Het onderbenutte bètatalent van VWO-leerlingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het onderbenutte bètatalent van VWO-leerlingen"

Transcriptie

1 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen Het onderbenutte bètatalent van VWO-leerlingen Annemarie van Langen Hermann Vierke

2 HET ONDERBENUTTE BÈTATALENT VAN VWO-LEERLINGEN

3 ii

4 Het onderbenutte bètatalent van VWO-leerlingen Annemarie van Langen Hermann Vierke ITS Nijmegen

5 De particuliere prijs van deze uitgave is 8,- Deze uitgave is te bestellen bij het ITS, Foto omslag: Flip Franssen CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK DEN HAAG Langen, Annemarie van Het onderbenutte bètatalent van VWO-leerlingen / Annemarie van Langen & Hermann Vierke - Nijmegen: ITS ISBN NUR ITS, Radboud Universiteit Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. iv

6 Voorwoord Recentelijk heeft het ITS een onderzoek afgerond naar de profielkeuzen van leerlingen in het Nederlands onderwijs (Van Langen, 2005). Het opgebouwde databestand bevat onder andere een grote hoeveelheid informatie over ruim 1600 VWOleerlingen. In samenspraak met de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) van de Radboud Universiteit Nijmegen is geconstateerd dat van deze dataset nog niet maximaal is geprofiteerd. Een specifieke groep leerlingen die tot nu toe onderbelicht is gebleven, zit namelijk in het bestand verborgen : leerlingen die volgens de verzamelde gegevens aanleg hebben voor de exacte vakken, maar geen bijpassend natuurprofiel hebben gekozen. Het aanboren van het bètatalent van deze leerlingen zou de nijpende tekorten in de bètasector in het onderwijs en op de arbeidsmarkt kunnen helpen opheffen. Op verzoek van de FNWI en met subsidie van het Platform Bèta Techniek zijn secundaire analyses op het databestand uitgevoerd, waarvan in dit rapport verslag wordt gedaan. Het draait in de analyses om de vraag in welke opzichten de onderbenutters van bètatalent zich onderscheiden van de leerlingen die bij een vergelijkbaar bètatalent wel een bijpassend natuurprofiel hebben gekozen. De achterliggende gedachte is dat kennis over deze verschillen kan bijdragen tot een beter inzicht in de manieren waarop vergelijkbare leerlingen in de toekomst kunnen worden gestimuleerd om hun bètatalent beter te benutten. Onze dank gaat uit naar de FNWI en het Platform Bèta Techniek voor het scheppen van de randvoorwaarden om dit onderzoek te kunnen uitvoeren. Annemarie van Langen & Hermann Vierke ITS, Radboud Universiteit Nijmegen v

7 vi

8 Inhoudsopgave Voorwoord Managementsamenvatting v ix 1 Inleiding De achterblijvende belangstelling voor hoger bètatechnisch onderwijs Het potentieel voor universitaire bètatechnische opleidingen Onderbenutting van bètatalent bij de profielkeuze Onderzoeksopzet Leeswijzer 5 2 De identificatie van benutters en onderbenutters van 7 bètatalent bij de profielkeuze Onderscheiden subgroepen De profielkeuze van de onderzoekssteekproef Het bètatalent van de onderzoekssteekproef Identificatie van benutters en onderbenutters in de onderzoekssteekproef Samenvatting en vervolg 11 3 Beschrijving van de beschikbare variabelen Inleiding Variabelenblokken Ontbrekende gegevens 15 4 De vrouwelijke onderbenutters en benutters van bètatalent vergeleken Inleiding Analyseresultaten Samenvatting resultaten 25 5 De mannelijke onderbenutters en benutters van bètatalent vergeleken Inleiding Analyseresultaten Samenvatting resultaten 34 vii

9 6 Conclusies en discussie Inleiding Algemeen Verschillen tussen jongens en meisjes 39 Literatuur 43 Bijlagen 45 Bijlage A Schematisch overzicht variabelen 47 Bijlage B Subgroepscores (gemiddelden of percentages) 49 Bijlage C Overzicht effecten per contrastgroepen-vergelijking 53 viii

10 Managementsamenvatting Schets van het uitgevoerde onderzoek Achtergrond In dit rapport wordt verslag gedaan van secundaire analyses, uitgevoerd op een bestand met gegevens over meer dan 1600 VWO-leerlingen. Zij zaten in 1999/2000 in het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs en zijn vanaf dat moment een aantal jaren onderzoeksmatig gevolgd (Van Langen, 2005). De gegevens in het bestand zijn op verschillende momenten schriftelijk verzameld bij leerlingen, hun ouders en de scholen. Centraal in het onderzoek staan de VWO-leerlingen die in de onderbouw van het voortgezet onderwijs blijk hebben gegeven van een talent voor de exacte vakken, maar die vervolgens toch geen bijpassend natuurprofiel hebben gekozen. In dit rapport worden deze leerlingen beschouwd als zogenaamde onderbenutters van bètatalent. In de analyses worden zij vergeleken met VWO-leerlingen die een vergelijkbaar talent vertoonden en die wel een bijpassend natuurprofiel hebben gekozen; de zogenaamde benutters van bètatalent. Het draait in de analyses om de vraag in welke opzichten de onderbenutters van bètatalent zich onderscheiden van de benutters. De achterliggende gedachte is dat kennis over deze verschillen kan bijdragen tot een beter inzicht in de manieren waarop onderbenutters in de toekomst kunnen worden gestimuleerd om hun bètatalent beter te benutten. Een belangrijke kanttekening dient te worden aangebracht bij de term onderbenut bètatalent. Leerlingen die hun goede prestaties bij de exacte vakken niet laten volgen door een bijpassende profielkeuze, benutten inderdaad in dat opzicht hun bètatalent niet maximaal. De kans is echter groot dat het wél gekozen profiel past bij andere talenten van de leerling, bijvoorbeeld voor talen, economie of kunst. Op individueel niveau is de onderbenutting dus vrijwel altijd relatief. Op macro-economisch niveau ligt dat echter anders. Er is al geruime tijd sprake van een tekort aan hoger opgeleid bètatechnisch personeel op de Nederlandse arbeidsmarkt en ook de toeleverende universitaire opleidingen kampen met een gebrek aan belangstelling, die overigens nog veel sterker geldt voor meisjes dan voor jongens. VWO-leerlingen met bètatalent kunnen deze problemen helpen oplossen; kiezen zij echter geen passend profiel, dan wordt hun bètapotentieel waarschijnlijk niet optimaal benut. Ook van de leerlingen die wel een passend profiel hebben gekozen, is het natuurlijk nog maar de vraag of zij hun bétatalent in de toekomst zullen blijven benutten. Dat hangt af van hun studie- en beroepskeuze. Over die latere keuzemomenten gaat dit onderzoek echter niet. ix

11 Indeling van leerlingen in contrasterende subgroepen Landelijke cijfers wijzen uit dat VWO-leerlingen met een eindexamen in een maatschappijprofiel (economie & maatschappij of cultuur & maatschappij) nauwelijks doorstromen naar bètatechnische studies. Maar ook voor leerlingen met een n&gprofiel (natuur & gezondheid) is die kans met circa 20 procent niet erg groot te noemen, ondanks dat ze wel toegang hebben tot de meeste van deze studies. De kans op doorstroming naar een bètatechnische studie is het grootst (bijna 70%) voor leerlingen met een n&t-profiel (natuur & techniek); dit is dan ook het profiel dat expliciet is ontwikkeld ter voorbereiding op een dergelijke studie en daartoe ook de meeste voorbereiding in het verplichte curriculum bevat. Gelet op het voorgaande worden in het onderzoek drie subgroepen van onderbenutters van bètatalent onderscheiden: leerlingen die presteren conform een n&g-profiel, maar kiezen voor een maatschappijprofiel; leerlingen die presteren conform een n&t-profiel, maar kiezen voor een maatschappijprofiel; leerlingen die presteren conform een n&t-profiel, maar kiezen voor een n&gprofiel. Tegenover elke subgroep van onderbenutters is in het onderzoek een contrasterende subgroep van benutters gedefinieerd, die bij vergelijkbare prestaties wel heeft gekozen voor het maximaal bijpassende natuurprofiel. In de analyses zijn deze contrasterende subgroepen paarsgewijs met elkaar vergeleken, op zoek naar de kenmerken die de twee groepen van elkaar onderscheidt. Omdat uit de landelijke cijfers duidelijk blijkt dat de bètakeuzen van jongens en meisjes sterk uiteenlopen, zijn deze analyses voor de beide seksen afzonderlijk uitgevoerd. Concreet zijn in de analyses de volgende groepen uit het onderstaande schema gecontrasteerd: 1a met 2a, 1b met 2b, 3a en 4a met 5a, en 3b en 4b met 5b. x

12 Subgroepen van benutters en onderbenutters Koos voor: Presteerde conform: n&g-profiel n&t-profiel maatschappijprofiel Groep 1 1a meisjes 1b jongens Groep 3 3a meisjes 3b jongens n&g-profiel Groep 2 2a meisjes 2b jongens Groep 4 4a meisjes 4b jongens n&t-profiel Groep 5 5a meisjes 5b jongens Welke mate van bètatalent er bij de onderzochte leerlingen aanwezig is c.q. in welke mate de leerlingen presteerden conform een maatschappij-, n&g- of n&t-profiel, is bepaald op basis van hun gemiddelde cijfer voor de vakken wiskunde, scheikunde en natuurkunde op het voorjaarsrapport in 3VWO. Het nadeel van deze werkwijze is dat de hoogte van het rapportcijfer waarschijnlijk niet alleen een indicatie geeft van het aanwezige bètatalent, maar ook van de ijver en motivatie van de leerling, en bovendien van de relatie tussen de leerkracht en de leerling. Een betere indicator zou wellicht worden gevormd door de scores op onafhankelijke toetsen voor de drie exacte vakken. In het databestand is echter alleen een onafhankelijke toetsscore voor wiskunde beschikbaar en dat lijkt een te smalle basis, vooral omdat alle leerlingen ook in de bovenbouw van het VWO verplicht zijn een (meer of minder omvangrijk) wiskundeprogramma te volgen. Derhalve zijn alle leerlingen toch ingedeeld in drie prestatieniveaus op basis van het gemiddelde rapportcijfer in de drie exacte vakken. De indeling is als volgt gemaakt: leerlingen die ten hoogste een 6,5 gemiddeld stonden, presteerden conform een maatschappijprofiel; leerlingen met een gemiddelde boven 6,5 maar ten hoogste 7,5 presteerden conform een n&g-profiel; leerlingen met een gemiddelde boven 7,5 presteerden conform een n&t-profiel. De grenzen zijn overigens met opzet streng geformuleerd, zodat met vrij grote zekerheid kan worden aangenomen dat er daadwerkelijk sprake is van bètatalent. In de volgende tabel wordt zichtbaar hoeveel leerlingen uit de onderzochte steekproef behoren tot de onderscheiden contrastgroepen uit het eerder gepresenteerde schema. De donkergrijze blokken in de tabel betreffen de onderbenutters; de lichtgrijze blokken bevatten de benutters die in het onderzoek dienen als contrastgroepen. xi

13 Relatie tussen feitelijke profielkeuze en profiel-prestatieniveau o.b.v. de rapportcijfers voor de drie exacte vakken. Onderzoekssteekproef, naar sekse presteerde conform: m-profiel n&g-profiel n&t-profiel N feitelijke keuze meisjes c&m-profiel (30%) e&m-profiel (30%) n&g-profiel (33%) n&t-profiel (7%) N 295 (36%) 315 (38%) 209 (26%) 819 (100%) jongens c&m-profiel (6%) e&m-profiel (38%) n&g-profiel (21%) n&t-profiel (35%) N 175 (25%) 274 (39%) 259 (37%) 708 (100%) Uit de tabel blijkt dat 43 procent van alle meisjes (n=355) en 31 procent van alle jongens (n=221) uit de steekproef hun bètatalent niet optimaal benutten. De grotere onderbenutting bij de meisjes wordt onder andere veroorzaakt door een forse groep meisjes (n=113) die presteert conform een n&t-profiel, maar kiest voor een n&gprofiel. Databestand: beschikbare variabelen De beschikbare gegevens op grond waarvan de contrastgroepen met elkaar zijn vergeleken, zijn ten behoeve van de analyses ingedeeld in negen blokken: 1) achtergrondkenmerken van de leerlingen en hun ouders, 2) eerdere prestaties en rapportcijfers van de leerlingen, 3) hun voorkeur voor vervolgopleidingen en beroepskenmerken, 4) hun leerstijl, 5) de adviezen die de leerlingen van de school en van hun ouders hebben gekregen met betrekking tot een eindexamen in de vier profielen en de vakken natuurkunde, Frans en economie, 6) het oordeel van de leerlingen over hun eigen competentie, hun plezier en het ingeschatte nut van het vak natuurkunde, 7) idem voor het vak Frans, 8) idem voor het vak economie, en tenslotte 9) de factoren die de leerlingen van belang achten om hoge prestaties bij natuurkunde te kunnen behalen. Het databestand bevat dus helaas geen gegevens over kenmerken van de klas of van de docenten voor de exacte vakken en hun wijze van lesgeven, ofschoon ook deze variabelen mogelijk van invloed zijn. Kenmerken van de school zijn beperkt tot de adviezen ten aanzien van de profiel- en vakkenkeuze. Andere variabelen die niet in het databestand voorkomen ofschoon ze mogelijkerwijs relevant zijn, betreffen bijvoorbeeld kenmerken van de peergroup of de invloed van de media. xii

14 De contrastgroepen zijn paarsgewijs en per variabelenblok met elkaar vergeleken met behulp van logistische regressie-analyse. Zo wordt duidelijk welke variabelen uit elk blok een significante bijdrage leveren aan het voorspellen van de kans dat een leerling zijn of haar bètatalent maximaal benut dan wel onderbenut. Per variabelenblok is ook het percentage verklaarde variantie berekend (Nagelkerke s R 2 ); dit geeft weer in welke mate de significante variabelen uit het variabelenblok samen de variantie tussen de twee contrastgroepen kunnen verklaren. Deze percentages zijn overigens niet onafhankelijk van elkaar en kunnen derhalve niet bij elkaar worden opgeteld. Puntsgewijze samenvatting van de resultaten Uitsluitend de gevonden effecten die sterk significant bleken (p<0.01) worden hierna weergegeven. In Bijlage C van dit rapport worden deze bevindingen ook in een schema weergegeven. De VWO-meisjes 1a. De kans dat meisjes die presteerden conform een n&g-profiel toch niet kozen voor dat profiel, maar voor een maatschappijprofiel, blijkt significant groter bij: een grotere belangstelling voor een beroep met media-aspecten (kunst, talen, tv/radio); een hogere interesse voor een vervolgopleiding in economie/bedrijfskunde; een lagere interesse voor een vervolgopleiding in de zorg- en de bètasector; een negatiever advies van de ouders ten aanzien van het n&g-profiel; een negatiever advies van de school ten aanzien van natuurkunde als eindexamenvak; minder plezier in het vak natuurkunde; een lagere inschatting van het nut van natuurkunde voor de eigen toekomst; een hogere inschatting van het nut van Frans en economie voor de eigen toekomst. Drie van de negen variabelenblokken ( voorkeuren voor opleidingen en beroepsaspecten, advisering door derden en waardering van natuurkunde ) verklaren ieder afzonderlijk een aanzienlijke hoeveelheid variantie (van 41 tot 72%) tussen de beide contrastgroepen. 2a. De kans dat meisjes die presteerden conform een n&t-profiel toch niet kozen voor dat profiel, maar voor een maatschappijprofiel, blijkt significant groter bij: een lagere interesse voor een vervolgopleiding in de bètasector; een negatiever advies van de ouders ten aanzien van het n&t-profiel; een lagere inschatting van het nut van natuurkunde voor de eigen toekomst; een hogere inschatting van het nut van Frans en economie voor de eigen toekomst. xiii

15 Opnieuw zijn het de variabelenblokken voorkeuren voor opleidingen en beroepsaspecten, advisering door derden en waardering van natuurkunde die elk een grote hoeveelheid variantie (van 46 tot 70%) tussen de beide contrastgroepen verklaren. 3a. De kans dat meisjes die presteerden conform een n&t-profiel toch niet kozen voor dat profiel, maar voor een n&g-profiel, blijkt significant groter bij: een hogere interesse voor een vervolgopleiding in de zorgsector; een negatiever advies van de ouders ten aanzien van het n&t-profiel. Bij de vergelijking van deze laatste twee contrastgroepen valt echter op dat met de significante variabelen slechts een beperkte hoeveelheid variantie kan worden verklaard. Alleen bij het variabelenblok advisering door derden loopt het percentage op tot bijna 50 procent; de andere blokken variëren van 0 tot 15 procent. De VWO-jongens 1b. De kans dat jongens die presteerden conform een n&g-profiel toch niet kozen voor dat profiel, maar voor een maatschappijprofiel, blijkt significant groter bij: een hogere interesse voor een vervolgopleiding in economie/bedrijfskunde en in een alfarichting; een lagere interesse voor een vervolgopleiding in de zorg- en de bètasector; een positiever advies van de ouders ten aanzien van het e&m-profiel; een negatiever advies van de ouders ten aanzien van het n&g-profiel; minder plezier in het vak natuurkunde; een lagere inschatting van het nut van natuurkunde voor de eigen toekomst; een hogere inschatting van het nut van Frans en economie voor de eigen toekomst. Drie van de negen variabelenblokken ( voorkeuren voor opleidingen en beroepsaspecten, advisering door derden en waardering van natuurkunde ) verklaren ieder afzonderlijk een aanzienlijke hoeveelheid variantie (van 50 tot 63%) tussen de beide contrastgroepen. Opmerkelijk is dat met het variabelenblok waardering economie ook bijna eenderde van de totale variantie tussen beide contrastgroepen kan worden verklaard. 2b. De kans dat jongens die presteerden conform een n&t-profiel toch niet kozen voor dat profiel, maar voor een maatschappijprofiel, blijkt significant groter bij: een kleinere belangstelling voor een beroep met bèta-aspecten; een hogere interesse voor een vervolgopleiding in economie/bedrijfskunde; een negatiever advies van de ouders ten aanzien van het n&t-profiel; minder plezier in het vak natuurkunde; een lagere inschatting van het nut van natuurkunde voor de eigen toekomst; een hogere inschatting van het nut van Frans en economie voor de eigen toekomst; xiv

16 een sterkere overtuiging dat je hard moet werken om hoge cijfers voor natuurkunde te halen. Opnieuw verklaren de variabelenblokken voorkeuren voor opleidingen en beroepsaspecten, advisering door derden en waardering van natuurkunde elk afzonderlijk een grote hoeveelheid verklaarde variantie tussen de beide contrastgroepen; steeds rond de 60 á 70 procent. 3b. De kans dat jongens die presteerden conform een n&t-profiel toch niet kozen voor dat profiel, maar voor een n&g-profiel, blijkt significant groter bij: een lager rapportcijfer voor wiskunde in leerjaar 1; een kleinere belangstelling voor een beroep met bèta-aspecten; een hogere interesse voor een vervolgopleiding in de zorgsector; een negatiever advies van de school ten aanzien van natuurkunde als eindexamenvak; een lagere inschatting van de eigen competentie ten aanzien van natuurkunde; meer plezier in het vak Frans; een sterkere overtuiging dat je hard moet werken en een goede docent nodig hebt om hoge cijfers voor natuurkunde te halen. Ofschoon er bij de vergelijking tussen deze twee laatste contrastgroepen tamelijk veel en diverse variabelen met een significante voorspellende waarde gevonden worden, kunnen de meeste variabelenblokken slechts een beperkte hoeveelheid variantie verklaren. Het hoogste percentage wordt verklaard door de variabelenblokken voorkeur voor opleidingen en beroepsaspecten en advisering door derden ; bij beide blokken is het percentage rond de 25 procent. De overige blokken komen niet boven de 11 procent verklaarde variantie uit. Conclusies en discussie Algemeen De kans dat leerlingen hun bètatalent niet of niet optimaal benutten, wordt voor een belangrijk deel voorspeld door de specifieke interesse van de leerlingen voor vervolgopleidingen en beroepskenmerken. Dat is op zichzelf een voor de hand liggende conclusie, maar het betekent dat een betere benutting van bètatalent onder meer kan worden bereikt door het beïnvloeden van die interessen. Ofschoon dat misschien niet direct haalbaar of zelfs verantwoord lijkt, wijzen we er op dat veel leerlingen hun voorkeuren ontwikkelen zonder veel notie te hebben van de concrete inhoud en beroepsmogelijkheden van (bètatechnische) studies. Aantrekkelijke studie- en beroepsvoorlichting kan wellicht bijdragen aan het doorbreken van vooroordelen en stereotiepe denkbeelden, en ook andere interesses aan het licht bren- xv

17 gen. Leerlingen die over bètatalent beschikken, zouden er ongeacht hun voorkeur op moeten worden gewezen dat zij met een natuurprofielkeuze hun opties langer open houden en hun doorstroommogelijkheden in het hoger onderwijs verruimen. Structurele gezinskenmerken (opleiding ouders, technisch beroep ouders, etnische herkomst) dragen weinig bij aan het voorspelling van de onderbenutting van bètatalent. Maar de adviezen van de ouders met betrekking tot de profielkeuze en eindexamenvakken zijn wel sterk bepalend. Dat geldt eveneens voor de adviezen die leerlingen van de school ontvangen. Bij vergelijkbare prestaties adviseren ouders en scholen soms toch heel verschillend, en dat kan ertoe leiden dat leerlingen hun bètatalent niet optimaal benutten. Mogelijk liggen hieraan ook stereotiepe denkbeelden van ouders, docenten en decanen ten grondslag en in dat geval zou goede informatie over de inhoud en mogelijkheden van vervolgopleidingen en beroepen ook voor hen zinnig zijn. De perceptie van leerlingen in 3VWO ten aanzien van het vak natuurkunde gekozen als representant van de bètarichting - blijkt een belangrijke voorspellende waarde te hebben voor het benutten of onderbenutten van bètatalent. Of ze plezier hebben in dit vak, of ze het nuttig achten voor hun eigen toekomst, of ze zichzelf er goed in vinden, of ze denken dat je er hard voor moet werken en er een goede docent bij nodig hebt; dergelijke inschattingen blijken mede bepalend voor het uiteindelijke besluit om hun bètatalent wel of niet optimaal te benutten. Een beter imago van dit vak zal dus wellicht bijdragen aan een betere benutting van bètatalent. Overigens is niet onderzocht in hoeverre ook het imago van scheikunde en wiskunde van invloed zijn op de onderbenutting. Op grond van de beschikbare gegevens in het databestand kon maar een beperkte hoeveelheid variantie worden verklaard tussen de leerlingen die bij uitgesproken hoge cijfers voor de exacte vakken kiezen voor een n&g-profiel danwel voor een n&t-profiel. Wat de onderzochte kenmerken betreft, verschillen deze leerlingen dus blijkbaar minder sterk van elkaar. Dat betekent dat de interventies zoals hiervoor besproken de beïnvloeding van leerlingvoorkeuren en advisering door derden, verbetering van het imago natuurkunde voor de betreffende onderbenutters ook minder effect zullen sorteren. De grote vraag is ook vanuit het perspectief van relevante beleidsinterventies - op welk vlak deze groepen zich dan wel duidelijk van elkaar onderscheiden. Wellicht gaat het om kenmerken van de docenten en hun wijze van lesgeven; variabelen die in het beschikbare databestand helaas ontbreken. Meer onderzoek naar de beweegredenen van deze specifieke groep onderbenutters is nodig en zou bij voorkeur kwalitatief van aard moeten zijn (diepteinterviews). xvi

18 Seksespecifiek De onderbenutting van bètatalent is groter bij de meisjes dan bij de jongens: 43 versus 31 procent. Sekse is daarmee ook een voorspeller van onderbenutting, die echter niet als zodanig in de analyses naar voren kwam doordat jongens en meisjes apart zijn onderzocht. Meisjes zijn dus relatief vaker dan jongens geneigd het aanwezige bètatalent niet om te zetten in een bijpassend profiel. Dat pleit ervoor om bij de ontwikkeling van beleid aan deze groep afzonderlijk aandacht te besteden. Twee andere belangrijke voorspellers van onderbenutting van bètatalent zijn de leerlingvoorkeuren qua opleiding en beroep en de advisering door derden. Het is goed denkbaar dat deze bevindingen deels samenhangen met seksestereotiepe denkbeelden van leerlingen (meisjes), hun ouders en de school. Dat is aanleiding om nogmaals te pleiten voor goede voorlichting over bètatechnische opleidings- en beroepsmogelijkheden die bovendien niet-seksestereotiep van aard is. Bepaalde variabelenblokken blijken bij meisjes sterker de variantie tussen de vergeleken contrastgroepen te kunnen verklaren dan bij jongens, of omgekeerd. Zo hangt bijvoorbeeld de kans dat meisjes die presteerden conform een n&t-profiel toch kozen voor een n&g-profiel, meer samen met de adviezen van derden dan bij vergelijkbare jongens. Maatregelen om de determinanten van onderbenutting te beinvloeden, zijn het meest effectief als rekening wordt gehouden met deze seksegedifferentieerde bevindingen. xvii

19 xviii

20 1 Inleiding 1.1 De achterblijvende belangstelling voor hoger bètatechnisch onderwijs De Nederlandse overheid streeft naar een toename van de belangstelling voor bètatechnische studies in HBO en WO; zowel in het algemeen als van vrouwen in het bijzonder (Kabinetsnota, 2004). Daarin staat ons land niet alleen. Tijdens de EU-top in Lissabon in 2000 hebben de gezamenlijke ministers, in hun ambitie om uit te groeien tot één van de beste kenniseconomieën ter wereld, afgesproken dat het aantal studenten in de EU dat met succes een bètatechnische opleiding in het hoger onderwijs afrondt in 2010 met 15 procent moet zijn gestegen. Ook de onevenwichtige verhouding tussen mannen in vrouwen in deze onderwijssector dient te worden gecorrigeerd (Europese Commissie, 2002, 2004). Het achterliggende probleem is in Nederland echter groter dan elders, omdat de deelname aan de betreffende studies hier de afgelopen jaren lager was dan in vrijwel alle andere EU-landen, en dat geldt ook voor de deelname van vrouwelijke studenten. Dat kan worden geïllustreerd aan de hand van Tabel 1, die betrekking heeft op het aandeel gediplomeerden met een hogere bètatechnische opleiding onder de beroepsbevolking van jarigen in een groot aantal EU-landen. De tabel laat zien dat alleen in Oostenrijk minder hooggeschoold bètatechnisch personeel beschikbaar is dan in Nederland en dat de relatieve ondervertegenwoordiging van vrouwen nergens zo groot is als in ons land. Nog los van de EUambities is een grotere belangstelling voor bètatechnische studies in Nederland ook nodig doordat er in de huidige situatie een tekort aan hoog opgeleid bètatechnisch personeel op de arbeidsmarkt dreigt te ontstaan (ROA, 2003). 1

21 Tabel 1 Aantal gediplomeerden in hogere bètatechnische opleidingen per personen in de beroepsbevolking van jaar in 2003 per land (OECD, 2005) vrouwen+mannen vrouwen mannen België Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Ierland Italië Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Verenigd Koninkrijk Zweden Het potentieel voor universitaire bètatechnische opleidingen Het hoger bètatechnisch onderwijs wordt in Nederland verzorgd door hogescholen en universiteiten. Een groot deel van het potentieel voor universitaire bètatechnische opleidingen wordt gevormd door leerlingen met een VWO-diploma op zak. Of zij inderdaad kunnen instromen in deze opleidingen, hangt af van het profiel waarin zij eindexamen hebben gedaan. Sinds 1998 moeten leerlingen op het VWO voor of in het vierde leerjaar een keuze maken uit vier profielen: cultuur & maatschappij (c&m), economie & maatschappij (e&m), natuur & gezondheid (n&g) en natuur & techniek (n&t). Leerlingen die een VWO-eindexamen in een natuurprofiel hebben afgelegd, hebben daarmee toegang tot de meeste bètatechnische studies. Echter, ofschoon de twee natuurprofielen grotendeels overeenkomstige doorstroommogelijkheden in het hoger onderwijs hebben, verschillen zij wel degelijk in de zwaarte van het bètaprogramma en daarmee ook in de mate waarin ze voorbereiden op een bètatechnische studie. In het n&t-profiel zijn de exacte vakken wiskunde B, natuurkunde en scheikunde in hun geheel verplicht, terwijl in het n&g-profiel kan worden volstaan met een eindexamen in de deelvakken 1. Aanvankelijk was het namelijk de bedoeling dat alleen het n&tprofiel rechtstreeks toelating zou verschaffen tot een bètatechnische studie terwijl het 1 In 2007 worden de deelvakken afgeschaft. Daarna zullen in het n&g-profiel biologie, scheikunde en wiskunde A verplicht zijn, en in het n&t-profiel natuurkunde, scheikunde en wiskunde B. 2

22 n&g-profiel specifiek is ontwikkeld ter voorbereiding op een studie in de gezondheidszorg of milieusector. Onder invloed van de tekorten in het onderwijs en op de arbeidsmarkt is het toelatingscriterium van de bètatechnische studierichtingen later verruimd. Gediplomeerden met een n&g-profiel stromen niettemin in veel mindere mate door naar een bètatechnische studie dan gediplomeerden met een n&t-profiel: ongeveer 20 versus 67 procent (Inspectie van het Onderwijs, 2005). Leerlingen met een eindexamen in een maatschappijprofiel hebben over het algemeen geen toegang tot de bètatechnische studies, tenzij zij extra exacte vakken hebben opgenomen in het vrije keuzedeel. Uit doorstroomcijfers inzake de overgang van secundair naar tertiair onderwijs blijkt dat het percentage VWO-leerlingen met een eindexamen in een maatschappijprofiel dat doorstroomt naar een universitaire bètatechnische studie vrijwel nul is (Tweede Fase Adviespunt, 2005). In 2004 was de verdeling van de VWO-examenkandidaten over de profielen zoals in Tabel 2 is weergegeven (CFI, 2005). De aanduiding combinatieprofiel slaat op de situatie dat een leerling twee of meer profielen combineert. Uit de praktijk is bekend dat vooral de combinatie van het n&g-profiel met het n&t-profiel vaak wordt gemaakt (Tweede Fase Adviespunt, 2005); de cijfers van het CFI geven echter geen uitsluitsel over de exacte combinaties. Tabel 2 Verdeling van VWO-examenkandidaten over de profielen in 2004, naar sekse en in totaal. Bron: CFI (2005) meisjes jongens totaal c&m e&m n&g n&t combinatieprofiel N (100%) In totaal heeft 42 procent van de VWO-leerlingen in 2004 eindexamen afgelegd in een natuurprofiel, exclusief degenen met een combinatie(natuur)profiel. Meer jongens dan meisjes kozen een natuurprofiel: 48 versus 37 procent. Bovendien kozen meisjes met een natuurprofiel vrijwel altijd voor het n&g-profiel; slechts een zeer klein deel deed eindexamen in het n&t-profiel (3%). Daarentegen deed een evenredig aandeel jongens eindexamen in het n&g-profiel als in het n&t-profiel (elk 24%). 3

23 1.3 Onderbenutting van bètatalent bij de profielkeuze Onder de VWO-leerlingen die in of na de derde klas kiezen voor een maatschappijprofiel of een n&g-profiel is ongetwijfeld een deel dat meer bèta-aanleg heeft dan uit hun profielkeuze tot uiting komt. In dit rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar deze leerlingen, die wel het talent hebben voor een bètatechnische studieen beroepskeuze, maar de kans daarop al in 3VWO sterk verkleinen zie de doorstroomcijfers uit de vorige paragraaf door hun keuze voor een maatschappijprofiel respectievelijk een n&g-profiel. Concreet gaat het om leerlingen die in de eerste jaren van het VWO goed presteren bij de exacte vakken, maar geen profiel kiezen dat daarbij past. Het door hen on- of onderbenut (vanaf hier worden beide aangeduid als onderbenut) gelaten bètatalent zou, door het wél aan te boren, de nijpende tekorten in de bètatechnische sector op de arbeidsmarkt kunnen helpen verkleinen. Daarvoor is het dan overigens wel nodig dat ze later ook een studie en beroepsloopbaan kiezen die aansluit bij hun bètatalent. Over die latere keuzemomenten gaat dit onderzoek echter niet. Een belangrijke kanttekening bij de term onderbenut bètatalent is hier op zijn plaats. Leerlingen die hun goede prestaties bij de exacte vakken niet laten volgen door een bijpassende profielkeuze, benutten inderdaad in dat opzicht hun bètatalent niet maximaal. Daar staat echter in de meeste gevallen een ander talent tegenover dat door de gemaakte keuze juist wel wordt benut. Op individueel niveau is de onderbenutting dus vrijwel altijd relatief. Op macroniveau ligt dat echter anders. Het dreigende gebrek aan hooggeschoold bètatechnisch personeel, gecombineerd met het EU-streven naar een hoogwaardige kenniseconomie, maakt de onderbenutting van bètatalent economisch gezien onwenselijk. De mogelijk extreme onderbenutting van het bètatalent van vrouwen, die achter hun grote ondervertegenwoordiging in deze sector kan worden vermoed, is bovendien ook maatschappelijk gezien onwenselijk. Daarmee wordt immers de basis gelegd voor een vorm van arbeidsmarktsegregatie en van sekse-ongelijke kansen op een gunstige arbeidsmarktpositie. 1.4 Onderzoeksopzet Naar aanleiding van het voorgaande zijn drie onderzoeksdoelstellingen geformuleerd: 1) het identificeren van de VWO-leerlingen die wel bètatalent hebben maar geen bijpassende profielkeuze hebben gemaakt, 2) het zoeken naar typerende kenmerken van deze onderbenutters, dat wil zeggen in welke opzichten onderscheiden zij zich van de leerlingen die een vergelijkbaar bètatalent wel hebben benut bij hun profielkeuze de zogenaamde benutters en 3) het op grond van de onderzoeksbevindin- 4

24 gen definiëren van mogelijke aanknopingspunten om leerlingen in de toekomst bij hun profielkeuze hun bètatalent beter te laten benutten. Om deze doelstellingen te bereiken, zijn analyses uitgevoerd op een databestand dat reeds was opgebouwd in het kader van een ander onderzoek (Van Langen, 2005; Van Langen, Rekers-Mombarg & Dekkers, 2006). Het bestand heeft betrekking op 1648 leerlingen op 52 scholen die in schooljaar 1999/2000 in het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs zaten en na de brugperiode zijn doorgestroomd naar het VWO. Op meerdere momenten in hun schoolloopbaan zijn er gegevens verzameld bij de leerlingen zelf, hun ouders en de scholen. De laatste dataverzameling bij de schooladministraties vond eind 2003 plaats, toen de meeste leerlingen zich inmiddels in de vijfde klas van het VWO bevonden en hun profielkeuze dus bekend was. De onderzoekssteekproef is in grote lijnen representatief voor de landelijke populatie van VWO-leerlingen. 1.5 Leeswijzer In Hoofdstuk 2 worden de onderbenutters van bètatalent binnen de onderzoekssteekproef geïdentificeerd. Ook komt aan de orde welke leerlingen in de steekproef met een vergelijkbaar bètatalent dit wel hebben benut bij hun profielkeuze. Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van de gegevens uit het databestand waarop deze contrastgroepen met elkaar zullen worden vergeleken. In Hoofdstuk 4 en 5 wordt de opbrengst van deze paarsgewijze vergelijkingen beschreven eerst de meisjes, dan de jongens met als doel de kenmerken te vinden die de benutters significant van de onderbenutters onderscheiden. In hoofdstuk 6 wordt een aantal conclusies getrokken op basis van de voorgaande bevindingen. Aan het begin van dit rapport is een managementsamenvatting opgenomen. 5

25 6

26 2 De identificatie van benutters en onderbenutters van bètatalent bij de profielkeuze 2.1 Onderscheiden subgroepen Uit het voorgaande hoofdstuk is gebleken dat het binnen het huidige onderzoekskader zinvol is de profielen in te delen in drie categorieën: de beide maatschappijprofielen, het n&g-profiel en het n&t-profiel. Binnen deze driedeling is immers sprake van een oplopende zwaarte van het bètaprogramma en (als gevolg daarvan) van een oplopende kans op doorstroom naar een bètatechnische studie. Tegelijkertijd blijkt uit de cijfers in het vorige hoofdstuk ook de relevantie van het maken van een onderscheid naar sekse, aangezien de bètakeuzen van jongens en meisjes in secundair en tertiair onderwijs zo sterk verschillen. Daarom is besloten in het onderzoek zes subgroepen van onderbenutters te onderscheiden en deze te vergelijken met vier subgroepen van leerlingen die een vergelijkbaar bètatalent wel maximaal hebben benut, althans in termen van hun profielkeuze. In het onderstaande schema zijn alle groepen weergegeven. De onderbenutters zijn de jongens en meisjes in Groep 1, 3 en 4, de benutters zitten in Groep 2 en 5. Bij het zoeken naar de onderscheidende kenmerken tussen de benutters en de onderbenutters worden logischerwijs vooral die groepen met elkaar vergeleken die overeenkomen qua sekse en bètatalent, maar die afwijken qua profielkeuze. De volgende groepen zullen dus in de analyses worden gecontrasteerd: 1a met 2a, 1b met 2b, 3a en 4a met 5a, en 3b en 4b met 5b. Schema 1 Subgroepen van benutters en onderbenutters Kiest voor: Presteert conform: n&g-profiel n&t-profiel c&m- of e&m-profiel Groep 1 1a meisjes 1b jongens n&g-profiel n&t-profiel Groep 2 2a meisjes 2b jongens Groep 3 3a meisjes 3b jongens Groep 4 4a meisjes 4b jongens Groep 5 5a meisjes 5b jongens 7

27 Volledigheidshalve merken we op dat een aantal andere subgroepen niet in het schema is opgenomen en ook niet betrokken wordt in het onderzoek. Dat zijn enerzijds de leerlingen die presteren én kiezen op het niveau van een maatschappijprofiel, anderzijds de leerlingen die juist een zwaarder bètaprofiel hebben gekozen dan ze conform hun prestaties lijken aan te kunnen ( overbenutters ; leerlingen die presteren conform een maatschappijprofiel maar kiezen voor een natuurprofiel en leerlingen die presteren conform een n&g-profiel maar kiezen voor een n&t-profiel). Ofschoon het interessant zou zijn na te gaan in hoeverre het deze overbenutters vergaat, is dit niet de groep waar het in het huidige onderzoek om gaat. 2.2 De profielkeuze van de onderzoekssteekproef Om de leerlingen uit de onderzoekssteekproef in te delen in de subgroepen uit het voorgaande schema, zijn twee gegevens nodig: hun feitelijke profielkeuze en hun bètatalent. Het eerstgenoemde gegeven maakt deel uit van het beschikbare databestand en is weergegeven in Tabel 3, naar sekse. Anders dan in Tabel 2, komen in deze tabel geen combinatieprofielen voor: leerlingen met de combinatie n&g en n&t zijn ingedeeld in het n&t-profiel, leerlingen met de combinatie c&m en e&m zijn ingedeeld in het e&m-profiel. Tabel 3 Profielkeuze van de meisjes en jongens in de onderzoekssteekproef meisjes jongens totaal c&m-profiel 30,5 5,7 18,9 e&m-profiel 29,7 37,7 33,4 n&g-profiel 33,1 20,4 27,1 n&t-profiel 6,8 36,2 20,6 N (100%) In vergelijking tot de landelijke cijfers (Tabel 2) wijken de profielkeuzen van de onderzoekssteekproef wel iets af. Met name het percentage leerlingen dat een n&tprofiel heeft gekozen, lijkt in deze groep wat hoger te liggen. Volgens een conservatieve schatting kan in Tabel 2 echter de helft van het percentage leerlingen met een combinatieprofiel worden opgeteld bij de n&t-profielen. Bij deze aanname zijn de verschillen tussen Tabel 2 en 3 nog wel aanwezig maar nergens significant, zoals een χ 2 -toets uitwijst. 8

28 2.3 Het bètatalent van de onderzoekssteekproef Voor het vaststellen van het bètatalent van de leerlingen hebben we ons gebaseerd op het gemiddelde rapportcijfer in 3VWO voor de vakken wiskunde, scheikunde en natuurkunde. Deze cijfers zijn opgevraagd bij de leerlingen zelf, in mei van dat schooljaar, en hadden betrekking op het laatst ontvangen rapport. Ter relativering wijzen we er op dat het gekozen criterium zeker niet ideaal is. De hoogte van het rapportcijfer geeft immers niet alleen een indicatie van het aanwezige bètatalent, maar ook van de ijver en motivatie van de leerling. Uit onderzoek blijkt bovendien dat leerkrachtbeoordelingen zoals uitgedrukt in een rapportcijfer niet alleen bepaald worden door de feitelijke leerlingprestaties maar ook door de relatie tussen de leerkracht en de leerling (Ehrenberg, Goldhaber & Brew, 1995; Hopf & Hatzichristou, 1999; Li, 1999) en de samenstelling van de klas (Mulder, 1993). En tenslotte is het denkbaar dat leerlingen in 3VWO die al weten dat ze een maatschappijprofiel gaan kiezen, niet meer zo hard werken voor de exacte vakken en daardoor lagere rapportcijfers hebben dan maximaal mogelijk. Een betere indicator voor het aanwezige bètatalent zou wellicht worden gevormd door de feitelijke prestaties van de leerling op onafhankelijke toetsen voor de drie exacte vakken. In het databestand is echter alleen een toetsscore voor wiskunde beschikbaar en dat lijkt een te smalle basis, vooral omdat wiskunde voor alle profielen een verplicht vak is. Overigens is het verdedigbaar dat de extra informatie die de docent betrekt bij de vaststelling van het rapportcijfer terecht is en uitdrukking geeft aan de geschiktheid van de leerling voor het vak; zowel in termen van prestaties als qua motivatie en werkhouding. Het gemiddelde rapportcijfer voor de drie exacte vakken loopt binnen de onderzoekssteekproef van 4,0 tot 9,7, met een gemiddelde van 7,0. Uitgaande van Schema 1 moeten binnen deze totale range drie prestatieniveaus worden onderscheiden, die een oplopende mate van bètatalent weergeven en die aansluiten bij respectievelijk een maatschappijprofiel, een n&g-profiel en een n&t-profiel. In Schema 2 is weergegeven welke criteria daarvoor zijn gekozen. Deze zijn met opzet streng geformuleerd, zodat met vrij grote zekerheid kan worden aangenomen dat er daadwerkelijk sprake is van bètatalent. 9

29 Schema 2 Prestatieniveaus o.b.v. gemiddeld rapportcijfer voor de exacte vakken gemiddeld rapportcijfer voor wis-, natuur- en scheikunde in 3VWO: prestatieniveau is conform: 6,5 maatschappijprofiel > 6,5 en 7,5 n&g-profiel > 7,5 n&t-profiel 2.4 Identificatie van benutters en onderbenutters in de onderzoekssteekproef Op basis van het voorgaande kan nu worden bezien welke leerlingen in de steekproef een feitelijke profielkeuze hebben gemaakt die niet maximaal aansluit bij hun rapportcijfers in de exacte vakken. Dit wordt zichtbaar in Tabel 4, wederom uitgesplitst naar sekse. De donkergrijze blokken in de tabel betreffen de onderbenutters; de lichtgrijze blokken bevatten de benutters, die in de analyses zullen dienen als contrastgroepen. Niet van alle leerlingen in de steekproef zijn de rapportcijfers volledig bekend, waardoor de aantallen in Tabel 4 lager zijn dan in Tabel 3. Tabel 4 Relatie tussen feitelijke profielkeuze en profiel-prestatieniveau o.b.v. de rapportcijfers voor de drie exacte vakken. Onderzoekssteekproef, naar sekse presteerde conform: m-profiel n&g-profiel n&t-profiel N feitelijke keuze meisjes c&m-profiel (30%) e&m-profiel (30%) n&g-profiel (33%) n&t-profiel (7%) N 295 (36%) 315 (38%) 209 (26%) 819 (100%) jongens c&m-profiel (6%) e&m-profiel (38%) n&g-profiel (21%) n&t-profiel (35%) N 175 (25%) 274 (39%) 259 (37%) 708 (100%) Volgens de indeling in Tabel 4 hebben 43 procent van alle meisjes (n=355) en 31 procent van alle jongens (n=221) uit de onderzoekssteekproef bij hun profielkeuze hun bètatalent niet optimaal benut. In de tabel valt verder vooral de grote groep meisjes op die presteerde conform een n&t-profiel, maar koos voor een n&g-profiel; het gaat om 113 meisjes tegen 55 jongens. Het aandeel overbenutters, d.w.z. leerlingen 10

30 die een zwaarder bètaprofiel kozen dan op grond van hun rapportcijfers zou worden verwacht, is bij de meisjes 8 procent (63 leerlingen) en bij de jongens 16 procent (111 leerlingen). De mannelijke overbenutters hebben relatief vaak een n&t-profiel gekozen, de vrouwelijke overbenutters vaak een n&g-profiel. Gezien het gehanteerde hoge rapportcijfer-criterium (zie Schema 2) is de term overbenutting overigens relatief; anderzijds bewijst het hier vastgestelde, relatief lage percentage overbenutters dat het criterium niet geheel onrealistisch is gekozen. Een laatste opmerking naar aanleiding van Tabel 4 is dat bij het gehanteerde criterium meer jongens dan meisjes een aanzienlijk bètatalent bezitten: 37 procent van de jongens heeft een gemiddeld rapportcijfer dat hoger is dan 7,5, terwijl dit voor 26 procent van de meisjes geldt. Deze sekseverschillen in aanleg zijn echter kleiner dan de sekseverschillen in natuurprofielkeuze. 2.5 Samenvatting en vervolg In dit hoofdstuk is vastgesteld welke jongens en meisjes in de onderzoekssteekproef van 1648 VWO-leerlingen tot de zogenaamde onderbenutters van bètatalent behoren. Onder onderbenutters worden leerlingen verstaan die in het derde leerjaar beter presteerden bij de exacte vakken dan uit hun latere profielkeuze spreekt. Concreet gaat het om drie groepen: 1) leerlingen die presteerden conform een n&t-profiel, maar kozen voor een n&g-profiel, 2) leerlingen die presteerden conform een n&t-profiel, maar kozen voor een maatschappijprofiel, en 3) leerlingen die presteren conform een n&g-profiel, maar kozen voor een maatschappijprofiel. Ook zijn controlegroepen samengesteld van leerlingen uit dezelfde steekproef met vergelijkbare prestaties die hun bètatalent wel hebben benut, door een profielkeuze te maken die bij deze prestaties aansluit; de zogenaamde benutters. De prestaties van de leerlingen bij de exacte vakken zijn in dit hoofdstuk afgeleid uit hun gemiddelde rapportcijfer voor wiskunde, natuurkunde en scheikunde in het voorjaar van 3VWO. Deze indicator van het aanwezige bètatalent is zeker niet onbetwistbaar, maar wel plausibel en bovendien de beste maat die in het beschikbare databestand voorhanden is. Bewust is gekozen voor tamelijk strenge criteria, opdat de aanwezigheid van bètatalent met een aanzienlijke zekerheid mag worden verondersteld. Op basis van de gekozen definities zoals hierboven beschreven, behoort 43 procent van de meisjes en 31 procent van de jongens uit de onderzoekssteekproef tot de onderbenutters van bètatalent, terwijl respectievelijk 19 procent van de meisjes en 33 procent van de jongens een vergelijkbaar talent wel benut. In het vervolg van dit rapport wordt nagegaan op welke kenmerken de onderbenutters en benutters signifi- 11

31 cant van elkaar verschillen. Daartoe worden in het volgende hoofdstuk eerst de beschikbare variabelen beschreven. 12

32 3 Beschrijving van de beschikbare variabelen 3.1 Inleiding In de hoofdstukken hierna wordt onderzocht in welke opzichten de geïdentificeerde onderbenutters zich onderscheiden van de leerlingen die een vergelijkbaar bètatalent bij hun profielkeuze wel benutten. Daarvoor maken we gebruik van het databestand over de onderzoekssteekproef dat in het kader van een ander onderzoek reeds is opgebouwd (Van Langen, 2005; Van Langen, Rekers-Mombarg & Dekkers, 2006). Dit databestand is indertijd expliciet samengesteld op basis van de onderzoeksliteratuur over mogelijke determinanten van onderwijskeuzen. Grofweg geschetst gaat het om structurele achtergrondkenmerken, prestaties, leerstijl en attitudes (zoals interesse, motivatie, waargenomen nut) van leerlingen en daarnaast om de invloed van derden (ouders en school). Zoals al eerder gemeld, zijn de gegevens verzameld op meerdere momenten in de schoolloopbaan van de leerlingen, zowel bij de leerlingen zelf als bij anderen. Sommige antwoorden zijn na opschoning direct opgenomen in het databestand, andere antwoorden zijn verder bewerkt, bijvoorbeeld met behulp van factoranalyse. De gegevens zijn op inhoudelijke gronden ingedeeld in een aantal blokken, die in de volgende paragraaf kort worden beschreven. Voor alle technische informatie over de variabelen en voor een overzicht van de relevante onderzoeksliteratuur verwijzen we de lezers naar Van Langen (2005, Hoofdstuk 4). In Bijlage A van dit rapport zijn alle variabelen per blok ook weergegeven in een schema, inclusief de gehanteerde variabelennamen en een korte toelichting op de inhoud. 3.2 Variabelenblokken 1. Achtergrondkenmerken Dit blok bevat enkele belangrijke demografische achtergrondkenmerken van de leerlingen in de steekproef: het opleidingsniveau van de ouders naast dat van de moeder afzonderlijk, en hun autochtone versus allochtone herkomst. Daarnaast zijn twee variabelen opgenomen die weergeven of de vader en de moeder van de leerling een technisch beroep hebben. De sekse van de leerling hoort in principe ook in dit blok, maar omdat de analyses apart voor jongens en meisjes worden uitgevoerd is dat hier niet opgenomen. 13

33 2. Prestaties Dit blok bevat een reeks toetsscores en rapportcijfers van de leerling die in de periode vanaf groep 8 in het basisonderwijs tot en met leerjaar 3 van het VWO zijn verzameld. Omdat de subgroepen van benutters en onderbenutters samengesteld zijn op basis van het gemiddelde rapportcijfer voor de drie exacte vakken in leerjaar 3, komt deze variabele niet voor in dit blok. 3. Voorkeur voor opleidingen en beroepsaspecten In het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs zijn de leerlingen bevraagd over hun interesse voor een reeks van vervolgopleidingen. Ook is een groot aantal beroepskenmerken (bijv. een beroep waarin je een goed inkomen hebt, commercieel moet kunnen denken, veel moet reizen ) aan hen voorgelegd met de vraag in hoeverre zij deze van belang achten in hun toekomstige beroep. Met behulp van factoranalyses zijn de antwoorden van de leerlingen verwerkt tot een aantal schalen over de voorkeur van leerlingen ten aanzien van typen vervolgopleidingen en aspecten van een toekomstig beroep. 4. Leerstijl Dit blok bevat een drietal schaalscores over de leerstijl van de leerling; onderscheiden worden de integratieve strategie (bv. Als ik een proefwerk leer, probeer ik de informatie uit de lessen te combineren met wat er in het boek staat ), de concrete strategie (bv. Als ik leerstof doorneem, zeg ik bepaalde woorden steeds weer om ze me beter te kunnen herinneren ) en de meerwerk strategie (bv. Ik richt me bij het leren ook op doelen die niet in de stof worden behandeld ). 5. Advisering door derden De variabelen in dit blok verwijzen naar de adviezen die de school en de eigen ouders aan de leerling in 3VWO hebben gegeven ten aanzien van de vier mogelijke profielen en de opname van de vakken natuurkunde, Frans en economie (als representanten van de alfa-, bèta- en gammarichting) in het examenpakket. De adviezen kunnen variëren van afgeraden en neutraal tot aangeraden. Als op school door meerdere personen een advies werd afgegeven, bijvoorbeeld door docenten, decaan en mentor, is daarvan een gemiddelde berekend. 6, 7, 8. Waardering van het vak natuurkunde, Frans, economie Deze drie blokken bevatten elk een viertal schaalscores die aspecten betreffen van het oordeel van de leerling over de vakken natuurkunde, Frans en economie (zie toelichting bij 5). Het gaat om de ingeschatte eigen competentie, het plezier in het vak, het nut van het vak voor de eigen toekomst naast het algemene nut van het vak. 14

Eerste ervaringen met het vak NLT

Eerste ervaringen met het vak NLT Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen Eerste ervaringen met het vak NLT Onderzoek onder leerlingen, docenten en scholen Annemarie van Langen EERSTE ERVARINGEN MET HET VAK NLT ii Eerste

Nadere informatie

Alle talenten van meisjes benutten! Cocky Booij Directeur VHTO Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek

Alle talenten van meisjes benutten! Cocky Booij Directeur VHTO Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek Alle talenten van meisjes benutten! Cocky Booij Directeur VHTO Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek VHTO VHTO Een stichting met een missie: de participatie van meisjes en vrouwen

Nadere informatie

KIESWIJZER 2015. Laar & Berg STROOMKEUZE VWO EN MYP PROFIELKEUZE HAVO PROFIELKEUZE VWO

KIESWIJZER 2015. Laar & Berg STROOMKEUZE VWO EN MYP PROFIELKEUZE HAVO PROFIELKEUZE VWO KIESWIJZER 2015 Laar & Berg STROOMKEUZE VWO EN MYP PROFIELKEUZE HAVO PROFIELKEUZE VWO INHOUD INLEIDING... 3 STROOMKEUZE V3 EN T3... 4 PROFIELKEUZE HAVO... 5 Maatschappijprofielen in havo 4 en 5... 6 Natuurprofielen

Nadere informatie

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs FACTSHEET Toptalenten VO in het vervolgonderwijs De onderwijsprestaties van Nederlandse leerlingen zijn gemiddeld genomen hoog, maar er blijft ruimte voor verbetering. Deze factsheet geeft inzicht in de

Nadere informatie

KIESWIJZER LAAR & BERG

KIESWIJZER LAAR & BERG KIESWIJZER LAAR & BERG 2018-2019 Versie: 9 april 2018 Stroomkeuze MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo Laar & Berg - 2 - Kieswijzer 2018-2019 Inhoud Inleiding... 4 Profielkeuze havo... 5 Maatschappijprofielen

Nadere informatie

KIESWIJZER LAAR & BERG Stroomkeuze vwo en MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo

KIESWIJZER LAAR & BERG Stroomkeuze vwo en MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo KIESWIJZER LAAR & BERG 2016-2017 Stroomkeuze vwo en MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo Inhoud Inleiding... 3 Stroomkeuze vwo 3 en MYP 3... 4 Profielkeuze havo... 5 Maatschappijprofielen in havo 4 en

Nadere informatie

De lekkende bèta/technische pijpleiding. Annemarie van Langen, KBA Nijmegen i.s.m. Universiteit Twente

De lekkende bèta/technische pijpleiding. Annemarie van Langen, KBA Nijmegen i.s.m. Universiteit Twente De lekkende bèta/technische pijpleiding Annemarie van Langen, KBA Nijmegen i.s.m. Universiteit Twente Weglek uit de bèta/technische pijpleiding Hoger opgeleiden (25-64 jaar): % bèta/technisch opgeleid

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Geen tekort aan technisch opgeleiden

Geen tekort aan technisch opgeleiden Geen tekort aan technisch opgeleiden Auteur(s): Groot, W. (auteur) Maassen van den Brink, H. (auteur) Plug, E. (auteur) De auteurs zijn allen verbonden aan 'Scholar', Faculteit der Economische Wetenschappen

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

OUDERAVOND DINSDAG 17 NOVEMBER 2015

OUDERAVOND DINSDAG 17 NOVEMBER 2015 OUDERAVOND DINSDAG 17 NOVEMBER 2015 2 OUDERAVOND 3 (T)VWO 2015-16 Dinsdag 17 november 2015 Op deze speciale ouderavond voor de leerlingen van klas 3 tvwo en 3 vwo krijgt u informatie over de inrichting

Nadere informatie

Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas

Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas Informatieavond over de profielkeuze in de 3 e klas 24 november 2015 26-06-14 1 Na vanavond begrijpt en weet U: Wat profielen zijn. Welke profielen er op het Cosmicus College zijn. Hoe een profiel gekozen

Nadere informatie

Techniek: werken, leren en kiezen. Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019

Techniek: werken, leren en kiezen. Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019 Techniek: werken, leren en kiezen Cijfers onderwijs-arbeidsmarkt 2019 Achtergrond TP monitor Behoefte aan een feitelijk beeld van onderwijs & arbeidsmarkt bètatechniek & trends Set van indicatoren Cijfers

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid dat a zorg onderwijs zekerheid t enschap rg welzijn obilit eit n beleids- Het ITSmaakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave CE

Nadere informatie

KIESWIJZER LAAR & BERG

KIESWIJZER LAAR & BERG KIESWIJZER LAAR & BERG 2019-2020 Versie: 26 maart 2019 Stroomkeuze MYP Profielkeuze havo Profielkeuze vwo Laar & Berg - 2 - Kieswijzer 2018-2019 Inhoud Inleiding... 4 Profielkeuze havo... 5 Maatschappijprofielen

Nadere informatie

Belangstelling van vwo ers voor een bacheloropleiding Nanobiologie

Belangstelling van vwo ers voor een bacheloropleiding Nanobiologie Belangstelling van vwo ers voor een bacheloropleiding Nanobiologie Rita Kennis Frank Peters Nijmegen, mei 2011 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt 2011 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt,

Nadere informatie

Kwantitatieve gegevens examenkandidaten t/m Informatietechnologie voor vmbo TL (ITTL)

Kwantitatieve gegevens examenkandidaten t/m Informatietechnologie voor vmbo TL (ITTL) Kwantitatieve gegevens examenkandidaten 2008-2009 t/m 2012-2013 Informatietechnologie voor vmbo TL (ITTL) Carla van den Brandt Martine Hoefeijzers Wendy Albers Hans Plomp 1 TOTALE AANTAL EXAMENKANDIDATEN

Nadere informatie

Ervaringen van vrijwilligers

Ervaringen van vrijwilligers Ervaringen van vrijwilligers Synthese [Externe versie] Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Augustus 2017 2017 Praktikon Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen

Nadere informatie

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Opdrachtgevers & Netwerkpartners Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid data zorg onderwijs zekerheid etenschap rg welzijn mobiliteit jn beleids- Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave Verlangd

Nadere informatie

Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht. Rapportage. Menno Wester

Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht. Rapportage. Menno Wester Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht Rapportage Menno Wester Maart 2014 Projectnummer: 34001333 Opdrachtgever: Stichting HIO 2014 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen Behoudens

Nadere informatie

Profielkeuze 3 VWO. 6 december 2017

Profielkeuze 3 VWO. 6 december 2017 Profielkeuze 3 VWO 6 december 2017 Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) Doel: Op zoek gaan naar het meest geschikte profiel toekomst Hulpmiddelen: Opdrachtenboek Profielkiezer Advies van de mentor,

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO

Aandeel meisjes in de bètatechniek VMBO Vrouwen in de bètatechniek Traditioneel kiezen veel meer mannen dan vrouwen voor een bètatechnische opleiding. Toch lijkt hier de afgelopen jaren langzaam verandering in te komen. Deze factsheet geeft

Nadere informatie

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren J.W. Veerman N. van Erve M. Poiesz Praktikon BV Postbus 6906 6503 GK Nijmegen tel. 024-3615480 www.praktikon.nl praktikon@acsw.ru.nl 2010 Praktikon

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Enige tijd geleden heeft onze school BS De Swoaistee deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Voorlichting. Tweede. Fase

Voorlichting. Tweede. Fase Voorlichting Tweede Fase 3(tweetalig) havo OUDERAVOND 2018-19 15 november 2018 Inleiding Op deze speciale ouderavond voor de leerlingen van klas 3 HAVO en 3 TTO Havo krijgt u informatie over de inrichting

Nadere informatie

25 Januari 2016 PROFIELKEUZE INFORMATIEAVOND

25 Januari 2016 PROFIELKEUZE INFORMATIEAVOND 25 Januari 2016 PROFIELKEUZE INFORMATIEAVOND Kiezen is een kunst De profielkeuze (en later de opleidingskeuze) is geen eenmalige beslissing maar een proces. Vragen: Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik?

Nadere informatie

Dag...onderwijs. Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen. Ineke Lokman

Dag...onderwijs. Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen. Ineke Lokman Dag...onderwijs Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen Ineke Lokman Dag...onderwijs Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK,

Nadere informatie

Bevorderingsnormen onderbouw 2015-2016

Bevorderingsnormen onderbouw 2015-2016 Bevorderingsnormen onderbouw 2015-2016 Artikel 1 Algemene procedures 1. De schoolleiding stelt de normen vast die gehanteerd worden bij het bevorderen van leerlingen. 2. De Algemene Lerarenvergadering

Nadere informatie

ool 5-18 Zittenblijvers en verwezen leerlingen in het cohortonderzoek COOL5-18 Tineke Paas Lia Mulder Jaap Roeleveld

ool 5-18 Zittenblijvers en verwezen leerlingen in het cohortonderzoek COOL5-18 Tineke Paas Lia Mulder Jaap Roeleveld Zittenblijvers en verwezen leerlingen in het cohortonderzoek COOL5-18 Tineke Paas Lia Mulder Jaap Roeleveld c o ool 5-18 o h o r t o n d e r z o e k n d e r w ij s l o o p b a n e n ZITTENBLIJVERS EN VERWEZEN

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Inhoud. Voorstellen Profielkeuze: kwestie van goed kiezen Uitleg natuur en maatschappijprofiel Brochure voor ouders Keuzeprogramma in klas 3 Slot

Inhoud. Voorstellen Profielkeuze: kwestie van goed kiezen Uitleg natuur en maatschappijprofiel Brochure voor ouders Keuzeprogramma in klas 3 Slot INFOAVOND 3 havo Inhoud Voorstellen Profielkeuze: kwestie van goed kiezen Uitleg natuur en maatschappijprofiel Brochure voor ouders Keuzeprogramma in klas 3 Slot Decaan 3 havo Coen Swinkels, muziekdocent

Nadere informatie

Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen

Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen 7 Juli 2010 Stéphane THYS Coördinator Opzet van de presentatie Studenten in wetenschappelijke

Nadere informatie

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013 FACTSHEET Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht Platform Beleidsinformatie Mei 2013 Samenstelling: Pauline Thoolen (OCW/Kennis) Rozemarijn Missler (OCW/Kennis) Erik Fleur (DUO/IP) Arrian Rutten

Nadere informatie

Na vmbo-t 4 naar havo 4

Na vmbo-t 4 naar havo 4 Na vmbo-t 4 naar havo 4 decaan vmbo-t: Kitty Bijenhof (bye@hermannwesselinkcollege.nl) teamleider havo 123 en vervangend teamleider havo bovenbouw : Yvette Thorn (tho@hermannwesselinkcollege.nl) Emmie

Nadere informatie

Voorlichting en begeleiding bij de studie- en beroepskeuze en de rol van arbeidsmarktinformatie

Voorlichting en begeleiding bij de studie- en beroepskeuze en de rol van arbeidsmarktinformatie Lex Borghans, Johan Coenen, Bart Golsteyn, Timo Huijgen, Inge Sieben Voorlichting en begeleiding bij de studie- en beroepskeuze en de rol van arbeidsmarktinformatie Onderzoek uitgevoerd door Researchcentrum

Nadere informatie

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo) Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen.

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Belangstelling van vwo ers voor de bacheloropleiding Klinische Technologie

Belangstelling van vwo ers voor de bacheloropleiding Klinische Technologie Belangstelling van vwo ers voor de bacheloropleiding Klinische Technologie Rita Kennis Jos Frietman Nijmegen, juli 2013 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt 2013 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt,

Nadere informatie

Het imago van ict. Onderzoek naar keuzemotieven van scholieren. HBO-I Stichting

Het imago van ict. Onderzoek naar keuzemotieven van scholieren. HBO-I Stichting Het imago van ict Onderzoek naar keuzemotieven van scholieren HBO-I Stichting Een initiatief van de VHTO, Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek Het project wordt uitgevoerd in het

Nadere informatie

Reglement bevordering Het Stedelijk Lyceum, locatie Kottenpark

Reglement bevordering Het Stedelijk Lyceum, locatie Kottenpark Reglement bevordering Het Stedelijk Lyceum, locatie Kottenpark Schooljaar 2016/2017 Inhoudsopgave I. Algemeen... 2 II. Algemene bepalingen..... 3 III. Bevordering in de onderbouw naar het tweede en derde

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Meisjes en de N-profielen. Kees Grolleman Cristien van Dijk VHTO Cristien van Dijk Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek

Meisjes en de N-profielen. Kees Grolleman Cristien van Dijk VHTO Cristien van Dijk Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek Meisjes en de N-profielen Kees Grolleman Cristien van Dijk VHTO Cristien van Dijk Landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek Eindexamenleerlingen vwo Verdeling m/j over de profielen, 2006/2007

Nadere informatie

Audit Beta-beleid. Opdrachtgever: Strabrecht College te Geldrop. Opdracht:

Audit Beta-beleid. Opdrachtgever: Strabrecht College te Geldrop. Opdracht: Audit Beta-beleid Opdrachtgever: Strabrecht College te Geldrop Opdracht: We willen inzicht krijgen in de voor de school tegenvallende resultaten t.a.v. keuze voor het N-profiel. Inzicht krijgen in de voor

Nadere informatie

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum)

V erschenen in: ESB, 83e jaargang, nr. 4162, pagina 596, 31 juli 1998 (datum) Emancipatie en opleidingskeuze A uteur(s): Grip, A. de (auteur) Vlasblom, J.D. (auteur) Werkzaam bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. (auteur) Een

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

Inleiding. Keuzes in:

Inleiding. Keuzes in: Keuzes in: 5 Inleiding Tijdens de ouderavond heb ik u uitgelegd hoe de keuzebegeleiding in klas 3 plaats vindt. In dit artikel zet ik de belangrijkste punten nog even op een rij. Mocht u na het lezen ervan

Nadere informatie

Samenvatting. BS Rehoboth/ Boskoop. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Rehoboth. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS Rehoboth/ Boskoop. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Rehoboth. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Rehoboth Enige tijd geleden heeft onze school BS Rehoboth deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 227360 ouders en

Nadere informatie

Samenvatting. VSO De Piramide/ Den Haag. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) VSO De Piramide

Samenvatting. VSO De Piramide/ Den Haag. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) VSO De Piramide VSO De Piramide/ Den Haag Samenvatting Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) VSO De Piramide Eerder dit jaar heeft onze school VSO De Piramide deelgenomen aan een tevredenheidspeiling onder leerlingen

Nadere informatie

Samenvatting. BS Lucebertschool/ Bergen NH. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Lucebertschool

Samenvatting. BS Lucebertschool/ Bergen NH. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Lucebertschool BS Lucebertschool/ Bergen NH Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Lucebertschool Enige tijd geleden heeft onze school BS Lucebertschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Aanvulling op Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen 2003-2006 Praktikon maakt deel uit van de Stichting de Waarden te Nijmegen en

Nadere informatie

Profielkeuze-test (PKT)

Profielkeuze-test (PKT) Profielkeuze-test (PKT) Anoniem 2014 TalentFocus Inleiding Het kiezen van een profiel is voor veel leerlingen lastig. Want als je nog niet precies weet wat je later wilt studeren is het moeilijk om op

Nadere informatie

Praktische toelichting op de UAV 2012

Praktische toelichting op de UAV 2012 Praktische toelichting op de UAV 2012 Praktische toelichting op de UAV 2012 prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2012 1 e druk ISBN 978-90-78066-56-9 NUR 822 2012, Stichting Instituut

Nadere informatie

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave ijs arbeid data zorg onderwijs zekerheid etenschap rg welzijn mobiliteit jn beleids- Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave Wachtdagen

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Samenvatting 2013/2014

Samenvatting 2013/2014 Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Nienekes Enige tijd geleden heeft onze school BS De Nienekes deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 209645 ouders

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Bron/ Den Bosch. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS De Bron

Samenvatting. BS De Bron/ Den Bosch. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS De Bron BS De Bron/ Den Bosch Samenvatting Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS De Bron Eerder dit jaar heeft onze school BS De Bron deelgenomen aan de leerlingtevredenheidspeiling. De verkregen gegevens

Nadere informatie

Jaarverslag Christelijk Gymnasium Sorghvliet 2013/2014

Jaarverslag Christelijk Gymnasium Sorghvliet 2013/2014 Jaarverslag Christelijk Gymnasium Sorghvliet 2013/2014 Met dit jaarverslag leggen we verantwoording af voor ons onderwijs tijdens de cursus 2013/14. Onvermijdelijk gaat het in dit verslag voornamelijk

Nadere informatie

HAVO-5 EN VWO-5 EN DE TWEEDE FASE; DE BOVENBOUWSTUDIE VAN VOCL 99. NWO projectnummer 411-20-101. H. Korpershoek H. Kuyper M.P.C.

HAVO-5 EN VWO-5 EN DE TWEEDE FASE; DE BOVENBOUWSTUDIE VAN VOCL 99. NWO projectnummer 411-20-101. H. Korpershoek H. Kuyper M.P.C. HAVO-5 EN VWO-5 EN DE TWEEDE FASE; DE BOVENBOUWSTUDIE VAN VOCL 99 NWO projectnummer 411-20-101 H. Korpershoek H. Kuyper M.P.C. van der Werf ISBN 90-6690-832-7 (c) 2006. GION, Gronings Instituut voor onderzoek

Nadere informatie

Informatieboekje havo 5. atheneum 5

Informatieboekje havo 5. atheneum 5 Informatieboekje 2013-2014 voor leerlingen die na havo 5 naar atheneum 5 willen gaan 1 Inhoudsopgave Uitstroom havo... 2 Doorstroomschema havo > HBO>universiteit... 3 Verschil havo en atheneum... 4 Voorwaarden

Nadere informatie

Samenvatting. BS Het Kompas/ Ijmuiden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Kompas

Samenvatting. BS Het Kompas/ Ijmuiden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Kompas Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Het Kompas Enige tijd geleden heeft onze school BS Het Kompas deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 203379 ouders

Nadere informatie

Profielkeuze in VWO 3. Gonnie Zegers Decaan Havo/VWO 3, 4, 5 en 6

Profielkeuze in VWO 3. Gonnie Zegers Decaan Havo/VWO 3, 4, 5 en 6 Profielkeuze in VWO 3 Gonnie Zegers Decaan Havo/VWO 3, 4, 5 en 6 gzegers@donboscocollege.com De profielen Cultuur en Maatschappij (C&M) Economie en Maatschappij (E&M) Natuur en Gezondheid (N&G) Natuur

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Profielkeuze 3 (t) VWO. 22 november 2018

Profielkeuze 3 (t) VWO. 22 november 2018 Profielkeuze 3 (t) VWO 22 november 2018 Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) Doel: Op zoek gaan naar het meest geschikte profiel toekomst Hulpmiddelen: Keuzebegeleidingsmethode: Profielkiezer Digitaal

Nadere informatie

Samenvatting. BS Julianaschool/ Winterswijk. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Julianaschool

Samenvatting. BS Julianaschool/ Winterswijk. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Julianaschool Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Julianaschool Eerder dit jaar heeft onze school BS Julianaschool deelgenomen aan de leerlingtevredenheidspeiling. De verkregen gegevens kunnen worden vergeleken

Nadere informatie

havo, adviesprocedure atheneum en gymnasium januari 2016 Bevorderingsnormen en adviesprocedure Het Baarnsch Lyceum 1

havo, adviesprocedure atheneum en gymnasium januari 2016 Bevorderingsnormen en adviesprocedure Het Baarnsch Lyceum 1 Keuzegids Bevorderingsnormen klas 3 en havo, adviesprocedure atheneum en gymnasium januari 2016 Bevorderingsnormen en adviesprocedure Het Baarnsch Lyceum 1 Inhoud Voorwoord... 3 Bevorderingsnormen en adviesprocedure...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2012 Nr. 229 BRIEF

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

Ouderavond profielkeuze 3 havo

Ouderavond profielkeuze 3 havo Ouderavond profielkeuze 3 havo Onderdelen keuzeproces LOB Keuzeweb Vakkenvoorlichting Stage Voorlichting profielkeuzevakken MAW, Biologie, Informatica, NLT, M&O, BSM en Economie Het juiste profiel? Adviezen

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

Zittenblijven en verwijzing in het basisonderwijs

Zittenblijven en verwijzing in het basisonderwijs Zittenblijven en verwijzing in het basisonderwijs Onderzoek naar uitvallers tussen de tweede en derde meting van het cohortonderzoek COOL 5-18 Jaap Roeleveld Hermann Vierke Lia Mulder o h o r t o n d e

Nadere informatie

Samenvatting. BS Finlandia/ Rotterdam. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Finlandia

Samenvatting. BS Finlandia/ Rotterdam. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Finlandia BS Finlandia/ Rotterdam Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Finlandia Enige tijd geleden heeft onze school BS Finlandia deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Beleid Bevorderingsnormen afdeling VWO leerjaar 1 tm 6. Bevorderingsnormen leerjaar 1 afdeling VWO, locatie Van Heeckerenlaan

Beleid Bevorderingsnormen afdeling VWO leerjaar 1 tm 6. Bevorderingsnormen leerjaar 1 afdeling VWO, locatie Van Heeckerenlaan leerjaar 1 afdeling VWO, locatie Van Heeckerenlaan 1. Inleiding Hieronder wordt beschreven wanneer een leerling wordt toegelaten tot een hoger leerjaar of mag/moet overstappen naar een andere afdeling.

Nadere informatie

Praktische toelichting op de UAV 2012 (2 e druk)

Praktische toelichting op de UAV 2012 (2 e druk) Praktische toelichting op de UAV 2012 (2 e druk) Praktische toelichting op de UAV 2012 prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis bewerkt door mr. dr. H.P.C.W. Strang Tweede druk s-gravenhage - 2018 2 e druk ISBN

Nadere informatie

Hierna worden eerst de belangrijkste bevindingen voor TIMSS en PISA apart samengevat, daarna volgen enkele algemene conclusies.

Hierna worden eerst de belangrijkste bevindingen voor TIMSS en PISA apart samengevat, daarna volgen enkele algemene conclusies. De bètaprestaties van Nederlandse in het primair en voortgezet onderwijs in vergelijking tot die van in andere westerse landen Geert Driessen & Annemarie van Langen, ITS - Nijmegen Synopsis De Technomonitor

Nadere informatie

Samenvatting. BS Beijumkorf/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf

Samenvatting. BS Beijumkorf/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf Enige tijd geleden heeft onze school BS Beijumkorf deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Samenvatting. BS Pius X/ Varsselder. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Pius X. De betrokkenheid van de ouders bij de school is 'groot'

Samenvatting. BS Pius X/ Varsselder. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Pius X. De betrokkenheid van de ouders bij de school is 'groot' Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Pius X Eerder dit jaar heeft onze school BS Pius X deelgenomen aan de leerlingtevredenheidspeiling. De verkregen gegevens kunnen worden vergeleken met die

Nadere informatie

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool

Samenvatting. BS Alexanderschool/ Denekamp. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool BS Alexanderschool/ Denekamp Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Alexanderschool Enige tijd geleden heeft onze school BS Alexanderschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling.

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Ouderavond 3HAVO 12 januari 2016

Ouderavond 3HAVO 12 januari 2016 Ouderavond 3HAVO 12 januari 2016 19.30 uur Ben Wester (afdelingsleider) over klas 3 19.45 uur Monica ten Hagen (decaan HAVO) over de profiel- en vakkenkeuze 20.15 uur Pauze Koffie/thee in de hal 20.30

Nadere informatie

Het programma. l.blankers@gerritvdveen.nl

Het programma. l.blankers@gerritvdveen.nl Het programma De profielkeuze in klas 3 Op weg naar de profielkeuze De vier profielen Qompas Tips voor leerlingen Tips voor ouders Spelregels profielkeuze en overgangsregels l.blankers@gerritvdveen.nl

Nadere informatie

Samenvatting. BS Ten Darperschoele. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Ten Darperschoele

Samenvatting. BS Ten Darperschoele. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Ten Darperschoele Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Ten Darperschoele Eerder dit jaar heeft onze school BS Ten Darperschoele deelgenomen aan de leerlingtevredenheidspeiling. De verkregen gegevens kunnen worden

Nadere informatie

Beleid Bevorderingsnormen afdeling VWO leerjaar 1 tm 6. Bevorderingsnormen leerjaar 1 afdeling VWO, locatie Van Heeckerenlaan

Beleid Bevorderingsnormen afdeling VWO leerjaar 1 tm 6. Bevorderingsnormen leerjaar 1 afdeling VWO, locatie Van Heeckerenlaan leerjaar 1 afdeling VWO, locatie Van Heeckerenlaan Hieronder wordt beschreven wanneer een leerling wordt toegelaten tot een hoger leerjaar, of mag/moet overstappen naar een andere afdeling. 2. Vakken Hieronder

Nadere informatie

1 De profielkeuze in leerjaar 4...1. 2 Eindexamenresultaten...7. 3 Doorstroom naar het bètatechnisch hoger onderwijs...10. 4 Het VHTO-effect...

1 De profielkeuze in leerjaar 4...1. 2 Eindexamenresultaten...7. 3 Doorstroom naar het bètatechnisch hoger onderwijs...10. 4 Het VHTO-effect... Het Universum Programma: Resultaten van vijf jaar bèta-innovatie op havo/vwo-scholen Februari 2011 Ten geleide Nu het Universum Programma zijn einde nadert is voor de 183 Universumscholen het effect van

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Regenboog/ Meidoornlaan. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS De Regenboog/ Meidoornlaan

Samenvatting. BS De Regenboog/ Meidoornlaan. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS De Regenboog/ Meidoornlaan Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS De Regenboog/ Meidoornlaan Eerder dit jaar heeft onze school BS De Regenboog/ Meidoornlaan deelgenomen aan de leerlingtevredenheidspeiling. De verkregen

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Ridderslag. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS De Ridderslag. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst BS De Ridderslag/ Gouda Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Ridderslag Enige tijd geleden heeft onze school BS De Ridderslag deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel

Nadere informatie

Samenvatting. BS Damiaanschool/ Totaaloverzicht. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Damiaanschool

Samenvatting. BS Damiaanschool/ Totaaloverzicht. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Damiaanschool Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Damiaanschool Enige tijd geleden heeft onze school BS Damiaanschool deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 201893

Nadere informatie

Samenvatting. BS Syncope/ Almere. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Syncope. De betrokkenheid van de ouders bij de school is 'redelijk'

Samenvatting. BS Syncope/ Almere. Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Syncope. De betrokkenheid van de ouders bij de school is 'redelijk' BS Syncope/ Almere Samenvatting Resultaten Leerlingtevredenheidspeiling (LTP) BS Syncope Eerder dit jaar heeft onze school BS Syncope deelgenomen aan de leerlingtevredenheidspeiling. De verkregen gegevens

Nadere informatie

Samenvatting. BS Goudenstein/ Haaften. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Goudenstein

Samenvatting. BS Goudenstein/ Haaften. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Goudenstein BS Goudenstein/ Haaften Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Goudenstein Enige tijd geleden heeft onze school BS Goudenstein deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel

Nadere informatie

14 maart, Profielkeuze havo 3

14 maart, Profielkeuze havo 3 Profielkeuze havo 3 Algemene inleiding door leerjaarcoördinator mevr. P. Duits Profielkeuze door decaan mevr. A. van der Klis Tevredenheidspeiling Overgangsnorm 3 havo Niet meer dan 4 getelde onvoldoendes

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Kameleon. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Kameleon. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Samenvatting. BS De Kameleon. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Kameleon. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Kameleon Enige tijd geleden heeft onze school BS De Kameleon deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 209645 ouders

Nadere informatie