Inhoudsopgave 2. Inleiding de volgende onderwijsniveaus: Leerlingvolgsysteem 4

Transcriptie

1 OVERGANGSNORMEN

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding de volgende onderwijsniveaus: Leerlingvolgsysteem 4 Algemene bepalingen Verantwoordelijkheden en uitgangspunten Aanwezigheid Besluitvorming Informatie naar leerlingen en ouders 5 3. Algemene normen Op basis van bovenstaande algemene normen zijn er op het ARHC de volgende mogelijkheden: Cum laude regeling Combinatiecijfer Revisievergadering Beroepsprocedure 6 4. Afrondingen overgangscijfers 7 5. Bijzondere overgangsregels: Veranderen van niveau Van MAVO 4 naar HAVO Van HAVO 5 naar VWO Overgangsnormen per leerjaar 8 Leerjaar 1 8 VWO 1 8 HAVO 1: 8 HAVO/VWO 1: 8 MAVO/ HAVO 1 8 Quest 1 8 Leerjaar 2 9 VWO 2 9 HAVO/ VWO 2 9 HAVO 2 9 MAVO/ HAVO 2 9 Quest 2 9 Leerjaar 3 10 VWO 3 10 HAVO 3 10 MAVO 3 10 Quest 3 10 Leerjaar 4 11 VWO 4 11 HAVO 4 11 MAVO 4 11 Van MAVO 4 naar HAVO 4 11 Leerjaar

3 VWO 5 12 HAVO 5 12 Toelating geslaagden HAVO 5 instroom VWO 5 (intern) Slotbepaling Overige informatie 13 Bezwaar en klachtenregeling GSF 13 3

4 1. Inleiding Op het A. Roland Holst College kennen we 1.1 de volgende onderwijsniveaus: MAVO (vmbo-t); HAVO; VWO; 1.2 Leerlingvolgsysteem In het leerlingvolgsysteem SOMtoday worden de vorderingen en resultaten van de leerlingen vastgelegd. In de loop van het schooljaar worden leerlingbesprekingen gehouden. Hierin adviseert het docententeam de mentor. De mentor gaat, wanneer hier aanleiding voor is, over de uitkomst van deze besprekingen met leerling en ouders in gesprek. Indien de resultaten achterblijven ontvangen de ouders en leerling medio februari de signaalbrief. Aan het einde van het leerjaar is de overgangsvergadering. 2. Algemene bepalingen 2.1 Verantwoordelijkheden en uitgangspunten 1. Iedere teamleider is verantwoordelijk voor de gang van zaken en de besluitvorming tijdens de vergaderingen. 2. De teamleider zit de vergadering voor. 3. De overgangsvergadering neemt een besluit op grond van de algemene normen. (zie pagina 5) 4. De teamleider noteert de besluiten. 5. Een lid van de revisiecommissie is bij de vergadering aanwezig om te letten op de juiste toepassing van de normen en juiste argumentatie. Indien nodig kan het revisiecommissielid interveniëren om het proces in goede banen te leiden. 6. Uitgangspunt bij de besluitvorming is de slaagkans van de leerling in het volgend schooljaar. 7. In voorkomende gevallen is de teamleider bevoegd in overleg met de rector de beslissing van de overgangsvergadering te herzien. 2.2 Aanwezigheid 1. Aan de overgangsvergadering nemen deel: de mentor; de docenten die lesgeven aan de te bespreken klas; de teamleider. 2. Een leerlingbegeleider, vertrouwenspersoon, decaan of een andere deskundige kunnen op verzoek van de teamleider op de vergadering aanwezig zijn. Deze aanwezigen hebben geen stemrecht. 3. Elke docent die lesgeeft aan een klas of gedurende het schooljaar heeft lesgegeven, is verplicht deel te nemen aan de overgangsvergaderingen en eventuele revisievergaderingen. Ontheffing van die verplichting kan alleen door de rector verleend worden. 4. Bij de overgangsvergadering is een lid van de revisiecommissie aanwezig. 2.3 Besluitvorming De meeste stemmen gelden wordt als principe gehanteerd Alle docenten die de leerling les hebben gegeven stemmen mee. De mentor stemt ook altijd mee. 1 1 in de interne procedure overgangsvergaderingen is de rol van klassenmentor en persoonlijk mentor verder toegelicht. 4

5 Er wordt alles gehoord hebbende gestemd over het vervolg voor de leerling. 2.4 Informatie naar leerlingen en ouders Na vaststelling van de besluiten vanuit de rapportvergadering worden de leerlingen en ouders door de mentoren geïnformeerd. Over de inhoud van de overgangsvergadering wordt geen mededeling gedaan. 3. Algemene normen 1. Een leerling wordt bevorderd als hij aan alle, in de norm gestelde, voorwaarden voldoet. Een leerling die niet aan de gestelde voorwaarden voldoet, wordt besproken. 2. Doubleren wordt alleen in zeer uitzonderlijke situaties toegestaan. Dit is louter ter beoordeling van de overgangsvergadering. 3. Bij de leerjaren waar afstroom binnen de school niet mogelijk is, is doubleren een optie. Zie VWO 5 en HAVO 4 4. Doubleren is in het eerste leerjaar niet toegestaan. 5. Na doubleren kan het jaar erop niet opgestroomd worden. 6. Tekortpunten: a. Het cijfer 5 telt voor één tekortpunt, het cijfer 4 voor twee tekortpunten et cetera. b. Een vak waar een 4 of lager staat op het eindrapport, mag niet gekozen worden in de bovenbouw. 7. Een leerling mag niet in twee opeenvolgende leerjaren doubleren. 8. Een bevordering is onvoorwaardelijk. 9. Overgang van een afdeling naar een andere afdeling is altijd afhankelijk van de beschikbare ruimte in de betreffende afdeling. 10. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de schooldirectie. 3.1 Op basis van bovenstaande algemene normen zijn er op het ARHC de volgende mogelijkheden: 1. Een leerling wordt bevorderd naar het volgende leerjaar van hetzelfde onderwijsniveau; 2. Een leerling wordt bevorderd naar het volgende leerjaar van een ander onderwijsniveau; 3. Een leerling wordt geplaatst in hetzelfde leerjaar van een ander onderwijsniveau; 4. Een leerling doubleert (zie hierbij ook punt 2, 3 en 7 hierboven); 5. Een leerling wordt niet bevorderd. 3.2 Cum laude regeling Een leerling komt in aanmerking voor het getuigschrift cum laude, indien bij het eindexamen of het eindrapport voldaan is aan de volgende eisen: 1. Geen cijfer lager dan 7,0. 2. Gemiddeld minimaal een 8,0 (berekend met op 1 decimaal afgeronde cijfers). 3. In de bovenbouw HAVO/VWO moet het handelingsdeel LO voldoende zijn. 3.3 Combinatiecijfer Voor bepaalde vakken wordt in het examenjaar een combinatiecijfer gegeven. Ook in de voor examenklassen zullen combinatiecijfers worden ingevoerd volgens onderstaand schema: H4: CKV en Mijl V4: WON, CKV en mijl V5: WON, mijl, CKV 5

6 3.4 Revisievergadering 1. Een revisievergadering kan worden aangevraagd bij de rector door een lid van de schoolleiding Revisievergaderingen zijn alleen mogelijk in geval van procedurele fouten of bij nieuwe gegevens die vooraf redelijkerwijs aan de overgangsvergadering niet bekend konden zijn. 3.5 Beroepsprocedure Beroep tegen de beslissing van de overgangsvergadering kan schriftelijk en met vermelding van argumenten binnen drie werkdagen na het bekendmaken van het besluit worden ingediend bij de rector. Indien blijkt dat de beslissing is genomen op basis van onjuiste gegevens, is de rector bevoegd de beslissing van de overgangsvergadering te herzien. De rector kan ook besluiten de beoordeling op de tweede dag van het nieuwe schooljaar opnieuw te laten plaatsvinden, of het beroep ongegrond te verklaren. Alleen als bovenstaande beroepsprocedure is doorlopen, kunnen ouders in hoger beroep gaan bij Bezwaar & klachtenregeling GSF, zie ook examenreglement. 2 Een andere partij die een verzoek tot revisie wil indienen, legt dit eerst voor aan de mentor en teamleider. De teamleider kan het verzoek na overeenstemming indienen bij de rector. 6

7 3 4. Afrondingen overgangscijfers De overgangscijfers worden gemeten met de afgekapte cijfers, anders geformuleerd; er wordt gekeken naar het eerste decimaal achter de komma. 4 Bijvoorbeeld: 6,3 wordt 6 6,4 wordt 6 6,49 wordt 6 6,5 wordt 7 6,6 wordt 7 Op het overgangsrapport staan de op helen afgeronde cijfers vermeld. 5. Bijzondere overgangsregels: 5.1 Veranderen van niveau De leerling die aan het einde van het schooljaar bevorderd wil worden naar een hoger niveau dient aan de volgende voorwaarden te voldoen: Opstromen is mogelijk in klas 1MH, 2MH, 1HV, 2HV, Q1 en Q3 Opstromen in bovengenoemde klassen is alleen mogelijk indien de leerling eind periode drie én aan het eind van het schooljaar aan de opstroomnorm voldoet. 5.2 Van MAVO 4 naar HAVO 4 zie informatie via deze link Van MAVO 4 naar HAVO Van HAVO 5 naar VWO 5 zie informatie via deze deze van HAVO 5 naar VWO 5 3 tijdens de overgangsvergadering wordt gewerkt met de hele cijfers. 4 dit geldt niet voor de berekening voor Cum Laude 7

8 6. Overgangsnormen per leerjaar Leerjaar 1 In de eerste klas kan niet gedoubleerd worden. Opstromen is alleen mogelijk indien de leerling eind periode drie én aan het eind van het schooljaar aan de opstroomnorm voldoet. VWO 1 Bevorderen naar VWO 2 HAVO 1: Bevorderen naar HAVO 2 Bevorderen naar HAVO/VWO 2: Bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag geen tekortpunt voorkomen. Het gemiddelde van de op helen afgeronde eindrapportcijfers (*) is minimaal 7,5. HAVO/VWO 1: Bevorderen naar HAVO/VWO 2: Bevorderen naar VWO 2: Bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag geen tekortpunt voorkomen. Het gemiddelde van de op helen afgeronde eindrapportcijfers (*) is minimaal 7,5. MAVO/ HAVO 1 Bevorderen naar MAVO/HAVO 2 Bevorderen naar HAVO 2 Bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag geen tekortpunt voorkomen. Het gemiddelde van de op helen afgeronde eindrapportcijfers (*) is minimaal 7,5. Quest 1 Bevorderen naar Quest 2 HAVO-traject Bevorderen naar Quest 2 VWO-traject Ieder punt onder de zeven is een tekortpunt. Noot (*) De vakken die meetellen bij het berekenen van het gemiddelde eindrapportcijfer zijn Nederlands, Engels, Frans, aardrijkskunde, geschiedenis, biologie en wiskunde. 8

9 Leerjaar 2 Opstromen is alleen mogelijk indien de leerling eind periode drie én aan het eind van het schooljaar aan de opstroomnorm voldoet. VWO 2 Bevorderen naar VWO 3 Bij de vakken Nederlands, Engels, en wiskunde mag slechts één tekortpunt voorkomen. Een leerling die het jaar voor de tweede keer heeft gedaan, mag geen tekortpunten hebben. HAVO/ VWO 2 Bevorderen naar HAVO 3 Bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag slechts één tekortpunt voorkomen Een leerling die het jaar voor de tweede keer heeft gedaan, mag geen tekortpunten hebben. Bevorderen naar VWO 3 Bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag geen tekortpunt voorkomen. Het gemiddelde van de op helen afgeronde eindrapportcijfers (**) is minimaal 7,5. HAVO 2 Bevorderen naar HAVO 3 Een leerling die het jaar voor de tweede keer heeft gedaan, mag geen tekortpunten hebben. MAVO/ HAVO 2 Bevorderen naar MAVO 3 Bevorderen naar HAVO 3 Bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag geen tekortpunt voorkomen. Het gemiddelde van de op helen afgeronde eindrapportcijfers (**) is minimaal 7,5 Quest 2 Bevorderen naar Quest 3 Noot (**) De vakken die meetellen bij het berekenen van het gemiddelde eindrapportcijfer zijn Nederlands, Engels, Frans, Duits, aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, wiskunde en natuurkunde. 9

10 Leerjaar 3 Opstromen is alleen mogelijk indien de leerling eind periode drie én aan het eind van het schooljaar aan de opstroomnorm voldoet. VWO 3 Bevorderen naar VWO 4 Een leerling die het jaar voor de tweede keer heeft gedaan, mag geen tekortpunten hebben. Een leerling mag wiskunde B volgen in VWO 4 als in de laatste periode van 3 toetsen in VWO 3 de wiskunde B-stroom is gevolgd. HAVO 3 Bevorderen naar HAVO 4 Een leerling die het jaar voor de tweede keer heeft gedaan, mag geen tekortpunten hebben. Een leerling mag wiskunde B volgen in HAVO 4 als in de laatste periode van 3 toetsen in HAVO 3 de wiskunde B-stroom is gevolgd. MAVO 3 Bevorderen naar MAVO 4 Als bij de voor MAVO 4 gekozen eindexamenvakken 2 tekortpunten voorkomen heeft de leerling voor tenminste één ander gekozen eindexamenvak een 7. Het Kunstvak 1 is met voldoende beoordeeld. Het profielwerkstuk is met voldoende beoordeeld. Er is voldaan aan alle verplichtingen uit het PTA. Quest 3 Bevorderen naar HAVO 4 Een leerling mag wiskunde B volgen in HAVO 4 als in de laatste periode in Quest 3 de wiskunde B-stroom is gevolgd. Bevorderen naar VWO 4 Ieder punt onder de zeven is een tekortpunt. Een leerling mag wiskunde B volgen in VWO 4 als in de laatste periode in Quest 3 de wiskunde B-stroom is gevolgd. Leerlingen die een HAVO-traject in een of meerdere vakken volgen, vallen niet onder deze norm. Op hen is de norm bevorderen naar HAVO 4 van toepassing. 10

11 Leerjaar 4 VWO 4 Bevorderen naar VWO 5 indien: Maximaal één tekortpunt en overige vakken minimaal een zes Bij één vier of- twee vijven of- één vier en één vijf moet het gemiddelde van de op helen afgeronde eindcijfers tenminste 6,0 zijn. Het handelingsdeel LO moet voldoende zijn. De cijfers voor maatschappijleer, CKV en WON/ANW worden gecombineerd. (afronding van het cijfer is conform het examenreglement) HAVO 4 Bevorderen naar HAVO 5 Er is maximaal één tekortpunt en overige vakken minimaal een zes of bij één vier of twee vijven oféén vier en één vijf moet het gemiddelde van de op helen afgeronde eindcijfers tenminste 6,0 zijn. Het handelingsdeel LO moet voldoende zijn. De cijfers voor maatschappijleer en CKV worden gecombineerd. (afronding van het cijfer is conform het examenreglement) NB.: Indien afstroom binnen de school niet mogelijk is, is doubleren een optie. (zie Algemene normen punt 3) MAVO 4 Van MAVO 4 naar HAVO 4 Toelating tot HAVO 4 wordt bepaald door de volgende criteria: het gemiddelde cijfer geen onvoldoendes op het CE advies van de aanleverende school/afdeling de motivatie van de leerling (gesprek met de decaan). Voor toelating is een gemiddeld cijfer van 6,8 van de vakken waarin examen is afgelegd vereist. Indien het gemiddelde nadelig wordt beïnvloed doordat een leerling in een extra vak eindexamen heeft gedaan, wordt het extra keuzevak bij de berekening van het gemiddelde weggelaten. Het gemiddelde wordt berekend op basis van het gemiddelde van SE en CE, afgerond op helen. De berekening geschiedt door van alle vakken de eindcijfers op helen afgerond op te tellen en de uitkomst daarvan te delen door het aantal cijfers. Cijfers met uitsluitend een schoolexamen tellen in de berekening mee met het gehele eindcijfer. Leerlingen krijgen na het bekend worden van de uitslag van het CE (of indien relevant na herprofilering van een vak) definitief uitsluitsel over de toelating tot de HAVO. Er mogen geen onvoldoendes op de lijst van het CE staan. Naast het gemiddelde cijfer is het advies van de vakdocenten/school belangrijk bij het besluit tot toelating. Leerlingen dienen zich voor toelating tot de HAVO vóór 1 maart aan te melden met een daartoe bestemd aanmeldingsformulier via de website van het A. Roland Holst College. Voor het traject van aanmelding tot mogelijke toelating wordt onderstaand tijdpad aangehouden. Het toelatingsbesluit wordt schriftelijk medegedeeld aan de leerling. Voor toegang tot de profielen in HAVO 4 heeft de leerling examen gedaan in wiskunde, nask1 en nask2 voor het profiel Natuur en Techniek wiskunde, biologie en nask2 voor het profiel Natuur en Gezondheid wiskunde en economie voor het profiel Economie en Maatschappij een moderne vreemde taal: Frans of Duits voor het profiel Cultuur en Maatschappij 11

12 Een leerling dient er rekening mee houden dat hij/zij wellicht voor één of meer vakken een aansluitprogramma moet doen in de periode tussen 1 maart en 1 september. Leerjaar 5 VWO 5 Bevorderen naar VWO 6 indien: Maximaal één tekortpunt en overige vakken minimaal een zes of Bij één vier of- twee vijven of- één vier en één vijf moet het gemiddelde van de op helen afgeronde eindcijfers tenminste 6,0 zijn. Het handelingsdeel LO moet voldoende zijn. De cijfers voor CKV, Maatschappijleer en WON/ANW worden gecombineerd. (afronding van het cijfer is conform het examenreglement) NB.: Indien afstroom binnen de school niet mogelijk is, is doubleren een optie. (zie Algemene normen punt 3) HAVO 5 Toelating geslaagden HAVO 5 instroom VWO 5 (intern) Toelating tot VWO 5 wordt bepaald door de volgende criteria: het gemiddelde cijfer geen onvoldoendes op het CE advies van de aanleverende school/afdeling de motivatie van de leerling (gesprek met de decaan). Voor toelating is een gemiddeld cijfer van 6,8 van de vakken waarin examen is afgelegd vereist. Indien het gemiddelde nadelig wordt beïnvloed doordat een leerling in een extra vak eindexamen heeft gedaan, wordt het extra keuzevak bij de berekening van het gemiddelde weggelaten. Het gemiddelde wordt berekend op basis van het gemiddelde van SE en CE, afgerond op helen. De berekening geschiedt door van alle vakken de eindcijfers op helen afgerond op te tellen en de uitkomst daarvan te delen door het aantal cijfers. Cijfers met uitsluitend een schoolexamen tellen in de berekening mee met het gehele eindcijfer. Leerlingen krijgen na het bekend worden van de uitslag van het CE (of indien relevant na herprofilering van een vak) definitief uitsluitsel over de toelating tot de HAVO. Er mogen geen onvoldoendes op de lijst van het CE staan. Naast het gemiddelde cijfer is het advies van de vakdocenten/school belangrijk bij het besluit tot toelating. Leerlingen dienen zich voor toelating tot het VWO vóór 1 maart aan te melden met een daartoe bestemd aanmeldingsformulier via de website van het A. Roland Holst College. Voor het traject van aanmelding tot mogelijke toelating wordt onderstaand tijdpad aangehouden. Het toelatingsbesluit wordt schriftelijk medegedeeld aan de leerling. Voor toegang tot VWO 5 heeft de leerling examen gedaan in wiskunde en tenminste twee moderne vreemde talen (voor de tweede moderne vreemde taal kan een leerling vrijstelling hebben als hij/zij dyslexie heeft of een andere taal dan Nederlands als moedertaal heeft). Leerlingen geven bij aanmelding aan of ze zich bij meerdere scholen hebben aangemeld en naar welke school hun eerste voorkeur uitgaat. Leerlingen die zich na een afwijzing op school A aanmelden op school B: overleggen documenten i.v.m. eerdere aanmelding (bijv. beargumenteerde afwijzingsbrief). Een leerling dient er rekening mee houden dat hij/zij wellicht voor één of meer vakken een aansluitprogramma moet doen in de periode tussen 1 maart en 1 september. 12

13 7. Slotbepaling In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de rector na overleg met de teamleider. 8. Overige informatie Wet op het voortgezet onderwijs Examenreglement Bezwaar en klachtenregeling GSF Bezwaar en klachtenregeling GSF 13