Conceptnota Leer- en Innovatie centrum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Conceptnota Leer- en Innovatie centrum"

Transcriptie

1 Conceptnota Leer- en Innovatie centrum Datum: 28 september 2009 Auteurs: Carolien Schalenbourg en Jo Gommers Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 1

2 Inhoudsoverzicht 1. Situering 2. Probleemstelling 2.1. Kloof theorie praktijk 2.2. Clinical credibility 2.3. Fit for practice 2.4. Evidence Based Practice (EBP) 3. Uitgangspunten 3.1. Zorginnovatiecentrum (ZIC) 3.2. Dedicated education unit 3.3. Andere innovatieve opleidingsmodellen 3.4. Advanced Practice Nurse (APN) Clinical Nurse Specialist Lecturer Practitioner Vergelijking APN, CNS en LP 3.5. Clincal Leadership 3.6. Action Research 4. Doelstellingen 5. Concept: Leer & innovatiecentrum 5.1. Definitie 5.2. Kernprocessen Zorgen Leren Innoveren 5.3. Operationalisering LIC Invulling van de verschillende rollen 1. Docent / Clinical instructor 2. Stagecoach 3. Hoofdverpleegkundige 4. Docent / Research instructor 5. Student Praktische organisatie 6. Implementatie 6.1. Voorwaarden voor implementatie 6.2. Mogelijke valkuilen 6.3. Implementatiepad, stappenplan 7. Referenties Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 2

3 1. Situering De Katholieke Hogeschool Limburg (KHLim) en het Ziekenhuis Oost Limburg (ZOL) evolueren naar een verregaande samenwerking in functie van een toekomstgerichte uitbouw en kwaliteitsverbetering van hun kernprocessen. Voor de KHLim zijn deze kernprocessen onderwijs aan studenten verpleegkunde, wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijk dienstverlening, voor het ZOL situeren de kernprocessen zich allemaal op niveau van patiëntenzorg. Het is de overtuiging van beide partners dat een samenwerking tussen de hogeschool en het ziekenhuis noodzakelijk is om in de toekomst de kernactiviteiten van de respectievelijke organisaties op een hoog niveau te blijven aanbieden. Samenwerking is wenselijk op vlak van de organisatie van de klinische praktijkopleiding van studenten verpleegkunde, het verpleegkundig onderzoeksbeleid en de professionalisering van het personeel. De intentie tot samenwerking krijgt in deze nota vorm aan de hand van het concept van een Leer-en InnovatieCentrum (LIC). Deze nota heeft tot doel om de begrippen, doelstellingen en rollen van een LIC te expliciteren. Het is in een eerste fase een discussietekst waarbij de verschillende betrokkenen worden uitgenodigd tot een kritische inhoudsreflectie. Aan de hand van beschikbare internationale literatuur worden de ideeën onderbouwd met gegevens uit onderzoek en praktijkervaringen in het buitenland. 2. Probleemstelling 2.1. Kloof theorie praktijk De kloof tussen theorie en praktijk is een onderwerp dat frequent tot discussie leidt zowel in de literatuur als in de praktijk. Het blijven twee van elkaar gescheiden kennisbronnen waarbij het wederzijdse respect onvoldoende resulteert in substantiële toenadering. De theorie-praktijk kloof kan, binnen de context van deze nota, vanuit twee perspectieven bekeken worden. Enerzijds zijn docenten/opleiders de afgelopen decennia steeds verder verwijderd van de klinisch verpleegkundige praktijk, onder meer door verschuivingen in begeleidingsmodel. Anderzijds zijn de verpleegkundigen in het werkveld zich onvoldoende bewust van de relevantie van theorie in hun werk (Cave, 2005). Een belangrijke hindernis hierbij is de toegankelijkheid van de theorie en dit zowel in termen van beschikbaarheid als in termen van leesbaarheid. Onderzoek toont aan dat het gemiddeld 17 jaar duurt vooraleer onderzoeksresultaten doordringen naar de praktijk (Finehout-Overhoult, Mazurek-Melnyk & Schultz, 2005). Te vaak worden belangrijke onderzoeksbevindingen vooral gedissemineerd naar vakgenoten via wetenschappelijke publicaties maar vinden ze onvoldoende hun weg naar de werkvloer. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de kwaliteit maar ook voor de efficiëntie van zorg. Concrete voorbeelden van deze theorie-praktijkkloof worden hiernavolgend uitgewerkt. Er wordt ingegaan op de problematiek van de geloofwaardigheid van docenten, op de overgang tussen studeren en werken en op de implementatie van evidence based practice Clinical credibility De invulling van de verantwoordelijkheden, taken en functiegebieden van een docent verpleegkunde is voortdurend in evolutie. Ze is sterk verbonden met de Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 3

4 manier waarop het verpleegkundig onderwijs wordt georganiseerd. Tot in de jaren negentig was het model van de werkbegeleiding van studenten de meest gangbare manier van stagebegeleiding. De docent verpleegkunde volgde de student één of meerdere halve dagen tijdens de stage in het werkveld. Een docent was vaak verbonden aan een afdeling in het ziekenhuis en stond op deze afdeling in voor de begeleiding van alle studenten die er stage liepen. Naast het begeleiden van studenten was het op deze manier voor docenten ook mogelijk om voeling te houden met het verpleegkundig werk, vernieuwingen in het medisch kennisgebied op te volgen en de eigen praktijkvaardigheden te onderhouden. Als gevolg van een herdenken van de opleiding voor verpleegkundigen, waarbij onder meer werd overgegaan van werkbegeleiding naar leerbegeleiding, werd de afstand tussen verpleegkundige van de werkvloer en de docent groter. De nadruk bij selectie en aanwerving van docenten kwam meer en meer te liggen op een wetenschappelijke opleiding enerzijds en coachingkwaliteiten anderzijds. Er werd resoluut gekozen voor een masterdiploma. Bovendien werd ingezet op de educatieve kwaliteiten van de docent, veeleer dan op de pure verpleegkundige skills. Docenten werden begeleiders van leerprocessen waardoor de klinische expertise naar de achtergrond verdween. Vandaag de dag zijn docenten met een specifiek expertisedomein dat is gebaseerd op intensieve praktijkervaring een uitzondering. Docenten worden ingezet in een uiteenlopend veld van verschillende opleidingsonderdelen en de bijkomende taken op vlak van onderzoek, internationalisering en projectonderwijs hebben de werklast van de docenten overladen waardoor verdieping in een specialisatiedomein zeer moeilijk is geworden. Door de focus te verleggen naar coaching en begeleidingsvaardigheden en resoluut te kiezen voor een wetenschappelijke vooropleiding voor docenten is de kwaliteit van het onderwijs er niet noodzakelijk op achteruit gegaan. In een competentiegericht curriculum is de combinatie van een wetenschappelijke achtergrond met doorgedreven educatieve vaardigheden voor een docent eerder een troef. Veel aandacht wordt gegeven aan reflectievaardigheden en leren leren. Deze vaardigheden worden het best ontwikkeld in een omgeving waar docent en student in een relatie van vertrouwen het eensgezind raken over de leerdoelen van de student en hiervoor een leerplan op maat van die student opmaken. In elk toekomstgericht model moet dan ook het belang van de leerrelatie tussen docent een student worden onderstreept. Het herleggen van de focus op een doorgedreven klinische expertise voor docenten mag geen afbreuk doen aan de verworvenheid van de docent als coach. Een screening van de internationale literatuur toont aan dat het zoeken naar een gepaste invulling van docentcompetenties niet uniek is voor Vlaanderen. Barrett (2007) gaat uitvoerig in op de problematiek vanuit de praktijk van de verpleegkundige opleidingen in het UK. Hij introduceert het begrip clinical credibility om het probleem te duiden. Het gaat hierbij om de perceptie van de student over de mogelijkheid van de docent om de vertaling te maken van theorie naar praktijk. Beschikt de docent over een geloofwaardig profiel, heeft de student vertrouwen in de (klinische) mogelijkheden van de docent, dan zal dit de relatie tussen docent en student ten goede komen. Op die manier wordt het leren van de student gefaciliteerd. De auteur pleit er in zijn publicatie dan ook voor om in functie van clinical credibility de link met het klinisch Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 4

5 verpleegkundig werk voor een belangrijk deel van het docentenkorps mogelijk te maken. De nieuwe blauwdruk verpleegkunde van maart 2009 is op dit vlak erg ambitieus. Als één van de doelstellingen wordt volgende bepaling opgenomen: De docent verpleegkunde positioneert zich vanuit een specifiek expertisedomein en heeft een gedeelde aanstelling in onderwijs en praktijk, die op elkaar is afgestemd (minstens 40% in 2012 en minstens 80% in 2015). Het is niet zeker of de formule van de zgn. gedeelte aanstelling de enige formule is clinical credibility op te bouwen. Wellicht zijn verschillende alternatieven mogelijk. Expertise uitdiepen in een verpleegkundig domein via wetenschappelijk onderzoek is zeker een volwaardig alternatief Fit for practice Een tweede concrete uiting van de kloof tussen theorie en praktijk is het gegeven dat recent afgestudeerde verpleegkundigen niet voldoen aan de verwachtingen van het werkveld. Beginnende verpleegkundigen hebben in de praktijk een lange inwerkperiode nodig alvorens ze effectief als een volwaardig teamlid kunnen meedraaien. De driejarige opleiding aan de hogeschool leidt niet tot directe inzetbaarheid. De discussie over de haalbaarheid van de directe inzetbaarheid en de hiermee verbonden discussie over afstudeerrichtingen wordt hier verder buiten beschouwing gelaten. Wel wordt gefocust op de ervaren moeilijkheid van studenten om de overgang te maken van student-stagair naar verpleegkundigewerknemer. De opleiding verpleegkunde, met de stages zoals ze op dit moment worden georganiseerd, is onvoldoende gericht op het opnemen van een volwaardige plaats binnen het verpleegkundige team. Nog teveel zitten beginnende verpleegkundigen in de rol van student-stagair en nemen ze niet de verantwoordelijkheid die van het kan worden verwacht. De competenties vanuit het competentieprofiel (Competentieprofiel Bachelor in de verpleegkunde, Associatie K.U.Leuven, 2009) die verwijzen naar deze verantwoordelijkheden komen niet of onvoldoende aan bod tijdens de opleiding. Onderzoek van Nash, Lemcke & Sacre (2009) toont aan dat een positieve stage-leerervaring op het einde van de opleiding de aanpassingsperiode bij het begin van de loopbaan beter doet verlopen. De positieve stage-leerervaring wordt bewerkstelligd door de stage in het laatste jaar anders te organiseren, door een aangepaste ondersteuning van studenten en door een aangepaste ondersteuning van mentoren. Deze aspecten dienen zeker aanwezig te zijn in elk toekomstgerichte plan omtrent de opleiding en de stage Evidence Based Practice Evidence Based Practice (EBP) is het oordeelkundig gebruik maken van systematisch verzamelde resultaten van wetenschappelijk onderzoek bij het nemen van beslissingen voor individuele patiënten. EBP in de praktijk toepassen impliceert het integreren van klinische expertise met beschikbaar wetenschappelijk bewijs, waarbij de voorkeur en opvattingen van de patiënt een belangrijke rol spelen (zie figuur 1). Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 5

6 Figuur 1: Evidence based practice (Fineout-Overholt et al. 2005) Veel verpleegkundigen hebben een negatieve attitude t.o.v. onderzoek. Er zijn verschillende redenen die aan de grondslag liggen van deze attitude. Volgens Mazurek-Mylnek, Fineout-Overholt, Fischbeck-Feinstein, Sadler & Dreem- Hernadez (2008) komt het onder meer door de manier waarop in het verleden onderwezen werd in de basisopleiding. Verpleegkundigen baseren zich nog steeds vooral op intuïtie, traditie en bestaande procedures voor specifieke situaties. Het begrip EBP is vaak niet gekend of mis begrepen (Fineout- Overholt et al., 2005). Uit onderzoek van Bostrum & Stuter (1993) blijkt dat slechts 21% van de bevraagde verpleegkundigen (1200) recent wetenschappelijke onderzoeksresultaten integreerden of gebruikten in hun patiëntenzorg over een periode van 6 maanden. Er zijn onvoldoende rolmodellen aan wie studenten zich kunnen spiegelen en de recent afgestudeerde verpleegkundigen worden geconfronteerd met een praktijkfilosofie die zegt dat het belangrijker is dat werk wordt gedaan, dan de manier waarop. Uit onderzoek blijkt dat zo n rolmodel nu precies noodzakelijk is om EBP te implementeren (Finout-Overholt et al., 2005). De taak van rolmodel kan worden opgenomen door de docenten met een gedeelde aanstelling (onderwijs klinische praktijk). De negatieve attitude van verpleegkundigen en de afwezigheid van rolmodellen belet de kennistransfer naar de praktijk. Desondanks is EBP niet meer weg te denken en zal dit een belangrijke rol spelen in het bereiken van de kernwaarden van de gezondheidszorg in de 21 ste eeuw omschreven door Institute of Medicine (2001). Veiligheid: Het voorkomen van schade door goed bedoelde patiëntenzorg. Effectiviteit: Het aanbieden van zorg op maat met het voorkomen van over en ondergebruik van zorg. Patiëntenoriëntatie: Het respectvol aanbieden van zorg in antwoord op en in aansluiting met de voorkeuren en behoeften van patiënten. Tijdigheid: Het reduceren van wachttijden voor zowel patiënten als zorgverleners. Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 6

7 Efficiency: Het voorkomen van verspilling van menskracht en middelen. Toegankelijkheid en gelijkheid: Het aanbieden van zorg voor iedereen en onder gelijke condities, ongeacht leeftijd, etniciteit en socioeconomische status. De beste zorg wordt geleverd in een context van EBP. Wanneer verpleegkundige interventies gebaseerd zijn op EBResearch blijkt dat de patiëntenoutcomes met 28% verbeteren (Finehout-Overholt et al. 2005). Docenten kunnen bijdragen aan het integreren en toepassen van academische kennis in de praktijk. Het is deze rol die ze moeten verdedigen en duidelijker centraal stellen. Eén van de methoden om EBP te bevorderen is docenten met klinische bekwaamheid in te zetten in de begeleiding van studenten. De term klinische bekwaamheid is tweeledig en omvat enerzijds klinische competenties (clinical competenties) en anderzijds klinische geloofwaardigheid (clinical credibility). Indien docenten hun klinische bekwaamheid niet behouden of verbeteren zal het niet lukken om EBP te promoten en te integreren (Cave, 2005). 3. Uitgangspunten Om bij te dragen aan het wegwerken van de problemen die worden geschetst in het voorgaande hoofdstuk wordt in deze nota het concept van het Leer- en innovatiecentrum voorgesteld. Dit concept is gebaseerd op enkele uitgangspunten vanuit de literatuur en de praktijk Zorginnovatiecentrum (ZIC) Een zorginnovatiecentrum is een leerunit binnen een gezondheidszorginstelling waar een student HBO verpleegkunde alle beroepscompetenties in de praktijk kan uitvoeren. Naast het uitvoeren van patiëntenzorg, kun je hierbij ook denken aan regietaken in het verpleegproces. Een andere peiler van een ZIC is de integratie tussen theorie en praktijk, interactie tussen het leren en verlenen van zorg. Ook het innoveren (verbeteren) van de zorg aan de hand van kwaliteitsverbeterprojecten kan uitstekend gedaan worden in deze omgeving. Een zorginnovatiecentrum is een plaats waar je alle aspecten rond verpleegkundige patiëntenzorg kan leren. Een ZIC wordt gekenmerkt door enkele specifieke eigenschappen: de kerntaak is opleiden van verpleegkundigen; professionals en studenten werken samen aan het verlenen van zorg en aan de opleiding van de studenten; professionals en studenten werken ook samen aan praktijkgericht onderzoek dat altijd een relatie heeft met verbetering van zorg; de lecturer practitioner (wordt verder omschreven) begeleidt het praktijkgericht onderzoek; het klimaat op de unit is uitdagend voor studenten en professionals en gericht op ontwikkeling; er wordt een groot aantal studenten toegewezen aan deze afdeling. Een werkbezoek bij Fontys Hogeschool Verpleegkunde in Eindhoven (20 april 2009) wierp een duidelijker beeld op dit concept. Het inspireerde voor het uitwerken van deze nota. Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 7

8 3.2. Dedicated education unit In Australië en Nieuw-Zeeland wordt gelijkaardig initiatief als het ZIC omschreven als een Dedicated Education Unit. Moscato, Miller, Logsdon, Weinberg & Chorpenning (2007) geven de volgende omschrijving van het concept: A dedicated educational unit is a client unit that is developed into an optimal teaching/learning environment through the collaborative efforts of nurses, management, and faculty. It is designed to provide students with a positive clinical learning environment that maximizes the achievement of student learning outcomes, uses proven teaching/learning strategies, and capitalizes on the expertise of both clinicians and faculty. Uit het onderzoek van Moscato et al. (2007) blijkt dat een Dedicated Education Unit zeer positieve resultaten behaalt. In een bevraging bij studenten werden significant betere resultaten gerapporteerd voor de Dedicated Education Unit in vergelijking met studenten die het traditionele model van stage hadden doorlopen. Studenten geven aan dat verpleegkundigen een rolmodel vormen voor professioneel gedrag en waarden, dat verpleegkundigen ervaren worden als docenten, dat het team de leernoden van de student beter begrijpt, dat verpleegkundigen helpen met het ontwikkelen van klinische vaardigheden, dat studenten zichzelf een lid van het team voelen en verantwoordelijkheden krijgen en dat studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces. De verpleegkundige productiviteit op een Dedicated Education Unit is afhankelijk van het ervaringsniveau van de student, zijn/haar leerverschillen, vaardigheden op vlak van zorgorganisatie en ook van de ervaring van de verpleegkundige op gebied van delegeren en supervisie. Het opleiden van de studenten en de bijkomende administratieve taken leiden tot een verhoging van de kosten. Toch geven de auteurs aan dat de kosten niet opwegen tegen de voordelen die een Dedicated Education Unit met zich mee brengt. Onderzoek van Miller (2005) toont een positief kosten/baten saldo voor de Dedicated Education Unit : een verhoogde inschrijving van studenten (stijging inkomsten), een verminderde inwerktijd voor beginnende verpleegkundigen en verhoogde tevredenheid bij verpleegkundigen en artsen Andere innovatieve opleidingsmodellen In de literatuur zijn, naast het zorginnovatiecentrum en de dedicated education unit nog andere vernieuwende opleidingsmodellen beschreven. Budgen & Gamroth (2008) beschrijven en evalueren tien opleidingsmodellen. Zo worden onder meer het joint appointment (docenten met gedeelde aanstelling), secondment (letterlijk = detachering, praktijkverpleegkundigen worden aangesteld vanuit de hogeschool in functie van de begeleiding van de studenten op de afdeling), internship (studenten functioneren in het verpleegkundige team) en undergraduate nurse employment (studenten werken in het ziekenhuis) beschreven. Deze modellen gaan vaak uit van dezelfde principes of maken gebruik van gelijkaardige instrumenten. Allemaal streven ze dezelfde doelstellingen na: de theorie-praktijkkloof dichten, docenten in contact brengen met de klinische praktijk en de stage van studenten anders organiseren Advanced Practice Nurse (APN) Het concept Advanced Practice Nurse is afkomstig uit de Verenigde Staten. De Nederlandstalige term van APN is Verpleegkundig Specialist. Er bestaan Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 8

9 talrijke definities van een APN. Hamric, Spross en Hanson (2005) hebben een conceptueel model voor de APN gecreëerd. Ze geven drie basiselementen waaraan de APN moet voldoen: specialisatie, expansie en advancement. De APN legt haar zorgfocus binnen een bepaald specialisatiedomein van de verpleegkunde. Een APN kan expertise verwerven in een bepaald gezondheidsdomein door jarenlange ervaring, maar ook door het volgen van jaarlijkse bijscholing(en) en zelfstudie. Expansie duidt op het verruimen van de grenzen van de verpleegkunde. De APN gaat zich meer op het domein van de arts begeven door o.a. deelname bij de raadplegingen, afnemen van anamneses, interpreteren van bloeduitslagen bij de follow-up van een patiënt of het opstellen van behandelingsprotocollen. Verwerven van kennis, vaardigheden en rolautonomie zijn hierbij cruciaal. Advancement, tot slot, betekent vooruitgang. De APN probeert om het niveau van verpleegkunde te verhogen. Specialisatie en expansie spelen hierin een rol. De APN wil kwalitatieve zorgverlening bereiken om de gezondheidstoestand van de patiënt te verbeteren. Ze doet dit door integratie van haar kennis en vaardigheden met klinische praktijkvoering, onderzoek, leiderschap, educatie en professionele ontwikkeling (zie figuur 2). Directe klinische praktijkvoering is de centrale competentie van een APN, het dient ook een deel van de dagtaak te blijven na het krijgen van de titel van APN. De APN benadert patiënten vanuit een holistisch perspectief en beschouwt de patiënt als een partner in de zorg. Praktijkvoering is een basis om haar expertise nog meer te versterken en bekwame prestaties te leveren. Evidence Based Practice (EBP) is een belangrijk onderdeel in de praktijkvoering. De APN beschikt over zes kerncompetenties: hij is expert coaching and guidance, consulent, kan samenwerken, beschikt over klinisch en professioneel leiderschap en is ervaren in onderzoek en ethische besluitvoering. De APN zal zich naargelang haar rol en de context meer op bepaalde kerncompetenties toeleggen. Het is dus geen vereiste dat alle kerncompetenties even goed ontwikkeld zijn. Het concept APN wordt geoperationaliseerd in verschillende rollen. In figuur 2 wordt een overzicht gegeven van een aantal van deze rollen. De rol van clinical nurse specialist wordt verder uitgebreider toegelicht omwille van haar specifieke focus. Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 9

10 Figuur 2: Operationalisatie van APN rollen (Hamric et al. 2005) Clinical Nurse Specialist De Clinical Nurse Specialist (CNS) wordt door Hamric et al. (2005) als volgt omschreven: A CNS is a registered nurse who, through study and supervised practice at the graduate level (master s or doctorate), has become expert in a defined area of knowledge and practice in a selected clinical area of nursing. De focus van de CNS is enerzijds gericht op de directe zorg, hij is klinisch expert, rol model en pleitbezorger van de patiënt. Anderzijds zijn er ook indirecte zorg functies: innovator, referentiepersoon, clinical instructor, en supervisor. De CNS draagt bij tot de creatie van een gezonde werkomgeving en verbeterde patiëntenoutcome. De nadruk ligt op de kwaliteit van zorg. De CNS tracht een link te maken tussen geavanceerde verpleegkundige interventies en hun invloed op patiëntenoutcome. Centraal in het aandachtsgebied staat de patiënt maar het is eigen aan de CNS dat zij werkt met verpleegkundigen. De rol van CNS wordt gekenmerkt door educatie aan verpleegkundigen (studenten), verpleegkundig mentorschap en leiderschap Lecturer Practitioner Een andere bron van inspiratie is de literatuur rond de functie Lecturer Practitioner (LP). Er zijn verschillende globale definities beschreven waarbij de nadruk ligt op onderwijs verzorgen en zorg verlenen enerzijds (Fairbrother & Ford, 1998) en een link vertegenwoordigen tussen verpleegkundig onderwijs en praktijk anderzijds (Elcock, 1998). De volgende meerwaarden voor de functie van LP worden gerapporteerd in diverse publicaties: (1) een LP is een goed rolmodel voor studenten omdat ze door studenten gezien worden als klinisch volwaardig en up-to-date (Williamson, Webb & Abelson-Mitchell, 2004, Driver & Campbell, 2000); (2) ook verpleegkundigen ervaren de LP als een rolmodel en bron van informatie (Noonan, Hughes, Hayes, Hartigan, O Connell, Cummins & Fehin, 2009), (3) Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 10

11 een LP zorgt voor een verbeterde link tussen onderwijs en praktijkinstellingen (Williamson et al., 2004; Fairbrother & Ford, 1996) en (4) een LP faciliteert een transformationele praktijkontwikkeling (Fairbrother & Ford, 1996). De laatst benoemde meerwaarde, het faciliteren van transformationele praktijkontwikkeling (practice development), is een relatief nieuw begrip. Het werd gedefinieerd door Garbett & McCormack (2002): Practice development is een continu proces van ontwikkelingen om de effectiviteit van de zorg, vanuit het perspectief van de patiënt, te verhogen. Dit wordt bereikt door teams te helpen bij het ontwikkelen van hun kennis en vaardigheden, en hen te helpen bij het veranderen van de cultuur en context van zorg. Dit proces wordt mogelijk gemaakt en ondersteund door facilitatoren die op een systematisch en consequente wijze een continu proces van emancipatoire verandering bewerkstelligen waarbij het perspectief van de patiënt centraal staat Vergelijking APN, CNS en LP De gelijkenissen zijn groter dan de verschillen tussen APN, CNS en LP (zie tabel 1). Een clinical nurse specialist is een operationalisering van het concept APN. De LP dient te beschikken over dezelfde kerncompetenties zoals omschreven voor een APN. Waarin verschilt een CNS dan van een LP? Het verschil komt tot uiting in enerzijds de focus en anderzijds de context waaruit de rol is ontstaan. De rol van een CNS is ontstaan in een ziekenhuiscontext met focus op directe patiëntenzorg waarbij het verbeteren van de kwaliteit van zorg cruciaal is. De rol van Lecturer Practitioner is eerder ontstaan vanuit de opleiding verpleegkunde en beoogt het verkleinen van de kloof theorie-praktijk met focus op de student. Finaal hebben beide rollen gemeenschappelijke doelstellingen. Advanced Practice Nurse (Hamric et al. 2005) Basisvoorwaarden: Specialisatie Expansie Advancement Expert Coaching and guidance Consulting Collaboration Clinical and professional leadership Research Ethical decision making Clinical Nurse Specialist (Cattini & Knowles, 1999; Hamric et al. 2005) Primaire focus op expertise in een klinisch gebied en rechtstreekse patiëntenzorg. Expert coaching and guidance aan verpleegkundigen en patiënten Bron van huidige EBP in specifiek klinisch gebied Link maken met Outcome van patiënten Educator Goede communicator en leider Lecturer Practitioner Onderwijs verzorgen en zorg verlenen. Expertise in één specifiek klinisch domein. Innoveren Coachen Visie ontwikkelen Samenwerken Leren Flexibel anticiperen Aanvoelen (ethisch handelen) Resultaat gericht handelen Omgaan met stress Tabel 1: Kenmerken van een APN, CNS en een LP 3.5. Clincal Leadership Clinical leadership is een manier van kijken naar leiderschap en leiderschapskwaliteiten van verpleegkundige leiders. Het concept is ontwikkeld door de Royal College of Nursing in London. De centrale doelstelling is het verbeteren van patiëntgestuurde zorg. Clinical leadership gaat uit van Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 11

12 transformationeel (verandering realiserend) leiderschap. Leren en ontwikkelen staan hierbij centraal. Met leiderschap wordt verwezen naar een rolmodel veeleer dan naar een hiërarchische managementstructuur. De context is faciliterend, de processen zijn gebaseerd op vertrouwen, ambitie, samenwerking en discipline (Verschuren, 2009) Action Research Vaak vormen onderzoek en actie twee gescheiden werelden: de onderzoeker observeert en reflecteert, de onderzochte voert zijn dagelijkse handelingen uit. Action research overbrugt de kloof tussen diegene die wordt onderzocht en de onderzoeker. Er is juist sprake van intensieve samenwerking tussen beiden. Action research is moeilijk te definiëren. Het is eerder een onderzoeksstijl dan een specifieke methode. Er worden een variëteit aan methodes gebruik met een overwicht van kwalitatieve methoden omwille van de focus op proces en outcome. Deze manier van onderzoek is ontwikkeld om de kloof tussen theorie en praktijk te verkleinen (Holter & Schwartz-Barcott, 1993). Er zijn 3 karakteristieken in Action Research te herkennen (Dierckx De Casterlé, 2007): 1. Samenwerking onderzoeker praktijkbeoefenaar: De belangrijkste focus is de relatie tussen de onderzoeker en de praktijkbeoefenaars. De praktijkbeoefenaar is degene die het probleem goed kent, the insider. De onderzoeker is the outsider, hij is expert in theorie en onderzoek. Er wordt van beide verwacht dat ze actief participeren in het onderzoek en het veranderingsproces. Het is ook belangrijk dat de onderzoeker en de participanten gezien worden als gelijken. De onderzoeker werkt als een facilitator die met de deelnemers overleg pleegt over het actieproces en over de evaluatie. Hierdoor krijgt het onderzoeksproces en de resultaten ervan meer betekenis voor praktijkdeskundigen aangezien het onderzoek zijn oorsprong vindt in de dagdagelijkse praktijk. 2. Oplossing van praktische problemen: Verschillende stappen worden doorlopen: probleemidentificatie, planning, actie, observatie, reflectie, evaluatie en opnieuw plannen. Dit kan opgevat worden als veranderingsexperimenten met bate voor de reële problemen. 3. Verandering in praktijk én theorieontwikkeling: Praktijkverandering worden beschreven in veralgemenende termen in functie van theorieontwikkeling. Action Research heeft de capaciteit om de praktijk positief te beïnvloeden, het leidt tot best practice en het is de ideale onderzoeksmethode om de kwaliteit van zorg te verbeteren. De kennis en theorieontwikkeling is gebaseerd op actuele praktijksituaties. Action Research biedt ook informatie over de grenzen omtrent de toepassing van kennis in de praktijk. Dit aspect is zeer belangrijk voor kennisontwikkeling in de verpleegkunde. Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 12

13 4. Doelstellingen Het LIC wil een bijdrage leveren aan het wegwerken van de problemen die worden geschetst in de probleemstelling. Ze zijn erop gericht de kloof tussen theorie en praktijk te verkleinen, bij te dragen tot de clinical credibilty van docenten, studenten op te leiden zodat ze klaar zijn voor de praktijk en te zorgen voor een op evidentie gebaseerde praktijk. Enkele (bijkomende) doelstellingen overstijgen deze probleemstelling. Een organisatievorm als het LIC is gericht op innovatie. Het kan op die manier gezien worden als een ontwikkelcentrum waar op regelmatige basis onderzoeks- en kwaliteitsprojecten worden opgestart of nieuwe praktijken hun ingang vinden in het ziekenhuis. Bovendien moet het een plek worden waar niet alleen studenten maar ook verpleegkundigen sterk gemotiveerd worden om te leren en te evolueren. 1. Het eerste doel van het LIC is een opleidingsdoel. In eerste instantie moet het LIC een opleidingscentrum worden, een krachtige leeromgeving. Het is mogelijk voor studenten om de algemene en de zorggerichte competenties, die van een bachelor in de verpleegkunde worden verwacht, te ontwikkelen. Bijkomend is het op een LIC mogelijk om competenties, die op een reguliere stageafdeling minder aan bod komen, te verwerven. Hierbij wordt vooral gedacht aan de competenties organiseren en coördineren en verantwoordelijkheid opnemen. 2. De tweede centrale doelstelling is erop gericht om docenten verpleegkunde dichter naar de praktijk te brengen door ze in te zetten in de patiëntenzorg. Toekomstgericht is het belangrijk dat de docent naast zijn lesopdracht ook actief is in de klinische praktijk. Door deze praktijkervaring specialiseert hij zich verder in een bepaald domein. Een deeltijdse tewerkstelling in een LIC geeft docenten de mogelijkheid om praktijkervaring te combineren met onderwijs en onderzoek. 3. Naast een opleidingscentrum voor studenten en een professionaliseringsomgeving voor docenten is het ook de ambitie om van het LIC een innovatieterrein te maken. De unit is erop ingesteld om vernieuwings- en/of onderzoeksprojecten te hosten. De personeelsstaf is erop voorzien dat er op continue basis wetenschappelijke onderzoeksprojecten lopen op de afdeling. De onderzoeken worden gekenmerkt door de praktijkgerichtheid dit wil zeggen dat ze veeleer focussen op kennisvertaling dan op kennisverkenning. Action Research is een mogelijke methode om de effecten van de implementatie van een vernieuwde methode na te gaan. Naast onderzoeksprojecten is er op het LIC een positief klimaat ten aanzien van studentenprojecten en kwaliteitsprojecten. Het personeel is gemotiveerd om op regelmatige basis hieraan mee te werken. 4. Verschillende componenten van het LIC zijn erop gericht om de kloof tussen theorie en praktijk te helpen dichten. Onderwijs en werkveld vloeien samen in de dagelijkse zorgorganisatie op het LIC. Docenten vanuit de hogeschool worden parttime tewerkgesteld op de afdeling, aanbevelingen van onderzoek krijgen een praktische vertaling in vooruitstrevende zorguitvoering. Studenten ervaren dat hogeschool en werkveld geen twee van elkaar gescheiden werelden zijn en verpleegkundigen vanuit het werkveld worden intensief betrokken bij opleiding en onderzoek. 5. Het LIC is ook een omgeving waar verpleegkundigen zich (verder) kunnen specialiseren in een bepaald domein binnen de klinische patiëntenzorg. Dit proces wordt versterkt door de aanwezigheid van instructoren vanuit de hogeschool, de beschikbaarheid van een gespecialiseerde verpleegkundige (CNS, docent) en de betrokkenheid bij onderzoeksprojecten. In een lerend en innoverend klimaat is professionalisering van verpleegkundigen een evidentie. Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 13

14 Naast voorgaande doelstellingen is kwaliteitsvolle patiëntenzorg een conditio sine qua non. Hierdoor neemt de patiënt een belangrijke/centrale plaats in binnen het LIC. De nauwe samenwerking van de verschillende stakeholders zal een positief effect hebben op de patiëntenzorg. Hiernavolgend worden enkele opportuniteiten op vlak van de patiëntenzorg expliciet benoemd. 1. Verpleegkundigen worden nog meer dan voorheen gestimuleerd om kritisch te kijken naar hun eigen handelen. Hierdoor krijgen ze meer inzicht in hun eigen werkwijze. 2. Verpleegkundigen stralen meer zelfvertrouwen uit aan het begin van hun loopbaan waardoor het gevoel van veiligheid/vertrouwen bij de patiënt toeneemt. 3. Door innovatie en onderzoeksprojecten (EBP) op de afdeling zal de kwaliteit van zorg voor de patiënt toenemen. 4. Door bepaalde processen van dichtbij onder de loep te nemen fungeert de afdeling als innovatieterrein wat de efficiëntie van de patiëntenzorg ten goede komt. 5. Waar in het verleden verschillende opvattingen bestonden in aanpak van de patiëntenzorg, zal door toepassing van EPB een consensus ontstaan, waarin alle stakeholders zich kunnen terugvinden. 5. Concept: Leer & innovatiecentrum 5.1. Definitie: Een Leer en Innovatiecentrum (LIC) is een verpleegafdeling waar patiëntenzorg en het opleiden van bachelor studenten verpleegkunde twee centrale kernprocessen zijn. In functie van de kwaliteit van patiëntenzorg en de kwaliteit van de leerprocessen is innovatie een belangrijke voorwaarde. Het leerproces van de student, die stage doet op het LIC, wordt optimaal ondersteund door de aanwezigheid van een docent/clinical instructor enerzijds en de stagecoach anderzijds. De docent/clinical instructor, de stagecoaches, de studenten, het multidisciplinaire team en de organisatie van de afdeling dragen allen bij tot het creëren van een krachtige leeromgeving. Een breed spectrum aan competenties kan er worden ontwikkeld. Zorgen en leren worden gedreven door een innovatiedynamiek op het LIC. Het innovatieproces wordt gestuurd door wetenschappelijk onderzoek, evidence based practice en kwaliteitsdenken Kernprocessen Het LIC concept integreert drie kernprocessen namelijk zorgen, leren en innoveren. Het is echter belangrijk te noteren dat deze processen belangrijker zijn dan de huidige operationalisering onder de vorm van het LIC. De processen zijn ook transfereerbaar naar en realiseerbaar via andere organisatie of innovatievormen Zorgen De afdeling waarin het LIC vorm krijgt is een afdeling voor patiëntenzorg in het ziekenhuis. Dit wil zeggen dat alle zorg- en behandelingsprocessen op een reguliere manier moeten verlopen. Zoals eerder aangegeven mag de toegevoegde activiteit in functie van het leerproces van de studenten op geen Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 14

15 enkele manier de kwaliteit van de patiëntenzorg in het gedrang brengen. Dit is een absolute voorwaarde. Doordat studenten terecht komen in de zorgpraktijk kunnen ze leren. De omgeving waarin geleerd wordt is de omgeving waar ze ook na het afstuderen zullen tewerkgesteld worden. Hierbij is het belangrijk dat studenten worden ingeschakeld bij alle aspecten van de verpleegkundige zorg, zowel de direct patiëntgerichte als ook de organisatorische taken. Op deze manier zijn studenten in de mogelijkheid om het hele gamma aan verpleegkundige competenties te ontwikkelen (inclusief opnemen van verantwoordelijkheid en organisatie en coördinatie van zorg). Inspirerend voor het vormgeven van het zorgproces op het LIC is de transformationele praktijkontwikkeling (practice development) van Garbett & McCormack (2002). De zorg die wordt geboden op het LIC staat model voor een hedendaagse kwalitatieve patiëntenzorg. Ze moet dan ook geïnspireerd worden op recente theorieën en visievorming hieromtrent. Verpleegkundige zorg vertrekt vanuit de noden en behoeften van de patiënt en deze wordt maximaal betrokken in het zorgproces. De verpleegkundige presenteert zich aan de patiënt als een skilled compagnion (Claessens, & Dierckx de Casterlé, 2003). Interventie en presentie gaan hierbij hand in hand (Baart & Grypdonck, 2008). De onstuitbare evolutie binnen de verpleegkunde naar hoogtechnologische zorg in combinatie met het tekort aan gekwalificeerde verpleegkunde mag niet leiden tot een verwaarlozing van de zorgrelatie. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van de verpleegkundige opleiding en de verpleegkundige praktijk om de relationele zorg effectief als de core business van de verpleegkundige te gaan promoten. Een doorgedreven integratie van zorg en leren kan hiertoe bijdragen (Scott, 2008) Leren Een krachtige leeromgeving is een omgeving waarin sprake is van volwaardigheid in leeractiviteiten, waarin een evenwicht is tussen het formele leren, het actieleren en het ervaringsleren en waarin getracht wordt studenten geleidelijk aan steeds beter in staat te stellen het leren zelfstandig vorm te geven (Simons, 2009). Een krachtige leeromgeving gaat uit van een sociaalconstuctivistische visie op leren (Segers en Dochy, 1999). In deze paragraaf worden de verschillende aspecten van de krachtige leeromgeving nader toegelicht als algemene principes. Vervolgens wordt vanuit de literatuur een vertaalslag gemaakt voor een verpleegcontext. In een krachtige leeromgeving is sprake van een diversiteit aan én evenwicht in leeractiviteiten (interesse wekken, informatie bieden, denkproces initiëren, betekenis construeren, reflecteren, inoefenen, ). De leeromgeving moet compleet en rijk zijn: voldoende afwisseling bieden en uitdagend zijn. Een krachtige leeromgeving wordt vervolgens uitgebouwd met aandacht voor een evenwichtige combinatie van de drie vormen van leren: formeel leren (leerproces wordt bepaald, gestuurd, georganiseerd door een de clinical instructor en de stagecoach) actieleren (verloopt vanuit de leerintenties en leerdoelstellingen van de studenten zelf, zelf gestuurd leren) en ervaringsleren (nadruk ligt op actiedoelen, meer dan op leerdoelen, het leren is een bijprocuct van de activiteiten). Het combineren van leervormen krijgt vorm door de student Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 15

16 enerzijds te sturen en te coachen (formeel leren) maar hem anderzijds ook voldoende ruimte te bieden voor het actieleren en ervaringsleren. Het leren ontstaat als het ware vanzelf door het creëren van een omgeving die maximaal uitnodigt tot activiteit. Tot slot wordt een krachtige leeromgeving gekenmerkt door een goede verhouding tussen ruimte voor zelfstandigheid en sturing van buitenaf, afhankelijk van de motivatie en competenties van de student. Wanneer er wordt geïnvesteerd in de leervaardigheden van de student zelf ( leren leren ) kan het evenwicht verschuiven in de richting van zelfsturing. Belangrijk hierbij is dat de verschillende vormen van leren zoals actieleren en ervaringsleren aan bod komen. Het spreekt voor zich dat hierbij coaching en begeleiding erg belangrijk zijn: feedback, reflectie, modeling, Een krachtige leeromgeving ontwikkelt systematisch het besef van eigen bekwaamheid (zelfvertrouwen) en houdt rekening met de individuele verschillen qua mogelijkheden, behoeften en motivaties bij studenten. In het transitiebevorderend model van Nash et al. (2009) wordt uitgegaan van het idee van een krachtige leeromgeving. Het model beoogt de stage van de studenten verpleegkunde in hun laatste jaar zo te organiseren dat de overgang van de studiecontext naar een werkcontext naadloos verloopt. Het model gaat uit van een begeleiding van de student in een één op één relatie. Hierdoor wordt het creëren van een leerrelatie gefaciliteerd. Studenten worden ingeschakeld in de dienstroosters analoog met de afdelingsverpleegkundigen. De stageplanning maakt studenten inzetbaar 7 dagen per week en in alle shiften. De studenten worden tijdens hun stage betrokken bij alle aspecten van de afdelingsorganisatie. Ze krijgen een volwaardige plaats binnen het team. Naast deze organisatorische voorwaarden wordt ook het begeleidingspakket van de student beschreven. Specifieke bronnen van ondersteuning worden ingebouwd. De nadruk ligt hierbij op het delen van ervaringen met medestudenten en met supervisoren. Op deze manier worden studenten gestimuleerd om te reflecteren en worden ze uitgedaagd om persoonlijke opvattingen, waarden, attituden en gevoelens te toetsen in functie van hun ontwikkeling. Ook de afdelingsverpleegkundigen en de stagesupervisoren worden expliciet ondersteund in hun begeleidingsproces. Via een vormingsprogramma wordt de kennis en vaardigheden van de begeleiders aangescherpt en kunnen deze bijdragen tot het creëren van een krachtige leeromgeving. Aderson & Kiger (2008) evalueren de ervaringen van studenten in hun laatste jaar van de opleiding. Studenten lopen een lange periode stage in het ziekenhuis en in de thuisgezondheidszorg. Ze krijgen de mogelijkheid om onafhankelijk te functioneren onder meer door zelfstandig verantwoordelijk te zijn voor een aantal patiënten. Vanuit het kwalitatieve onderzoek blijkt dat studenten zich hierdoor een echte verpleegkundige voelen. De componenten van dit gevoel zijn: vertrouwen krijgen, professionaliteit ontwikkelen in relatie, leren zorg te organiseren, kennis ontwikkelen en inzicht verwerven en opgenomen en ondersteund worden. De auteurs pleiten in hun publicatie dan ook voor het volwaardig opnemen van studenten in het zorgteam en ze, welliswaar onder supervisie, zelfstandig laten meedraaien in de zorg. Wanneer studenten onafhankelijk kunnen functioneren op vlak van Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 16

17 communicatie en zorgorganisatie zal dit bun zelfvertrouwen versterken en de vaardigheden op vlak van communicatie en zorgorganisatie doen toenemen. Deze aanbevelingen dienen maximaal aanwezig te zijn op het LIC maar het is wenselijk dat de voorstellen ruimer worden geïmplementeerd. Elke stage in het afstudeerjaar zou best volgens deze principes worden ingevuld Innoveren Zorgen en leren gaan op het LIC sterk uit van een innovatiedynamiek. Naast een positief leerklimaat is er op de afdeling ook sprake van een omgeving die aanzetten geeft tot vooruitgang en ontwikkeling en dit zowel van de zorgprocessen als van de leerprocessen. Het betrokken worden bij innovatieprojecten moet op zichzelf eveneens bijdragen tot de leerervaring. Het innoverende karakter van de unit wordt concreet gemaakt door (1) het faciliteren van evidence based practice, (2) het voortdurend betrokken worden bij onderzoeksprojecten en (3) de participatie van studenten aan kwaliteits- en andere projecten op de afdeling. 1. Het LIC is koploper in het implementeren van Evidence Based praktijken. Door de aanwezigheid van de clinical instructor (docent met CNS profiel en rol) en de research instructor is er sprake van een wetenschappelijke cultuur op de afdeling. Een belangrijke rol van deze docenten is de wetenschappelijke standaarden i.v.m. de verpleegkundige praktijk relevant voor de zorgeenheid op te volgen en deze beschikbaar te maken voor het verpleegkundig team op de afdeling en de aanwezige studenten. 2. Op de unit wordt intensief wetenschappelijk onderzoek gedaan. Verschillende onderzoeksprojecten zijn ingebed in de dagelijkse werking. Alle betrokkenen participeren aan het onderzoek: verpleegkundigen, patiënten, studenten, Het onderzoek is praktijkgebaseerd of praktijkgericht: Praktijkgebaseerd onderzoek is onderzoek dat gericht is op het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe producten of methodieken waarbij een vertaling en integratie van theoretische kennis naar concrete toepassingen of nieuwe contexten centraal staat. Het betreft ook onderzoeksactiviteiten die verband houden met het implementeren, evalueren en testen van al deze aspecten. Aan de basis van praktijkgebaseerd onderzoek ligt de directe wisselwerking tussen opleidingen met een professionele gerichtheid en het werkveld van deze opleidingen. Het werkveld heeft niet onmiddellijk toegang tot fundamenteel wetenschappelijk onderzoek of beschikt niet over de capaciteit om fundamentele kennis om te zetten in concrete antwoorden op de door hen ervaren noden (Vlhora-advies, 2009). Het onderzoek is vraaggestuurd, het speelt in op de behoeften van het ziekenhuis in het algemeen en van de afdeling waar het LIC een plaatst krijgt in het bijzonder. Het levert een bijdrage aan de kwaliteitsverbetering, dynamiek en innovatie van zowel de opleiding als het werkveld. Studenten én verpleegkundigen ontwikkelen een attitude voor innovatie waardoor de innovatiekracht binnen het vakgebied verpleegkunde kan worden versterkt (Associatie KULeuven, 2009). Een methode die erg geschikt is voor dergelijk onderzoek is action-research. In onderzoek naar de effectiviteit van een interventie of programma is het vaak van belang niet alleen de (beoogde) effecten te meten, maar ook te controleren Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 17

18 of de methode of programma ook is uitgevoerd zoals bedoeld. Naast productmaten worden ook procescriteria geëvalueerd. 3. Niet alleen via dergelijke onderzoeksprojecten maar eveneens aan de hand van kleine tot grotere kwaliteitsprojecten krijgt de innovatiedynamiek op de afdeling gestalte. Het betreft het ontwikkelen van vernieuwende praktijken of instrumenten op een methodische manier of met behulp van een projectmatige aanpak. Uiteraard is het bij deze projecten ook steeds de bedoeling dat de kwaliteit van de patiëntenzorg verbetert. Het is wenselijk dat een systematische evaluatie (onderzoek, voormeting & nameting, registratie, ) aan elk project wordt verbonden Operationalisering: LIC In figuur 3 wordt op een schematische manier de stakeholders van het LIC voorgesteld. Verder in deze paragraaf worden de diverse rollen in detail uitgewerkt en richtlijnen gepresenteerd voor de praktische organisatie. Ziekenhuisafdeling Leer & Innovatie Centrum Academische omgeving Stuurgroep LIC Docent 2: RESEARCH INSTRUCTOR VK 1 VK 2 VK 3 VK n VK - OZ medewerker VK stagecoach 1 Hoofdverpleegkundige PATIËNTEN Afdelingsbeleid Docent 1: CLINICAL INSTRUCTOR (CNS) Student VK 1 3 e j Student VK 2 3 e j Student VK 3 3 e j Hogeschool VK stagecoach 2 Student VK 1 e j 2 e j VK stagecoach 3 Masterstudent 1 Figuur 3: schematische voorstelling van LIC Invulling van de verschillende rollen In deze paragraaf worden de vijf stakeholders uitvoerig besproken. Bij elke van de rollen wordt ingegaan op de taken en functies in het kader van het LIC en worden enkele competenties weergegeven die belangrijk zijn voor de invulling van de rol. Achtereenvolgens wordt de rol beschreven van (1) docent/clinical instructor, (2) stagecoach, (3) hoofdverpleegkundige, (4) docent/research instructor en (5) student. 1. Docent / Clinical Instructor Er wordt gekozen voor de term clinical instructor waarbij de rolomschrijving een samengaan is van de rol van een Clinical Nurse Specialist (CNS) en een Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 18

19 Lecturer Practitioner (LP). De samenwerking tussen de hogeschool en het ziekenhuis wordt vertegenwoordigd in deze samengestelde rol. a) Kern / doel van de functie: De clinical instructor is een verpleegkundige met master diploma gespecialiseerd in een klinisch domein. De clinical instructor coacht verpleegkundigen en studenten met de focus op kwaliteitsvolle patiëntenzorg. In samenwerking met de hoofdverpleegkundige en de research instructor (zie later) coördineert de clinical instructor het LIC. Deze taak vereist een continuïteit in aanwezigheid van de clinical instructor op de afdeling. De belangrijkste kenmerken van de rol van de clinical instructor zijn (1) expertise in één klinisch domein, (2) educator van verpleegkundigen en studenten, (3) klinisch en professioneel leiderschap en (4) innovatie en participatie aan onderzoek. b) Competenties van een Clinical Instructor: Klinisch en professioneel leiderschap: De clinical instructor is gespecialiseerd in een klinisch domein dat samenvalt met de specialiteit van het LIC. De clinical instructor is een rolmodel voor anderen en voldoet aan de kenmerken van een clinical leader. Een kenmerk van goed leiderschap is het aanvoelen en zicht hebben op normen en waarden, belangen en behoeften van anderen. De clinical instructor is in staat om culturele, maatschappelijke, wetenschappelijke, economische en politieke ontwikkelingen te doorzien. Deze inzichten vertalen naar het onderwijs en/of effectief benutten voor het eigen handelen is cruciaal. De clinical instructor gaat bewust om met andere normen, speelt in op onverwachte invalshoeken, signaleert behoeftes van studenten, van het werkveld en anticipeert op ontwikkelingen in het werkveld. Direct klinische praktijkvoering: De clinical instructor is betrokken bij de klinische praktijkvoering via de klinische follow-up van patiënten. De clinical instructor moet directe patiëntenzorg blijven opnemen. Het is de taak van de clinical instructor om, via educatiemomenten en overleg rond complexe cases, de deskundigheid van verpleegkundigen, verpleegkundig stagecoaches en studenten in de direct klinische praktijkvoering te verbeteren. Coaching en begeleiding: Een clinical instructor fungeert als een rolmodel voor de verpleegkundigen, de stagecoaches en de studenten. Door het integreren van evidence based practice tracht de clinical instructor de patiëntenoutcome te verbeteren. Het coachen en begeleiden van de verpleegkundigen en studenten op de afdeling is een belangrijke opdracht van de clinical instructor op een LIC. De clinical instructor heeft de ideale positie om anderen te motiveren en aan te zetten tot nadenken over eigen gedrag. De clinical instructor tracht gedragspatronen te doorzien en te veranderen. Conceptnota: Leer- en Innovatiecentrum. 19

LEERZORGCENTRUM WELKOMSTWOORD NIEUW OPLEIDINGSCONCEPT VOOR VERPLEEGKUNDIGEN

LEERZORGCENTRUM WELKOMSTWOORD NIEUW OPLEIDINGSCONCEPT VOOR VERPLEEGKUNDIGEN LEERZORGCENTRUM NIEUW OPLEIDINGSCONCEPT VOOR VERPLEEGKUNDIGEN 1 WELKOMSTWOORD Frieda Corstjens Lector verpleegkunde Katholieke Hogeschool Limburg Leerzorgspecialist Ziekenhuis Oost-Limburg 2 1 I. KLOOF

Nadere informatie

Innovatieve stagevormen

Innovatieve stagevormen Innovatieve stagevormen Bacheloropleiding verpleegkunde 3 jarige opleiding, niveau 6 niveau 5=HB05 niveau 4=secundair Bacheloropleiding verpleegkunde Generalistisch diploma: verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger

Nadere informatie

Workshop APN congress Future of Nursing. 1/12/17, verslag BVVS. A. Van Hecke - M. Lardennois. APN = advanced practice nurse

Workshop APN congress Future of Nursing. 1/12/17, verslag BVVS. A. Van Hecke - M. Lardennois. APN = advanced practice nurse Workshop APN congress Future of Nursing 1/12/17, verslag BVVS A. Van Hecke - M. Lardennois APN = advanced practice nurse Belangrijke evolutie in de ziekenhuizen is de introductie/ontwikkeling van advanced

Nadere informatie

31/08/2015 WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING. Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN. Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld

31/08/2015 WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING. Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN. Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld 1 Wat is werkplekleren? Werkpleklerenstaat voor leren op en via de leeromgeving

Nadere informatie

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen:

Deze vraagstelling is nader toegespitst op de volgende sub-vragen: Samenvatting Dit proefschrift gaat over ervaringen en leerprocessen in de ontwikkeling van de theorie en praktijk van Moreel Beraad als methode van ethiekondersteuning in de gezondheidszorg. Hoofdstuk

Nadere informatie

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Academiejaar 2013/2014 navorming Mentor Klinisch Onderwijs Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Navorming Mentor Klinisch Onderwijs Deze opleiding is een samenwerking van het departement Gezondheid en

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Innovatieve stages in UZ Leuven LIC (leer- en innovatiecentrum)

Innovatieve stages in UZ Leuven LIC (leer- en innovatiecentrum) Innovatieve stages in UZ Leuven LIC (leer- en innovatiecentrum) Inleiding In deze brochure krijg je meer informatie over de LIC-stage in UZ Leuven. Verschillende afdelingen bieden deze stagevorm aan om

Nadere informatie

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Voorstel BVVS, juni 2018 1. Definitie... 2 2. Rollen... 2 2.1 Verantwoordelijk voor het zorgproces... 2 2.2 Communicator... 3 2.3 Samenwerker... 3 2.4 Professionele

Nadere informatie

Verslag BVVS peer session. functie- en competentieprofiel gespecialiseerde verpleegkundige

Verslag BVVS peer session. functie- en competentieprofiel gespecialiseerde verpleegkundige 9 januari 2018 Verslag BVVS peer session functie- en competentieprofiel gespecialiseerde verpleegkundige 1. Korte voorstelling aanwezigen Zie deelnemerslijst 2. Situering werkkader Zie hand-outs Uit het

Nadere informatie

PRACTICE DEVELOPMENT: EEN BESCHRIJVING VANUIT DE THEORIE 11. 1 Practice Development 13 B PRACTICE DEVELOPMENT TOEGEPAST IN DE PRAKTIJK 45

PRACTICE DEVELOPMENT: EEN BESCHRIJVING VANUIT DE THEORIE 11. 1 Practice Development 13 B PRACTICE DEVELOPMENT TOEGEPAST IN DE PRAKTIJK 45 Inhoud A PRACTICE DEVELOPMENT: EEN BESCHRIJVING VANUIT DE THEORIE 11 1 Practice Development 13 2 PDDOEN 31 B PRACTICE DEVELOPMENT TOEGEPAST IN DE PRAKTIJK 45 3 PD DOEN: plaatsbepaling in de GGZ 47 4 PDDOEN

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Verpleegkundige functies Op zoek naar grenzen

Verpleegkundige functies Op zoek naar grenzen 24 mei 2005 Jaarbeurs Utrecht Verpleegkundige functies Op zoek naar grenzen Drs. M. de Wee Verpleegkundig hoofd Oncologie TweeSteden ziekenhuis Tilburg Aanleiding tot taakherschikking Tekort aan medisch

Nadere informatie

DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL

DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL EN COMPETENTIEPROFIEL Huis voor Gezondheid vzw Lakensestraat 76 bus 7 1000 Brussel t. 02 412 31 6 f. 02 412 31 69 info@huisvoorgezondheid.be www.huisvoorgezondheid.be ond. nr. 821.4.683 DEFINITIE VAN DE BEGRIPPEN FUNCTIEPROFIEL

Nadere informatie

De uitdaging van de toekomst

De uitdaging van de toekomst Leerwerkplaats: een manier om toekomstige verpleegkundigen aandacht mee te geven voor kwaliteitsvolle zorg? Lynn Cools lynn.cools@katho.be 30 maart 2010 Studiedag begeleidingsvpk Week van vpk NVKVV De

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden Module 1 Inhoud programma: Nieuw beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020. Informatie over het nieuwe beroepsprofiel t.a.v. praktijkleren, CanMEDS-rollen. Stagewerkplan/portfolio, opstellen leerdoel, begeleiden

Nadere informatie

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Visie op verpleegkundige professionaliteit Visie op verpleegkundige professionaliteit Verpleegkundige professionaliteit en trots Verpleegkundigen zijn van cruciaal belang voor het leveren van kwalitatief hoogstaande zorg in het MCL. De afgelopen

Nadere informatie

VERANDERINGEN BINNEN HET

VERANDERINGEN BINNEN HET VERANDERINGEN BINNEN HET VERPLEEGKUNDIG LANDSCHAP Verpleegkunde en Geestelijke Gezondheidszorg Trends Vermaatschappelijking van zorg Individualisering van zorg, patiënt wordt mondiger GGZ-problemen komen

Nadere informatie

Vastgesteld november 2013. Visie op Leren

Vastgesteld november 2013. Visie op Leren Vastgesteld november 2013. Visie op Leren Inhoudsopgave SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Doel... 4 2. VISIE OP LEREN EN ONTWIKKELEN... 6 2.1 De relatie tussen leeractiviteiten

Nadere informatie

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend. Kerncompetenties Kerncompetentie 1 Vakinhoudelijk handelen De beroepsbeoefenaar integreert alle vakinhoudelijk kennis en vaardigheden en een professionele attitude t.b.v. optimale patiëntenzorg en werkprocessen.

Nadere informatie

Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH

Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH Auteurs: Annemie Spooren (Hogeschool PXL) Els Knippenberg (Hogeschool PXL) Frederik Houben (Hogeschool PXL) 1 INDEX 1. Doelstellingen

Nadere informatie

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende

Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio s. Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende Leiderschapsprofiel strategisch leidinggevende Leidinggevende*: er zijn 6 hoofdrollen geïdentificeerd voor de leidinggevende en 3 niveaus van leiderschap, te weten strategisch, tactisch en operationeel.

Nadere informatie

Wie haalt de HBO norm? Analyse 1 bij opbouwprogramma Jeroen Bosch Ziekenhuis. November 2016

Wie haalt de HBO norm? Analyse 1 bij opbouwprogramma Jeroen Bosch Ziekenhuis. November 2016 Wie haalt de HBO norm? Analyse 1 bij opbouwprogramma Jeroen Bosch Ziekenhuis November 2016 De reis. (2009 - nu) KIP(Z) De veranderagenda (2010) 2009: RvB opdracht aan VAR 2010: VAR levert op: Visie op

Nadere informatie

Begeleidingsdocument

Begeleidingsdocument Student naam FOTO voornaam hogeschool Stagebegeleider naam voornaam Stageplaats instelling afdeling Stagementor naam voornaam Stageperiode van tot PAGINA 1/20 2. INDIVIDUEEL STAGETRAJECT Schrijf neer welke

Nadere informatie

Competentieprofiel voor coaches

Competentieprofiel voor coaches Competentieprofiel voor coaches I. Visie op coaching Kwaliteit in coaching wordt in hoge mate bepaald door de bijdrage die de coach biedt aan: 1. Het leerproces van de klant in relatie tot diens werkcontext.

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG Visie Dimence Groep op verpleging en verzorging Visie Dimence Groep op verpleging en verzorging De zorg verandert en vindt zoveel mogelijk thuis of dichtbij huis plaats. Er worden minder mensen opgenomen

Nadere informatie

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014 Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Doelstelling Nurses on the Move Bijdragen aan verbetering kwaliteit van zorg in verpleeg- en

Nadere informatie

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni.

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni. HOE WORDT DE STUDENT BEGELEID EN BEOORDEELD? Studenten doen clusters van onderzoeksdagen en eindigen met een langere stage. Tijdens het praktijktraject worden studenten begeleid door de mentor, de leergroepbegeleider

Nadere informatie

5,5. Betoog door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Nederlands

5,5. Betoog door S woorden 10 juli keer beoordeeld. Nederlands Betoog door S. 1508 woorden 10 juli 2016 5,5 1 keer beoordeeld Vak Nederlands INSTITUTE FOR GRADUATE STUDIES & RESEARCH (IGSR) (email: igsr@uvs.edu) IGSR GEBOUW (STAATSOLIEGEBOUW), UNIVERSITEITSCOMPLEX,

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

De ontwikkeling tot professional binnen de artsenopleiding

De ontwikkeling tot professional binnen de artsenopleiding De ontwikkeling tot professional binnen de artsenopleiding Prof. dr. Paul Van Royen Decaan Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Professionalisme en professioneel gedrag Verschillende definities?

Nadere informatie

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017 Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017 Om de kwaliteit van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde te behouden en te verbeteren worden met ingang van december

Nadere informatie

4/10/2017. Onze sponsors. Inleiding. Aanpassing KB 78. Wat zijn de fundamenten van verpleegkunde? Welke verpleegkunde hebben we nodig in de toekomst?

4/10/2017. Onze sponsors. Inleiding. Aanpassing KB 78. Wat zijn de fundamenten van verpleegkunde? Welke verpleegkunde hebben we nodig in de toekomst? BVVS Ronde van Vlaanderen Verpleegkundig specialist en consulent Programma 13u: verwelkoming en inleiding 13u30 17u20: Focus op 5 thema s (twee groepen) 13u30 14u 10: Ben ik de expert? 14u10 14u50: Ik,

Nadere informatie

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit

De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit De rol van HR diensten in de beweging naar meer eigenaarschap van onderwijsteam over onderwijskwaliteit Reader ten behoeve van bestuurstafels Kwaliteitsnetwerk mbo op 15 en 16 maart 2017 Uitnodigingstekst

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Beïnvloedende factoren vanuit EBNN die de implementatie van innovaties op verpleegafdelingen bevorderen

Beïnvloedende factoren vanuit EBNN die de implementatie van innovaties op verpleegafdelingen bevorderen Associatiedag Katrin Gillis, Krista Turnhout Heeren 12 en september Hilde Lahaye 2011 Beïnvloedende factoren vanuit EBNN die de implementatie van innovaties op verpleegafdelingen bevorderen 1 De EBNN bijdragen

Nadere informatie

MODULE Evidence Based Midwifery

MODULE Evidence Based Midwifery VZW Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen vzw MODULE Evidence Based Midwifery Van Schoonbekestraat 143 Sint-Jacobsmarkt 84 2018 Antwerpen 2000 Antwerpen Programma Overzicht Dag 1: maandag 8 november 2010

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1

Samenvatting Hoofdstuk 1 Samenvatting Dit proefschrift onderzocht manieren om community ontwikkeling in opleidingsscholen te stimuleren. De vier studies leverden inzichten op in de manier waarop docentenin-opleiding (dio s) samenwerken

Nadere informatie

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding (niet invullen) Inschrijfnummer: datum van binnenkomst: datum intakegesprek: Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding Leren & Innoveren Hogeschool Inholland

Nadere informatie

Nieuw curriculumontwerp De nieuwe rol van de docent. Willy Reijrink Innovatiedocent Innoverend onderzoeken/ onderzoekend innoveren

Nieuw curriculumontwerp De nieuwe rol van de docent. Willy Reijrink Innovatiedocent Innoverend onderzoeken/ onderzoekend innoveren Nieuw curriculumontwerp De nieuwe rol van de docent Willy Reijrink Innovatiedocent Innoverend onderzoeken/ onderzoekend innoveren Opleiding Mbo-Verpleegkundige Graafschap College Doetinchem w.reijrink@graafschapcollege.nl

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving

Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving Bewegen tot leren: Perspectieven voor een krachtige leeromgeving Jouw ervaring Neem iets in gedachten dat je nu goed kunt en waarvan je veel plezier hebt in je werk: Vertel waartoe je in staat bent. Beschrijf

Nadere informatie

D I A L O V O Van Referentie Datum Inleiding

D I A L O V O Van Referentie Datum Inleiding DIALOVO Van Kimpen Suzy, lector & praktijklector, Katholieke Hogeschool Leuven, dep. G&T/ stafmedewerker opleiding / NST, operatiekwartier, Universitaire Ziekenhuizen Leuven. Referentie Carlson, E., Pilhammer,

Nadere informatie

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee. Onderwijsvernieuwing We doen er allemaal aan mee. Maar. Welke kant willen we op? Wat speelt er in mijn team? Wil iedereen mee? Waar liggen de interesses? Waar zit de expertise? WAARIN GA IK INVESTEREN?

Nadere informatie

ICT als aanjager van de onderwijstransformatie

ICT als aanjager van de onderwijstransformatie ICT als aanjager van de onderwijstransformatie ICT als aanjager van de onderwijstransformatie Technologische innovatie biedt het onderwijs talloze mogelijkheden. Maar als we die mogelijkheden echt willen

Nadere informatie

Kwaliteit van opleiding

Kwaliteit van opleiding Bedoeling Card 1 Kwaliteit van opleiding De kwaliteit van de opleiding is ons primaire doel en een noodzakelijk onderdeel van onze professie. Aios hebben voldoende mogelijkheden nodig voor werkplekleren

Nadere informatie

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012) en netwerk-leren (De Laat, 2012) verhogen de kans op succesvol leren in het kader van een

Nadere informatie

Integraal HR voor leidinggevenden

Integraal HR voor leidinggevenden Integraal HR voor leidinggevenden Leidinggeven aan professionals in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs vergt een hoge mate van inhoudelijk-inspirerend leiderschap. Daar waar docenten zich als

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE GEDRAGSINDICATOREN VOOR AFSTUDEERSTAGE (WIE DOET WAT? WELKE INDICATOREN? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT:

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business

Mastermind groep. Business Development. Leiderschap in het creëren van een sterke business Mastermind groep Business Development Leiderschap in het creëren van een sterke business Business Development Leiderschap in het creëren van een sterke business In turbulente tijden staat uw business voortdurend

Nadere informatie

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN Op weg naar 2020 Dit is het verhaal van de NUOVO scholengroep. Verantwoordelijk voor voortgezet onderwijs aan ruim 5.000 leerlingen in de stad Utrecht. Tien openbare scholen bieden samen een breed aanbod:

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Leren van en met elkaar

Leren van en met elkaar Leren van en met elkaar Leer- en Innovatie- Netwerk (LIN) Een Leer- en InnovatieNetwerk (LIN) is een intensieve samenwerking tussen een zorginstelling en het onderwijs. Studenten, verpleegkundigen en verzorgenden

Nadere informatie

Inzet van ervaringskennis van studenten

Inzet van ervaringskennis van studenten Inzet van ervaringskennis van studenten Simona Karbouniaris, docent-onderzoeker, Kenniscentrum Sociale Innovatie, Hogeschool Utrecht. Het Kenniscentrum Sociale Innovatie is een samenwerkingsverband van

Nadere informatie

FiT. Mastering Financiality. In tien maanden tijd je circle of influence vergroten

FiT. Mastering Financiality. In tien maanden tijd je circle of influence vergroten FiT Mastering Financiality. In tien maanden tijd je circle of influence vergroten Vergroot je circle of influence Niemand kan de financiële gevolgen van strategische beslissingen beter inzichtelijk maken

Nadere informatie

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren Project evalueren studenten in het UZA Nancy Van Genechten Katrien Van den Sande Yvonne Gilissen Werkgroep mentoren en Hogescholen Hoe is dit gegroeid?? Mentorendag 2010 Hoe verder na vraag Mentoren hadden

Nadere informatie

Evi Knuts projectcoördinator

Evi Knuts projectcoördinator Evi Knuts projectcoördinator 3e GoLeWe-projectconferentie Hasselt, 9 december 2010 Dubbele probleemstelling Onderwijs Werkveld Professionele gerichtheid van de bacheloropleiding Onderzoek en innovatie

Nadere informatie

MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN!

MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN! MANIFEST BEROEPSONDERWIJS: ONDERWIJS VOOR HET LEVEN! > WAAROM? > WIE WE ZIJN INHOUD > WAAR WE IN GELOVEN > WAT WE BEOGEN 6 THEMA S 1. DE BEDOELING VOOROP > 2. LEER-WERK-LEEF > 3. LIEFDE VOOR LEREN > 4.

Nadere informatie

Beweging in veranderende organisaties

Beweging in veranderende organisaties Beweging in veranderende organisaties Kilian Bennebroek Gravenhorst Werken met vragenlijsten voor versterking van veranderingsprocessen PROFESSIONEEL ADVISEREN 5 Inhoud Voorwoord 7 Opzet van het boek 9

Nadere informatie

ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK

ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK ONDERZOEK ALS EFFECTIEVE INTERVENTIE OM DE PRAKTIJK TE VERSTERKEN MARCO SNOEK Onderwijs ontwikkeling 2 INHOUD Onderzoek als impuls voor onderwijsontwikkeling? Wat weten we over onderwijsontwikkeling? De

Nadere informatie

10-8 7-6 5. De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen;

10-8 7-6 5. De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen; Henk MassinkRubrics Ontwerpen 2012-2013 Master Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam Beoordeeld door Hanneke Koopmans en Freddy Veltman-van Vugt. Cijfer: 5.8 Uit je uitwerking blijkt dat je je zeker

Nadere informatie

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: David Dol, Kurt Kerkaert, Tina van de Loo, Sigrid Appeltans, Johan Neyt en Els Peters Verontschuldigd: Rik Loenders, Sara Kadering project Verduidelijking van de rol

Nadere informatie

1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding

1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding 1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding De afsluitende bijeenkomst van het Leonardo-project Key to Mobility vond plaats in september 2011. Het resultaat van het project was een trainingscursus

Nadere informatie

Evidence based nursing: wat is dat?

Evidence based nursing: wat is dat? Evidence based nursing: wat is dat? Sandra Beurskens Lector kenniskring autonomie en participatie van mensen met een chronische ziekte Kenniskring autonomie en participatie EBN in de praktijk: veel vragen

Nadere informatie

Begeleiding van actieonderzoek in de beroepspraktijk Ontwikkeling van een leeromgeving voor MA docenten

Begeleiding van actieonderzoek in de beroepspraktijk Ontwikkeling van een leeromgeving voor MA docenten Begeleiding van actieonderzoek in de beroepspraktijk Ontwikkeling van een leeromgeving voor MA docenten Famke van Lieshout Jacqueline van Swet Petra Swennenhuis Complexe vraagstukken in de beroepspraktijk

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017

Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017 Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017 Introductie Dit is de checklist voor de aios en opleider om halverwege de periode samen te bespreken hoe het opleiden gaat.

Nadere informatie

Professionele werkplaatsen: een model voor leren en onderzoekend samenwerken

Professionele werkplaatsen: een model voor leren en onderzoekend samenwerken Professionele werkplaatsen: een model voor leren en onderzoekend samenwerken Wat gaan we doen? 1. Waarom, wat en hoe - Professionele Werkplaatsen (PW) - WIN project 2. WIN uitkomst fase 1 definitie en

Nadere informatie

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk Visie Verpleging & Verzorging VUmc 2015 Preventie Zorg plannen Pro-actief State-of-the-art zorg Samen Zorg uitvoeren Gezamenlijk verant wo or de lijk Screening & diagnostiek Efficiënt Zinvolle ontmoeting

Nadere informatie

De opleider als rolmodel

De opleider als rolmodel De opleider als rolmodel De opleider als rolmodel programma 14.00 welkom 14.15 voorstelronde/verwachtingen 14.35 excellent teacher en excellent rolemodel 14.55 groepswerk 15.10 plenaire rapportage 15.35

Nadere informatie

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding) Informatiebrochure Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding) ACADEMIEJAAR 2012-2013 Inhoud Doel van de opleiding Situering van de opleiding Onderwijsvormen Onderwijsorganisatie

Nadere informatie

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 2018-2019 1 ZORGVERLENER: De student/verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de

Nadere informatie

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper Editors: D. Paulus, K. Van den Heede, R. Mertens Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Position

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt:

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt: Wabo effectief ?Hoe Zo! >> Het toepassen van de Wabo is meer dan alleen de IT-structuur aanpassen, de procedures herzien en/of de processen opnieuw beschrijven en herinrichten. Het zijn de medewerkers

Nadere informatie

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen

Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen Bijlage 2: De indicatoren van beleidsvoerend vermogen 1 2 3 4 1. Wat is beleidsvoerend vermogen? De scholen die een succesvol beleid voeren, gebruiken hun beleidsruimte maximaal zodat de onderwijskwaliteit

Nadere informatie

Opleiding en inscholing ORPADT 19-04-2007

Opleiding en inscholing ORPADT 19-04-2007 Opleiding en inscholing ORPADT 19-04-2007 Opleiding tot dialyseverpleegkundige Investeren in de toekomst van het dienstgebeuren Investeren in de toekomst van het dienstgebeuren 35000 30000 25000 20000

Nadere informatie

Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids

Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids Wat? Internationale stages worden steeds belangrijker in de context van de internationalisering van hoger onderwijs en

Nadere informatie

De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien.

De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien. 1 De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien. Suggestie: Reflecteer met het team over onderstaande voorwaarden om een leervriendelijk klimaat te bevorderen. 1. Leg de

Nadere informatie

Welkom bij de workshop: Leiderschap in de dagelijkse MCL-praktijk. Versterken van zelfmanagement & gezamenlijke beschuitvorming!

Welkom bij de workshop: Leiderschap in de dagelijkse MCL-praktijk. Versterken van zelfmanagement & gezamenlijke beschuitvorming! Welkom bij de workshop: Leiderschap in de dagelijkse MCL-praktijk. Versterken van zelfmanagement & gezamenlijke beschuitvorming! Elske Boersma-Jorna en Henriette Niehof Het afbeeldingonderdeel met relatie-id

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: De (G)OC heeft als formele wettelijke vastgelegde taak het adviseren over de OER en het jaarlijks beoordelen

Nadere informatie

DIALOVO 32. De Maesschalck Lieven, Lector, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Gezondheidszorg Lier.

DIALOVO 32. De Maesschalck Lieven, Lector, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Gezondheidszorg Lier. DIALOVO 32 Van Referentie De Maesschalck Lieven, Lector, Katholieke Hogeschool Kempen, Departement Gezondheidszorg Lier. Berragan, L. (2011). Simulation an effective pedagogical approach for nursing? Nurse

Nadere informatie

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding)

Informatiebrochure. Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding) Rijselstraat 5 8200 Brugge T 050 38 12 77 F 050 38 11 71 www.howest.be Informatiebrochure Verkorte opleiding: Professionele Bachelor in de Verpleegkunde (Brugopleiding) ACADEMIEJAAR 2013-2014 Inhoud Doel

Nadere informatie

HR Performance Management

HR Performance Management HR Performance Management Door: Bernadette van de Laak Inleiding Bij Performance Management (PM) gaat het erom dat menselijk kapitaal binnen een organisatie dusdanig wordt georganiseerd, dat stijging van

Nadere informatie

Kwalificatie structuur en kwalificatie niveaus binnen het verpleegkundig onderwijs. Mw. Y. Lieuw A Soe

Kwalificatie structuur en kwalificatie niveaus binnen het verpleegkundig onderwijs. Mw. Y. Lieuw A Soe Kwalificatie structuur en kwalificatie niveaus binnen het verpleegkundig onderwijs Mw. Y. Lieuw A Soe FACTOREN DIE VAN INVLOED ZIJN OP DE ZORG EN HET VERPLEEGKUNDIG ONDERWIJS Toenemende vergrijzing Toenemend

Nadere informatie

Coach de coach. 15 jaar Nurse Support Team 10 jaar Cursus Smart Mentorship

Coach de coach. 15 jaar Nurse Support Team 10 jaar Cursus Smart Mentorship Coach de coach 15 jaar Nurse Support Team 10 jaar Cursus Smart Mentorship Over hoe het begon: dé Omzendbrief Even terug in de tijd 2000 2002: start als begeleidingsproject proeftuin 2002 2006: Functie

Nadere informatie

LEEN DE CONINCK ARTEVELDEHOGESCHOOL GENT ACHG KULEUVEN PROJECT VALNET UZLEUVEN

LEEN DE CONINCK ARTEVELDEHOGESCHOOL GENT ACHG KULEUVEN PROJECT VALNET UZLEUVEN LEEN DE CONINCK ARTEVELDEHOGESCHOOL GENT ACHG KULEUVEN PROJECT VALNET UZLEUVEN Introductie Begripsomschrijving Componenten van een casemanagement programma Voordelen van casemanagement Voorwaarden voor

Nadere informatie

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven

Nadere informatie