Overgangsnormen september 17

Transcriptie

1 Overgangsnormen september 17

2 Leeswijzer: In hoofdstuk 1 zijn de gemeenschappelijke CSGovergangsnormen opgenomen aangevuld met vestiging specifieke zaken. Hoofdstuk 2 beschrijft alle vestiging specifieke zaken met betrekking tot: Zak en slaagregeling examenklassen De op en afstroomeisen per leerjaar en per afdeling, tussentijds en aan het einde van het schooljaar. De eisen t.a.v. de profiel en sectorkeuze. Doorstroom Vrijstellingen Er kunnen aan dit stuk geen rechten worden ontleend. De normen zoals omschreven door het CVE zijn leidend. 2

3 Inhoudsopgave 1. CSG overgangsnormen... 4 rugklas heterogene klassen... 6 rugklas homogene klassen... 8 Klas 2 en Klas 4 en Vestigingseigen aanvulling op CSGovergangsnormen Slaagzak Regeling Atheneum Havo Mavo Cum laude regeling Atheneum Havo Mavo Op afstroomregeling Op en afstroomregeling brugklas Op en afstroom regeling klas 2 & Opstroom regeling van mavo 2 naar havo Doorstroom Doorstroombeleid havo 5 naar atheneum Instroombeleid voor nieuwe aanmeldingen van havo 5 naar atheneum Doorstroombeleid mavo 4 naar havo Instroombeleid voor nieuwe aanmeldingen van mavo 4 naar havo Vrijstellingen Vrijstellingsregeling doubleurs mavo Vrijstellingsregeling doubleurs en instromers havo 4 en atheneum Vrijstellingsregeling doubleurs atheneum Vrijstellingsregeling gezakten atheneum Vrijstellingsregeling gezakten havo Vrijstellingsregeling gezakten mavo

4 1. CSG overgangsnormen 1. Algemene bepalingen bij alle CSG overgangsnormen erekening cijfers eindrapport Er wordt gewerkt met een voortschrijdend gemiddelde: het cijfer voor een vak op het eindrapport is het gemiddeld resultaat van alle meetellende cijfers die voor het vak het gehele schooljaar zijn behaald, met inachtneming van de wegingsfactoren van deze cijfers. Het eindrapport wordt afgerond op een geheel getal, waarbij getallen met decimalen van 0,50 of hoger naar boven worden afgerond. Hierbij wordt afgerond en niet afgekapt. Waarde van cijfers De bevorderingsnormen worden toegepast op de cijfers die behaald zijn voor alle meetellende vakken. De uitslag over bevorderen of doubleren is gebaseerd op het aantal tekortpunten en op het aantal compensatiepunten. Hierbij wordt gewerkt met cijfers zonder decimalen (dus afgeronde cijfers). Een cijfer 7 of hoger geeft 1 compensatiepunt (dus een 7, of een 8, of een 9, of een 10 geeft 1 compensatiepunt). Een cijfer lager dan 6 geeft 1 of meer tekortpunten (een 5 levert 1 tekortpunt en een 4 levert 2 tekortpunten). esluitvorming bij de overgangsvergadering esluitvorming bij de overgangsvergadering kan alleen als tenminste 75 % van de docenten die daadwerkelijk lesgeven aan de leerling aanwezig zijn bij de vergadering. Er wordt uitsluitend voor of tegen gestemd, niet blanco. Als de stemmen staken, neemt het aanwezige lid van de schoolleiding de beslissing. Elke docent (die de leerling lesgeeft) heeft 1 stem, onafhankelijk van het aantal vakken waarin hij de leerling lesgeeft. Revisie Revisie, d.w.z. een heroverweging van een beslissing door de docentenvergadering is alleen mogelijk als: Gebleken is dat er een fout is gemaakt bij de toepassing van de overgangsnormen. Een of meer meetellende cijfers niet correct aan de vergadering is doorgeven. Factoren of omstandigheden worden aangevoerd die aan de docentenvergadering niet bekend waren, maar naar het oordeel van de vestigingsdirecteur wel van invloed hadden kunnen zijn op de bevorderingsbeslissing. Revisieaanvragen moet uiterlijk 1 dag voordat de revisievergadering gepland staat (zie daartoe de jaarplanning op de website) door de ouders/ verzorgers schriftelijk aangevraagd zijn bij de directeur van de vestiging. Voorwaarde is dat er sprake is van nieuwe informatie. 4

5 Onvolledig rapport Een onvolledig rapport sluit in principe bevordering van de leerling uit. De docentenvergadering beslist hierover, rekening houdend met bijzondere omstandigheden. Mededeling resultaat De mentor deelt na afloop van de overgangsvergadering aan de ouders/ verzorgers van de leerling de uitslag mee. Uitzonderlijke gevallen In uitzonderlijke gevallen heeft de docentenvergadering, na goedkeuring van het aanwezige lid van de schoolleiding, het recht een van de overgangsnormen afwijkende beslissing te nemen. espreekmarge Komt een leerling in de bespreekmarge dan neemt de mentor voorafgaand aan de eindrapportvergadering contact op met de ouders/ verzorgers ten einde zicht te krijgen op zaken die de schoolprestaties mogelijkerwijs hebben beïnvloed en brengt deze informatie zo nodig in tijdens de vergadering. Verblijfsduur Op de atheneumafdeling mag de leerling in de onderbouw maximaal 1 x doubleren en ook in de bovenbouw maximaal 1 x doubleren of zakken voor het examen. Dit geldt ook voor de havoafdeling. Op de mavo is de maximale verblijfsduur zes jaar. Ook hier geldt dat de leerling maximaal 1x mag doubleren in de onderbouw en maximaal 1 keer mag doubleren in de bovenbouw of zakken voor het examen. Aanpassing, wijziging overgangsnormen Elk jaar stelt het CDO (CSGdirectieoverleg) de nieuwe overgangsnormen voor het volgende schooljaar vast en legt deze ter instemming voor aan de MR. 5

6 6 rugklas heterogene klassen CSGovergangsnormen voor heterogene brugklassen zonder toetsen op twee niveaus voor atheneum, havo en mavo. Let op: er zijn 2 stappen Tabel 1 (stap 1) aantal onvoldoendes aantal tekortpunten aantal compensatiepunten >9 geen (=5) 2 (=4) 3 (=3) 4 (=2) 2 2 (=55) 3 (=54) 4 (=44) 4 (=53) (=555) 4 (=554) 5 (=544) 5 (=553) 6 4 of meer Geen bevordering (afstromen of doubleren) Naast bovenstaande regeling geldt bovendien dat er voor bevordering maximaal twee tekortpunten in de combinatie Ne, En, Wi (samen NEW genoemd) mogen zijn. Toelichting evorderen naar de volgende klas. De afdeling/ stroom is afhankelijk van tabel 2 Gericht bevorderen naar een lagere afdeling. Alleen in bijzondere gevallen is doubleren mogelijk. espreken. De leerling wordt in de vergadering besproken en er volgt een stemming. Zie ook H1 Algemene bepalingen: besluitvorming bij de overgangsvergadering.

7 Opmerkingen 1. Een cijfer 7 of hoger betekent 1 compensatiepunt. 2. Alle leerlingen worden besproken tijdens de overgangsvergadering. 3. Alle vakken tellen mee bij het toepassen van de bevorderingsnormen in de brugklas. 4. Een leerling uit een MHklas die niet kan worden bevorderd, wordt verwezen naar een andere dan de theoretische leerweg van de mavo. De vergadering geeft hierover een advies. 5. Een leerling uit een AHklas die niet kan worden bevorderd, wordt verwezen naar klas mavo 2. De vergadering geeft hierover een advies. 6. Doubleren is alleen in bijzondere gevallen een optie. 7. In uitzonderlijke gevallen heeft de rapportvergadering het recht een afwijkende beslissing te nemen. Tabel 2 (stap 2) Puntentotaal van de 7 vakken Ne, En, wi, fa, ak, gs, bi evorderingsniveau 52 of meer Gericht bevorderen: In MHklas naar klas H2 In AHklas naar klas A2 49 t/m 51 punten espreekgebied: de vergadering beslist over de vervolgafdeling 48 of minder Gericht bevorderen: In MHklas naar klas M2 In AHklas naar klas H2 Opmerking Wanneer het resultaat in het bespreekgebied valt, worden de cijfers en het oordeel van de docenten van de vakken die hierboven niet zijn genoemd bij de beslissing betrokken. 7

8 rugklas homogene klassen CSGovergangsnormen voor homogene brugklassen (atheneum) aantal onvoldoendes aantal tekortpunten aantal compensatiepunten >9 geen (=5) 2 (=4) 3 (=3) 4 (=2) 2 2 (=55) 3 (=54) 4 (=44) 4 (=53) (=555) 4 (=554) 5 (=544) 5 (=553) 6 4 of meer Geen bevordering (afstromen of doubleren) Naast bovenstaande regeling geldt als extra eis dat er voor bevordering maximaal twee tekortpunten in de combinatie Ne, En,Wi (samen NEW genoemd) mogen zijn. Toelichting evorderen naar de volgende klas Gericht bevorderen naar een lagere afdeling. Alleen in bijzondere gevallen is doubleren mogelijk. espreken. De leerling wordt in de vergadering besproken en er volgt een stemming. Zie ook H1 Algemene bepalingen: besluitvorming bij de overgangsvergadering. Opmerkingen 1. Een cijfer 7 of hoger betekent 1 compensatiepunt. 2. Alle leerlingen worden besproken tijdens de overgangsvergadering. 3. Alle vakken tellen mee bij het toepassen van de bevorderingsnormen in de brugklas. 4. Doubleren is alleen in bijzondere gevallen een optie. 5. Een leerling uit Atheneum 1 die niet kan worden bevorderd, wordt in principe bevorderd naar klas havo 2. De vergadering geeft hierover een advies. 6. In uitzonderlijke gevallen heeft de rapportvergadering het recht een afwijkende beslissing te nemen. 8

9 Klas 2 en 3 CSGovergangsnormen voor klas 2 en 3 atheneum, havo en mavo aantal onvoldoendes aantal tekortpunten aantal compensatiepunten >9 geen (=5) 2 (=4) 3 (=3) 4 (=2) 2 2 (=55) 3 (=54) 4 (=44) 4 (=53) (=555) 4 (=554) 5 (=544) 5 (=553) 6 4 en meer geen bevordering Naast bovenstaande regeling geldt als extra eis dat er voor bevordering maximaal twee tekortpunten in de combinatie Ne, En, Wi (samen NEW) mogen zijn. Toelichting evorderen naar de volgende klas Doubleren of verwijzen naar onderwijs op een lager niveau. Gericht bevorderen naar een lager niveau kan onder de volgende voorwaarden: de leerling komt na verhoging van al de onvoldoende cijfers met 1 punt terecht in het gebied van de overgangsnormen van zijn nieuwe klas. Daarnaast oordeelt de docentenvergadering in meerderheid positief over de kansen en mogelijkheden van de leerling na het afstromen. espreken. De leerling wordt in de vergadering besproken en er volgt een stemming. Zie ook H1 Algemene bepalingen: besluitvorming bij de overgangsvergadering. Opmerkingen 1. Een cijfer van 7 en hoger betekent 1 compensatiepunt. 2. De vakken (godsdienst, lichamelijke opvoeding, beeldende vorming en muziek) zijn geclusterd. Een gemiddelde van 7,0 en hoger over al deze vakken samen levert in totaal 2 compensatiepunten, een gemiddelde tussen 6,5 en 7,0 over al deze vakken levert in totaal 1 compensatiepunt. Het gemiddelde wordt berekend over de onafgeronde cijfers. 3. evordering van atheneum 3 naar havo 4 is uitsluitend mogelijk als een meerderheid van de rapportvergadering een positief advies geeft 4. In uitzonderlijke gevallen heeft de rapportvergadering het recht een afwijkende beslissing te nemen. 9

10 Klas 4 en 5 CSGovergangsnormen voor havo 4, atheneum 4 en 5 aantal tekortpunten onvoldoende cijfers aantal compensatiepunten bevordering 0 geen 1 1 x x of meer 2 1 x of meer 3 1 x 5 1 x 4 0,1 of 2 3 of meer 3 3 x x 3 Naast bovenstaande regeling geldt als extra eis dat er voor bevordering maximaal 1 tekortpunt in de combinatie Ne, En, Wi (samen NEW) mag zijn. Toelichting evorderen naar de volgende klas. Doubleren. espreken. De leerling wordt in de vergadering besproken en er volgt een stemming. Zie ook H1 Algemene bepalingen: besluitvorming bij de overgangsvergadering. Opmerkingen 1. Een cijfer van 7 of hoger geeft 1 compensatiepunt 2. Alle vakken die een examencijfer leveren (SE en /of CE) tellen mee. 3. Het vak godsdienst blijft in de tekortpunten en compensatiepuntenregeling buiten beschouwing. Voor dit vak moet minimaal een voldoende (een 6 of de waardering V) worden behaald bij het eindrapport. Indien dit niet het geval is zal een taak worden opgelegd die uiterlijk na de zomervakantie voldoende moet zijn afgerond. 4. Een leerling die is afgewezen krijgt vanuit de overgangsvergadering een gericht advies. Dat kan variëren van doubleren, afstromen of overstappen naar andersoortig onderwijs. 5. De overgangsregeling is alleen van kracht als alle onderdelen van het PTA van de schoolexamenexamenvakken en eindexamenvakken uit het desbetreffende schooljaar zijn afgerond. 6. Het vak maatschappijleer wordt in de voorexamenklas afgesloten. ij de overgang naar de examenklas telt het vak volwaardig mee in de bepaling van het aantal tekort en/of compensatiepunten. 7. Met ingang van het schooljaar wordt in havo 4 en atheneum 4 voor het vak CKV een cijfer gegeven in plaats van een kwalificatie (O V G). ij de overgang naar klas 5 telt het vak CKV volwaardig mee in de bepaling van het aantal tekort en/of compensatiepunten. 8. Verwijzen van Atheneum naar havo 4 is uitsluitend mogelijk als een meerderheid van de overgangsvergadering een positief advies geeft. 9. De verplichtingen in het kader van de Maatschappelijke Stage moeten zijn voldaan vóór de rapportvergadering. Afhankelijk van de achterstanden kan de vergadering besluiten niet te bevorderen of te bevorderen met de verplichting voor aanvang van de lessen aan de verplichtingen van de Maatschappelijke Stage voldaan te hebben. 10. In uitzonderlijke gevallen heeft de rapportvergadering het recht een afwijkende beslissing te nemen. 10

11 2. Vestigingseigen aanvulling op CSGovergangsnormen Slaagzak Regeling Atheneum Je cijfer voor de rekentoets afgerond een 5 (dus minimaal een 4,50) of hoger is. Het gemiddelde cijfer van je centrale examens is 5,5 of hoger. De rekentoets telt niet mee voor deze regel. De vakken ckv en lichamelijke opvoeding voldoende of goed zijn. Je maximaal één 5 hebt op de kernvakken (Nederlands, Engels, wiskunde en de rekentoets). Dus één 5 en verder alles een 6 of hoger, of voor alle vier de vakken een 6 of hoger. Je eindcijfers voor alle vakken ook aan de volgende eisen voldoen: o Al je eindcijfers zijn 6 of hoger, of o Je hebt één 5 en al je andere cijfers zijn 6 of hoger, of o Je hebt één 4 en al je andere cijfers zijn 6 of hoger én het gemiddelde van je eindcijfers is onafgerond tenminste een 6,0 of o Je hebt twee 5en en al je andere cijfers zijn 6 of hoger én het gemiddelde van je eindcijfers is onafgerond tenminste een 6,0 of o Je hebt één 4 en één 5 én het gemiddelde van je eindcijfers is onafgerond tenminste een 6,0 en o Geen eindcijfer is 3 of lager. elangrijk: de rekentoets telt niet mee voor deze regel. Het combinatiecijfer telt wel mee voor deze regel. Let op: om te slagen moet je dus aan alle vijf de eisen voldoen. Als je aan een van de eisen niet voldoet, ben je gezakt. erekenen eindcijfer Wanneer je één 4, een 4 en een 5, of twee 5en hebt, moet het gemiddelde van je eindcijfers onafgerond minstens een 6,0 zijn. Het combinatiecijfer (maatschappijleer en het profielwerkstuk) telt wel mee voor het gemiddelde van je eindcijfers. De rekentoets telt niet mee bij de berekening van het gemiddelde van al je eindcijfers. 11

12 Havo Je de rekentoets hebt gemaakt. Het cijfer dat je voor de rekentoets haalt, telt niet mee bij de berekening of je wel of niet geslaagd bent. Je cijfer komt wel op je cijferlijst te staan. Het gemiddelde cijfer van je centrale examens 5,5 of hoger is. De rekentoets telt niet mee voor deze regel. De vakken ckv en lichamelijke opvoeding voldoende of goed zijn. Je maximaal één 5 hebt voor de kernvakken (Nederlands, Engels en wiskunde). Dus één 5 en verder alles een 6 of hoger, of voor alle drie de vakken een 6 of hoger. (Als binnen het profiel C&M geen wiskunde is gekozen dan geldt kernvakregeling alleen voor Nederlands en Engels) Je eindcijfers ook aan de volgende eisen voldoen: o Al je eindcijfers zijn 6 of hoger, of o Je hebt één 5 en al je andere cijfers zijn 6 of hoger, of o Je hebt één 4 en al je andere cijfers zijn 6 of hoger én het gemiddelde van je eindcijfers is onafgerond tenminste een 6,0 of o Je hebt twee 5en en al je andere cijfers zijn 6 of hoger én het gemiddelde van je eindcijfers is onafgerond tenminste een 6,0 of o Je hebt één 4 en één 5 én het gemiddelde van je eindcijfers is onafgerond tenminste een 6,0 en o Geen eindcijfer is 3 of lager. elangrijk: de rekentoets telt niet mee voor deze regel. Het combinatiecijfer telt wel mee voor deze regel. Let op: om te slagen moet je dus aan alle vijf de eisen voldoen. Als je aan een van de eisen niet voldoet, ben je gezakt. erekenen eindcijfer Wanneer je één 4, een 4 en een 5, of twee 5en hebt, moet het gemiddelde van je eindcijfers onafgerond minstens een 6,0 zijn. Het combinatiecijfer (maatschappijleer en het profielwerkstuk) telt wel mee voor het gemiddelde van je eindcijfers. De rekentoets telt niet mee bij de berekening van het gemiddelde van al je eindcijfers. 12

13 Mavo Je de rekentoets hebt gemaakt. Het cijfer dat je voor de rekentoets haalt, telt niet mee bij de berekening of je wel of niet geslaagd bent. Je cijfer komt wel op je cijferlijst te staan. Het gemiddelde cijfer van je centrale examens is 5,5 of hoger. De rekentoets telt niet mee voor deze regel. Lichamelijke opvoeding, je sectorwerkstuk, LO en het kunstvak uit het gemeenschappelijke deel voldoende of goed zijn. Je voor het vak Nederlands als eindcijfer een 5 of hoger hebt behaald. Je eindcijfers ook aan de volgende eisen voldoen: o Al je eindcijfers zijn 6 of hoger, of o Je hebt één 5 en al je andere cijfers zijn 6 of hoger, of o Je hebt één 4 en al je andere cijfers zijn 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger is, of o Je hebt maximaal twee 5en en al je andere cijfers zijn 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger is, en o Geen eindcijfer is 3 of lager. elangrijk: de rekentoets telt niet mee voor deze regel. Let op: om te slagen moet je dus aan alle vijf de eisen voldoen. Als je aan een van de eisen niet voldoet, ben je gezakt. 13

14 Cum laude regeling Atheneum Je bent cum laude geslaagd als het gemiddelde van je eindcijfers, inclusief combinatiecijfer, een 8,0 of hoger is. De rekentoets en alleen het hoogste cijfer uit het vrije deel tellen mee voor deze berekening. ovendien mag geen van de cijfers die bij de uitslagbepaling betrokken zijn, lager zijn dan 7. Wanneer je cum laude geslaagd bent, komt dat op je diploma te staan. Havo Je bent cum laude geslaagd als het gemiddelde van je eindcijfers, inclusief combinatiecijfer, een 8,0 of hoger is. Alleen het hoogste cijfer uit het vrije deel telt mee voor deze berekening. Dit jaar telt de rekentoets niet mee. ovendien mag geen van de cijfers die bij de uitslagbepaling betrokken zijn, lager zijn dan 6. Mavo Je bent cum laude geslaagd als het gemiddelde van je eindcijfers voor Nederlands, Engels, maatschappijleer, de vakken in het sectordeel en het vak met het hoogste cijfer in het vrije deel een 8,0 of hoger is. De rekentoets telt dit jaar niet mee. ovendien mag geen van de cijfers die bij de uitslagbepaling betrokken zijn lager zijn dan 6. 14

15 Op afstroomregeling Op en afstroomregeling brugklas 1. Opstroom regeling MHbrugklas naar HAbrugklas: a) Tussentijds opstromen is mogelijk na de tweede periode. Op 9 februari is de peildatum waarop wordt bepaald of een leerling in aanmerking komt voor opstromen. Opstroom is mogelijk onder de volgende voorwaarden: Gemiddeld cijfer voor alle vakken een 7,5 en maximaal 2 vakken een 7,0; Wi, Ne en En niet lager dan een 7,5; Positief advies van minimaal 2/3 van het aantal docenten van de klas. Om deze toestemming te krijgen moet een leerling positief beoordeeld worden op werkhouding, tempo en inzicht; Voor een aantal vakken kan er een verplicht overstapprogramma zijn. ij de overstap naar atheneum wordt tevens gekeken naar de onderdelen van het atheneumleerling profiel (o.a. nieuwsgierig en leergierig; verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leerproces; reflecteren). Leerlingen die opstromen starten 5 maart op hun nieuwe niveau. Cijferomzetting bij opstroom: Van het gemiddelde van elk vak wordt 1 punt afgetrokken. Er wordt een nieuwe kolom aangemaakt in SOM met de nieuwe cijfers met wegingsfactor Afstroom regeling HAbrugklas naar MHbrugklas: Tussentijds afstromen is mogelijk tot en met één week na de 2 e rapportvergadering (in februari). Cijferomzetting bij afstroom: ij elke onvoldoende wordt 1 punt opgeteld; De onvoldoendes blijven staan; Er wordt een nieuwe kolom aangemaakt in SOM met de nieuwe gemiddelde cijfers met een wegingsfactor 2. Extra voorwaarde is dat er ruimte moet zijn in de nieuwe klas/afdeling. 15

16 Op en afstroom regeling klas 2 & 3 1. Opstroom regeling van Havo 2,3 & Atheneum 2,3. a) Tussentijds opstromen is mogelijk na de tweede periode. Op 9 februari is de peildatum waarop wordt bepaald of een leerling in aanmerking komt voor opstromen. Opstroom is mogelijk onder de volgende voorwaarden: Gemiddeld cijfer voor alle vakken een 7,5 en maximaal 2 vakken een 7,0; Wi, Ne en En niet lager dan een 7,5; Positief advies van minimaal 2/3 van het aantal docenten van de klas. Cijferomzetting bij opstroom: Van het gemiddelde van elk vak wordt 1 punt afgetrokken. Er wordt een nieuwe kolom aangemaakt in SOM met de nieuwe cijfers met wegingsfactor 2. b) Voor havo2 geldt ook dat opstroom aan het eind van de cursus kan plaatsvinden onder dezelfde voorwaarden als bij tussentijds opstromen. 2. Afstroom regeling van Atheneum Havo en van Havo Mavo. Tussentijds afstromen is mogelijk tot en met één week na de 2 e rapportvergadering (in februari). Cijferomzetting bij afstroom: ij elke onvoldoende wordt 1 punt opgeteld De voldoendes blijven staan Er wordt een nieuwe kolom aangemaakt in SOM met de nieuwe gemiddelde cijfers met wegingsfactor 2 Extra voorwaarde is dat er ruimte moet zijn in de nieuwe klas/afdeling. 16

17 Opstroom regeling van mavo 2 naar havo 2 a) Tussentijds opstromen is mogelijk na de tweede periode. Op 9 februari is de peildatum waarop wordt bepaald of een leerling in aanmerking komt voor opstromen Opstroom is mogelijk onder de volgende voorwaarden: Gemiddeld cijfer voor alle vakken een 7,5 en maximaal 2 vakken een 7,0 Wiskunde, Nederlands en Engels niet lager dan 7,5 Positief advies van minimaal 2/3 van het aantal docenten van de klas. b). De leerlingen die niet meedoen met het vak Frans, komen niet in aanmerking voor opstroom. c). Voor leerlingen die opstromen van mavo 2 naar havo 2 is er een verplicht aanvullend lesprogramma. Cijferomzetting bij opstroom: Van het gemiddelde van elk vak wordt 1 punt afgetrokken. Er wordt een nieuwe kolom aangemaakt in SOM met de nieuwe cijfers met wegingsfactor 2. d) Voor mavo2 geldt ook dat opstroom aan het eind van de cursus niet mogelijk is. Extra voorwaarde is dat er ruimte moet zijn in de nieuwe klas/afdeling. 17

18 Doorstroom Doorstroombeleid havo 5 naar atheneum 5 Havo 5leerlingen geven voor 12 januari van het betreffende schooljaar aan dat ze de doorstroom naar atheneum 5 open willen houden. Het aanmeldingsformulier moet op deze datum bij de teamleider ingeleverd zijn. De leerlingen kiezen vervolgens in januari een voorlopig vakkenpakket bij de decaan. Dit pakket moet aansluiten bij hun Havo 5eindexamenpakket. 1. Alleen een leerling met wiskunde in zijn/ haar pakket kan in aanmerking komen voor doorstroom naar atheneum Met elke (doorstroom)leerling die zich aanmeldt, wordt een gesprek gevoerd. 3. Aan de vakdocenten van havo 5 wordt na Schoolexamen (SE) 2 een vakadvies gevraagd voor toelating tot atheneum ij geen of één negatief advies is de leerling toelaatbaar tot atheneum 5 mits deze op het eindexamen gemiddeld een 6,5 haalt (gemiddelde van de onafgeronde eindcijfers) 5. ij twee of meer negatieve adviezen is de leerling niet toelaatbaar tot atheneum Een negatief advies kan gegeven worden op grond van het behaalde cijfer of met betrekking tot inzicht en leertaakgedrag. Voor dit laatste wordt gekeken naar de volgende indicatoren: a. Inzicht: Kan grote stofgehelen aan Past opgedane kennis toe in nieuwe situaties Ziet de samenhang in wat hij/zij leert b. Leertaakgedrag: Let op in de klas Heeft de juiste spullen bij zich Heeft het huiswerk in orde Werkt zelfstandig Neemt initiatief Kan een planning maken en zich daaraan houden Goed in de samenwerking met medeleerlingen Plannen en reflecteren Deze nietcijfermatige gegevens worden beoordeeld met: G = goed V = voldoende T = twijfelachtig O = onvoldoende 7. Voor het vak wiskunde is een inhaalprogramma. Dit programma moet voor het einde van het schooljaar worden afgerond. 8. Voor het te kiezen achtste vak moet een door dat vak opgesteld inhaalprogramma worden gedaan. Dit dient voldoende te worden afgerond voor het einde van het schooljaar. 18

19 9. Wanneer de leerling op de eindcijferlijst een 7,0 of hoger gemiddeld heeft (gemiddelde van de onafgeronde eindcijfers) zonder onvoldoendes kan deze alsnog worden toegelaten, als aan de eisen onder 1, 2 en 3 is voldaan. Eis 5 komt dan te vervallen. Het besluit van toelating dan wel afwijzing ligt uiteindelijk bij de teamleider van de vestiging. Op de ouderavond havo 5 in het najaar zijn de ouders geïnformeerd over de bovenstaande regeling. De leerlingen zijn in deze periode voorgelicht door de decaan. Instroombeleid voor nieuwe aanmeldingen van havo 5 naar atheneum 5 Voor leerlingen van niet CSGscholen geldt dat de toelaatbaarheid van een leerling tot atheneum 5 alleen in overweging wordt genomen als hij/zij een havodiploma heeft en het gemiddelde van alle op één cijfer achter de komma afgeronde officiële eindcijfers van het SE en CE een 7,0 of hoger is en de cijferlijst geen onvoldoende laat zien. 1. Voorwaarde is ook dat het te kiezen vakkenpakket op het atheneum aansluit. 2. Na aanmelding wordt een lijst met indicatoren over de nietcijfermatige gegevens aan de afleverende school gezonden (Onderwijskundig Rapport). Deze wordt gevraagd de adviezen van de leraren hierop schriftelijk vast te leggen. ij het uiteindelijke besluit van plaatsing spelen deze adviezen een belangrijke rol. 3. Pas na ontvangst van het Onderwijskunde Rapport vindt een intakegesprek plaats waarin ook zaken als absentie, zorg en ondersteuningsbehoefte en motivatie van de leerling worden besproken en meegewogen in onze beslissing of een leerling toelaatbaar is. 4. Voor het te kiezen achtste vak moet een door dat vak opgesteld inhaalprogramma worden gedaan. Als een leerling toelaatbaar is, volgt alleen plaatsing als de capaciteit in atheneum 5 dat toestaat. Het besluit van toelating dan wel afwijzing ligt uiteindelijk bij de teamleider van de vestiging. 19

20 Doorstroombeleid mavo 4 naar havo 4 Mavo 4 leerlingen geven voor 12 januari van het betreffende schooljaar aan dat ze de doorstroomstroom naar havo 4 open willen houden. Het aanmeldingsformulier moet op deze datum bij de teamleider ingeleverd zijn. De leerlingen kiezen vervolgens in januari een voorlopig vakkenpakket bij de decaan. Dit pakket moet aansluiten bij hun mavo 4 eindexamenpakket. 1. Met elke (doorstroom)leerling die zich aanmeldt, wordt een gesprek gevoerd. 2. Aan de vakdocenten van mavo 4 wordt na Schoolexamen (SE) 2 een vakadvies gevraagd voor toelating tot havo ij geen of één negatief advies is de leerling toelaatbaar tot havo 4 mits deze op het eindexamen gemiddeld een 6,8 haalt (gemiddelde van de onafgeronde eindcijfers) 4. ij twee of meer negatieve adviezen is de leerling niet toelaatbaar tot havo Een negatief advies kan gegeven worden op grond van het behaalde cijfer of met betrekking tot inzicht en leertaakgedrag. Voor dit laatste wordt gekeken naar de volgende indicatoren: a. Inzicht: Kan grote stofgehelen aan Past opgedane kennis toe in nieuwe situaties Ziet de samenhang in wat hij/zij leert b. Leertaakgedrag: Let op in de klas Heeft de juiste spullen bij zich Heeft het huiswerk in orde Werkt zelfstandig Neemt initiatief Kan een planning maken en zich daaraan houden Goed in de samenwerking met medeleerlingen Plannen en reflecteren Deze nietcijfermatige gegevens worden beoordeeld met: G = goed V = voldoende T = twijfelachtig O = onvoldoende 6. Voor het te kiezen zevende vak moet een door dat vak opgesteld inhaalprogramma worden gedaan. Dit dient voldoende te worden afgerond voor het einde van het schooljaar. 7. Wanneer de leerling op de eindcijferlijst een 7,0 of hoger gemiddeld heeft (gemiddelde van de onafgeronde eindcijfers) zonder onvoldoendes kan deze alsnog worden toegelaten, als aan de eisen onder 1 en 2 is voldaan. Eis 4 komt dan te vervallen. Het besluit van toelating dan wel afwijzing ligt uiteindelijk bij de teamleider van de vestiging. In het najaar zijn de ouders geïnformeerd over de bovenstaande regeling. De leerlingen zijn in deze periode voorgelicht door de decaan. 20

21 Instroombeleid voor nieuwe aanmeldingen van mavo 4 naar havo 4 Voor leerlingen van niet CSGscholen geldt dat de toelaatbaarheid van een leerling tot havo 4 alleen in overweging wordt genomen als hij/zij een mavodiploma heeft en het gemiddelde van alle op één cijfer achter de komma afgeronde officiële eindcijfers van het SE en CE een 6,8 of hoger is en beide cijferlijsten geen onvoldoende laat zien. 1. Voorwaarde is ook dat het te kiezen vakkenpakket op de havo aansluit. 2. Na aanmelding wordt een lijst met indicatoren over de nietcijfermatige gegevens aan de afleverende school gezonden (Onderwijskundig Rapport). Deze wordt gevraagd de adviezen van de leraren hierop schriftelijk vast te leggen. ij het uiteindelijke besluit van plaatsing spelen deze adviezen een belangrijke rol. 3. Pas na ontvangst van het Onderwijskunde Rapport vindt een intakegesprek plaats waarin ook zaken als absentie, zorg en ondersteuningsbehoefte en motivatie van de leerling worden besproken en meegewogen in onze beslissing of een leerling toelaatbaar is. 4. Voor het te kiezen zevende vak moet een door dat vak opgesteld inhaalprogramma worden gedaan. Als een leerling toelaatbaar is, volgt alleen plaatsing als de capaciteit in havo 4 dat toestaat. Het besluit van toelating dan wel afwijzing ligt uiteindelijk bij de teamleider van de vestiging waar het verzoek tot plaatsing is gedaan. 21

22 Vrijstellingen Vrijstellingsregeling doubleurs mavo 3 Leerlingen doen alle onderdelen voor vakken geheel opnieuw met uitzondering van ckv indien dit voldoende is afgesloten. Voor Lichamelijke Opvoeding geldt geen vrijstellingsregeling Vrijstellingsregeling doubleurs en instromers havo 4 en atheneum 4 Leerlingen doen alle onderdelen voor nietafgesloten vakken geheel opnieuw. Zij maken deel uit van het nieuwe cohort en volgen het op dat moment geldende Programma van Toetsing en Afsluiting. De leerling volgt alle onderdelen van het vak voor het betreffende jaar opnieuw en maakt alle toetsen, praktisch opdrachten en handelingsdelen. Uitzondering geldt voor het vak CKV als deze met een 8,0 is afgesloten. Voor het vak Maatschappijleer dient minimaal een 8,0 te worden behaald voor een vrijstelling. Voor Lichamelijke Opvoeding geldt geen vrijstellingsregeling. Ontheffingsregeling 2e moderne vreemde taal atheneum. In het examenbesluit is geregeld dat een school onder bepaalde omstandigheden een atheneumleerling een ontheffing kan geven voor de tweede moderne vreemde taal in het gemeenschappelijk deel. Dit kan in de volgende gevallen: 1. Leerlingen met stoornissen die specifiek betrekking hebben op taal of 2. Leerlingen met zintuiglijke stoornissen die effect hebben op taal; 3. Leerlingen met een moedertaal anders dan de Nederlandse; 4. Leerlingen die een van beide bètaprofielen volgen, dat profiel naar verwachting voor het overige met succes kunnen afronden, maar waarvoor de verplichting om een tweede moderne vreemde taal te volgen dit naar verwachting zou verhinderen. Op het Augustinus wordt deze ontheffingsregeling als volgt uitgevoerd: Een leerling die, na overleg met vakdocenten en mentor, in aanmerking denkt te komen voor een ontheffing dient een op schrift gesteld beargumenteerd verzoek in bij de afdelingsleider. De afdelingsleider beslist over de mogelijke ontheffing, zo mogelijk gehoord hebbende de leerling, de zorgcoördinator, de decaan, de lesgevende docenten en de ouders. Hierbij moet duidelijk aangetoond worden dat het aannemelijk is dat de leerling niet in staat is het atheneumdiploma te behalen als gevolg van een of meer van de bovengenoemde vier gronden. Daarbij dient voor de eerste twee aspecten of o Een deskundige verklaring of o Een medische verklaring of o Een verklaring rugzak o.i.d. te worden overlegd. 22

23 Indien de ontheffing wordt verleend, dient de leerlingen een extra profielkeuzevak te volgen. De beslissing wordt niet eerder genomen dan bij de profielkeuze in het derde leerjaar. Er kan geen vrijstelling verleend worden voor een 2e moderne vreemde taal in leerjaar 1 of leerjaar 2. De beslissing over het verzoek tot vrijstelling wordt door de afdelingsleider schriftelijk aan de ouders van de leerling meegedeeld en in kopie verzonden aan de directie en aan het leerlingdossier toegevoegd. Vrijstellingsregeling doubleurs atheneum 5 Leerlingen doen alle onderdelen voor vakken geheel opnieuw. Zij maken deel uit van het nieuwe cohort en volgen het op dat moment geldende Programma van Toetsing en Afsluiting. De leerling volgt alle onderdelen van het vak voor het betreffende jaar opnieuw en maakt alle toetsen, praktisch opdrachten en handelingsdelen. Voor het vak Maatschappijleer dient minimaal een 8,0 te worden behaald voor een vrijstelling. Voor Lichamelijke Opvoeding geldt geen vrijstellingsregeling. 23

24 Vrijstellingsregeling gezakten atheneum Leerlingen die zakken voor hun examen volgen verplicht alle lessen en maken alle bijbehorende toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen. De behaalde cijfers in het examenjaar vervallen met uitzondering van vakken met een schoolexamen die voldoende zijn afgesloten. Leerlingen die hun profielwerkstuk tenminste voldoende hebben afgerond, hoeven dit niet opnieuw te maken, als het combinatiecijfer voldoende is. Voor Lichamelijke Opvoeding geldt een vrijstellingsregeling. Vrijstellingsregeling gezakten havo Leerlingen die zakken voor hun examen volgen verplicht alle lessen en maken alle bijbehorende toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen. De behaalde cijfers in het examenjaar vervallen met uitzondering van vakken met een schoolexamen die voldoende zijn afgesloten. Leerlingen die hun profielwerkstuk tenminste voldoende hebben afgerond, hoeven dit niet opnieuw te maken, als het combinatiecijfer voldoende is. Voor Lichamelijke Opvoeding geldt een vrijstellingsregeling. Vrijstellingsregeling gezakten mavo Leerlingen die zakken voor hun examen volgen verplicht alle lessen en maken alle bijbehorende toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen. De behaalde cijfers in het examenjaar vervallen Leerlingen die hun sectorwerkstuk hebben afgerond, hoeven dit niet opnieuw te maken. Voor Maatschappijleer en Lichamelijke Opvoeding geldt geen vrijstellingsregeling. 24

25 25