Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inleiding blok 1 We horen bij elkaar"

Transcriptie

1 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert zijn of haar bijdrage aan het algemeen belang. Om dat te bereiken dient de groep (en de school) een democratische gemeenschap te zijn. In een democratische gemeenschap voelen leerlingen en leerkrachten zich gehoord, hebben ze een stem, voelen ze zich verbonden, geven leerkrachten en kinderen om elkaar, heeft iedereen het gevoel erbij te horen, en is sprake van een gevoel van eigenaarschap : het is onze groep, en onze school. Daarom wordt in het basiscurriculum elk schooljaar begonnen met blok 1: We horen bij elkaar. In deze eerste weken van het schooljaar leggen we de basis voor een van de doelen van het programma: verantwoordelijkheid voor de (school)gemeenschap. We werken in dit blok aan gemeenschapsgevoel: een zorgzaam klimaat waarin alle kinderen elkaar kennen en zich veilig voelen, gezamenlijke afspraken over de omgang met elkaar, en een verdeling van de taken en verantwoordelijkheden. Op die manier combineren we twee zaken: het creëren van een klimaat waarin ieder zichzelf kan zijn, én kinderen leren een bijdrage aan de gemeenschap te leveren. 61 It takes a village to raise a child. Kinderen ontwikkelen zich positiever indien ze deel uitmaken van een gemeenschap waarin ze het gevoel hebben dat ze er toe doen. Dat geldt ook voor de klas. Elke leerkracht zou kinderen het gevoel moeten geven deel uit te maken van de leefgemeenschap die de klas is. Ook tafelgroepjes vormen een (kleine) gemeenschap evenals de hele school. Veel samenwerken (onder andere door coöperatief leren) is een goed middel om binding te stimuleren tussen groepen onderling. Of maandsluitingen met de hele school, waarbij groepen presentaties houden voor andere groepen. En waarbij leerlingen van groep 7 en 8 verantwoordelijkheid krijgen voor de begeleiding van de kleuters. En waar ouders natuurlijk bij aanwezig zijn. Kinderen leren zo om aandacht te hebben voor elkaar en te zorgen voor hun gemeenschap. Zo ontstaat er een gevoel van eigenaarschap. De vorming van een positieve groep Blok 1 bestaat uit tien lessen. Het is de bedoeling dat dit eerste blok in de eerste twee weken van het schooljaar gegeven wordt: elke dag een les. (Uiteraard kan een school er ook voor kiezen om de lessen uit te smeren over een langere periode, van bijvoorbeeld 5 weken, waarbij dan twee keer per week een les wordt gegeven). De keuze om de lessen van blok 1 in een korte periode te geven is ingegeven door het feit dat die eerste weken cruciaal zijn voor de groepsvorming. In de eerste weken van het nieuwe schooljaar vindt de groep zich opnieuw uit. Wat wordt de norm in deze groep? Wie heeft het voor het zeggen? Welke rol vervult iedere leerling? Voelt iedereen zich thuis in de groep en heeft iedereen de vrijheid te zijn zoals hij of zij is? Er ligt een lange zomervakantie achter de rug waarin de ontwikkeling van de kinderen natuurlijk niet heeft stilgestaan. De kinderen moeten er weer aan wennen een groot deel van de dag in een groep door te brengen.

2 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE 62 Die groep is niet kant en klaar vanaf de eerste schooldag. Sfeer, relaties, normen, sociale rollen en posities in de groep, dat krijgt in de eerste weken gaandeweg vorm. Het is een fase waarin de leerkracht optimaal invloed kan uitoefenen op de groepsdynamiek. Om daar vorm aan te geven biedt het programma de eerste twee weken elke dag een activiteit aan. Op die manier maakt de leerkracht vanaf het begin duidelijk wat zijn of haar verwachtingen en grenzen zijn maar ook dat de leerlingen een stem hebben en serieus genomen worden. De activiteiten in Blok 1 ondersteunen deze groepsdynamiek en stuurt het in de richting van een positieve groep, waarin de leerlingen betrokken zijn op elkaar, zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen groep, respect hebben voor de mening en het eigene van de ander en bereid zijn tot samenwerking met alle medeleerlingen. Regels, routines en afspraken We maken in blok 1 een onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden door de leerkracht of door het schoolteam aangedragen. Deze regels geven aan welk gedrag echt niet door de beugel kan, zoals: slaan of schoppen, elkaar bedreigen, beledigen of uitschelden, diefstal, vloeken. Bij overtreding van die basisregels moet er ook opgetreden worden, en moet er een sanctie in werking treden. Daarnaast zijn er in een school of klas ook nog allerlei zinvolle regels die je ook routines zou kunnen noemen. Procedures als: wat verwachten we van leerlingen als ze s ochtends de klas binnenkomen, en de les nog niet begonnen is; hoe pakken we ons eten en drinken; hoe verlaten we het lokaal?. Maar het stimuleren van orde en discipline door alleen routines, regels en straffen heeft een beperkte werking. Kinderen leren er niet zoveel van. Ze worden afhankelijk gemaakt en er wordt niet tegemoet gekomen aan basisbehoeften als erbij horen, autonomie en competentie. Bovendien wordt er geen appèl gedaan op morele of sociale overwegingen. Om een positieve sfeer in een groep te krijgen is het van belang om naast dergelijke regels en routines samen met de kinderen afspraken te maken over hoe wij willen dat we met elkaar omgaan. De nadruk moet komen te liggen op het samen vorm geven aan een sociale en morele grondwet. Bij vervelende gebeurtenissen komt de nadruk dan niet te liggen op straf, maar op een analyse samen met de klas, waarbij vragen centraal staan als: wat waren ook weer onze afspraken die we met elkaar hebben gemaakt; waarom is het verkeerd wat er nu gebeurd is; wat moet er gebeuren om het weer goed te maken? Op die manier bouw je met de leerlingen aan een cultuur van betrokkenheid en verantwoordelijkheid. De beste manier om een positief klimaat in een klas en school te creëren is om leerlingen verantwoordelijk te maken en te leren om elkaar te geven. Natuurlijk moeten er ook regels zijn, maar de sleutel voor een positief klimaat ligt veel meer in het samen creëren van een cultuur van betrokkenheid, dan in het bedenken van allerlei regels en codes waar leerlingen zich aan dienen te houden. Leerlingen moeten het gevoel hebben verantwoordelijk te zijn voor die cultuur, moeten de boodschap krijgen dat ze erbij horen, en dat ze nodig zijn. Gemeenschapstaken in de klas Een centrale activiteit in blok 1 is leerlingen taken en verantwoordelijkheden geven in de klas. Hoe meer verantwoordelijkheden zij mede dragen, hoe meer hun gevoel van betrokkenheid en gemeenschapszin kan groeien.

3 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE In les 3 en 4 inventariseert u met de klas welke taken de leerlingen allemaal zouden kunnen doen. Laat vooral ook ideeën uit de leerlingen zelf komen. Maar ook tijdens het jaar kunt u met de leerlingen praten over welke soorten taken en verantwoordelijkheden er nog meer zijn die bijdragen tot het vergroten van de groep als gemeenschap. U kunt denken aan taken op verschillende gebieden. De meest voor de hand liggende taken zijn taken die in het teken staan van beheer (een uitbreiding van de klassendienst): Voorbeelden van beheersachtige taken voor in de klas bord vegen planten water geven boekenhoek opruimen sorteren nakijkbak vloer vegen schriften uitdelen schone doeken halen drinkbekers wassen thee halen toilet controleren toiletpapier halen tafels schoonmaken kapstok controleren kopieën laten maken kasten in klas opruimen leeshoek opruimen de gang netjes houden stoelen/krukken opruimen nieuwsbrieven uitdelen computers aan- en uitzetten potloden slijpen 63 De taken bedenken de leerlingen zelf en ook de organisatie krijgen ze zoveel mogelijk zelf in handen. Als het niet lukt om de leerlingen eigenaar te laten zijn van de taken en verantwoordelijkheden, dan ligt het risico op de loer dat zij de taken gaan ervaren als een verplicht soort corvee. Dan schieten we ons doel voorbij. Het gaat namelijk niet om de taak zelf, maar om het pedagogische doel: verantwoordelijkheid voor en betrokkenheid bij de gemeenschap. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld zelf een rooster maken, de evaluatie en beoordeling doen, pictogrammen maken van de taken, een ophangbord maken, enzovoort. Bij de wat oudere leerlingen helpt het ook als de taken niet te klein en te nauw omschreven zijn (het bord uitvegen), maar als er een ruimere verantwoordelijkheid is geformuleerd (zorg voor het lokaal aan het einde van de dag; of: kastenmanager). Een mogelijkheid om een groter verantwoordelijkheidsgevoel te stimuleren is taken en verantwoordelijkheden te (laten) bedenken die een meer sociaal karakter hebben, en taken en verantwoordelijkheden die te maken hebben met inspraak. Opnieuw enkele voorbeelden uit de praktijk: Voorbeelden van sociale taken in de klas controleren/nakijken bij elkaar zorgcommissie in de klas elkaar uitleg/instructie geven kleuters helpen bij het naar WC gaan troostleerling voor op schoolplein Voorbeelden van inspraak in de klas takencommissie (verdeling van de taken) lokaalcommissie (inrichting van het lokaal) feestcommissie in klas (hoe doen we de vieringen?) zorgcommissie (zorg voor zieke leerlingen) klassenraad Neem vooral in het begin ruim de tijd om de taken te introduceren. Zet alle taken op papier, en bewaar deze in een kaartenbak. Beschrijf duidelijk hoe de taak gedaan moet worden en hoe het resultaat er uit moet zien. Een voorbeeld van een taakomschrijving:

4 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE 64 Taak: stoelen en tafels Omschrijving: Aan het eind van de dag zorgen dat alle: - stoelen horen bij de goede maat tafels (let hiervoor op de gekleurde doppen) - tafelgroepjes op de goede plaats staan - stoelen op de tafels staan. Wanneer en welke periode? Deze taak moet elke dag na schooltijd worden uitgevoerd. De periode is telkens van vakantie tot vakantie (ongeveer 8 weken). Evaluatie: Aan het eind van de week wordt de taak beoordeeld door de groepsvergadering. Als je het goed hebt gedaan wordt dat op de groepslijst aangetekend. Is het niet goed genoeg dan kun je je verbeteren door deze taak nog een keer te doen. Ook kan er besproken worden of je nog hulp of aanwijzingen nodig hebt. Taken kunnen na verloop van tijd saai worden en meer leerlingen kunnen een bepaalde taak willen vervullen. Dus is het van belang de taken te laten rouleren. Voor de betrokkenheid en de gemeenschapszin is het gewenst dat iedere leerling een taak uitvoert ten behoeve van de klas. U kunt wel differentiëren: leerlingen kunnen bijvoorbeeld zelf kiezen welke taken ze leuk vinden. Bovendien kunt u het schooljaar verdelen in periodes. Bijvoorbeeld van vakantie tot vakantie. Daarna vindt beoordeling plaats (voor het rapport) en wordt er gewisseld van taken. Het is de kunst om het werken met taken het hele jaar door op zo n wijze te blijven doen dat ieder kind zich gewaardeerd voelt. Dit betekent dat de uitvoering van de taak gepaard moet gaan met feedback, én dat er gewicht aan de taken gegeven wordt. De leerkracht zal niet zozeer de nadruk leggen op de taak zelf (hoe schoon de kast is), maar op het pedagogische doel: de verantwoordelijkheid, de zorg voor groep en gemeenschap, actief en democratisch burgerschap. Dit vraagt ook om serieuze evaluatie en beoordeling: zijn de doelen die we met deze activiteiten nastreven ook daadwerkelijk bereikt? Evaluatie dient natuurlijk tussendoor zo vaak als maar kan plaats te vinden. Maar een meer formele beoordeling kan bijvoorbeeld plaatsvinden aan het eind van de periode waarin de taak uitgevoerd werd (rond een nieuwe vakantie, bij de wisseling van taken). Het is handig om een vast evaluatieformulier te hebben dat door de leerling zelf én door de leerkracht wordt ingevuld. Hiermee krijgt zowel de leerling als de leerkracht feedback op de uitvoering en organisatie van de taken.

5 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Een voorbeeld van een evaluatieformulier hieronder: Naam leerling:... Welke taak heb je gedaan?:... Hoe vond je het om te doen (licht je antwoord toe!!): 65 Wat kon je al goed (noem 2 punten): Waar zou je nog aan kunnen werken (min. 1 punt): Tips voor de volgende die deze activiteit kiest: Tips voor de leerkracht om het de volgende keer beter te laten verlopen: Ik solliciteer nu naar: Invullen door de leerkracht: Je algemene indruk van de leerling (inzet, motivatie, gedrag etc.): Wat kan de leerling al heel goed? Wat kan de leerling nog leren? Die meer formele beoordeling kan dan ook worden opgenomen in het rapport/verslag/portfolio, waarin onder andere aangegeven wordt hoe de leerling zich ontwikkelt op het terrein van sociale competentie en burgerschap, en maakt ook deel uit van het Leerlingvolgsysteem van. Inhoud van de lessen van blok 1 1. De leerlingen leren elkaar beter kennen. Ze maken enkele eerste omgangsafspraken met elkaar. 2. De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En onderscheidt regels (die van de leerkracht komen) van afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem heeft). 3. De leerlingen worden mede verantwoordelijk gemaakt voor de gang van zaken in de klas. Ze maken een lijst van taken die ze zelf kunnen uitvoeren in de klas. 4. De leerlingen geven aan welke taken ze willen doen en met wie ze daarin willen samenwerken. 5. De leerlingen horen hoe Aap en Tijger afbrekers geven aan elkaar. Ze bedenken opstekers die Aap en Tijger aan elkaar zouden kunnen geven. We maken een begin met de omgangsafspraken voor onze groep.

6 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE De leerlingen ontdekken met behulp van Aap en Tijger dat je een meningsverschil kunt hebben, ook als je vrienden bent. Ze geven hun mening over uitspraken. 7. De leerlingen leren met behulp van Aap en Tijger dat je STOP, HOU OP! kunt zeggen als je niet geplaagd wilt worden. 8. De leerlingen krijgen een opdracht om in tweetallen samen te werken, en reflecteren daar op. 9. Met behulp van Aap en Tijger zien de leerlingen wat slecht luisteren is. Ze bedenken wat hoort bij goed luisteren, en oefenen daarmee door in tweetallen naar elkaar te luisteren. 10. De leerlingen maken de laatste omgangsafspraken voor in de groep, en zetten hun handtekening onder de poster. We beginnen de Opstekerkring. Belangrijke principes Een belangrijk uitgangspunt van is: laat het niet bij alleen maar een lesje! Daarna begint het pas. Achter elke les (in Na de les) geven we aan wat er in ieder geval moet gebeuren om datgene wat besproken en geleerd is in de alledaagse situatie te laten landen. Daarnaast zijn er Suggesties voor toepassing van wat er in de les aan de orde is geweest. Om de sfeer in de klas nog intensiever te beïnvloeden kunnen deze activiteiten uitgevoerd worden. Op die manier laat je aan de kinderen zien dat meer is dan een lesje. Bij elk blok hoort een symbool dat naast iedere leskop terugkeert. Om De Vreedzame School zichtbaar te maken op school is het aan te raden het symbool van het onderhanden zijnde blok op de klasdeur te hangen zodat de leerlingen kunnen zien dat iedereen met hetzelfde blok bezig is. (Zie achter les 1; of downloaden van Indien u een pictogram wilt gebruiken om de lessen van bijvoorbeeld in de dagagenda op te nemen, dan kunt u gebruik maken van het logo van (zie achter les 1; of downloaden van Het is heel zinvol om met uw team af te spreken dat er in elke klas een speciaal prikbord voor komt te hangen. Hierop kunnen de producten uit de verschillende lessen een tijd lang blijven hangen. Opstekers kunnen er een plekje krijgen. Het symbool van het blok waar de klas mee bezig is kan er op hangen. En de woordkaarten met belangrijke begrippen uit dat blok kunnen zo een tijd lang zichtbaar in de klas aanwezig zijn. De leerkracht is de sleutel De sleutel van een vreedzame school is natuurlijk niet dit programma, maar is de leerkracht zelf. Hij of zij beïnvloedt de leerlingen met zijn of haar modelgedrag voortdurend. We noemen daarom achter elke les een aantal leerkrachtgedragingen die bevorderend werken op het laten landen van de inhoud van. Hieronder een overzicht van deze suggesties: - verwelkom de leerlingen elke dag persoonlijk aan de deur, en neem ook persoonlijk afscheid (aankijken; naam noemen; eventueel met hand geven) - schenk aandacht aan de afspraken die de leerlingen hebben bedacht - zeg dankjewel als een leerling inbreng heeft gehad - herhaal de regels regelmatig - geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden - stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week - besteed regelmatig aandacht aan het uitvoeren van de taken

7 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE - geef opstekers waar dat kan - signaleer opstekers en complimenteer de gever ervan - benoem een afbreker wanneer u die signaleert maar maak er geen toestand van - benadruk het positieve van het bestaan van verschillende meningen - grijp direct in bij pesten; gebruik een oplossingsgerichte aanpak - stimuleer dat leerlingen plagen zelf oplossen door STOP! HOU OP! te zeggen - laat de leerlingen regelmatig samenwerken, en bouw het geleidelijk op - bespreek na het samenwerken niet alleen het product, maar ook het proces van samenwerken - stimuleer dat leerlingen goed luisteren naar elkaar - stimuleer dat leerlingen vragen stellen aan elkaar, bijvoorbeeld in een groepsgesprek - hang de poster ZO DOEN WIJ HET IN ONZE GROEP op een prominente plaats in de klas - refereer aan de poster, niet alleen als het niet goed gaat, maar vooral als het wel goed gaat - presenteer de poster aan de ouders of laat de leerlingen dat doen. 67 Coöperatief leren in wil de klas een leefgemeenschap laten zijn waarin álle leerlingen met elkaar kunnen en willen samenwerken. maakt hiervoor gebruik van een interactieve onderwijsleermethode, waardoor leerlingen samen leren. Het blijkt nodig te zijn om samenwerken aan te leren, het gaat niet vanzelf. Veel leerkrachten hanteren een vorm van samenwerken of groepswerk. Het bezwaar daarvan is dat bij ongestructureerd samenwerken sommige leerlingen een veel grotere inbreng hebben in het gezamenlijke product dan anderen. Om dat samenwerken zodanig aan te leren dat alle leerlingen een gelijkwaardige inbreng hebben, is in het programma een aantal coöperatieve werkvormen opgenomen. Deze werkvormen zijn ontleend aan Structureel Coöperatief Leren (Kagan, 2010), waarmee op een specifieke manier vormgegeven wordt aan samenwerken en interactie. Door de duidelijke en gestructureerde manier van werken leren leerlingen van elkaar en met elkaar en kunnen ze gezamenlijk een doel bereiken. Onderzoek wijst uit dat het werken met coöperatieve leerstrategieën een positieve invloed heeft op de sfeer in de groep, dat de leerprestaties verbeteren dat de persoonlijke en sociale vaardigheden van leerlingen verbeteren, en dat er een toename van begrip en empathie tussen verschillende groeperingen optreedt. Bij coöperatief leren werken leerlingen samen (met de hele klas, in tweetallen of teams van vier). Die samenwerking blijkt een positief effect te hebben als ze bepaalde kenmerken vertoont, weergeven door de afkorting GIPS: 1. Gelijke deelname: alle leerlingen participeren op basis van gelijkwaardigheid. De structuur zit zo in elkaar, dat ieder ongeveer in dezelfde mate meedoet. 2. Individuele aanspreekbaarheid: iedere leerling kan aangesproken worden op het product of op het proces. U kunt als leerkracht willekeurige leerlingen om een antwoord vragen. 3. Positieve wederzijdse afhankelijkheid: leerlingen zijn op een positieve manier van elkaar afhankelijk bij het uitvoeren van hun gezamenlijke opdracht. Ze zijn daarbij bereid om elkaar te steunen en te helpen, zodat iedereen in staat is om die opdracht uit te voeren en een bijdrage kan leveren aan het succesvol volbrengen van de opdracht. 4. Simultane interactie: bij het uitvoeren van de opdracht zijn de leerlingen waarneembaar actief betrokken. In de klas is zichtbaar welk percentage tegelijkertijd actief is.

8 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE 68 Op deze manier kan niemand er een beetje bijhangen of overheersen. Er is een flink aantal didactische structuren uitgewerkt die voldoen aan deze vier basisprincipes (Kagan, 2010). Een didactische structuur is een gestructureerde coöperatieve werkvorm, waardoor op specifieke wijze vorm wordt gegeven aan de interactie tussen leerlingen. Inhoudelijk levert het gebruik van de structuur meer op dan de optelsom van de individuele inbreng. Het grote voordeel van het hanteren van deze structuren is dat ze zijn in te passen binnen de werkwijze van de school en dus ook goed hanteerbaar zijn bij het gebruik van verschillende methodes. In het basiscurriculum van hebben wij zes didactische structuren verwerkt. De didactische structuren dienen als handvat om verder vorm te geven aan de elementen samenwerken en interactie binnen. Ze bieden de leerkracht de mogelijkheid om leerlingen effectief en gelijkwaardig te leren samenwerken. In de eerste drie blokken worden steeds twee nieuwe didactische structuren aangeboden. In ieder volgend blok komen de aangeboden didactische structuren (hierna vanwege de leesbaarheid verder coöperatieve werkvormen genoemd) weer aan bod in verschillende variaties: - vanaf blok 1: Zoek Iemand Die en TafelRondje per Tweetal. - vanaf blok 2: TweePraat en In de Rij. - vanaf blok 3: Mix en Ruil en TweeGesprek op Tijd. In de inleiding van ieder blok staat kort beschreven welke coöperatieve werkvormen in dat blok aan bod komen, en is een kader opgenomen met daarin de stappen. De kaders zijn ook als losse bijlagen opgenomen in de Introductie op de map In de lessen staan de toepassingen en variaties beschreven. In dit blok worden dus twee nieuwe coöperatieve werkvormen aangeboden: Zoek Iemand Die (in twee variaties: een met en een zonder werkblad) en TafelRondje per Tweetal. Zie de kaders hieronder. De coöperatieve werkvormen zijn met toestemming overgenomen van Bazalt en haar partners van het MI/SCL netwerk NL. Bronnen: - Kagan, S. & Kagan, M. (2010), Coöperatieve Leerstrategieën. Vlissingen: Bazalt - Kagan, S. (2007), Structureel Coöperatief Leren. Vlissingen: Bazalt - Kagan, S., Kagan, L., Kagan, M. & Kopmels, D. (2009), Bouwen aan Klasklimaat. Vlissingen: Bazalt Zoek Iemand Die (variant zonder werkblad) De leerlingen lopen door het lokaal en zoeken aan de hand van een opdracht van de leerkracht een klasgenoot 1. De leerkracht geeft een opdracht en geeft aan wat na afloop teruggevraagd gaat worden. 2. De leerlingen lopen door het lokaal en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden. 3. De leerkracht creëert bij een oneven aantal voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal. 4. De leerlingen praten kort over de opdracht. 5. De leerlingen nemen afscheid van elkaar op teken van de leerkracht. 6. Opnieuw stap 1 tot en met 4 aan de hand van een andere opdracht van de leerkracht. Maak bij een oneven aantal de groep er verantwoordelijk voor dat er iedere keer een andere leerling over is. 7. De leerkracht vraagt na afloop een aantal leerlingen iets te vertellen van wat ze gehoord hebben.

9 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Zoek Iemand Die (met werkblad) De leerlingen lopen door het lokaal en zoeken een klasgenoot, die ze een vraag stellen van hun werkblad 1. De leerlingen krijgen een werkblad, de leerkracht bespreekt kort de vragen met de leerlingen. De leerkracht geeft aan wat na afloop teruggevraagd gaat worden. 2. De leerlingen lopen door het lokaal en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden. 3. In tweetallen stelt leerling A een vraag van het werkblad aan leerling B. Leerling B vertelt. Leerling B noteert zijn of haar naam op het werkblad van leerling A bij de betreffende vraag. 4. De leerlingen wisselen van rol: nu mag leerling B een vraag stellen aan leerling A. 5. De leerlingen bedanken elkaar. Zij doen hun hand omhoog en zoeken een nieuwe partner. 6. Opnieuw stap 2 t/m 4 tot het werkblad compleet is (of tot de leerkracht een stiltesignaal geeft). 7. Wanneer het werkblad van een leerling volledig is ingevuld, gaat hij of zij zitten. Deze leerling kan door de anderen benaderd worden als vraagbaak. 8. De leerkracht vraagt na afloop een aantal leerlingen iets te vertellen van wat ze gehoord hebben. 69 TafelRondje per Tweetal De leerlingen leveren in tweetallen om de beurt een (schriftelijke) bijdrage aan een opdracht Ieder tweetal heeft één blad papier en één pen. 1. De leerkracht stelt een open vraag waarop meerdere korte antwoorden mogelijk zijn. De leerkracht geeft aan wat na afloop teruggevraagd gaat worden. 2. De leerkracht geeft kort denktijd. 3. De leerkracht geeft aan wie mag beginnen. 4. De leerling die het eerst aan de beurt is, schrijft één van zijn of haar antwoorden op. 5. De andere leerling krijgt nu de pen en het papier en schrijft één van zijn of haar antwoorden op. 6. De leerlingen blijven om de beurt werken aan de gezamenlijke opdracht. 7. De leerkracht vraagt na afloop een aantal leerlingen een voorbeeld te noemen. Variant: tekenen, om en om een bijdrage aan een werkstuk. Taal en woordenschat in Scholen dienen veel aandacht aan de basisvaardigheden, met name taalonderwijs, te schenken. Daarnaast wil een school echter ook graag tijd vrijmaken voor een aanbod op het terrein van sociale competentie en burgerschapsvorming. Het aardige is dat een school met aan beide doelen tegelijk werkt. De taal speelt een belangrijke rol in dit programma. We gaan er niet van uit dat leerlingen de taal die ze hiervoor nodig hebben zomaar vanzelf al bezitten. Met dit programma leren ze taal. Functionele taal, die niet los wordt aangeboden, maar in de context waarin het gebruikt wordt. Woorden en uitdrukkingen die horen tot het domein van de sociaalemotionele ontwikkeling en de opvoeding tot democratisch burger. Daarnaast oefenen de leerlingen ook met explorerende gesprekken, tweegesprekken, woordvelden en tal van andere talige werkvormen. Het meest expliciet is het uitbreiden van de woordenschat. Bij elke les worden de woorden genoemd die worden aangeleerd. De woordenschat die in De Vreedzame School aan de orde komt wordt aangeboden volgens de didactische principes zoals beschreven in Met woorden in de weer (Van den Nulft & Verhallen). Deze methode onderscheidt vier fasen in het woordenschatonderwijs: voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren. In het kort: - Voorbewerken: het creëren van de context, het activeren van voorkennis en leerlingen betrekken. - Semantiseren: het aanbieden, uitleggen en het toelichten van de betekenis(sen) van een woord.

10 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE 70 - Consolideren: het inoefenen en onthouden van de betekenis van het woord, inprenting in het geheugen. - Controleren: terugvragen om te checken of de te leren woorden ook werkelijk onthouden zijn. Van deze vier fasen hebben het voorbewerken, semantiseren en consolideren een duidelijke plaats in. In de Vreedzame Schoollessen wordt een specifieke woordenschat aangeleerd, vooral op sociaal-emotioneel terrein. In elke les wordt aangesloten op de informele voorkennis van de kinderen (die op sociaalemotioneel gebied natuurlijk ruimschoots voorhanden is), de begrippen worden benoemd, en de woorden uitgelegd. Vervolgens worden de woorden in de lessen én daarbuiten functioneel gebruikt en herhaald zodat de consolidering plaatsvindt. Belangrijk voor de consolidatie van de aangeleerde woorden is om woorden enige tijd zichtbaar te laten zijn door ze in de klas op te hangen. Op een woordmuur, aan een lijntje, op het Vreedzame School-prikbord of waar dan ook. Laat de woorden tijdens het blok waarin ze geleerd worden (en eventueel een tijdje erna) hangen. Wanneer u al werkt met woordenschatonderwijs dan kunt u de woorden van De Vreedzame School hierin integreren. De aan te bieden woorden in blok 1 van groep 3 zijn: Woordenschat groep 3 - blok 1 de agenda een lijstje van wat we gaan doen de binnenkomer een leuk spelletje om de les mee te beginnen de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden de taak werk dat je moet doen de opsteker iets aardigs dat je tegen iemand zegt de afbreker iets onaardigs dat je tegen iemand zegt de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt mee eens je vindt dat iemand gelijk heeft plagen iemand voor de grap een beetje boos maken

11 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Overzicht blok 1 We horen bij elkaar Doel: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Les 1 Leskern: Les 2 Leskern: Les 3 Leskern: Les 4 Leskern: Welkom in onze groep De leerlingen leren elkaar beter kennen. Ze maken enkele eerste afspraken over omgaan met elkaar. Regels in onze groep - aangepaste les De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem heeft). Takenlijst maken De leerlingen worden mede verantwoordelijk gemaakt voor de gang van zaken in de klas. Ze maken een lijst van taken die ze zelf kunnen uitvoeren in de klas. Taken verdelen De leerlingen geven aan welke taken ze willen doen en met wie ze daarin willen samenwerken. 71 Les 5 Leskern: Les 6 Leskern: Les 7 Leskern: Opstekers en afbrekers De leerlingen horen hoe Aap en Tijger afbrekers geven aan elkaar. Ze bedenken opstekers die Aap en Tijger aan elkaar zouden kunnen geven. We maken een begin met de omgangsafspraken voor onze groep. Wat vind ik er zélf van? De leerlingen ontdekken met behulp van Aap en Tijger dat je een meningsverschil kunt hebben, ook als je vrienden bent. Ze geven hun mening over uitspraken. Stop! Hou op! - aangepaste les De leerlingen leren met behulp van Aap en Tijger dat je STOP, HOU OP! kunt zeggen als je niet geplaagd wilt worden. Les 8 Leskern: Samenwerken: crea-les De leerlingen krijgen een opdracht om in tweetallen samen te werken, en reflecteren daar op. Les 9 Leskern: Les 9A Leskern: Goed luisteren Met behulp van Aap en Tijger zien de leerlingen wat slecht luisteren is. Ze bedenken wat hoort bij goed luisteren, en oefenen daarmee door in tweetallen naar elkaar te luisteren. Je fijn voelen - extra les Kinderen leren dat ze zelf actie kunnen ondernemen als ze zich ergens niet fijn (veilig) voelen.

12 Les 10 Leskern: Samen afspraken maken De leerlingen maken de laatste omgangsafspraken voor in de groep, en zetten hun handtekening onder de poster. We beginnen de Opstekerkring.

13 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 Les 1 Welkom in onze groep Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijkheid voor voelen. De leerlingen leren elkaar beter kennen. de agenda, de binnenkomer Agenda op bord Vreedzame School-bal Aap en Tijger Pictogrammen voor vaste agenda-onderdelen (zie achter deze les) Logo Vreedzame School (achter deze les) Logo blok 1 (achter deze les) Cd-speler met cd (muziekje waarop leerlingen kunnen rondlopen) 73 Voorbereiding Hang een prikbord op voor de Vreedzame School (of ruim een prikbord leeg) Druk het logo van en het logo van blok 1 af op A4, en hang ze op het prikbord. Het is handig als iedere groep op school van tevoren over gelamineerde logo s en pictogrammen beschikt. (De logo s en pictogrammen zijn ook in kleur te downloaden van Zet de agenda op het bord. Maak er wat moois van als welkom voor groep 3. Ook al kunnen de leerlingen in groep 3 in het begin nog niet lezen; door de herhaling snappen ze op een gegeven moment wel wat er staat. Gebruik voor de vaste elementen van de agenda (Binnenkomer, Wat gaan we leren?, Aap en Tijger, Wat hebben we geleerd?, Afsluiter) de pictogrammen die zich achter deze les bevinden. Bereid een welkomstpraatje met Aap en Tijger voor waarin u antwoord geeft op hun vragen en ze in grote lijnen uitlegt hoe het er in groep 3 aan toegaat. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daartoe aanleiding geeft. Agenda Binnenkomer (pictogram) Wat gaan we leren? (pictogram) Welkom in onze groep! (pictogram Aap en Tijger) Zoek Iemand Die Wat hebben we geleerd? (pictogram) Afsluiter (pictogram) Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Ik ben

14 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 De leerlingen zitten in een kring. Wie de Vreedzame School-bal heeft, zegt: Ik ben en mijn lievelingskleur is! Daarna gooit hij of zij de bal naar de volgende. Hoeft niet op volgorde van de kring. Alternatieven: Ik hou het meest van (eten). Of: Ik vind. (iets om te doen) leuk. 74 Welkom in onze groep Haal met enig ceremonieel Aap en Tijger tevoorschijn. Twee oude bekenden! Laat ze vertellen hoe ze zich voelen, nu ze in groep 3 zitten. Aap vindt het wel spannend, beetje eng ook. Laat leerlingen reageren. Tijger spreekt hem moed in. Maar hij weet ook niet alles. Gaat het hier net zo als in groep 1/2? Mag je hier spelen? Moet je de hele dag op je stoel blijven zitten? Gaan we nu op een andere speelplaats spelen? Gaan we leren lezen? Meng u nu zelf als leerkracht in het gesprek. Heet Aap en Tijger welkom in groep 3 en beantwoord hun vragen. Vertel via Aap en Tijger wat u kwijt wilt over groep 3. En: misschien hebben de leerlingen ook wel vragen over groep 3! Gebruik dit moment om leerlingen op hun gemak te stellen, informatie te verstrekken en vragen te beantwoorden. de agenda lijst van dingen die we gaan doen Zoek Iemand Die We maken hierbij gebruik van de coöperatieve werkvorm Zoek Iemand Die. (Zie ook de inleiding over coöperatieve werkvormen achter het tabblad Introductie). Gebruik de benamingen voor de werkvormen opdat de leerlingen op een gegeven moment direct weten hoe een activiteit zal gaan. Vertel de leerlingen dat ze Zoek Iemand Die gaan doen, om dingen te ontdekken over elkaar. Zet een muziekje op. Tijdens de muziek mogen de leerlingen door de klas lopen. Als de muziek stopt, staat iedere leerling stil. Geef de de opdracht: zoek iemand die ongeveer dezelfde kleur kleren heeft als jij. Demonstreer het aan elkaar koppelen met een andere leerling (een hand in de lucht, maatje zoeken, tweetal vormen door de opgestoken handen in de lucht tegen elkaar aan te doen, handen naar beneden en naast elkaar staan). Creëer voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal, die leerde binnenkomer een leuk spelletje om de les mee te beginnen Wat gaan we leren? Een van de dingen die we in groep 3 (weer) gaan doen zijn de lessen van De Vreedzame School. Over hoe we het gezellig kunnen maken in de groep. Hoe we aardig kunnen zijn. Hoe we ruzies kunnen oplossen. Hoe we er allemaal voor kunnen zorgen dat iedereen het naar zijn zin heeft in de groep. De komende twee weken gaan we daar elke dag over praten (als u blok 1 tenminste in twee weken uitvoert). Het eerste blok van gaat over onze groep en heet We horen bij elkaar. In alle groepen praten de leerlingen over hun groep. En om dat te laten zien, hangen we in alle klassen het plaatje dat hoort bij blok 1 op (de kinderen die op de wereldbol als zitzak zitten). Dat plaatje hoort bij de lessen over We horen bij elkaar. Wat gaan we vandaag doen? Daarvoor kijken we naar de agenda op het bord. Hier staat een lijstje dingen van wat we gaan doen. Daarboven staat: agenda. Een agenda is dus een lijstje van wat we gaan doen. Loop de agenda langs: de binnenkomer hebben we al gedaan. Een binnenkomer is een leuk spelletje om de les mee te beginnen. Welkom in onze groep was het volgende punt. Dat hebben we ook al gehad. Hierna gaan we Zoek Iemand Die doen om elkaar beter te leren kennen. En dan doen we nog een afsluitend spelletje.

15 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 ling is de bofkont (maak de groep er verantwoordelijk voor dat er iedere ronde een andere bofkont is). Laat ze dan een maatje zoeken (die dus ongeveer dezelfde kleur kleren aan heeft), en laat leerlingen hun overeenkomst aanwijzen of benoemen. Besteed vervolgens aandacht aan afscheid nemen van elkaar door elkaar gedag te zeggen en start de muziek weer. Stimuleer dat leerlingen verschillende partners kiezen door tussen de rondjes door opstekers te geven aan leerlingen die steeds een nieuw iemand zoeken. Let bijvoorbeeld ook op het mixen van meisjes en jongens. Herhaal de vorige stappen met verschillende Zoek Iemand Die-opdrachten zoals: - ongeveer even groot is als jij - ongeveer even lang haar heeft als jij - ook een trui/blouse/shirt draagt. Vervolgens gaan de leerlingen weer op hun plaats zitten. Vat samen: 75 Soms lijk je een beetje op elkaar. Soms helemaal niet. Allebei is goed. Het is leuk om op elkaar te lijken, maar het is ook leuk om heel anders te zijn. Wat hebben we geleerd? Laat de leerlingen kort reflecteren op de afgelopen les. Dit was de eerste les van De Vreedzame School. Wat heb je nou van deze les geleerd? Wie kan daar iets over zeggen? Laat een paar leerlingen een antwoord geven. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Ik ben Leerlingen zitten weer in een kring, zeggen weer hun naam en mogen nu eens zeggen waar ze helemaal niet van houden: Ik ben en ik hou niet van (eten). Wie het ermee eens is, zegt: bèèè. Wie het er niet mee eens is, zegt juist: Mmmmm... Na de les Hieronder vindt u de activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: verwelkom de leerlingen elke dag persoonlijk aan de deur, en neem ook persoonlijk afscheid (aankijken; naam noemen; eventueel met hand geven) Logo Blok 1 Hang het logo van Blok 1 aan de deur van de klas, of op het prikbord van De Vreedzame School, zodat voor iedereen, ook voor ouders, zichtbaar is dat er aan Blok 1 wordt gewerkt.

16 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 76 Woordmuur (zie ook de Inleiding op blok 1) In de Vreedzame School-lessen wordt een specifieke woordenschat aangeleerd, vooral op sociaal-emotioneel terrein. Belangrijk voor de consolidatie van de aangeleerde woorden is om de aangeboden woorden enige tijd zichtbaar in de klas op te hangen met behulp van de woordkaarten. (Deze woordkaarten kunnen apart worden aangeschaft via Hang de woorden die in de lessen worden aangeboden op het Vreedzame School-prikbord. Laat ze tijdens het blok waarin ze aangeleerd worden (en eventueel een tijdje erna) hangen. Wanneer u al werkt met een woordmuur (zoals aanbevolen in Met woorden in de weer ) dan kunt u de woorden ook daar ophangen en in het bestaande woordenschatonderwijs integreren. De woorden die na deze les opgehangen worden zijn: de agenda lijst van dingen die we gaan doen de binnenkomer een leuk spelletje om de les mee te beginnen Suggesties voor toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die u tijdens dit blok kunt doen om kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. Foto s van de leerlingen Foto s van de leerlingen (laten) maken, uitvergroten en ophangen in de klas. De foto s worden leuker als er wat attributen beschikbaar zijn, bijvoorbeeld sjaals, hoeden, e.d. Zelfportretten van de leerlingen U kunt ook de leerlingen allemaal een zelfportret laten tekenen, en die gedurende het eerste blok ophangen op het prikbord. Met leerlingen aankleding lokaal bespreken Praat met de leerlingen over hoe zij vinden dat het lokaal er uit moet zien als we ons allemaal prettig willen voelen in onze klas. Gedichtje IK BEN IK Leer de klas het gedichtje: Ik ben ik en jij bent jij En samen zijn we Samen zijn we Samen zijn we Wij! Belangstellingstafels Richt wisselende tafels of hoeken in met een thema, waar leerlingen zelf spullen voor meenemen. Laat de leerlingen meedenken over de thema s.

17 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 Klassieke muziek Speel bij bepaalde activiteiten hele rustige klassieke muziek op de achtergrond. Het heeft een heel rustgevend effect op de klas. Prikbord van de leerlingen Hang een prikbord op dat voor de leerlingen is, waar ze zelf foto s van hun favoriete artiesten op kunnen hangen, enzovoort. 77 Uitsmijter elke dag Besluit de dag met het benoemen van wat er allemaal goed is gegaan, en eventueel met een klein spelletje. Week- of maandsluiting Organiseer aan het eind van de week of maand een week- of maandsluiting voor de hele school, waarbij telkens een andere klas de gelegenheid krijgt om iets te laten zien (wat ze hebben geleerd, wat ze met de Vreedzame School hebben gedaan, een toneelstukje, enzovoort). Dit kan ook binnen de eigen klas, met steeds een ander tafelgroepje, bijvoorbeeld.

18

19 Pictogrammen voor de agenda de binnenkomer at gaan we leren t hebben we geleer

20

21 We horen bij elkaar

22

23

24

25 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 Les 2 - aangepaste les Regels in onze groep Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat waar leerlingen zich medeverantwoordelijk voor voelen. De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem heeft). de regel, de grondwet Agenda op bord met pictogrammen Een lijstje met regels De grondwet van de school Illustratie DE REGEL achter deze les (en in kleur te downloaden van het Download Center van de website) 85 Toelichting Met werken we aan een positieve sociale en morele norm binnen de school. Pas wanneer je als team deze norm helder geformuleerd hebt, weet iedereen (kinderen en volwassenen) welk gedrag en welke houding er binnen de school van hem of haar verwacht worden. In hoofdstuk 8 van de handreiking Werken aan sociale veiligheid beschrijven we hoe deze sociale norm vorm kan krijgen in een grondwet van de school. (Pesten lijkt vaker voor te komen in een weinig gestructureerde omgeving en in een omgeving waar je onvoldoende voelt wat de sociale norm is. Duidelijke regels in school over de omgang met elkaar blijken dus van belang.) Met hooguit 4 à 5 basisregels (eventueel geïllustreerd met plaatjes of foto s) kan de basis worden gelegd om te werken aan een positief klimaat. Veel Vreedzame Scholen hebben deze grondwet al geformuleerd, vaak in samenspraak met leerlingen en hun ouders. Wanneer dit niet het geval is, is het raadzaam om dit alsnog met elkaar doen. Deze grondwet zorgt voor een kader voor gewenst gedrag: Zo doen we het hier op school! Tevens biedt de grondwet een leidraad voor het stimuleren van gewenst gedrag of het aanspreken op ongewenst gedrag voor iedereen binnen de school. Om ervoor te zorgen dat deze sociale norm door iedereen geleefd en beleefd gaat worden, moet deze steeds opnieuw onder de aandacht worden gebracht. Dit kan op schoolniveau aan het begin van het nieuwe schooljaar tijdens een gezamenlijke opening en op groepsniveau bij deze les over regels en afspraken. Zo gaan kinderen begrijpen dat de grondwet voor iedereen binnen de school geldt en dat er daarnaast nog specifieke regels gelden binnen de groep. Het spreekt dan voor zich dat regels en afspraken op groepsniveau altijd in overeenstemming moeten zijn met de regels van de grondwet. En een regel die al in de grondwet opgenomen is, hoeft niet meer op groepsniveau te worden gesteld. Regels en afspraken op groepsniveau zijn dan concretiseringen van de basisregels in de grondwet. In deze les staan we met de leerlingen stil bij de manier waarop we binnen een Vreedzame School omgaan met regels en afspraken. De basisregels van de grondwet moeten dus al zichtbaar aanwezig zijn in iedere groep.

26 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 86 In maken we onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden grotendeels door de leerkrachten bepaald. Leerlingen kunnen niet over alles meepraten. Een afspraak is iets anders. Een afspraak wordt in overleg gemaakt. Leerlingen praten erover mee. Eenmaal vastgesteld, wordt verwacht dat iedereen zich aan die afspraak houdt. Bij het maken van afspraken is het proces belangrijk. Leerlingen hebben een stem, ze krijgen medeverantwoordelijkheid en daarmee creëren we draagvlak voor de afspraak; het zijn onze afspraken. Regels zijn van u als leerkracht. Als een leerling zich niet aan een regel houdt, spreekt u de leerling hierop aan door hem aan de regel te herinneren en de keus te geven zich toch aan de regel te houden. Als de leerling zijn gedrag bijstelt, geeft u hem een opsteker. Stelt de leerling zijn gedrag niet bij, dan volgt er straf. Afspraken maak je samen. Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, spreken leerlingen en leerkracht elkaar erop aan en wordt samen beslist wat er moet gebeuren. In deze les gaat het over regels. In volgende lessen maken we afspraken. De vuistregel hierbij is: Laat geen afspraken noteren die al gelden als regels! Zie de Inleiding op blok 1 in uw lesmap voor een uitvoeriger bespreking van regels en afspraken. Voorbereiding Bereid deze les inhoudelijk voor door de belangrijkste regels op een rijtje te zetten. Bied hooguit 4 à 5 regels aan die voor u belangrijk zijn om met de kinderen af te spreken. In de loop van de tijd is het mogelijk om regels waar nodig aan te passen of een regel toe te voegen. Gebruik deze les om helderheid te scheppen waar de leerlingen zich aan te houden hebben. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Hang de vaste pictogrammen voor de agenda op (zie achter les 1). Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Regels De grondwet van onze school Regels in onze groep Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Beeldentuin Vraag: hebben jullie weleens een beeld of een standbeeld gezien? Zorg dat de leerlingen begrijpen wat dat is.

27 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 Laat de leerlingen tweetallen vormen aan de hand van de volgende opdracht: zoek iemand waarmee je nog niet hebt samengewerkt of gespeeld. In elk paar is één de beeldhouwer en de ander de klei. De opdracht is: maak een beeld of een standbeeld van je partner. De beeldhouwer boetseert de klei totdat hij tevreden is of totdat de leerkracht zegt dat de tijd om is. Praten is niet toegestaan, maar het gebruik van non-verbale gebaren wordt aangemoedigd. De leerling die klei is, blijft in de houding staan waarin hij door de beeldhouwer wordt neergezet. Alle beeldhouwers wandelen door de beeldentuin om de beelden te bewonderen. Keer de rollen om: de klei wordt de beeldhouwer en boetseert zijn partner die nu de klei is geworden. We lopen weer door de beeldentuin om de beelden te bewonderen. 87 Wat gaan we leren? Haal op waar het blok en de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel van deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vandaag hebben we het over de regels in onze groep. Regels gaan over wat mag en wat niet mag. Regels Regels heb je overal. Wie weet er een regel? - Een regel uit de vorige groep - Een regel die thuis geldt - Een spelregel bij een spelletje Vat samen: de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag Regels zijn er om te zorgen dat alles goed gaat. Aan regels moet je je houden. Op school hebben we ook regels. De grondwet van onze school Vertel, terwijl u wijst naar de grondwetregels aan de muur: In onze school hebben we een grondwet. Dat zijn de basisregels die voor iedereen gelden in onze school: op het plein, in de gangen, in de gymzaal, in de toiletten, in alle lokalen. Overal dus. Die is door de juffen en meesters, een aantal leerlingen en ouders bedacht. Aan die regels kun je zien hoe we het willen binnen de school. Zo gedragen we ons hier! Laat een leerling de regels van de grondwet voorlezen. Wanneer de groep deze les voor het eerst krijgt, kunt u de volgende activiteit doen: - Laat in groepjes gedrag bedenken bij de verschillende regels. - Groepje 1 bedenkt dit voor regel 1. - Groepje 2 bedenkt dit voor regel 2, enzovoort. Zo worden de regels door de leerlingen gevuld en vertaald in concreet gedrag dat past bij de leeftijd van uw groep. de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden Zo werd op een school bij de omgangsregel We zorgen ervoor dat het voor iedereen veilig is in groep 1-2 genoemd: we rijden met de karren alleen bij de zandbak (wat betekende dat er niet langs de schommels werd gereden, omdat dit anders niet veilig zou zijn.). Terwijl bij diezelfde omgangsregel in groep 8 genoemd werd: we schrijven alleen positieve dingen in de groepsapp. Ook kunt u ervoor kiezen om het gedrag dat de kinderen noemen te laten uitspelen en dit vast te leggen met foto s die bij de regels opgehangen worden.

28 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 88 Regels in onze groep Vertel dat er naast de schoolregels (de basisregels in de grondwet) ook een paar regels zijn die in deze groep gelden. Om te laten zien dat uw groepsregels afgeleid zijn van de basisregels van de grondwet, kunt u ervoor kiezen om de regels te hangen onder de basisregel waar ze van afgeleid zijn. Bijvoorbeeld: uw regel We gaan bij pauzes in kleine groepjes naar buiten hangt u onder de schoolregel We zorgen ervoor dat het rustig is in de school. Of de regel Je zorgt zelf voor goede potloden, een gum en een pen in je etui! hangt onder de basisregel We zorgen goed voor onze spullen. Bespreek nu een paar regels (niet meer dan 4 à 5) die u belangrijk vindt in uw groep voor een goede gang van zaken. Zorg dat de regels aan de volgende kenmerken voldoen: - haalbaar - in korte zinnen geformuleerd - concreet, ondubbelzinnig Bied de regels één voor één aan. Maak iedere regel concreet door: - uit te leggen wat de reden is van de regel - de regel visueel te maken (schrijven of pictogrammen) - de regel voor te doen of voor te laten doen (doe het eerst fout voor en daarna goed) Voorbeeld: hoe we de klas uitgaan als de school uitgaat: in een rij, groepje voor groepje, één voor één. Wat hebben we geleerd? Dit was een les over regels in onze groep. Wie kan vertellen waarom we regels hebben? Afsluiter Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Ik trek aan het touwtje van... De leerlingen zijn een marionettenpop. Aan alle ledematen zit een touwtje. De leerlingen hangen slap voorover of op de tafel. U zegt steeds aan welk touwtje u trekt : Ik trek aan het touwtje van: je achterhoofd (de leerling beweegt zijn of haar achterhoofd omhoog) je neus je linkerschouder je rechterschouder je linkerelleboog je rechterhand je billen je linkerknie Als de leerlingen de oefening begrijpen, kunt u de leerlingen zelf aan de touwtjes laten trekken. U maakt daarvoor tweetallen; de leerlingen zitten tegenover elkaar. De ene leerling is pop, de andere leerling zegt aan welk touwtje hij trekt. Op uw teken wordt er gewisseld.

29 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 Na de les Hieronder vindt u de activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in praktijk brengt. Leerkracht: Herhaal de regels regelmatig. Geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden. Check regelmatig (minimaal een keer per week) samen met de leerlingen welke regels eventueel opnieuw geoefend moeten worden, wat kan helpen je eraan te houden, hoe kinderen elkaar daarbij kunnen helpen. Soms blijkt uit deze analyse van de regels dat een regel bijgesteld moet worden. Wanneer de leerlingen hierin hebben kunnen meedenken, vergroot dit de kans dat ze zich eraan zullen houden. Stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week. 89 Woordmuur De woorden die na deze les opgehangen worden, zijn de regel en de grondwet. U kunt ook gebruikmaken van de illustratie DE REGEL (te downloaden van het Download Center van de website). de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden

30 De regel

31 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 3 Les 3 Takenlijst maken Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen worden mede verantwoordelijk gemaakt voor de gang van zaken in de klas. Ze maken een lijst van taken die ze zelf kunnen uitvoeren in de klas. de taak 91 Materialen: Agenda op bord met pictogrammen Belletje of ander signaal Een flap of een plek op het bord waar de takenlijst een week kan blijven staan Per tweetal één vel papier (A4-formaat) en één potlood Werkblad 3.1 om de door de groep bedachte taken in te vullen (zie beschrijving Na de les ) Toelichting Met de Vreedzame School willen we de leerlingen helpen en stimuleren om verantwoordelijkheden te kunnen dragen. Een manier om dat te doen is hen mee te laten denken over het reilen en zeilen van de groep. In de meeste groepen worden wel klassentaken uitgevoerd door leerlingen: planten water geven, bord schoonmaken enzovoort. Deze taken zijn meestal alleen op uitvoerend niveau. De leerkracht bepaalt welke taken er zijn. Het is een soort corvee. De bedoeling van les 3 en 4 is om de verantwoordelijkheid van leerlingen meer op het niveau van beheer en organisatie te krijgen. We willen dat leerlingen meedenken en meebeslissen. Om dat te bereiken kan worden leerlingen, naast het uitvoeren van de taken, ook verantwoordelijk voor het bedenken, verdelen en organiseren van taken. Zie de Inleiding op blok 1 voor een uitvoeriger bespreking van gemeenschapstaken in de groep. De werkbladen vindt u achter het tabblad Werkbladen. De nummering verwijst naar de les waar het werkblad wordt gebruikt (werkblad 3.1: het eerste werkblad in les 3). Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daartoe aanleiding geeft. Hang de vaste pictogrammen bij de agenda op (zie achter les 1). Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Wie doet wat? Takenlijst Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

32 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 3 92 Ga staan als... De leerkracht noemt allerlei huishoudelijke taken op en zegt: Ga staan als je thuis : - helpt met afwassen - je huiswerk maakt - de tafel dekt - helpt met de auto wassen - voor je kleine broertje of zusje zorgt - tv kijkt - je zelf aankleedt - je eigen bed opmaakt, - enzovoort. de taak werk dat je moet doen Wat gaan we leren? Haal op dat dit blok gaat over hoe we er met elkaar een gezellige groep van kunnen maken, waar iedereen zich prettig voelt. Neem het doel van deze les door. Bespreek met de groep dat er allerlei soorten werkjes te doen zijn om er een gezellige groep van te maken. Zo n werkje noemen we ook wel een taak. Als je die taken allemaal verdeelt, doet iedereen een beetje. Nu doe ik als leerkracht eigenlijk heel veel taakjes (noem een aantal taken die u doet, die de leerlingen ook zouden kunnen doen). We gaan ervoor zorgen dat iedereen in de groep een taakje kan doen. Loop de agenda na. Wie doet wat? Aap en Tijger kibbelen over wat er moet gebeuren en wie dat gaat doen. Voorbeeld: Tijger: Aap, ik wil tekenen op het bord. Wil jij het bord even schoonmaken? Aap: O ja, dat is goed (maakt bord schoon) Tijger: Aap, er ligt allemaal zand op de grond, veeg jij de vloer even? Aap: O ja, dat is goed (veegt de vloer) Tijger: Aap, de kast moet opgeruimd worden, doe jij dat even? Aap: O ja, dat is.. ehhh.. waarom moet ik eigenlijk alles doen? Speel het spel verder en laat Aap en Tijger afspreken dat ze allebei taakjes doen. Takenlijst maken (TafelRondje per Tweetal) We gaan samen met de leerlingen taken bedenken. Dit doen we met behulp van de coöperatieve werkvorm TafelRondje per Tweetal (zie ook de inleiding over coöperatieve werkvormen in de Introductie op dit blok). Vertel zoiets als: Omdat we graag willen dat alles goed loopt in onze klas, gaan we ervoor zorgen dat iedereen in de groep een taak kan doen. Maar eerst gaan we samen zoveel mogelijk taken bedenken die jullie zelf zouden willen en kunnen doen. Wat moet er allemaal gebeuren in de klas? Geef een paar voorbeelden van wat u zelf doet. Laat de leerlingen een aantal voorbeelden geven van wat zij zouden kunnen doen, bijvoorbeeld het bord schoonmaken. Maak gelijk van iedere taak een snelle simpele tekening op het schoolbord of op een flap. Vertel de groep dat ze zo in tweetallen taakjes gaan bedenken met behulp van TafelRondje per Tweetal. Maak tweetallen: ieder tweetal zit aan een tafel en heeft één blad papier en één potlood. Demonstreer met een leerling de werkwijze van TafelRondje per Tweetal: - De vraag is: welke taakjes kan jij bedenken? Denktijd. - De leerling die het eerst aan de beurt is, noemt en tekent één van zijn of haar antwoorden.

33 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 3 - De andere leerling (in dit voorbeeld nog even de leerkracht) krijgt nu potlood en papier en noemt tekent één van zijn of haar antwoorden. - Vertel dat de leerlingen om de beurt blijven tekenen aan een lijst met taakjes tot een stopteken van de leerkracht. Zet de leerlingen in hun tweetal aan het werk. De kleinste leerling per tweetal mag beginnen. Wees er attent op dat de leerlingen vaart houden in het wisselen, het gaat er niet om de mooiste tekening te maken, maar om met elkaar verschillende taken te bedenken. Inventariseer na afloop door van elk tweetal de grootste leerling een taak te laten noemen. Maak een verzamellijst op het bord: maak per taak een simpele tekening en schrijf de taak erbij. Er mogen alleen nieuwe taken genoemd worden. Geef de groep een opsteker voor hun ideeën. Vertel dat de volgende les gaat over het verdelen van de taken. Vat samen: 93 We hebben een takenlijst gemaakt. Denk alvast na welke taken je zelf zou willen doen. In de volgende les gaan we kijken wie welke taak wil gaan doen. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Wie staat er niet op de foto? Een leerling is de fotograaf. Die gaat de klas uit. De andere leerlingen gaan in een groep staan voor de foto. Eén leerling verstopt zich achter de groep. De fotograaf wordt weer binnengeroepen. De groep telt hardop tot 10 en de fotograaf moet raden wie er ontbreekt voordat de groep bij 10 is. Als hij het raadt, mag hij de foto maken. Daarna mag een ander fotograaf zijn. Na de les Hieronder vindt u de activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit de les in de praktijk brengt. Leerkracht: laat de Takenlijst hangen (zo kunnen leerlingen zien wat er op staat en bedenken welke taak ze zelf willen doen) vraag of leerlingen nog nieuwe taken bedacht hebben en schrijf die erbij stimuleer de leerlingen na te denken over wat ze zouden willen doen

34 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 3 Woordmuur Het woord dat na deze les opgehangen wordt, is: de taak werk dat je moet doen 94 Voorbereiding les 4 Maak voor de volgende les voor alle leerlingen een overzicht van alle taken: hiervoor kunt u gebruik maken van werkblad 3.1. U schrijft op dit werkblad de verschillende taken en maakt daar simpele tekeningetjes bij. Maak voor de volgende les voor iedere leerling een kopie van dit werkblad met de door de groep bedachte taken.

35 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4 Les 4 Taken verdelen Doel blok 1: Leskern: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen geven aan welke taken ze willen doen en met wie ze daarin willen samenwerken. Agenda op bord met pictogrammen Een cassettedeck of cd-speler met muziek Voor iedere leerling een kopie van het door de leerkracht ingevulde werkblad 3.1 met de door de groep bedachte taken (zie beschrijving Na de les bij les 3) Voor leerlingen die moeite hebben met het schrijven van hun naam: een kleurpotlood (voor iedere leerling een andere kleur) Flaps, of kleedjes of grote vellen papier (zie de binnenkomer) 95 Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Hang de pictogrammen op. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Takenlijst Taakverdeling Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Kikkers op een lelieblad Maak een ruimte vrij in de klas, of maak gebruik van de speelzaal. Leg een aantal flaps, kleedjes of grote vellen papier op de grond. Vertel dat iedereen een kikker is die vrij rond mag springen (als een kikker) zolang de muziek klinkt. Maar zodra de muziek stopt, moeten ze een lelieblad opzoeken en elkaar op het droge helpen. Iedere keer wanneer de muziek weer aangaat wordt één blad weggenomen. De kikkers moeten elkaar echt gaan helpen om er nog op te passen. Hoe lang lukt het nog om ieder een plaats te geven? Wat gaan we leren? Haal op waar het blok en de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel van deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vertel dat we doorgaan met de takenlijst en met het verdelen van de taken. Vraag of leerlingen zelf nog ideeën hebben voor deze les.

36 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4 96 Takenlijst Alle leerlingen krijgen een kopie van het werkblad 3.1 met daarop de door de groep bedachte taken. Bespreek de verschillende taken. Vraag bij iedere taak of iedereen begrijpt wat dat voor taak is, leg het nog een keer uit of vraag een leerling uit te leggen wat de bedoeling is van die taak. Zeg tegen de leerlingen dat ze zo dadelijk mogen vertellen welke taak ze willen. Taken verdelen Verdeel de taken. Dit kan door gebruik te maken van de coöperatieve werkvorm Zoek Iemand Die. De leerlingen hebben allemaal een kopie van werkblad 3.1 met de door de groep bedachte taken. Laat de leerlingen eerst op hun eigen kopie van het werkblad aankruisen bij welke taak ze ingedeeld zouden willen worden. Vertel dat we nu de taken gaan verdelen, en dat we dit doen met Zoek Iemand Die. Leg de werkwijze uit. Na uw startteken gaan alle leerlingen door de klas lopen en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden. De leerlingen kijken samen of er een of meerdere taken zijn die ze allebei hebben aangekruist. Zo ja, dan mogen ze hun eigen naam achter die taak op het werkblad van de ander zetten. Stimuleer dat leerlingen kiezen voor taken die hen aanspreken en niet voor hetgeen hun beste vriend kiest. Tip: indien leerlingen moeite hebben met het schrijven van hun eigen naam kunt u voor die leerlingen gebruik maken van kleurpotloden (een kleur per leerling). Verzamel de werkbladen na afloop. Vat samen: We hebben aangegeven welke taken we willen en met wie we kunnen samenwerken. Maak een afspraak over het vervolg: - dat u bij de taakverdeling rekening zult houden met hetgeen door de leerlingen is ingevuld - dat u zelf af en toe een keuze zal moeten maken (omdat er meer tweetallen zijn die dezelfde taak willen doen) - spreek af wanneer de lijst klaar is - maak een afspraak over het rouleren van taken (hoe lang doet een leerling een bepaalde taak). Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Muggen vangen De leerlingen staan in een kring. In het midden staat de vogel. Hij of zij houdt de ogen gesloten en strekt een hand voor zich uit met de handpalm naar boven gekeerd. De anderen zijn muggen die om de vogel heen dansen. Af en toe raakt een mug de handpalm. De vogel probeert de mug dan snel te pakken. De mug aantikken is al genoeg. De gevangen mug wordt vogel en gaat erbij staan met uitgestrekte hand. Ga door tot er maar één mug overblijft.

37 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4 Na de les Hieronder vindt u de activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: besteed regelmatig aandacht aan het uitvoeren van de taken herinner leerlingen in het begin eventueel aan hun taak maar doe dit niet te lang bepaal wanneer de taken rouleren en hoe dat gebeurt 97 Takenbord Na deze les hangt er een takenbord of -lijst in de klas waarop de taken van de leerlingen te zien zijn. Als er gekozen wordt voor een rouleersysteem van alle taken kan een leerkracht ook een flexibel takenbord bedenken, bijvoorbeeld een draaischijf: twee grote cirkels van karton, waarop op de bovenste cirkel de taken staan, en op de onderste de namen van de leerlingen. In de bovenste zijn uitsparingen gemaakt, waardoor de namen van de leerlingen te lezen zijn. Taken bespreken Bepaal een moment waarop de uitvoering van de taken geëvalueerd wordt, bijvoorbeeld op vrijdagmiddag. Besteed aandacht aan het uitvoeren van de taken. Is iedereen tevreden over de manier waarop de taken worden uitgevoerd? Is iedereen tevreden over de eigen taak? Is er voldoende medewerking van de anderen? Laat de taken niet versloffen, maar hou het levend. Taken kunnen bijgesteld worden, er kan tussendoor gewisseld worden, er kunnen nieuwe bedacht worden enzovoort. Taken rouleren Dit kan eenvoudigweg gebeuren door bijvoorbeeld een flexibel takenbord, zoals hierboven. Iedereen komt een keer voor alle taken aan de beurt. U kunt er ook voor kiezen kinderen na een bepaalde periode opnieuw te laten solliciteren op een taak. Hou er dan rekening mee welke kinderen hun eerste keus al gehonoreerd hebben gezien en welke niet.

38

39 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Les 5 Opstekers en afbrekers Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen horen hoe Aap en Tijger afbrekers geven aan elkaar. Ze bedenken opstekers die Aap en Tijger aan elkaar zouden kunnen geven. We maken een begin met de omgangsafspraken voor onze groep. de opsteker, de afbreker Agenda op bord met pictogrammen Aap en Tijger Pictogrammen AFBREKER en OPSTEKER (zie achter deze les) Lege poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Werkblad 5.1 Per tweetal één potlood en een onderlegger (bijvoorbeeld een boek) 99 Voorbereiding Schrijf bovenaan een groot vel papier (flap of minimaal A3): ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP en hang dat op in de klas. Maak een kopie van de pictogrammen voor opstekers en afbrekers (zie achter deze les). Idee: lamineer ze zodat ze regelmatig dienst kunnen doen als de opstekers en afbrekers ter sprake komen. Ze zijn in kleur te downloaden van Maak per tweetal een kopie van werkblad 5.1. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Afbrekers Opstekers Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Lopen als dieren Maak ruimte in de klas en laat de leerlingen lopen als: een ooievaar: op een been staan, hoge stappen maken een beer: log heen en weer wiebelen een slang: hurken en dan langzaam omhoog kronkelen

40 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 een giraffe: statig met lange poten en gestrekte nek een poes: kruipen en sluipen, een hoge rug maken, uitrekken, oprollen (vrij naar Sijthoff, Kooyman - De klas beweegt ) 100 Wat gaan we leren? Haal op waar het blok en de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel van deze les door, vestig de aandacht op de agenda en de (lege) poster. Vertel dat we het weer gaan hebben over een groep waarin iedereen het naar zijn zin heeft. Waar gaan we het precies over hebben? Dat staat weer in de agenda. We gaan het vandaag hebben over afbrekers en opstekers. Wat dat zijn, dat zul je zo zien. En dan gaan we iets op deze poster schrijven. de afbreker iets onaardigs dat je tegen iemand zegt Afbrekers Haal Aap en Tijger tevoorschijn. Ze begroeten de leerlingen. Speel dan een dialoogje tussen Aap en Tijger. Aap geeft Tijger een afbreker. Tijger geeft er een terug. Nu hebben ze ruzie. Ze keren elkaar de rug toe. Voorbeeld: Aap: Hé Tijger, waarom heb jij altijd van die rare strepen? Je lijkt wel een zebra. Tijger: Dat is niet aardig Aap. Ik ben geen zebra. Aap: Jawel hoor, die heeft ook strepen. Zebra, zebra. Tijger: En jij hebt rare grote oren. En je bent lelijk. Aap: Niet waar. Ik ben niet lelijk. Tijger: Wel. Lelijkerd, lelijkerd. Nagesprek: Nu hebben Aap en Tijger ruzie. Hoe komt dat? Bespreek dat ze onaardige dingen tegen elkaar hebben gezegd, waardoor de ander verdrietig en boos wordt. Zo n onaardige, onvriendelijke opmerking noemen we een afbreker. Laat het pictogram met het woord afbreker zien. Hoe voelt iemand zich die een afbreker krijgt? opsteker iets aardigs dat je tegen iemand zegt Opstekers Hoe kunnen Aap en Tijger weer vriendjes worden? Kunnen ze ook aardige dingen tegen elkaar zeggen? Vraag naar voorbeelden. Geef zelf ook een paar voorbeelden (bijvoorbeeld: Aap kan goed in bomen klimmen en Tijger kan hard hoog springen ). Teken heel simpel iets dat past bij de opsteker die genoemd wordt (bijvoorbeeld: de boom waar Aap in kan klimmen). Vertel dat we dat een opsteker noemen: iets aardigs dat je tegen iemand zegt. Dat is iets waar iemand blij van wordt. Vertel de groep dat ze samen heel veel verschillende opstekers voor Aap en Tijger gaan bedenken met behulp van TafelRondje per Tweetal: - Maak in de kring tweetallen, zorg ervoor dat ieder tweetal één kopie heeft van werkblad 5.1 en één potlood. Tip: indien de leerlingen in de kring zitten per tweetal een onderlegger, bijvoorbeeld een boek. - Demonstreer met een leerling de werkwijze van TafelRondje per Tweetal: om en om iets tekenen. - Laat de leerlingen vervolgens opstekers noemen en tekenen voor Aap en Tijger. De leerling met de donkerste broek, rok of jurk mag beginnen. Terwijl ze tekenen, noemen de leerlingen de opsteker die ze tekenen. Wees er attent op dat de leerlingen vaart houden in het wisselen. Het gaat er niet om de mooiste tekening te maken, maar wel om met elkaar een aantal opstekers te bedenken. - Inventariseer na afloop door elk tweetal een opsteker te laten geven aan Aap of Tijger. De leerling van het tweetal met de lichtste broek, rok of jurk mag een

41 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 opsteker noemen. Er mogen alleen nieuwe opstekers genoemd worden (dit bevordert het luisteren naar elkaar). Laat het effect van de opstekers merken door het spel met Aap en Tijger: ze worden blij, trots, beetje verlegen misschien. Nagesprek: bespreek wat voor effect het op de ander heeft als je aardige dingen zegt. Vraag hoe Aap en Tijger zich nu voelen. Aardige opmerkingen, waar de ander blij van wordt, noemen we vanaf nu opstekers. Laat het pictogram met het woord opsteker zien. 101 Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Introduceer de lege poster. Vertel dat we op dit papier afspraken gaan schrijven over hoe we ervoor zorgen dat iedereen zich thuis voelt in onze groep. Hoe we ervoor kunnen zorgen dat er niet veel ruzie is en dat we het allemaal fijn vinden om op school te zijn. De afspraken die we daar over gaan maken zijn iets anders dan regels. Regels bedenken de juffen en de meesters. Afspraken bedenken we samen. Wat zullen we nu afspreken over opstekers en afbrekers? Laat de leerlingen suggesties doen. Zet de afspraken op de posters en/of plak beide pictogrammen op de poster. Zet bijvoorbeeld met viltstift een groot rood kruis door afbrekers. En met dezelfde viltstift een lijstje om het opsteker-pictogram. Vat samen: We gaan geen afbrekers aan elkaar geven, dat is niet leuk. We gaan wel opstekers aan elkaar geven. Daar voelt iedereen zich veel fijner bij. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Rondje Opstekers Maak een kring. Laat de Vreedzame School-bal de kring rondgaan. Vraag aan iedereen die de bal heeft om de naam van een vriend(in) of een familielid te noemen en iets wat hij of zij leuk vindt aan die persoon. Begin zelf. Noem daarbij geen uiterlijk kenmerk maar een eigenschap, bijvoorbeeld: Wat ik leuk vind van juf Hilde is dat ze zo vrolijk is.

42 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Na de les Hieronder vindt u de activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk te brengt. Leerkracht: 102 geef opstekers waar dat kan zeg dankjewel als een leerling inbreng heeft gehad signaleer opstekers en complimenteer de gever ervan benoem een afbreker wanneer u die signaleert maar maak er geen toestand van; het gaat om bewustwording en niet om bestraffing Woordmuur De woorden die na deze les opgehangen worden zijn: de afbreker iets onaardigs dat je tegen iemand zegt opsteker iets aardigs dat je tegen iemand zegt De Opstekerclub Vertel in de kring dat we een Opstekerclub gaan oprichten. Iedereen in de groep is lid van de club, maar daar hoort wel bij dat ze vaak iets aardigs doen voor een ander, of een opsteker geven. Laat de leerlingen eerst hun lidmaatschapkaart maken: een kaartje in de vorm van een hart, waarop aan beide kanten hun naam staat. Ze mogen één kant van dat kaartje zelf versieren. De andere kant blijft onversierd. Aan de muur komt een groot vel te hangen, liefst in de vorm van een hart, met daarop geschreven De Opstekerclub. Alle lidmaatschapskaartjes komen aan dat vel te hangen, op zo n manier dat ze omgedraaid kunnen worden. Elke ochtend hangen de kaartjes met hun onversierde kant naar voren. Elke keer dat iemand iets aardigs doet, of een opsteker geeft, mag hij of zij zelf het kaartje omdraaien (met de versierde kant boven). Doe dit bijvoorbeeld drie ochtenden. Bespreek na elke ochtend hoe het gegaan is en leg daarbij de nadruk op dat de leerlingen die nog niet zijn omgedraaid dat heel snel kunnen veranderen. Bespreek met henzelf wat ze zouden kunnen doen om dat te bewerkstelligen. Suggesties voor Toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die u tijdens dit blok kunt doen om de kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. De Gouden Knoop Aan het begin van de ochtend geeft u één leerling, ongemerkt voor de anderen, de Gouden Knoop. De leerling die de Gouden Knoop heeft (of een Gouden Sleutel of iets anders) doet extra zijn of haar best op het geven van opstekers. Aan het eind van de ochtend of de dag raden de leerlingen wie vandaag de Gouden Knoop had. In plaats van een Gouden Knoop kunt u ook de gelamineerde pictogram van opstekers geven en die in het laatje stoppen.

43 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Leerling van de Dag of Week Stel de leerling van de dag (of week) in. Gebruik een speciaal fotolijstje, waarin de foto van de leerling van de week komt. Deze leerling staat letterlijk in het zonnetje die week. Verzamel opstekers over hem of haar. Geef hem of haar een speciale behandeling. Brievenbus in de klas Hang een brievenbus in de klas, en vertel dat wij allemaal vanaf nu een brief kunnen sturen naar iemand anders in de groep. Iedereen die dat wil, mag een tekening maken, waarover ze dan iets willen vertellen. Dat kan een opsteker zijn (bijvoorbeeld: ik vond het zo leuk dat we ), maar kan ook een vraag zijn (bijvoorbeeld: ik snap niet waarom dat gedaan heeft ). Spreek af dat u aan het eind van de week de bus leegt, en dat u altijd eerst overlegt met de briefschrijver wat er verder mee gebeurt (bespreken in de groep, bijvoorbeeld). 103 Buttons Maak een paar buttons met bijvoorbeeld een opgestoken duim. Leerlingen die een positieve bijdrage aan de groep hebben geleverd, mogen een dag die button dragen.

44

45 Afbreker

46

47 Opsteker

48

49 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 6 Les 6 Wat vind ik er zélf van? Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen ontdekken met behulp van Aap en Tijger dat je een meningsverschil kunt hebben, ook als je vrienden bent. Ze geven hun mening over uitspraken. de mening, mee eens Agenda op bord met pictogrammen Aap en Tijger Plakband De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Drie pictogrammen: MEE EENS, NIET MEE EENS, WEET NIET (zie achter deze les) Cd-speler met cd (muziekje waarop de leerlingen kunnen rondlopen) 109 Voorbereiding Kopieer de pictogrammen MEE EENS, NIET MEE EENS, WEET NIET op stevig papier, of lamineer ze (eventueel downloaden van Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Wat vind je ervan? Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Hetzelfde en anders Vandaag doen we Zoek Iemand Die als binnenkomer, om zoveel mogelijk andere leerlingen te ontmoeten in de groep. Mogelijke opdrachten: Zoek iemand die... - hetzelfde eten lekker vindt als jij - ander eten lekker vindt dan jij - hetzelfde drinken lekker vindt als jij - een andere kleur mooi vindt als jij - met spelen hetzelfde leuk vindt om te doen als jij Zet een muziekje op. De leerlingen lopen door de klas. Als de muziek stopt staan alle leerlingen stil, houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden en maken een

50 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES tweetal. Creëer bij een oneven aantal voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal (de bofkont). De leerlingen besteden aandacht aan hun overeenkomst (aanwijzen of vertellen). De leerlingen nemen afscheid van elkaar op teken van de leerkracht. Opnieuw stap 1 t/m 4 aan de hand van een andere vraag van de leerkracht. Maak de groep er verantwoordelijk voor dat er iedere ronde een andere bofkont is. Observeer de mate waarin de leerlingen mixen, maken ze gemakkelijk nieuwe duo s? Laat bij de laatste ronde ieder tweetal hun overeenkomst/verschil noemen ter afsluiting. Bijvoorbeeld: wij houden van... De leerlingen kunnen ook zelf een opdracht bedenken. de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt Wat gaan we leren? Vestig de aandacht op de agenda. Vandaag mogen jullie zeggen wat jullie vinden van een aantal dingen, wat jullie mening is en vooral wat we doen als we niet hetzelfde vinden. Je mening is wat je van iets denkt of vindt. Ik vind bijvoorbeeld klassieke muziek mooi, terwijl jullie misschien hele andere muziek mooi vinden. Dat kan. We hebben allebei een andere mening. Daar gaan we deze les over praten. Loop de agenda door en vraag of iedereen zich erin kan vinden. Wat vind je ervan? Daar zijn Aap en Tijger weer. Ze voeren een gesprek over eten, kleuren, activiteiten en zijn het niet eens met elkaar wat leuk of mooi is. Ze krijgen zowaar weer ruzie, nu omdat ze verschillende meningen hebben. Voorbeeld: Aap: Kijk Tijger, wat een mooie rode pet. Tijger: Helemaal niet mooi. Rood is niet mooi. Aap: Rood is wel mooi, geel is niet mooi. Tijger: Geel is juist wel mooi. Rood is lelijk. Aap: Niet waar, niet waar. Rood is mooi en geel is lelijk. Tja, zitten ze weer met hun rug naar elkaar toe. Wie had er nou gelijk? Bespreek met de leerlingen dat ze verschillende meningen hadden. Moet je dan ruzie krijgen? Laat via Aap en Tijger zien dat dat niet hoeft. Voorbeeld: Leerkracht fluistert Tijger wat in zijn oor. Tijger: Aap, je moet niet zeggen: rood is mooi, maar: ik vind rood mooi. Aap: Ik Vind Rood Mooi. Tijger: Ik niet. Aap: Dan zijn wij geen vriendjes meer. Tijger: Nee. Stilte Tijger: Waarom eigenlijk niet? Aap: Mmmm Tijger: Moeten we alles precies hetzelfde vinden? Jij houdt van pinda s en ik van gehakt. Dat vinden we toch ook niet gek? Laat de leerlingen raad geven aan Aap. Aap ontdekt dat je verschillende meningen kunt hebben en dat dat niet erg is. Je mening is wat je van iets vindt. mee eens je vindt dat iemand gelijk heeft Meningenmeter Hebben wij hier ook verschillende meningen? Zullen we dat eens onderzoeken? Vraag de leerlingen of ze vinden dat leerlingen hun eigen bed moeten opmaken. Hand omhoog als je dat vindt. Zeg dat alle leerlingen die hun hand omhoog staken

51 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 6 het er mee eens zijn. Laat ze het pictogram MEE EENS zien. Zeg dat dit het pictogram is voor als je het ergens mee eens bent. Vraag wie het er niet mee eens is dat leerlingen hun eigen bed moeten opmaken. Laat het pictogram NIET MEE EENS zien. De leerlingen die denken dat leerlingen niet hun eigen bed moeten opmaken, zijn het niet eens met de leerlingen die dat wel vinden. Laat het pictogram WEET NIET zien. Vraag of er leerlingen zijn die niet zo goed weten of leerlingen nu wel of niet hun eigen bed zouden moeten opmaken. Misschien hebben deze leerlingen later wel een mening daarover, maar nu, op dit moment, weten ze niet zo goed wat ze daarvan moeten denken. Plak de drie pictogrammen aan de muur in drie verschillende hoeken van het lokaal. Vertel de leerlingen dat u iets gaat zeggen. Als je het daar mee eens bent ga dan onder het bord MEE EENS staan. Als je het er niet mee eens bent, ga je onder het bord NIET MEE EENS staan. Als het niet zeker weet, ga je onder het bord WEET NIET staan. Lees een uitspraak voor, bijvoorbeeld: Voetballen is leuk en laat de leerlingen hun positie innemen. Vraag van elke groep wie iets wil zeggen over de mening die zij of hij heeft. Zie je een vriend(in) met een andere mening? Wie? Ben je nu geen vrienden meer? Benadruk dat mensen die vrienden van elkaar zijn toch een andere mening over iets kunnen hebben. Alle meningen kunnen er zijn. Geef als leerkracht (uiteraard) geen oordeel over de verschillende meningen. Herhaal dit met andere uitspraken, bijvoorbeeld: - Rijst is lekker - Leerlingen mogen zelf weten of ze naar school gaan Vat samen: 111 Soms vinden de mensen hetzelfde als wij, en soms niet. Toch kunnen we vrienden zijn, ook al zijn we het niet overal over eens. Je hoeft niet altijd dezelfde mening te hebben als je vriendje. Het is goed om een eigen mening te hebben. Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Pak de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP en bespreek met de leerlingen welke afspraak we willen maken over wat we in deze les hebben besproken. Bijvoorbeeld: Iedereen heeft zijn eigen mening. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Rug aan rug Leerlingen zitten in de kring. Twee stoeltjes staan rug aan rug in het midden. De kring is in twee helften verdeeld. Iedere helft zit met het gezicht naar buiten. Uit iedere helft krijgt een leerling een blinddoek om. Ze worden naar de stoeltjes geleid. De leerlingen in de kring mogen zich omdraaien. De blinddoeken van de leerlingen in de stoeltjes mogen af, maar ze mogen niet kijken wie er achter hen op het andere stoeltje zit. De groepshelften beschrijven om de beurt aan hun leerling wie er aan de andere kant zit, zonder namen te noemen. Nadat ze allebei een beschrijving hebben gehad mogen de leerlingen op de stoeltjes tegelijk (1,2,3..) zeggen wie er achter hen zit.

52 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 6 Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk te brengt. Leerkracht: 112 benoem de komende tijd verschillende meningen die er zijn in de groep vraag leerlingen naar hun mening, als het te pas komt benadruk het positieve van het bestaan van verschillende meningen Woordmuur De woorden die na deze les opgehangen worden, zijn: de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt mee eens je vindt dat iemand gelijk heeft De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Deze poster hangt bijgewerkt (met een uitspraak over zoiets als het mogen hebben van een eigen mening) op een prominente plek in de klas. Verwijs ernaar als de situatie zich voordoet. Suggesties voor Toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die u tijdens dit blok kunt doen om de kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. Verdraagzaamheid Benut gelegenheden die zich eventueel voordoen waarbij verdraagzaamheid of het gebrek eraan een rol speelt. Het kan om kleine dingen gaan (geduld hebben bij iemand die iets langzamer doet dan jij), maar het kan ook om grote dingen gaan (bijvoorbeeld religieuze gewoonten bij leerlingen in je groep). Kringgesprek n.a.v. een voorleesboek Lees bijvoorbeeld Kikker en de Vreemdeling voor van Max Velthuys. En bespreek het na met de groep.

53 MEE EENS

54

55 NIET MEE EENS

56

57 WEET NIET

58

59 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 Les 7 - aangepaste les STOP! HOU OP! Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich medeverantwoordelijk voor voelen. De leerlingen leren met behulp van Aap en Tijger dat je STOP! HOU OP! kunt zeggen als je niet geplaagd wilt worden. plagen Agenda op bord met pictogrammen Pictogram STOP! HOU OP! (achter deze les) Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Illustratie PLAGEN (achter deze les) en in kleur te downloaden van het Download Center van de website Eventueel een foto van uzelf Aap en Tijger 119 Toelichting In voorafgaande lessen hebben we het plezierig omgaan met elkaar besproken. In deze les krijgt de weerbaarheid tegen plagen en pesten aparte aandacht. Veel leerlingen komen bij de leerkracht klagen over pesten terwijl het in werkelijkheid plagen is. Het verschil met pesten is dat bij plagen (meestal) de geplaagde leerling opgewassen is tegen de plager, het plagen incidenteel is en niet structureel, en dat het niet met bedreiging of geweld gepaard gaat. De insteek bij plagen is bovendien eerder elkaar aan het lachen maken, dan dat er sprake is van een expliciet negatieve intentie en buitensluiten. We hebben de leerlingen geleerd STOP! HOU OP! te zeggen als ze van plagerijen niet gediend zijn. Op deze wijze willen we voorkomen dat elke eenvoudige plaagsituatie door de leerkracht opgelost moet worden. Als STOP! HOU OP! niet afdoende is, mag een kind naar u toe komen. Dit is geen klikken! We willen immers dat iedereen zich veilig voelt. Als een leerling STOP! HOU OP! zegt en het plagen stopt niet of het komt telkens terug, ook nadat u de plager erop heeft aangesproken, dan gaat het over in pesten. Het gepeste kind is niet bij machte om het te stoppen. In dat geval treedt u als leerkracht op tegen de pester: Zorg dat het pesten ophoudt. Bespreek met de pester dat wat hij doet pesten is en geen plagen meer. Het gepeste kind heeft er veel last van. Dit is belangrijk om duidelijk te verwoorden, omdat kinderen zich niet altijd bewust zijn van wat hun gedrag bij de ander teweeg brengt. Laat dit eventueel door het gepeste kind zelf verwoorden. Leg de link met de grondwet: op deze school zorgen we ervoor dat iedereen zich veilig voelt! Dus we pesten niet! Bespreek wat verder nodig is en maak hierover een duidelijke afspraak. Bij blijvend pestgedrag kan de Oplossingsgerichte pestaanpak (OPA) worden ingezet. Deze aanpak staat beschreven in de handreiking Werken aan sociale veiligheid (hoofdstuk 12). Ook is het zinvol om het onderscheid te maken tussen pesten en conflict. Een conflict is een verschil van mening of er is sprake van tegenstrijdige belangen (A wil dit en B

60 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES wil dat). Soms ontaardt een conflict in een ruzie, als er sprake is van (fysiek of psychisch) geweld. Plagen kan leiden tot een conflict: A wil dat B ophoudt en B vindt het leuk om er nog even mee door te gaan. Pesten is van een andere orde. De machtsongelijkheid en de structurele gerichtheid op één persoon maakt het onvergelijkbaar met plagen of ruzie. Pesten is weloverwogen en proactief, gebeurt niet per ongeluk of spontaan, en ook niet als gevolg van uitlokking. Het is belangrijk om deze begrippen voor uzelf goed helder te hebben om ze in uw groep te kunnen gebruiken in situaties waarin er sprake is van plagen, pesten of een conflict. Dan wordt helder welke interventie er gevraagd wordt. Bovendien zijn kinderen geneigd botsingen met anderen snel als pesten te benoemen. Het kan de lading van een gesprek halen wanneer u de botsing tussen twee kinderen kunt herdefiniëren. Dus eigenlijk hebben jullie een conflict! Dan kunnen we daar een oplossing voor zoeken. Ook naar ouders is het zinvol om deze termen duidelijk van elkaar te onderscheiden. Wanneer een kind thuis vertelt dat het gepest wordt, roept dit sterke emoties op bij ouders. Wanneer u op school al helder kunt maken dat het hier niet om pesten ging, maar om plagen, of om een conflict, dan voorkomt u dat ouders een onjuist beeld krijgen van de situatie. Het volgende schema kan hierbij helpen: Plagen Pesten Conflict Ruzie Waar gaat het om? Aan elkaar gewaagd. Eenmalig Niet aan elkaar gewaagd. Gebeurt steeds weer. Met opzet. Negatieve gevolgen voor het welzijn van gepeste kind. Een meningsverschil. Kan ontstaan door plagen. Een uit de hand gelopen conflict als er sprake is van geweld (schoppen, slaan, schelden). Interventie Geplaagde kind vragen wat het heeft gedaan om plagen te stoppen. Gesprek met beide kinderen. Ingrijpen. Oplossingsgerichte pestaanpak. Verwijzen naar stappenplan Praat het uit. Of mediatie. Aanspreken op ongewenst gedrag. Laten afkoelen. Vervolgens mediatie. In deze les benoemen we heel kort het verschil tussen plagen en pesten, maar in groep 3 leggen we vooral het accent op wat je kunt doen om dit te stoppen. In de volgende jaren wordt dit steeds verder uitgewerkt. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? STOP! HOU OP! (pictogram) Doorgaan is verboden Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Wat hebben we geleerd? Afsluiter

61 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 Binnenkomer Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel Piet! Leerlingen zitten in een kring. De leerkracht doet een ritme voor: twee keer slaan tegen je dijen, twee keer klappen in je handen en dan roept zij, aansluitend op het ritme: Piet! Allemaal oefenen: klap-klap-klap-klap-piet! Een aantal keer herhalen. Vervolgens wordt door de leerkracht in plaats van Piet de naam van een leerling genoemd. Het ritme wordt meteen weer herhaald en de leerling die genoemd is, roept nu de naam van een andere leerling. Net zo lang tot iedereen genoemd is. Je mag niet twee keer dezelfde naam noemen. 121 Wat gaan we leren? Herhaal nog eens waar we het in dit blok over gehad hebben: de regels van de groep, elkaar opstekers geven, elkaars mening respecteren, taken doen, je fijn voelen. Dat zijn dingen om er een gezellige groep van te maken. Soms doet iemand iets wat je niet fijn vindt, wat jij niet wilt. Dat noemen we plagen. En als het steeds opnieuw gebeurt, dan noemen we het pesten. Daar gaat deze les over. Loop de agenda door en vraag of iedereen zich erin kan vinden. STOP! HOU OP! Tijger komt bij Aap en zegt: Aap, ze pesten me. Aap vraagt wat er gebeurd is, en Tijger noemt een plagerijtje van het soort waarmee leerlingen ook vaak bij de juf komen (bijvoorbeeld Ze roepen steeds tijgertje, reigertje! ). Aap: Ha, ha, dat doen ze zo vaak. Tijger: Ik vind het niet leuk. Aap: Dan moet je zeggen: STOP! HOU OP! Tijger: Ik ga naar de juf en dan zeg ik juf, ze pesten me. Aap: Ik zeg: STOP! HOU OP! Nou dag hoor. (aap weg) Tijger: Wat doen jullie als je geplaagd wordt? Laat de leerlingen antwoorden op de vraag van Tijger. Tenslotte vraagt Tijger aan juf: Wat vindt u er nou van? Juf antwoordt dat je het best eerst zelf kunt zeggen dat ze moeten ophouden. Misschien denken ze wel dat het een leuk grapje is. Zeg maar, net als aap: STOP! HOU OP! Daar komt Aap weer aan. Aap: Tijger, je bent net een zebra, met al die strepen. Tijger: Ik ben geen zebra, ik ben een tijger. Aap: Niet, je bent een zebra. Zebra, zebra. Tijger: Juf, ze pesten me. Juf: (fluistert) Wat zou je nou zeggen? Tijger: O ja. Aap: Zebra, zebra. Tijger: STOP! HOU OP! (met flinke stemverheffing) Aap houdt verbaasd op. Laat Aap iets vervelends bij uzelf doen. Zeg: Niet doen, Aap, niet doen. Aap gaat door. Zeg dan hard: STOP! HOU OP! Nu houdt Aap op. Laat Aap iets vervelends doen bij een leerling, bijvoorbeeld aan de haren trekken, aan de oren trekken, op de andere schouder tikken. Hij lacht er hard bij. Pas als de leerling STOP! HOU OP! zegt, houdt Aap op. Let op toon en stemvolume van de leerlingen. Stimuleer dat de leerlingen een assertieve maar geen agressieve houding aannemen.

62 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES Oefenen STOP! HOU OP! (Zoek Iemand Die) Laat de leerlingen tweetallen vormen door een opdracht te geven: zoek iemand met wie je deze week (of vorige week) niet zo veel gespeeld hebt. De leerlingen lopen door de klas en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden en maken een tweetal. Creëer voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal (de bofkont). Laat de leerlingen in tweetallen op uw startsignaal oefenen. De kleinste van het tweetal begint: die tikt de ander een paar keer op de schouder, de ander zegt stevig STOP! HOU OP!, de eerste leerling stopt. De grootste van het tweetal mag daarna: die trekt een paar keer een gek gezicht naar de andere leerling. Na STOP! HOU OP!, stopt de leerling met het trekken van gezichten. Dit kunt u ook nog een keer laten oefenen in andere tweetallen: zoek nog iemand met wie je deze week niet zo veel gespeeld hebt. En daarna weer oefenen. Vat samen: Plagen kan leuk zijn of niet. Als je het niet leuk vindt, zeg je: STOP! HOU OP! plagen iemand voor de grap een beetje boos maken Doorgaan is verboden Dat spreken we dus af. Plagen is iemand voor de grap een beetje boos maken. Vraag aan de groep naar voorbeelden van plagen. Als je het plagen niet leuk vindt, zeg je STOP! HOU OP! Dan moet de ander ophouden. Maar wat doe je als de ander doorgaat? Als de ander doorgaat, ga je naar de leerkracht. Kijk maar. Doe het voor met Aap en Tijger. Aap noemt Tijger een kroket. Zie het toneelspelletje boven, maar nu gaat Aap door. Tijger gaat naar u toe en u spreekt Aap bestraffend toe. Vat samen: Plagen kan leuk zijn of niet. Als je het niet leuk vindt, zeg je: STOP! HOU OP! Als je dat zegt, mag de ander niet doorgaan. Als de ander toch doorgaat, zeg je het tegen de juf. De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Schrijf op de poster een afspraak over STOP! HOU OP! U kunt ook gebruikmaken van de illustratie PLAGEN gecombineerd met STOP! HOU OP! en eventueel een foto van uzelf. Wat hebben we geleerd? Wat heb je geleerd in deze les? Denk je dat je dat ook gaat doen? Wie kan het een keer voordoen, STOP! HOU OP! zeggen? Afsluiter Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Rupsenplaag Leerlingen maken groepen van vijf. Ze gaan achter elkaar staan en leggen hun handen op de schouders van hun voorganger. Iedereen doet zijn ogen dicht behalve

63 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 degene die vooraan staat. Nu gaan alle rupsen door de klas lopen. De kop van de rups leidt de rest veilig langs alle obstakels. Na een minuut stoppen, de kop gaat naar achteren en de volgende is kop van de rups. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in praktijk brengt. 123 Leerkracht: Als leerlingen bij u komen klagen over pesten, vraag dan consequent: Is het echt pesten of is het plagen? Als het plagen is, vraag dan of de klager al STOP! HOU OP! heeft gezegd, en stimuleer de klager om het op deze manier zelf op te lossen met de plager. Geef een opsteker als dit zo is opgelost. Onderneem zelf actie als dit niet afdoende is (zie toelichting bovenaan deze les) Woordmuur Het woord (eventueel de illustratie PLAGEN) dat na deze les opgehangen wordt, is: plagen iemand voor de grap een beetje boos maken Suggesties voor toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die u tijdens dit blok kunt doen om de kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. Plaagdoof Sommige leerlingen hebben lange tenen. Ze reageren allergisch op elk plagerijtje. Dat maakt het leuk om ze te plagen. Een advies kan dan zijn om het plagen te negeren. Net doen of je niks hoort. Doe maar of je plaagdoof bent. Omstanders Wanneer een leerling gepest wordt, kunt u proberen om andere leerlingen te mobiliseren. Verwijs naar de afspraak We pesten niet en vraag leerlingen wat ze ertegen zouden kunnen doen. Probeer of de groep een rol kan spelen in het corrigeren van de pestkop(pen). In de hogere leerjaren kan een aanpak worden ingevoerd, waarbij de groep nadrukkelijk een rol speelt in het stoppen van het pesten en buitensluiten. Zie daarvoor de lessen over pesten en plagen vanaf groep 5.

64 Plagen

65 STOP, HOU OP!

66

67 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 8 Les 8 Samenwerken! Doel blok 1: Leskern: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen krijgen een opdracht om in tweetallen samen te werken, en reflecteren daar op. Mogelijke materialen zijn: - grote vellen papier of karton (liefst in kleur) - alle kleuren vliegerpapier - alle kleuren vloeipapier - lijm - eventueel schaar - eventueel ijzerdraad Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Pictogram SAMENWERKEN (achter deze les) 127 Toelichting Het is de bedoeling van deze les dat de leerlingen samenwerking oefenen door iets creatiefs te maken. U kunt de suggestie in deze les overnemen of hier zelf invulling aan geven. In dat geval gebruikt u van deze les alleen het nagesprek. De les kan in de tijd van de crea-les worden gegeven. Voorbereiding Zorg dat er verschillende crea-materialen klaar liggen voor gebruik. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Samenwerken Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Kijk, zonder handen! De leerlingen zitten in een kring. Een leerling heeft de Vreedzame School-bal (of een andere bal) op schoot. De bal wordt aan elkaar doorgegeven zonder hem met de handen aan te raken. De groep probeert de bal zo helemaal rond te laten gaan. Als de bal op de grond valt, begint op dat punt het rondje opnieuw.

68 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 8 Wat gaan we leren? Haal op waar het blok en de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel van deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vertel dat we vandaag samen iets gaan maken. Als we klaar zijn, gaan we vertellen hoe het was om met iemand samen te werken. 128 Samenwerken Suggestie: Een vaas met bloemen Leg de leerlingen uit dat we met de hele groep één vaas met bloemen gaan maken. Het kan een tweedimensionale vaas met bloemen zijn die op papier wordt vastgeplakt. Het kan ook een driedimensionale vaas bloemen zijn van ijzerdraad en verschillende soorten papier. Maak willekeurige tweetallen, door gebruik te maken van de coöperatieve werkvorm Zoek Iemand Die. De leerlingen lopen door de klas en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden en maken een tweetal. Creëer bij een oneven aantal voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal (de bofkont). Geef de leerlingen de volgende opdracht: Zoek iemand wiens haren er anders uitzien dan die van jou. Laat de leerlingen in deze tweetallen aan een bloem werken. Er kan geknipt of gescheurd worden. Eén tweetal maakt of versiert de vaas. Wat hebben we geleerd? Voer een gesprek aan de hand van de volgende vragen: hoe was het om samen te werken? Vind je het leuk? Of werk je liever alleen? Wat is er leuk aan samenwerken? Wat is er leuk aan alleen werken? Heb je je klasgenoot beter leren kennen hierdoor? Hoe? Vat samen: Soms is het leuk om in je eentje werken. Soms is het leuk om samen te werken. Als je samenwerkt, kun je niet altijd je eigen zin doen. Soms worden dingen mooier als je ze samen doet. Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Bedenk samen met de leerlingen wat we willen afspreken over samenwerken, en wat we op de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP willen zetten. Bijvoorbeeld: Wij werken samen. Plak het pictogram erbij (achter deze les).

69 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 8 Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: laat de leerlingen regelmatig samenwerken, en bouw het geleidelijk op: start met tweetallen, dan drietallen, en dan viertallen observeer de leerlingen als ze in groepjes samenwerken bespreek na het samenwerken niet alleen het product, maar ook het proces van samenwerken 129

70

71 Samenwerken

72

73 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Les 9 Goed luisteren Doel blok 1: Leskern: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Met behulp van Aap en Tijger zien de leerlingen wat slecht luisteren is. Ze bedenken wat hoort bij goed luisteren, en oefenen daarmee door in tweetallen naar elkaar te luisteren. Agenda op bord Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Pictogrammen GOED LUISTEREN (achter deze les) Werkblad Voorbereiding Maak voor iedere leerling een kopie van Werkblad 9.1. Bereid met een klassenassistent of een oudere leerling een toneelspelletje met Aap en Tijger voor. Terwijl Tijger aan Aap iets vertelt over wat hij leuk vindt om te doen, laat Aap slecht luistergedrag zien, door rond te kijken, door te gapen, te neuriën, aan jou te vragen hoe laat het is, te lachen op een verkeerd moment, door te onderbreken. Daarna doen jullie het toneelspelletje nog een keer, maar dan met goed luistergedrag van Aap. Speel zelf Aap. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Goed en slecht luisteren Goed luisteren oefenen Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Luister alleen naar wat Kiki zegt Ga in een kring zitten. De spelleider geeft commando s voor fysieke actie, voorafgegaan door Kiki zegt. Bijvoorbeeld: Kiki zegt: raak je linkeroor aan pak je neus raak je rechterknie aan Iedereen moet het nadoen. De spelleider doet het zelf ook. Maar soms wordt het commando niet voorafgegaan door Kiki zegt terwijl de spelleider het commando zelf wel uitvoert. Dan moet je niets doen. Degene die het toch doet is af.

74 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Wat gaan we leren? Vertel dat we een groep willen waarin we goed met elkaar kunnen samenwerken, waarin weinig ruzies zijn en we conflicten goed kunnen oplossen met elkaar. Daarbij moeten we goed kunnen luisteren naar elkaar. Daar gaat de les vandaag over. Loop de agenda door en vraag of iedereen zich erin kan vinden. 134 Goed en slecht luisteren Tijger (leerling of klassenassistent) vertelt Aap opgewonden wat hij allemaal gedaan heeft vandaag. Aap (leerkracht) luistert slecht. Hij kijkt rond, gaapt, neuriet een liedje, vraagt aan leerkracht hoe laat het is, lacht op een verkeerd moment, onderbreekt Tijger tenslotte met een eigen verhaal. Vraag: - Wat gebeurde er? - Heeft Aap goed geluisterd? - Hoe zag je dat? - Wat deed Aap? - Hoe is dat voor Tijger? Herhaal het rollenspel, maar nu met goed luistergedrag van Aap: hij kijkt de ander aan, knikt geïnteresseerd, zegt m-m, luistert attent, vraagt door. Vraag: luisterde Aap nu wel goed? Waaraan kon je dat zien? Schrijf deze dingen op de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Plak de pictogrammen erbij (zie na deze les). Ontwikkel zo een lijst met kenmerken van goed luistergedrag. Goed luisteren: - Kijk de ander aan - Luister goed - Stel vragen - Onderbreek de ander niet Oefenen goed luisteren (Zoek Iemand Die) Vertel aan de groep dat ze gaan oefenen met luisteren door Zoek Iemand Die. Geef alle leerlingen een kopie van werkblad 9.1. Laat ze hun naam erop invullen en bespreek de opdrachten zodat de leerlingen de verschillende items begrijpen. De vragen zijn: Zoek iemand die: - kan vertellen wat zijn of haar favoriete eten is (wat hij of zij het lekkerste vindt om te eten) - kan vertellen wat zijn of haar favoriete speelgoed is (waar hij of zij het liefst mee speelt) - een huisdier heeft - graag buiten speelt - op de fiets naar school komt. Demonstreer met een leerling de bedoeling van Zoek Iemand Die: tweetallen mogen elkaar een vraag stellen over een item en luisteren naar elkaar. De leerling die geantwoord heeft, mag de eigen naam bij dat item schrijven. Geef daarna het startteken waarop alle leerlingen hun hand omhoog doen, door de klas lopen en een tweetal maken. Per tweetal mogen ze elkaar een vraag stellen en indien de ander de vraag kan beantwoorden mag hij of zij de eigen naam achter dat item op het werkblad van de vragensteller zetten. De leerlingen bedanken elkaar. Zij doen hun hand omhoog en zoeken een nieuwe partner om een tweetal mee te maken. Herhaal de opdracht tot het werkblad door de meeste leerlingen volledig is ingevuld.

75 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Zodra een leerling het werkblad volledig heeft ingevuld, gaat hij of zij zitten. Zij kunnen door de anderen benaderd worden als vraagbaak. Vat samen: Als je iets vertelt tegen iemand is het prettig als de ander goed luistert. Goed luisteren is... (verwijs naar de poster). We gaan er in de groep goed op letten en het met elkaar oefenen. 135 Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Telefoon Maak een kring. Doel van het spel is om de laatste persoon in de kring een boodschap te laten ontvangen zoals die oorspronkelijk was verzonden. Fluister een zin aan een leerling, die fluistert hem aan de volgende, enzovoort. Vraag de laatste persoon die de boodschap ontving wat hij heeft gehoord. Wat moet je doen om de boodschap goed door te geven? Duidelijk praten (maar niet hard) en goed luisteren. Probeer het nog een keer. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: stimuleer dat leerlingen goed luisteren naar elkaar stimuleer dat leerlingen vragen stellen aan elkaar, bijvoorbeeld in een groepsgesprek Groepsgesprek Stel komende tijd bij een kringgesprek aan een leerling die gesproken heeft een van de volgende vragen: Hebben we goed naar je geluisterd? Hoe weet je dat? Kun je iemand noemen die goed naar je geluisterd heeft? Hoe weet je dat? Heb ik goed naar je geluisterd? Hoe merk je dat? Poster Maak de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP in orde, als dat in de les nog niet gebeurd is. Van weten naar doen Wijs leerlingen af en toe op de poster. Verwijs er niet alleen naar als er niet goed geluisterd wordt. Bij voorkeur juist wanneer er wel goed geluisterd wordt, en benoem wat iemand dan goed doet. Geef een opsteker als een leerling goed luistert. Gebruik de regels op de poster ook preventief, bijvoorbeeld aan het begin van een kringgesprek.

76 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Suggesties voor Toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die u tijdens dit blok kunt doen om de kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. 136 Oortjes Hang een groot vel papier in de klas met daarop de namen van de leerlingen uit de klas. Plak of teken naast de namen een oor als die leerling goed heeft geluisterd. Vertel er altijd bij waarom, wat hij of zij zo goed deed. Aan het eind van de week zet u de leerling die de meeste oortjes heeft in het zonnetje en geeft hem of haar een beloning (bijvoorbeeld: een brief mee naar huis; in de luisterhoek naar een leuk bandje luisteren; enzovoort). Doe dat ook met leerlingen die voor hun doen veel oortjes verzameld hebben.

77 GOED LUISTEREN kijk elkaar aan luister goed stel vragen onderbreek de ander niet

Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Groep 7 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 7 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 7 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

18. Extra lessen over veiligheid en pesten

18. Extra lessen over veiligheid en pesten 18. Extra lessen over veiligheid en pesten 18.1 Inleiding Zoals eerder aangegeven, Indien er sprake is van pesten zal de eerste stap moeten zijn om na te gaan of de preventieve kant op orde is en of het

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Groep 8 Les 2: Kritisch denken over onze regels AANGEPASTE LES

Groep 8 Les 2: Kritisch denken over onze regels AANGEPASTE LES Groep 8 Les 2: Kritisch denken over onze regels AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat. Leerlingen voelen zich mede verantwoordelijk

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen. Les 12 Drie petjes Doel blok 2: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen. Met behulp van Aap en Tijger maken

Nadere informatie

Leerlingen leren hoe ze ruzies constructief kunnen oplossen. Leerlingen leren hoe ze het na een ruzie weer goed kunnen maken

Leerlingen leren hoe ze ruzies constructief kunnen oplossen. Leerlingen leren hoe ze het na een ruzie weer goed kunnen maken Les 13 We maken het weer goed! Doel blok 2: Leerlingen leren hoe ze ruzies constructief kunnen oplossen. Leskern: Leerlingen leren hoe ze het na een ruzie weer goed kunnen maken Woordenschat: goedmaken,

Nadere informatie

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Nieuwsbrief De Vreedzame School Nieuwsbrief De Vreedzame School Algemeen Onze school werkt met het programma van de Vreedzame School. Dit programma wil een bijdrage leveren aan een positief sociaal klimaat en de vorming van actieve en

Nadere informatie

Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES

Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Leskern: Het verschil tussen pesten

Nadere informatie

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs Aanleidingen voor het ontstaan van De Vreedzame School (1999) toenemende gedragsproblematiek in scholen grensoverschrijdend

Nadere informatie

Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES

Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Het

Nadere informatie

Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen,

Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen, VSO / BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4A ^ 4a Wie doet wal? Voorbeeldles VSO/Blok 1 We horen bij elkaar Les 4 a+b: Wie doet wat? Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen

Nadere informatie

Groep 3 - Les 7: STOP! HOU OP! - AANGEPASTE LES

Groep 3 - Les 7: STOP! HOU OP! - AANGEPASTE LES Groep 3 - Les 7: STOP! HOU OP! - AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De

Nadere informatie

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap Congres Leve het jonge kind! 2011 Deelsessie Democraatjes in de dop? Mirjam van der Ven, Eduniek Aanleidingen voor het ontstaan van De Vreedzame

Nadere informatie

8a De 'Los het op!-kaarf

8a De 'Los het op!-kaarf MIDDEN / BOVENBOUW / BLOK 2 WE LOSSEN RUZIES ZELF OP LES8A 8a De 'Los het op!-kaarf Voorbeeldles SO/Mïdden/Bovenbouw/Blok 2 We lossen ruzies zelf op Les 8 a+b: De "Los het op!-kaart' Doel blok 2: Leerlingen

Nadere informatie

Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij.

Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij. Les 29 Helpen Doel blok 5: Leskern: Materialen: Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij. De leerlingen leren met behulp van een parabel het verschil

Nadere informatie

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool Ons uitgangspunt is het welbevinden en positief gedrag van leerlingen te bevorderen. Wij gaan uit van: Goed gedrag kun je leren Om dit te bereiken werken

Nadere informatie

") Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers!

) Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers! MIDDEN / BOVENBOUW / BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2A ") Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers! Opstekers! Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materiaal:

Nadere informatie

Groep 8 - Les 9A: Omgaan met elkaar online NIEUWE LES

Groep 8 - Les 9A: Omgaan met elkaar online NIEUWE LES Groep 8 - Les 9A: Omgaan met elkaar online NIEUWE LES Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Leskern: We maken afspraken over

Nadere informatie

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd.

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd. Les 24 Ik hou van.. Doel blok 4: De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd. Leskern: De leerlingen onderzoeken het begrip houden van

Nadere informatie

Voor een veilige school. Handleiding en lessen. Goed Gedrag. Goed Gedrag. Bij deze handleiding hoort de usb-kaart. Goed Gedrag

Voor een veilige school. Handleiding en lessen. Goed Gedrag. Goed Gedrag. Bij deze handleiding hoort de usb-kaart. Goed Gedrag Voor een veilige school Goed Gedrag Handleiding en lessen Goed Gedrag Bij deze handleiding hoort de usb-kaart Goed Gedrag Inhoudsopgave Woord vooraf... 2 De twintig kijkplaten... 4 De twintig posters...

Nadere informatie

Groep 5 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES

Groep 5 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Groep 5 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Het

Nadere informatie

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Nieuwsbrief De Vreedzame School Nieuwsbrief De Vreedzame School Blok 1 We horen bij elkaar Algemeen Onze school werkt met het programma van de Vreedzame School. Dit programma wil een bijdrage leveren aan een positief sociaal klimaat

Nadere informatie

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant 7 Sleutels tot succes Sleutel 1: Didactische structuren Sleutel 2: Teams Sleutel 3: Management Sleutel

Nadere informatie

Serooskerkestraat maandag 1 september uur - alle groepen

Serooskerkestraat maandag 1 september uur - alle groepen Communicatie Dit schooljaar zal er wat veranderen met de verschijningsfrequentie van de nieuwsbrief van De Evenaar. Steeds meer groepsgebonden informatie wordt door de leerkrachten via digiduif aan de

Nadere informatie

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN Afspraak 1. Maak samen met de kinderen afspraken over wat zelfstandig gedaan mag worden met betrekking tot naar de wc gaan, handen wassen, drinken, eten, de

Nadere informatie

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016 Vijf minuten actief met kleuters Joyce van den Boogaard 3 februari 2016 5 minuten... Doel Na deze workshop: Heb je geleerd hoe je korte beweegactiviteiten kunt toepassen bij groep 1 en 2. Weet je hoe je

Nadere informatie

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. Het Kindgesprek. Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. 1 Inleiding. Door gesprekken met kinderen te voeren willen we de betrokkenheid

Nadere informatie

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd.

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd. Op onze school werken we al nu alweer enkele jaren met Coöperatief Leren volgens Kagan & Kagan. Het is ons antwoord op de vraag vorm en inhoud te geven aan het NIEUWE LEREN. We doen dit in alle groepen

Nadere informatie

Kinderen zijn in staat hun gevoelens te herkennen en te hanteren en houden rekening met de gevoelens van anderen.

Kinderen zijn in staat hun gevoelens te herkennen en te hanteren en houden rekening met de gevoelens van anderen. ONDERBOUW/BLOK 3 WE ZIJN AARDIG VOOR ELKAAR LES 11A Les 11a Bang Voorbeeldles SO/Onderbouw/Blok 3 We zijn aardig voor elkaar Les 11 a+b: Bang Doei blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Kinderen zijn

Nadere informatie

Les 9a Gevoelens in een doos

Les 9a Gevoelens in een doos VSO / BLOK 3 WE ZIJN AARDIG VOOR ELKAAR LES9A Les 9a Gevoelens in een doos Doel blok 3: Leerlingen zijn in staat hun gevoelens te herkennen en te hanteren en houden rekening met de gevoelens van anderen.

Nadere informatie

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Mentoren van Duhamel College Den Bosch (vmbo) hebben het programma Een Positieve Klas in het schooljaar 2011-2012 uitgevoerd met eerste en tweede

Nadere informatie

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht Wat is? Met de kaarten van Kraak Kracht evalueert u Kraak de Klas. U gaat door middel van de vragen die op de kaarten staan in gesprek met de leerlingen over de vaardigheden die ze hebben gebruikt. U kunt

Nadere informatie

Coöperatief leren Verschillende werkvormen:

Coöperatief leren Verschillende werkvormen: Coöperatief leren Verschillende werkvormen: Stijgen/Dalen: Eén persoon (bv. de leerkracht) stelt een gesloten vraag. Is het antwoord (op jou) van toepassing; ga je staan => stijgen. Is het niet (bij jou)

Nadere informatie

Een Vreedzame school:

Een Vreedzame school: Een Vreedzame school: Een school met een hart en educatieve partners! Peter te Riele peterteriele@hotmail.com Maandag 3 juni 2013 19.30 21.30 uur ouders school opvoeding onderwijs ouders school opvoeding

Nadere informatie

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Vijf basiskenmerken van coöperatief leren: 1. Positieve wederzijdse verantwoordelijkheid. De leerlingen moeten het gevoel hebben elkaar nodig

Nadere informatie

Van gedragsregulering naar opvoeding

Van gedragsregulering naar opvoeding Van gedragsregulering naar opvoeding Over het voorkomen en aanpakken van ongewenst gedrag Gebruikelijke benadering van gedragsproblemen: een kindgerichte blik (factoren in het kind) Leidt tot classificatie

Nadere informatie

Ouderavond De Vreedzame School

Ouderavond De Vreedzame School Ouderavond De Vreedzame School www.onderwijsmaakjesamen.nl 1 www.onderwijsmaakjesamen.nl 2 Agenda Binnenkomer De vreedzame school Voorbeelden uit blokken Zelf ervaren in de klas Afsluiter www.onderwijsmaakjesamen.nl

Nadere informatie

Les 13a Zoek de verschillen

Les 13a Zoek de verschillen ZORGONDERWIJS / MG / BLOK 4 WE ZIJN ALLEMAAL ANDERS LES 13A Les 13a Zoek de verschillen Voorbeeldles SO/Zorgonderwijs/MG/Blok 4 We zijn allemaal anders Les 13 a+b: Zoek de verschillen Doel blok 4: Leerlingen

Nadere informatie

Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013

Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013 Document leerlingenraad Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013 Inhoud: 1. wat verstaan we onder een leerlingenraad? 2. opzet en organisatie van een leerlingenraad a. samenstelling van

Nadere informatie

Pestbeleid op school

Pestbeleid op school Pestbeleid op school Pesten wordt niet aangepakt en opgelost door projecten. Het vereist attitudeverandering. Een zaligmakende oplossing voor pestproblemen bestaat helaas niet. Bob van der Meer Natuurlijk

Nadere informatie

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren Binnen en buitenkring - onderwerp bedenken - nadenken over de organisatie Interpersoonlijk: Klasbouwer, Sociale vaardigheden oefenen en informatie uitwisselen, denkvaardigheden De kring Binnen buiten kring

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

nieuwsbrief-special Vreedzame School cb de Brug nr 01

nieuwsbrief-special Vreedzame School cb de Brug nr 01 nieuwsbrief-special Vreedzame School cb de Brug nr 01 Wilt u meer over de inhoud weten die op deze nieuwsbriefspecial staat? Kom dan gerust even langs op school. *Vreedzame school We hebben de eerste weken

Nadere informatie

NAR NETJES AARDIG RUSTIG

NAR NETJES AARDIG RUSTIG NAR NETJES AARDIG RUSTIG Zó zijn onze manieren Pedagogisch Klimaat Gabriëlschool Kader In het kader van handelingsgericht werken en optimaliseren van het pedagogisch klimaat, is het van belang dat ons

Nadere informatie

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity Basisonderwijs Versie 22 mei 2018 INHOUD Inleiding... 2 Tijdsverloop... 2 Quiz: Waar gaat de gemeente over?... 3 Filmpje Hoe werkt de gemeenteraad?... 6 Wie is de baas in de gemeente?... 7 Van probleem

Nadere informatie

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren GEDRAGSPROTOCOL (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren Mei 2014 Gedragsprotocol de Boomgaard I. Doel van dit gedragsprotocol: Alle kinderen van De Boomgaard moeten zich veilig voelen, zodat

Nadere informatie

CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS

CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS Reina Bos en Henk Versteeg 0 Inhoudsopgave: 1. Pesten op school: Hoe gaan wij er mee om? 2. Algemene voorwaarden 3. Hoe willen wij daar op De Balans mee omgaan? 4. Uitgangspunten

Nadere informatie

Stappenplan voor het maken van een presentatie

Stappenplan voor het maken van een presentatie Stappenplan voor het maken van een presentatie De voorbereiding van een presentatie is erg belangrijk. Je kunt niet de avond ervoor even een presentatie maken. Je moet informatie verzamelen (bv. uit boeken,

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten

Nadere informatie

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet?

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet? RKBS DE ARENBERG December 2015 Scholing 8 december Ja dan krijg je een lijst en denk je.uhm hier ken ik niet eens de helft van. De kunst is dan om daar kansen en mogelijkheden in te zien en niet je handdoek

Nadere informatie

De ontwikkelde materialen per unit.

De ontwikkelde materialen per unit. Handleiding. Dit is de handleiding voor het remediërende programma voor de leeszwakke leerling bij het vak Engels. De hulpmiddelen zijn ontwikkeld voor leerlingen die bij de toetsen technisch lezen uitvallen

Nadere informatie

Prettige en niet prettige aanrakingen

Prettige en niet prettige aanrakingen Kriebels in je buik Prettige en niet prettige aanrakingen 1 Prettige en niet prettige aanrakingen Groep 3 50 min Begrippen Prettig, onprettig, dwingen, overhalen, grenzen aangeven, hulp bij problemen,

Nadere informatie

Zoals wij u beloofd hebben komt alle informatie over de Gouden Weken in deze nieuwsbrief. Groep 1/2

Zoals wij u beloofd hebben komt alle informatie over de Gouden Weken in deze nieuwsbrief. Groep 1/2 *SINT JOSEPH* BASISSCHOOL ROZENHOUTSTRAAT 3 072-5715314 1704 CD HEERHUGOWAARD NOORD Beste ouders, Nieuwsbrief 2 Maandag 12 september 2016. Zoals wij u beloofd hebben komt alle informatie over de Gouden

Nadere informatie

Structuren. Coöperatief leren

Structuren. Coöperatief leren Structuren Coöperatief leren Mix En Koppel 1. Leerlingen mixen (muziek) 2. Leerlingen zoeken een maatje, stellen een vraag die past bij de kaart. 3. Maatje antwoordt, lln. bedankt of coacht. 4. Wissel

Nadere informatie

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren. 1/5 Fase 1: Wat wilde ik bereiken? Handelen/ ervaring opdoen Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren. De opdracht wilde ik zo ontwikkelen,

Nadere informatie

Pestprotocol. Definitieve versie 29 juni

Pestprotocol. Definitieve versie 29 juni Pestprotocol Algemeen Het klimaat en de sfeer van de school zijn van grote invloed op de ontwikkeling van het kind. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat op prijs.

Nadere informatie

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen willen zien en op onze school serieus willen aanpakken. Plagen en

Nadere informatie

Ik kom voor mezelf op (lessenserie Omgaan met pesten)

Ik kom voor mezelf op (lessenserie Omgaan met pesten) Ik kom voor mezelf op (lessenserie Omgaan met pesten) Inleiding Introductie Ik kom voor mezelf op Beginopstelling: Kring Deze dramales "Ik kom voor mezelf op" voor groep 3/4 maakt onderdeel uit van de

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Naam: Welkom op De Leer!

Naam: Welkom op De Leer! Naam: Welkom op De Leer! Basisschool De Leer St. Michielsstraat 6 7255 AP Hengelo 0575-46 17 15 Welkom! Hallo, Je bent nu al bijna vier jaar en dan kom je bij ons in de klas. Nu mag je een paar keer komen

Nadere informatie

Pestprotocol SBO De Lings

Pestprotocol SBO De Lings Pestprotocol SBO De Lings Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun Lings-periode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen en het gevoel hebben dat ook zij

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs Aanleidingen voor het ontstaan van De Vreedzame School (1999) toenemende gedragsproblematiek in scholen grensoverschrijdend

Nadere informatie

TIPS VOOR MOEILIJKE TIJDEN

TIPS VOOR MOEILIJKE TIJDEN TIPS VOOR MOEILIJKE TIJDEN Deze folder legt uit hoe ouders gedragsproblemen van hun kinderen kunnen veranderen. TIPS VOOR MOEILIJKE TIJDEN Deze folder is bedoeld om ouders te helpen gedragsproblemen van

Nadere informatie

Leskist PLUS-handleiding Zijzoentje Groep 1 en 2

Leskist PLUS-handleiding Zijzoentje Groep 1 en 2 Leskist PLUS-handleiding Zijzoentje Groep 1 en 2 BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving Dit is een NME

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

Oranje stappers maak je zo

Oranje stappers maak je zo Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

Speak up! Wat is JA en wat NEE?

Speak up! Wat is JA en wat NEE? Les 3 Speak up! Wat is JA en wat NEE? Deze derde les gaat over het leren inzien en uitspreken van je wensen en grenzen bij intimiteit en seks. Hoe zorg je dat het leuk is en blijft? Het belangrijkste daarbij

Nadere informatie

Kindervergadering Zo gaat het bij ons!

Kindervergadering Zo gaat het bij ons! Pedagogisch kader kindercentra 4 13 jaar Kindervergadering Zo gaat het bij ons! Introductie voor de groepsleiding Is kinderinspraak belangrijk? Denken vanuit de groep is logisch en praktisch, maar toch

Nadere informatie

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo? Les 1 Wensen & Grenzen Praten over seks... Hoe en hoezo? In deze eerste les wordt het thema 'Seksueel gedrag' geïntroduceerd. Het is aan jou als mentor / docent om te bepalen of de sfeer in de groep veilig

Nadere informatie

Voorbeeldles VSO/Zorgonderwijs/MG/Blok 3 We zijn aardig voor elkaar Les 9 a+b: Blij!»

Voorbeeldles VSO/Zorgonderwijs/MG/Blok 3 We zijn aardig voor elkaar Les 9 a+b: Blij!» ZORGONDERWIJS / MG / BLOK 3 WE ZIJN AARDIG VOOR ELKAAR LES9A ) Les 9a Blij!! Voorbeeldles VSO/Zorgonderwijs/MG/Blok 3 We zijn aardig voor elkaar Les 9 a+b: Blij!» Doel blok 3: Leerlingen zijn in staat

Nadere informatie

De eerste twee weken na de meivakantie!!

De eerste twee weken na de meivakantie!! De eerste twee weken na de meivakantie!! Beste ouders, verzorgers, Nog één week en dan hebben we meivakantie. Aankomende week zullen we het thema dierentuin afronden. Het waren leerzame en leuke weken.

Nadere informatie

boos, gekwetst, opgelucht, spijt, teleurgesteld, verdrietig, vrolijk

boos, gekwetst, opgelucht, spijt, teleurgesteld, verdrietig, vrolijk groepsfase performing VOORBEREIDING Lesdoel Nodig Kwink van de Week Een sterke groep Ik weet wat ruzie is. - Velletjes papier in verschillende kleuren (bij Oriëntatie) - Downloads: De Grote Kink met de

Nadere informatie

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens Inleiding Omgangskunde draait om contact maken. Met deze oefeningen hoop ik dat u echt contact kan maken met leerlingen. We willen allemaal gezien en gehoord worden. We zijn allemaal mensen en iedereen

Nadere informatie

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10 Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10 Dit gedrags- en pestprotocol hebben wij opgesteld met als doel dat alle kinderen zich in hun basisschoolperiode vrij en veilig kunnen voelen. Zo zorgen wij dat

Nadere informatie

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen: Kansen grijpen en kansen creëren In het thema In elke hoek een boek! wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de

Nadere informatie

Leeswijzer 7. Hoofdstuk 1. Meervoudige Intelligentie: een brede basis voor Passend onderwijs 9

Leeswijzer 7. Hoofdstuk 1. Meervoudige Intelligentie: een brede basis voor Passend onderwijs 9 Inhoud Voorwoord Knapper dan Knap 5 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 1. Meervoudige Intelligentie: een brede basis voor Passend onderwijs 9 Hoofdstuk 2. Meervoudige Intelligentie: wat verstaan we eronder? 15 Hoofdstuk

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Toelichting bij deze handelingssuggestie Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst Aanpak Leerdoelen...

Toelichting bij deze handelingssuggestie Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst Aanpak Leerdoelen... Welbevinden Relatie met andere kinderen INHOUD Toelichting bij deze handelingssuggestie... 1 Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst... 2 Aanpak... 2 Leerdoelen... 2 Pedagogische interventies...

Nadere informatie

Op De Schuthoek weten we hoe het hoort, daar doet niemand iets wat een ander stoort.

Op De Schuthoek weten we hoe het hoort, daar doet niemand iets wat een ander stoort. Pestprotocol Pestprotocol o.b.s. De Schuthoek Ieder kind heeft liefde en begrip nodig voor de volledige en harmonische ontplooiing van zijn persoonlijkheid. Beginsel 6 van de Universele Verklaring van

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

Workshop Coöperatief leren voor beginners

Workshop Coöperatief leren voor beginners Workshop Coöperatief leren voor beginners Onderwijsdag Scholengroep Holland Maandag 1 april 2019 Presentatie: Cissy van Eede Doelen voor de workshop Je hebt kennis gemaakt met: De uitgangspunten voor het

Nadere informatie

Toelichting op het SCOL normeringsonderzoek

Toelichting op het SCOL normeringsonderzoek Inhoud: Toelichting op het SCOL normeringsonderzoek Omschrijving en aanwijzingen voor het scoren van de nieuwe categorieën en vragen in de SCOL Omschrijving en aanwijzingen voor het scoren van de nieuwe

Nadere informatie

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel is een leermiddel voor de loopbaanoriëntatie van mensen in de leeftijd van twaalf jaar en ouder. Het spel heeft als doel de speler bewust te maken

Nadere informatie

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME Algemene opzet van de les Doelen: - Kinderen kunnen gedachten, gevoelens en houdingen bij thema s uit de film Gods Lam uitdrukken in dramavorm. - Kinderen

Nadere informatie

Blauwe stenen leer je zo

Blauwe stenen leer je zo Handleiding groep 3-8 Blauwe stenen leer je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een steen van Jeelo leert. Voor groep 3-4 wijzer 2009 Zo leer je blauwe stenen

Nadere informatie

Pestprotocol ICBS de Tweemaster, Naarden

Pestprotocol ICBS de Tweemaster, Naarden Inleiding: Hoe gaan we om met pesten en agressief gedrag? Wij beseffen dat het klimaat van de school grote invloed heeft op de ontwikkeling van het kind. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat

Nadere informatie

Werken aan sociale veiligheid

Werken aan sociale veiligheid team Fernanda de Hoop Fernanda de Hoop is werkzaam bij de CED-Groep in Rotterdam. Zij is lid van het ontwikkelteam van De Vreedzame School en begeleidt scholen voor (speciaal) basisonderwijs en scholen

Nadere informatie

INDELING LESPLAN RESULTATEN EN BEOORDELING VOORBEREIDING DOOR DOCENT. OVERZICHT: Lesplan 2

INDELING LESPLAN RESULTATEN EN BEOORDELING VOORBEREIDING DOOR DOCENT. OVERZICHT: Lesplan 2 OVERZICHT: Lesplan 2 FUNCTIES Klassen/groepen: Groep 2 Grootte groep: Paren Voorbereidingstijd: 5 minuten Totale tijd: 100 minuten Activiteiten: 4 INDELING LESPLAN Activiteit 1: KUBO speelt 25 minuten

Nadere informatie