Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inleiding blok 1 We horen bij elkaar"

Transcriptie

1 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert zijn of haar bijdrage aan het algemeen belang. Om dat te bereiken dient de groep (en de school) een democratische gemeenschap te zijn. In een democratische gemeenschap voelen leerlingen en leerkrachten zich gehoord, hebben ze een stem, voelen ze zich verbonden, geven leerkrachten en kinderen om elkaar, heeft iedereen het gevoel erbij te horen, en is sprake van een gevoel van eigenaarschap : het is onze groep, en onze school. Daarom wordt in het basiscurriculum elk schooljaar begonnen met blok 1: We horen bij elkaar. In deze eerste weken van het schooljaar leggen we de basis voor een van de doelen van het programma: verantwoordelijkheid voor de (school)gemeenschap. We werken in dit blok aan gemeenschapsgevoel: een zorgzaam klimaat waarin alle kinderen elkaar kennen en zich veilig voelen, gezamenlijke afspraken over de omgang met elkaar, en een verdeling van de taken en verantwoordelijkheden. Op die manier combineren we twee zaken: het creëren van een klimaat waarin ieder zichzelf kan zijn, én kinderen leren een bijdrage aan de gemeenschap te leveren. 61 It takes a village to raise a child. Kinderen ontwikkelen zich positiever indien ze deel uitmaken van een gemeenschap waarin ze het gevoel hebben dat ze er toe doen. Dat geldt ook voor de klas. Elke leerkracht zou kinderen het gevoel moeten geven deel uit te maken van de leefgemeenschap die de klas is. Ook tafelgroepjes vormen een (kleine) gemeenschap evenals de hele school. Veel samenwerken (onder andere door coöperatief leren) is een goed middel om binding te stimuleren tussen groepen onderling. Of maandsluitingen met de hele school, waarbij groepen presentaties houden voor andere groepen. En waarbij leerlingen van groep 7 en 8 verantwoordelijkheid krijgen voor de begeleiding van de kleuters. En waar ouders natuurlijk bij aanwezig zijn. Kinderen leren zo om aandacht te hebben voor elkaar en te zorgen voor hun gemeenschap. Zo ontstaat er een gevoel van eigenaarschap. De vorming van een positieve groep Blok 1 bestaat uit tien lessen. Het is de bedoeling dat dit eerste blok in de eerste twee weken van het schooljaar gegeven wordt: elke dag een les. (Uiteraard kan een school er ook voor kiezen om de lessen uit te smeren over een langere periode, van bijvoorbeeld 5 weken, waarbij dan twee keer per week een les wordt gegeven). De keuze om de lessen van blok 1 in een korte periode te geven is ingegeven door het feit dat die eerste weken cruciaal zijn voor de groepsvorming. In de eerste weken van het nieuwe schooljaar vindt de groep zich opnieuw uit. Wat wordt de norm in deze groep? Wie heeft het voor het zeggen? Welke rol vervult iedere leerling? Voelt iedereen zich thuis in de groep en heeft iedereen de vrijheid te zijn zoals hij of zij is? Er ligt een lange zomervakantie achter de rug waarin de ontwikkeling van de kinderen natuurlijk niet heeft stilgestaan. De kinderen moeten er weer aan wennen een groot deel van de dag in een groep door te brengen.

2 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE 62 Die groep is niet kant en klaar vanaf de eerste schooldag. Sfeer, relaties, normen, sociale rollen en posities in de groep, dat krijgt in de eerste weken gaandeweg vorm. Het is een fase waarin de leerkracht optimaal invloed kan uitoefenen op de groepsdynamiek. Om daar vorm aan te geven biedt het programma de eerste twee weken elke dag een activiteit aan. Op die manier maakt de leerkracht vanaf het begin duidelijk wat zijn of haar verwachtingen en grenzen zijn maar ook dat de leerlingen een stem hebben en serieus genomen worden. De activiteiten in Blok 1 ondersteunen deze groepsdynamiek en stuurt het in de richting van een positieve groep, waarin de leerlingen betrokken zijn op elkaar, zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen groep, respect hebben voor de mening en het eigene van de ander en bereid zijn tot samenwerking met alle medeleerlingen. Regels, routines en afspraken We maken in blok 1 een onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden door de leerkracht of door het schoolteam aangedragen. Deze regels geven aan welk gedrag echt niet door de beugel kan, zoals: slaan of schoppen, elkaar bedreigen, beledigen of uitschelden, diefstal, vloeken. Bij overtreding van die basisregels moet er ook opgetreden worden, en moet er een sanctie in werking treden. Daarnaast zijn er in een school of klas ook nog allerlei zinvolle regels die je ook routines zou kunnen noemen. Procedures als: wat verwachten we van leerlingen als ze s ochtends de klas binnenkomen, en de les nog niet begonnen is; hoe pakken we ons eten en drinken; hoe verlaten we het lokaal?. Maar het stimuleren van orde en discipline door alleen routines, regels en straffen heeft een beperkte werking. Kinderen leren er niet zoveel van. Ze worden afhankelijk gemaakt en er wordt niet tegemoet gekomen aan basisbehoeften als erbij horen, autonomie en competentie. Bovendien wordt er geen appèl gedaan op morele of sociale overwegingen. Om een positieve sfeer in een groep te krijgen is het van belang om naast dergelijke regels en routines samen met de kinderen afspraken te maken over hoe wij willen dat we met elkaar omgaan. De nadruk moet komen te liggen op het samen vorm geven aan een sociale en morele grondwet. Bij vervelende gebeurtenissen komt de nadruk dan niet te liggen op straf, maar op een analyse samen met de klas, waarbij vragen centraal staan als: wat waren ook weer onze afspraken die we met elkaar hebben gemaakt; waarom is het verkeerd wat er nu gebeurd is; wat moet er gebeuren om het weer goed te maken? Op die manier bouw je met de leerlingen aan een cultuur van betrokkenheid en verantwoordelijkheid. De beste manier om een positief klimaat in een klas en school te creëren is om leerlingen verantwoordelijk te maken en te leren om elkaar te geven. Natuurlijk moeten er ook regels zijn, maar de sleutel voor een positief klimaat ligt veel meer in het samen creëren van een cultuur van betrokkenheid, dan in het bedenken van allerlei regels en codes waar leerlingen zich aan dienen te houden. Leerlingen moeten het gevoel hebben verantwoordelijk te zijn voor die cultuur, moeten de boodschap krijgen dat ze erbij horen, en dat ze nodig zijn. Gemeenschapstaken in de klas Een centrale activiteit in blok 1 is leerlingen taken en verantwoordelijkheden geven in de klas. Hoe meer verantwoordelijkheden zij mede dragen, hoe meer hun gevoel van betrokkenheid en gemeenschapszin kan groeien.

3 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE In les 3 en 4 inventariseert u met de klas welke taken de leerlingen allemaal zouden kunnen doen. Laat vooral ook ideeën uit de leerlingen zelf komen. Maar ook tijdens het jaar kunt u met de leerlingen praten over welke soorten taken en verantwoordelijkheden er nog meer zijn die bijdragen tot het vergroten van de groep als gemeenschap. U kunt denken aan taken op verschillende gebieden. De meest voor de hand liggende taken zijn taken die in het teken staan van beheer (een uitbreiding van de klassendienst): Voorbeelden van beheersachtige taken voor in de klas bord vegen planten water geven boekenhoek opruimen sorteren nakijkbak vloer vegen schriften uitdelen schone doeken halen drinkbekers wassen thee halen toilet controleren toiletpapier halen tafels schoonmaken kapstok controleren kopieën laten maken kasten in klas opruimen leeshoek opruimen de gang netjes houden stoelen/krukken opruimen nieuwsbrieven uitdelen computers aan- en uitzetten potloden slijpen 63 De taken bedenken de leerlingen zelf en ook de organisatie krijgen ze zoveel mogelijk zelf in handen. Als het niet lukt om de leerlingen eigenaar te laten zijn van de taken en verantwoordelijkheden, dan ligt het risico op de loer dat zij de taken gaan ervaren als een verplicht soort corvee. Dan schieten we ons doel voorbij. Het gaat namelijk niet om de taak zelf, maar om het pedagogische doel: verantwoordelijkheid voor en betrokkenheid bij de gemeenschap. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld zelf een rooster maken, de evaluatie en beoordeling doen, pictogrammen maken van de taken, een ophangbord maken, enzovoort. Bij de wat oudere leerlingen helpt het ook als de taken niet te klein en te nauw omschreven zijn (het bord uitvegen), maar als er een ruimere verantwoordelijkheid is geformuleerd (zorg voor het lokaal aan het einde van de dag; of: kastenmanager). Een mogelijkheid om een groter verantwoordelijkheidsgevoel te stimuleren is taken en verantwoordelijkheden te (laten) bedenken die een meer sociaal karakter hebben, en taken en verantwoordelijkheden die te maken hebben met inspraak. Opnieuw enkele voorbeelden uit de praktijk: Voorbeelden van sociale taken in de klas controleren/nakijken bij elkaar zorgcommissie in de klas elkaar uitleg/instructie geven kleuters helpen bij het naar WC gaan troostleerling voor op schoolplein Voorbeelden van inspraak in de klas takencommissie (verdeling van de taken) lokaalcommissie (inrichting van het lokaal) feestcommissie in klas (hoe doen we de vieringen?) zorgcommissie (zorg voor zieke leerlingen) klassenraad Neem vooral in het begin ruim de tijd om de taken te introduceren. Zet alle taken op papier, en bewaar deze in een kaartenbak. Beschrijf duidelijk hoe de taak gedaan moet worden en hoe het resultaat er uit moet zien. Een voorbeeld van een taakomschrijving:

4 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE 64 Taak: stoelen en tafels Omschrijving: Aan het eind van de dag zorgen dat alle: - stoelen horen bij de goede maat tafels (let hiervoor op de gekleurde doppen) - tafelgroepjes op de goede plaats staan - stoelen op de tafels staan. Wanneer en welke periode? Deze taak moet elke dag na schooltijd worden uitgevoerd. De periode is telkens van vakantie tot vakantie (ongeveer 8 weken). Evaluatie: Aan het eind van de week wordt de taak beoordeeld door de groepsvergadering. Als je het goed hebt gedaan wordt dat op de groepslijst aangetekend. Is het niet goed genoeg dan kun je je verbeteren door deze taak nog een keer te doen. Ook kan er besproken worden of je nog hulp of aanwijzingen nodig hebt. Taken kunnen na verloop van tijd saai worden en meer leerlingen kunnen een bepaalde taak willen vervullen. Dus is het van belang de taken te laten rouleren. Voor de betrokkenheid en de gemeenschapszin is het gewenst dat iedere leerling een taak uitvoert ten behoeve van de klas. U kunt wel differentiëren: leerlingen kunnen bijvoorbeeld zelf kiezen welke taken ze leuk vinden. Bovendien kunt u het schooljaar verdelen in periodes. Bijvoorbeeld van vakantie tot vakantie. Daarna vindt beoordeling plaats (voor het rapport) en wordt er gewisseld van taken. Het is de kunst om het werken met taken het hele jaar door op zo n wijze te blijven doen dat ieder kind zich gewaardeerd voelt. Dit betekent dat de uitvoering van de taak gepaard moet gaan met feedback, én dat er gewicht aan de taken gegeven wordt. De leerkracht zal niet zozeer de nadruk leggen op de taak zelf (hoe schoon de kast is), maar op het pedagogische doel: de verantwoordelijkheid, de zorg voor groep en gemeenschap, actief en democratisch burgerschap. Dit vraagt ook om serieuze evaluatie en beoordeling: zijn de doelen die we met deze activiteiten nastreven ook daadwerkelijk bereikt? Evaluatie dient natuurlijk tussendoor zo vaak als maar kan plaats te vinden. Maar een meer formele beoordeling kan bijvoorbeeld plaatsvinden aan het eind van de periode waarin de taak uitgevoerd werd (rond een nieuwe vakantie, bij de wisseling van taken). Het is handig om een vast evaluatieformulier te hebben dat door de leerling zelf én door de leerkracht wordt ingevuld. Hiermee krijgt zowel de leerling als de leerkracht feedback op de uitvoering en organisatie van de taken.

5 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Een voorbeeld van een evaluatieformulier hieronder: Naam leerling:... Welke taak heb je gedaan?:... Hoe vond je het om te doen (licht je antwoord toe!!): 65 Wat kon je al goed (noem 2 punten): Waar zou je nog aan kunnen werken (min. 1 punt): Tips voor de volgende die deze activiteit kiest: Tips voor de leerkracht om het de volgende keer beter te laten verlopen: Ik solliciteer nu naar: Invullen door de leerkracht: Je algemene indruk van de leerling (inzet, motivatie, gedrag etc.): Wat kan de leerling al heel goed? Wat kan de leerling nog leren? Die meer formele beoordeling kan dan ook worden opgenomen in het rapport/verslag/portfolio, waarin onder andere aangegeven wordt hoe de leerling zich ontwikkelt op het terrein van sociale competentie en burgerschap, en maakt ook deel uit van het Leerlingvolgsysteem van. Belangrijke principes Een belangrijk uitgangspunt van is: laat het niet bij alleen maar een lesje! Daarna begint het pas. Achter elke les (in Na de les) geven we aan wat er in ieder geval moet gebeuren om datgene wat besproken en geleerd is in de alledaagse situatie te laten landen. Daarnaast zijn er Suggesties voor toepassing van wat er in de les aan de orde is geweest. Om de sfeer in de klas nog intensiever te beïnvloeden kunnen deze activiteiten uitgevoerd worden. Op die manier laat je aan de kinderen zien dat meer is dan een lesje. Bij elk blok hoort een symbool dat naast iedere leskop terugkeert. Om De Vreedzame School zichtbaar te maken op school is het aan te raden het symbool van het onderhanden zijnde blok op de klasdeur te hangen zodat de leerlingen kunnen zien dat iedereen met hetzelfde blok bezig is. (Zie achter les 1; of downloaden van

6 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE 66 Indien u een pictogram wilt gebruiken om de lessen van bijvoorbeeld in de dagagenda op te nemen, dan kunt u gebruik maken van het logo van (zie achter les 1; of downloaden van Het is heel zinvol om met uw team af te spreken dat er in elke klas een speciaal prikbord voor komt te hangen. Hierop kunnen de producten uit de verschillende lessen een tijd lang blijven hangen. Opstekers kunnen er een plekje krijgen. Het symbool van het blok waar de klas mee bezig is kan er op hangen. En de woordkaarten met belangrijke begrippen uit dat blok kunnen zo een tijd lang zichtbaar in de klas aanwezig zijn. De leerkracht is de sleutel De sleutel van een vreedzame school is natuurlijk niet dit programma, maar is de leerkracht zelf. Hij of zij beïnvloedt de leerlingen met zijn of haar modelgedrag voortdurend. We noemen daarom achter elke les een aantal leerkrachtgedragingen die bevorderend werken op het laten landen van de inhoud van. Hieronder een overzicht van deze suggesties: - verwelkom de leerlingen elke dag persoonlijk aan de deur, en neem ook persoonlijk afscheid (aankijken; naam noemen; eventueel met hand geven) - schenk aandacht aan de afspraken die de leerlingen hebben bedacht - zeg dankjewel als een leerling inbreng heeft gehad - herhaal de regels regelmatig - geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden - stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week - besteed regelmatig aandacht aan het uitvoeren van de taken - geef opstekers waar dat kan - signaleer opstekers en complimenteer de gever ervan - benoem een afbreker wanneer u die signaleert maar maak er geen toestand van - benadruk het positieve van het bestaan van verschillende meningen - grijp direct in bij pesten; gebruik een oplossingsgerichte aanpak - stimuleer dat leerlingen plagen zelf oplossen door STOP! HOU OP! te zeggen - laat de leerlingen regelmatig samenwerken, en bouw het geleidelijk op - bespreek na het samenwerken niet alleen het product, maar ook het proces van samenwerken - stimuleer dat leerlingen goed luisteren naar elkaar - stimuleer dat leerlingen vragen stellen aan elkaar, bijvoorbeeld in een groepsgesprek - hang de poster ZO DOEN WIJ HET IN ONZE GROEP op een prominente plaats in de klas - refereer aan de poster, niet alleen als het niet goed gaat, maar vooral als het wel goed gaat - presenteer de poster aan de ouders of laat de leerlingen dat doen. Coöperatief leren in wil de klas een leefgemeenschap laten zijn waarin álle leerlingen met elkaar kunnen en willen samenwerken. maakt hiervoor gebruik van een interactieve onderwijsleermethode, waardoor leerlingen samen leren. Het blijkt nodig te zijn om samenwerken aan te leren, het gaat niet vanzelf. Veel leerkrachten hanteren een vorm van samenwerken of groepswerk. Het bezwaar daarvan is dat bij ongestructureerd samenwerken sommige leerlingen een veel grotere inbreng hebben in het gezamenlijke product dan anderen.

7 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Om dat samenwerken zodanig aan te leren dat alle leerlingen een gelijkwaardige inbreng hebben, is in het programma een aantal coöperatieve werkvormen opgenomen. Deze werkvormen zijn ontleend aan Structureel Coöperatief Leren (Kagan, 2010), waarmee op een specifieke manier vormgegeven wordt aan samenwerken en interactie. Door de duidelijke en gestructureerde manier van werken leren leerlingen van elkaar en met elkaar en kunnen ze gezamenlijk een doel bereiken. Onderzoek wijst uit dat het werken met coöperatieve leerstrategieën een positieve invloed heeft op de sfeer in de groep, dat de leerprestaties verbeteren dat de persoonlijke en sociale vaardigheden van leerlingen verbeteren, en dat er een toename van begrip en empathie tussen verschillende groeperingen optreedt. Bij coöperatief leren werken leerlingen samen (met de hele klas, in tweetallen of teams van vier). Die samenwerking blijkt een positief effect te hebben als ze bepaalde kenmerken vertoont, weergeven door de afkorting GIPS: 1. Gelijke deelname: alle leerlingen participeren op basis van gelijkwaardigheid. De structuur zit zo in elkaar, dat ieder ongeveer in dezelfde mate meedoet. 2. Individuele aanspreekbaarheid: iedere leerling kan aangesproken worden op het product of op het proces. U kunt als leerkracht willekeurige leerlingen om een antwoord vragen. 3. Positieve wederzijdse afhankelijkheid: leerlingen zijn op een positieve manier van elkaar afhankelijk bij het uitvoeren van hun gezamenlijke opdracht. Ze zijn daarbij bereid om elkaar te steunen en te helpen, zodat iedereen in staat is om die opdracht uit te voeren en een bijdrage kan leveren aan het succesvol volbrengen van de opdracht. 4. Simultane interactie: bij het uitvoeren van de opdracht zijn de leerlingen waarneembaar actief betrokken. In de klas is zichtbaar welk percentage tegelijkertijd actief is. 67 Op deze manier kan niemand er een beetje bijhangen of overheersen. Er is een flink aantal didactische structuren uitgewerkt die voldoen aan deze vier basisprincipes (Kagan, 2010). Een didactische structuur is een gestructureerde coöperatieve werkvorm, waardoor op specifieke wijze vorm wordt gegeven aan de interactie tussen leerlingen. Inhoudelijk levert het gebruik van de structuur meer op dan de optelsom van de individuele inbreng. Het grote voordeel van het hanteren van deze structuren is dat ze zijn in te passen binnen de werkwijze van de school en dus ook goed hanteerbaar zijn bij het gebruik van verschillende methodes. In het basiscurriculum van hebben wij zes didactische structuren verwerkt. De didactische structuren dienen als handvat om verder vorm te geven aan de elementen samenwerken en interactie binnen. Ze bieden de leerkracht de mogelijkheid om leerlingen effectief en gelijkwaardig te leren samenwerken. In de eerste drie blokken worden steeds twee nieuwe didactische structuren aangeboden. In ieder volgend blok komen de aangeboden didactische structuren (hierna vanwege de leesbaarheid verder coöperatieve werkvormen genoemd) weer aan bod in verschillende variaties: - vanaf blok 1: Zoek Iemand Die en TafelRondje per Tweetal. - vanaf blok 2: TweePraat en In de Rij. - vanaf blok 3: Mix en Ruil en TweeGesprek op Tijd. In de inleiding van ieder blok staat kort beschreven welke coöperatieve werkvormen in dat blok aan bod komen, en is een kader opgenomen met daarin de stappen. De kaders zijn ook als losse bijlagen opgenomen in de Introductie op de map. In de lessen staan de toepassingen en variaties beschreven. In dit blok worden dus twee nieuwe coöperatieve werkvormen aangeboden: Zoek Iemand Die (in twee variaties: een met en een zonder werkblad) en TafelRondje per

8 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Tweetal. Zie de kaders hieronder. 68 De coöperatieve werkvormen zijn met toestemming overgenomen van Bazalt en haar partners van het MI/SCL netwerk NL. Bronnen: - Kagan, S. & Kagan, M. (2010), Coöperatieve Leerstrategieën. Vlissingen: Bazalt - Kagan, S. (2007), Structureel Coöperatief Leren. Vlissingen: Bazalt - Kagan, S., Kagan, L., Kagan, M. & Kopmels, D. (2009), Bouwen aan Klasklimaat. Vlissingen: Bazalt Zoek Iemand Die (variant zonder werkblad) De leerlingen lopen door het lokaal en zoeken aan de hand van een opdracht van de leerkracht een klasgenoot 1. De leerkracht geeft een opdracht en geeft aan wat na afloop teruggevraagd gaat worden. 2. De leerlingen lopen door het lokaal en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden. 3. De leerkracht creëert bij een oneven aantal voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal. 4. De leerlingen praten kort over de opdracht. 5. De leerlingen nemen afscheid van elkaar op teken van de leerkracht. 6. Opnieuw stap 1 tot en met 4 aan de hand van een andere opdracht van de leerkracht. Maak bij een oneven aantal de groep er verantwoordelijk voor dat er iedere keer een andere leerling over is. 7. De leerkracht vraagt na afloop een aantal leerlingen iets te vertellen van wat ze gehoord hebben. Zoek Iemand Die (met werkblad) De leerlingen lopen door het lokaal en zoeken een klasgenoot, die ze een vraag stellen van hun werkblad 1. De leerlingen krijgen een werkblad, de leerkracht bespreekt kort de vragen met de leerlingen. De leerkracht geeft aan wat na afloop teruggevraagd gaat worden. 2. De leerlingen lopen door het lokaal en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden. 3. In tweetallen stelt leerling A een vraag van het werkblad aan leerling B. Leerling B vertelt. Leerling B noteert zijn of haar naam op het werkblad van leerling A bij de betreffende vraag. 4. De leerlingen wisselen van rol: nu mag leerling B een vraag stellen aan leerling A. 5. De leerlingen bedanken elkaar. Zij doen hun hand omhoog en zoeken een nieuwe partner. 6. Opnieuw stap 2 t/m 4 tot het werkblad compleet is (of tot de leerkracht een stiltesignaal geeft). 7. Wanneer het werkblad van een leerling volledig is ingevuld, gaat hij of zij zitten. Deze leerling kan door de anderen benaderd worden als vraagbaak. 8. De leerkracht vraagt na afloop een aantal leerlingen iets te vertellen van wat ze gehoord hebben.

9 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE TafelRondje per Tweetal De leerlingen leveren in tweetallen om de beurt een (schriftelijke) bijdrage aan een opdracht Ieder tweetal heeft één blad papier en één pen. 1. De leerkracht stelt een open vraag waarop meerdere korte antwoorden mogelijk zijn. De leerkracht geeft aan wat na afloop teruggevraagd gaat worden. 2. De leerkracht geeft kort denktijd. 3. De leerkracht geeft aan wie mag beginnen. 4. De leerling die het eerst aan de beurt is, schrijft één van zijn of haar antwoorden op. 5. De andere leerling krijgt nu de pen en het papier en schrijft één van zijn of haar antwoorden op. 6. De leerlingen blijven om de beurt werken aan de gezamenlijke opdracht. 7. De leerkracht vraagt na afloop een aantal leerlingen een voorbeeld te noemen. Variant: tekenen, om en om een bijdrage aan een werkstuk. 69 Taal en woordenschat in Scholen dienen veel aandacht aan de basisvaardigheden, met name taalonderwijs, te schenken. Daarnaast wil een school echter ook graag tijd vrijmaken voor een aanbod op het terrein van sociale competentie en burgerschapsvorming. Het aardige is dat een school met aan beide doelen tegelijk werkt. De taal speelt een belangrijke rol in dit programma. We gaan er niet van uit dat leerlingen de taal die ze hiervoor nodig hebben zomaar vanzelf al bezitten. Met dit programma leren ze taal. Functionele taal, die niet los wordt aangeboden, maar in de context waarin het gebruikt wordt. Woorden en uitdrukkingen die horen tot het domein van de sociaalemotionele ontwikkeling en de opvoeding tot democratisch burger. Daarnaast oefenen de leerlingen ook met explorerende gesprekken, tweegesprekken, woordvelden en tal van andere talige werkvormen. Het meest expliciet is het uitbreiden van de woordenschat. Bij elke les worden de woorden genoemd die worden aangeleerd. De woordenschat die in De Vreedzame School aan de orde komt wordt aangeboden volgens de didactische principes zoals beschreven in Met woorden in de weer (Van den Nulft & Verhallen). Deze methode onderscheidt vier fasen in het woordenschatonderwijs: voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren. In het kort: - Voorbewerken: het creëren van de context, het activeren van voorkennis en leerlingen betrekken. - Semantiseren: het aanbieden, uitleggen en het toelichten van de betekenis(sen) van een woord. - Consolideren: het inoefenen en onthouden van de betekenis van het woord, inprenting in het geheugen. - Controleren: terugvragen om te checken of de te leren woorden ook werkelijk onthouden zijn. Van deze vier fasen hebben het voorbewerken, semantiseren en consolideren een duidelijke plaats in. In de Vreedzame Schoollessen wordt een specifieke woordenschat aangeleerd, vooral op sociaal-emotioneel terrein. In elke les wordt aangesloten op de informele voorkennis van de kinderen (die op sociaalemotioneel gebied natuurlijk ruimschoots voorhanden is), de begrippen worden benoemd, en de woorden uitgelegd. Vervolgens worden de woorden in de lessen én daarbuiten functioneel gebruikt en herhaald zodat de consolidering plaatsvindt. Belangrijk voor de consolidatie van de aangeleerde woorden is om woorden enige tijd zichtbaar te laten zijn door ze in de klas op te hangen. Op een woordmuur, aan een lijntje, op het Vreedzame School-prikbord of waar dan ook. Laat de woorden tijdens het blok waarin ze geleerd worden (en eventueel een tijdje erna) hangen. Wanneer u al werkt met woordenschatonderwijs dan kunt u de woorden van De Vreedzame School hierin integreren.

10 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE De aan te bieden woorden in blok 1 van groep 5 zijn: 70 Woordenschat groep 5 - blok 1 de afspraak iets dat je elkaar belooft om te gaan doen de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden verantwoordelijk als je ergens verantwoordelijk voor bent, moet jij ervoor zorgen dat het gebeurt solliciteren aangeven dat je een bepaalde taak wilt doen de commissie een groep mensen met een bepaalde taak de tip een goede raad waar je iets aan hebt positief de goede kant ergens van zien negatief vooral op de vervelende en slechte dingen letten de kritiek als je kritiek hebt op iemand, zeg je wat hij fout doet eens als je dezelfde mening hebt als een ander, ben je het met elkaar eens oneens als je niet dezelfde mening hebt als een ander, ben je het oneens met elkaar de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt het argument de reden waarom je iets vindt pesten iemand op een gemene manier telkens weer plagen de meeloper iemand die zomaar hetzelfde gaat doen als een ander de omstander iemand die iets ziet gebeuren, er omheen staat In voorgaande groepen zijn aangeboden: Woordenschat groep 4 - blok 1 de regel een regel gaat over wat mag en niet mag de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden de taak werk dat je moet doen de opsteker iets aardigs dat je tegen iemand zegt de afbreker iets onaardigs dat je tegen iemand zegt de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt mee eens je vindt dat iemand gelijk heeft samenwerken samen met hetzelfde bezig zijn pesten iemand op een gemene manier telkens weer plagen plagen iemand voor de grap een beetje boos maken Woordenschat groep 3 - blok 1 de agenda een lijstje van wat we gaan doen de binnenkomer een leuk spelletje om de les mee te beginnen de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden de taak werk dat je moet doen de opsteker iets aardigs dat je tegen iemand zegt de afbreker iets onaardigs dat je tegen iemand zegt de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt mee eens je vindt dat iemand gelijk heeft plagen iemand voor de grap een beetje boos maken

11 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Overzicht blok 1 We horen bij elkaar Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Les 1 Leskern: Les 2 Leskern: Les 3 Leskern: Les 4 Leskern: Welkom in onze groep De leerlingen leren elkaar beter kennen. Ze maken enkele eerste afspraken over omgaan met elkaar. Regels in onze groep - aangepaste les De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem heeft). Samen verantwoordelijk - Takenlijst 1 De leerlingen worden mede verantwoordelijk gemaakt voor de gang van zaken in de klas. De leerlingen denken in tweetallen na over taken die er zijn in de klas zodat er een takenlijst tot stand komt. Samen verantwoordelijk - Takenlijst 2 De leerlingen solliciteren naar taken. De leerkracht of een takencommissie verdeelt de taken op basis van de sollicitaties. 71 Les 5 Leskern: Opstekers, tips en afbrekers De leerlingen leren kritiek op een positieve manier te formuleren zodat het geen afbreker is. Les 6 Leskern: Les 7 Leskern: Respecten van verschillen De leerlingen geven hun mening over stellingen en beargumenteren deze. Ze ervaren dat een verschil van mening niet tot een conflict hoeft te leiden en ook dat je van mening kunt veranderen. Leren samenwerken De leerlingen oefenen met samenwerken en reflecteren erop. Les 8 Leskern: Samenwerken met één ander Leerlingen worden gekoppeld aan een klasgenoot die ze niet zo goed kennen. Samen voeren ze een klein toneelstukje op.l Les 9 Leskern: Les 10 Leskern: Pesten en plagen - aangepaste les Het verschil tussen pesten en plagen wordt besproken. De leerlingen bedenken waarom pesten niet kan en bedenken aan de hand van concrete voorbeelden wat ze kunnen doen als er gepest wordt. Samen afspraken maken De leerlingen maken de laatste omgangsafspraken voor in de groep, en zetten hun handtekening onder de poster.

12

13 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 Les 1 Welkom in onze groep Doel blok 1: Leskern: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Leerlingen leren elkaar beter kennen. Ze maken enkele eerste omgangsafspraken met elkaar. 73 Materialen: Agenda op bord Werkblad 1.1 (kopie voor alle leerlingen) Rood papier of karton (om twee harten uit te knippen) Leeg vel A3 of groter om de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP van te maken Papier en potloden Logo Vreedzame School (achter deze les) Logo blok 1 (achter deze les) -bal Voorbereiding Hang een prikbord op voor de Vreedzame School (of ruim een prikbord leeg). Zet de agenda op het bord. Maak er wat moois van als welkom voor groep 5. Maak een kopie van het logo van blok 1 en het logo van (zie achter deze les), of download de logo s van de website: en druk ze (in kleur) af. Het is handig als iedere groep op school van tevoren over gelamineerde logo s van alle blokken beschikt. Hang het logo van en blok 1 op het prikbord of de klassedeur. Schrijf bovenaan een groot vel papier (A3 of groter): ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP en hang dat op in de klas. Knip uit rood papier of karton twee grote harten voor de binnenkomer. Kopieer voor alle leerlingen Werkblad 1.1. De werkbladen vindt u achter het tabblad Werkbladen. De nummering verwijst naar de les waar het werkblad wordt gebruikt (werkblad 1.1: het eerste werkblad in les 1). Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Elkaar beter leren kennen Kettingverhaal Wat hebben we geleerd? Afsluiter

14 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 74 Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Een hart in de kring Maak een kring. Laat een groot hart de kring rondgaan. Vraag aan iedereen om het hart vast te houden en de naam van een vriend(in) te noemen en iets wat hij of zij leuk vindt aan die vriend(in). Wees zuinig op het hart want het is nog nodig voor de volgende les. Wat gaan we leren? Een van de dingen die we in groep 5 (weer) gaan doen zijn de lessen van De Vreedzame School. Over hoe we het gezellig kunnen maken in de groep. Hoe we aardig kunnen zijn. Hoe we ruzies kunnen oplossen. Hoe we er allemaal voor kunnen zorgen dat iedereen het naar zijn zin heeft in de groep. De komende twee weken gaan we daar elke dag over praten (als u blok 1 tenminste in twee weken uitvoert). Het eerste blok van gaat over onze groep en heet We horen bij elkaar. In alle groepen praten de leerlingen over hun groep. En om dat te laten zien, hangen we in alle klassen het plaatje dat hoort bij blok 1 op. Dat plaatje hoort bij de lessen over We horen bij elkaar. Wat gaan we vandaag doen? Daarvoor kijken we naar de agenda op het bord. Hier staat een lijstje dingen van wat we gaan doen. Vraag een leerling op te zeggen wat er op de agenda staat. Vraag of iedereen akkoord is. Zo willen we het in onze groep We gaan er (weer) een fijne groep van maken dit jaar. Een groep waarin iedereen zich thuis voelt. Een groep waarin iedereen zich prettig voelt. Hoe gaan we dat doen? Hoe gaan we er samen voor zorgen dat onze groep een leuke, gezellige groep wordt? Wie heeft een goed idee? Denk maar even na (geef leerlingen even denktijd). Laat ideeën noemen en schrijf dan goede, algemeen gedeelde suggesties op een poster (A3 of groter) om die de eerste weken te laten hangen: ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Bijvoorbeeld: grapjes maken, niet pesten, veel lachen, aardig zijn, vrienden maken als je ruzie hebt gehad, elkaar helpen. Vertel dat we in de loop van de komende tijd nog wel meer dingen op de poster zullen schrijven. Over twee weken moet hij af zijn. Dan zetten we allemaal onze naam onder de poster. Dat betekent dan dat we ons best doen om ons aan deze afspraken te houden. Elkaar beter leren kennen We maken hierbij gebruik van de coöperatieve werkvorm Zoek Iemand Die. (Zie ook de inleiding over coöperatieve werkvormen achter het tabblad Introductie). Gebruik de benamingen voor de werkvormen opdat de leerlingen op een gegeven moment direct weten hoe een activiteit zal gaan, en er weinig uitleg nodig is. Vertel de leerlingen dat ze Zoek Iemand Die gaan doen, om dingen te ontdekken over elkaar: - Deel Werkblad 1.1 uit, en laat de leerlingen even lezen. - Vertel dat de leerlingen straks door de klas mogen lopen, en een partner moeten zoeken. Demonstreer het aan elkaar koppelen met een andere leerling (een hand in de lucht, maatje zoeken, tweetal vormen door handen in de lucht tegen elkaar aan te tikken, handen naar beneden en naast elkaar staan). - Laat ze een maatje zoeken. Creëer voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal, die leerling is de bofkont (maak de groep er

15 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 verantwoordelijk voor dat er iedere ronde een andere bofkont is). - Laat ze in hun tweetal een van de vragen op het werkblad behandelen. Eerst vraagt A aan B, en dan andersom. - Besteed vervolgens aandacht aan afscheid nemen van elkaar door elkaar gedag te zeggen en laat ze een nieuwe partner gaan zoeken. Herhaal de vorige stappen, tot er enkele leerlingen het werkblad vol hebben. Stimuleer dat leerlingen verschillende partners kiezen door tussen de rondjes door opstekers te geven aan leerlingen die steeds een nieuw iemand zoeken. Let bijvoorbeeld ook op het mixen van meisjes en jongens. Vervolgens gaan de leerlingen weer op hun plaats zitten. Bespreek wat leerlingen ontdekt hebben aan nieuwe dingen, hiervoor is de Vreedzame School-bal te gebruiken om beurten te geven. Bespreek ook het proces: wat lukte goed tijdens het samenwerken, welke tip is er voor de volgende keer? Vat samen: 75 Soms houd je van dezelfde dingen als een ander en soms van verschillende dingen. In sommige dingen lijk je op anderen en in andere dingen ben je soms juist heel anders. Allebei is goed. Het is leuk om op elkaar te lijken en het is leuk om te verschillen van elkaar. Wat hebben we geleerd? Dit was de eerste les over onze groep. We hebben al veel gedaan: begonnen met de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP en elkaar opgezocht met Zoek Iemand Die. Wat hebben jullie van deze les geleerd? Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Aap de leider na Leg uit dat u een beweging begint die de leerlingen moeten volgen. Als u wissel roept wisselt de leider. U kiest de leider die u opvolgt en die kiest weer de volgende enzovoort. Begin een beweging. U klapt in uw handen, de leerlingen klappen in hun handen. U knipt met uw vingers, de leerlingen knippen met hun vingers. U stampt met uw voet, schudt met uw hoofd, de leerlingen doen hetzelfde. Na een paar van deze bewegingen geeft u het leiderschap door aan de volgende. Roep een paar keer wissel zodat een aantal leerlingen de leider kan zijn. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: verwelkom de leerlingen elke dag aan de deur persoonlijk, en zeg hen ook persoonlijk gedag (aankijken; naam noemen; eventueel met hand geven) schenk aandacht aan de afspraken die de leerlingen hebben bedacht

16 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 1 Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Deze poster hangt in de klas. Hij wordt de komende weken voltooid en blijft dan in de klas hangen als een convenant waar de leerlingen en de leerkracht zich aan verbinden. 76 Logo Blok 1 en logo van Hang het logo van Blok 1 en van op het Vreedzame Schoolprikbord, of op een andere goed zichtbare plek, zodat voor iedereen zichtbaar is dat er aan Blok 1 wordt gewerkt. Suggesties voor Toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die u tijdens dit blok kunt doen om kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. Foto s van de leerlingen Foto s van de leerlingen (laten) maken, uitvergroten en ophangen in de klas. De foto s worden leuker als er wat attributen beschikbaar zijn, bijvoorbeeld sjaals, hoeden, e.d. Zelfportretten van de leerlingen U kunt ook de leerlingen allemaal een zelfportret laten tekenen, en die gedurende het eerste blok ophangen op het prikbord. Met leerlingen aankleding lokaal bespreken Praat met de leerlingen over hoe zij vinden dat het lokaal er uit moet zien als we ons allemaal prettig willen voelen in onze groep. Klassieke muziek Speel bij bepaalde activiteiten hele rustige klassieke muziek op de achtergrond. Het heeft een heel rustgevend effect op de groep. Uitsmijter elke dag Besluit de dag met benoemen wat er allemaal goed is gegaan, en eventueel met een klein spelletje. Week- of maandsluiting Organiseer aan het eind van de week of maand een week- of maandsluiting voor de hele school, waarbij telkens een andere groep de gelegenheid krijgt om iets te laten zien (wat ze hebben geleerd, wat ze met de Vreedzame School hebben gedaan, een toneelstukje, enzovoort). Dit kan ook binnen de eigen groep, met steeds een ander tafelgroepje, bijvoorbeeld.

17 We horen bij elkaar

18

19

20

21 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 Les 2 - aangepaste les Regels in onze groep Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich medeverantwoordelijk voor voelen. De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem heeft). de regel, de afspraak, de grondwet Agenda op bord De grondwet van de school Illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK (in kleur te downloaden van het Download Center van de website) 81 Toelichting Met werken we aan een positieve sociale en morele norm binnen de school. Pas wanneer je als team deze norm helder geformuleerd hebt, weet iedereen (kinderen en volwassenen) welk gedrag en welke houding er binnen de school van hem of haar verwacht worden. In hoofdstuk 8 van de handreiking Werken aan sociale veiligheid beschrijven we hoe deze sociale norm vormgegeven kan worden in een grondwet van de school. (Pesten lijkt vaker voor te komen in een weinig gestructureerde omgeving en in een omgeving waar je onvoldoende voelt wat de sociale norm is. Duidelijke regels in school over de omgang met elkaar blijken dus van belang.) Met hooguit 4 à 5 basisregels (eventueel geïllustreerd met plaatjes of foto s) kan de basis worden gelegd om te werken aan een positief klimaat. Veel Vreedzame Scholen hebben deze grondwet al geformuleerd, vaak in samenspraak met de leerlingen en hun ouders. Wanneer dit niet het geval is, is het raadzaam om dit alsnog met elkaar doen. Deze grondwet zorgt voor een kader voor gewenst gedrag: Zo doen we het hier op school! En vormt een leidraad bij het stimuleren van gewenst gedrag of het aanspreken op ongewenst gedrag voor iedereen binnen de school. Om ervoor te zorgen dat deze sociale norm door iedereen geleefd en beleefd gaat worden, moet deze steeds opnieuw onder de aandacht gebracht worden. Dit kan op schoolniveau aan het begin van het nieuwe schooljaar tijdens een gezamenlijke opening en op groepsniveau bij deze les over regels en afspraken. Zo gaan kinderen begrijpen dat de grondwet voor iedereen binnen de school geldt en dat er daarnaast nog specifieke regels gelden binnen de groep. Het spreekt dan voor zich dat regels en afspraken op groepsniveau altijd in overeenstemming moeten zijn met de regels van de grondwet. En een regel die al in de grondwet opgenomen is hoeft niet meer op groepsniveau gesteld te worden. Regels en afspraken op groepsniveau zijn dan concretiseringen van de basisregels in de grondwet. In deze les staan we met de kinderen stil bij de manier waarop we binnen een Vreedzame School omgaan met regels en afspraken. De basisregels van de grondwet moeten dus al zichtbaar aanwezig zijn in iedere groep.

22 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 82 In maken we onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden grotendeels door de leerkrachten bepaald. Leerlingen kunnen niet over alles meepraten. Een afspraak is iets anders. Een afspraak wordt in overleg gemaakt. Leerlingen praten erover mee. Eenmaal vastgesteld, wordt verwacht dat iedereen zich aan die afspraak houdt. Bij het maken van afspraken is het proces belangrijk. Leerlingen hebben een stem, ze krijgen medeverantwoordelijkheid en daarmee creëren we draagvlak voor de afspraak; het zijn onze afspraken. de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag Regels zijn van u als leerkracht. Als een leerling zich niet aan een regel houdt, spreekt u de leerling hierop aan door hem aan de regel te herinneren en de keus te geven zich toch aan de regel te houden. Als de leerling zijn gedrag bijstelt, geeft u hem een opsteker. Stelt de leerling zijn gedrag niet bij, dan volgt er straf. Afspraken maak je samen. Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, spreken kinderen en leerkracht elkaar erop aan en wordt samen beslist wat er moet gebeuren. In deze les gaat het over regels. In volgende lessen maken we afspraken. De vuistregel hierbij is: Geef regels waar nodig, maak afspraken waar mogelijk. Laat geen afspraken noteren die al gelden als regels! Zie de Inleiding op blok 1 in uw lesmap voor een uitvoeriger bespreking van regels en afspraken. Voorbereiding In groep 3 en 4 wordt ook aandacht besteed aan de grondwet en de regels van de groep. Afhankelijk van wat er binnen uw groep hierover al bekend is kunt u kiezen wat u hiervan nog wilt opfrissen en wat u zinvol vindt om te herhalen. Het is in ieder geval zinvol om jaarlijks met de groep stil te staan bij de regels van de grondwet. Bereid deze les inhoudelijk voor door de belangrijkste regels op een rijtje te zetten. Bied hooguit 4 à 5 regels aan die voor u belangrijk zijn om met de kinderen af te spreken. In de loop van de tijd is het mogelijk om regels waar nodig aan te passen of een regel toe te voegen. Gebruik deze les om helderheid te scheppen waar de leerlingen zich aan te houden hebben. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? De grondwet van onze school Regels in onze groep Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

23 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 Leuk om te doen (maar niet heus) Laat de leerlingen in drietallen bij elkaar gaan zitten. Ieder schrijft op een blaadje drie dingen die hij of zij leuk vindt om te doen. Echter, één daarvan is niet waar! Om beurt leest iedere leerling zijn of haar eigen drie leuke dingen op. Vervolgens overleggen steeds twee van de drie welke niet waar is. Klopt dat? Wat gaan we leren? Haal op waar het blok over gaat en waar de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel van deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vandaag gaan we praten over de regels die we op school en in groep 5 hebben. Regels heb je overal. Wie weet er een paar regels: die er thuis zijn? die er in een winkel zijn? die er in het park zijn? die er in de bibliotheek of het buurthuis zijn? die er in de kerk of de moskee zijn? die er op school zijn? 83 De grondwet van onze school Vertel, terwijl u wijst naar de grondwetregels aan de muur: In onze school hebben we een grondwet. Dat zijn de basisregels die voor iedereen gelden in onze school: op het plein, in de gangen, in de gymzaal, in de toiletten, in alle lokalen. Overal dus. Die is door de juffen en meesters, een aantal leerlingen en ouders bedacht. Aan die regels kun je zien hoe we het willen binnen de school. Zo gedragen we ons hier! Laat een leerling de regels van de grondwet voorlezen. Wanneer de groep deze les voor het eerst krijgt kunt u de volgende activiteit doen: - Laat in groepjes gedrag laten bedenken bij de verschillende regels. - Groepje 1 bedenkt dit voor regel 1. - Groepje 2 bedenkt dit voor regel 2; enzovoort. Zo worden de regels door de leerlingen gevuld en vertaald in concreet gedrag dat past bij de leeftijd van uw groep. Ook kunt u ervoor kiezen om het gedrag dat de kinderen noemen te laten uitspelen en dit vast te leggen met foto s die bij de regels opgehangen worden. de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden Zo werd op een school bij de omgangsregel We zorgen ervoor dat het voor iedereen veilig is in groep 1-2 genoemd: we rijden met de karren alleen bij de zandbak (wat betekende dat er niet langs de schommels werd gereden, omdat dit anders niet veilig zou zijn.). Terwijl bij diezelfde omgangsregel in groep 8 genoemd werd: we schrijven alleen positieve dingen in de groepsapp. Wanneer uw groep deze les al in groep drie of vier heeft gehad kunt u volstaan met het laten benoemen van gedrag bij de verschillende basisregels van de grondwet. Regels in onze groep Vertel dat er naast de schoolregels (de basisregels in de grondwet) ook een paar regels zijn die in deze groep gelden. Om te laten zien dat uw groepsregels afgeleid zijn van de basisregels van de grondwet kunt u ervoor kiezen om de regels te hangen onder de basisregel waar ze vanaf geleid zijn. Bijvoorbeeld: Uw regel We gaan bij pauzes in kleine groepjes

24 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 84 de afspraak iets wat je elkaar belooft om te gaan doen naar buiten hangt u onder de schoolregel We zorgen ervoor dat het rustig is in de school Of de regel Je zorgt zelf voor goede potloden, een gum en een pen in je etui! hangt onder de basisregel We zorgen goed voor onze spullen Bespreek nu een paar regels (niet meer dan 4 à 5) die u belangrijk vindt in uw groep voor een goede gang van zaken. Zorg dat de regels aan de volgende kenmerken voldoen: - haalbaar - in korte zinnen geformuleerd - concreet, ondubbelzinnig. Bied de regels één voor één aan. Maak iedere regel concreet door: - uit te leggen wat de reden is van de regel - visueel te maken (schrijven of pictogrammen) - het voor te doen of voor te laten doen (doe het eerst fout voor en daarna goed) Voorbeeld: hoe we de klas uitgaan als de school uitgaat: in een rij, groepje voor groepje, één voor één. Vertel: dit zijn belangrijke regels. Verder gaan we ook nog afspraken maken. Afspraken zijn iets anders dan regels. Een afspraak is iets wat je elkaar belooft om te doen. Regels zijn gemaakt door de leerkrachten. Afspraken maken we samen in de groep. We schrijven ze op de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Over hoe we met elkaar zorgen dat iedereen zich thuis voelt in de groep. Gebruik eventueel de illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK die u kunt downloaden van het Download Center van de website. Vat samen: De grondwet hebben de juffen en meesters gemaakt, samen met kinderen en ouders. De groepsregels worden gemaakt door de juf of meester. Afspraken in onze groep maken we samen, met elkaar. Wat hebben we geleerd? Vraag de leerlingen wat zij het belangrijkste vinden van wat ze geleerd hebben in deze les. Afsluiter Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Vind de afspraak Een leerling gaat de klas uit. De groep spreekt af dat ze straks allemaal een zin zeggen met een dierennaam erin (bijvoorbeeld: Ik speel graag met mijn hond). De leerling komt terug in de klas, en mag de Vreedzame Schoolbal naar iemand in de groep gooien en een vraag stellen, bijvoorbeeld: Hoe heet de juf? Hij of zij krijgt een antwoord met een zin die begint met wij, bijvoorbeeld: Wij hebben een juf die Jansen heet. Mogelijke afspraken zijn: allemaal één woord zeggen dat begint of eindigt met dezelfde letter allemaal een zin zeggen met een opsteker erin allemaal een woord zeggen dat begint met de letter waar het vorige woord op eindigde

25 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2 Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in praktijk brengt. Leerkracht: Herhaal de regels regelmatig. Geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden. Check regelmatig (minimaal een keer per week) samen met de leerlingen welke regels eventueel opnieuw geoefend moeten worden, wat kan helpen je eraan te houden, hoe kinderen elkaar daarbij kunnen helpen. Soms blijkt uit deze analyse van de regels dat een regel bijgesteld moet worden. Wanneer de leerlingen hierin hebben kunnen meedenken vergroot dit de kans dat ze zich eraan zullen houden. Stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week. 85 Woordmuur In de Vreedzame Schoollessen wordt een specifieke woordenschat aangeleerd, vooral op sociaal-emotioneel terrein. Belangrijk voor de consolidatie is om aangeleerde woorden enige tijd zichtbaar te laten zijn door ze in de klas op te hangen. Geef de woorden die in de lessen worden aangeboden een plaatsje op het Vreedzame Schoolprikbord. Laat de woorden tijdens het blok waarin ze aangeleerd worden hangen. Wanneer u al werkt met een woordmuur e.d. dan kunt u de woorden ook daar ophangen en in het bestaande woordenschatonderwijs integreren. U kunt ook gebruikmaken van de illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK (te downloaden van het Download Center van de website). De woordkaarten die na deze les opgehangen worden, zijn: de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag de afspraak iets wat je elkaar belooft om te gaan doen de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden

26 De regel De afspraak

27 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 3 Les 3 Samen verantwoordelijk Takenlijst 1 87 Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen worden mede verantwoordelijk gemaakt voor de gang van zaken in de klas. De leerlingen denken in tweetallen na over taken die er zijn in de klas zodat er een takenlijst tot stand komt. verantwoordelijk Agenda op bord Takenlijst op bord of groot papier Per tweetal een papier (A5-formaat) en een pen Toelichting Met de Vreedzame School willen we de leerlingen helpen en stimuleren om verantwoordelijkheden te kunnen dragen. Een manier om dat te doen is hen mee te laten denken over het reilen en zeilen van de groep. In de meeste groepen worden wel klassentaken uitgevoerd door leerlingen: planten water geven, bord schoonmaken enzovoort. Deze taken zijn meestal alleen op uitvoerend niveau. De leerkracht bepaalt welke taken er zijn. Het is een soort corvee. De bedoeling van les 3 en 4 is om de verantwoordelijkheid van leerlingen meer op het niveau van beheer en organisatie te krijgen. We willen dat leerlingen meedenken en meebeslissen. Om dat te bereiken worden leerlingen, naast het uitvoeren van de taken, ook verantwoordelijk gemaakt voor het bedenken, verdelen en organiseren van taken. Zie de Inleiding op blok 1 voor een uitvoeriger bespreking van gemeenschapstaken in de groep. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Takenlijst maken Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer (een lange) Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Ga staan, ga zitten

28 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 3 88 De leerkracht noemt allerlei huishoudelijke taken op: Ga staan als je - helpt met afwassen - boodschappen doet - de tafel dekt - helpt met de auto wassen - voor je kleine broertje of zusje zorgt - jezelf aankleedt - je eigen bed opmaak - enzovoort. Trek een conclusie uit het spelletje: leerlingen moeten veel of weinig thuis doen; de een doet veel, de ander doet minder thuis; jongens doen andere dingen dan meisjes; enzovoort. Vertel dat u de mening van leerlingen gaat vragen over taken doen en leg de groep de volgende stelling voor: Leerlingen moeten kunnen spelen en thuis niet hoeven helpen. Lange zin, herhaal hem nog eens. Wie is het daarmee eens? Laat vingers opsteken. Vraag: Waarom vind je dat, wat is je argument? Parafraseer de argumenten zo nodig door te zeggen: Dus jij vindt. Andere stelling: Thuis en op school zijn er allerlei taken die leerlingen kunnen doen. Wie is het daarmee eens? Vraag naar argumenten. Prikkel de leerlingen tot het formuleren van argumenten door bijvoorbeeld te zeggen: leerlingen willen toch alleen maar spelen? Of: leerlingen kunnen toch niet alles? Wat gaan we leren? Haal op waar het blok over gaat en waar de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel van deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vertel dat we op school vinden dat iedereen zijn steentje eraan kan bijdragen dat het goed loopt op school. Deze les zal gaan over hoe we allemaal samen kunnen zorgen dat het goed loopt in de klas. Vertel dat we dit jaar weer (net als vorig jaar) taken gaan bedenken en verdelen in onze groep. Loop de agenda na. verantwoordelijk als je ergens verantwoordelijk voor bent, moet jij ervoor zorgen dat het gebeurt Takenlijst maken Vraag: Wie kan zeggen waarom het belangrijk is dat we allemaal een taak hebben? Schrijf het woord verantwoordelijk op het bord. Neem de takenlijst van vorig jaar erbij of vraag de leerlingen welke taken ze vorig jaar hadden. Gebruik het woord verantwoordelijk erbij, bijvoorbeeld: Wie was er verantwoordelijk voor het schoonhouden van de klas?, Was er iemand verantwoordelijk voor het uitdelen van schriften?. Bekijk met de groep of in die taken veranderingen moeten komen. Waren er taken die minder nodig waren? Waren er taken vergeten? Inventariseer samen met de leerlingen de taken die er dit jaar gedaan kunnen worden. Maak hiervoor gebruik van de coöperatieve werkvorm TafelRondje per Tweetal: - Maak tweetallen: ieder tweetal zit aan een tafel met één papier en één pen. - Demonstreer met een leerling de werkwijze van TafelRondje per Tweetal: om en om een taak bedenken en opschrijven. - Laat de leerlingen vervolgens lijstjes met taken schrijven. De kleinste leerling per tweetal mag beginnen. Help de leerlingen eventueel op weg door een aantal dingen te noemen die u zelf doet en te vragen of de leerlingen dat ook zouden kunnen doen. Terwijl ze schrijven noemen de leerlingen de taak die ze schrijven. Wees er attent op dat de leerlingen vaart houden in het wisselen. - Inventariseer na afloop door van elk tweetal de grootste leerling een taak te laten noemen.

29 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 3 - Maak zo een verzamellijst op het bord of op een flap: de Takenlijst. Schrijf de taken zo op dat er later namen bij kunnen worden geschreven. Er mogen alleen nieuwe taken genoemd worden (dit bevordert het luisteren naar elkaar). Geef de groep een opsteker voor hun ideeën. Vertel dat de volgende les gaat over het verdelen van de taken. Bekijk de lijst gezamenlijk en laat hem hangen tot de volgende les. Vat samen: We zijn er allemaal verantwoordelijk voor dat het goed loopt in de klas. Ergens voor verantwoordelijk zijn, betekent dat je ergens voor zorgt. We hebben nu de taken bedacht die jullie in de klas kunnen doen. In de volgende les gaan we ze verdelen. 89 Wat hebben we geleerd? Op onze school bedenken de leerlingen elk jaar zelf wat voor taken er gedaan kunnen worden in de groep en iedereen krijgt dan een taak. Waarom zouden we dat zo doen? Wat leren we daar van? Vinden jullie het een goede methode? Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Wie stond er er niet op de foto en nu wel? Een leerling is de fotograaf. Een stuk of tien leerlingen gaan in een groepsopstelling staan en de fotograaf bekijkt de foto aandachtig en gaat vervolgens naar de gang. Nu wordt er een leerling aan de foto toegevoegd en de fotograaf weer binnengeroepen. Raadt hij of zij wie er bijgekomen is? Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: laat de takenlijst hangen; zo kunnen leerlingen zien wat er op staat en bedenken welke taak ze zelf willen doen vraag of leerlingen nog nieuwe taken bedacht hebben en schrijf die erbij stimuleer de leerlingen na te denken over wat ze zouden willen doen Woordmuur Het woord dat na deze les opgehangen wordt, is: verantwoordelijk als je ergens verantwoordelijk voor bent, moet jij ervoor zorgen dat het gebeurt

30

31 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4 Les 4 Samen verantwoordelijk Takenlijst 2 91 Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen solliciteren naar taken. De leerkracht of een takencommissie verdeelt de taken op basis van de sollicitaties. solliciteren, de commissie (eventueel). Agenda op bord Werkblad 4.1 Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Voorbereiding Bedenk van tevoren op welke wijze u de taakverdeling wilt doen. Zie bij Taken verdelen. Kopieer voor elke leerling werkblad 4.1. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Takenlijst doornemen Taken verdelen Organisatie Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Tot vijf tellen De uitdaging van dit spel is dat de leerlingen de nummers 1 t/m 5 roepen (tot vijf tellen) zonder dat er twee tegelijk roepen. Introduceer het spel met de volgende spelregels: - Iedereen kan een cijfer opzeggen, beginnend bij 1. - De cijfers moeten in volgorde opgezegd worden. - Als twee leerlingen hetzelfde cijfer tegelijk roepen moet er opnieuw begonnen worden. - Ga na of iedereen de regels begrepen heeft. Zo nee, vraag dan iemand die de regels begrepen heeft ze uit te leggen aan degenen die ze niet begrepen hebben. Vraag wie de spelleider wil zijn. Als hij of zij twee leerlingen tegelijk hoort praten steekt hij de hand op om aan te geven dat het opnieuw moet. Stel een pieper in op

32 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4 3 minuten. Als de groep de taak binnen die tijd niet onder de knie krijgt wordt het alleen maar frustrerend. 92 Wat gaan we leren? Laat de Takenlijst die de vorige les is gemaakt, en vertel dat we verder gaan met het verdelen van de taken. Vraag of leerlingen nog andere ideeën hebben voor deze agenda. Takenlijst doornemen Vestig de aandacht van de groep op de Takenlijst. Is hij zo compleet? De Takenlijst bevat nu zoveel taken dat iedere leerling een of meer taken kan vervullen. U leest de Takenlijst nog een keer voor. Zeg tegen de leerlingen dat ze goed luisteren, want dat ze zo dadelijk mogen zeggen welke taak ze willen. Vraag bij iedere taak of iedereen begrijpt wat dat voor taak is. Leg het indien nodig nog een keer uit, of vraag een leerling uit te leggen wat de bedoeling is van die taak. Taken verdelen Hiervoor kunt u kiezen uit drie methoden: 1. Klassikaal kiezen: Noem iedere taak op en vraag wie dit zou willen doen. Zeg dat je meer dan één taak mag kiezen. Schrijf de namen erbij. Zijn er meer leerlingen voor een taak, dan komen er meer namen bij. Zijn er taken waar niemand zich voor opgeeft, biedt die dan na het doorlopen van de lijst nog een keer aan. Zijn er leerlingen die zich niet opgegeven hebben, vraag hen dan wat ze willen doen. Sommige taken zijn misschien geschikt om met een taakgroepje te doen die onderling organiseert hoe ze de taak uitvoeren. solliciteren aangeven dat je een bepaalde taak wilt doen 2. Solliciteren: Vertel de leerlingen dat ze kunnen solliciteren naar de taken. Schrijf het woord solliciteren op het bord. Dat betekent dat je aangeeft dat je een bepaalde taak graag wilt doen door dat op een briefje te schrijven. Vraag de leerlingen een sollicitatiebriefje te schrijven (eventueel met gebruik van werkblad 4.1), waarin staat welke taak ze zouden willen doen, waarom, en eventueel met wie samen. U maakt later een definitieve keuze. 3. Zelf laten kiezen en partner zoeken: Alle leerlingen krijgen werkblad 4.1. Ze schrijven eerst zelf op bij welke taak ze ingedeeld zouden willen worden. Daarna gaan ze op zoek naar leerlingen die met hen die taak zouden willen uitvoeren, met behulp van Zoek Iemand Die: - De leerlingen lopen door de klas en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden en maken een tweetal. - De leerlingen kijken samen of er een of meer taken zijn die ze allebei hebben opgeschreven. - Zo ja, dan mogen ze hun eigen naam op het werkblad van de ander schrijven achter die taak. - De leerlingen bedanken elkaar. Zij doen hun hand omhoog en zoeken een nieuwe partner om een tweetal mee te maken. - Herhalen van voorgaande stappen. Stimuleer dat leerlingen kiezen voor taken die hen aanspreken en niet voor wat anderen kiezen. - De leerlingen stoppen op een teken van de leerkracht. De werkbladen worden ingeleverd.

33 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4 - Als het een beetje klopt, zijn er op die manier al koppels ontstaan. Maak na schooltijd een indeling in groepen en hang deze goed zichtbaar in de klas. Bespreek de eerstkomende schooldag de indeling en laat de groepjes hun planning en organisatie bespreken. 4. Takencommissie: Vraag welke leerlingen willen helpen met het verdelen van de taken. Dat is de takencommissie. Schrijf het woord commissie op het bord. Een commissie is een groepje met een bepaalde taak. De takencommissie houdt zich bezig met het verdelen van taken. Schrijf de takencommissie ook op de Takenlijst. Mogelijke taakomschrijving van De Takencommissie: - zet de takenlijst op papier - neemt de sollicitatiebriefjes (werkblad 4.1) door - maakt een verdeling - bedenken wat te doen met taken waarvoor niemand zich heeft aangemeld (bijvoorbeeld leerlingen daarvoor gericht gaan vragen) - bedenken een rouleersysteem. - presenteren van de taakverdeling (en eventueel rouleersysteem) aan de groep. de commissie een commissie is een groep mensen met een bepaalde taak 93 Organisatie Als de taken verdeeld zijn, bespreek dan wat er nodig is aan organisatie. Wanneer doet wie welke taak, hoe vaak, wanneer. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Muggen vangen De leerlingen staan in een kring. In het midden staat de vogel. Hij of zij houdt de ogen gesloten en strekt een hand voor zich uit met de handpalm naar boven gekeerd. De anderen zijn muggen die om de vogel heen dansen. Af en toe raakt een mug de handpalm. De vogel probeert de mug dan snel te pakken. De mug aantikken is al genoeg. De gevangen mug wordt ook vogel en gaat erbij staan met uitgestrekte hand. Ga door tot er maar één mug overblijft. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: besteed regelmatig aandacht aan het uitvoeren van de taken herinner leerlingen in het begin eventueel aan hun taak maar doe dit niet te lang bepaal wanneer de taken rouleren en hoe dat gebeurt

34 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4 Woordmuur De woorden die na deze les opgehangen kunnen worden, zijn: solliciteren aangeven dat je een bepaalde taak wilt doen de commissie een commissie is een groep mensen met een bepaalde taak 94 Takenbord Vanaf deze les hangt er een takenbord of -lijst in de klas, waarop de taken van de leerlingen te zien zijn. Het takenbord kan bestaan uit een verduurzaamde takenlijst zoals die door de leerkracht ingevuld is. Als er gekozen wordt voor een rouleersysteem kan leerkracht ook een flexibel takenbord bedenken, bijvoorbeeld een draaischijf: twee grote cirkels van karton, waarop op de bovenste cirkel de taken staan, en op de onderste namen van de leerlingen. In de bovenste zijn uitsparingen gemaakt waardoor de namen van de leerlingen te lezen zijn. Taken bespreken Bepaal een moment waarop de uitvoering van de taken geëvalueerd wordt, bijvoorbeeld op vrijdagmiddag. Besteed aandacht aan het uitvoeren van de taken. Is iedereen tevreden over de manier waarop de taken worden uitgevoerd? Is iedereen tevreden over de eigen taak? Is er voldoende medewerking van de anderen? Laat de taken niet versloffen, maar hou het levend. Taken kunnen bijgesteld worden, er kan tussendoor gewisseld worden, er kunnen ook nieuwe bedacht worden. Leg uit dat u graag wilt dat iedereen elkaar kan aanspreken op wat goed gaat en wat beter kan. Dat is geen klikken. Probeer het wel zo vriendelijk mogelijk te zeggen, zodat de ander er ook iets mee kan doen. Zeg het ook wanneer iets goed gaat! Taken rouleren Dit kan eenvoudigweg gebeuren door bijvoorbeeld een flexibel takenbord, zoals hierboven. Iedereen komt een keer voor alle taken aan de beurt. U kunt er ook voor kiezen kinderen opnieuw te laten solliciteren op een taak. Hou er dan rekening mee welke kinderen hun eerste keus al gehonoreerd hebben gezien en welke niet.

35 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Les 5 Opstekers, tips en afbrekers Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen leren kritiek op een positieve manier te formuleren zodat het geen afbreker is. de tip, negatief, positief, de kritiek genda op bord Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Twee of drie heldere stiften Twee grote rode harten, geknipt uit karton, met daarop geschreven Dit ben ik 95 Voorbereiding Als de school al enige tijd bezig is met weten de leerlingen inmiddels wat opstekers en afbrekers zijn. Haal dan kort de begrippen weer even op. In deze les wordt ook de tip aangeboden: op een positieve manier kritiek geven. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Afbrekers, tips en opstekers Opstekers en tips bedenken Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Opstekers bedenken Vertel de groep dat ze samen heel veel verschillende opstekers voor elkaar gaan bedenken met behulp van TafelRondje per Tweetal: in tweetallen werken de leerlingen om de beurt, schriftelijk, aan het uitwerken van een opdracht. Bedenk klassikaal een paar voorbeelden waar leerlingen elkaar opstekers over kunnen geven. Zorg voor verschillende voorbeelden, bijvoorbeeld ook over wat iemand goed kan of doet (bijvoorbeeld: aardig zijn, helpen). Demonstreer met een leerling de werkwijze. Maak tweetallen. Ieder tweetal heeft één blad papier en één pen. Laat de leerlingen vervolgens om de beurt een opsteker voor iemand bedenken en opschrijven. Wees er attent op dat de leerlingen vaart houden in het wisselen. Inventariseer na afloop door elk tweetal een opsteker te laten noemen. Er mogen alleen nieuwe opstekers genoemd worden.

36 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Geef de leerlingen opstekers voor hun inbreng en de manier waarop ze hebben samengewerkt. De lijstjes kunnen in de klas opgehangen worden ter inspiratie. 96 Wat gaan we leren? Vraag de leerlingen waar het blok en waar de vorige les van over ging, en pak de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP van de vorige les erbij. Bekijk wat er op staat. Vandaag gaan we het hebben over opstekers en afbrekers. Staat daar al iets over op ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP? Zo nee, dan gaan we dat er na deze les bijschrijven. We voelen ons prettiger in een groep als we gewend zijn aardig te zijn tegen elkaar. Het doel van de les van vandaag is te voelen wat er gebeurt als we wel of juist niet aardig zijn voor elkaar. Loop de agenda van vandaag door, en vraag of iedereen akkoord is. negatief vooral op de vervelende en slechte dingen letten positief de goede kant ergens van zien de kritiek als je kritiek hebt op iemand, zeg je wat hij fout doet de tip een goede raad waar je iets aan hebt Afbrekers, tips en opstekers Soms zeggen we onaardige dingen tegen elkaar waardoor we de ander verdrietig maken. Bijvoorbeeld: wat heb jij gekke schoenen aan. Met zo n opmerking doe je iemand pijn. Pijn van binnen. Je maakt dat iemand zich niet prettig meer voelt. Zo n opmerking noemen we een afbreker. Een afbreker is negatief. Schrijf het woord negatief op het bord. Negatief zijn, betekent dat je vooral op de slechte en de vervelende dingen let en dat op een nare manier zegt. Hoe voel je je als je een afbreker krijgt? Vinden jullie dat er vaak afbrekers worden gebruikt in deze groep? Wat vinden jullie daarvan? Het tegenovergestelde van een afbreker is een opsteker: aardige en positieve dingen om tegen elkaar te zeggen. Schrijf het woord positief op het bord. Je bent positief als je vooral op leuke en goede dingen let en aardige dingen zegt. Hoe voel je je als je een opsteker krijgt? Wie heeft er pas nog een opsteker gekregen? Vinden jullie dat er vaak opstekers gebruikt worden in deze groep? Nou kan het zijn dat je kritiek hebt op iemand, bijvoorbeeld omdat hij iets niet goed doet. Dan ga je natuurlijk geen opsteker geven. Schrijf het woord kritiek op het bord. Kritiek geven, betekent dat je zegt wat je niet leuk of niet goed vindt. Wordt het dan toch een afbreker? Of kun je dat dan op een andere manier zeggen dan met een afbreker? Kun je dat op een positieve manier zeggen? Hoe dan? Laat leerlingen bedenken hoe je iemand kritiek geeft zonder in de (negatieve) afbrekers te vervallen. Geef een voorbeeld. Zoiets als: Als iemand de taak heeft om het bord uit te vegen, en dat nooit echt goed doet (er blijven altijd vegen en vlekken achter), dan kun je zeggen: je veegt het bord nooit goed uit (afbreker), of je kunt zeggen: mag ik je een tip geven? je kan de spons misschien beter eerst goed schoonmaken voor je gaat vegen. Dan geef je iemand een tip. Schrijf het woord tip op het bord. Een tip is een goede raad waar je iets aan hebt. U kunt nu het volgende woordweb op het bord zetten en bespreken: Opsteker Kritiek Afbreker (negatief) Tip (positief)

37 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Vat samen: Een opsteker is iets aardigs zeggen tegen iemand. Je kunt ook kritiek hebben op iemand. Negatieve kritiek is onaardig, gemeen, onvriendelijk. Dat noemen we een afbreker. Positieve kritiek is zeggen dat je iets niet goed of niet leuk vindt op een gewone manier. Dat noemen we een tip. Van een tip kan de ander juist wat opsteken. Aan een tip heb je wat. 97 Opstekers en tips bedenken Vertel: Net zoals in groep 4 ga ik jullie een verhaal voorlezen dat gaat over afbrekers. Daarna lees ik het verhaal nog een keer voor en dan bedenken jullie tips en opstekers in plaats van al die afbrekers. Luister goed. Laat een van de Dit ben ik! -harten omhoog houden door een helper. Lees het verhaal hieronder voor. Na elke afbreker die de figuur in het verhaal ontvangt, scheurt u (of uw helper) een stukje van het hart af, en laat het op de grond vallen. Op het einde van het verhaal, dat u enigszins dramatisch vertelt, is het hart helemaal in stukken. Laura, opstaan, je moet naar schoo-hool! Ze was laat. Laura hoorde het wel maar ze had eigenlijk niet zo n zin om naar school te gaan. Ze zat in een nieuwe groep en ze was nog helemaal niet gewend. Ze moest nog vriendinnen maken en er was nooit iemand die naar haar toe kwam. Met wie zou ze vandaag gaan lopen op de speelplaats? Daar moest ze over nadenken. Maar toen kwam haar moeder schreeuwend binnen: Hé, luilak, schiet je nou eens op! (Scheur een stukje van het hart af.) Toen stond Laura maar op. Ze bedacht dat ze vrolijke kleren zou aantrekken vandaag. Dan zouden ze haar wel zien staan. Ze trok haar verjaardagsjurk van vorig jaar, met strikken en bedeltjes erop aan. Haar zus, die een paar klassen hoger zat, kwam binnen, ging voor de spiegel staan en toen ze Laura in de spiegel zag zei ze: Nee hè, ga je dat aandoen naar school? Echt belachelijk! Ik hoor niet bij je, als je dat maar weet, ik ken je niet.. (Scheur) Laura deed haar verjaardagsjurk maar weer uit en trok een broek en een trui aan die ze vaak aan had. Haar moeder riep nog eens dat ze op moest schieten. Ze deed haar schoenen heel snel aan, en rende naar de keukentafel voor het ontbijt. Haar broer zat al aan tafel, aan de boterhammen met hagelslag. Ha ha, lachte hij met een mond vol chocola, Oen, je hebt twee verschillende schoenen aan. (Scheur) Samen liepen ze naar school. Toen ze daar aankwamen was het schoolplein al leeg. Iedereen was al naar binnen. Als ik straf krijg is het jouw schuld, siste haar broer. (Scheur) Laura deed de deur van haar klas open. De groep zat in een kring. Miriam was wat aan het vertellen. De juf deed net of ze Laura niet zag. (Scheur) Ze ging maar aan haar tafeltje zitten. Pas toen de kring afgelopen was, zei de juf wat. Wie te laat binnenkomt, moet ook maar later naar huis gaan, zei de juf. (Scheur). Tijdens het lezen kreeg Laura de beurt om hardop te lezen. De fabriekshal stond vol ma-gienes, las ze. Zo, magienes. En hoe zien magienes eruit, Laura? vroeg de juf. Er werd gegiecheld in de groep. (Scheur) In de pauze gingen ze appeltje spelen. Een modderbal die Laura gooide, kwam tegen Miriams jas aan. Je gaat maar mooi wassen, snauwde Miriam, of heb je geen geld voor waspoeder?. (Scheur) Om drie uur rende Laura naar huis, blij dat ze naar haar vriendinnen kon. In het plantsoentje struikelde ze over een uitstekende boomwortel. Er zat gelijk een gat in haar broek. Toen haar moeder de deur opendeed was dat het eerste dat ze zag en ze zei: Jij kan toch ook nooit eens iets heel houden. (Scheur)

38 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 98 Nabespreking: Waarom hebben we bij iedere afbreker een stukje van het hart gescheurd? Hoe denk je dat Laura zich aan het eind van de dag voelt? Waarom? Hoe zal het met haar gaan als ze elke dag zo behandeld wordt? Laat dan het tweede hart omhoog houden. Een nieuw hart voor Laura met nieuwe kansen. Vertel de leerlingen dat je het verhaal weer gaat vertellen, maar dat zij deze keer tips en opstekers bedenken voor Laura, in de plaats van afbrekers. Elke keer als een leerling een tip of een opsteker noemt, kleurt de helper een stukje van het hart met verschillende kleuren of plakt er stickers op. Om het eenvoudiger te maken, kunt u iedere keer zeggen of u een tip of een opsteker wilt, of beide. Laura, opstaan, je moet naar schoo-hool! Ze was laat. Laura hoorde haar moeder wel roepen maar ze had eigenlijk niet zo n zin om naar school te gaan. Ze zat in een nieuwe groep en ze was nog helemaal niet gewend. Ze moest nog vriendinnen maken en er was nooit iemand die naar haar toe kwam. Met wie zou ze vandaag gaan lopen op de speelplaats? Daar moest ze over nadenken. Maar toen kwam haar moeder binnen en zei: Misschien kun je morgen je wekker wat eerder zetten. (bedenk de eerste keer zelf een tip als voorbeeld, zoiets als hiervoor, en versier het hart.) Toen stond Laura op. Ze bedacht dat ze vrolijke kleren zou aantrekken vandaag. Dan zouden ze haar wel zien staan. Ze trok haar verjaardagsjurk van vorig jaar, met strikken en bedeltjes erop aan. Haar zus, die een paar klassen hoger zat, kwam binnen, ging voor de spiegel staan en toen ze Laura in de spiegel zag zei ze:... ( tip of opsteker. Versier het hart.) Laura deed haar verjaardagsjurk toch maar weer uit en trok een broek en een trui aan die ze vaak aan had. Haar moeder riep dat ze op moest schieten omdat ze anders te laat zou komen. Ze deed heel snel en zonder te kijken haar schoenen aan, en rende naar de keukentafel voor het ontbijt. Haar broer zat al aan tafel, aan de boterhammen met hagelslag. Hij zag haar schoenen en zei:... (tip. Versier het hart.) Samen liepen ze naar school. Toen ze daar aankwamen was het schoolplein al leeg. Iedereen was al naar binnen. Haar broer zei:.. (tip. Versier het hart.) Laura deed de deur van haar klas open. De groep zat in een kring. Miriam was wat aan het vertellen. De juf.. (wat deed de juf? Een tip of opsteker. Versier het hart) Toen de kring afgelopen was zei de juf:... (Opsteker. Versier het hart.) Tijdens het lezen kreeg Laura de beurt om hardop te lezen. De fabriekshal stond vol magienes, las ze. De juf zei:.. (Opsteker en tip. Versier het hart.) In de pauze gingen ze appeltje spelen. Een modderbal die Laura gooide kwam tegen Miriams jas aan. Miriam zei:.. (Een tip, hier past natuurlijk geen opsteker.) Om drie uur rende Laura naar huis, blij dat ze naar haar vriendinnen kon. In het plantsoentje struikelde ze over een uitstekende boomwortel. Er zat gelijk een gat in haar broek. Toen haar moeder de deur opendeed en ze dat gat zag, zei ze:... (Een tip en opsteker. Versier het hart.) Nabespreking: Hoe denk je dat Laura zich voelt na deze dag? Hoe zal het met haar gaan als ze elke dag zo behandeld wordt?

39 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 5 Vat samen: Dit verhaal laat zien hoe belangrijk het is om geen afbrekers te gebruiken, maar opstekers of tips. Wat hebben we geleerd? Deze les ging over opstekers en afbrekers, maar vooral over tips geven in plaats van een afbreker. Denken jullie dat je dat kunt? Dat je dat gaat doen? Of is dat moeilijk? 99 Afsluiter De poster Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. We pakken de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP erbij en vragen de leerlingen wat we zullen opschrijven over opstekers en afbrekers en tips, bijvoorbeeld: We geven elkaar geen afbrekers maar wel tips. En ook opstekers. Laat de leerlingen de formulering bedenken. Hebben ze er nog andere ideeën over? Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: geef opstekers waar dat kan en bedank leerlingen voor hun inbreng geef positieve kritiek waar dat moet, gebruik het woord tip waar dat kan signaleer opstekers en positieve kritiek complimenteer de gever ervan benoem een afbreker wanneer u die signaleert maar maak er geen toestand van; het gaat om bewustwording en niet om bestraffing Woordmuur De woorden die na deze les opgehangen worden, zijn: negatief vooral op de vervelende en slechte dingen letten positief de goede kant ergens van zien de kritiek als je kritiek hebt op iemand, zeg je wat hij fout doet de tip een goede raad waar je iets aan hebt De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Deze poster hangt de eerste twee weken op een prominente plek. Hij wordt bijna iedere les bijgewerkt.

40 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES Opstekersysteem Ontwerp een systeem in de klas waardoor leerlingen opstekers kwijt kunnen en daardoor ook gestimuleerd wordt om dat te doen. Zet bijvoorbeeld een brievenbus in de klas met lege briefjes ernaast waar leerlingen hun opstekers op kunnen schrijven. Kijk aan het eind van de dag of er nog opstekers zijn. Spreek van tevoren met de leerlingen hoe u met het systeem omgaat. Briefjes voorlezen? Met afzender erbij? Anoniem? Suggesties voor Toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die u tijdens dit blok kunt doen om kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. De Gouden Knoop Aan het begin van de ochtend geeft u één leerling, ongemerkt voor de anderen, de Gouden Knoop. De leerling die de Gouden Knoop heeft (of een Gouden Sleutel of iets anders) doet extra zijn of haar best op het geven van opstekers. Aan het eind van de ochtend of de dag raden de leerlingen wie vandaag de Gouden Knoop had. Leerling van de Dag of Week Stel de leerling van de dag (of week) in. Gebruik een speciaal fotolijstje, waarin de foto van de leerling van de week komt. Deze leerling staat letterlijk in het zonnetje die week. Verzamel opstekers over hem of haar. Geef hem of haar een speciale behandeling. Buttons Maak een paar buttons met bijvoorbeeld een opgestoken duim. Leerlingen die een positieve bijdrage aan de groep hebben geleverd, mogen een dag die button dragen. De Opstekerclub Vertel in de kring dat we een Opstekerclub gaan oprichten. Iedereen in de groep is lid van de club, maar daar hoort wel bij dat ze vaak iets aardigs doen voor een ander of een opsteker geven. Laat de leerlingen eerst hun lidmaatschapkaart maken: een kaartje in de vorm van een hart, waarop aan beide kanten hun naam staat. Ze mogen één kant van dat kaartje zelf versieren. De andere kant blijft onversierd. Aan de muur komt een groot vel te hangen, liefst in de vorm van een hart, met daarop geschreven De Opstekerclub. Alle lidmaatschapskaartjes komen aan dat vel te hangen zodat ze omgedraaid kunnen worden. Elke ochtend hangen de kaartjes met hun onversierde kant naar voren. Elke keer dat iemand iets aardigs doet, of een opsteker geeft, mag hij of zij zelf het kaartje omdraaien (met de versierde kant boven). Doe dit bijvoorbeeld drie ochtenden. Bespreek na elke ochtend hoe het gegaan is, en leg daarbij de nadruk op dat de leerlingen die nog niet zijn omgedraaid dat heel snel kunnen veranderen. Bespreek met henzelf wat ze zouden kunnen doen om dat te bewerkstelligen.

41 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 6 Les 6 Respecteren van verschillen Doel blok 1: Kern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen weten dat mensen, ook vrienden, kunnen verschillen van mening. De leerlingen geven hun mening over stellingen en beargumenteren deze. Ze ervaren dat een verschil van mening niet tot een conflict hoeft te leiden en ook dat je van mening kunt veranderen. eens, oneens, de mening, het argument Agenda op bord Drie bordjes: EENS, ONEENS, GEEN MENING De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Per leerling een blaadje papier (A6-formaat) en een pen 101 Voorbereiding Maak drie bordjes: EENS, ONEENS, GEEN MENING en hang die op verschillende plekken in de klas op. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Meningenmeter Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Zoek Iemand Die Vandaag doen we een variant van Zoek Iemand Die als Binnenkomer, om zoveel mogelijk andere leerlingen te ontmoeten in de groep. Laat alle leerlingen op een blaadje vijf spelen (bijvoorbeeld verstoppertje) of spelletjes (bijvoorbeeld Mens erger je niet) noteren die ze leuk vinden. Het mogen geen computerspelletjes zijn. Laat ze door de klas lopen met hun hand omhoog, tot ze een partner hebben gevonden. Laat ze zoeken naar iemand die een van die spelletjes ook leuk vindt. Zo ja, dan mogen ze diens naam noteren achter dat spel. Oberveer tijdens de activiteit of jongens en meisjes goed mixen. Bespreek met de groep wanneer bepaalde spelen gespeeld worden met de groep. Leerlingen nemen weer afscheid van elkaar en zoeken een nieuwe partner. Stimuleer dat leerlingen verschillende partners kiezen door tussen de rondjes door opstekers te geven over leerlingen die dat goed doen. Op uw teken gaat iedereen weer zitten.

42 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt Wat gaan we leren? Vraag de leerlingen waar het blok over gaat en waar de vorige les over ging. Neem het doel van deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vandaag gaat het over je mening (schrijf mening op het bord). Dit woord is in groep 4 behandeld. Stel een aantal vragen om het woord weer tot leven te wekken: - Wat is dat ook alweer, als je een mening over iets hebt? - Wie van jullie heeft ergens een mening over? (vingers, kies iemand uit) - Waar heb jij een mening over? (het onderwerp waarover de mening gaat) - Wat is jouw mening daarover? (de mening zelf) - Zijn er andere meningen daarover? Vandaag gaan we kijken naar jullie mening en hoe we omgaan met verschillen van mening. eens als je dezelfde mening hebt als een ander ben je het eens met elkaar oneens als je niet dezelfde mening hebt als een ander ben je het oneens met elkaar Meningenmeter Plak het bord EENS aan de ene kant van het lokaal, en het bord ONEENS aan de andere kant. Plak het bord GEEN MENING op de grond ergens halverwege. Wijs op de borden EENS, ONEENS, GEEN MENING. Wat betekent het woord eens ook alweer? Wat zou het woord oneens betekenen? Als je het eens bent met iets, heb je dan een mening? Als je het oneens bent met iets, heb je dan een mening? Als je geen mening hebt, heb je dan een mening? Vertel de leerlingen dat u straks een uitspraak geeft. Bijvoorbeeld: vanille-ijs is lekkerder dan chocolade-ijs. Als je dat ook vindt, ben je het ermee eens. Dan ga je bij het bordje EENS staan. Als je dat niet vindt ben je het ermee oneens. Dan ga je bij het bordje ONEENS staan. En misschien weet je het niet, dan ga je bij GEEN MENING staan. Benadruk dat je vraagt om meningen, en dat er geen goed- of fout-antwoorden mogelijk zijn. Lees een paar van de volgende uitspraken voor, en laat de leerlingen hun positie innemen: - Fanta is lekkerder dan Cola. - als iemand je slaat, moet je terugslaan. - leerlingen moeten niet meer dan 2 uur per dag televisie kijken. - leerlingen mogen geen petten op in de klas. - meisjes werken harder dan jongens. - op je verjaardag mag je in school wel fruit maar geen snoep uitdelen. Stel de volgende vragen: - Waarom ben jij het ermee (on)eens? Wat is jouw argument? Parafraseer de argumenten door te zeggen: Dus jouw argument is. - Wie (van dezelfde mening) heeft nog een ander argument? - Hoe komt het dat jij geen mening hebt? - Heeft iemand een argument gehoord waardoor hij of zij van mening verandert? Dan mag je ergens anders gaan staan. - Waarom ben jij van mening veranderd? het argument de reden waarom je iets vindt Voer deze stappen een aantal keer uit. De leerlingen wennen dan aan de procedure en begrijpen dat je ook van mening kunt veranderen. Nabespreking: Benadruk het belang van je eigen mening. Als iemand een andere mening heeft dan jij, is hij dan gek? Heeft hij het dan niet begrepen? Kun je dan geen vrienden meer zijn? Je kunt van mening veranderen als je een goed argument hoort. Schrijf het woord argument op het bord. We hebben het woord argument al een paar keer gehoord. Wat is een argument? Laat een paar formuleringen komen en definieer: Een argument is de reden waarom je iets vindt.

43 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 6 Wat hebben we geleerd? Wat heb je nu geleerd over meningen? Vind je het nuttig om te weten? Vat samen: Iedereen mag zijn eigen mening hebben. Als je verschillende meningen hebt, betekent dit niet dat je geen vrienden meer kunt zijn, of dat je iemand gek vindt. Als je een goed argument van iemand hoort, kun je van mening veranderen. 103 Bedenk samen met de leerlingen of ze iets over het hebben van verschillende meningen op de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP willen schrijven. Bijvoorbeeld: Iedereen mag zijn eigen mening hebben. Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Eens - oneens De leerlingen lopen door de klas. Op een teken van de leerkracht staan ze stil en vormen een tweetal met de dichtstbijzijnde. De leerkracht stelt een vraag, bijvoorbeeld: - wat is het lekkerst op je brood? - wat is een leuke jongensnaam? - welke frisdrank is het lekkerst? - wat is het leukste vak op school? - wiens moeder is het liefst? De leerlingen hebben 15 seconden de tijd om te kijken of ze het over het antwoord eens worden of niet. Daarna vraagt de leerkracht: wie zijn het eens? (paar voorbeelden); wie zijn het oneens? (paar voorbeelden). Herhaal dit een aantal keren. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: benoem de komende tijd verschillende meningen die er zijn in de groep vraag leerlingen naar hun mening, als het te pas komt benadruk het positieve van het bestaan van verschillende meningen

44 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 6 Woordmuur De woorden die na deze les opgehangen worden, zijn: de mening hoe je over iets denkt, wat je ervan vindt eens als je dezelfde mening hebt als een ander ben je het eens met elkaar oneens als je niet dezelfde mening hebt als een ander ben je het oneens met elkaar het argument de reden waarom je iets vindt 104 De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Deze poster hangt bijgewerkt met een uitspraak over je eigen mening op een prominente plek in de klas. Verwijs ernaar als de situatie zich voordoet.

45 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 Les 7 Leren samenwerken Doel blok 1: Leskern: Materiaal: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De leerlingen oefenen met samenwerken en reflecteren erop. Agenda op het bord Creatief materiaal naar keuze om monsters mee te kunnen maken zoals karton, papier, stickers, wol, touw, weggooimateriaal, en scharen, nietmachines, lijm, plakband Werkblad Toelichting In dit blok werken we aan een positieve groep waarin leerlingen goed met elkaar kunnen samenwerken. Om dit te stimuleren geven we deze les over samenwerken. Het is de bedoeling van deze les dat de leerlingen samenwerking oefenen door iets creatiefs te maken. U kunt de suggestie in deze les overnemen of hier zelf invulling aan geven. In dat geval gebruikt u van deze les alleen Wat hebben we geleerd? De les kan in de tijd van de crea-les worden gegeven. Voorbereiding Leg creatief materiaal klaar. Kopieer voor iedere leerling werkblad 7.1. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Samen monsters maken Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Samen gaan staan Laat tweetallen maken. Zij zitten met hun gezichten naar elkaar toe, met de voeten tegen elkaar en elkaars handen vast. Probeer nu te gaan staan door elkaar op te trekken. Hierna in viertallen hetzelfde. Bespreek na: kun je zo in je eentje overeind komen? Of moet je samenwerken? Hoe dan?

46 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 Wat gaan we leren? Deze les gaat over samenwerken. In groep 5 vinden we het heel belangrijk dat we allemaal goed kunnen samenwerken met elkaar. Niet alleen met je vriendje of vriendinnetje, maar met iedereen in de groep. Je hoeft niet de beste vrienden te worden, maar je moet wel goed kunnen samenwerken. We gaan vandaag op een leuke manier oefenen met samenwerken. 106 Samen monsters maken Vertel dat we monsters gaan maken. We doen dat in groepen zodat je sámen aan het monster werkt. Benadruk dat het ook vooral om dat samenwerken gaat. Verdeel de groep in groepen van vier. Maak eerst willekeurige tweetallen, door gebruik te maken van de coöperatieve werkvorm Zoek Iemand Die: - Geef de leerlingen de volgende opdracht: Zoek als je een jongen bent een meisje, als je een meisje bent een jongen, die van een andere sport houdt dan jij. (Bij te weinig jongens of meisjes toch zoveel mogelijk verdelen over de tweetallen). - De leerlingen lopen door de klas en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden en maken een tweetal. Creëer bij een oneven aantal voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal (de bofkont). - Laat vervolgens twee tweetallen die dicht bij elkaar staan een viertal vormen. Vertel dat iedere groep een monster gaat maken. Ieder lid van de groep maakt een deel van het monster. Monsters kunnen er heel raar uitzien. Je gaat van tevoren met elkaar afspreken hoe het monster er ongeveer uit gaat zien en je gaat kijken wie wat gaat maken. Als ieder zijn eigen stuk heeft gemaakt, moet je het monster ook samen in elkaar zetten. Geef iedere groep materiaal. Als de monsters klaar zijn, kunt u de opdracht geven om een naam voor het monster te bedenken en er een verhaal bij te verzinnen. Spreek af wie het verhaal vertelt. Geef de groepen ondersteuning in deze afspraken. Maak een tentoonstelling van de monsters. Laat de eventuele verhalen over het monster vertellen door de presentator. Wat hebben we geleerd? Hou een nagesprek over samenwerken in de groepen. U kunt de volgende vragen inbrengen: - heeft iedereen meegedaan? - hebben jullie afgesproken wie wat zou maken? - had er iemand de leiding? - hebben jullie allemaal kunnen zeggen wat je wilde? - hoe hebben jullie een naam voor het monster gekozen? - wat was leuk aan het samenwerken? - wat was er moeilijk aan het samenwerken? - waren jullie het steeds eens met elkaar? - waren jullie het wel eens oneens? - hoe is dat opgelost? - heb je iets van de ander geleerd?

47 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 Vat samen: Samenwerken is leuk, maar het kost ook tijd want je moet met elkaar overleggen. En je kunt niet altijd je eigen zin doen. Maar soms worden dingen mooier als je ze samen doet. Of het is leuker dan in je eentje werken. We nemen de poster ZO WILLEN WE DAT IN ONZE GROEP erbij. Wat kunnen we zeggen over samenwerken in onze groep? Wat moet je doen als je samenwerkt? Wat niet? Noteer in samenspraak met de groep één of meer afspraken over het samenwerken op de poster. 107 Afsluiter Vaak en nooit Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Geef de leerlingen werkblad 7.1. Vertel dat u wilt weten welke leerlingen vaak samen met elkaar spelen of werken of praten en welke leerlingen weinig met elkaar spelen, werken of praten. Het is de bedoeling dat ze in ieder hokje één naam van een medeleerling schrijven en telkens een andere naam. Er komen dus zes namen op het werkblad. Haal de werkbladen op. Het is de bedoeling dat u aan de hand van deze werkbladen voor de volgende les tweetallen van leerlingen samenstelt die weinig met elkaar omgaan. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: laat de leerlingen regelmatig samenwerken observeer de leerlingen als ze in groepjes samenwerken wissel groepjes vaak van samenstelling. laat ze steeds met nieuwe leerlingen samenwerken bespreek na het samenwerken het proces van samenwerken Observeer hoe leerlingen samenwerken Probeer als leerlingen in groepjes samenwerken te observeren hoe de samenwerking verloopt. Let op sterke en zwakke punten, die u later kunt gebruiken in een bespreking. In het begin is het altijd moeizaam, maar op den duur leren leerlingen het.

48 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 7 Suggesties voor Toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die tijdens dit blok kunt doen om kennis en vaardigheden te oefenen en te verdiepen. 108 Samenwerkend leren Uit onderzoek blijkt dat leerlingen zowel op cognitief als op sociaal gebied meer leren als er wordt samengewerkt. Leerlingen leren veel van elkaar: taalgebruik, aanpakken en strategieën, motivatie, enzovoort. Over samenwerkend leren zijn boeken vol geschreven. In dit bestek volstaan we met de suggestie om af en toe gerichte opdrachten te geven aan groepjes leerlingen, waarbij sprake is van: - uitwisseling van ideeën - een gezamenlijk doel - onderlinge afhankelijkheid om het doel te bereiken - ieder kind individueel verantwoordelijk is voor het eindresultaat. De placemat-oefening: Groepjes van vier leerlingen. Elke groep krijgt een groot vel papier. In het midden tekent een leerling een rechthoek, vervolgens trekken de leerlingen uit elke hoek van de rechthoek een lijn naar de hoek van het papier. U geeft een opdracht. Bijvoorbeeld: noem 5 dingen die nodig zijn om het in de klas nog gezelliger te maken. Individueel: de leerlingen schrijven ieder in hun vakje hun ideeën op. Vervolgens proberen de groepsleden tot een gezamenlijk antwoord te komen. Leerlingen beargumenteren hun keuze en staan open voor de inbreng van de anderen. Het gemeenschappelijke antwoord wordt ingevuld in de gemeenschappelijke rechthoek in het midden van de placemat. Klassikale uitwisseling: U wijst willekeurig een groepslid aan en vraagt kort enkele groepjes naar hun antwoord. En u vraagt steeds naar de samenwerking: - hoe verliep de samenwerking? - heb je iets van een ander geleerd? - hoe kwamen jullie tot overeenstemming? - waren er problemen? - hoe zijn die opgelost? Wissel van samenstelling Wissel groepjes vaak van samenstelling. Laat ze steeds met nieuwe leerlingen samenwerken. Dit bevordert hun vaardigheden. Manieren om groepen samen te stellen zijn onder andere: - voor groepen van vier: neem een kaartspel en laat ieder een kaart pakken; azen bij elkaar, heren bij elkaar, enzovoort - alle namen in een hoed, en pak er drie uit (groep 1 is Fayed, Zouhir en Bouchra; ) - fluister de naam van een dier in het oor van elke leerling; vraag een het geluid van dat dier na te doen; alle honden bij elkaar, enzovoort.

49 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 8 Les 8 Samenwerken met één ander Doel blok 1: Leskern: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Leerlingen worden gekoppeld aan een klasgenoot die ze niet zo goed kennen. Samen voeren ze een klein toneelstukje op. Agenda op bord De ingevulde Werkbladen 7.1 van les 7 De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP 109 Toelichting In de vorige les hebben leerlingen in een groep samengewerkt aan een creatief project. In deze les gaan ze nog een keer samenwerken, maar nu in tweetallen en met iemand die ze niet zo goed kennen. De bedoeling hiervan is om leerlingen te leren dat je ook kunt samenwerken met iemand die je zelf niet hebt uitgekozen. Immers, in een democratische samenleving moet je ook wel eens iets doen met mensen die niet tot je familie, vrienden of kennissen behoren. Voorbereiding Stel aan de hand van de werkbladen uit les 7 van tevoren tweetallen samen van leerlingen die weinig met elkaar omgaan. Iedere leerling heeft drie namen opgegeven van medeleerlingen waarmee ze weinig werken, spelen of praten. Gebruik deze gegevens om de tweetallen samen te stellen. Probeer zoveel mogelijk jongen/meisje combinaties te maken. Schuif tafels voor deze les aan de kant. Stoelen in een kring. Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Toneelspelen Wat hebben we geleerd? Afsluiter Binnenkomer Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Op de knieën zitten De leerlingen gaan in een kring staan. Zo mogelijk jongens en meisjes om en om. Ze draaien hun gezicht naar degene naast hen, zodat ze achter elkaar staan. Dan zakken ze door hun knieën waarbij ze proberen op de knieën van degene achter zich terecht

50 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 8 te komen. En tegelijk degene die ze voor zich hebben op de knieën krijgen. Als de groep groot is kunnen er twee kringen worden gemaakt. Dan kan er ook een wedstrijdje van gemaakt worden, welke kring het eerst helemaal zit. 110 Wat gaan we leren? Vertel dat we vandaag weer gaan samenwerken. Herinner de leerlingen aan de vorige samenwerkles. Toen hebben we in tweetallen samengewerkt. Vandaag gaan we weer in tweetallen samenwerken. Ik heb de tweetallen al ingedeeld. Weten jullie nog dat jullie hebben opgeschreven met wie je vaak werkt, speelt en praat en met wie bijna nooit? Ik heb nu tweetallen gemaakt van leerlingen die weinig of nooit met elkaar spelen, werken of praten. Die gaan vandaag iets doen met elkaar. Wie kan bedenken waarom ik dat zo gedaan heb? Laat de leerlingen hierover een explorerend gesprek voeren. Een explorerend gesprek is een gesprek waarbij niet van te voren vaststaat wat het goede antwoord is. Eigen ideeën, ervaringen, eigen meningen en argumenten zijn belangrijk. Geef daarom niet meteen aan wie het goede antwoord geeft. Vat het antwoord kort samen of zeg alleen m-m, ja, of dank je wel. Geef verschillende leerlingen een beurt, vraag naar verschillende ideeën. Haal daarna de goede elementen uit de antwoorden en vertel dat het belangrijk is dat je ook eens kunt samenwerken met iemand die je niet zo goed kent. Toneelspelen Geef de tweetallen de opdracht een beroep uit te beelden, in een situatie waarbij twee mensen noodzakelijk zijn bijvoorbeeld: - verkoper en klant (wat wordt er verkocht?) - politieagent deelt bekeuring uit (waarvoor?) - taxichauffeur of buschauffeur en passagier - schoonheidsspecialiste en klant - juf en leerling - dierentuinoppasser en dier - stewardess en passagier - verpleger en zieke. Laat de tweetallen hun act voorbereiden. Laat de voorbereide acts uitspelen. Het mag niet te kort duren. Er moet interactie zijn tussen de twee. Beide nemen er aan deel. Laat raden wat er uitgebeeld werd. Laat bij het raden ook verwoorden wat ze precies deden. De acteurs vertellen zo nodig wat ze deden. Wat hebben we geleerd? Hou een evaluerend gesprek over samenwerken. U kunt de volgende vragen inbrengen: - Hebben jullie allebei inbreng gehad bij de voorbereiding? - Is het samenwerken met iemand die je niet zo goed kent anders dan samenwerken met een vriendje? Wat is er anders aan? - Wat vind je leuk aan samenwerken? - Wat vind je moeilijk aan samenwerken? - Hoe zorg je dat je goed samenwerkt?

51 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 8 Vat samen: Samenwerken doe je niet alleen met je eigen vriendjes maar ook met iemand anders. Pak de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP erbij en vraag aan de groep of er wat over samenwerken op zou moeten staan, bijvoorbeeld: - Bij samenwerken denk je allebei mee. - Als je samenwerkt, speelt niemand de baas. 111 Afsluiter Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Met elkaar uitbeelden Laat de leerlingen door elkaar lopen, eventueel op muziek. Als de muziek stopt (of als u stop roept) vormen ze een tweetal met de leerling die het dichtst bij ze staat. Blijft iemand over bij een oneven aantal dan is dat de vrije vogel die zich bij een tweetal mag aansluiten. De tweetallen moeten niet te dicht bij elkaar staan. Geef vervolgens de tweetallen een aantal opdrachten die ze met elkaar moeten uitbeelden. Hou het tempo erin: - een bal naar elkaar gooien - een ballon naar elkaar tikken - badmintonnen - bellen blazen - een bal naar elkaar schoppen - telefoneren - Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt. Leerkracht: laat de leerlingen regelmatig samenwerken met iemand die ze niet zo goed kennen De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Deze poster hangt bijgewerkt met een uitspraak over samenwerken op een prominente plek in de klas. Verwijs ernaar als de situatie zich voordoet. Uitbeelden Als de les succesvol was, kunt u het uitbeelden en raden er een tijdje in houden. Bijvoorbeeld als activiteit tussen de lessen door. Of als afsluiter van een dag. Stel dan wel als voorwaarde dat twee leerlingen hun act goed samen voorbereiden, want het gaat ons om de samenwerking. U kunt ook als voorwaarde stellen dat je je act doet met één van de leerlingen waar je weinig mee doet en die je opgeschreven hebt op Werkblad 7.1.

52

53 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Les 9 - aangepaste les Pesten en plagen Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich medeverantwoordelijk voor voelen. Het verschil tussen pesten en plagen wordt besproken. De leerlingen bedenken waarom pesten niet kan en bedenken aan de hand van concrete voorbeelden wat ze kunnen doen als er gepest wordt. plagen, pesten, de meeloper, de anderen Agenda op bord Werkbladen 9.1 t/m 9.8 (te vinden achter het tabblad Werkbladen in de groepsmap) Illustraties PLAGEN en PESTEN (achter deze les en in kleur te downloaden van het Download Center van de website) Stappenplan Pesten (zie lesbeschrijving) Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP 113 Toelichting In voorafgaande lessen hebben we het plezierig omgaan met elkaar besproken. In deze les krijgt de weerbaarheid tegen plagen en pesten aparte aandacht. Veel leerlingen komen bij de leerkracht klagen over pesten terwijl het in werkelijkheid plagen is. Het verschil met pesten is dat bij plagen (meestal) de geplaagde leerling opgewassen is tegen de plager, het plagen incidenteel is en niet structureel, en dat het niet met bedreiging of geweld gepaard gaat. De insteek bij plagen is bovendien eerder elkaar aan het lachen maken, dan dat er sprake is van een expliciet negatieve intentie en buitensluiten. We hebben de leerlingen geleerd STOP! HOU OP! te zeggen als ze van plagerijen niet gediend zijn. Op deze wijze willen we voorkomen dat elke eenvoudige plaagsituatie door de leerkracht opgelost moet worden. Als STOP! HOU OP! niet afdoende is, mag een kind naar u toe komen. Dit is geen klikken! We willen immers dat iedereen zich veilig voelt. Als een leerling STOP! HOU OP! zegt en het plagen stopt niet of het komt telkens terug, ook nadat u de plager erop heeft aangesproken, dan gaat het over in pesten. Het gepeste kind is niet bij machte om het te stoppen. In dat geval treedt u als leerkracht op tegen de pester: Zorg dat het pesten ophoudt. Bespreek met de pester dat wat hij doet pesten is en geen plagen meer. Het gepeste kind heeft er veel last van. Dit is belangrijk om duidelijk te verwoorden, omdat kinderen zich niet altijd bewust zijn van wat hun gedrag bij de ander teweeg brengt. Laat dit eventueel door het gepeste kind zelf verwoorden. Leg de link met de grondwet: op deze school zorgen we ervoor dat iedereen zich veilig voelt! Dus we pesten niet! Bespreek wat verder nodig is en maak hierover een duidelijke afspraak. Bij blijvend pestgedrag kan de Oplossingsgerichte pestaanpak (OPA) worden ingezet. Deze aanpak staat beschreven in de handreiking Werken aan sociale veiligheid (hoofdstuk 12).

54 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES Ook is het zinvol om het onderscheid te maken tussen pesten en conflict. Een conflict is een verschil van mening of er is sprake van tegenstrijdige belangen (A wil dit en B wil dat). Soms ontaardt een conflict in een ruzie, als er sprake is van (fysiek of psychisch) geweld. Plagen kan leiden tot een conflict: A wil dat B ophoudt en B vindt het leuk om er nog even mee door te gaan. Pesten is van een andere orde. De machtsongelijkheid en de structurele gerichtheid op één persoon maakt het onvergelijkbaar met plagen of ruzie. Pesten is weloverwogen en proactief, gebeurt niet per ongeluk of spontaan, en ook niet als gevolg van uitlokking. Het is belangrijk om deze begrippen voor uzelf goed helder te hebben om ze in uw groep te kunnen gebruiken in situaties waarin er sprake is van plagen, pesten of een conflict. Dan wordt helder welke interventie er gevraagd wordt. Bovendien zijn kinderen geneigd botsingen met anderen snel als pesten te benoemen. Het kan de lading van een gesprek halen wanneer u de botsing tussen twee kinderen kunt herdefiniëren. Dus eigenlijk hebben jullie een conflict! Dan kunnen we daar een oplossing voor zoeken. Ook naar ouders is het zinvol om deze termen duidelijk van elkaar te onderscheiden. Wanneer een kind thuis vertelt dat het gepest wordt, roept dit sterke emoties op bij ouders. Wanneer u op school al helder kunt maken dat het hier niet om pesten ging, maar om plagen, of om een conflict, dan voorkomt u dat ouders een onjuist beeld krijgen van de situatie. Het volgende schema kan hierbij helpen: Plagen Pesten Conflict Ruzie Waar gaat het om? Aan elkaar gewaagd. Eenmalig Niet aan elkaar gewaagd. Gebeurt steeds weer. Met opzet. Negatieve gevolgen voor het welzijn van gepeste kind. Ingrijpen. Oplossingsgerichte pestaanpak. Een meningsverschil. Kan ontstaan door plagen. Een uit de hand gelopen conflict als er sprake is van geweld (schoppen, slaan, schelden). Interventie Geplaagde kind vragen wat het heeft gedaan om plagen te stoppen. Gesprek met beide kinderen. Verwijzen naar stappenplan Praat het uit. Of mediatie. Aanspreken op ongewenst gedrag. Laten afkoelen. Vervolgens mediatie. In deze les voor groep 5 frissen we de termen plagen en pesten op. Daarnaast laten we opnieuw het stappenplan zien dat leerlingen kunnen gebruiken als pesten hun overkomt. En vervolgens bedenken kinderen wat ze kunnen doen om als helper op te treden om pesten te stoppen. Kinderen leren dat ze kunnen ingrijpen en dat dit niet betekent dat je letterlijk tussenbeiden hoeft te komen, maar kleine dingen kunt doen om het gepeste kind te helpen. Ook is het voor de gepeste leerling van groot belang te weten dat anderen het pesten afkeuren. Vandaar dat we hierover een afspraak maken op de afsprakenposter. Voorbereiding Kopieer voor ieder groepje van vier leerlingen werkblad 9.1, 9.2, 9.3, 9.4. Knip de stroken los. Neem alles na gebruik weer in en bewaar het in een insteekmap in de lesmap. En kopieer werkblad 9.5, 9.6, 9.7 en 9.8, ook voor ieder viertal één kopie.

55 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Voorgestelde lesopbouw Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw groep daar aanleiding toe geeft. Agenda Binnenkomer Wat gaan we leren? Pesten en plagen Wat kun je doen? Wat hebben we geleerd? Afsluiter 115 Binnenkomer Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Favoriete eten Je gaat in een raket naar de maan. Je eten komt uit tubes: astronautenvoedsel (wat is een astronaut?). Maar er gaat ook een wondermagnetron mee. Daaruit kan ieder gerecht komen dat je wilt (wat is een gerecht?). Maar je kunt maar één gerecht inprogrammeren. Jij mag van tevoren aangeven welk gerecht dat is. Welk gerecht ga je inprogrammeren? Laat kinderen elkaar de beurt geven met de Wereldbal en hun gerecht noemen. Wat gaan we leren? Recapituleer waar we het in dit blok over gehad hebben: de poster van ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP, luisteren naar elkaar, opstekers geven, elkaars mening respecteren, de regels van de groep, taken verdelen. We willen een fijne groep, waar iedereen zich prettig en veilig voelt. We horen bij elkaar. Een van de dingen die we niet willen is dat er gepest wordt. Verwijs naar de regel uit de grondwet die gaat over veiligheid op school. Op onze school willen we voorkomen dat er gepest wordt, maar soms komt het toch voor. In deze les bekijken we wat je dan kunt doen. Loop de agenda na en vraag of iedereen het ermee eens is. Pesten en plagen Vertel dat er weleens leerlingen bij u komen die roepen: Juf/meester, ze pesten me. Dan vraagt u altijd: Is het pesten of is het plagen? Geef aan dat u wilt bekijken of de leerlingen weten wat het verschil is tussen een grapje, plagen en pesten. Laat groepjes van 3 of 4 leerlingen vormen, jongens en meisjes door elkaar. Deel in iedere groep de stroken van werkblad 9.1, 9.2, 9.3, 9.4 uit. Laat de stroken GRAPJE, PLAGEN en PESTEN naast elkaar op tafel neerleggen. De stroken met situaties (over verstoppen, bijnamen, bedreigen) worden over de groepsleden verdeeld. Om de beurt leest een leerling een situatie voor en gezamenlijk wordt in het groepje besloten waaronder de strook wordt neergelegd: GRAPJE, PLAGEN of PESTEN. Loop rond. Stimuleer, ondersteun. Bespreek kort na. Vat het verschil tussen pesten en plagen samen. Laat hierbij de illustraties PLAGEN EN PESTEN zien. Deze kennen de kinderen al uit groep 4. plagen iemand voor de grap een beetje boos maken

56 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Plagen kun je allebei bij elkaar doen. Het is ook zo weer voorbij. Tegen pesten kun je niet op. Het gebeurt telkens weer. De een is de pester en de ander wordt gepest. 116 pesten iemand op een gemene manier telkens weer plagen Wat kun je doen tegen pesten? Laat op het bord het stappenplan Pesten zien, dat de kinderen al kennen uit groep 4: Stappenplan Pesten: 1 Stop! Hou op! 2 Loop weg 3 Vertel het de juf, ouders, vriend(in) de meeloper iemand die zomaar hetzelfde gaat doen als een ander Fris het stappenplan met de kinderen op, zodat ieder kind weet wat het kan doen als het gepest wordt. Schets nog eens de volgende pestsituatie: Er is een nieuwe jongen in de groep. Hij heet Peter Schep. Hé, weet je hoe die nieuwe heet? roept Marcello, Scheter Pep! Als de school uitgaat, roepen Marcello en Bas hem na: Scheter Pep. Scheter Pep! De andere leerlingen kijken nieuwsgierig hoe Peter reageert. Vraag: - Wie is hier de pester? Marcello, hij begint. - Bas gaat ook meedoen. Hoe noemen we iemand die mee gaat doen met de pester? Meeloper. Een meeloper is iemand die zomaar hetzelfde gaat doen als een ander. - De anderen weten dat er gepest wordt maar ze doen niets. Vorm groepjes van vier. Deel werkbladen 9.5 t/m 9.8 uit; iedere groep krijgt een ander werkblad. U kunt ook iedere groep hetzelfde werkblad geven en de andere voor een volgende keer bewaren. Laat het werkblad rondgaan en de leerlingen om de beurt een vraag beantwoorden. Als iedereen het ermee eens is, wordt het antwoord opgeschreven. Loop rond, ondersteun waar nodig. Vraag plenair wat de groepjes bedacht hebben bij de vraag wat de andere kinderen kunnen doen als ze zien dat er gepest wordt, en wat de gepeste leerling zou kunnen doen. Noteer de acties die andere kinderen kunnen ondernemen om het pesten te stoppen in algemene bewoordingen zodat het een actielijst kan worden die kinderen kunnen gebruiken. U kunt eventueel zelf toevoegen als kinderen dit niet zelf noemen: - Met je gezicht laten zien dat je afkeurt wat de pester doet. - Niet lachen om de pester. - Zeggen: Dit vind ik niet leuk! - Het gepeste kind wegroepen. - Het gepeste kind meenemen, weg van de pester(s). - Als er iets wordt afgepakt, zeggen: Geef terug! - Tegen het gepeste kind zeggen: Trek je er niks van aan! - Samen met iemand anders bij het gepeste kind gaan staan. - Achteraf het gepeste kind troosten zodat het zich toch gesteund voelt.

57 BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 9 Wat hebben we geleerd? Uit de antwoorden die de leerlingen geven, destilleren we één of enkele zinnen voor de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Bijvoorbeeld: - Bij pesten grijpen we in. - We doen iets als iemand gepest wordt. Hierbij wordt in kleine letters het lijstje met ideeën (stappenplan Pesten) opgehangen waar kinderen gebruik van kunnen maken. Benoem tot slot dat ieder kind dat last heeft van pesten naar elke leerkracht kan gaan om dit te vertellen. Hier op school willen we dat het voor iedereen veilig is! Wijs nog eens naar de regel van de grondwet. Zodra je je niet veilig voelt, kun je altijd naar een leerkracht gaan om dit te melden. Alle juffen en meesters zullen dit heel serieus nemen en samen met jou bekijken wat er nodig is om je je weer veilig te doen voelen. Dit noemen we geen klikken. Je kunt er ook altijd met een vriend of vriendin over praten of met je ouders. Vraag eventueel naar wie de leerlingen zouden toegaan als ze gepest worden. Het helpt om hierover al nagedacht te hebben voor het moment dat het nodig is. En het geeft u veel informatie over de relaties van de kinderen onderling. Als kinderen het niet kunnen aangeven, kunt u hen aanmoedigen hierover nog eens na te denken. 117 Afsluiter Bekijk de lijst met binnenkomers en afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel. Tik, Tik, wie ben ik? De leerlingen zitten in een kring. Eén leerling wordt uitgekozen om in het midden te gaan staan met de ogen dicht (of met een blinddoek op). De andere leerlingen gaan om de beurt (eventueel door aanwijzen van de leerkracht) stil achter de leerling in het midden staan. Daarna tikken ze op de rug van het kind dat in het midden staat en vragen met een verdraaide (heel hoge of heel lage) stem: Tik tik wie ben ik? Wanneer het geraden wordt mag de leerling die op dat moment op de rug tikte, in het midden gaan staan en raden wie er achter hem of haar staat. Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in praktijk brengt. Woordmuur De woorden die na deze les opgehangen kunnen worden, zijn: plagen iemand voor de grap een beetje boos maken pesten iemand op een gemene manier telkens weer plagen de meeloper iemand die zomaar hetzelfde gaat doen als een ander De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP Deze poster hangt bijgewerkt met uitspraken over pesten op een prominente plek in de klas. Verwijs ernaar als de situatie zich voordoet.

58 Plagen Pesten

Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Groep 3 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 3 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 3 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Groep 7 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES

Groep 7 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Groep 7 - Les 2: Regels in onze groep AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

18. Extra lessen over veiligheid en pesten

18. Extra lessen over veiligheid en pesten 18. Extra lessen over veiligheid en pesten 18.1 Inleiding Zoals eerder aangegeven, Indien er sprake is van pesten zal de eerste stap moeten zijn om na te gaan of de preventieve kant op orde is en of het

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar

Inleiding blok 1 We horen bij elkaar BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR INTRODUCTIE Inleiding blok 1 We horen bij elkaar De klas en de school als een gemeenschap In streven we naar actieve en betrokken leerlingen. Ieder lid van onze gemeenschap levert

Nadere informatie

Groep 8 Les 2: Kritisch denken over onze regels AANGEPASTE LES

Groep 8 Les 2: Kritisch denken over onze regels AANGEPASTE LES Groep 8 Les 2: Kritisch denken over onze regels AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat. Leerlingen voelen zich mede verantwoordelijk

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen. Les 12 Drie petjes Doel blok 2: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen. Met behulp van Aap en Tijger maken

Nadere informatie

Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES

Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Leskern: Het verschil tussen pesten

Nadere informatie

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs Aanleidingen voor het ontstaan van De Vreedzame School (1999) toenemende gedragsproblematiek in scholen grensoverschrijdend

Nadere informatie

Leerlingen leren hoe ze ruzies constructief kunnen oplossen. Leerlingen leren hoe ze het na een ruzie weer goed kunnen maken

Leerlingen leren hoe ze ruzies constructief kunnen oplossen. Leerlingen leren hoe ze het na een ruzie weer goed kunnen maken Les 13 We maken het weer goed! Doel blok 2: Leerlingen leren hoe ze ruzies constructief kunnen oplossen. Leskern: Leerlingen leren hoe ze het na een ruzie weer goed kunnen maken Woordenschat: goedmaken,

Nadere informatie

Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES

Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Het

Nadere informatie

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Nieuwsbrief De Vreedzame School Nieuwsbrief De Vreedzame School Algemeen Onze school werkt met het programma van de Vreedzame School. Dit programma wil een bijdrage leveren aan een positief sociaal klimaat en de vorming van actieve en

Nadere informatie

Groep 3 - Les 7: STOP! HOU OP! - AANGEPASTE LES

Groep 3 - Les 7: STOP! HOU OP! - AANGEPASTE LES Groep 3 - Les 7: STOP! HOU OP! - AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. De

Nadere informatie

Groep 5 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES

Groep 5 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Groep 5 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materialen: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Het

Nadere informatie

Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen,

Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen, VSO / BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 4A ^ 4a Wie doet wal? Voorbeeldles VSO/Blok 1 We horen bij elkaar Les 4 a+b: Wie doet wat? Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen

Nadere informatie

") Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers!

) Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers! MIDDEN / BOVENBOUW / BLOK 1 WE HOREN BIJ ELKAAR LES 2A ") Ljt-3^ f)c% Voorbeeldles SO/Midden/Bovenbouw/Blok 1 We horen bij elkaar Les 2 a+b: Opstekers! Opstekers! Doel blok 1: Leskern: Woordenschat: Materiaal:

Nadere informatie

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap Congres Leve het jonge kind! 2011 Deelsessie Democraatjes in de dop? Mirjam van der Ven, Eduniek Aanleidingen voor het ontstaan van De Vreedzame

Nadere informatie

Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij.

Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij. Les 29 Helpen Doel blok 5: Leskern: Materialen: Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij. De leerlingen leren met behulp van een parabel het verschil

Nadere informatie

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd.

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd. Les 24 Ik hou van.. Doel blok 4: De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd. Leskern: De leerlingen onderzoeken het begrip houden van

Nadere informatie

Groep 8 - Les 9A: Omgaan met elkaar online NIEUWE LES

Groep 8 - Les 9A: Omgaan met elkaar online NIEUWE LES Groep 8 - Les 9A: Omgaan met elkaar online NIEUWE LES Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen. Leskern: We maken afspraken over

Nadere informatie

8a De 'Los het op!-kaarf

8a De 'Los het op!-kaarf MIDDEN / BOVENBOUW / BLOK 2 WE LOSSEN RUZIES ZELF OP LES8A 8a De 'Los het op!-kaarf Voorbeeldles SO/Mïdden/Bovenbouw/Blok 2 We lossen ruzies zelf op Les 8 a+b: De "Los het op!-kaart' Doel blok 2: Leerlingen

Nadere informatie

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool Ons uitgangspunt is het welbevinden en positief gedrag van leerlingen te bevorderen. Wij gaan uit van: Goed gedrag kun je leren Om dit te bereiken werken

Nadere informatie

Voor een veilige school. Handleiding en lessen. Goed Gedrag. Goed Gedrag. Bij deze handleiding hoort de usb-kaart. Goed Gedrag

Voor een veilige school. Handleiding en lessen. Goed Gedrag. Goed Gedrag. Bij deze handleiding hoort de usb-kaart. Goed Gedrag Voor een veilige school Goed Gedrag Handleiding en lessen Goed Gedrag Bij deze handleiding hoort de usb-kaart Goed Gedrag Inhoudsopgave Woord vooraf... 2 De twintig kijkplaten... 4 De twintig posters...

Nadere informatie

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Nieuwsbrief De Vreedzame School Nieuwsbrief De Vreedzame School Blok 1 We horen bij elkaar Algemeen Onze school werkt met het programma van de Vreedzame School. Dit programma wil een bijdrage leveren aan een positief sociaal klimaat

Nadere informatie

Pestbeleid op school

Pestbeleid op school Pestbeleid op school Pesten wordt niet aangepakt en opgelost door projecten. Het vereist attitudeverandering. Een zaligmakende oplossing voor pestproblemen bestaat helaas niet. Bob van der Meer Natuurlijk

Nadere informatie

Gedrag van de week schooljaar

Gedrag van de week schooljaar Gedrag van de week schooljaar 2019-2020 Binnen naar buiten 19 augustus Ik loop rustig naar binnen. Respect voor allen Samen verantwoordelijk Veiligheid voor ieder Ik ben vriendelijk voor klein en groot

Nadere informatie

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant 7 Sleutels tot succes Sleutel 1: Didactische structuren Sleutel 2: Teams Sleutel 3: Management Sleutel

Nadere informatie

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten op school, hoe gaan we er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen willen zien en op onze school serieus willen aanpakken. Plagen en

Nadere informatie

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN Afspraak 1. Maak samen met de kinderen afspraken over wat zelfstandig gedaan mag worden met betrekking tot naar de wc gaan, handen wassen, drinken, eten, de

Nadere informatie

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht Wat is? Met de kaarten van Kraak Kracht evalueert u Kraak de Klas. U gaat door middel van de vragen die op de kaarten staan in gesprek met de leerlingen over de vaardigheden die ze hebben gebruikt. U kunt

Nadere informatie

Serooskerkestraat maandag 1 september uur - alle groepen

Serooskerkestraat maandag 1 september uur - alle groepen Communicatie Dit schooljaar zal er wat veranderen met de verschijningsfrequentie van de nieuwsbrief van De Evenaar. Steeds meer groepsgebonden informatie wordt door de leerkrachten via digiduif aan de

Nadere informatie

Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013

Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013 Document leerlingenraad Beleidsplan Leerlingenraad o.b.s. de Schuthoek 2012-2013 Inhoud: 1. wat verstaan we onder een leerlingenraad? 2. opzet en organisatie van een leerlingenraad a. samenstelling van

Nadere informatie

Een Vreedzame school:

Een Vreedzame school: Een Vreedzame school: Een school met een hart en educatieve partners! Peter te Riele peterteriele@hotmail.com Maandag 3 juni 2013 19.30 21.30 uur ouders school opvoeding onderwijs ouders school opvoeding

Nadere informatie

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity Basisonderwijs Versie 22 mei 2018 INHOUD Inleiding... 2 Tijdsverloop... 2 Quiz: Waar gaat de gemeente over?... 3 Filmpje Hoe werkt de gemeenteraad?... 6 Wie is de baas in de gemeente?... 7 Van probleem

Nadere informatie

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd.

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd. Op onze school werken we al nu alweer enkele jaren met Coöperatief Leren volgens Kagan & Kagan. Het is ons antwoord op de vraag vorm en inhoud te geven aan het NIEUWE LEREN. We doen dit in alle groepen

Nadere informatie

De ZOPA (Zuidooster Oplossingsgerichte Pest Aanpak) Iedereen in actie! 1. Sfeer. 2. Pesten 3. Structureel gepest

De ZOPA (Zuidooster Oplossingsgerichte Pest Aanpak) Iedereen in actie! 1. Sfeer. 2. Pesten 3. Structureel gepest 1. Sfeer De ZOPA (Zuidooster Oplossingsgerichte Pest Aanpak) Iedereen in actie! 2. Pesten 3. Structureel gepest Een gezonde sociaal emotionele ontwikkeling doormaken is ieder kind gegund. Hiervoor is sturing

Nadere informatie

Les 9a Gevoelens in een doos

Les 9a Gevoelens in een doos VSO / BLOK 3 WE ZIJN AARDIG VOOR ELKAAR LES9A Les 9a Gevoelens in een doos Doel blok 3: Leerlingen zijn in staat hun gevoelens te herkennen en te hanteren en houden rekening met de gevoelens van anderen.

Nadere informatie

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren Binnen en buitenkring - onderwerp bedenken - nadenken over de organisatie Interpersoonlijk: Klasbouwer, Sociale vaardigheden oefenen en informatie uitwisselen, denkvaardigheden De kring Binnen buiten kring

Nadere informatie

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren Vijf basiskenmerken van coöperatief leren: 1. Positieve wederzijdse verantwoordelijkheid. De leerlingen moeten het gevoel hebben elkaar nodig

Nadere informatie

CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS

CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS CONCEPT PESTPROTOCOL SBO DE BALANS Reina Bos en Henk Versteeg 0 Inhoudsopgave: 1. Pesten op school: Hoe gaan wij er mee om? 2. Algemene voorwaarden 3. Hoe willen wij daar op De Balans mee omgaan? 4. Uitgangspunten

Nadere informatie

Pestprotocol. Definitieve versie 29 juni

Pestprotocol. Definitieve versie 29 juni Pestprotocol Algemeen Het klimaat en de sfeer van de school zijn van grote invloed op de ontwikkeling van het kind. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat met orde en regelmaat op prijs.

Nadere informatie

Kindervergadering Zo gaat het bij ons!

Kindervergadering Zo gaat het bij ons! Pedagogisch kader kindercentra 4 13 jaar Kindervergadering Zo gaat het bij ons! Introductie voor de groepsleiding Is kinderinspraak belangrijk? Denken vanuit de groep is logisch en praktisch, maar toch

Nadere informatie

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren GEDRAGSPROTOCOL (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren Mei 2014 Gedragsprotocol de Boomgaard I. Doel van dit gedragsprotocol: Alle kinderen van De Boomgaard moeten zich veilig voelen, zodat

Nadere informatie

Structuren. Coöperatief leren

Structuren. Coöperatief leren Structuren Coöperatief leren Mix En Koppel 1. Leerlingen mixen (muziek) 2. Leerlingen zoeken een maatje, stellen een vraag die past bij de kaart. 3. Maatje antwoordt, lln. bedankt of coacht. 4. Wissel

Nadere informatie

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Mentoren van Duhamel College Den Bosch (vmbo) hebben het programma Een Positieve Klas in het schooljaar 2011-2012 uitgevoerd met eerste en tweede

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Laetare Actueel November 2018

Laetare Actueel November 2018 Laetare Actueel November 2018 Verslag ouderavond Vreedzame School 16 oktober Zoals u weet is de Laetare dit schooljaar, na een proefperiode voor de zomervakantie, begonnen met de sociaalemotionele methode

Nadere informatie

Workshop Warme Relaties

Workshop Warme Relaties Welkom Workshop Warme Relaties Speerpunt 1 van het Utrechts Kwaliteitskader (UKK) Presentatie door: Nicoline Stufkens (CED groep) Woensdag 16 oktober 2013 Vooruitkijken naar de inhouden van de workshop

Nadere informatie

3 Pesten is geen lolletje

3 Pesten is geen lolletje Na deze les kun je: het verschil tussen plagen en pesten noemen; jouw ervaringen met pesten vertellen; uitleggen hoe je pesten kunt stoppen; afspraken maken over pesten. 3 Pesten is geen lolletje Pesten

Nadere informatie

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet?

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet? RKBS DE ARENBERG December 2015 Scholing 8 december Ja dan krijg je een lijst en denk je.uhm hier ken ik niet eens de helft van. De kunst is dan om daar kansen en mogelijkheden in te zien en niet je handdoek

Nadere informatie

NAR NETJES AARDIG RUSTIG

NAR NETJES AARDIG RUSTIG NAR NETJES AARDIG RUSTIG Zó zijn onze manieren Pedagogisch Klimaat Gabriëlschool Kader In het kader van handelingsgericht werken en optimaliseren van het pedagogisch klimaat, is het van belang dat ons

Nadere informatie

In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal. Les 2 Samenwerken Deze les gaat over helpen, geholpen worden en samenwerken.

In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal. Les 2 Samenwerken Deze les gaat over helpen, geholpen worden en samenwerken. Thema 1 De groep? Dat zijn wij! overzicht van de lessen De groep? Dat zijn wij! In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal. Les 1 Hier zijn we weer! In deze eerste les na de zomervakantie

Nadere informatie

Les 13a Zoek de verschillen

Les 13a Zoek de verschillen ZORGONDERWIJS / MG / BLOK 4 WE ZIJN ALLEMAAL ANDERS LES 13A Les 13a Zoek de verschillen Voorbeeldles SO/Zorgonderwijs/MG/Blok 4 We zijn allemaal anders Les 13 a+b: Zoek de verschillen Doel blok 4: Leerlingen

Nadere informatie

Omgangsprotocol. We werken aan een positief klimaat, adequate sociale omgang en duidelijke regels.

Omgangsprotocol. We werken aan een positief klimaat, adequate sociale omgang en duidelijke regels. Omgangsprotocol We werken aan een positief klimaat, adequate sociale omgang en duidelijke regels. Vanaf school 2008-2009 werken we met de uitgangspunten van het project de Vreedzame School. Dit project

Nadere informatie

boos, gekwetst, opgelucht, spijt, teleurgesteld, verdrietig, vrolijk

boos, gekwetst, opgelucht, spijt, teleurgesteld, verdrietig, vrolijk groepsfase performing VOORBEREIDING Lesdoel Nodig Kwink van de Week Een sterke groep Ik weet wat ruzie is. - Velletjes papier in verschillende kleuren (bij Oriëntatie) - Downloads: De Grote Kink met de

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

nieuwsbrief-special Vreedzame School cb de Brug nr 01

nieuwsbrief-special Vreedzame School cb de Brug nr 01 nieuwsbrief-special Vreedzame School cb de Brug nr 01 Wilt u meer over de inhoud weten die op deze nieuwsbriefspecial staat? Kom dan gerust even langs op school. *Vreedzame school We hebben de eerste weken

Nadere informatie

Afgewezen en erbij horen

Afgewezen en erbij horen Les 4 Afgewezen en erbij horen Inhoud In deze les leren de leerlingen het begrip afgewezen worden en je minderwaardig voelen. Ook leren ze het begrip erbij horen en het gevoel er niet bij te horen door

Nadere informatie

Oranje stappers maak je zo

Oranje stappers maak je zo Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje

Nadere informatie

reglement Leerlingenraad Daltonschool De Dorendal

reglement Leerlingenraad Daltonschool De Dorendal reglement Leerlingenraad Daltonschool De Dorendal Dit is een eerste opzet van het reglement van de Dorendal. Op 7 februari 2013 zal de leerlingenraad voor het eerst bij elkaar komen en dit reglement bespreken.

Nadere informatie

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol) ANTI PEST PROTOCOL Er gelden drie uitgangspunten: n 1. Wij gaan met respect met elkaar om. 2. Wij pesten niet. 3. Wij accepteren niet dat er gepest wordt. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Pesten

Nadere informatie

Inhoud gedragsprotocol

Inhoud gedragsprotocol Gedragsprotocol Inhoud gedragsprotocol Pagina Voorwoord 1. Op de St. Josephschool willen wij zo met elkaar omgaan 4 2. Aanpak van ruzies en pestgedrag 5 3. Consequenties 6 4. Begeleiding van de gepeste

Nadere informatie

Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula

Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula Positief pedagogisch klimaat Kindercampus Pendula 1 Inhoudsopgave 1. Positief pedagogisch klimaat 2. Kernwaarden 3. Afspraken op de drie niveaus 4. PPK weken 2 1. Positief pedagogisch klimaat De afgelopen

Nadere informatie

Pestprotocol ICBS de Tweemaster, Naarden

Pestprotocol ICBS de Tweemaster, Naarden Inleiding: Hoe gaan we om met pesten en agressief gedrag? Wij beseffen dat het klimaat van de school grote invloed heeft op de ontwikkeling van het kind. Wij stellen daarom een vriendelijk en veilig klimaat

Nadere informatie

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10 Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10 Dit gedrags- en pestprotocol hebben wij opgesteld met als doel dat alle kinderen zich in hun basisschoolperiode vrij en veilig kunnen voelen. Zo zorgen wij dat

Nadere informatie

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag.

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag. Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag. De leerlingen gaan elkaar vandaag eens extra veel complimenten

Nadere informatie

3. Lees om de beurt een rijtje, een zin of een stukje. 6. Kies nu een leeslijst uit de map naar keuze.

3. Lees om de beurt een rijtje, een zin of een stukje. 6. Kies nu een leeslijst uit de map naar keuze. Race lezen 1 leesracemap 1 timer 1. Neem een leesracemap naar keuze. 2. Neem elk een leesbundel uit de map. 3. Lees om de beurt een rijtje, een zin of een stukje tekst. 4. Wissel de rollen om. Nu heb je

Nadere informatie

PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD. Pestprotocol obs de Bongerd

PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD. Pestprotocol obs de Bongerd PESTPROTOCOL OBS DE BONGERD Pestprotocol obs de Bongerd Pesten is een probleem dat in alle geledingen van de maatschappij voorkomt. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Het doel van het pestprotocol is: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Overzicht Doelen Leerlingen vormen een beeld bij het onderzoek van de professor Leerlingen vergroten hun woordenschat door het leren van nieuwe vaktermen

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten

Nadere informatie

Uitslag jaarlijks tevredenheidsonderzoek december 2018

Uitslag jaarlijks tevredenheidsonderzoek december 2018 Uitslag jaarlijks tevredenheidsonderzoek december 2018 alles wat lager gescoord is dan 2,5 alles wat tussen de 2,5 en 3,5 gescoord is (niet in onderstaand overzicht opgenomen) Zeer tevreden: alles wat

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Anti-Pest Protocol. 2. Wij pesten niet. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om?

Anti-Pest Protocol. 2. Wij pesten niet. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Anti-pest Protocol Anti-Pest Protocol Er gelden drie uitgangspunten: 1. Wij gaan met respect met elkaar om. 2. Wij pesten niet. Pesten op school. Hoe gaan we hier mee om? Pesten komt helaas op iedere school

Nadere informatie

De Viertakt van Verhallen

De Viertakt van Verhallen De Viertakt van Verhallen Waarom werken met de Viertakt van Verhallen? Vooral in groep 3 leren de kinderen veel nieuwe woorden. Niet alleen tijdens het lezen, maar ook gewoon tijdens de lessen. Het is

Nadere informatie

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen

Nadere informatie

PESTPROTOCOL DE SCHELP

PESTPROTOCOL DE SCHELP PESTPROTOCOL DE SCHELP Pestprotocol De Schelp Dit pestprotocol heeft als doel voor de De Schelp: Alle kinderen moeten zich op school veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door

Nadere informatie

BURG. DE RUITERSCHOOL

BURG. DE RUITERSCHOOL BURG. DE RUITERSCHOOL Pestprotocol Een samenvatting van dit protocol hangt zichtbaar in de school. Dit protocol is vastgesteld op 14 maart 2013 Vastgesteld door team Burg. De Ruiterschool: 4 maart 2013

Nadere informatie

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016 Vijf minuten actief met kleuters Joyce van den Boogaard 3 februari 2016 5 minuten... Doel Na deze workshop: Heb je geleerd hoe je korte beweegactiviteiten kunt toepassen bij groep 1 en 2. Weet je hoe je

Nadere informatie

PREVENTIEPLAN PESTBELEID

PREVENTIEPLAN PESTBELEID PREVENTIEPLAN PESTBELEID Waar kinderen samen zijn wordt geplaagd, wordt wel eens gepest. Pesten komt helaas op iedere school voor. Het is een probleem dat zich niet gemakkelijk laat oplossen. Pesten speelt

Nadere informatie

Kinderen zijn in staat hun gevoelens te herkennen en te hanteren en houden rekening met de gevoelens van anderen.

Kinderen zijn in staat hun gevoelens te herkennen en te hanteren en houden rekening met de gevoelens van anderen. ONDERBOUW/BLOK 3 WE ZIJN AARDIG VOOR ELKAAR LES 11A Les 11a Bang Voorbeeldles SO/Onderbouw/Blok 3 We zijn aardig voor elkaar Les 11 a+b: Bang Doei blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Kinderen zijn

Nadere informatie

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. Het Kindgesprek. Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden. 1 Inleiding. Door gesprekken met kinderen te voeren willen we de betrokkenheid

Nadere informatie

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs Aanleidingen voor het ontstaan van De Vreedzame School (1999) toenemende gedragsproblematiek in scholen grensoverschrijdend

Nadere informatie

Stappenplan voor het maken van een presentatie

Stappenplan voor het maken van een presentatie Stappenplan voor het maken van een presentatie De voorbereiding van een presentatie is erg belangrijk. Je kunt niet de avond ervoor even een presentatie maken. Je moet informatie verzamelen (bv. uit boeken,

Nadere informatie

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Pauwenburg 2, 8226 TA Lelystad tel: 0320 258025 www.3sprong.net - school@3sprong.net Pestprotocol Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig te laten voelen, zodat

Nadere informatie

Pestprotocol SBO De Lings

Pestprotocol SBO De Lings Pestprotocol SBO De Lings Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Alle kinderen moeten zich in hun Lings-periode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen en het gevoel hebben dat ook zij

Nadere informatie

PROTOCOL GEWENST GEDRAG

PROTOCOL GEWENST GEDRAG PROTOCOL GEWENST GEDRAG 1. WAT DOEN WE OM GEWENST GEDRAG TE BEWERKSTELLIGEN? 1.1 OMGANGSREGELS Onze school heeft algemene omgangsregels geformuleerd, waaraan iedereen zich houdt. De regels benoemen het

Nadere informatie

Van gedragsregulering naar opvoeding

Van gedragsregulering naar opvoeding Van gedragsregulering naar opvoeding Over het voorkomen en aanpakken van ongewenst gedrag Gebruikelijke benadering van gedragsproblemen: een kindgerichte blik (factoren in het kind) Leidt tot classificatie

Nadere informatie

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen:

In het thema In elke hoek een boek! kunt u in dagelijkse situaties ook aandacht besteden aan bijvoorbeeld de volgende doelen: Kansen grijpen en kansen creëren In het thema In elke hoek een boek! wordt gewerkt aan doelen rondom taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Om zo goed mogelijk te werken aan de

Nadere informatie

Toelichting bij deze handelingssuggestie Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst Aanpak Leerdoelen...

Toelichting bij deze handelingssuggestie Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst Aanpak Leerdoelen... Welbevinden Relatie met andere kinderen INHOUD Toelichting bij deze handelingssuggestie... 1 Stellingen uit de leerkracht- en leerlingvragenlijst... 2 Aanpak... 2 Leerdoelen... 2 Pedagogische interventies...

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Ouderavond De Vreedzame School

Ouderavond De Vreedzame School Ouderavond De Vreedzame School www.onderwijsmaakjesamen.nl 1 www.onderwijsmaakjesamen.nl 2 Agenda Binnenkomer De vreedzame school Voorbeelden uit blokken Zelf ervaren in de klas Afsluiter www.onderwijsmaakjesamen.nl

Nadere informatie

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming

Nadere informatie