Voornaamwoorden. Klaus trägt seinen Koffer. Klaus draagt zijn koffer. Er trägt ihn.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voornaamwoorden. Klaus trägt seinen Koffer. Klaus draagt zijn koffer. Er trägt ihn."

Transcriptie

1 4 Voornaamwoorden Er zijn de volgende soorten voornaamwoorden: Persoonlijke voornaamwoorden Wederkerende voornaamwoorden Bezittelijke voornaamwoorden Aanwijzende voornaamwoorden Betrekkelijke voornaamwoorden Vragende voornaamwoorden Onbepaalde voornaamwoorden ich denke ich wasche mich mein Freund dieser Hund Die Frau, die das sah... Welcher Mann? keine Kinder Een voornaamwoord dat bij een zelfstandig naamwoord hoort, richt zich naar het geslacht, het getal en de naamval van dat zelfstandig naamwoord. mannelijk vrouwelijk: ihr Mann seine Frau haar man zijn vrouw enkelvoud meervoud: mein Auto meine Autos mijn auto mijn auto's 2e naamval: das Auto meiner Tante de auto van mijn tante 4e naamval: Klaus trägt seinen Koffer. Klaus draagt zijn koffer. Er trägt ihn. Hij draagt hem. Persoonlijke voornaamwoorden Vormen enkelvoud 1e persoon 2e persoon 3e persoon onderwerp ich ik du jij er hij sie zij, ze es het lijdend voorwerp mich mij, dich jou, ihn hem sie haar es het me je meewerkend voorwerp mir mij, me dir jou, je ihm hem ihr haar ihm hem meervoud 1e persoon 2e persoon 3e persoon onderwerp lijdend voorwerp meewerkend voorwerp wir wij, we uns ons uns ons ihr jullie sie zij, ze Sie u euch jullie euch jullie sie ze, hen ihnen ze, hun Sie u Ihnen u 21

2 De vorm van de persoonlijke voornaamwoorden hangt af van de functie in de zin, of van een voorzetsel. onderwerp Ich sehe nichts. Ik zie niets. lijdend voorwerp Sie sahen mich nicht. Ze zagen me niet. voorzetsel (für) + 4e naamval Für mich gilt das nicht. Voor mij geldt dat niet. meewerkend voorwerp Er konnte es mir nicht sagen. Hij kon het me niet vertellen. voorzetsel (mit) + 3e naamval Sie will nicht mehr mit mir reden. Ze wil niet meer met me praten. Bijzonderheden bij het gebruik Sie en Du Het Duits heeft, net als het Nederlands, zowel een informele aanspreekvorm: du jij/ihr jullie, als een beleefdheidsvorm: Sie u. Ich freue mich, dass du kommst. Ik vind het leuk dat je komt. Ich freue mich, dass Sie kommen. Ik vind het leuk dat u komt. Sie wordt in het Duits veel vaker gebruikt dan u in het Nederlands. Men gebruikt Sie als aanspreekvorm wanneer men de ander(en) niet echt persoonlijk kent. Dat wil zeggen: niet alleen tegenover onbekenden, maar ook tegenover collega's op het werk, buren en bekenden met wie men niet vertrouwelijk omgaat. Du gebruikt men tegenover kinderen en mensen met wie men vertrouwelijk omgaat, dus familieleden en vrienden. Kinderen zeggen du tegen hun ouders en grootouders. Ook jongeren spreken elkaar aan met du. Es Bij twijfel kan men de andere persoon aanspreken met Sie en afwachten of die ook de beleefheidsvorm zal gebruiken. Es kan worden gebruikt als 'voorlopig onderwerp', net als het Nederlandse er. Es kamen viele Leute in die Er kwamen veel mensen naar de Ausstellung. tentoonstelling. 22

3 Wederkerende voornaamwoorden Het wederkerend voornaamwoord heeft altijd betrekking op het onderwerp van de zin. Het wordt gebruikt als meewerkend voorwerp of als lijdend voorwerp. meewerkend voorwerp (3e naamval) lijdend voorwerp (4e naamval) Ich kaufe mir ein Auto. Ich dusche mich jeden Morgen. Du kaufst dir ein Fahrrad. Er/sie/es kauft sich ein Boot. Wir kaufen uns ein Boot. Ihr kauft euch einen alten Ford. Sie kaufen sich gar nichts. Und was möchten Sie sich kaufen? Du duschst dich jeden Abend. Er/sie/es duscht sich nicht gern. Wir duschen uns häufig. Ihr duscht euch selten. Sie duschen sich gar nicht. Duschen Sie sich gern kalt? meewerkend voorwerp (3e naamval) ich mir mich du dir dich er, sie, es sich sich wir uns uns ihr euch euch sie sich sich lijdend voorwerp (4e naamval) De vormen van het wederkerend voornaamwoord zijn gelijk aan die van het persoonlijk voornaamwoord, behalve de vorm voor de 3e persoon enkelvoud en meervoud: sich. De Duitse wederkerende voornaamwoorden kunnen ook wederkerigheid uitdrukken. In een Nederlandse zin wordt dan elkaar gebruikt. Sie helfen sich. Ze helpen elkaar. Waar nodig wordt het woord gegenseitig toegevoegd om duidelijk te maken dat het om een wederkerige handeling gaat. Die beiden alten Frauen stützten De beide oude vrouwen ondersteunden sich gegenseitig. elkaar. Na een voorzetsel wordt voor een wederkerige handeling echter niet het wederkerend voornaamwoord gebruikt, maar einander. Die Kinder spielten miteinander. De kinderen speelden met elkaar. 23

4 Bezittelijke voornaamwoorden Het bezittelijk voornaamwoord richt zich niet alleen naar de bezitter (ik, jij, hij, enz.) maar ook naar het geslacht, het getal en de naamval van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Bezittelijke voornaamwoorden kunnen bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt. Bijvoeglijke vormen enkelvoud mannelijk vrouwelijk onzijdig 1e naamval mein mijn dein jouw, je sein zijn ihr haar unser ons, onze euer jullie ihr hun Ihr uw 4e naamval meinen deinen seinen ihren unseren eu(e)ren ihren Ihren 3e naamval meinem deinem seinem ihrem unserem eu(e)rem ihrem Ihrem 2e naamval meines deines seines ihres unseres eu(e)res ihres Ihres meine deine seine ihre unsere eu(e)re ihre Ihre meine deine seine ihre unsere eu(e)re ihre Ihre meiner deiner seiner ihrer unserer eu(e)rer ihrer Ihrer meiner deiner seiner ihrer unserer eu(e)rer ihrer Ihrer mein dein sein ihr unser euer ihr Ihr mein dein sein ihr unser euer ihr Ihr meinem deinem seinem ihrem unserem eu(e)rem ihrem Ihrem meines deines seines ihres unseres eu(e)res ihres Ihres 24

5 meervoud 1e naamval 4e naamval 3e naamval 2e naamval meine, deine, seine, ihre, unsere, eu(e)re, ihre, Ihre meine, deine, seine, ihre, unsere, eu(e)re, ihre, Ihre meinen, deinen, seinen, ihren, unseren, eu(e)ren, ihren, Ihren meiner, deiner, seiner, ihrer, unserer, eu(e)rer, ihren, Ihren De bijvoeglijke bezittelijke voornaamwoorden hebben dezelfde vormen als het ontkennend lidwoord kein geen. Hoofdstuk 2 Het lidwoord Voorbeeldzinnen: Meine Katze ist krank. Mijn kat is ziek. Hast du deinen Hund gefunden? Heb je je hond gevonden? Sie hat mit ihrem Geld investiert. Ze heeft haar geld geïnvesteerd. Wo sind eu(e)re Freundinnen? Waar zijn jullie vriendinnen? Zelfstandige vormen De zelfstandige vormen van het bezittelijke naamwoord kunnen een eerder genoemde persoon of zaak vervangen. Ist das dein Ring? Ja, das ist Is dat jouw ring? Ja, dat is de mijne. meiner. Ist das deine Kette? Ja, das ist Is dat jouw ketting? Ja, dat is de mijne. meine. Ist das dein Buch? Ja, das ist Is dat jouw boek? Ja, dat is het mijne. mein(e)s. Sind das deine Kinder? Ja, das Zijn dat jouw kinderen? Ja, dat zijn de sind meine. mijne. In het enkelvoud verschillen sommige zelfstandige vormen van de bijvoeglijke vormen. De zelfstandige vormen hebben dezelfde uitgangen als het bepaald lidwoord (der, die, das). Hoofdstuk 2 Het lidwoord enkelvoud mannelijk, vrouwelijk, onzijdig 1e naamval meiner, meine, mein(e)s (zo ook: deiner, enz.) 4e naamval meinen, meine, mein(e)s (zo ook: deinen, enz.) 3e naamval meinem, meiner, meinem (zo ook: deinem, enz.) 2e naamval meines, meines, meiner (zo ook: deines, enz.) In het meervoud zijn de zelfstandige vormen gelijk aan de bijvoeglijke vormen (zie hierboven). 25

6 Aanwijzende voornaamwoorden Aanwijzende voornaamwoorden hebben een aanwijzende of verwijzende functie. Ze kunnen bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt. De vorm richt zich naar het geslacht, het getal en de naamval van het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen. Sie müssen in diese Richtung gehen. U moet deze richting uit. Welches Buch kannst du mir Welk boek kun je me aanraden? empfehlen? Dieses. Dit. Der, die, das Het bepaald lidwoord der, die, das kan ook als aanwijzend voornaamwoord worden gebruikt, zowel bijvoeglijk als zelfstandig. Het heeft dan meer nadruk in de zin. Het kan ook worden versterkt met hier, da of dort. Das Hemd da/dort gefällt mir. Dat overhemd daar vind ik mooi. Das ist aber sehr teuer. Maar dat is wel erg duur. Der Wein schmeckt mir gut. Die wijn vind ik heel lekker. Den kaufe ich immer in Frankreich. Die koop ik altijd in Frankrijk. De bijvoeglijk gebruikte vormen zijn gelijk aan die van het bepaald lidwoord. Hoofdstuk 2 Het lidwoord De zelfstandig gebruikte vormen zijn gelijk aan die van het bepaald lidwoord, behalve de 2e naamval enkelvoud en meervoud, en de 3e naamval meervoud. De tweede naamval wordt heel weinig gebruikt. enkelvoud mannelijk vrouwelijk onzijdig 2e naamval dessen deren dessen meervoud 2e naamval 3e naamval deren, derer denen Ein Mann wurde verletzt. Dessen Eén man raakte gewond. Diens naam is Name ist noch nicht bekannt. nog niet bekend. Hast du diese Leute eingeladen? Heb jij deze mensen uitgenodigd? Ja, denen habe ich gestern noch Ja, die heb ik gisteren nog een eine Einladung geschickt. uitnodiging gestuurd. Het zelfstandig gebruikte das wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar de inhoud van een of meer eerdere zinnen. Ich bin umgezogen. Das habe ich Ik ben verhuisd. Dat wist ik nog noch gar nicht gewusst. helemaal niet. Ich habe einen kleinen Bruder. Ik heb een klein broertje. Das glaube ich dir nicht. Dat geloof ik niet. 26

7 Dieser, jener Dieser (-e, -es) betekent deze, dit. Jener (-e, -es) betekent die, dat. De vormen voor het bijvoeglijk en het zelfstandig gebruik zijn gelijk, en hebben dezelfde uitgangen als het bepaald lidwoord. Hoofdstuk 2 Het lidwoord enkelvoud mannelijk vrouwelijk onzijdig 1e naamval dieser jener diese jene dieses jenes 4e naamval diesen jenen diese jene dieses jenes 3e naamval diesem jenem dieser jener diesem jenem 2e naamval dieses jenes dieser jener dieses jenes meervoud 1e naamval diese jene 4e naamval diese jene 3e naamval diesen jenen 2e naamval dieser jener Voorbeeldzinnen: Diese Wurst schmeckt gut. Von Deze worst is lekker. Van deze wil ik dieser möchte ich gern 150 Gramm. graag 150 gram. Diese Familie kommt aus Berlin. Deze familie komt uit Berlijn. Jene Familie kommt aus Weimar. Die familie komt uit Weimar. Dieses Jahr wollen wir ein Haus Dit jaar willen we een huis kopen. kaufen. Diese Kinder kenne ich, aber jene Deze kinderen ken ik, maar die niet. nicht. De verkorte vorm van dieses zelfstandig gebruikt is dies. Dies musst du dir merken! Dit moet je noteren! Derjenige Het aanwijzend voornaamwoord derjenige, diejenige, dasjenige degene, datgene leidt een betrekkelijke bijzin in. Het kan bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt. Derjenige, der Deutsch lernen will, Degene die Duits wil leren, gaat naar besucht einen Kurs. een cursus. Diejenigen Eltern, die beim Reno- Die ouders die willen helpen met het vieren der Schule helfen wollen, opknappen van de school, komen om treffen sich um 8 Uhr. 8 uur bij elkaar. Diejenigen, die nicht helfen, Degenen die niet helpen, kunnen geld können Geld spenden. schenken. 27

8 Beide delen van het aanwijzend voornaamwoord richten zich naar het geslacht, getal en de naamval van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. De vormen van het eerste deel zijn die van het bepaald lidwoord. enkelvoud mannelijk vrouwelijk onzijdig 1e naamval derjenige diejenige dasjenige 4e naamval denjenigen diejenige dasjenige 3e naamval demjenigen derjenigen demjenigen 2e naamval desjenigen derjenigen desjenigen meervoud 1e naamval 4e naamval 3e naamval 2e naamval diejenige diejenige denjenige derjenige Vragende voornaamwoorden Wer, was Wer betekent wie. Was betekent wat. Ze worden alleen zelfstandig gebruikt. De vorm van wer is afhankelijk van de functie in de zin of van een voorzetsel. 1e naamval wer wie 4e naamval wen wie 3e naamval wem aan wie 2e naamval wessen van wie 1e naamval: onderwerp: Wer hat das gesagt? 4e naamval: lijdend voorwerp: Wen rufst du an? 3e naamval: meewerkend voorwerp: Wem hast du das Buch gegeben? 2e naamval: van wie: Wessen Rad ist das? mit + 3e naamval: Mit wem habt ihr gespielt? über + 4e naamval: Über wen habt ihr gelacht? Was ist los? Was meinst du? Wie heeft dat gezegd? Wie bel je? Aan wie heb je het boek gegeven? Wiens fiets is dat? Met wie hebben jullie gespeeld? Over wie hebben jullie gelachen? Wat is er aan de hand? Wat bedoel je? 28

9 In combinatie met een voorzetsel verandert was in wo, met daarachter het voorzetsel, bijvoorbeeld: wovon waaraan, womit waarmee, wofür waarvoor, enz. Vóór een voorzetsel dat met een klinker begint, wordt een r toegevoegd: worüber waarover, woran waaraan, woraus waaruit. Wofür brauchst du die Schere? Worüber werden Sie sprechen? Waarvoor heb je de schaar nodig? Waarover gaat u spreken? Was für ein(e) Was für ein(e) betekent wat voor (een). Ein krijgt de vormen van het onbepaald lidwoord. Hoofdstuk 2 Het lidwoord Voor een woord in het meervoud blijft ein weg. Was für ein Hund ist das? Wat voor hond is dat? In was für einem Haus wohnen Sie? In wat voor soort huis woont u? Was für einen Mantel möchten Sie? Wat voor jas wilt u? Einen schwarzen. Een zwarte. Was für Leute sind das? Wat voor mensen zijn dat? Welcher Het vragend voornaamwoord welcher, welche, welches welk(e) kan bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt. Het krijgt de uitgangen van het bepaald lidwoord der, die, das, afhankelijk van het geslacht, het getal en de naamval van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. enkelvoud mannelijk vrouwelijk onzijdig 1e naamval welcher welche welches 4e naamval welchen welche welches 3e naamval welchem welcher welchem 2e naamval welches/welchen welcher welcher/welchen meervoud 1e naamval 4e naamval 3e naamval 2e naamval welche welche welchen welcher Welcher Junge hat das gesagt? Welke jongen heeft dat gezegd? Welches Hemd soll ich anziehen? Welk overhemd zal ik aantrekken? Mit welchen Lehrern habt ihr Met welke leraren hebben jullie gesproken? gesprochen? Welches/Welchen Kindes Eltern haben Van welk kind hebben de ouders zich sich beschwert über die Lehrerin? beklaagd over de lerares? 29

10 Betrekkelijke voornaamwoorden Een betrekkelijk voornaamwoord staat aan het begin van een betrekkelijke bijzin. Zo'n zin specificeert een persoon of zaak die in de hoofdzin wordt genoemd (het antecedent). Der Mann, mit dem ich gesprochen habe, will mir die Wohnung vermieten. De man met wie ik gesproken heb, wil de woning aan mij verhuren. Het geslacht en getal van het betrekkelijk voornaamwoord richt zich naar het antecedent: der Mann: dus het betrekkelijk voornaamwoord is der. De naamval van het betrekkelijk voornaamwoord hangt af van de functie van het woord in de bijzin, of van een voorzetsel: mit + 3e naamval, dus dem. Vergelijk: Der Mann, den ich schon lange kenne, will mir die Wohnung vermieten. (den is lijdend voorwerp van de bijzin). De man, die ik al lang ken, wil de woning aan mij verhuren. Vóór de Duitse betrekkelijke bijzin staat altijd een komma. Der, die, das Het meest gebruikte betrekkelijk voornaamwoord is der, die, das. De meeste vormen zijn gelijk aan die van het bepaald lidwoord. Alleen de 2e naamval enkelvoud en meervoud, en de 3e naamval meervoud hebben eigen vormen (dezelfde als de aanwijzende voornaamwoorden, zie p. 26). enkelvoud meervoud mannelijk vrouwelijk onzijdig 1e naamval der die das die 4e naamval den die das die 3e naamval dem der dem denen 2e naamval dessen deren dessen deren Mein Onkel, der in Italien wohnt, Mijn oom, die in Italië woont, heeft hat uns eingeladen. ons uitgenodigd. Sie ist eine Klatschtante, der ich Ze is een kletstante, aan wie ik nooit nie mehr etwas erzähle. meer iets vertel. Der Nachbar, dessen Sohn oft mit De buurman, wiens zoon vaak met onze unseren Kinder spielt, ist sehr krank. kinderen speelt, is erg ziek. Der Mann, mit dem ich ins Kino De man met wie ik naar de bioscoop ga, gehe, ist mein bester Freund. is mijn beste vriend. In combinatie met een voorzetsel kan een betrekkelijk voornaamwoord dat terugslaat op een zaak (geen persoon), veranderen in wo: der Brief womit ich geantwort habe de brief waarmee ik heb geantwoord Maar het gebruik van voorzetsel + het betrekkelijk voornaamwoord is correcter: der Brief mit dem ich geantwort de brief waarmee ik heb geantwoord habe 30

11 Welcher Het betrekkelijk voornaamwoord welcher, welche, welches wordt vooral in formele schrijftaal gebruikt, of om herhaling van een vorm van der, die, das te vermijden. De vormen zijn gelijk aan die van het vragend voornaamwoord (zie p. 29), alleen ontbreken de vormen voor de 2e naamval. das Geschehen, welches das Komitee beschreibt... (in plaats van: das Geschehen, das das Komitee beschreibt...) De gebeurtenis die het comité beschrijft... Was Het betrekkelijk voornaamwoord was slaat terug op: das, alles, etwas, nichts: Das ist genau das, was mich ärgert. Dat is precies wat me irriteert. Sag mir bitte alles, was du weißt. Vertel me alsjeblieft alles wat je weet. een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap: Das war das Beste, was ich sagen Dat was het beste wat ik kon zeggen. konnte. een hele zin: Er hat sich immer um mich geküm- Hij heeft altijd voor me gezorgd, wat mert, was ich nie vergessen werde. ik nooit zal vergeten. Wer, was Wer en was kunnen ook antecedent en betrekkelijk voornaamwoord ineen zijn, zoals in het Nederlands wie, degene(en) en wat, hetgene dat. Wer zu spät kommt, muss die Reste Wie te laat komt, moet de restjes eten. essen. Was andere Leute davon halten, ist Wat andere mensen daarvan vinden, is jetzt nicht wichtig. nu niet belangrijk. Onbepaalde voornaamwoorden Alle Alle al(le) wordt bijvoeglijk gebruikt bij telbare woorden in het meervoud en bij niet-telbare woorden in het enkelvoud. Het wordt verbogen zoals het bepaald lidwoord der, die, das. aller Reichtum alle rijkdom alle Kleidung alle kleding alles Geld al het geld die Ursache aller Probleme de oorzaak van alle problemen Vóór een ander voornaamwoord of een lidwoord komt de vorm all. die Ursache all seiner Probleme de oorzaak van al zijn problemen 31

12 De zelfstandige vorm alle allen, allemaal wordt gebruikt voor personen. Wanneer deze vorm wordt gecombineerd met een persoonlijk voornaamwoord, komt hij daarachter. Alle waren einverstanden. Iedereen was akkoord. (Allen waren...) Sie alle wollten kommen. Ze wilden allemaal komen. Alles De zelfstandige vorm alles alles wordt gebruikt voor zaken. Het heeft alleen vormen voor het enkelvoud, met de uitgangen van het bepaald lidwoord der, die, das. Nicht alles war uns klar. Niet alles was ons duidelijk. Er war mit allem ganz zufrieden. Hij was met alles heel tevreden. Beide Beide beide, allebei kan bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt, alleen in het meervoud. Het heeft de vormen van het bepaald lidwoord. Beide Produkte sind gut. Beide producten zijn goed. Wir haben beide Hunger. We hebben allebei honger. Derselbe Derselbe, dieselbe, dasselbe dezelfde, hetzelfde kan bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt. Beide delen van het woord worden verbogen. enkelvoud mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud 1e naamval derselbe dieselbe dasselbe dieselben 4e naamval denselben dieselbe dasselbe dieselben 3e naamval demselben derselben demselben denselben 2e naamval desselben derselben desselben derselben Ich habe dasselbe Gefühl wie du. Er hört immer dieselben CDs. Ik heb hetzelfde gevoel als jij. Hij luistert altijd naar dezelfde cd's. Einer, keiner Einer, eine, ein(e)s betekent een (van een aantal personen of zaken) of iemand. Het heeft alleen vormen voor het enkelvoud. In het meervoud wordt welche gebruikt. Welcher, p. 29 Keiner, keine, kein(e)s betekent geen (van een aantal personen of zaken) of niemand. De vormen van einer en keiner worden alleen zelfstandig gebruikt. Hoofdstuk 2 voor kein als ontkennend lidwoord enkelvoud mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud 1e naamval (k)einer (k)eine (k)ein(e)s keine 4e naamval (k)einen (k)eine (k)ein(e)s keine 3e naamval (k)einem (k)einer (k)einem keinen 2e naamval (k)eines (k)einer (k)eines keine 32

13 Ist da einer? Is daar iemand? Ich verließ die Party schnell, denn Ik verliet het feest snel, want ik kende ich kannte dort keinen. er niemand. Irgendein, irgendeiner, irgendein(e)s een of ander, een willekeurig(e) kan bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt. Voor het meervoud wordt irgendwelche gebruikt. Hole irgendein Brot. Haal eens een brood, het maakt niet uit wat. Irgendeiner war da. Er was een of ander iemand. Habt ihr irgendwelche Fragen? Hebben jullie misschien vragen? Einiger Einiger, einige, einiges enig(e), enkel(e), iets wordt bijvoeglijk of zelfstandig gebruikt. Het heeft de uitgangen van het bepaald lidwoord der, die, das. Es gab einige Probleme. Er waren enkele problemen. Einige meiner Freunde studieren. Een paar van mijn vrienden studeren. Wir haben einiges zusammen erlebt. We hebben wel iets samen beleefd. Jeder Jeder, jede, jedes elk(e), ieder(e) heeft alleen vormen voor het enkelvoud, met de uitgangen van het bepaald lidwoord der, die, das. Het kan bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt. Jedes Kind isst gern Schokolade. Elk kind eet graag chocola. Jeder von uns weiß das. Ieder van ons weet dat. Jemand, niemand Jemand iemand en niemand niemand worden alleen zelfstandig gebruikt. Ze kunnen de volgende uitgangen hebben: 1e naamval jemand niemand 4e naamval jemand(en) niemand(en) 3e naamval jemand(em) niemand(em) 2e naamval jemand(e)s niemand(e)s Jemand muss ihn verraten haben. Iemand moet hem verraden hebben. Ich habe es niemand(em) erzahlt. Ik heb het aan niemand verteld. Er hat niemand(e)s Vertrauen. Hij heeft niemands vertrouwen. Mancher Mancher, manche, manches betekent menig(e) of sommig(e). Het kan bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt en heeft de uitgangen van het bepaald lidwoord der, die, das. Manche Leute lernen es nie. Sommige mensen leren het nooit. Manche lernen schnell, andere nicht. Sommigen leren snel, anderen niet. Das ist schon manchem passiert. Dat is al menigeen overkomen. 33

14 Mehrere Mehrere betekent meerdere, verscheidene. Het kan bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt, alleen in het meervoud. Het heeft de uitgangen van het bepaald lidwoord. Es gab auch Familien mit mehreren Er waren ook gezinnen met meerdere kleinen Kindern. kleine kinderen. Mehrere der Wohnungen sind Verscheidene van de woningen zijn beschädigt. beschadigd. Solcher Solcher, solche, solches zulk(e) kan bijvoeglijk of zelfstandig worden gebruikt. Het wordt verbogen als het aanwijzend voornaamwoord dieser, diese, dieses, maar de uitgang van de 2e naamval mannelijk en onzijdig kan in plaats van -es ook -en zijn vóór een zelfstandig naamwoord met de uitgang -(e)s. enkelvoud mannelijk vrouwelijk onzijdig meervoud 1e naamval solcher solche solches solche 4e naamval solchen solche solches solche 3e naamval solchem solcher solchem solchen 2e naamval solcher solcher solches solchen Rates solches solchen Glückes Solches Glück kommt selten vor. Solche verrückten Ideen kann nur deine Schwester haben. Zulk geluk komt zelden voor. Zulke gekke ideeën kan alleen jouw zus hebben. Welcher Het onbepaald voornaamwoord welcher, welche, welches wordt alleen zelfstandig gebruikt. Het wordt verbogen als het bepaald lidwoord. De betekenis van het enkelvoud is een beetje, wat, van het meervoud enkele, een paar. Ich möchte noch Wein. Hast du Ik wil nog wijn. Heb jij nog wat? noch welchen? Ich habe keine Gläser mehr. Hast Ik heb geen glazen meer. Heb jij er nog du noch welche? een paar? 34

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting door S. 836 woorden 20 februari 2013 5,8 61 keer beoordeeld Vak Duits Naamvallen. Nederlands: 2e naamval 4e naamval (bijvoegelijke bepaling, is 3e naamval

Nadere informatie

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4 Naamvallen Tabel Begrijpen Klas 3/4 Wil je weten hoe de Naamvallen Tabel in elkaar zit, dan is dit de juiste workshop voor jou. A) Naamvaltabel (overzicht) B) Tools om met de Naamvaltabel aan de slag te

Nadere informatie

Samenvatting Duits Hoofdstuk 3 en 4 grammatica

Samenvatting Duits Hoofdstuk 3 en 4 grammatica Samenvatting Duits Hoofdstuk 3 en 4 grammat Samenvatting door een scholier 1676 woorden 7 maart 2018 6,1 3 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Duits toetsweek 2 Hoofdstuk 3 Voegwoorden Wanneer Wanneer

Nadere informatie

Samenvatting Duits Hoofdstuk 2

Samenvatting Duits Hoofdstuk 2 Samenvatting Duits Hoofdstuk 2 Samenvatting door A. 1197 woorden 5 januari 2014 6,7 6 keer beoordeeld Vak Methode Duits Neue Kontakte Duits Hoofdstuk 2 Bron C De modale werkwoorden (die Modalverben) en

Nadere informatie

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6 Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem Nederlands: Duits: 10 1 9 8 2 7 3 6 4 5 5 4 en lager 6 In t Duits kennen we 3 lidwoorden: Aantekening hs1 de lidwoorden -der -die de/het -----> bepaald lidwoord

Nadere informatie

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3 Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3 Neue Kontakte 5 e, VMBO KGT 1-2 Werkwoorden TB 49 3 e naamval TB 54 Rangtelwoorden (overzicht) Kloktijden (overzicht) Werkwoorden TB 49 wissen = weten

Nadere informatie

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands.

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands. Naam: Klas: Datum: HÖREN Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands. (8 punten) 1. Welk compliment geeft Igor (de jongen) aan Linda (het meisje)? 2. In

Nadere informatie

Zoals jullie afgelopen jaar geleerd hebben eisen voorzetsels een naamval.

Zoals jullie afgelopen jaar geleerd hebben eisen voorzetsels een naamval. Naamvallen & Voorzetsels Zoals afgelopen jaar geleerd hebben eisen voorzetsels een naamval. Onder aan staat rijtje met de belangrijkste voorzetsels en werkwoorden. Meteen heb je ook een overzicht hoe dan

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1371 woorden 4 november keer beoordeeld. * Duits * Uitspraak

5,9. Samenvatting door een scholier 1371 woorden 4 november keer beoordeeld. * Duits * Uitspraak Samenvatting door een scholier 1371 woorden 4 november 2006 5,9 313 keer beoordeeld Vak Duits * Duits * Uitspraak Umlaut Komt voor bij de letters in AUTO a -> a / aa ä -> e / ee o -> o / oo ö -> eu u ->

Nadere informatie

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen Uiteenzetting door M. 560 woorden 22 mei 2013 5,4 108 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! 1) Naamvallen Een naamval is de functie van een zinsdeel. VB: lijdend

Nadere informatie

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg.

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg. Ich heiße Anna. Ich bin neunzehn Jahre alt und komme aus Deutschland. Ich wohne in Duisburg und gehe dort zur Berufsschule. Das ist mein Freund Max. sich kennenlernen Hallo! Hi! Servus! Grüß Gott! Guten

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni 2018 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Duits Neue Kontakte Prüfungsteil Schreiben Schrijfvaardigheid formele brief - conventies Dit kan zijn een sollicitatiebrief,

Nadere informatie

die Meldung bestätigen nicht jetzt

die Meldung bestätigen nicht jetzt am Computer sitzen im Internet surfen Informationen suchen mit einem Freund chatten eine E-Mail schreiben Nachrichten lesen Freunde finden ein Foto hochladen eine Datei herunterladen einen Film gucken

Nadere informatie

Duits - Havo 3 - Hoofdstuk 5 samenvatting

Duits - Havo 3 - Hoofdstuk 5 samenvatting Duits - Havo 3 - Hoofdstuk 5 samenvatting Rode tekst = tip Grammatica Imperfekt (verleden tijd) wollen (willen) sollen (moeten) müssen (moeten) wissen (weten) ich wollte sollte musste wusste du wolltest

Nadere informatie

Test KAPITEL. Ich habe Angst, den Zug wieder zu

Test KAPITEL. Ich habe Angst, den Zug wieder zu Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Kannst du mir das erklären? Ich warte nur noch auf die Bestätigung vom Arbeitsamt. In der Forschung beschäftigt man sich schon lange mit dieser Frage.

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1996 woorden 19 juni keer beoordeeld. Persoonlijk voornaamwoord. 1e nv ich du er sie es wir ihr sie Sie

Samenvatting door een scholier 1996 woorden 19 juni keer beoordeeld. Persoonlijk voornaamwoord. 1e nv ich du er sie es wir ihr sie Sie Samenvatting door een scholier 1996 woorden 19 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Duits Persoonlijk voornaamwoord 1e nv ich du er sie es wir ihr sie Sie 3 e nv mir dir ihm ihr ihm uns euch ihnen Ihnen 4 e

Nadere informatie

Top 100 Duitse woorden

Top 100 Duitse woorden Top 100 Duitse woorden hinter achter hinten achteraan letzten Monat afgelopen maand schon al nur (of: nur noch) alleen maar nur noch alleen nog wenn als bitte alstublieft (als je iets geeft) immer altijd

Nadere informatie

Samenvatting Duits Grammatica

Samenvatting Duits Grammatica Samenvatting Duits Grammatica Samenvatting door een scholier 1253 woorden 18 maart 2008 4,7 34 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Duits na klar redemittel en grammatica (werkwoorden, 1e en 4e naamval,

Nadere informatie

Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment:

Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment: Logboek bij de lessenserie over Cengiz und Locke van Zoran Drvenkar Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment: ANWEISUNGEN Dit is een serie van drie lessen. Jullie gaan in zes groepen van vier of vijf leerlingen

Nadere informatie

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug.

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug. Polizei Polizei Dialog 1- Handy Dialog 1 - Handy Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug. 2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Vertel, dat je zaktelefoon is gestolen. 3 Können Sie mir erzählen,

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Können Sie mir bitte helfen? Om hulp vragen Sprechen Sie Englisch? Vragen of iemand Engels spreekt Sprechen Sie _[Sprache]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ich

Nadere informatie

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden ein Missverständnis an der Rezeption haben / hatten / hätten bin / war / wäre können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden sich entschuldigen Es tut mir leid! Das wollte

Nadere informatie

Kapitel 8 Nervenkitzel

Kapitel 8 Nervenkitzel 1: Am See Kapitel 8 Nervenkitzel 4. 1. gedacht 4. kans 2. blokken 5. verknalt 3. kamerarrest 6. redt 6. 1. Groβeltern Köningswinter 2. Bruder Brandenburg 3. Ste. Maxime Campingplatz 4. Sylt Insel 5. zu

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ik spreek geen

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Können Sie mir bitte helfen? Om hulp vragen Sprechen Sie Englisch? Vragen of iemand Engels spreekt Sprechen Sie _[Sprache]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ich

Nadere informatie

Gefeliciteerd! Zet de zinnen in de juiste volgorde. Dat vinden wij allen zo prettig ja ja. In de gloria. Lang zal hij leven. Hij leve lang hoera hoera

Gefeliciteerd! Zet de zinnen in de juiste volgorde. Dat vinden wij allen zo prettig ja ja. In de gloria. Lang zal hij leven. Hij leve lang hoera hoera Gefeliciteerd! 1 Zet de zinnen in de juiste volgorde. Dat vinden wij allen zo prettig ja ja In de gloria Lang zal hij leven Hij leve lang hoera hoera Hij leve lang hoera hoera Lang zal hij leven In de

Nadere informatie

Henk Mangnus. Kortom. Duitse grammatica. Walvaboek

Henk Mangnus. Kortom. Duitse grammatica. Walvaboek Henk Mangnus Kortom Duitse grammatica Walvaboek INHOUD 1 De naamvallen 3 2 Het lidwoord en de andere bepalende woorden 4 3 Het werkwoord 6 4 Het voornaamwoord 14 5 Het voorzetsel 16 6 Het telwoord 21 7

Nadere informatie

Test KAPITEL. Für diese harte Arbeit ist er wohl nicht

Test KAPITEL. Für diese harte Arbeit ist er wohl nicht Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Er kam zu dem Schluss, dass er mehr für die Schule tun musste. Ich konnte doch nicht ahnen, dass ich dich damit verletzen würde. Das Ergebnis hat

Nadere informatie

http://www.schoolsamenvatting.nl/ - De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/ - De site voor samenvattingen GRAMMATICA OEFENINGEN DUITS Vertaal mbv woordenboek!!!! 1. Ik hoor het vrij vaak = Ich höre es oft 2. Op de eerste plaats = 3. Ik weet niet, of hij kan komen = 4. Hij wil zelfmoord plegen = 5. Kunt u mij

Nadere informatie

k ga naar school ch gehe zur Schule

k ga naar school ch gehe zur Schule Nederlandstalig onderwijs k ga naar school ch gehe zur Schule Nederlands Deutsch k ga naar school ch gehe zur Schule Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie

Taaltips voor succesvol zakendoen in het Duits

Taaltips voor succesvol zakendoen in het Duits Taaltips voor succesvol zakendoen in het Duits Dit document is samengesteld als aanvulling op de test Succesvol zakendoen in het Duits. Wilt u ontdekken hoe goed u geëquipeerd bent voor zakendoen met Duitstalige

Nadere informatie

Voorbereiding PW hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 Duits DUK3 - werkblad 1

Voorbereiding PW hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 Duits DUK3 - werkblad 1 Voorbereiding PW hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 Duits DUK3 - werkblad 1 Neue Kontakte 5 e, VMBO KGT 1-2 Werkwoorden Regelmatige, zwakke werkwoorden STAPPENPLAN voor het vervoegen van werkwoorden 1. Hele werkwoord

Nadere informatie

2 Kann ich dir helfen? 2 Ik voel me ziek. 3 Bist du hier im Urlaub? 3 Ja, je bent hier op vakantie.

2 Kann ich dir helfen? 2 Ik voel me ziek. 3 Bist du hier im Urlaub? 3 Ja, je bent hier op vakantie. Arzt Arzt Dialog 1 - Grippe Dialog 1 - Grippe 1 Guten Tag. 1 Je groet terug. 2 Kann ich dir helfen? 2 Ik voel me ziek. 3 Bist du hier im Urlaub? 3 Ja, je bent hier op vakantie. 4 Dann brauche ich zuerst

Nadere informatie

Wir sind verwandt. Wir sind verwandt. Kann ich die Antworten haben. Kann ich die Antworten haben? die Cousine. die Nichte / die Cousine

Wir sind verwandt. Wir sind verwandt. Kann ich die Antworten haben. Kann ich die Antworten haben? die Cousine. die Nichte / die Cousine die Familie Wir sind verwandt Wir sind verwandt. Ich habe mein Arbeitsbuch vergessen Ich habe mein Arbeitsbuch vergessen. Können Sie das aufschreiben Können Sie das aufschreiben? Kann ich die Antworten

Nadere informatie

Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Vormittags also.

Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Vormittags also. eine Zugfahrkarte kaufen Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Wann möchten Sie fahren? Am Donnerstag / den 17. Oktober am Vormittag / bitte. Vormittags also. Mal sehen. Es fährt ein Zug um

Nadere informatie

2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Je vraagt of zij/hij je kan doorverbinden met de heer Schröder?

2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Je vraagt of zij/hij je kan doorverbinden met de heer Schröder? Telefon Dialog 1 - Verbinden 1 Guten Tag. Deutsche Bank. Sie sprechen mit Frau/Herrn Rau. Telefon Dialog 1 - Verbinden Kunde 1 Groet terug en stelt je voor. 2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Je vraagt of

Nadere informatie

Duits voor zelfstudie

Duits voor zelfstudie Prisma Taaltraining Duits voor zelfstudie dr. Katja B. Zaich INHOUD Voorwoord INHOUD Les 1 Tekst 1 9 Begroetingen 9 Du of Sie? 10 Vragen hoe het met de ander gaat 11 Zich voorstellen 11 Tekst 2 13 Vragen

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche

bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche An der Rezeption Ich habe eine Frage. Ich habe meine Handtücher vergessen / weil ich dachte / es sind welche auf dem Zimmer. Aber für zwei Euro können Sie sich Das war dann wohl ein hier welche leihen

Nadere informatie

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie - Aanhef Duits Nederlands Sehr geehrter Herr Präsident, Geachte heer President Zeer formeel, geadresseerde heeft een speciale titel die in plaats van de naam wordt gebruikt Sehr geehrter Herr, Formeel,

Nadere informatie

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie - Aanhef Nederlands Duits Geachte heer President Sehr geehrter Herr Präsident, Zeer formeel, geadresseerde heeft een speciale titel die in plaats van de naam wordt gebruikt Geachte heer Formeel, mannelijke

Nadere informatie

Kapitel 6 Urlaub zum Verlieben. Antwoorden. 1-2 vmbo-kgt Kapitel 6 Antwoorden

Kapitel 6 Urlaub zum Verlieben. Antwoorden. 1-2 vmbo-kgt Kapitel 6 Antwoorden Kapitel 6 Urlaub zum Verlieben Antwoorden 1 Sehen a 1 Deutschland, die Schweiz, Österreich, Frankreich, Italien 2 bijvoorbeeld: Ja, in Tirol. b 3 glad 4 de rots 5 het touw 6 de hut 7 gelukt 8 uitglijden

Nadere informatie

Snel uw zakelijk Duits verbeteren, zonder saaie grammaticaregels uit uw hoofd te leren

Snel uw zakelijk Duits verbeteren, zonder saaie grammaticaregels uit uw hoofd te leren WEET U WEL WAT U ZEGT? Zakelijk Duits - waar het vaak mis gaat E-book Snel uw zakelijk Duits verbeteren, zonder saaie grammaticaregels uit uw hoofd te leren 2 Verloopt de communicatie met uw Duitse zakenpartners

Nadere informatie

TOETS A A1 VWO(H), DEEL 1, SCHRITT Luister naar Auf dem Münchner Viktualienmarkt. Kruis tijdens het luisteren het goede antwoord aan.

TOETS A A1 VWO(H), DEEL 1, SCHRITT Luister naar Auf dem Münchner Viktualienmarkt. Kruis tijdens het luisteren het goede antwoord aan. Naam: Klas: Datum: HÖREN Luister naar Auf dem Münchner Viktualienmarkt. Kruis tijdens het luisteren het goede antwoord aan. (5 punten) 1. Waarom is Annika zo blij om op de markt in München te zijn? A Eindelijk

Nadere informatie

Aantekening Duits Duitse grammatica

Aantekening Duits Duitse grammatica Aantekening Duits Duitse grammatica Aantekening door een scholier 583 woorden 26 december 2017 4,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Haben-hebben Präterium Ich Habe Hatte Hätte Du hast Hattest

Nadere informatie

Was machst du am liebsten am Wochenende? Spielst du ein Instrument? Ich lese gern. Ich kann schnell neue Informationen verarbeiten.

Was machst du am liebsten am Wochenende? Spielst du ein Instrument? Ich lese gern. Ich kann schnell neue Informationen verarbeiten. nett ehrlich hilfsbereit tierlieb treu chaotisch lieb schüchtern spontan Was sind deine Hobbys? Was machst du am liebsten am Wochenende? Was machst du in deiner Freizeit? Treibst du Sport? Spielst du ein

Nadere informatie

Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Test KAPITEL

Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Test KAPITEL Sie können hier leider nur bar bezahlen. Von diesem Gewürz bekomme ich immer Kopfschmerzen. Diese Hosen sind im Moment sehr gefragt. Am Wochenende habe ich kaum Zeit für meine Hausaufgaben. Ich finde es

Nadere informatie

Naam: Klas: Van je docent krijg je met je groepje een van de volgende wijken toegewezen: Ehrenfeld Marienburg Sülz Belgisches Viertel

Naam: Klas: Van je docent krijg je met je groepje een van de volgende wijken toegewezen: Ehrenfeld Marienburg Sülz Belgisches Viertel Keulse wijken Keulen is met meer den 1 miljoen inwoners een van de grootste Duitse steden. De Keulenaren voelen zich daarom niet alleen met hun grote stad verbonden, maar ook met de kleinere wijk waarin

Nadere informatie

Pascal Egbers gestorben am 12. Mai 2017

Pascal Egbers gestorben am 12. Mai 2017 In stillem Gedenken an Pascal Egbers gestorben am 12. Mai 2017 Annegret Korte schrieb am 21. September 2017 um 21.47 Uhr Liebe Familie Egbers, und Freundin mit Tochter. Es tut schon weh, am Grabe von Pascal

Nadere informatie

Gegenbesuch des HBBK in Nijmegen. 15. Januar 2014. groepswerk en stadsbezoek. Gruppenarbeit und Stadtbesichtigung. Nijmegen is een heel mooie stad.

Gegenbesuch des HBBK in Nijmegen. 15. Januar 2014. groepswerk en stadsbezoek. Gruppenarbeit und Stadtbesichtigung. Nijmegen is een heel mooie stad. Gegenbesuch des HBBK in Nijmegen 15. Januar 2014 Die Schüler sollten aufschreiben, was ihnen gefallen hat. De leerlingen moesten opschrijven wat hun goed bevallen is. Das schrieb die deutsche Klasse Gruppenarbeit

Nadere informatie

lassen fahren finden

lassen fahren finden ein Wochenende planen Lasst uns wirklich mal ein Wochenende nach Berlin fahren. Wie wäre es / wenn wir in einem Hotel übernachten? Ein Hotel finde ich zu teuer. Lasst uns lieber am Stadtrand zelten gehen.

Nadere informatie

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen. Print het Word-document uit. Afrekenen met de klant Opdracht 1 Luister naar luisterfragment 6 Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door Y woorden 20 januari keer beoordeeld. Pagina 1 van 7

6,6. Samenvatting door Y woorden 20 januari keer beoordeeld.   Pagina 1 van 7 Samenvatting door Y. 1613 woorden 20 januari 2014 6,6 4 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! https://www.scholieren.com/verslag/80544 Pagina 1 van 7 Das Abteil De coupé Abfahren Vertrekken Der Anschluss

Nadere informatie

gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter Toppie leuk man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk

gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter Toppie leuk man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk Hoe vonden jullie de dag vandaag? Positief feedback: gezellig Het was een leuke dag en het was leuk om deze dag te doen want beter dan les. Toppie man het was prima Echt leuk Dag kan niet meer stuk leerzaam,

Nadere informatie

Grammatica Jaar 1-2 & 3

Grammatica Jaar 1-2 & 3 Grammatica Jaar 1-2 & 3 Beste Leerling, Met deze grammatica heb je een overzicht over de grammatica die wij in klas 1-2 besproken hebben en in het klas 3 zullen bespreken. Deze opdrachten staan natuurlijk

Nadere informatie

Op het potje Aufs Töpfchen

Op het potje Aufs Töpfchen Op het potje Aufs Töpfchen Wat is zindelijkheid? Je kind is zindelijk als het: - niet meer in zijn broek plast. - overdag droog is. - zelf op het potje of het toilet gaat zitten wanneer het moet plassen.

Nadere informatie

Basisgrammatica. Prisma Taalbeheersing. Arjan Krijgsman Johan Zonnenberg. Begrijpelijk voor iedereen. Duits

Basisgrammatica. Prisma Taalbeheersing. Arjan Krijgsman Johan Zonnenberg. Begrijpelijk voor iedereen. Duits Prisma Taalbeheersing Basisgrammatica Duits Begrijpelijk voor iedereen Arjan Krijgsman Johan Zonnenberg Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv, Houten - Antwerpen 6 Inhoud Grammatica - Waar doe je het voor?

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

BRIEVEN VAN EEN DUITSE MOEDER AAN HAAR ZOON

BRIEVEN VAN EEN DUITSE MOEDER AAN HAAR ZOON BRIEVEN ALS BRONMATERIAAL: BRIEVEN VAN EEN DUITSE MOEDER AAN HAAR ZOON Ook de Duitse vijand schreef brieven en stond in contact met het thuisfront. Zoals reeds eerder vermeld werden er vaak vormen van

Nadere informatie

Schriftelijk proefexamen ZAKELIJK DUITS

Schriftelijk proefexamen ZAKELIJK DUITS Schriftelijk proefexamen ZAKELIJK DUITS Beschikbare tijd: 90 MINUTEN 50803 Proefexamen HET PROEFEXAMEN BESTAAT UIT 0 GENUMMERDE PAGINA'S. 4 OPDRACHTEN GRAMMATICA OPDRACHT IDIOOM BRIEFOPDRACHT BENODIGDE

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Wo kann ich finden? Om de weg naar je accommodatie vragen Waar kan ik vinden?... ein Zimmer zu vermieten?... een kamer te huur?... ein Hostel?... een hostel?... ein Hotel?... een hotel?... eine

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Waar kan ik vinden? Om de weg naar je accommodatie vragen Wo kann ich finden?... een kamer te huur?... ein Zimmer zu vermieten?... een hostel?... ein Hostel?... een hotel?... ein Hotel?... een

Nadere informatie

bab.la Uitdrukkingen: Zakelijke correspondentie Bestelling Nederlands-Duits

bab.la Uitdrukkingen: Zakelijke correspondentie Bestelling Nederlands-Duits bab.la Uitdrukkingen: Zakelijke correspondentie Bestelling Nederlands-Duits Bestelling : Bestelling plaatsen Wij overwegen de aanschaf van... Wir ziehen den Kauf von... in Betracht... Formeel, voorzichtig

Nadere informatie

Reisen Unterkunft. Unterkunft - Finden. Unterkunft - Buchen. Nach dem Weg zur Unterkunft fragen

Reisen Unterkunft. Unterkunft - Finden. Unterkunft - Buchen. Nach dem Weg zur Unterkunft fragen - Finden Wo kann ich finden? Nach dem Weg zur fragen Waar kan ik vinden?... ein Zimmer zu vermieten?... een kamer te huur? Art der... ein Hostel?... een hostel? Art der... ein Hotel?... een hotel? Art

Nadere informatie

VRAGENKAARTJES THE ISLAND OF ALL TOGETHER

VRAGENKAARTJES THE ISLAND OF ALL TOGETHER VRAGENKAARTJES THE ISLAND OF ALL TOGETHER Dank je wel voor het downloaden van de vragenkaartjes. Graag delen we vrijblijvend een paar van onze ervaringen: 1. Wij lieten mensen eerst een minuut of tien

Nadere informatie

Samenvatting Duits H4 Einen guten Rutsch

Samenvatting Duits H4 Einen guten Rutsch Samenvatting Duits H4 Einen guten Rutsch Samenvatting door een scholier 1005 woorden 30 mei 2017 1 1 keer beoordeeld Vak Duits Einen guten Rutsch! Vocabulaire https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-duits-h4-einen-guten-rutsch

Nadere informatie

SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID

SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID PTA SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID Algemene informatie Taal Duits Duur 10 minuten Weging 20 % (4 x) Herkansbaar Ja Hulpmiddelen Geen Datum Vrijdag 2 februari (indeling volgt nog) Opbouw Het mondeling bestaat

Nadere informatie

Persoonlijke correspondentie Brief

Persoonlijke correspondentie Brief - Adressering Hans van der Meer, Stationslaan 87, 1011 Amsterdam Herrn Peter Müller Falkenstraße 28 20140 Hamburg Deutschland Standaard adressering in Nederland: naam geadresseerde, straatnaam + huisnummer,

Nadere informatie

Persoonlijke correspondentie Brief

Persoonlijke correspondentie Brief - Adressering Herrn Peter Müller Falkenstraße 28 20140 Hamburg Deutschland Hans van der Meer, Stationslaan 87, 1011 Amsterdam Standaard adressering in Nederland: naam geadresseerde, straatnaam + huisnummer,

Nadere informatie

Grammatica Jaar 1-2. www.meesterarndt.nl: Ga dan naar Tools Duits Klas 1-2 Grammatica. Veel succes met het leren van de Duitse taal.

Grammatica Jaar 1-2. www.meesterarndt.nl: Ga dan naar Tools Duits Klas 1-2 Grammatica. Veel succes met het leren van de Duitse taal. Grammatica Jaar 1-2 Beste Leerling, Met deze grammatica heb je een overzicht over de grammatica die wij in jaar 1-2 bespreken. Deze opdrachten staan natuurlijk ook online: www.meesterarndt.nl: Ga dan naar

Nadere informatie

Persoonlijke correspondentie Brief

Persoonlijke correspondentie Brief - Adressering Herrn Peter Müller Falkenstraße 28 20140 Hamburg Deutschland Herrn Peter Müller Falkenstraße 28 20140 Hamburg Deutschland Standaard adressering in Nederland: naam geadresseerde, straatnaam

Nadere informatie

Solliciteren Sollicitatiebrief

Solliciteren Sollicitatiebrief - Aanhef Sehr geehrter Herr, Formeel, mannelijke geadresseerde, naam onbekend Sehr geehrte Frau, Formeel, vrouwelijke geadresseerde, naam onbekend Sehr geehrter Herr, Sehr geehrte Frau, Formeel, naam en

Nadere informatie

Solliciteren Sollicitatiebrief

Solliciteren Sollicitatiebrief - Aanhef Sehr geehrter Herr, Formeel, mannelijke geadresseerde, naam onbekend Sehr geehrte Frau, Formeel, vrouwelijke geadresseerde, naam onbekend Sehr geehrter Herr, Sehr geehrte Frau, Formeel, naam en

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Können Sie mir bitte helfen? Om hulp vragen Sprechen Sie Englisch? Vragen of iemand spreekt Sprechen Sie _[Sprache]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ich spreche

Nadere informatie

TOETS VWO(H) 1 (A1) Schritt 1-16, Garmisch-Partenkirchen

TOETS VWO(H) 1 (A1) Schritt 1-16, Garmisch-Partenkirchen TOETS VWO(H) 1 (A1) Schritt 1-16, Garmisch-Partenkirchen LET OP!! Dit is een voorbeeld van de kennistoets van ZugSpitze. Deze toets is nog niet gecertificeerd conform het keurmerk toetsen. Naam: Klas:

Nadere informatie

Geschäftskorrespondenz

Geschäftskorrespondenz - Einleitung Niederländisch Deutsch Geachte heer President Sehr geehrter Herr Präsident, Sehr formell, Empfänger hat einen besonderen Titel, der anstelle seines Namens benutzt wird Geachte heer Formell,

Nadere informatie

Geschäftskorrespondenz

Geschäftskorrespondenz - Einleitung Deutsch Niederländisch Sehr geehrter Herr Präsident, Geachte heer President Sehr formell, Empfänger hat einen besonderen Titel, der anstelle seines Namens benutzt wird Sehr geehrter Herr,

Nadere informatie

Enkele onderwerpen uit de Duitse grammatica

Enkele onderwerpen uit de Duitse grammatica Enkele onderwerpen uit de Duitse grammatica Inhoudsopgave: De naamvallen... 2 De eerste naamval...3 De tweede naamval... 4 De derde naamval...5 De vierde naamval... 7 De der-groep en de ein-groep...8 Voorzetsels

Nadere informatie

Das erste niederländische Lesebuch für Anfänger

Das erste niederländische Lesebuch für Anfänger Aart Rembrandt Das erste niederländische Lesebuch für Anfänger Stufen A1 und A2 zweisprachig mit niederländisch-deutscher Übersetzung 1 Wir geben unser Bestes, um Tippfehler und Irrtümer zu vermeiden.

Nadere informatie

Stammtisch an der Küste 22.05.2014 25.05.2014

Stammtisch an der Küste 22.05.2014 25.05.2014 Stammtisch an der Küste 22.05.2014 25.05.2014 23 campers Deze keer in het Nederlands. Dit leek ons nu wel eens tijd worden Joke en ik hopen dat jullie het kunnen vertalen. Woensdag 21 mei waren er al veel

Nadere informatie

drücken benötigen wissen

drücken benötigen wissen die Telefontasten Herzlich willkommen im Berufsberatungszentrum. Bitte wählen Sie Ihren gewünschten Ansprechpartner per Telefontaste. Bei Fragen zu Ausbildung und Studium drücken Sie bitte die 1. Benötigen

Nadere informatie

Ruzie maken Streiten

Ruzie maken Streiten Ruzie maken Streiten Als kinderen ruzie maken Wenn kinder sich streiten Kinderen maken ruzie. Dat gebeurt in elk gezin. Ruzie om een stuk speelgoed, een spelletje dat uit de hand loopt, een jaloerse reactie

Nadere informatie

Sharing Grammars. Dr. Karijn Helsloot, Hogeschool Windesheim Domein Bewegen en Educatie , Meertaligheid in het Onderwijs

Sharing Grammars. Dr. Karijn Helsloot, Hogeschool Windesheim Domein Bewegen en Educatie , Meertaligheid in het Onderwijs Sharing Grammars Dr. Karijn Helsloot, Hogeschool Windesheim Domein Bewegen en Educatie in Po en Vo, van 4-18 jaar Lidwoorden Woordgeslacht/gender Bepaald en onbepaald Enkelvoud en meervoud Fonologische

Nadere informatie

der Schreibfehler Ich freue mich auf eine gute Zusammenarbeit. Haben Sie alle meine von letzter Woche vorliegen?

der Schreibfehler Ich freue mich auf eine gute Zusammenarbeit. Haben Sie alle meine  von letzter Woche vorliegen? relevant irrelevant das Protokoll der Abteilungsleiter der Schreibfehler das Budget senken / das Budget kürzen die Reihe sobald so dass / sodass sich kümmern um die Wochenarbeitszeit das Vorruhestandsalter

Nadere informatie

Je werkt in een ijszaak op de boulevard van Scheveningen en een Duitse toerist spreekt je aan

Je werkt in een ijszaak op de boulevard van Scheveningen en een Duitse toerist spreekt je aan Opdrachten Taaldorp Duits Om sommige onderstaande opdrachten te kunnen doen moet je beschikken over geld. Dit kun je bij de pinautomaat verkrijgen. Volg de instructies op de pinautomaat. Situatie 1: Leerling

Nadere informatie

Kapitel 6 Frust oder Lust?

Kapitel 6 Frust oder Lust? Kapitel 6 Frust oder Lust? 1: Abgehauen 2. 1. ausreißen 2. völlig 3. endgültig 4a. Logo 4b. Alter 5a. Lager 5b. Zündkerzen 3. 1. Heb je ze niet allemaal op een rijtje? 2. Ben je je tong verloren? 6. 1.

Nadere informatie

1-2 VMBO-KGT/H EN 3 HAVO OVERBRUGGINGSMODULE

1-2 VMBO-KGT/H EN 3 HAVO OVERBRUGGINGSMODULE ELISABETH LEHRNER-TE LINDERT 1-2 VMBO-KGT/H EN 3 HAVO OVERBRUGGINGSMODULE Malmberg, s-hertogenbosch Derde druk www.naklar.nl Overbruggingsmodule Welkom bij de overbruggingsmodule grammatica. Als je van

Nadere informatie

Taalkalender. 1. De tijd. 2. Voorzetsels. 3. Wat hoort bij elkaar? 4. Werkwoorden: zijn. 5. Persoonlijke voornaamwoorden

Taalkalender. 1. De tijd. 2. Voorzetsels. 3. Wat hoort bij elkaar? 4. Werkwoorden: zijn. 5. Persoonlijke voornaamwoorden Birgitta Bexten, 5/2003 (birgitta.bexten@ruhr-uni-bochum.de) laatste bewerking: 23 05 2003 niveau A1 geoefende vaardigheden grammatica, woordenschat (gemengd: Taal Vitaal les 1-6) Taalkalender soort lesactiviteit

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

Kapitel 3 Online. 6 der ICE-Zug 7 die Fahrkarte 8 das Gleis 9 der Bahnsteig 10 der Eisenbahnwagen

Kapitel 3 Online. 6 der ICE-Zug 7 die Fahrkarte 8 das Gleis 9 der Bahnsteig 10 der Eisenbahnwagen 1: Nach Hannover 8. 1. Gästezimmer 2. Couch 3. Imbissstand 4. vermiete 5. Fuβboden Kapitel 3 Online 2: Brit-RePro 13. 1 der Lokführer 2 die Fahrgäste 3 der Fahrplan 4 das Abteil 5 der Schaffner 18. 1 abfährt

Nadere informatie

Woordenlijst Nederlands Duits

Woordenlijst Nederlands Duits Taaltalent deel 1 Methode Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Woordenlijst Nederlands Duits Hoofdstuk 2 Het feest Henny Taks Katja Verbruggen u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014

Nadere informatie

weiblich das Alter der Beruf

weiblich das Alter der Beruf das Formular erreichen der Fehler Nachname Vorname Land Telefonnummer Geburtsdatum Straße Postleitzahl Ort Handynummer Sprachen das Passwort der Benutzername die Staatsangehörigkeit das Geschlecht männlich

Nadere informatie

Ich lese ein Buch. Ich lese ein Buch. Siehst du viel fern. Siehst du viel fern? Am Sonntag besuche ich meine Oma. Am Sonntag besuche ich meine Oma.

Ich lese ein Buch. Ich lese ein Buch. Siehst du viel fern. Siehst du viel fern? Am Sonntag besuche ich meine Oma. Am Sonntag besuche ich meine Oma. Hausaufgaben machen Ich lese ein Buch Ich lese ein Buch. das Buch das Buch Bücher Gitarre spielen Siehst du viel fern Siehst du viel fern? ausschlafen mit dem Hund Gassi gehen Computerspiele spielen ins

Nadere informatie

Over dit boek. Richtlijnen voor gebruik

Over dit boek. Richtlijnen voor gebruik Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online

Nadere informatie

U hebt hier het activiteitenprogramma voor de periode van 20 juli t/m 2. augustus. Het zijn de activiteiten zoals deze georganiseerd worden door

U hebt hier het activiteitenprogramma voor de periode van 20 juli t/m 2. augustus. Het zijn de activiteiten zoals deze georganiseerd worden door Beste lezer, U hebt hier het activiteitenprogramma voor de periode van 20 juli t/m 2 augustus. Het zijn de activiteiten zoals deze georganiseerd worden door de vereniging voor Evangelisatie & Recreatie.

Nadere informatie

Als je voor het eerst een claim indient, kun je dat op deze pagina doen (via registeren).

Als je voor het eerst een claim indient, kun je dat op deze pagina doen (via registeren). NEDERLANDS DEUTSCH Dies ist nur eine Anweisung! Bitte senden Sie uns NICHT dieses Formular. Entschädigungsforderungen welchen Sie eintragen per E-mail werden nicht bearbeitet. Inloggen - Registreren Als

Nadere informatie

Vwo 3 Kapitel 1 Fette Ferien

Vwo 3 Kapitel 1 Fette Ferien Vwo 3 Kapitel 1 Fette Ferien Redemittel E Mit wem bist du in Spanien gewesen? Ich war da mit meinem Bruder. Wo liegt Lübeck? Moment, ich hole eine Landkarte. Wann warst du wieder da? Am Wochenende. Du

Nadere informatie

Alltag: Lesen KGT 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52601

Alltag: Lesen KGT 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52601 Alltag: Lesen KGT 2 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 July 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52601 Dit lesmateriaal is gemaakt met

Nadere informatie

Ich stelle diesen Antrag für. Ik vervolledig deze applicatie namens. Angeben dass man einen Antrag für jemand anderen stellt

Ich stelle diesen Antrag für. Ik vervolledig deze applicatie namens. Angeben dass man einen Antrag für jemand anderen stellt - Allgemeines Wo kann ich das Formular für finden? Fragen wo man ein Formular findet Wann wurde ihr [Dokument] ausgestellt? Fragen wann ein Dokument ausgestellt wurde Wo wurde Ihr [Dokument] ausgestellt?

Nadere informatie