FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE BACHELORPAPER TOEGEPASTE TAALKUNDE

Transcriptie

1 FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE BACHELORPAPER TOEGEPASTE TAALKUNDE REGLEMENT ACADEMIEJAAR

2 Inhoud 1. Plaats van de bachelorpaper in de opleiding Toelatingsvoorwaarden Onderwerp van de bachelorpaper Richtlijnen Inhoudelijke aspecten Formele aspecten Taal Omvang Opbouw Titelblad Samenvattingen Authenticiteitsverklaring Inhoud(sopgave) Lijst van tabellen, figuren, afkortingen Middendeel Referenties Bijlagen Begeleiding Evaluatie Studiepunten en weging Procedure Evaluatiecriteria Inhoud en presentatie Taal, stijl en vormgeving Bronvermelding Tijdschema Indienen bachelorpaper Regeling voor uitgaande studenten Reglement Bachelorpaper 2

3 1. Plaats van de bachelorpaper in de opleiding De bachelorpaper bestaat uit een scriptie die een belangrijk sluitstuk vormt van de academische bacheloropleiding, waarbij de bacheloropleiding zowel als finaliteit en als voorbereiding op de masteropleiding dient te worden gezien. Met de bachelorpaper toont de student aan dat de eindcompetenties van de bacheloropleiding Toegepaste Taalkunde in voldoende mate verworven zijn en dat hij/zij, onder begeleiding van een promotor, in staat is een onderwerp uit de Toegepaste Taalkunde wetenschappelijk en kritisch te benaderen. Hiermee toont hij/zij ook aan op de hoogte te zijn van de recente ontwikkelingen in het bestudeerde domein en over de nodige vaardigheden te beschikken om een wetenschappelijke tekst te produceren. 2. Toelatingsvoorwaarden Wie zich inschrijft voor het OO Bachelorproef moet ingeschreven (of reeds geslaagd) zijn voor de OO s Onderzoeksmethodologie en Nederlands: communicatieve vaardigheden III. 3. Onderwerp van de bachelorpaper Het onderwerp van de bachelorpaper wordt bepaald in overleg met de promotor. Elk lid van het onderwijzend personeel dat belast is met een opleidingsonderdeel in de bacheloropleiding, kan als promotor optreden. Het onderwerp sluit aan bij een of meerdere opleidingsonderdelen uit BA1, BA2 en/of BA3 en heeft betrekking op een gebied dat in overeenstemming is met het te behalen diploma van Bachelor in de Toegepaste Taalkunde. Het onderwerp kan eventueel gekozen worden in functie en ter voorbereiding van de masterproef, die ingediend wordt voor het behalen van het diploma van Master Vertalen, Tolken of Journalistiek. Een lijst met suggesties voor onderwerpen kan geraadpleegd worden via het OO Bachelorproef Toegepaste Taalkunde op PointCarré vanaf eind september Een student is tevens vrij in het voorstellen van een eigen onderwerp als dat relevant is voor de opleiding. 4. Richtlijnen 4.1 Inhoudelijke aspecten De bachelorpaper bevat de volgende onderdelen: een uiteenzetting over de probleemstelling, legitimatie van de probleemstelling en afbakening van het onderwerp; duidelijk geformuleerde onderzoeksvragen; een kritische uitwerking van het onderwerp, met inbegrip van de onderzoeksmethode; Reglement Bachelorpaper 3

4 een voorstelling van de bereikte resultaten; een conclusie; een volledige lijst van de gebruikte bronnen en publicaties; twee samenvattingen van max. 200 woorden; een inhoudsopgave; een authenticiteitsverklaring. 4.2 Formele aspecten Taal De bachelorpaper wordt geschreven in één van de twee vreemde talen van de studie of in het Nederlands. Het register is academisch. Spreektaal, journalistieke of populistische stijl dient te worden vermeden. De eerste van de twee samenvattingen wordt geschreven in de taal van de bachelorproef, de tweede in de andere vreemde taal van de student of in het Nederlands Omvang De omvang van de bachelorpaper is minimaal woorden eigen tekst (dus de onderdelen Inleiding, Middendeel en Besluit uit de lijst hieronder in sectie 4.3). Samenvattingen, referentielijst en bijlagen maken geen deel uit van de woorden eigen tekst. Er wordt geen maximum bepaald, maar redundantie en wijdlopigheid dienen te worden vermeden. Indien de bachelorpaper een zelfgemaakte vertaling omvat, dient de te vertalen tekst woorden te hebben. De vertaling maakt geen deel uit van de woorden eigen tekst. Beschrijf de bladzijden enkelzijdig. Gebruik een standaard lettertype, bv. Times 12, interlinie 1,5 en marges van 2,5 cm. De linkermarge mag groter dan 2,5 cm zijn om hechten of inbinden van de bachelorpaper mogelijk te maken. 4.3 Opbouw De volgorde van presentatie van de onderdelen is zoals hieronder wordt aangegeven. De onderdelen met * zijn niet verplicht. Omslag met het titelblad Blanco blad Titelblad Samenvatting1 (in de taal van de bachelorproef) Samenvatting2 (in de andere taal van de student of in het Nederlands.) Authenticiteitsverklaring Inhoudsopgave Lijst van tabellen* Lijst van figuren* Lijst van afkortingen* Reglement Bachelorpaper 4

5 Voorwoord en/of dankwoord* Inleiding Middendeel Besluit Lijst met referenties Bijlage(n)* Blanco blad Rugblad Titelblad Op het titelblad komen de volgende elementen voor: Het logo van de Vrije Universiteit Brussel Vrije Universiteit Brussel Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte Studiegebied Toegepaste Taalkunde Naam student (Voornaam Naam) Naam promotor (Voornaam Naam) Titel van de bachelorpaper Bachelorpaper ingediend voor het behalen van de graad van Bachelor in de Toegepaste Taalkunde: (*) Academiejaar: (*) talencombinatie vermelden Een sjabloon voor het titelblad wordt beschikbaar gesteld Samenvattingen De samenvattingen van de bachelorpaper zijn maximaal 200 woorden lang en bevatten een beknopte weergave van de onderzoeksvraag, de onderzoeksmethode en de belangrijkste resultaten. De eerste samenvatting is geschreven in de taal van de bachelorpaper. De tweede samenvatting is geschreven in de andere taal van de student, of in het Nederlands. De beide samenvattingen dienen uiterlijk twee weken voor indiening van de bachelorproef voorgelegd te worden aan de promotor. Mocht de promotor de taal van een van de samenvattingen niet machtig zijn, dan kan de student de samenvatting doorsturen naar de docent Taal voor academische doeleinden (opleidingsprogramma BA3) voor die respectievelijke taal, eveneens twee weken voor indiening. De opmerkingen van de promotor (en eventueel) van de docent Taal voor academische doeleinden worden in de definitieve versie van de samenvattingen verwerkt. De docenten "Taal voor academische doeleinden" zijn: - Duits: Arvi Sepp - Engels: Julie Deconinck - Frans: Guy Vandermeulen - Italiaans: Sonja Lavaert - Spaans: Philippe Humblé Reglement Bachelorpaper 5

6 4.3.3 Authenticiteitsverklaring In de authenticiteitsverklaring verklaart de student op zijn/haar woord van eer dat de bachelorpaper door hem geschreven werd, dat hij/zij voor de totstandkoming geen ongeoorloofd beroep heeft gedaan op de hulp van derden en geen gebruik heeft gemaakt van hulpmiddelen of bronnen die niet in de tekst worden vermeld (zie ook 4.3.6). De tekst is als volgt: Ik verklaar op mijn woord van eer dat ik de bachelorpaper, (titel), zelf heb geschreven. Ik heb voor de totstandkoming geen ongeoorloofd beroep gedaan op de hulp van derden en geen gebruik gemaakt van hulpmiddelen of bronnen die niet in de tekst worden vermeld. Alle woordelijke of inhoudelijke overnamen van bronnen werden als zodanig kenbaar gemaakt. Dit werk is noch in z'n geheel noch gedeeltelijk ingediend bij een andere beoordelingsinstantie dan de voor de bachelorpaper bevoegde instantie. Het is mij bekend dat de overname van teksten van derden - het internet inbegrepen - zonder opgave van bronnen als plagiaat wordt beschouwd. Datum Naam en handtekening Deze authenticiteitsverklaring dient door de student te worden ondertekend. Ontbreekt de authenticiteitsverklaring, dan kan de bachelorpaper niet ontvankelijk worden verklaard. Onregelmatigheden, zoals plagiaat of het afleggen van een valse verklaring, worden door de promotor gemeld aan de decaan van de faculteit, die over een examentuchtsanctie kan beslissen (Onderwijs- en examenreglement, art. 118) Inhoud(sopgave) De inhoudsopgave bevat een opsomming van de titels van de hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen met verwijzing naar de paginanummers. De paginering van een bachelorpaper start bij de inhoudsopgave Lijst van tabellen, figuren, afkortingen Lijsten met tabellen, figuren en afkortingen zijn onnodig, indien de bachelorpaper geen tabellen, figuren of afkortingen bevat. Heeft de bachelorpaper wel tabellen, figuren en afkortingen, dan bevatten de lijsten met tabellen en figuren verwijzingen naar de pagina's waar deze voorkomen; de lijst met afkortingen of acroniemen bevat de volledig uitgeschreven vormen van de in de tekst gebruikte afkortingen of acroniemen Middendeel Het middendeel verschijnt niet als zodanig in de bachelorpaper, maar is onderverdeeld in hoofdstukken, afhankelijk van het onderwerp (vb. Hoofdstuk 2. Reglement Bachelorpaper 6

7 Theoretisch kader, Hoofdstuk 3. Onderzoeksmethode, Hoofdstuk 4. Resultaten, Hoofdstuk 5. Discussie) Referenties In een bachelorpaper staat steevast ontleende informatie: citaten, parafrases, argumenten, ideeën, enz. Je wordt verwacht om de ideeën van andere wetenschappers te presenteren en te bespreken, maar het is verwerpelijk die ideeën voor te stellen alsof het je eigen bevindingen zijn, m.a.w. zonder nauwkeurig naar de bron of de auteur in kwestie te verwijzen. Dan maak je je namelijk schuldig aan plagiaat. Ter verduidelijking: je maakt je schuldig aan plagiaat wanneer je informatie overneemt uit bronnen en/of literatuur zonder correcte verwijzing, ongeacht of het om letterlijke of geherformuleerde informatie gaat. Het gaat hierbij over iedere vorm van informatie: stukken tekst, concepten, visies, redeneringen, resultaten, ideeën, afbeeldingen, of conclusies. Ook de taal waarin de oorspronkelijke informatie werd opgesteld, speelt geen rol: net zoals een parafrasering zonder verwijzing is een vertaling zonder verwijzing evenzeer plagiaat. Plagiaat is fraude. Wanneer je het werk van anderen gebruikt alsof het eigen werk zou zijn, is dit intellectueel oneerlijk en een vorm van diefstal. Daarom is het dus van cruciaal belang om bij elke ontlening de bron aan te geven. Als men citeert, moet dat ondubbelzinnig blijken uit het gebruik van aanhalingstekens en verwijzingen. Als men parafraseert, worden de aanhalingstekens vervangen door andere elementen die de bron duidelijk maken: constructies zoals "Volgens X" of "X beweert dat...", en uiteraard opnieuw de referentie. Wie deze vermeldingen achterwege laat, maakt zich schuldig aan plagiaat. Bij het verwijzen naar geraadpleegde bronnen in de tekst worden de auteur en het jaartal van publicatie tussen haakjes vermeld, vb. (Cabré, 1999). Bij citaten of verwijzingen naar specifieke en te lokaliseren claims in bronnen, wordt na het publicatiejaar ook de pagina vermeld, vb. (Vandeputte, 2004, p. 43). Alle in de tekst gebruikte en vermelde bronnen en uitsluitend deze worden alfabetisch geordend in een referentielijst na de tekst van de bachelorpaper. De conventies voor het opstellen van referentielijsten verschillen nogal van uitgever tot uitgever. De opleiding Bachelor TTKA stelt de APA-richtlijnen voor. Die worden onder meer besproken binnen Nederlands: communicatieve vaardigheden III en kunnen ook worden geraadpleegd op Net als bij de verwijzingen in de tekst is consistentie belangrijk bij het opstellen van de literatuurlijst. Bij internetbronnen dienen naast de auteur en de titel steeds ook de URL en de datum waarop de bron het laatst werd geraadpleegd te worden vermeld ('geraadpleegd op dag/maand/jaar') Bijlagen De bijlagen zijn geen verplicht onderdeel. Bij een corpusonderzoek kan het onderzochte corpus, bij een enquête kan de vragenlijst, bij interviews kan de transcriptie, en bij een vertaling kan de brontekst in bijlage worden opgenomen. De bijlage kan ook illustraties of tabellen bevatten. In de tekst van de bachelorpaper dient naar de bijlage(n) te worden verwezen. Reglement Bachelorpaper 7

8 5. Begeleiding De promotor begeleidt de student gedurende alle fases van het onderzoek en superviseert de rapportage van de resultaten van dit onderzoek. Hij/zij verleent ondersteuning in verband met de inhoudelijke aspecten zoals de keuze en afbakening van het onderwerp, de probleem- en vraagstelling, de methodologie en de logische en gestructureerde opbouw van de argumenten in de rapportage. Een student dient steeds zelf zijn/haar teksten zorgvuldig op taal- en stijlfouten na te lezen voor hij/zij deze door de promotor laat nalezen. De student verplicht zich ertoe om de promotor regelmatig in te lichten over de vorderingen van zijn/haar onderzoek en de promotor verplicht zich ertoe om de student regelmatig te begeleiden. 6. Evaluatie 6.1 Studiepunten en weging De bachelorpaper telt voor 9 SP in de bacheloropleiding. Wie een onvoldoende behaalt (minder dan 10 op 20) voor de bachelorpaper, is niet geslaagd voor de bacheloropleiding. Om een onvoldoende toe te kennen moet de promotor evenwel in zijn/haar oordeel gesteund worden door een tweede lezer. Een tweede lezer wordt ook aangesteld wanneer de promotor een cijfer van meer dan 16/20 wenst toe te kennen. In gevallen waar de bachelorpaper werd begeleid door een promotor en een copromotor wordt het cijfer sowieso door beiden in overleg bepaald. 6.2 Procedure Wanneer twee lezers zijn aangesteld, dan beoordelen die de bachelorpaper in eerste instantie onafhankelijk van elkaar. Bij de scriptiedeliberatie wordt vervolgens overleg gepleegd over de toekenning van het eindcijfer. Bij de beoordeling van het werk worden de standaardcriteria van een evaluatieformulier gehanteerd (zie 6.3). De promotor vult dit formulier in (zo nodig na overleg met de tweede lezer of copromotor) en ondertekent het. De student heeft het recht de schriftelijke beoordeling in te zien en kan een aanvraag indienen voor een mondelinge openbare bespreking van de bachelorpaper. De datum waarop de studenten inzage krijgen in de schriftelijke beoordeling wordt per bekend gemaakt. Tot drie werkdagen na deze datum kan de student, indien gewenst, bij de vakgroepvoorzitter een aanvraag indienen tot een mondelinge openbare bespreking van de bachelorpaper met de promotor en een tweede lezer (ad hoc aangeduid lid van de opleiding TTKA). Deze bespreking moet plaatsvinden binnen de examenzittijd. Zie verder artikel 125 van het Onderwijs- en Examenreglement plus het aanvullend facultaire Onderwijs- en Examenreglement, te raadplegen op de facultaire website. Reglement Bachelorpaper 8

9 6.3 Evaluatiecriteria De promotor of bachelorpaperjury houdt bij de evaluatie van de bachelorpaper rekening met de volgende criteria: Inhoud en presentatie Probleemstelling: Is het onderwerp duidelijk afgebakend? Is de onderzoeksvraag concreet en duidelijk geformuleerd? Theoretisch kader: Hoe volledig en actueel is het geheel van geraadpleegde wetenschappelijke bronnen? In welke mate is er sprake van synthese en kritische verwerking van de literatuur? Worden theoretische inzichten vertaald naar de eigen onderzoeksvraag? Methodologie: Is de gekozen methodologie goed omschreven? Wordt er toegelicht waarom de gekozen methodologie geschikt is om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag? Werd het onderzoek op een correcte en degelijke manier uitgevoerd? Presentatie van de resultaten: In welke mate gaat de student over tot interpretatie en duiding van de bevindingen? In welke mate worden de bevindingen teruggekoppeld naar het theoretisch kader? Besluit: Sluit het besluit aan bij de onderzoeksvragen? Volgt de conclusie uit de bevindingen? Taal, stijl en vormgeving Stijl en register: Is de tekst helder en leesbaar geschreven? Past het register bij de aard van het onderzoek? Structuur: Is de uiteenzetting logisch opgebouwd? Vormt de bachelorpaper een coherent geheel? Taal: Is het taalgebruik ondermaats, aanvaardbaar, goed of uitstekend? Deze rubriek is zeer belangrijk. Een bachelorpaper vol taalfouten kan nooit een voldoende krijgen, hoe goed de inhoud ook is. Wanneer de bachelorpaper niet in het Nederlands geschreven is, wordt van de student gevraagd dat hij/zij het niveau haalt dat verwacht wordt na het eerste semester van BA3. Voor de vreemde talen is dit als volgt: - Duits: C1 - Engels: C1 - Frans: C1 - Italiaans: B2 - Spaans: B2 Lay-out: Is de lay-out verzorgd? Is er een zorgvuldige eindredactie gebeurd? Bibliografie en notenapparaat: Is er consistentie in de bibliografische verwijzingen? Zijn voet- en eindnoten systematisch ingevoerd? Bronvermelding Citaten en bronvermeldingen: Worden citaten correct weergegeven? Worden de bronnen systematisch en volgens de regels van de kunst vermeld? Reglement Bachelorpaper 9

10 7. Tijdschema De student dient het tijdschema met tussentijdse opdrachten op te volgen dat via het OO Bachelorproef op PointCarré zal worden meegedeeld. Het onderwerp en de naam van de promotor van de masterproef moet ten laatste op 31 oktober 2017 ingediend worden op het secretariaat van de vakgroep. De student vult hiervoor een inschrijvingsformulier in dat hij/zij voor goedkeuring laat ondertekenen door de promotor. Het formulier is beschikbaar op de facultaire website De student levert het formulier in op het vakgroepensecretariaat in gebouw B, 5 de verdieping, lokaal 404. De student laadt dit formulier bovendien ook op via Pointcarré in het OO Bachelorproef. Als hij/zij na de indiening van deze gegevens en voor eind november het onderwerp van de bachelorpaper wil wijzigen of van promotor wil veranderen, dient hij/zij dit aan de promotor te melden en een schriftelijk met redenen omkleed verzoek tot de decaan van de faculteit te richten. Wie zijn/haar jaar overdoet, is verplicht het onderwerp van de bachelorpaper en de naam van de promotor opnieuw in te dienen. Wie de bachelorproef in tweede zittijd wil indienen, moet er rekening mee houden dat de promotor tijdens de vakantieperiode slechts beperkt beschikbaar is voor begeleiding en feedback. Het overzicht met de indiendata voor de bachelorproef: - 8 januari examenperiode van de 1 zittijd (januari) - 29 mei examenperiode van de 1 zittijd (juni) - 6 augustus zittijd 8. Indienen bachelorpaper De bachelorpaper wordt in één ingebonden papieren exemplaar ingediend op het vakgroepensecretariaat in gebouw B, 5 e verdieping, lokaal 404. De student laadt bovendien een elektronische versie van de proef mét bijlagen in PDF-formaat op via Pointcarré in het OO Bachelorproef. De student dient bij afgifte van zijn/haar Bachelorpaper een afdruk van het bevestigingsscherm van Turnitin (plagiaatpreventiesoftware) te voegen. Doet de student dat niet voor indiendatum en uur dan behaalt hij/zij voor dit opleidingsonderdeel een Afwezig in die zittijd. Reglement Bachelorpaper 10

11 Indien een student wegens bijzondere omstandigheden de bachelorproef niet persoonlijk kan indienen op het secretariaat van de vakgroep, mag hij/zij de nodige exemplaren én een elektronische drager per aangetekende zending of via een koerierdienst aan het secretariaat bezorgen. De student dient een afdruk mee te sturen van het bevestigingsscherm van Turnitin (plagiaatpreventiesoftware). De student kan er ook voor kiezen om zijn/haar bachelorproef door een vriend of familielid te laten indienen. Het adres voor het opsturen van de bachelorproef is: VUB Vakgroepensecretariaat Faculteit LW Pleinlaan 2 BE-1050 Brussel Het adres voor het laten afleveren van de bachelorproef is: VUB Vakgroepensecretariaat Faculteit LW Pleinlaan 2, gebouw B, 5 e verdieping, lokaal 404 BE-1050 Brussel Voor de openingsuren van het vakgroepensecretariaat dient de student de website van de faculteit LW te raadplegen. De student dient het volgende in: - een gedrukt exemplaar, en - een exemplaar op een elektronische drager, en - een afdruk van het bevestigingsscherm van Turnitin (plagiaatpreventiesoftware) 9. Regeling voor uitgaande studenten Indien de student naar een buitenlandse universiteit of hogeschool vertrekt, dan dient hij/zij voor dit vertrek, 31 oktober 2017, de nodige regelingen te treffen om de promotor te ontmoeten en een onderwerp af te bakenen. Erasmusstudenten kunnen hun bachelorproef geheel of gedeeltelijk in het buitenland schrijven. In dat geval gebeurt de bachelorproefbegeleiding op afstand. Reglement Bachelorpaper 11