hbo-bachelor Security Management LOI Hogeschool 10 december 2010 NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Transcriptie

1 hbo-bachelor Security Management LOI Hogeschool 10 december 2010 NVAO Toets Nieuwe Opleiding Paneladvies

2 1 Samenvattend advies 3 2 Inleiding en verantwoording Werkwijze panel Opbouw paneladvies 7 3 Beschrijving van de opleiding Algemeen Profiel instelling Profiel opleiding 8 4 Beoordeling per onderwerp Doelstellingen opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Condities van continuïteit 27 5 Overzicht advies 29 Bijlage 1: Samenstelling panel 30 Bijlage 2: Programma locatiebezoek 32 Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten 34 Bijlage 4: Lijst met afkortingen 35 pagina 2

3 1 Samenvattend advies Vanwege het ontbreken van een landelijk profiel heeft de opleiding zelf een beroeps- en opleidingsprofiel hbo Security Management opgesteld. Richtinggevend voor het curriculum zijn de domeincompetenties Bachelor of Business Administration, aangevuld met beroepscompetenties die zijn geformuleerd op basis van een functie- en vacatureonderzoek. Het niveau sluit aan bij de Dublin descriptoren. Het profiel is gevalideerd door het beroepenveld. Het panel is zeer positief over de vele contacten van de opleiding met het (internationale) werkveld en de betrokkenheid van het werkveld bij de ontwikkeling van het beroepsprofiel, opleidingsprofiel en curriculum. De opleiding behoort tot het onderdeel Economie van het Croho-register. Het panel heeft dit gevalideerd. De opleiding leidt allround security managers op die het management van een organisatie kunnen adviseren over maatregelen die veiligheidsrisico's verminderen en beheersbaar maken en die de veiligheid verhogen. Het panel is van oordeel dat de opleiding daartoe een goed doordacht programma heeft ontwikkeld, dat het de studenten mogelijk maakt de vereiste competenties te ontwikkelen en de benodigde kennis te verwerven. Het programma is modulair opgezet en in alle modulen werken studenten aan één of meer competenties, waarvan duidelijk omschreven leerdoelen zijn afgeleid. Het programma richt zich op vier kennisgebieden: informatiebeveiliging, fysieke beveiliging, ict-beveiliging en personele beveiliging. Studenten leren om op deze gebieden beveiligingsmaatregelen geïntegreerd toe te passen. De kennisdomeinen zijn vertaald naar zeven thema's en drie leerlijnen, waardoor inhoudelijke samenhang wordt gerealiseerd. Verder heeft het programma een duidelijke opbouw door toenemende complexiteit en verplichte volgordelijkheid van een aantal onderdelen. Samenhang tussen theorie en praktijk wordt bereikt doordat studenten elk thema afronden met een praktijk- en integratieopdracht: studenten passen de theorie toe in de eigen beroepspraktijk (concurrency). Om deze opdrachten te kunnen uitvoeren, moeten studenten vanaf de hoofdfase over een relevante werkplek van voldoende niveau beschikken. Ook de afstudeeropdracht wordt op de werkplek uitgevoerd. De borging van de kwaliteit van de werkplek is een aandachtspunt. De opleiding heeft weliswaar algemene kwaliteitscriteria opgesteld, maar deze moeten nog worden uitgewerkt in specifieke criteria en criteria voor de begeleiding op de werkplek. Het opleidingsmanagement heeft het panel verzekerd dat dit in orde is voordat de opleiding start. Door het concurrency-beginsel heeft interactie met de beroepspraktijk een centrale plaats in de opleiding. Studenten ontwikkelen beroepsproducten, zoals een risicoanalyse, een beleidsadvies en een integraal beveiligingsplan, en maken zich zo de gewenste beroepsvaardigheden eigen. De onderwerpen van de praktijkopdrachten zijn actueel. Ook in de modulen wordt aantoonbaar aandacht besteed aan actuele ontwikkelingen. De betrokkenheid van het beroepenveld bij de opleiding waarborgt dat het programma zo nodig wordt geactualiseerd. Het panel heeft vastgesteld dat de leerstof is gebaseerd op relevante, actuele en ook internationale bronnen. De opleiding gebruikt een internationaal standaardwerk over security risk management, aangevuld met andere vakliteratuur en door LOI ontwikkelde leerstof. Daarnaast besteedt het programma voldoende aandacht aan toegepast onderzoek en internationalisering. Wel meent het panel dat de module internationaal management zich meer zou moeten richten op de effecten van globalisering op security. pagina 3

4 Het panel is van oordeel dat de opleiding het systeem van toetsing goed heeft uitgewerkt. Elke module en de daarin aangereikte kennis wordt afzonderlijk getoetst en elk thema wordt afgesloten met een praktijk- en integratieopdracht waarmee de competentieontwikkeling wordt beoordeeld. Op basis van bestudering van les- en toetsmateriaal stelt het panel vast dat de toetsen passen bij de leerdoelen en dat de beoordelingscriteria van te voren zijn aangegeven. Ook is het panel positief over de richtlijnen, instructies en peer reviews waarmee de kwaliteit van toetsen en beoordelen wordt bewaakt. Het afstandsonderwijs en didactisch concept van LOI Hogeschool zijn afgestemd op werkende volwassenen. De student leert individueel en kan binnen een gedefinieerd aanbod zijn leerroute zelf sturen. Studieactiviteiten zijn: zelfstandig bestuderen van de leerstof, maken van kennisvragen, uitwerken van oefenopgaven en inzendopdrachten, waarna de kennis wordt toegepast in de praktijk- en integratieopdrachten. De studeerbaarheid wordt bevorderd doordat studenten tijd- en plaatsonafhankelijk en in hun eigen tempo kunnen studeren, doordat het programma zo veel mogelijk flexibel is ingericht en doordat kennisontwikkeling op gestructureerde wijze plaatsvindt. Zo heeft alle LOI-leerstof een vast stramien, met inhoudelijke instructie en instructie voor het verwerken van de leerstof. Ook worden instrumenten voor zelfdiagnose aangeboden. De studielast wordt met studenten en docenten geëvalueerd. De studentenpopulatie is zeer gevarieerd door de verschillen in vooropleiding, (werk)ervaring en ambities. De opleiding speelt hierop in met adequate procedures voor toelating en voor het verlenen van vrijstellingen. De opleiding garandeerde tegenover het panel dat voldoende capaciteit wordt vrij gemaakt voor de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs. De meeste docenten zijn al aangesteld; voor de vacatures is de werving in gang gezet. LOI Hogeschool benoemt uitsluitend docenten die actief zijn in de beroepspraktijk. Het panel heeft op basis van de cv's en de gesprekken vastgesteld dat docenten en ontwikkelaars van lesmateriaal in deeltijd voor de hogeschool werken en hun hoofdfunctie hebben in de beroepspraktijk. Verder stelt de hogeschool een hbo-opleiding en vakinhoudelijke kennis als eis. Uit de analyse van de cv s blijkt dat ook docenten met een masterdiploma zijn geworven. Bovendien is uit gesprekken met het management gebleken dat voor de opleiding Security Management een hbo+ niveau wordt nagestreefd. De hogeschool neemt bij voorkeur mensen aan die ook didactische ervaring hebben, maar dit is niet altijd mogelijk. Dit wordt opgelost door medewerkers te begeleiden, te ondersteunen door middel van richtlijnen en instructies en gelegenheid te geven om in hun rol te groeien. Bovendien wordt vanaf mei 2011 een didactische cursus aan docenten en ontwikkelaars aangeboden. Daarnaast wordt de kwaliteit van het werk gemonitord en beoordeeld. Het panel is van oordeel dat de kwaliteit van het personeel hiermee voldoende is geborgd. Het panel beoordeelt de huisvesting en voorzieningen als adequaat voor het verzorgen van afstandsonderwijs. De hogeschool investeert met name in de online leeromgeving. De leeromgeving speelt een grote rol in de begeleiding van de student doordat deze de studievoortgang en competentieontwikkeling zichtbaar maakt voor de coach en docent. Via de leeromgeving krijgen studenten feedback op uitgewerkte opdrachten en kunnen zij vragen stellen aan de docent of coach. Daarnaast biedt de leeromgeving de student alle benodigde informatie over de opleiding en het programma. LOI Hogeschool heeft een systematische aanpak voor interne kwaliteitszorg en volgt de pdca-cyclus voor continue kwaliteitsverbetering. Studenten en docenten worden bij pagina 4

5 kwaliteitszorg betrokken via evaluaties en panels. Alumni krijgen jaarlijks een online enquête en kunnen ook zitting nemen in een studentenpanel of de beroepenveldcommissie. Daarnaast raadpleegt de opleiding een werkveldteam. Het bestuur van LOI Hogeschool heeft duidelijk commitment ten aanzien van de opleiding laten blijken. Het garandeert dat studenten die zijn ingeschreven bij de opleiding, het programma volledig kunnen doorlopen. Het panel beoordeelt de voorziene investeringen als toereikend. LOI Hogeschool heeft voldoende financieel draagvlak. Bovendien is de opleiding deels een voortzetting van een bestaande afstudeerrichting, hetgeen de benodigde investeringen beperkt. Uit de jaarrekening van LOI Hogeschool blijkt dat eventuele aanloopverliezen kunnen worden opgevangen. Het panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding Security Management van LOI Hogeschool. Den Haag, 10 december 2010 Namens het panel ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding Security Management van LOI Hogeschool, prof. dr. Joost Lowyck (voorzitter) drs. José van Vonderen (secretaris) pagina 5

6 2 Inleiding en verantwoording Op 21 september 2010 ontving de NVAO van LOI Hogeschool een aanvraag voor een toets nieuwe opleiding ten behoeve van de hbo-bacheloropleiding Security Management. De NVAO heeft daarop een panel van experts samengesteld, bestaande uit: prof. dr. J. Lowyck (voorzitter), bijzonder hoogleraar onderwijskunde KU Leuven (emeritus), expertise e-learning; prof. dr. M. Spruit, lector informatiebeveiliging De Haagse Hogeschool; lic. L. Smeyers, hoofdcommissaris/korpschef Politie Neteland, licentiaat in de criminologische wetenschappen Universiteit Gent, master in publiek management UAMS Antwerpen. De heer Smeyers heeft ervaring met visitaties in Nederland; R. Woldring, corporate security advisor Nederlandse Gasunie; J. Snellink, student hbo-ba bestuurskunde en overheidsmanagement Haagse Hogeschool. Tevens volgt hij pre-mastervakken voor de master public management aan de Universiteit Leiden. In het panel is naar het oordeel van de NVAO de vereiste expertise vertegenwoordigd (zie de curricula vitae in bijlage 1: Samenstelling panel). Het panel is breder samengesteld dan gebruikelijk, omdat de aard van de opleiding Security Management dit vereiste. De leden van het panel hebben deskundigheid op het gebied van de kennisdomeinen van security management, deskundigheid in e-learning en onderwijsdeskundigheid. Het panel is ondersteund door een externe secretaris, drs. José van Vonderen, die het adviesrapport heeft opgesteld. Namens de NVAO was drs. Irma Franssen (beleidsmedewerker) verantwoordelijk voor de procescoördinatie. Alle panelleden, evenals de secretaris, hebben een onafhankelijkheids- en geheimhoudingsverklaring ondertekend. 2.1 Werkwijze panel Het panel heeft de volgende procedure gevolgd. Voorafgaand aan het vooroverleg is aan de opleiding om aanvullende documentatie gevraagd. Dit betrof met name documentatie over interne kwaliteitszorg en de onderwijs- en examenregeling. Ook is gevraagd om een toegangscode tot de online leeromgeving (Campus) van LOI Hogeschool. Het vooroverleg vond plaats op 15 november 2010, waarop het informatiedossier is besproken. Dit gaf aanleiding om de opleiding om aanvullende informatie te vragen over de cv's van de docenten en het toelatingsonderzoek. Verder is in het vooroverleg een lijst van vragen geformuleerd waarmee het panel tijdens het locatiebezoek meer duidelijkheid wilde krijgen over bepaalde aspecten van de opleiding. Het locatiebezoek vond plaats op 23 november 2010 in Leiderdorp (bijlage 2: Programma locatiebezoek). Naast opleidingsmanagement, docenten en werkveldvertegenwoordigers heeft het panel ook met studenten gesproken die de afstudeerrichting Security Management volgen van de hbo-bacheloropleiding Management. Onmiddellijk na het locatiebezoek heeft het panel per facet en onderwerp voorlopige oordelen geformuleerd, gebaseerd op de bestudeerde documentatie en de resultaten van de gesprekken. Op 29 november 2010 was de conceptversie van dit rapport gereed. Waar dat nodig was heeft het panel het rapport gecorrigeerd en aangevuld. Het panel heeft het rapport vastgesteld op 10 december 2010 pagina 6

7 2.2 Opbouw paneladvies Het eerste hoofdstuk van dit rapport is het samenvattend advies. Het huidige hoofdstuk is de inleiding en verantwoording. Het derde hoofdstuk beschrijft de opleiding, inclusief haar positie binnen LOI Hogeschool. Het panel presenteert zijn oordelen in het vierde hoofdstuk. De opleiding wordt beoordeeld aan de hand van de onderwerpen en facetten uit het accreditatiekader voor nieuwe opleidingen. Per facet geeft het panel zijn bevindingen, overwegingen en conclusies. De bevindingen zijn gebaseerd op geverifieerde informatie uit het informatiedossier en de aanvullende documentatie, en de bevindingen tijdens het locatiebezoek. De overwegingen zijn de intersubjectieve evaluaties van het panel met betrekking tot de bevindingen en het belang van de bevindingen. De overwegingen leiden tot een concluderende beoordeling. Het rapport wordt afgesloten met een tabel die een overzicht geeft van de beoordelingen per onderwerp en per facet. pagina 7

8 3 Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Locatie Variant Onderdeel Nederland Stichting LOI Hoger Onderwijs (LOI Hogeschool) Security Management bachelor hbo afstandsonderwijs vanuit Leiderdorp deeltijd economie 3.2 Profiel instelling De missie van LOI Hogeschool is 'het aanbieden van toegankelijk en arbeidsmarktrelevant afstandsonderwijs, dat zich voor de student kenmerkt door een individueel en flexibel leerpad, maximale onafhankelijkheid van tijd, plaats en tempo, continue beschikbaarheid van begeleiding, technische eenvoud en betaalbaar collegegeld'. LOI Hogeschool heeft studenten. Het onderwijsaanbod bestaat uit mbo-, hbo- en masteropleidingen. Het merendeel betreft bacheloropleidingen, momenteel ruim 35 verschillende opleidingen. Van de bachelorstudenten is 60% 25 tot 45 jaar, 85% volgt een studie die aansluit bij de functie waarin de student werkzaam is, 55% werkt al in een functie die het niveau heeft van de te volgen opleiding. Studenten willen de studie volgen om hun kansen op promotie te vergroten en om hun werkervaring die al van hbo-niveau is, te verzilveren met een diploma. Niet alle studenten hebben echter de pretentie de opleiding met een bachelordiploma af te sluiten. Soms volstaat het volgen van een aantal modules om beter te kunnen functioneren op de werkplek. Het onderwijsmodel biedt deze mogelijkheid. LOI Hogeschool heeft de ambitie om het aanbod van bacheloropleidingen de komende jaren uit te breiden en wil zich ook nadrukkelijker als kennisinstituut profileren door lectoraten in te richten. 3.3 Profiel opleiding LOI Hogeschool heeft al beveiligingsopleidingen op mbo-niveau. Een verkenning in de markt wees uit dat er behoefte is aan beveiligers op hbo-niveau, met name professionals die securityprocessen en -projecten kunnen managen. Sinds 2007 biedt de hogeschool Security Management aan als afstudeerrichting van de bacheloropleiding Management. In 2010 besloot de hogeschool een zelfstandige bacheloropleiding Security Management te ontwikkelen. Reden hiervoor is dat de beveiligingsbranche de afgelopen jaren sterk is gegroeid en grote behoefte heeft aan verdere professionalisering. De traditionele security manager hield zich voornamelijk bezig met fysieke beveiligingsvragen. Dit is inmiddels niet meer voldoende. Organisaties hebben behoefte aan allround professionals die het management kunnen adviseren op het gebied van veiligheid en beveiliging. De opleiding richt zich op vier gebieden - informatiebeveiliging, fysieke beveiliging, ict-beveiliging en personele beveiliging -, en leidt beroepsbeoefenaren op die op deze gebieden beveiligingsmaatregelen geïntegreerd kunnen toepassen in organisaties. pagina 8

9 Nieuwe opleiding voor Nederland De opleiding Security Management bestaat nog niet in Nederland. In 2008 is de vergelijkbare opleiding Security Management van de Saxion Hogescholen (Kenloo) geaccrediteerd, maar deze opleiding is nog niet van start gegaan. Daarnaast heeft LOI Hogeschool door middel van een inhoudelijke vergelijking aangetoond dat Security Management zich voldoende onderscheidt van de hbo-opleidingen Integrale Veiligheid en Integrale Veiligheidskunde. Deze richten zich op publiek beheer van veiligheid (een veilige maatschappij), terwijl Security Management zich richt op privaat beheer van veiligheid en beveiliging (in organisaties). Verder onderscheidt Security Management zich van de opleidingen ICT & Management en Security en Information Security Management doordat deze opleidingen zich richten op één gebied, terwijl Security Management zich op vier beveiligingsgebieden richt. Nieuwe opleiding voor de instelling De hbo-bacheloropleiding Security Management is nieuw voor LOI Hogeschool. Studieomvang Security Management is een hbo-bacheloropleiding van 240 EC. pagina 9

10 4 Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetst het panel de aanvraag aan de hand van de zes onderwerpen en negentien facetten uit het toetsingskader. Per facet is telkens de letterlijke omschrijving ervan uit het toetsingskader overgenomen. Daarna volgen eveneens per facet een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, en de overwegingen en het oordeel van het panel. Tot slot geeft het panel per onderwerp een samenvattend oordeel. 4.1 Doelstellingen opleiding De opleiding Security Management richt zich op security in organisaties. De opleiding leidt security managers op die zich bezighouden met maatregelen om veiligheidsrisico's te verminderen en beheersbaar te maken en de veiligheid te verhogen. Daarmee wil de opleiding voldoen aan de groeiende behoefte van de beveiligingswereld aan professionalisering Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen Er is geen landelijk beroepsprofiel. De opleiding heeft zelf een Beroeps- en opleidingsprofiel hbo Security Management opgesteld. Daaruit blijkt dat de opleiding met de beoogde eindkwalificaties aansluit bij de domeincompetenties Bachelor of Business Administration. Daarnaast heeft de opleiding op basis van een functie- en vacatureonderzoek en gesprekken met professionals uit het werkveld beroepskwalificaties geformuleerd. De uitkomsten van dit onderzoek zijn besproken met professionals. Deze hebben bevestigd dat de geformuleerde beroepskwalificaties de competenties zijn die het werkveld verlangt. De domeincompetenties en de beroepskwalificaties hebben geleid tot de opleidingscompetenties Security Management. BBA domeincompetenties DC 1: Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens DC 2: Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en -alternatieven en voorbereiden van besluitvorming DC 3: Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie DC 4: Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen DC 5: Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken Opleidingscompetenties Visie Omgevingsbewustzijn Risicoanalyse Ontwikkelen en realiseren van beleid Leidinggeven aan security-projecten Kwaliteit Integriteit (compliance) pagina 10

11 DC 6: Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces DC 7: Sociale en communicatieve competentie (inter-persoonlijk, organisatie) DC 8: Zelfsturende competentie (intrapersoonlijk, beroepsbeoefenaar of professional) Beroepscompetenties 9: Ontwerp, ontwikkeling en implementatie van een efficiënt security-managementproces met als doel het faciliteren en ondersteunen van de primaire organisatie- en bedrijfsactiviteiten 10: Leiden van een organisatie, deel van een organisatie, bedrijfsprocessen of een project Overtuigingskracht Samenwerken mondelinge en schriftelijke presentatie Leren en reflecteren Business continuity management Organisatiesensitiviteit Oordeelsvorming Helikopterview Flexibiliteit Het panel heeft op basis van de vergadernotulen van de beroepenveldcommissie, schriftelijke verklaringen van werkveldvertegenwoordigers en het gesprek met werkveldvertegenwoordigers vastgesteld dat het profiel is gevalideerd. De werkveldvertegenwoordigers spraken in het gesprek met het panel hun waardering uit voor het profiel, dat is gericht op security managers die vanuit brede bedrijfskundige kennis over security maatregelen kunnen adviseren. Volgens de werkveldvertegenwoordigers heeft het bedrijfsleven daar grote behoefte aan en zal het de professionalisering van de branche een stuk verder brengen. Overwegingen Het panel is van mening dat er een goede match is tussen het beroeps- en opleidingsprofiel en de eisen die het werkveld stelt aan security management. Het panel heeft vastgesteld dat het profiel is gevalideerd. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.1 Domeinspecifieke eisen als voldoende Bachelor (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen De opleiding heeft bij de operationalisatie van de competenties aansluiting gezocht bij de Dublin descriptoren, die het internationaal geaccepteerde niveau van een bachelor uitdrukken. De opleiding heeft schriftelijk onderbouwd welke programmaonderdelen de studenten mogelijkheden bieden voor het ontwikkelen van kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden. Het panel heeft ook vastgesteld dat de nieuwe opleiding Security Management een verbreding en verdieping is van de bestaande opleiding Management met de afstudeerrichting Security Management, die al van hbo-niveau is. Overwegingen Op basis van de bestudeerde documentatie is het panel van oordeel dat de beoogde eindkwalificaties voldoen aan de Dublin descriptoren. pagina 11

12 Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.2 Bachelor als voldoende Oriëntatie hbo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een bachelor in hbo: De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepencompetenties. Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen, waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen Bij het opstellen van het beroeps- en opleidingsprofiel heeft de opleiding professionals uit het relevante werkveld geconsulteerd. Tevens heeft de opleiding de standaard geraadpleegd van de Europese organisatie ASIS International. In deze standaard is de functie van de security manager beschreven, inclusief competenties en taken. Ook is Certified Protection Officer (CPO) onderdeel van de opleiding, zodat afgestudeerden CPOgecertificeerd zijn. Dit is een erkende certificering van ASIS International. In het Beroeps- en opleidingsprofiel worden de ontwikkelingen in het vakgebied geschetst. De security branche zit midden in een professionaliseringsslag. Voorheen waren security professionals voornamelijk voormalige politie- en legermensen. Momenteel heeft het werkveld nadrukkelijk behoefte aan hoger geschoolde allround professionals. De beveiligingsvraagstukken zullen in omvang en complexiteit toenemen. De security manager kan onmogelijk op alle beveiligingsgebieden specialist zijn. De opleiding is daarom gericht op de security manager als generalist met bedrijfskundige kennis: security managers die vanuit hun bedrijfskundige achtergrond gesprekspartner en adviseur kunnen zijn van het management van een organisatie. In het Beroeps- en opleidingsprofiel worden functies opgesomd die dienen als referentie voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Er is een groot aantal functiebenamingen, hetgeen aangeeft dat het beroep sterk in ontwikkeling is. Voorbeelden zijn: hoofd beveiliging, veiligheid en services, adviseur beveiliging, adviseur veiligheidszaken, adviseur integrale veiligheid en crisisbeheer, en projectleider security. Een eigen enquête van de opleiding onder studenten bevestigt dat er veel verschillende functiebenamingen bestaan, terwijl verschillen in benaming vaak niet verschillen in functieinhoud uitdrukken. De nieuwe opleiding moet er ook toe leiden dat meer duidelijkheid komt over wat een security manager doet en kan. De opleiding heeft een beroepenveldcommissie Business Administration van vijf leden, van wie één werkzaam is op het terrein van security management. Tevens raadpleegt de opleiding een groep van vijf leden (werkveldteam) die het security werkveld vertegenwoordigen. Het panel heeft vastgesteld dat de leden van het werkveldteam een autoriteit zijn op hun gebied en representatief zijn voor het werkveld. Zij zijn van meet af aan bij de ontwikkeling van de opleiding betrokken geweest. Deze betrokkenheid betrof zowel het beroeps- en opleidingsprofiel als het curriculum. De werkvelddeskundigen komen twee keer per jaar met de programmaleider van de opleiding bij elkaar om na te gaan of pagina 12

13 ontwikkelingen in het beroep aanpassing van de beoogde eindkwalificaties of het curriculum noodzakelijk maken. Daarnaast heeft de opleiding goede contacten met het werkveld door participatie in netwerken, zoals de Vereniging van Beveiligingsmanagers, ASIS International, en de International Foundation of Protection Officers. Overwegingen De opleiding heeft het beroepsprofiel en de daarvan afgeleide eindkwalificaties opgesteld in samenspraak met het relevante beroepenveld. Het panel is zeer positief over de contacten van de opleiding met het (internationale) werkveld en de betrokkenheid van het werkveld bij de ontwikkeling van het beroepsprofiel, het opleidingsprofiel en het curriculum. De leden van het werkveldteam dat de opleiding structureel raadpleegt, zijn autoriteit op hun vakgebied en vormen een representatieve vertegenwoordiging van het relevante beroepenveld. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.3 Oriëntatie hbo als voldoende Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding Het panel heeft alle drie facetten van het onderwerp 'doelstellingen opleidingen' als voldoende beoordeeld. Het panel beoordeelt daarom het onderwerp 'doelstellingen opleiding' als voldoende. 4.2 Programma Propedeuse (60 EC) Thema 1 basisvaardigheden Thema 2: security en recht Thema 3: basis managementvaardigheden Hoofdfase (130 EC) Thema 4: risicoanalyse en -beleid Thema 5: integrale veiligheid Thema 6: leidinggeven en projectmanagement Thema 7: business continuity management Afstudeerfase (50 EC) Stage Afstudeeropdracht 16 EC 17 EC 27 EC 41 EC 26 EC 48 EC 15 EC 30 EC 20 EC Eisen hbo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een hboopleiding. Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. pagina 13

14 Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen De opleiding gebruikt het internationaal erkende standaardwerk Security Risk Management Body of Knowledge, aangevuld met andere vakliteratuur en door LOI ontwikkelde leerstof. Het panel heeft de vakliteratuur bestudeerd en beoordeelt deze als relevant, actueel en van hbo-niveau. Studenten passen de verworven theorie direct toe middels taak- en probleemgerichte opdrachten in de eigen beroepspraktijk (concurrency). Vanaf de hoofdfase moeten studenten over een relevante werkplek beschikken die van voldoende niveau is om de opdrachten te kunnen uitvoeren. Dit gaat om praktijk- en integratieopdrachten, waarmee elk themablok wordt afgesloten, en om de afstudeeropdracht. Als niet alle opdrachten op de werkplek kunnen worden uitgevoerd, dan moet de student stage lopen bij een andere afdeling van zijn organisatie of bij een andere organisatie. De praktijk- en integratieopdrachten sluiten aan bij de actualiteit en worden regelmatig herzien op basis van nieuwe ontwikkelingen in het werkveld. Bij het bepalen van de onderwerpen worden deskundigen uit de beroepspraktijk geraadpleegd. De praktijk- en integratieopdrachten leiden tot een beroepsproduct, zoals: integraal beveiligingsplan, beleidsadvies, bedrijfskundige analyse, risicoanalyse, implementatieplan, of verbetervoorstel. Bij een deel van de oefenopdrachten wordt casuïstiek gebruikt. Aan toegepast onderzoek wordt aandacht besteed in de module onderzoeksvaardigheden, practicum spreadsheets en practicum database. Deze kennis wordt toegepast in de praktijken integratieopdrachten en de afstudeeropdracht. Vanaf de hoofdfase gebruikt de student bij de praktijk- en integratieopdrachten internationale (Engelstalige) literatuur. De internationale component bestaat uit de modulen business English en internationaal management. Het panel meent dat de module internationaal management te algemeen is ingericht en meer focus zou moeten hebben op security. Het opleidingsmanagement erkent dit en heeft tegenover het panel aangegeven daar nog eens nadrukkelijk naar te kijken. In het Beroeps- en opleidingsprofiel zijn de ontwikkelingen in het vakgebied beschreven. De belangrijkste zijn: integratie van fysieke en ict-beveiliging, toenemend belang van kennis van wet- en regelgeving, riskmanagement, compliance, informatiebeveiliging, en toename van publiek-private samenwerking. Deze ontwikkelingen hebben alle een plek in het curriculum gekregen. De integratie van vier kennisdomeinen - waaronder fysieke en ictbeveiliging - staat centraal en ook informatiebeveiliging is een kennisdomein in de opleiding. Er zijn modules Recht en een module Risicomanagement. Compliance (integriteit) is een opleidingscompetentie. Publiek-private samenwerking komt aan de orde in de praktijk- en integratieopdracht Integrale Veiligheid. De opleiding organiseert twee keer per jaar netwerkbijeenkomsten bij grote organisaties waarbij studenten en professionals elkaar ontmoeten. Tijdens deze bijeenkomsten vindt een workshop rondom een actueel thema plaats. Studenten zijn verplicht om gedurende de opleiding in drie netwerkbijeenkomsten te participeren. pagina 14

15 Overwegingen Interactie met de beroepspraktijk staat centraal doordat de opleiding concurrency als uitgangspunt neemt: directe toepassing van theorie in de eigen beroepspraktijk van de student. Door het uitvoeren van praktijkopdrachten, die leiden tot beroepsrelevante producten, maken studenten zich de gewenste beroepsvaardigheden eigen. Daarbij is de leerstof gebaseerd op relevante, actuele en internationale bronnen. Het programma geeft voldoende aandacht aan toegepast onderzoek en internationalisering. Het panel meent wel dat de module internationaal management zich meer zou moeten richten op de effecten van globalisering op security. De onderwerpen van de modulen en praktijkopdrachten zijn actueel. Door de betrokkenheid van het beroepenveld waarborgt de opleiding dat het curriculum zo nodig aan actuele ontwikkelingen wordt aangepast. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.1 Eisen hbo als voldoende Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen De opleiding heeft met een matrix inzichtelijk gemaakt met welke modulen de studenten de competenties ontwikkelen. Daarnaast heeft de opleiding schriftelijk toegelicht op welke wijze de competenties in de programmaonderdelen aan bod komen. In de Onderwijs- en examenregeling zijn alle modulen uitvoerig beschreven wat betreft doelstelling, eindtermen, studielast, vereiste voorkennis, inhoud, literatuur, studieactiviteiten, docentactiviteiten, en wijze van toetsing. Het programma richt zich op vier kennisdomeinen: - informatiebeveiliging: het treffen en onderhouden van een samenhangend pakket van maatregelen ter waarborging van de beschikbaarheid, exclusiviteit en integriteit van de informatievoorziening; - fysieke beveiliging: het nemen van maatregelen om fysieke en immateriële bezittingen te beschermen; - ict-beveiliging: de beveiliging van ict-systemen en informatie die is opgeslagen in ictsystemen tegen verlies of schade; - personele beveiliging: de screening van eigen en ingehuurd personeel dat met vertrouwelijke informatie in aanraking komt, en de beveiliging van medewerkers en bezoekers. Studenten leren om op deze gebieden beveiligingsmaatregelen geïntegreerd toe te passen. De kennisdomeinen zijn vertaald naar zeven thema's (zie het schema aan het begin van deze paragraaf) en drie leerlijnen. In de propedeuse is veel aandacht voor de ondersteunende leerlijn. Dit betreft studievaardigheden, onderzoeksvaardigheden en basisvaardigheden voor de professional (waaronder communicatie, rapporteren, projectmatig werken, adviesvaardigheden en financieel management). Internationalisering, eveneens onderdeel van de ondersteunende leerlijn, start in de hoofdfase. pagina 15

16 De leerlijn security bevat kennis en vaardigheden op de vier onderscheiden kennisdomeinen: information security foundation (informatiebeveiliging), recht, criminologie, integrale veiligheid, risicomanagement, business continuity management (fysieke beveiliging), NISA (ict-beveiliging), en integrale veiligheid (personele beveiliging). In de management leerlijn leren studenten hoe een organisatie werkt en welke rol managers daarin spelen en gaat het om thema's als: leidinggeven, projectmanagement, innovatie- en verandermanagement en kwaliteitsmanagement. Het panel heeft tijdens het locatiebezoek vastgesteld dat werkveldvertegenwoordigers betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van het curriculum en dat het programma sterk gesteund wordt door deze werkveldvertegenwoordigers. Didactisch concept en werkvormen Het onderwijs van LOI Hogeschool is afgestemd op de doelgroep van werkende volwassenen. LOI Hogeschool noemt haar didactisch concept werkend leren. De vorm is afstandsonderwijs, dat zich kenmerkt door een individueel en flexibel leerpad en maximale onafhankelijkheid van tijd, plaats en tempo. Dit betekent onder meer dat de individuele student binnen een gedefinieerd aanbod zoveel mogelijk zijn leerroute zelf moeten kunnen sturen wat betreft tempo, inhoudelijke keuzes, de volgorde waarin modulen worden doorlopen en begeleidingsvragen. De online leeromgeving Campus biedt alle informatie om een efficiënte zelfsturing van de individuele student mogelijk te maken. Een ander kenmerk van het didactisch concept is de integratie van de werkplek in de opleiding. Het onderwijs is zo vormgegeven dat de geleerde theorie direct in de eigen beroepspraktijk kan worden toegepast (concurrency). Het programma is modulair opgebouwd. De student doorloopt een aantal modulen die inhoudelijk zijn geclusterd rond een thema en waaraan één of meer te verwerven competenties zijn verbonden. Alle competenties komen in meerdere modulen aan bod. De student maakt zich de kennis eigen door het bestuderen van de leerstof, het maken van kennisvragen, en het uitwerken van oefenopgaven en inzendopdrachten. De student past de kennis toe door het uitvoeren van praktijk- en integratieopdrachten waarin beroepsproducten worden ontwikkeld. Dit gaat gepaard met de opdracht te reflecteren op de competentieontwikkeling. De student verzamelt de uitgewerkte opdrachten in zijn digitaal portfolio. Alle opdrachten zijn individueel. Samenwerkend leren vindt LOI Hogeschool minder belangrijk gezien de doelgroep van werkende volwassenen; er zullen vaak praktische belemmeringen zijn voor werkende studenten om samen te werken. Het uitgangspunt is ook dat studenten al participeren in netwerken uit hoofde van hun functie. Dat neemt niet weg dat de opleiding in de leeromgeving Campus meer mogelijkheden voor samenwerkend leren wil creëren. Toetsing De opleiding heeft een examencommissie. Haar verantwoordelijkheden zijn beschreven in de Onderwijs- en examenregeling en betreffen onder meer het vaststellen van examenopgaven en beoordelingsnormen en het vaststellen van de uitslag. De examencommissie delegeert de organisatie en het afnemen van examens aan het Examenbureau. De secretaris van de examencommissie is hoofd van het Examenbureau. De examencommissie bewaakt de procedures en is het eerste aanspreekpunt voor klachten van studenten. pagina 16

17 De kwaliteit van toetsen en beoordelen wordt bewaakt door middel van peer reviews. In de leeromgeving geven docenten elkaar feedback op toetsen en de wijze waarop studenten zijn beoordeeld. Verder werkt de opleiding met richtlijnen en instructies voor beoordelen en het leveren van commentaar op het werk van de student. Het uitgangspunt is dat dit op motiverende wijze gebeurt. De kwaliteit van de beoordeling wordt ook bewaakt doordat open toetsen door twee personen onafhankelijk van elkaar worden nagekeken. Indien de twee beoordelingen teveel van elkaar afwijken, wordt een derde beoordelaar ingeschakeld. Het panel heeft lesmateriaal, inclusief de toetsing, bestudeerd en vastgesteld dat de toetsen passen bij de leerdoelen en dat de beoordelingscriteria vooraf zijn aangegeven. Studenten kunnen zichzelf beoordelen bij de voorbereiding op een toets door middel van oefenopgaven en inzendopdrachten die inhoudelijke feedback aan de student geven. In de leeromgeving kan de student per hoofdstuk een kennistest afleggen om zijn beginkennis te bepalen. Daarnaast biedt de leeromgeving Kennistrainer, een adaptief toetsinstrument dat periodiek een zelftest aan de student presenteert. Verder zijn enkele modulen voorzien van een voorbeeldexamen. Alle modulen en de daarin aangereikte kennis worden afzonderlijk getoetst door middel van tentamens (open vragen, meerkeuzevragen en/of casustoets) en/of afrondende opdrachten. In een aantal gevallen wordt een module afgesloten met een extern examen, wat leidt tot een (inter)nationaal erkende certificering. Daarnaast wordt elk thema afgesloten met een praktijk- en integratieopdracht, waarmee de competentieontwikkeling en de reflectie van de student op de competenties wordt beoordeeld. Voor elke module worden jaarlijks twee tentamenmomenten aangeboden. Alle tentamens worden in Leiderdorp afgenomen. LOI Hogeschool is bezig in het land dertien centra te creëren voor het afnemen van tentamens. Hierdoor zullen studenten veel meer vrijheid krijgen om zelf te bepalen op welk moment zij een tentamen willen afleggen, hetgeen past bij het concept van afstandsonderwijs. Kwaliteit werkplek Studenten voeren de praktijk- en integratieopdrachten en de afstudeeropdracht uit op hun eigen werkplek. Als zij over een relevante werkplek beschikken waar alle opdrachten kunnen worden uitgevoerd, krijgen zij bovendien vrijstelling van de stage. In dit verband is de kwaliteit van de werkplek van essentieel belang. De werkveldvertegenwoordigers met wie het panel heeft gesproken, hebben dit belang onderstreept. De kwaliteit is momenteel nog niet voldoende geborgd. Voor de werkplek/stageplek heeft de opleiding wel algemene kwaliteitscriteria opgesteld, maar die moeten nog worden uitgewerkt in specifieke criteria en criteria ten aanzien van de begeleiding op de werkplek. Het opleidingsmanagement werkt hieraan en heeft het panel verzekerd dat de kwaliteitsborging in orde is voordat de opleiding start in juli Overwegingen De opleiding heeft de eindkwalificaties vertaald in leerdoelen (eindtermen), die duidelijk zijn omschreven. Om de leerdoelen te realiseren met betrekking tot kennis en competenties doorloopt de student een modulair programma. Het panel is van oordeel dat de opleiding een goed doordacht programma heeft ontwikkeld dat tegelijkertijd breed en evenwichtig is door de focus op vier kennisgebieden en de uitwerking daarvan in thema's en leerlijnen. Het programma heeft veel draagvlak onder werkveldvertegenwoordigers. Het didactisch concept is afgestemd op de doelgroep van werkende volwassenen. Centraal staat dat de individuele student zijn leerpad efficiënt kan inrichten. Dit wordt gefaciliteerd door de online pagina 17

18 leeromgeving. Door werkgerelateerde praktijk- en integratieopdrachten kan de student zelf de concurrency van leren en werken optimaliseren. De toetsen passen bij de leerdoelen; de beoordelingscriteria zijn van te voren bekend. Het panel is van oordeel dat de opleiding het systeem van toetsing goed heeft uitgewerkt en is positief over de wijze waarop de opleiding de kwaliteit van toetsing en beoordeling bewaakt. De leeromgeving biedt de student ook veel mogelijkheden voor zelfbeoordeling. In het licht van het bereiken van alle eindkwalificaties is de borging van de kwaliteit van de werkplek nog een punt van aandacht. Het opleidingsmanagement onderkent dit en heeft het panel verzekerd dat de kwaliteitsborging in orde is voordat de opleiding start in juli Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.2 Relatie tussen doelstelling en programma als voldoende Samenhang programma (facet 2.3) Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen Het programma kent een duidelijke opbouw. De propedeuse is introducerend en oriënterend, met vakken als studievaardigheden, inleiding digitaal portfolio, onderzoeksvaardigheden, basisvaardigheden voor de professional en inleidende vakken in management en security en recht. In de hoofdfase vindt verdieping plaats met betrekking tot security- en managementonderwerpen. Naarmate de student in de opleiding vordert, zijn vakgebieden meer met elkaar verweven en wordt steeds meer een beroep gedaan op het probleemoplossend vermogen van de student en het vermogen tot integreren en combineren. De oplopende moeilijkheidsgraad blijkt ook uit de verplichte volgordelijkheid van praktijk- en integratieopdrachten in propedeuse, hoofdfase en afstudeerfase. Studenten kunnen de praktijk- en integratieopdrachten van een volgende fase pas uitvoeren als de opdrachten uit de vorige fase met een voldoende zijn beoordeeld. Verder kunnen bepaalde (basis)modulen voorkennis vormen voor andere (voortgezette) modulen. In de modulebeschrijvingen staat aangegeven of een bepaalde voorkennis wordt verwacht. Er is sprake van inhoudelijke samenhang door de thematische indeling (horizontale samenhang) en de drie leerlijnen (verticale samenhang). De samenhang tussen theorie en praktijk wordt gerealiseerd door de praktijk- en integratieopdrachten. Gezamenlijk vormen deze opdrachten ook een leerlijn, gericht op de ontwikkeling en beoordeling van competenties. In de online leeromgeving is door verschillende overzichten de samenhang voor de student inzichtelijk gemaakt. Daarnaast wordt de relatie tussen thema's en competenties in het digitaal portfolio gevisualiseerd. Zo ziet de student welke competenties in een thema aan de orde zijn. Overwegingen Op basis van de bestudering van de opbouw van het programma beoordeelt het panel het programma als inhoudelijk samenhangend. Samenhang wordt gerealiseerd door de toenemende complexiteit, de verplichte volgordelijkheid van een aantal onderdelen, de pagina 18

19 thematische indeling, de leerlijnen en de praktijk- en integratieopdrachten. De samenhang is voor studenten inzichtelijk gemaakt in de online leeromgeving. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.3 Samenhang programma als voldoende Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen Richtlijn voor de studielast van een thema is 20 tot 30 studiepunten. Voor deze omvang is gekozen, omdat studenten dan een planning kunnen opstellen voor een overzienbare periode van een halfjaar. Het aantal studiepunten dat aan een programmaonderdeel wordt toegekend, wordt bepaald door de mate van complexiteit, omvang en de verwachte studieinspanning die de gemiddelde student zal moeten leveren. De ervaring is dat de tijd die studenten aan een module besteden, sterk varieert als gevolg van de verschillen in voorkennis en (werk)ervaring. Sinds 2010 wordt de studielast ook geëvalueerd door zowel studenten als docenten in module-evaluaties. Ook in studentenpanels kan dit ter sprake komen. De signalen hieruit kunnen aanleiding zijn om de studielast aan te passen. De wijze waarop LOI Hogeschool haar opleidingen tijd-, plaats- en tempo-onafhankelijk aanbiedt, bevordert de studievoortgang. Studenten kunnen op elk gewenst moment en in hun eigen tempo studeren. Het concurrency-beginsel zorgt voor een effectieve combinatie van werken en leren. Uitgangspunt is dat kennisontwikkeling op een aanbodgestuurde en gestructureerde wijze plaatsvindt. LOI Hogeschool ziet dit als voorwaardelijk voor een efficiënte zelfsturing door de student. Om die reden heeft alle LOI-leerstof een vast stramien. De hoofdstukken hebben een ongeveer gelijke omvang, waarmee de student kan anticiperen op de studielast. Onderdelen van het stramien zijn inhoudelijke instructie en instructie gericht op verwerking van de leerstof en zelfdiagnose. De online leeromgeving Campus speelt een belangrijke rol bij het structureren van de stof. Het leerpad in de leeromgeving, en de studieactiviteiten waaruit het leerpad is opgebouwd, leiden de student door de inhoud en opdrachten. Als bij een module bestaande literatuur wordt gebruikt, wordt deze door LOI voorzien van een studiewijzer, die de student door de studieboeken heen leidt, de leerstof nader structureert, toelicht, aanvult en voorziet van oefenvragen. Het programma is zoveel mogelijk flexibel ingericht om belemmeringen voor studievoortgang te voorkomen. Studenten kunnen na de propedeuse de thema's waaruit het programma is opgebouwd, in een willekeurige volgorde doorlopen. Studenten kunnen altijd via de leeromgeving vragen stellen aan hun coach of de docent. De norm is dat zij binnen 48 uur antwoord krijgen. In de eerste drie maanden van hun studie worden zij drie keer telefonisch benaderd. Deze service calls hebben als doel om belemmeringen of onduidelijkheden bij de student weg te nemen. Studenten met een visuele beperking kunnen digitaal lesmateriaal opvragen en krijgen een uitvergrote versie van het tentamen. Studenten met dyslexie krijgen extra tentamentijd. Momenteel wordt een module studeren met dyslexie ontwikkeld, die studenten naast hun opleiding kunnen volgen. pagina 19

20 Overwegingen Het panel concludeert uit de bestudeerde documentatie en de gevoerde gesprekken dat de opleiding voldoende maatregelen heeft getroffen om het programma studeerbaar te maken. Het programma en de online leeromgeving zijn zodanig ingericht dat zij de studievoortgang faciliteren. De studielast wordt periodiek geëvalueerd met studenten en docenten. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.4 Studielast als voldoende Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen De opleiding hanteert de wettelijke toelatingseisen: een diploma havo, vwo of mbo-4. Vanaf de hoofdfase is de beschikking over een relevante werkplek verplicht. Die verplichting is er voor de propedeuse nog niet om ook studenten te kunnen toelaten die een carrièreswitch willen maken. LOI Hogeschool heeft een zeer gevarieerde studentenpopulatie. Het merendeel is al werkzaam in een voor het vakgebied relevante functie, maar de verschillen in vooropleiding, (werk)ervaring en ambities zijn groot. De opleiding speelt hierop in met een toelatings- en vrijstellingsonderzoek. Studenten die niet aan de wettelijke toelatingseisen voldoen en die 21 jaar of ouder zijn, kunnen via een toelatingsonderzoek aantonen over vergelijkbare kwalificaties te beschikken. In de Onderwijs- en examenregeling is deze procedure beschreven. Toelating wordt bepaald door een toetsingscommissie aan de hand van diploma's, certificaten, cijferlijsten, cv en eventueel omschrijving van de functie van de student. Een vrijstellingsverzoek wordt eveneens afgehandeld door de toetsingscommissie. In dat geval wordt gevraagd om een inhoudsbeschrijving en literatuurlijst van gevolgde modulen of cursussen, waarbij het aantal studiepunten en de behaalde resultaten zijn aangegeven, en om de werkervaring die relevant is voor de module(n) waarvoor vrijstelling wordt gevraagd. Qua vorm sluit de opleiding aan op de gevarieerde instroom door de studenten veel mogelijkheden voor zelfsturing te bieden, zoals is toegelicht bij facet 2.2 (didactisch concept). Overwegingen De opleiding heeft adequate procedures voor toelating en het verlenen van vrijstellingen. Hiermee sluit de opleiding aan bij de grote verschillen in kennis en ervaring van de instromende studenten. Doordat studenten veel mogelijkheden hebben om zelf hun leerroute in te richten, sluit ook de vorm van het onderwijs aan bij de instroom. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.5 Instroom als voldoende. pagina 20

21 4.2.6 Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbo-bachelor met in de regel 240 studiepunten. Bevindingen Uit het overzicht van de studiepunten blijkt dat het programma 240 EC bevat. Overwegingen De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.6 Duur als voldoende Samenvattend oordeel onderwerp 2 Programma Het panel heeft alle zes facetten van het onderwerp 'programma' als voldoende beoordeeld. Het panel beoordeelt daarom het onderwerp 'programma' als voldoende. 4.3 Inzet van personeel Eisen hbo (facet 3.1) De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een hboopleiding: het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen LOI Hogeschool benoemt uitsluitend docenten die actief zijn in de beroepspraktijk. De hogeschool vindt dit essentieel voor de afstandsstudent, die vaak al werkzaam is in de praktijk. Uit de cv's blijkt dat docenten en ontwikkelaars van lesmateriaal in deeltijd en op freelancebasis werken voor de hogeschool en hun hoofdfunctie hebben in de beroepspraktijk. Interactie met de beroepspraktijk vindt ook plaats door participatie in relevante netwerken, zoals de Vereniging van Beveiligingsmanagers, ASIS International en de International Foundation of Protection Officers. Overwegingen Uit de cv's en de gevoerde gesprekken blijkt dat medewerkers een sterke relatie hebben met de praktijk. Zij hebben allen hun hoofdfunctie in de beroepspraktijk. Daarnaast heeft het opleidingsmanagement een uitstekend netwerk op gebied van security. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.1 Eisen hbo als voldoende. pagina 21