m². Open verhardingen bestaan uit losse materialen zoals grind, dolomiet of boomschors. Ook begroeide verhardingen zoals grasdallen of grindgras worden ingedeeld bij de open verhardingen. Open verhardingen zijn waterdoorlatend. Half-open verhardingen zijn verhardingen met voegen. Kleinere vaste elementen zoals kasseien, tegels of klinkers worden tegen elkaar gelegd. Halfopen verhardingen zijn in principe waterdoorlatend. Dit is echter afhankelijk van de voegvulling, de breedte van de voegen en de doorlaatbaarheid van de fundering. Half-open verhardingen worden enkel toegelaten indien ze water- Binnen deze overdrukzone zijn tevens alle werken, handelingen, en wijzigingen toegelaten die nodig of nuttig zijn voor de ontsluiting voor gemotoriseerd en niet gemotoriseerd verkeer, parking en recreatieve terreinen, voor zover deze voorzieningen samen niet meer dan 80% van de oppervlakte van de overdrukzone innemen. In deze 80% moet ook de grondoppervlakte ingenomen door bebouwing worden verrekend (zie verder) Ontsluitingsinfrastructuur en parking wordt aangelegd in open of halfopen verharding. Gesloten verhardingen zijn niet toegelaten. Recreatieve terreinen zijn niet verhard of worden aangelegd in open of half-open verharding. Gesloten verhardingen zijn niet toegelaten. Pagina 18 van 23

19 Artikel 7: Zone voor ontsluitingsinfrastructuur (overdruk) doorlatend zijn. Gesloten verhardingen zijn verhardingen zonder voegen (met uitzondering van uitzettingsvoegen) die in één stuk worden aangebracht, bijvoorbeeld beton of asfalt. Een gesloten verharding laat in principe geen water door. De maximale parkeeroppervlakte is berekend op basis van maximaal 40 autoparkeerplaatsen met een oppervlakte van 16,50 m² per individuele parkeerplaats. Hierbij wordt de interne wegenis niet meegerekend. Indien eventueel parking voor andere voertuigen (bijvoorbeeld autobussen) zou worden aangelegd, dan wordt deze oppervlakte verrekend in de maximaal toegelaten oppervlakte van de parking en in mindering gebracht van het aantal parkeerplaatsen voor auto s. De toegelaten bouw- en kroonlijsthoogte voor de kleinschalige gebouwen komt overeen met één bouwlaag onder dak. De dakvorm wordt niet nader bepaald. Voor gebouwen met een plat dak geldt de maximale kroonlijsthoogte van 3,50 meter als maximale hoogte van de bovenkant van de dakrand. De maximale oppervlakte ingenomen door parking bedraagt 660 m², exclusief de interne wegenis. In de overdrukzone zijn kleinschalige gebouwen voor nuts- en gemeenschapsvoorzieningen, complementair aan de functies en activiteiten in de overdrukzone volgens Artikel 5, toegelaten. Deze bebouwing moet voldoen aan volgend bepalingen: De totaliteit van de bebouwing mag niet meer dan 100 m² bruto grondoppervlakte innemen, waarbij deze oppervlakte wordt verrekend in het maximum van 80% zoals hierboven gedefinieerd; Maximale kroonlijsthoogte: 3,50 meter; Maximale bouwhoogte: 5,50 meter. Pagina 19 van 23

20 8 Artikel 8: Voorplein (overdruk) De randvoorwaarden voor een heraanleg van het voorplein worden verantwoord vanuit de symmetrische opbouw van de voorzijde van het domein. De huidige symmetrische aanleg van het voorplein, met een centrale groenzone en circulaire ontsluiting, is gerelateerd aan de Kloosterdreef en aan de symmetrie van de voorgevel van het klooster. Open verhardingen bestaan uit losse materialen zoals grind, dolomiet of boomschors. Ook begroeide verhardingen zoals grasdallen of grindgras worden ingedeeld bij de open verhardingen. Open verhardingen zijn waterdoorlatend. Half-open verhardingen zijn verhardingen met voegen. Kleinere vaste elementen zoals kasseien, tegels of klinkers worden tegen elkaar gelegd. Halfopen verhardingen zijn in principe waterdoorlatend. Dit is echter afhankelijk van de voegvulling, de breedte van de voegen en de doorlaatbaarheid van de fundering. Half-open verhardingen worden enkel toegelaten indien ze waterdoorlatend zijn. Op het grafisch plan is in overdruk een zone voorplein aangeduid. Binnen deze overdrukzone moeten de inrichting en de aanleg van de ruimte de bestaande symmetrie van het voorplein respecteren en in harmonie zijn met de aanleg en de bebouwing in de rest van het plangebied. Binnen bovenstaande randvoorwaarde zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen toegelaten: de aanpassing van bestaande wegeninfrastructuur en aanhorigheden, inclusief complementaire nutsvoorzieningen maar met uitzondering van parkeer- en stationeervoorzieningen; het herbouwen van bestaande constructies en infrastructuren, op voorwaarde dat verhardingen worden aangelegd in open of half-open verharding. Half-open verhardingen zijn enkel toegelaten indien ze waterdoorlatend zijn. Gesloten verhardingen zijn niet toegelaten. Gesloten verhardingen zijn verhardingen zonder voegen (met uitzondering van uitzettingsvoegen) die in één stuk worden aangebracht, bijvoorbeeld beton of asfalt. Een gesloten verharding laat in principe geen water door. Pagina 20 van 23

21 9 Artikel 9: Zone voor waterhuishoudingswerken (overdruk) Waterbeheer en zuivering verwijst zowel naar regenwaterbeheer als vuilwaterbeheer. Met technieken van natuurtechnische milieubouw wordt verwezen naar een geheel van technieken die gebruikt kunnen worden om bij de inrichting (en het beheer) van infrastructuurwerken de bestaande natuurwaarden zoveel als mogelijk te behouden of ze te ontwikkelen of te versterken, en meer algemeen om te komen tot milieuvriendelijke oplossingen voor ruimtelijke ingrepen. Een beschrijving van en toelichting bij dergelijke technieken is te vinden in de Vademecums Natuurtechniek. Buffer- of infiltratiebekkens kunnen op verschillende manieren uitgevoerd worden; in open lucht of ondergronds. Vanuit landschappelijk oogpunt lijkt een ondergronds bekken de voorkeur te genieten, omdat het huidige uitzicht op de grasweide langs de Don Boscolaan niet verandert. Indien voor open buffer- of infiltratiebekkens wordt geopteerd, moeten de oevers op een natuurvriendelijke manier worden aangelegd. Er wordt gestreefd naar een ecologisch bekken met het karakter van een natuurlijke vijver. Constructies met veel (zichtbare) niet natuurlijke materialen, zoals beton, moeten vermeden worden. Binnen deze overdrukzone zijn tevens alle werken, handelingen, en wijzigingen toegelaten die nodig of nuttig zijn voor nutsvoorzieningen ten behoeve van waterhuishouding, inclusief waterbeheer(sing) en waterzuivering, voor zover de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden. Tevens moet voldaan worden aan elk van volgende randvoorwaarden: De grootte van buffervoorzieningen is afgestemd op het effectief te bufferen volume, rekening houdend met de doelstelling dat afstromend water in eerste instantie op natuurlijke wijze moet infiltreren. Reliëfwijzigingen zijn plaatselijk toegestaan voor zover het bestaande reliëf van de zone in zijn geheel gerespecteerd wordt. In geval van open waterbekkens worden de oevers natuurvriendelijk aanlegd, met aangepaste materialen en standplaatsgeschikt plantmateriaal, de planten zijn laagblijvende beplanting. Pagina 21 van 23

22 Artikel 9: Zone voor waterhuishoudingswerken (overdruk) De oevers van open waterbekkens kunnen beplant worden met standplaatsgeschikte planten. Omwille van de bezonning van het wateroppervlakte, het zicht op de Dijlevallei en het uitzicht op klooster, moet laagblijvende beplanting gebruikt worden. Pagina 22 van 23

23 10 Artikel 10: Zone voor recreatief, educatief en sociocultureel medegebruik (overdruk) De recreatieve, educatieve en socio-culturele functies zijn ondergeschikt aan de hoofdfunctie natuur. Een functie is ondergeschikt ten opzichte van een hoofdfunctie als haar aandeel in verhouding tot de totale omvang van het gebied beperkt is en/of van betrekkelijk minder grote betekenis is. Binnen deze overdrukzone zijn recreatieve, educatieve en socio-culturele functies toegelaten maar ondergeschikt aan de hoofdfunctie. Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: het aanbrengen van openlucht recreatieve infrastructuur het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur ten behoeve van recreatief, educatief of socio-cultureel medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer; het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande paden, wegen en nutsleidingen. Pagina 23 van 23