1 Begrip magnetisatie.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Begrip magnetisatie."

Transcriptie

1 Hoofdstuk 8. 1 Begrip magnetisatie. 1.1 Verklaring van de magnetisatie Magnetisatie. De franse fysicus Pierre Weiss stelde, rond 1900, een theorie op die het magnetiseren van bepaalde stoffen moest verklaren. Volgens Weiss moet de oorzaak van magnetisatie binnen de atomen gezocht worden. H2 + e - H1 Figuur 1: ontstaan van magnetische veldsterkte in een atoom Elke stof is opgebouwd uit atomen Binnen de atomen draaien de elektronen rond de kern. In figuur 1 wordt dit op een simplistische manier voorgesteld. De beweging van het elektron is een klein stroompje, waardoor er een magnetische veldsterkte H2 ontstaat. Elk elektron draait op zichzelf (spil). Ook deze beweging komt overeen met een stroom, waardoor een magnetische veldsterkte H1 ontstaat. Indien er meerdere elektronen rond de kern draaien, ontstaat er zo n vectoren per elektron. Vermits een stof is opgebouwd uit een zeer groot aantal moleculen, die op hun beurt bestaan uit elektronen, zijn er binnen elke stof zéér veel veldsterktevectoren. De vectoriele som van deze veldsterktevectoren is nul bij niet gemagnetiseerde stoffen. Volgens Weiss ontstaan er, in de ferromagnetische stoffen, bij niet te hoge temperatuur (kleiner dan de Curietemperatuur) kleine gebieden waarin een spontane magnetisatie ontstaat. Deze gebieden worden Weiss-gebieden, magneculen of magnetonen genoemd. Magnetisatie ontstaat doordat de elektronen een zodanige weg volgen dat de vectoriele som van de magnetische veldsterkte (H1 s en H2 s) niet meer nul is. Bij niet-ferromagnetische stoffen ontstaan die magneculen niet. Figuur 2: Weiss-gebieden in ferromagnetisch materiaal Zo'n Weiss-gebied is magnetisch verzadigd. Wat men ook probeert, het is niet mogelijk de totale veldsterkte van een Weiss-gebied sterker te maken; alle elektronen volgen een optimale weg opdat H tot maximaal is. In figuur 2 is een blok onbewerkt ferromagnetisch materiaal getekend waarin vele Weiss-gebieden liggen. De veldsterkte van elk gebied is verschillend gericht, waardoor het geheel niet magnetisch. De vectoriele som van de veldsterktevectoren van de gebieden is nul De grenzen tussen de Weiss-gebieden noemt men Blockwanden. De grootte van zo'n Weiss-gebied is ongeveer 10-6 cm 3 maar kan soms in bijzondere gevallen enkele cm 3 bedragen. A. Risack 8.1

2 Door het aanbrengen van een uitwendig veld kunnen de veldsterktevectoren van de Weiss-gebieden zich richten de richting van het veld. Het magnetiseren van een stuk ijzer, betekent dat de veldsterktevectoren, van de reeds gemagnetiseerde weiss-gebieden, evenwijdig aan het uitwendig veld worden gericht. Hierdoor versterkt het magnetisch veld. Bij een langzaam sterker wordend veld gebeurt het richten in sprongetjes (Barkhausen-effect). (Barkhausen en Bitter hebben het bestaan van de Blockwanden aangetoond) Als de magnetisatie van alle domeinen in de richting van het veld staan, spreekt men van verzadiging van het materiaal. Magnetisatie is dus het proces waarbij materie, die in een magnetisch veld geplaatst wordt, magnetisch wordt en zo het verloop van de veldlijnen beïnvloedt. De maat van magnetisatie is in het algemeen evenredig aan de sterkte van het magneetveld. (zie ook hysteresis verder inde cursus) De evenredigheidsfactor wordt de magnetische susceptibiliteit genoemd. M = χ m. H met M = de magnetisatie of magnetisatievector [A/m] H = de veldsterkte [A/m] χ m = de susceptibiliteit, is een onbenoemde grootheid is ook = µ r - 1 Zijn alle gebieden gericht, dan is het materiaal verzadigd en neemt de inductie nog slechts weinig toe. Magnetisatie B = µ 0 (H + M) met M = χ m.h en χ m = µ r - 1 B = µ 0.H(1 + χ m ) = µ 0 µ H r A. Risack 8.2

3 1.2 Opmerking: µ r en χ m zijn geen constanten, het zijn parameters die afhangen van de inductie en de magnetische veldsterkte. Bij niet-ferromagnetische stoffen is de magnetisatie gering. Men onderscheidt para- en diamagnetische stoffen met µ r paramagnetische stoffen: µ r > 1 vb. aluminium 1, platina 1, mangaan 1, diamagnetische stoffen: µ r < 1 vb. koper 0, lood 0, zilver 0, bismut 0, Bij ferromagnetische stoffen is de magnetisatie reeds groot in een zwak magnetisch veld, zodat het veld in de omgeving van de stof aanzienlijk versterkt wordt. Vb. kobalt 250 nikkel 600 Mn-Zn-ferriet poeder zacht staal ijzer (0,2 onzuiverheid) silicium ijzer (4 Si) zuiver ijzer (0,05 onzuiverheid) supermallory (5 Mo,79 Ni) Wet van Hopkinson 2.1 De formule. De magnetische flux de inductie de veldsterkte Φ = B. A H = NI/l B = µ 0 µ r H dus met Φ = µ R m 0 = µ. µ 0 r NI.A. l l µ A r = NI l µ µ A 0 r F = R m m met Φ = de magnetische flux [Wb] F m = de magnetisch motorisch kracht of mmk [A] R m = de reluctantie (of magnetische weerstand) [H -1 ] A. Risack 8.3

4 2.2 Dualiteit tussen de elektrische wet van Ohm met de magnetische wet van Hopkinson elektrisch wet van Ohm I = E/R magnetisch wet van Hopkinson Φ = F m /R m emk = E mmk = F m ** wet van Pouillet R = ρl/a = l/γa * R m = l/µa * stroom I (= beweging) flux Φ ( = toestand) *** 2.3 Opmerkingen over de tabel: * in een elektrische keten is de weerstand onafhankelijk van de stroomdichtheid; in de magnetische keten is de reluctantie een complexe functie beïnvloedt door de inductie. ** F = mmk, wordt ook magnetisch potentiaal genoemd *** de stroom is een beweging van ladingen; de flux is een toestand, die soms wel symbolisch door een pijl wordt voorgesteld Om berekeningen te kunnen uitvoeren, tekent men regelmatig een elektrisch equivalent van de magnetische kring. Vergeet echter niet dat de magnetische weerstand afhankelijk is van de flux. 3 Magnetisatiecurve - begrip verzadiging - Hysteresis 3.1 Magnetisatiecurve - begrip verzadiging 1 Bij een paramagnetische stof zal de oriëntatie van de atomen steeds groter worden, wanneer het uitwendig veld toeneemt. Deze toename is natuurlijk slechts mogelijk tot alle atomaire dipoolmomenten of weissgebieden evenwijdig zijn aan het uitwendig veld. Een verdere verhoging van het veld heeft geen invloed meer op de oriëntatie van de dipoolmomenten, met andere woorden het materiaal is verzadigd. Deze toename vereist bij een paramagnetische stof echter een technisch vrijwel onbereikbare veldsterkte: praktisch is zo n stof niet te verzadigen. Praktisch mag men aannemen dat het verband tussen de veldsterkte H en de inductie in het materiaal lineair is, zodat µ r constant blijft. 2 Bij een ferromagnetische stof daarentegen is de verzadiging wel merkbaar. Het verband tussen de inductie B en de veldsterkte H is niet meer lineair, de factor µ r is afhankelijk van de aangebrachte veldsterkte H. A. Risack 8.4

5 Als men het veld lineair laat toenemen (H=N.I/l, zie figuur 3) zal de inductie stijgen. De stijging van de inductie is niet lineair: H (A/m) Figuur 3: verband tussen de veldsterkte en de stroom. I (A) De stijging van de inductie is niet lineair, de grafiek noemt men de magnetisatiecurve: B (T) c b Figuur 4: de magnetisatiecurve. a H (A/m) Van 0 a: een wrijvingsdrempel moet overwonnen worden voor de Weissgebieden zonder problemen gericht worden. Van a b: B stijgt lineair met H, hoe groter H, hoe Weiss-gebieden zich richten. Van b c: de Weiss-gebieden worden schaars, de verzadiging begint. Vanaf c: volledige verzadiging is opgetreden, alle Weiss-gebieden zijn. Een verdere toename van de veldsterkte heeft geen zin meer: de inductie stijgt op dezelfde wijze als in vacuüm. (µ r = 1) A. Risack 8.5

6 De permeabiliteit µ is een functie van de veldsterkte. µ = B/H In figuur 5 wordt µ bepaald uit de magnetisatiecurve. µ stijg eerst en daalt vervolgens. De maximale µ bevindt zich in het punt waarin de rechte uit de oorsprong de curve raakt (zie H2,B2). B1 B (T) c µ (H/m) B2 b α a H2 β H1 H (A/m) H (A/m) Figuur 5: magnetisatiecurve en permeabiliteitcurve. 3.2 De hysteresis Vloeit er een stroom door een spoel, dan ontstaat er in de spoel een magnetisch veld (met sterkte H). Is de kern ferromagnetisch, dan ontstaat er een extra magnetisatie (M), veroorzaakt door de gerichte Weiss-gebieden. De inductie (B) zal stijgen volgens de magnetisatiecurve in figuur 5. We laten de stroom toenemen, bvb tot I m. De veldsterkte bereikt de waarde H m en de inductie bereikt de waarde B m. Vermindert de stroom, dan blijkt de inductie minder snel af te nemen dan verwacht (zie figuur6). B m B B r -H m H -H c H c H m -B r Figuur 6: de hysteresiscurve. -B m Als de stroom (en bijgevolg ook H) nul is, blijft er nog een inductie over: B r de remanente inductie (remanent = overblijvend). Dit komt omdat alle Weiss-gebieden bij het wegvallen van de veldsterkte (H) niet teruggekeerd zijn naar hun oorspronkelijke positie, de kern is nog magnetisch gebleven, de magnetisatie (M) is nog niet nul. A. Risack 8.6

7 Om de kern te demagnetiseren, is er een tegengesteld veld nodig (I<0). De nodige veldsterkte is de coërcitieve veldsterkte (-H c ). Laat men de stroom verder negatief worden tot I m, dan bereikt de kromme opnieuw -B m en -H m. Ook als de kromme terugkeert naar de oorsprong toe, blijkt de inductie B achter te komen. Bij H = 0 vinden we B r, terwijl de inductie nul wordt bij H c. Vervolgens bereikt de kromme opnieuw het punt H m, B m. Telkens de veldsterkte achtereenvolgens positief en negatief wordt (bvb door een wisselstroom door de spoel te sturen), wordt dezelfde lus gevolgd. Deze lus wordt de hysteresislus genoemd. (hysteresis = achterkomen). De lus is typisch voor elk ferromagnetisch materiaal (zie figuur 7). Hoe groter lusoppervlak hoe meer de Weiss-gebieden blijven plakken, hoe groter de wrijving en de remanente inductie zijn, hoe meer energie er nodig is om de magnetisatie van zo n materiaal te wijzigen. De wrijvingsverliezen in het ferromagnetisch materiaal noemt men de hysteresisverliezen. Het oppervlak is evenredig met de hysteresisverliezen. Een ferromagnetisch materiaal, waarvan de hysteresislus een groot is, is niet geschikt voor het vervaardigen van wisselspanningmachines (transformatoren, B hard zacht H Figuur 7: magnetisch harde en zachte materialen. AC-motoren, enz.). Verklaar. Men noemt ze magnetisch harde materialen. Voorbeelden zijn hard koolstofstaal en triconal. Waarvoor zijn de magnetisch harde materialen dan wel geschikt? Het materiaal dat bij voorkeur gebruikt worden in AC-machines, is ferromagnetisch materiaal, waarvan de hysteresislus klein is. Bij een kleiner lusoppervlak zal het warmteverlies in de kern veel beperkter zijn. Men spreekt van magnetisch zachte materialen. Voorbeelden zijn weekijzer en mu-metaal. A. Risack 8.7

8 Merk op: indien de magnetisatie niet tot H m, B m wordt doorgevoerd, dan ontstaan er kleinere lussen. Zie figuur 8. B H Figuur 8: magnetisatiecurven. De berekening van het hysteresisverlies gebeurt per kg materiaal met volgende 2.f formule: Ph =.Bmax. Hgem [W/kg] ρ met f = frequentie [Hz] ρ = specifieke massa van het materiaal [kg/m 3 ] B max = maximale inductie [T] H gem = gemiddelde breedte van de hysteresislus [A/m ] De spontane magnetisatie binnen elk magnetisch domein of Weiss-gebied hangt af van de temperatuur; voor elke ferromagnetische stof bestaat er een temperatuur, de curietemperatuur, waarboven de stof paramagnetisch wordt. Dit gebeurt als de energie van de warmtebeweging groot genoeg is om de richtende wisselwerkingsenergie te compenseren. Enkele curietemperaturen: voor ijzer 760 C, voor kobalt 1075 C voor nikkel 365 C A. Risack 8.8

9 De hysteresislus bij magneetbanden van een gemiddelde bandsoort (magnetisch hard materiaal) : de remanente inductie 0,09 T de coërcitive veldsterkte A/m bij een veldsterkte van A/m is er verzadiging en de inductie is 0,1 T 4 Berekenen van magnetische kringen De berekening van magnetische kringen is niet eenvoudig, vooral niet als de kring complex is, zoals bij gebruik van verschillende materialen met eventueel verschillende doorsneden, enz Formules. N.I Fm A De veldsterkte in een toroïdale spoel: H = = [ ] l l m De inductie in de ringspoel: B = µ µ H = µ 0 r 0µ r N I l [T] De flux in de ringspoel, de wet van Hopkinson: N I NI F Φ = B A = µ 0µ r.a = = = l l R µ µ A 0 r m m [Wb] 4.2 Vraagstelling. Bij de berekening van magnetische kringen kunnen er zich twee problemen voordoen: Probleem 1 Gegeven: eigenschappen van de kring (l, A) soort materiaal (gegevens in tabel of grafiek) de mmk (F m = N. I) Gevraagd: bepaal de flux Φ [Wb] of de inductie B [T] Probleem 2 Gegeven: eigenschappen van de kring (l, A) soort materiaal (gegevens in tabel of grafiek) de flux Φ [Wb] of de inductie B [T] Gevraagd: bepaal de nodige mmk (F m = N. I) A. Risack 8.9

10 4.3 Homogene magnetische keten met constante doorsnede Deze keten bestaat uit één soort materiaal. We beschouwen een ringspoel met een gesloten ijzeren kern en met een constante doorsnede. Rond de kern of rond een deel van de kern wordt een geleider gewikkeld waardoor een stroom I wordt gestuurd. Hierdoor ontstaat er een magnetische flux in de kern (zie figuur 9). Is de zin van de flux juist? Hoe bepaal je de zin? Waarom moeten de wikkelingen van de spoel niet over de volledige lengte van de kern verdeeld zijn? 50,00 mm. I N=300 φ 45,00 mm. F m F mr R m φ A=25mm², zacht staal Figuur 9: homogene magnetische kring met constant oppervlak en het elektrisch equivalent Eerste probleemstelling Gegeven: de kringelementen: de gemiddelde lengte l [m] en de doorsnede A [m²] de flux Φ [Wb] of de inductie B [T] gegevens van het gebruikte materiaal (tabel of grafiek, zie 7. Bijlagen op het einde van het hoofdstuk) Gevraagd: de nodige mmk [A] of stroom I [A] om de opgegeven flux te bekomen. Oplossing: Met de gegeven flux kunnen we de inductie berekenen. De veldsterkte H, die overeenkomt met de bekomen inductie, halen we uit de gegevens van het gebruikte materiaal (tabel of grafiek). Met deze veldsterkte berekenen we de gevraagde mmk of F m. We weten dat F m = N. I =H. l [A]. Hieruit halen we de nodige stroom. A. Risack 8.10

11 Maak de berekening voor figuur 9 en vul de onderstaande tabel in. Φ A B H l F I R m µ r [µwb] [m²] [T] [A/m] [m] [A] [A] [H -1 ] Tweede probleemstelling Gegeven: de kringelementen: de gemiddelde lengte l [m] en de doorsnede A [m²] de mmk F m [A] of het aantal wikkelingen N en de stroom I [A]. gegevens van het gebruikte materiaal (tabel of grafiek) Gevraagd: de flux Φ [Wb] of de inductie B [T] Oplossing: Met de gegeven mmk berekenen we de veldsterkte; uit de grafiek of tabel lezen we de overeenkomstige inductie af en berekenen hiermee de gevraagde flux. Maak de berekening voor figuur 9 en vul de onderstaande tabel in. I F m l H B A Φ R m µ r [ma] [A] [m] [A/m] [T] [m²] [Wb] [H -1 ] Homogene keten met veranderlijke doorsnede Om het vraagstuk te vereenvoudigen, veronderstellen we dat de keten bestaat uit twee verschillende doorsneden, een gedeelte met lengte l 1 en doorsnede A 1 en een gedeelte met lengte l 2 en doorsnede A 2. 50,00 mm. I φ N=300 A2=10mm² 25,00 mm. 45,00 mm. F m F m1 R m1 F m2 φ R m2 A1=25mm², zacht staal Figuur 10: homogene magnetische kring met versschillende oppervlakken en zijn elektrisch equivalent. A. Risack 8.11

12 We veronderstellen dat de flux constant blijft in alle doorsneden, wat niet helemaal juist is (zie verder) Eerste probleem. Welke mmk of I is er nodig om een gegeven flux te verkrijgen? We kunnen de mmk berekenen (zie voorgaande opgave), dit soort toepassingen zijn rechtstreeks op te lossen. Indien de doorsnede uit meerdere verschillende afmetingen bestaat, gebruikt men dezelfde methode. Indien de doorsnede op continue wijze verandert, moet men gebruik maken van de theorie van de lijnintegraal. H.dl = Fm Opmerking : De lijnintegraal van de magnetische veldsterkte is de mmk en is niet altijd nul voor een gesloten omtrek, zoals dit het geval is voor een elektrisch veld Tweede probleem. Welke flux krijgt men met een gegeven mmk of I? Dit probleem is niet rechtstreeks op te lossen, omdat men uit de gegeven waarde van de mmk F m de waarden van de verschillende veldsterkten moet afleiden. Mogelijke manieren om dit op te lossen: a. Methode met opeenvolgende benaderingen: men stelt een waarde van de flux voorop en berekent de vereiste mmk; vooropgestelde flux Φ 1 berekende waarde van mmk F m1 Is F m1 > gegeven F m kies een kleinere waarde voor de flux vb Φ 2 Met de kleinere waarde van de flux berekent men opnieuw de mmk. Men herhaalt deze bewerkingen tot de berekende flux overeenkomt met de opgegeven waarde. b. Grafische oplossing (eenvoudiger) Voor elk deel van de keten stelt men de karakteristiek op van de flux in functie van de mmk, deze wordt berekend met behulp van de magnetisatiecurve. (Φ = B. A en F m = N. I =H. l) Rekenvoorbeeld Maak de berekening voor figuur 10 en vul de onderstaande tabel in. deel Φ A B H l F m I R m µ r [µwb] [m²] [T] [A/m] [m] [A] [A] [H -1 ] De totale mmk is... A, door de spoel vloeit een stroom van..a A. Risack 8.12

13 Meer dan de helft van de mmk is nodig om de gegeven flux te scheppen in het korte stukje met verminderde doorsnede, dit is het gevolg van de verzadiging die hierin optreedt. 4.5 Heterogene keten: keten met luchtspleet De meest voorkomende heterogene keten is deze met luchtspleet. In de luchtspleet treedt er een spreiding op van de veldlijnen. We beschouwen een keten met een ijzermassa (lengte l 1 en doorsnede A 1 ) en een luchtspleet (lengte l 2 ) Oplossingsmethoden. In de luchtspleet zullen de veldlijnen uit elkaar gaan om een zo klein mogelijk weerstand tegen te komen in de lucht (vergelijk met de wet van Pouillet). Het oppervlak dat de veldlijnen innemen stijgt naarmate de luchtspleet langer wordt en naarmate de oppervlakken van de aanpalende ijzermassa stijgt. Bij benadering kan het oppervlak op één van de volgende wijzen bepaald worden: a. Neem als doorsnede van de luchtspleet een doorsnede die 25 % groter is dan de kleinst aanpalende ijzermassa; dus A 2 = 1,25. A 1 b. Of de afmetingen van de luchtspleet zijn deze van de kleinst aanpalende ijzermassa vermeerderd met de lengte van de luchtspleet (l2); dus: bij een rechthoekige doorsnede van de ijzermassa opp. ijzermassa A 1 = a. b opp. luchtspleet A 2 = (a + l 2 ). (b + l 2 ) bij een cirkelvormige doorsnede opp. ijzermassa A 1 = π. r² opp. luchtspleet A 2 = π. (r + l 2 /2)² c. Of men neemt het oppervlak van de luchtspleet gelijk aan het oppervlak van de kleinst aanpalende ijzermassa; dus: A 2 = A Oplossing. De oplossing is analoog met de vorige voorbeelden. Opgelet voor de luchtspleet is H = B / µ 0 ) A. Risack 8.13

14 4.5.3 Voorbeeld. 50,00 mm. I N=300 5,00 mm. φ 45,00 mm. F m F m1 R m1 φ F m2 R m2 A1=5x6 mm², zacht staal Figuur 11: magnetische kring met luchtspleet en zijn elektrisch equivalent. Vul de onderstaande tabel in voor figuur A luchtspleet = 1,25 A ijzermassa Φ A B H l F m [µwb] [ ] [ ] [ ] [ ] [ } Fe 30 lucht Totaal A lushtspleet = A ijzermassa Φ A B H l F m [µwb] [ ] [ ] [ ] [ ] [ } Fe 30 lucht Totaal Opmerkingen: a. Wanneer er een luchtspleet aanwezig is, wordt het grootste gedeelte van de opgewekte mmk opgenomen door de luchtspleet. b. Als we een eenheid lengte beschouwen in een magnetische keten, is de mmk, die nodig is om de flux in die eenheid voort te brengen, des te groter naarmate de beschouwde lengte een kleinere relatieve permeabiliteit heeft. A. Risack 8.14

15 4.5.4 Lekflux. De mmk wordt niet alleen aan het ijzer van de kern maar ook aan de omgevende lucht van de kern aangesloten. De relatieve permeabiliteit µ r van de lucht is één en niet nul, dus zullen sommige krachtlijnen, die voortgebracht worden door de wikkeling, zich sluiten door de lucht. De omgeven lucht vormt een lekveld, waardoor de lekflux plaats grijpt. 50,00 mm. I N=300 5,00 mm. Φ lek φ Φ lek 45,00 mm. F m F m1 R m1 F m2 φ R m2 A1=5x6 mm², zacht staal Figuur 12: magnetische kring met luchtspleet en zijn elektrisch equivalent De berekening van de lekflux is uiterst ingewikkeld, men rekent daarom meestal totaal opgewekte flux Φt met een lekcoëfficiënt δ. δ = = nuttige flux Φn zonder luchtspleet is δ = 1 met luchtspleet is δ = 1,15 tot 1,25 of hoger De lekflux wordt groter naarmate er minder verschil bestaat tussen de reluctantie (R m ) van de hoofdketen en die van de lekweg of m.a.w. een verzadigde keten zal een grotere lekcoëfficiënt hebben dan een niet verzadigde. De formules: F m = N. I en Φ = F m / R m Om het teken van de mmk te veranderen kan men - ofwel de stroomzin in de wikkeling veranderen, - ofwel de wikkelzin van de windingen wijzigen. Hierdoor verandert respectievelijk het teken van I of N; zodat N niet als een zuiver getal mag beschouwd worden. Bij verandering van het teken van de mmk verandert het teken van de flux Φ, want de reluctantie R m is een positieve grootheid. Het is met reden dat we spreken van het teken van de flux Φ en niet van zijn richting. (I = beweging maar Φ = toestand) A. Risack 8.15

16 4.5.5 Besluiten 1 De luchtspleet slorpt het grootste gedeelte van de mmk op, die nodig is om een bepaalde flux in de keten te bekomen. 2 Men heeft er voordeel bij om de luchtspleten in een magnetische kring zo klein mogelijk te houden. Zo bv. moet er bij de samenstelling van een transformator bijzonder worden opgelet dat de E- en I-stukken goed tegen elkaar aanliggen. Nog beter is ervoor te zorgen dat de kern 1 geheel vormt. In sommige gevallen kan de luchtspleet niet volledig worden uitgeschakeld (bv. wanneer de magnetische keten een draaiend gedeelte bevat, zoals in dynamo's en motoren) 3 Let op dat de uitdrukking B = µ.h niet verkeerd wordt opgevat. In een keten met relatieve permeabiliteit µ r = 1000, die een luchtspleet bevat, zal de inductie B in de ijzermassa niet 1000 maal groter zijn dan in de luchtspleet. Integendeel de fluxdichtheid B blijft constant, afgezien van de spreiding in de luchtspleet, maar het is de magnetische kracht H die in het ijzer 1000 maal kleiner zal zijn dan in de lucht. 4 De toename van f m t.g.v. de lekflux wordt deels gecompenseerd door de afname van f m veroorzaakt door het grotere oppervlak van de luchtlaag. 5 Beperking van de lekflux a. Verzadiging vermijden, anders neemt de reluctantie van het ijzer toe. b. Veranderingen in de ijzerdoorsnede continu laten verlopen. c. De spoel, die in de mmk opgewekt, gelijkmatig wikkelen over de volledige keten Wetten van Kirchhoff voor een magnetische keten. In analogie met de elektrische ketens, kunnen we de wetten van Kirchhoff bestuderen. In een elektrische keten In de magnetische keten 1 wet I = 0 2 wet E = Σ R.I 1 wet Φ = 0 (In een punt is de totaal opgewekte flux = som van de deelfluxen) 2 wet F m = H.l of Σ F m = ΣΦ.R m (In elke gesloten magnetische kring is de algebraïsche som van de producten van de magnetische veldsterkten en de lengte per deel van de kring gelijk aan de resulterende mmk) A. Risack 8.16

17 Voorbeeld 55,00 mm. 80,00 mm. I N=300 A2=50mm², gietijzer 45,00 mm. φ A1=25mm²=A3, gietijzer Figuur 13: magnetische kring. Teken het elektrisch equivalent van de bovenstaande magnetische kring. Vul de onderstaande tabel in met de gegevens van figuur 13. deel Φ A B H l F m I R m µ r [µwb] [m²] [T] [A/m] [m] [A] [A] [H -1 ] 1 2,5 2 3 A. Risack 8.17

18 5 Verschillen tussen elektrische en magnetische verschijnselen. a. De resistiviteit ρ van een geleider is onafhankelijk van de stroomdichtheid, zolang de temperatuur van de geleider niet verandert. Bij ferromagnetische stoffen hangt de permeabiliteit µ af van de fluxdichtheid en van de vooraf gaande magnetische toestand (vgl. magnetische hysteresis). b. Er bestaan geen magnetische niet-geleiders. De relatieve permeabiliteit µ r van alle stoffen is ongeveer gelijk aan de eenheid. Dit is de oorzaak van de lekflux, die in vele toestellen een belangrijke rol speelt. c. In een elektrische keten gaat de stroom altijd gepaard met een verlies door joule effect (P = R.I²). Het bestaan van een magnetische keten zal geen energieverlies veroorzaken. Alleen wanneer de flux veranderlijk is, gaat er energie verloren d. De uitleg van de weerstand van de geleider en van het joule-effect moet gezocht worden in de natuur zelf van de stroom, die een beweging is van ladingen. De wrijving van de elektronen tegen elkaar en tegen de moleculen is de oorzaak van de verwarming van de geleider. De magnetische flux is geen beweging, het is een speciale toestand waarin het magnetisch materiaal zich bevindt. Wanneer het materiaal in een bepaalde toestand blijft is er geen energieverlies, maar bij toestandsveranderingen moet er een zekere arbeid verricht worden, waarvan een deel niet kan worden teruggenomen en in warmte wordt omgezet. e. De elektrische stroom bestaat enkel in de geleider, de magnetische flux in een magnetische keten bestaat rond de geleider en ook binnen de geleider zelf. A. Risack 8.18

19 6 Opgaven. 6.1 Opgave 1. Op een zachtstalen torus, met een diameter van 20 cm, is een spoel aangebracht van 1200 windingen. Bereken de veldsterkte, de magnetische inductie en de flux, als de dwarsdoorsnede 24 cm² is en de stroomsterkte in de spoel 2 A. (H = 3820 Alm; B = 1,6 T; φ = 3,84 mwb) 6.2 Opgave 2. De magnetische flux in een zachtstalen staaf is 3,6 x 10-3 Wb. Bereken de inductie en de veldsterkte als de dwarsdoorsnede 24 cm² is. (B = 1,50 T; H = 2240 Alm) 6.3 Opgave 3. Een ferromagnetische kring uit dynamostaal draagt 342 windingen die een stroom voeren van 1,20 A. De gemiddelde lengte van de veldlijnen is 36 cm en de dwarsdoorsnede van de ring bedraagt 16 cm². Bereken de veldsterkte op de aslijn, de inductie en de flux. (H = 1140 Alm; B = 1,40 T; φ = 2,24 mwb) 6.4 Opgave 4. Een elektromagneet bestaat uit een kern, twee jukken en een anker. Rond de kern is een wikkeling aangebracht met 3600 windingen. De doorsneden zijn overal 4 cm². Er is een flux gewenst van 0,00048 Wb. De gemiddelde lengten van de veldlijnen zijn: in de kern 8 cm, in de jukken 6 cm en in het anker 8 cm. De kern en de jukken zijn van zacht staal, terwijl het anker van dynamostaal is. Bereken de stroomsterkte die vereist is als er geen luchtspleet is. Bepaal tevens de stroomsterkte als er twee luchtspleten zijn van 1 mm lengte. (I = 0,0514 A; I' = 0,582 A) A. Risack 8.19

20 6.5 Opgave 5. Bereken de magnetomotorische kracht en het aantal windingen vereist om op de aslijn in de luchtspleet een inductie te verkrijgen van 0,56 T, bij de heterogene ferromagnetische kring die voorgesteld is in afb De stroomsterkte in de spoel is 8 A en de strooiïngsfactor in de luchtspleet bedraagt 25 %. F m = N. I = 6487 A; N = 812) 6.6 Opgave 6. Een torus van gelamelleerd siliciumstaal heeft een inwendige diameter van 70 mm en een uitwendige diameter van 160 mm. De vulfactor is 90 % en de strooiïngsfactor in de luchtspleet 25 %. Rond de kern is een spoel aangebracht met 800 windingen. De luchtspleet is 5 mm en in deze luchtspleet moet een flux heersen van 0, Wb. Bereken de nuttige doorsnede van de kern, de flux in de kern, de veldsterkte op de aslijn in de luchtspleet, de veldsterkte en de inductie in de kern, de relatieve permeabiliteit, de magnetomotorische kracht en de vereiste stroomsterkte. (A n = 0, m²; φ kern = 0, Wb; H l = A/m; H kern = 370 Alm; B kern = 1,1 T; µ r = 2366; F m = 3282 A; I = 4,1 A) 6.7 Opgave 7. Een ronde staafvormige elektromagneet van zacht staal heeft een kerndiameter van 5 cm en een kernlengte van 12 cm. De wikkeling bestaat uit 358 windingen waarin een stroom vloeit van 0,75 A. Bereken de draagkracht van deze elektromagneet. De aantrekkingskracht van een A.B² elektromagneet wordt bepaald met : F = met A = totale aantrekkende 2.µ 0 oppervlak, SI-eenheden gebruiken. (F = 1758 N) A. Risack 8.20

21 6.8 Opgave 8. De gemiddelde lengte van de veldlijnen in een hoefvormige hefmagneet is 62 cm. De dwarsdoorsnede van de twee kernen, het sluitstuk en het anker is 81 cm². Iedere kern draagt een wikkeling met 422 windingen, waarin een stroom vloeit van 2,8 A. Bereken de draagkracht van deze elektromagneet. (F = N) A. Risack 8.21

22 7 Bijlagen. Figuur 14: magnetisatiecurve van gietijzer. Figuur 15: magnetisatiecurve van zacht staal en dynamostaal (deel 1). A. Risack 8.22

23 Figuur 16: magnetisatiecurve van zacht staal en dynamostaal (deel 2). Figuur 17: µ in functie van H voor gietijzer. A. Risack 8.23

Magnetische materialen

Magnetische materialen 1 Hoofdstuk 1: Fysische beschouwingen 1. Inleiding magnetische afstandswerking = afstandswerking tussen bewegende ladingen Om de krachtwerking tussen twee stroomvoerende geleiders te beschrijven voeren

Nadere informatie

Fundamentele elektriciteit

Fundamentele elektriciteit KONNKLJKE MLTARE CHOOL Leerstoel Elektriciteit 1 oktober 2002 11 TAW Fundamentele elektriciteit Praktisch werk 6 Oplossingen 1. Twee identieke permanente magneten hebben elk een magnetisch veld van 2 T

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Magnetisme 1.1 Het magnetische veld Voor de beschrijving van een magnetisch veld gaan we uit van een staafvormige

Nadere informatie

Magnetisme - magnetostatica

Magnetisme - magnetostatica Hoofdstuk 6. Magnetisme - magnetostatica 1 Algemene inleiding 1.1 Inleiding. Magnetostatica is de leer van de magneten in rust. Het moet niet verward worden met gravitatie, noch met elektrostatica. Gravitatiewerking:

Nadere informatie

Magnetisme. Hoofdstuk 4. 4.1 Inleiding. Doelstellingen

Magnetisme. Hoofdstuk 4. 4.1 Inleiding. Doelstellingen Hoofdstuk 4 Magnetisme Doelstellingen 1. Weten welke magnetische grootheden bestaan en de verbanden ertussen kennen 2. Weten dat er verschillende soorten magnetisme bestaan 3. Weten wat inductie is 4.

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het

Nadere informatie

Theorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011

Theorie Stroomtransformatoren. Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011 Theorie Stroomtransformatoren Tjepco Vrieswijk Hamermolen Ugchelen, 22 november 2011 Theorie Stroomtransformatoren 22 november 2011 Onderwerpen: - Theorie stroomtransformatoren - Vervangingsschema CT -

Nadere informatie

V 10.10.23 M.JACOBS INHAALCURSUS SLPL Paardenmarkt Antwerpen

V 10.10.23 M.JACOBS INHAALCURSUS SLPL Paardenmarkt Antwerpen Magnetisme p. 2 INHOUD 17. Magnetisme... 3 17.1. Natuurlijke en kunstmatige magneten... 3 17.2. Soorten magneten... 3 17.3. Enkele begrippen... 4 17.4. Krachtwerking van een magneet... 4 17.5. Magnetisch

Nadere informatie

3.3.2 Moment op een rechthoekige winding in een magnetisch. veld... 10

3.3.2 Moment op een rechthoekige winding in een magnetisch. veld... 10 Contents 1 Electrostatica 3 1.1 Wet van Coulomb......................... 3 1.2 Elektrische veldsterkte...................... 3 1.3 Arbeid in het electrisch veld................... 3 1.4 Beweging van lading

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie . Langere vraag over de theorie. Bereken het magneetveld dat veroorzaakt wordt door een lange, cilindervormige stroomvoerende geleider met straal R en stroom (uniforme stroomdichtheid) en dit zowel binnen

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Chapter 28 Bronnen van Magnetische Velden Magnetisch Veld van een Stroomdraad Magneetveld omgekeerd evenredig met afstand tot draad : Constante μ 0 is de permeabiliteit van het vacuum: μ 0 = 4π x 10-7

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Elektro-magnetisme Q B Q A

Elektro-magnetisme Q B Q A Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y

Nadere informatie

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005 Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld

Nadere informatie

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p Opgave 1: alles heeft een richting (8p) Bepaal de richting van de gevraagde grootheden. Licht steeds

Nadere informatie

Elektrische stroomnetwerken

Elektrische stroomnetwerken ntroductieweek Faculteit Bewegings- en evalidatiewetenschappen 25 29 Augustus 2014 Elektrische stroomnetwerken Dr. Pieter Neyskens Monitoraat Wetenschappen pieter.neyskens@wet.kuleuven.be Assistent: Erik

Nadere informatie

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI) Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI) Tijd: 2 Juni 217, 12: 14: uur Plaats: WN zalen S67; P647; P663; S 623, S 631, S 655; M 639, M 655 Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad.

Nadere informatie

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit Hoofdstuk 2 Elektrostatica Doelstellingen 1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit 2.1 Het elektrisch

Nadere informatie

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme

Deeltoets II E&M & juni 2016 Velden en elektromagnetisme E&M Boller, Offerhaus, Dhallé Deeltoets II E&M 201300164 & 201300183 13 juni 2016 Velden en elektromagnetisme Aanwijzingen Voor de toets zijn 2 uren beschikbaar. Vul op alle ingeleverde vellen uw naam

Nadere informatie

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW)

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW) Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW) Tijd: 27 mei 12.-14. Plaats: WN-C147 A t/m K WN-D17 L t/m W Bij dit tentamen zit aan het eind een formuleblad. Eenvoudige handrekenmachine is toegestaan

Nadere informatie

Glossary. Begrippenlijst magnetisme

Glossary. Begrippenlijst magnetisme Glossary Begrippenlijst magnetisme ANISOTROOP ISOTROOP Wanneer het persen van een soort magneetmateriaal in een magneetveld plaats heeft dan noemt men het magneetmateriaal voorkeursgericht en anisotroop.

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor

Nadere informatie

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool

Nadere informatie

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme Schriftelijk eamen: theorie en oefeningen 2010-2011 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgavebladen niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de

Nadere informatie

Project 5 TEE: Wetenschappelijk onderzoek rond de werking van een inductiekookplaat.

Project 5 TEE: Wetenschappelijk onderzoek rond de werking van een inductiekookplaat. Project 5 TEE: Wetenschappelijk onderzoek rond de werking van een inductiekookplaat. Bepaling van het energieverbruik en rendement van een inductiekookplaat. Een studie gerealiseerd door de studenten van

Nadere informatie

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie (a) Arbeid om de condensator op te laden Bij het opladen van een condensator moet arbeid geleverd worden om lading te verplaatsen van de ene plaat naar de andere. Als er nog

Nadere informatie

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen

Nadere informatie

Langere vraag over de theorie

Langere vraag over de theorie Langere vraag over de theorie a) Bereken de potentiaal van een uniform geladen ring met straal R voor een punt dat gelegen is op een afstand x van het centrum van de ring op de as loodrecht op het vlak

Nadere informatie

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday Onderwerpen van H 29 Geinduceerde EMF Faraday s Inductie wet; de wet van Lenz EMF Geinduceerd in een Bewegende Geleider Electrische Generatoren

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE MAGNETISME

INHOUDSOPGAVE MAGNETISME INHOUDSOPGAVE MAGNETISME 1. HET ELEKTRISCH VELD 1 1.1 Veldlijnen rondom elektrische ladingen 1 1.2 De Elektrische veldsterkte E 2 1.3 Krachten op elektrische ladingen 3 1.3.1 Wet van Coulomb 4 1.4 Spanningspotentialen

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 19 deelvragen. Elke deelvraag levert 3 punten op.. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd

Nadere informatie

Oplossing examenoefening 2 :

Oplossing examenoefening 2 : Oplossing examenoefening 2 : Opgave (a) : Een geleidende draad is 50 cm lang en heeft een doorsnede van 1 cm 2. De weerstand van de draad bedraagt 2.5 mω. Wat is de geleidbaarheid van het materiaal waaruit

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020) 10 augustus 1999, 14.00 17.00 uur UITWERKING 1 a) De totale weerstand in de keten wor gegeven door de som van de weerstanden van 1 Ω, 5Ω, de parallelschakeling van 30

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) 2 Juli, 2010, 14:00 17:00 uur Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 19 deelvragen. 2. Werk nauwkeurig en netjes. Als ik het antwoord niet kan

Nadere informatie

Tentamen E&M 13-mei-2004

Tentamen E&M 13-mei-2004 E&M Tentamen E&M 3-mei-2004 Boller, Offerhaus, Verschuur E&M 40305 Aanwijzingen De toets bestaat uit twee delen, waarvan het eerste deel binnen 60 minuten moet worden ingeleverd. In het eerste deel worden

Nadere informatie

Supergeleidende magneten in LHC. De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende

Supergeleidende magneten in LHC. De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende Supergeleidende magneten in LHC De beperktheid van traditionele magneten dwingen fysici supergeleidende magneten te gebruiken Magnetiserende veldsterkte H, permeabiliteit, magnetische veldsterkte B De

Nadere informatie

1. Twee lichamen zijn op een afstand van 30 cm van elkaar opgesteld. Het ene lichaam is negatief geladen met een lading van

1. Twee lichamen zijn op een afstand van 30 cm van elkaar opgesteld. Het ene lichaam is negatief geladen met een lading van Vraagstukken Theoretische Elektriciteitsleer Elektronica Technicus (Rens & Rens) 1. Twee lichamen zijn op een afstand van 30 cm van elkaar opgesteld. Het ene lichaam is negatief geladen met een lading

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 10

jaar: 1989 nummer: 10 jaar: 1989 nummer: 10 Gegeven een cylindervomtige geleider van 1 m lengte met een diameter van 5 mm. De weerstand van de geleider is R. De draad wordt uitgerekt tot een lengte van 1,2 m terwijl het volume

Nadere informatie

MAGNETISME & ELEKTRICITEIT

MAGNETISME & ELEKTRICITEIT Hoofdstuk 1 MAGNETISME & ELEKTRICITEIT 1.1 Doelstelling In tegenstelling tot praktisch alle handboeken start je met elektromagnetisme. De reden is eenvoudig omdat alle elektrische toepassingen steeds gepaard

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

Overgangsverschijnselen

Overgangsverschijnselen Hoofdstuk 5 Overgangsverschijnselen Doelstellingen 1. Overgangsverschijnselen van RC en RL ketens kunnen uitleggen waarbij de wiskundige afleiding van ondergeschikt belang is Als we een condensator of

Nadere informatie

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme 2011-2012

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme 2011-2012 - Biologie Schriftelijk examen 2e Ba Biologie 2011-2012 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, deze opgaven niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de

Nadere informatie

1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning.

1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning. 1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning. Bij de industriële opwekking van de elektriciteit maakt men steeds gebruik van een draaiende beweging. Veronderstel dat een spoel met rechthoekige doorsnede

Nadere informatie

1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen

1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen Hoofdstuk 3 Elektrodynamica Doelstellingen 1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen Elektrodynamica houdt de studie

Nadere informatie

Elektromagnetische inductie

Elektromagnetische inductie Hoofdstuk 10 Elektromagnetische inductie 1. Wetten en inductieproeven van Faraday. S N v φ i of lamp Figuur 1: inductiewetten van Faraday. Men brengt een magneet in een gesloten wikkeling. Gedurende de

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) 25 april, 2008, 14.00-17.00 uur Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 18 deelvragen. 2. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd formuleblad

Nadere informatie

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),

Nadere informatie

I A (papier in) 10cm 10 cm X

I A (papier in) 10cm 10 cm X Tentamen: Fysica en Medische Fysica 2 Tijd: 15:15-18:00 uur, donderdag 28 mei 2009 Plaats: TenT blok 4 (met bijlage van formules, handrekenmachine is toegestaan) Docent: Dr. K.S.E. Eikema Puntentelling:

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Elektrostatica

Hoofdstuk 8 Elektrostatica Hoofdstuk 8 Elektrostatica Alain Risack Elektriseren. Verklaar wat er gebeurt. Wat wordt er hiermee aangetoond? Elektriseren Elektriseren door wrijving. Elektriseren door contact. Een vlierpit bolletje:

Nadere informatie

Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur

Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur EINDEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1977 Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Elektrostatica

Hoofdstuk 8 Elektrostatica Hoofdstuk 8 Elektrostatica Alain Risack Elektriseren Elektriseren door wrijving. Elektriseren door contact. Een vlierpit bolletje: 8 Elektrostatica Elektriseren. Verklaar wat er gebeurt. Wat wordt er hiermee

Nadere informatie

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit 1. Gelijkstroomkringen (DC) De verschillende elektrische grootheden bij gelijkstroom zijn: Elektrische spanning (volt) definitie: verschillend potentiaal

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Theorie wisselspanning 1.1 De inductieve spoelweerstand (X L ) Wanneer we een spoel op een wisselspanning

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk

Nadere informatie

Woensdag 30 augustus, 9.30-12.30 uur

Woensdag 30 augustus, 9.30-12.30 uur EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1978 Woensdag 30 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE r Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

www. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 Het magnetisch veld Opgave 1 a Het koperen staafje is het staafje dat geen van de andere staafjes aantrekt en niet door de andere staafjes wordt aangetrokken. Het is

Nadere informatie

Oplossing oefeningen. Deel 1: Elektriciteit

Oplossing oefeningen. Deel 1: Elektriciteit Oplossing oefeningen Afhankelijk van je oplossingsmethode en het al dan niet afronden van tussenresultaten, kun je een lichtjes verschillende uitkomst verkrijgen. Deel 1: Elektriciteit Hoofdstuk 1: Elektrische

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie 1. Langere vraag over de theorie a) Bereken, vertrekkend van de definitie van capaciteit, de capaciteit van een condensator die bestaat uit twee evenwijdige vlakke platen waarbij de afstand tussen de platen

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010) Opmerkingen: 1. Dit tentamen bestaat uit 4 vragen met in totaal 19 deelvragen. Elke deelvraag levert 3 punten op. 2. Het is toegestaan gebruik te maken van bijgeleverd

Nadere informatie

3.1 Magneten en elektromagneten

3.1 Magneten en elektromagneten 3.1 Magneten en elektromagneten 1 a De punt van de magneet die naar het geografische noorden wijst, heet de magnetische noordpool van de magneet. Dat is afspraak. Hij wordt aangetrokken door een ongelijke

Nadere informatie

E3 H3 Elektromagneten. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

E3 H3 Elektromagneten. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Its Academy Laatst gewijzigd Licentie Webadres 08 May 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/51306 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is

Nadere informatie

1 Overzicht theorievragen

1 Overzicht theorievragen 1 Overzicht theorievragen 1. Wat is een retrograde beweging? Vergelijk de wijze waarop Ptolemaeus deze verklaarde met de manier waarop Copernicus deze verklaarde. 2. Formuleer de drie wetten van planeetbeweging

Nadere informatie

Oefeningenexamen Fysica 2 1ste zit 2006-2007

Oefeningenexamen Fysica 2 1ste zit 2006-2007 Oefeningenexamen 2006-2007 12 januari 2007 Naam en groep: Aantal afgegeven bladen, dit blad niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de vermelding 12/01/2007 alsook

Nadere informatie

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme Schriftelijk examen: theorie en oefeningen 2010-2011 Naam en studierichting: Aantal afgegeven bladen, dit blad niet meegerekend: Gebruik voor elke nieuwe vraag een nieuw blad. Zet op elk blad de vermelding

Nadere informatie

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1. Elektrisch veld In de vacuüm gepompte beeldbuis van een TV staan twee evenwijdige vlakke metalen platen

Nadere informatie

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II Eindexamen natuurkunde pilot vwo 0 - II Beoordelingsmodel Opgave Wega maximumscore 3 Voor het verband tussen de temperatuur van de ster en de golflengte waarbij de stralingsintensiteit maximaal is, geldt:

Nadere informatie

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Tweede ronde - theorie toets 21 juni 2000 beschikbare tijd : 2 x 2 uur 52 --- 12 de tweede ronde DEEL I 1. Eugenia. Onlangs is met een telescoop vanaf de Aarde de ongeveer

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken 1. Netwerken en netwerkelementen elektrische netwerken situering brug tussen fysica en informatieverwerkende systemen abstractie maken fysische verschijnselen vb. velden

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE datum : vrijdag 28 april 2017 tijd : 13.30 tot 16.30 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 1) Iedere opgave dient

Nadere informatie

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Extra opgaven hoofdstuk 7 -Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Gebruik eventueel gegevens uit tabellenboek. Opgave 7.1 Door

Nadere informatie

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 9/1/2009 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuiging

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit Samenvatting door een scholier 1150 woorden 22 april 2016 8,3 8 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Natuurkunde H7 Elektriciteit/Elektrische schakelingen

Nadere informatie

HYSTERESIS. Vakoverschrijdend Practicum. 2 de Kandidatuur Burgerlijk Ingenieur. Prof. dr. Gaston Van Den Berge

HYSTERESIS. Vakoverschrijdend Practicum. 2 de Kandidatuur Burgerlijk Ingenieur. Prof. dr. Gaston Van Den Berge 2 de Kandidatuur Burgerlijk Ingenieur Vakoverschrijdend Practicum Prof. dr. Gaston Van Den Berge HYSTERESIS Practicumopstelling nr. 1 woensdag 01 december 2004 Kenny Van Heuverswijn 151 Koen Verdegem 152

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 0.1 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel.. 2

Inhoudsopgave. 0.1 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel.. 2 Inhoudsopgave 01 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel 2 1 01 Netwerkmodel voor passieve geleiding langs een zenuwcel I Figuur 1: Schematische voorstelling van een deel van een axon Elk

Nadere informatie

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv.

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv. jaar: 1989 nummer: 07 In ieder hoekpunt van een driehoek ABC bevindt zich een lading. In A en C is dit een lading van - 6.10-6 C. In B is dit +10.10-6 C. Beschouwen we het punt P gelegen op 30 cm van A

Nadere informatie

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal Elektrische flux Een cilinder van een niet-geleidend materiaal wordt in een elektrisch veld gezet als geschetst. De totale elektrische flux door het oppervlak van de

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie 1. Langere vraag over de theorie Maak gebruik van de methode van de fasoren (teken ook het betreffende diagramma) om het verband tussen stroom en spanning te bepalen in een LC-kring die aangedreven wordt

Nadere informatie

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1 1. Spelen met water (3 punten) Water wordt aan de bovenkant met een verwaarloosbare snelheid in een dakgoot met lengte L = 100 cm gegoten en dat

Nadere informatie

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Lorentzkracht: Massa spectrometer Inductie en Generatoren Transformatoren Massa Spectrometer (Bainbridge-type) Eerste zone: snelheidsselectie Tweede

Nadere informatie

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is

Nadere informatie

Woensdag 21 mei, uur

Woensdag 21 mei, uur I H- ll EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975 Woensdag 21 mei, 14.00-17.00 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Weerstand van een geleider

Hoofdstuk 2: Weerstand van een geleider Hoofdstuk 2: Weerstand van een geleider A. Risack weerstanden. Waardoor wordt de weerstand van een draad bepaald? R~L R~/A R~materiaal => materiaal constante = ρ ρ= soortelijke weerstand R.A * m² [ * m]

Nadere informatie

Materialen en onderdelen. Nadruk verboden 1

Materialen en onderdelen. Nadruk verboden 1 Materialen en onderdelen. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Bereken de weerstand van koperdraad waarvan de diameter 2 mm. en de lengte 30 m. bedraagt. 2. Bereken de weerstand van een aluminiumdraad met een

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Mechanische verschijnselen van de elektrische stroom - LORENTZKRACHT

Hoofdstuk 9. Mechanische verschijnselen van de elektrische stroom - LORENTZKRACHT Hoofdstuk 9. Mechanische verschijnselen van de elektrische stroom - LORENTZKRACHT 1 Krachtwerking van de elektrische stroom. 1.1 De Lorentzkracht. Beschouw een geleider waarin een stroom vloeit. (figuur

Nadere informatie

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040)

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040) 1 Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040) gehouden op vrijdag, 24 augustus 2001 van 14.00 tot 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden met 6 opgaven. Het aantal punten dat u maximaal per opgave

Nadere informatie

. Vermeld je naam op elke pagina.

. Vermeld je naam op elke pagina. Tentamen: Elektriciteit en Magnetisme Docent: J. F. J. van den Brand R. J. Wijngaarden Datum: 30 Mei 2006 Zaal: Q112/M143 Tijd: 15:15-18.00 uur. Vermeld je naam op elke pagina.. Vermeld je collegenummer..

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden. Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.. Doel. Het is de bedoeling een grote schakeling met weerstanden te vervangen door één equivalente weerstand. Een equivalente schakeling betekent dat een buitenstaander

Nadere informatie

Woensdag 30 augustus, uur

Woensdag 30 augustus, uur EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1978 Woensdag 30 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 13 Magnetische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 13.1 Magnetisme Magneten Z N Z Magnetische veldlijnen: Gaat van N naar Z Als er veel veldlijnen bij elkaar zijn is het

Nadere informatie

Extra proeven onderofficier weerkundig waarnemer

Extra proeven onderofficier weerkundig waarnemer Proeven elektriciteit en technisch redeneren Technische proeven onderofficier: o Elektriciteit o Mechanica o Rekentechnieken Proef Engels Elektriciteit Deze test gaat je kennis over elektriciteit na. Je

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020) TENTAMEN ELEKTROMAGNETIME (3D020) 21 juni 1999, 14.00 17.00 uur UITWERKING 1 Op de geleider bevindt zich een totale lading. De lengte van de geleider (een halve cirkel) is gelijk aan πr. y d ϕ R P x Voor

Nadere informatie