Handleiding Masterproef

Transcriptie

1 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN OPLEIDING VERGELIJKENDE EN INTERNATIONALE POLITIEK Handleiding Masterproef

2 1

3 Inhoud Inleiding 1 Tijdslijn 1.1 Onderwerp masterproef en indienen aanvraag tot goedkeuring 1.2 Startnota 1.3 Schrijven masterproef en begeleiding 1.4 Indienen masterproef 1.5 Verdediging 2 Het proces van de masterproef 2.1 Vormvereisten Opbouw Titelblad Inhoudstabel Voorwoord Inleiding Tekstgedeelte Algemeen besluit Lay-out Bronvermelding Taal Omvang 3 Reglement 4 Plagiaat

4 Inleiding De masterproef vormt het sluitstuk en het hoogtepunt van de Master in de Vergelijkende en Internationale Politiek. Het is een wetenschappelijk werk waarin de student aantoont dat hij/zij de leerstof van de opleiding verwerkt heeft. Tevens geeft de student blijk van het vermogen om een onderzoeksvraag te analyseren, te bestuderen en er een kritische reflectie op te formuleren. Het eindresultaat is een werk dat in verkorte vorm voor publicatie vatbaar is. Het schrijven van een masterproef is echter geen kinderspel. Het is een intensief proces waarin je geconfronteerd zult worden met vragen en hindernissen. Om je te helpen deze hindernissen te nemen en om mogelijke vragen te beantwoorden, werd deze handleiding samengesteld. Het is een verzameling van informatie die verspreid terug te vinden is op de facultaire website. Tevens geeft deze handleiding je een beeld op het proces van het schrijven van een masterproef. 3

5 1 Tijdslijn Het schrijven van een masterproef is een proces dat verloopt doorheen de tijd. Om je een overzicht te bieden, geven we in dit gedeelte kort de tijdslijn van de masterproef weer. Elke stap zal in een apart onderdeel uitgebreider worden besproken. De tijdslijn houdt volgende stappen in: 1 ste semester: - voorstelling lijst onderwerpen en promotoren masterproef op de infosessie op 23/09/ indienen aanvraag goedkeuring onderwerp masterproef bij de studentenadministratie (eerste lichting) ten laatste op 3/11/ goedkeuring onderwerpen masterproef door POC ( eerste lichting) ten laatste op 16/11/ indienen aanvraag goedkeuring onderwerp masterproef bij de studentenadministratie ( tweede lichting) uiterste datum 01/12/ goedkeuring onderwerpen masterproef door POC ( tweede lichting) ten laatste op 07/12/ indienen startnota masterproef bij de promotor ten laatste op 18/12/ de semester: - uitwerken masterproef en contact begeleider (promotor, co-promotor, praktijkassistent) - verplichte melding indienen masterproef julizittijd bij studentenadministratie ten laatste op 03/05/ indienen masterproef bij studentenadministratie ten laatste op 17/05/2010 tot uur - verdediging masterproef in julizittijd van 31/05/2010 tot 05/06/ indienen masterproef septemberzittijd bij studentenadministratie ten laatste op 26/08/2010 tot uur - verdediging masterproef septemberzittijd van 09/09/2010 tot 14/09/2010 4

6 1.1 Onderwerp masterproef en indienen aanvraag tot goedkeuring Tijdens de eerste week van het academiejaar wordt er een algemene infosessie over de masterproef gehouden. Hier wordt een lijst van mogelijke masterproefonderwerpen door de promotoren en/of assessors bekendgemaakt en voorgesteld. Nadat je een keuze hebt gemaakt, neem je contact op met je begeleider. De wijze van contact zal worden bepaald door de begeleider en je meegedeeld worden op de algemene infosessie. Bij het contact motiveer je jouw keuze van onderwerp. De begeleider zal dan beslissen of het onderwerp aan jou wordt toegewezen. Je kan uiteraard zelf een onderwerp voorstellen. In dit geval zal je op eigen initiatief een promotor moeten vinden. Nadat onderwerp en promotor zijn gekozen, dien je een aanvraag tot goedkeuring van het onderwerp van de masterproef in bij de studentenadministratie. De aanvraag wordt ingediend tijdens de vijfde week van het academiejaar (eerste lichting), of ten laatste tijdens de negende week van het academiejaar (tweede lichting). Voor specifieke data verwijzen we naar de studentenkalender. De studentenadministratie maakt de aanvragen over aan de POC van de betrokken opleiding. De POC kan het voorgestelde onderwerp en de voorgestelde promotor goedkeuren, afwijzen of om een verduidelijking vragen. De beoordeling van de POC wordt vervolgens door de studentenadministratie meegedeeld aan de student. Een goedkeuring van het voorstel waarborgt de reservering van het onderwerp voor het lopende en komende academiejaar. Indien je, na de initiële goedkeuring, een ander onderwerp en/of promotor wenst, kan dit uitzonderlijk worden toegestaan. Een nieuwe beslissing van de POC is evenwel vereist. Indien je, in overleg met de promotor, de werktitel van de masterproef wil veranderen, kan dit zonder dat een goedkeuring van de POC is vereist. Het onderwerp mag hierdoor echter niet worden gewijzigd. 1.2 Startnota De startnota is een korte paper van een 8-10 tal pagina s waarin je het onderzoeksplan van je masterproef voorstelt. Dit gebeurt aan de hand van (literatuur)onderzoek dat je in het eerste semester uitvoert. De nota wordt ingediend bij de promotor/begeleider op het afgesproken 5

7 tijdstip ( op 18/12/2009 voor 12u in het postvakje van je promotor). De nota bevat volgende onderdelen: - probleemstelling - onderzoeksvraag - theoretisch/conceptueel kader - methodologie - bibliografie 1.3 Schrijven masterproef en begeleiding Tijdens het schrijven van je masterproef word je begeleid door een promotor, aangevuld met eventueel een co-promotor en/of een assessor en een praktijkassistent. De begeleider heeft als taak om in samenwerking met de student een plan voor de werkzaamheden uit te werken en de evolutie van het onderzoek op te volgen. Hij of zij kan tevens suggesties geven over bepaalde literatuur of een bepaalde richting suggereren. De hoofdverantwoordelijkheid over het verloop van de masterproef ligt echter bij de student. Het is aan jou om onderzoek te verrichten en om op regelmatige basis je begeleider hieromtrent te contacteren voor feedback. Dit kan tijdens de spreekuren die terug te vinden zijn op de facultaire website of door tijdig een afspraak te maken met de begeleider indien mogelijk. Hoe de relatie tussen student en begeleider verloopt, wordt bepaald door afspraken die in het begin van het proces worden gemaakt. Een masterproefonderwerp is gekoppeld aan een promotor. Dit kan elk lid van het ZAP, emeriti met opdracht, en elk lid van het A(B)AP met doctorstitel zijn. Wanneer een doctor met tijdelijk statuut als promotor wordt aangewezen, wordt tegelijkertijd een ander ZAP-lid aangewezen. Dit garandeert de voortzetting van de begeleiding in geval van mandaatbeëindiging van de doctorpromotor. Naast de promotor kan een co-promotor worden aangewezen. De POC kan eveneens een assessor (lid van het A(B)AP) aan de promotor toevoegen om te helpen bij de begeleiding van de masterproef. Co-promotor en assessor maken formeel geen deel uit van de masterproefcommissie. Zij nemen wel deel aan de verdediging en de beraadslaging van de masterproefcommissie. 6

8 Als laatste kan je ook beroep doen op de praktijkassistent. Hij of zij zal je helpen doorheen het proces van de masterproef. Hij/zij maakt geen deel uit van de masterproefcommissie noch neemt hij/zij deel aan de verdediging en beraadslaging van de masterproefcommissie. 1.4 Indienen masterproef Je kan je masterproef indienen op het afgesproken tijdstip (midden mei). Hiervoor dient men verplicht eerst een formulier in te dienen bij de studentenadministratie met de vermelding dat je jouw masterproef indient voor de julizittijd. De masterproef wordt in drie exemplaren op de studentenadministratie ingediend (vier, zo nodig vijf exemplaren indien een co-promotor en/of een assessor is toegevoegd). Een vierde ( zo nodig vijfde of zesde) exemplaar wordt elektronisch ingediend via Toledo. De studentenadministratie bezorgt zo spoedig mogelijk een exemplaar aan elke beoordelaar. De data voor de melding van de julizittijd en de indiening kan je terugvinden op de studentenkalender. De student dient zich aan deze data te houden. Een uitzondering voor de indiening na datum is enkel mogelijk na gunstig advies door de vicedecaan onderwijs. Een tweede indieningsperiode is voorzien midden augustus. Er wordt echter ten sterkste aangeraden je masterproef in te dienen in de julizittijd. Het doorschuiven van je masterproef naar september levert je nauwelijks enkele weken extra op, gelet op de rust die je jezelf gunt na de examenperiode. Hou er ook rekening mee dat je begeleider in deze periode mogelijk (tijdelijk) afwezig is en het contact hierdoor vermindert. 1.5 Verdediging De studentenadministratie deelt je mee de dag, het uur en de plaats van de verdediging. De masterproef mag buiten de examenperiode worden verdedigd, maar moet vallen vóór de examens van de theoretische opleidingsonderdelen. De algemene data voor de verdediging kan je vinden op de studentenkalender. De verdediging van de masterproef is openbaar, gebeurt in de taal van de opleiding en neemt maximum 30 minuten in beslag. Tijdens de verdediging stelt de student gedurende 10 minuten zijn onderzoeksresultaten voor aan de masterproefcommissie. Deze bestaat uit de promotor, een voorzitter en een verslaggever. De taak van de verslaggever is verslag uit te 7

9 brengen van de lectuur van de tekst en hem te beoordelen op zijn wetenschappelijke waarde. De taak van de voorzitter is de verdediging te leiden, de masterproef en de verdediging te beoordelen, en te bemiddelen bij eventuele conflicten tussen promotor en verslaggever. Na de presentatie stelt de commissie gedurende 20 minuten vragen over de afbakening van het onderwerp, de gebruikte onderzoeksmethodes, het verwerkte studiemateriaal en andere aspecten die hen belangrijk lijken. De verdediging moet je voldoende feedback geven over de sterke en zwakkere kanten van de masterproef. De verdediging maakt mee deel uit van de eindbeoordeling. 8

10 2 Het proces van de masterproef Een masterproef moet voldoen aan een aantal criteria. Een eerste criteria is de vormelijke vereiste. De Faculteit Sociale Wetenschappen heeft hiervoor een eigen huisstijl ontwikkeld. Zo zal de masterproef moeten voldoen aan de voorschriften in verband met opbouw, lay-out, schrijfstijl, Naast de vormelijke vereiste is er ook de inhoudelijke vereiste. Zoals eerder aangehaald is een masterproef een wetenschappelijke tekst dat in verkorte versie voor publicatie vatbaar is. Er zijn dan ook een aantal criteria waaraan moet worden voldaan. Zo zal vertrokken worden van een probleemstelling waarna een onderzoeksplan wordt opgesteld en uitgewerkt. Beide vereisten zullen hieronder uitgebreid worden besproken. 2.1 Vormvereisten In het volgende deel komen achtereenvolgens aan bod: de opbouw, de lay-out, de bronvermelding, de taal en de omvang Opbouw De masterproef is een wetenschappelijke tekst die moet voldoen aan een aantal vormelijke criteria in verband met de opbouw. Zo moet de masterproef volgende delen bevatten: - omslag met het titelblad - blanco blad - titelblad - inhoudstabel - (lijst van tabellen) - (lijst van figuren) - (lijst van afkortingen) - voorwoord - inleiding bij de tekst - tekstgedeelte 9

11 - algemeen besluit - lijst met referenties - (bijlagen) - blanco blad - rugblad De volgorde van de verschillende onderdelen moet strikt gevolgd worden. Onderdelen die vermeld worden tussen haakjes dienen enkel te worden toegevoegd indien dit noodzakelijk is en een meerwaarde kan bieden aan het geheel. Hieronder volgt uitleg over de belangrijkste onderdelen Titelblad Op het titelblad moeten een aantal gegevens staan waaronder de volgende: - Katholieke Universiteit Leuven - Faculteit Sociale Wetenschappen - Opleiding Vergelijkende en Internationale Politiek - Titel van de masterproef met eventueel een ondertitel - Promotor, aangevuld met eventueel een co-promotor - Verslaggever - Masterproef aangeboden tot het verkrijgen van de graad van Master in de Vergelijkende en Internationale Politiek door [ Voornaam Naam] - Academiejaar Enkel het voorblad met titelblad wordt afgedrukt op karton (minstens 120gr.) met een kleur naar keuze. Een voorbeeldtitelblad is beschikbaar op de facultaire website onder studentenportaal formulieren en voorbladen: Je kan dit voorblad kopiëren en plakken, zo ben je zeker van de vereiste lay-out. De overige tekst van de masterproef wordt op wit papier (80gr.) afgedrukt. 10

12 Inhoudstabel De inhoudstabel geeft de verschillende onderdelen van de masterproef weer op een overzichtelijke manier. De titels die worden gekozen voor elk onderdeel moeten kort en krachtig zijn en de lading dekken. Tevens moeten ze overeenstemmen met de titels gebruikt in de tekst. Wat betreft de vormgeving in de inhoudstabel worden hoofdtitels links uitgelijnd. Voor ondertitels maakt men gebruik van een inspringing van telkens 0,5cm. Paginanummers staan rechts uitgelijnd. Een voorbeeld: 1 Hoofdtitel 1.1 Ondertitel 1 2 Voor uitgebreidere uitleg verwijzen we graag naar volgend boek: Brungs, E., Zinvol zoeken, stijlvol schrijven. Handleiding voor het schrijven van wetenschappelijke teksten in de Sociale Wetenschappen, Leuven, Acco, 2005, 176p Voorwoord Het voorwoord is een kort stukje tekst waarin een dankwoord wordt gericht naar promotor/begeleider en/of familie. Tevens kan een korte motivatie worden neergeschreven over de keuze van het onderwerp Inleiding Een inleiding dient om de aandacht van de lezer te trekken. Dit kan door een sterke openingszin te gebruiken zoals een gepast citaat of een voorbeeld. Tevens biedt een inleiding de mogelijkheid om kort samen te vatten waarover de masterproef gaat. Dit behelst een korte beschrijving van de probleemstelling met zijn afbakening in tijd en ruimte en de inhoud in hoofdlijnen. 11

13 Omwille van eventuele veranderingen in de aanpak van je probleemstelling, is het aangeraden om de inleiding op het einde van de rit te schrijven. Zo ben je zeker dat de inleiding overeenstemt met de daaropvolgende tekst Tekstgedeelte Het tekstgedeelte bestaat uit een aantal onderdelen. Zo start je de masterproef met een probleemstelling waaruit je een onderzoeksvraag formuleert. Om deze vraag te kunnen beantwoorden ga je op zoek naar een geschikte onderzoeksmethode. Heb je deze methode beschreven, dan kan je overgaan tot het effectieve onderzoek. Tot slot besluit je met de bekomen resultaten en een kritische reflectie. Verder uitleg over hoe te werk te gaan, vind je in volgend boek: De Wachter, L., Van Soom, C., Academisch schrijven: een praktische gids, Acco, Leuven, 2008, 109p of uit de cursus: Onderzoeksmethoden in de internationale betrekkingen, gedoceerd in het eerste semester Algemeen besluit In het algemeen besluit vat je de belangrijkste elementen samen. Je geeft kort weer wat de probleemstelling is, welke onderzoeksmethode je hebt gebruikt en welke resultaten je hebt bekomen en je conclusie hieromtrent. Een goed besluit geeft een antwoord op de probleemstelling en een overzicht op het onderzoek. Tot slot geef je een kritische reflectie over het geheel en werp je eventueel een blik naar de toekomst. Enkel in de kritische reflectie is er plaats voor een persoonlijke mening en toets. 12

14 2.1.2 Lay-out De masterproef dient aan een vooropgestelde lay-out te voldoen. - Papierformaat: o Het papierformaat van de masterproef is A5. Om dit te bekomen selecteer je in Word achtereenvolgens: bestand pagina-instelling papier papierformaat. - Marges rond de tekst: selecteer achtereenvolgens in Word: bestand paginainstelling marges o Links: 2cm o Rechts: 2cm o Onder: 2cm o Boven: 2cm - Lettertype: o Times New Roman - Lettergrootte: o Tekst: lettergrootte 11 o Voet- en eindnoten: lettergrootte 10 - Regelafstand: selecteer in Word: opmaak alinea regelafstand o enkel - Printen o Zowel enkel- als dubbelzijdig zijn toegestaan - Model voorblad o Modellen van voorbladen zijn te vinden op het studentenportaal op de website van de Faculteit Sociale Wetenschappen Bronvermelding Tijdens het schrijven van de masterproef wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van bronnen. Een correcte en consistente bronvermelding is hierbij uitermate belangrijk. Zo kan de juistheid van bronnen worden nagegaan en kan verdere informatie gemakkelijk worden opgezocht. Verder toont het aan dat de student uitgebreid onderzoek heeft gedaan om zijn of haar masterproef wetenschappelijk te onderbouwen. 13

15 Er zijn verschillende methoden van bronvermelding. De Faculteit Sociale Wetenschappen maakt gebruik van twee systemen, namelijk de Angelsaksische en klassieke bronvermelding of ook de A-stijl en de K-stijl genoemd. De student kan hiertussen kiezen, maar moet wel consistent dezelfde stijl toepassen op het geheel. Uitleg over de toepassing van deze twee systemen van bronvermelding vind je in: Brungs, E., Zinvol zoeken, stijlvol schrijven. Handleiding voor het schrijven van wetenschappelijke teksten in de Sociale Wetenschappen, Leuven, Acco, 2005, 176p. Deze informatie in verband met de uitleg en toepassing van bronvermelding kan je ook vinden op de facultaire website onder volgende link: Taal De masterproef wordt geschreven in de taal van de opleiding. Tevens wordt er gebruik gemaakt van de officiële spelling. Om de juiste spelling te garanderen, kan je bij twijfel het woord opzoeken op de website van de Nederlandse taalunie op volgende link: Omvang De omvang van de wetenschappelijke tekst omvat minimum woorden en maximum woorden. De bijlagen en bibliografie zijn hierbij niet inbegrepen. 14

16 3 Reglement Het reglement voor de masterproef kan je terug vinden op de facultaire website onder studentenportaal, reglementen met als link: 4 Plagiaat De mogelijkheden om informatie te verzamelen zijn de laatste jaren enorm toegenomen dankzij de vernieuwde technologie. Dit speelt in het voordeel voor iedereen die aan onderzoek wil doen. Er schuilt echter een addertje onder het gras, daar er meer mogelijkheden zijn om ongeoorloofd met informatie om te gaan. Het overnemen van ideeën, beelden, teksten, zonder een correcte bronvermelding is plagiaat en kan gezien worden als fraude. De K.U.Leuven definieert plagiaat als volgt: Plagiaat is elke overname van het werk (ideeën, teksten, structuren, beelden, plannen, ) van zichzelf of van anderen, op identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm en zonder adequate bronvermelding. 1 Indien plagiaat wordt vastgesteld zal een sanctie worden genomen, afhankelijk van een aantal factoren zoals: het soort opdracht, de aard van het opleidingsonderdeel, het moment in de studieloopbaan, de intentionaliteit en de zwaarte van het vergrijp. Verder informatie kan je vinden op volgende link: 1 KULEUVEN, De definitie van plagiaat, Leuven, KULeuven, 2009, ( , KULeuven, 15