VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN LEREN OVER HET LOKALE INBRAAKRISICO. Verslag van een onderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN LEREN OVER HET LOKALE INBRAAKRISICO. Verslag van een onderzoek"

Transcriptie

1 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN LEREN OVER HET LOKALE INBRAAKRISICO Verslag van een onderzoek

2

3 VOORWOORD We willen deelnemers aan workshops en seminars aan Goethe Universität Frankfurt, University College London, Erasmus Universiteit Rotterdam, Aarhus Universitet, Centraal Planbureau, Ruhr Universität Bochum en Universität Essen bedanken voor hun suggesties. Het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn wij erkentelijk voor de inzage in de gegevens van de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) en de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Tot slot willen we Karin Bongers en Lilian Tieman van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) bedanken voor hun commentaar en voor de financiële bijdrage aan de kosten voor de gegevens ten behoeve van dit onderzoek. Martin Salm en Ben Vollaard

4 INLEIDING Stel dat het lokale inbraakrisico verandert, hoe snel past de risico inschatting van bewoners zich vervolgens aan de nieuwe situatie aan? En wat vertelt dit ons over hoe percepties van het inbraakrisico gevormd worden? In dit rapport doen we verslag van een empirisch onderzoek naar deze vragen. De vraag hoe snel mensen een goed idee hebben van het lokale inbraakrisico is relevant, omdat risicoperceptie een belangrijke factor is bij het nemen van preventiebeslissingen. De risicoperceptie is niet de enige factor (denk ook aan de neiging om preventiemaatregelen van anderen te kopiëren en aan de moeilijkheid om de risicoperceptie te vertalen in actie), maar het is wel een belangrijke. Als mensen langzaam leren over het risico, dan bestaat er gedurende langere tijd een kloof tussen de daadwerkelijke situatie en hun inschatting daarvan. Preventiebeslissingen op basis van onjuiste informatie kunnen resulteren in hoger slachtofferschap van woninginbraak, wat leidt tot hoge kosten voor het individu en de maatschappij.

5 EEN VERHUIZING ALS NATUURLIJK EXPERIMENT Om te bestuderen hoe snel mensen een goed idee hebben van het lokale risico, stellen we idealiter een groep mensen gedurende langere tijd bloot aan een willekeurig gekozen verandering in het inbraakrisico. Vervolgens vergelijken we de ontwikkeling van hun risico inschatting met dat van een vergelijkbare groep mensen waarvoor het risico niet verandert. De vraag is dan hoe snel de perceptie van het risico zich aanpast aan de nieuwe situatie. Een dergelijk experiment is niet eenvoudig te realiseren, omdat we mensen niet zomaar bloot kunnen stellen aan een willekeurig gekozen inbraakrisico. Dat zou ook op ethische bezwaren stuiten, gegeven de vaak grote emotionele gevolgen van een inbraak. Een gebeurtenis die het bovenstaande experiment benadert, is een verhuizing. Na een verhuizing kunnen burgers belanden in een buurt met een ander inbraakrisico. Dit varieert namelijk sterk per locatie, al speelt ook iemands levensstijl een rol (Vollaard en Koning 2009). Het verschil tussen een verhuizing en een echt experiment is dat de verandering in het risico niet willekeurig is. De verandering is het resultaat van een keuze om naar een bepaalde plaats te verhuizen. Bij een verhuizing is dus zowel de grootte van de verandering in het risico als de groep mensen die bloot wordt gesteld aan de verandering niet willekeurig gekozen. Om deze reden vergelijken we alleen mensen die naar dezelfde wijk zijn verhuisd. Zij zijn onderling vergelijkbaar, want zij hebben een soortgelijke keuze gemaakt. Omdat we bewoners niet kunnen volgen na hun verhuizing, analyseren we hoe de risicoperceptie binnen een cohort van verhuizers verandert na het moment van verhuizen. We nemen alle cohorten gedurende dezelfde periode waar. Sommige cohorten zijn dan net verhuisd; andere cohorten al eerder. Cohorten kunnen onderling verschillen, bijvoorbeeld omdat in een gespannen woningmarkt gemiddeld genomen andere mensen verhuizen dan in een slappe woningmarkt. Daar kunnen we voor corrigeren (hierover later meer). Als referentiegroep gebruiken we de lokale bewoners die al lange tijd in deze wijk wonen. Zowel de bestaande bewoners als de verhuisde personen hebben een perceptie van het inbraakrisico in hun wijk. Daarom ligt het voor de hand om de bestaande wijkbewoners als referentiegroep te gebruiken.

6 THEORIE Als nieuwelingen in een wijk het lokale inbraakrisico direct correct zouden inschatten, zoals gebruikelijk verondersteld in modellen van criminaliteit (Ehrlich, 1981 en 1996), dan zouden we geen verschil moeten zien met de risico inschatting van de bestaande wijkbewoners. Het gaat immers om een inschatting van het risico op inbraak in de eigen woonomgeving. Daarvoor zou het (bij afwezigheid van enige vertekening in de risicoperceptie) niet moeten uitmaken of iemand recent in de wijk is komen wonen of daar al langer woont. Zodra we de veronderstelling van directe en correcte aanpassing van de risicoperceptie loslaten, dan laten we toe dat recente verhuizers tijd nodig hebben om te leren. Als mensen hierbij systematische inschattingsfouten maken, dan is er gedurende bepaalde tijd wél een verschil te zien met bestaande bewoners. Hieronder werken we twee mogelijke inschattingsfouten uit die van toepassing kunnen zijn op de context van een verhuizing. Inschatting leunt te sterk op inbraakrisico in oude situatie ( anchoring and adjustment bias ) Allereerst zouden mensen na een verhuizing uit kunnen gaan van het inbraakrisico in de plaats waar ze vandaan komen, om dat vervolgens aan te passen op basis van informatie over de nieuwe woonplaats. Bij het gebruik van een dergelijke vuistregel voor het maken van de risico inschatting blijken mensen systematisch fouten te maken: de nieuwe inschatting wordt te veel bepaald door de oude situatie. Dit is de zogenoemde anchoring and adjustment bias (Tversky en Kahneman 1974). Bij een verhuizing van een relatief veilige plaats als Doorn naar een relatief onveilige plaats als Amsterdam zouden mensen volgens deze theorie in eerste instantie geneigd zijn het risico te onderschatten. Bij een verhuizing van een relatief onveilige plaats als Amsterdam naar een relatief veilige plaats als Doorn zouden mensen in eerste instantie het risico juist overschatten. Mettertijd past deze inschatting zich natuurlijk aan. Deze theorie biedt geen verklaring voor hoe dat gebeurt. Inschatting leunt te sterk op gemak waarmee inbraak in nieuwe situatie is voor te stellen ( availability bias ) Mensen zouden zich bij hun inschatting van het inbraakrisico ook te veel kunnen laten leiden door het gemak waarmee een inbraak in hun nieuwe woonplaats is voor te stellen. Het duurt een tijd voordat mensen horen over inbraken bij andere wijkbewoners, verdachte situaties zien, laat staan zelf slachtoffer worden van een inbraak. Mensen zouden volgens deze theorie gedurende deze periode van onwetendheid in eerste instantie geneigd zijn het risico te onderschatten. Dit is de zogenoemde availability bias (Tversky en Kahneman 1973). Vertaald naar woninginbraak: naarmate mensen meer informatie verzamelen over hoe het er werkelijk voorstaat, gaat hun inschatting convergeren met die van de bestaande wijkbewoners.

7 Het is net of mensen een voorraad ervaringen opbouwen. Net na de verhuizing is die voorraad klein; mettertijd wordt de voorraad opgebouwd. De risico inschatting past zich aan deze situatie aan. Daarbij maakt het niet uit of iemand van een relatief veilige plaats als Doorn naar een relatief onveilige plaats als Amsterdam verhuist of andersom. Natuurlijk hebben mensen wel een idee van het lokale inbraakrisico en weten zij dat dit hoger is in Amsterdam dan in Doorn, maar de neiging tot onderschatting zal bij beide typen verhuizingen bestaan. Figuur 1 Alternatieve theorieën over aanpassing perceptie lokale risico na verhuizing Afwijking perceptie recent verhuisden ten opzichte van bestande bewoners I GEEN VERTEKENING II ANCHORING AND ADJUSTMENT BIAS III AVAILABILITY BIAS Naar veiliger woonplaats Tijd sinds verhuizing Tijd sinds verhuizing Tijd sinds verhuizing Naar minder veilige woonplaats In bovenstaande figuur geven we de verschillende hypothesen schematisch weer. Op de horizontale as staat de tijd sinds verhuizing; op de verticale as de afwijking van de risicoperceptie van recent verhuisden ten opzichte van de bestaande bewoners. De meest linkse figuur geeft de situatie zonder enige vertekening van de perceptie weer. De middelste figuur laat zien dat als mensen zich gedragen volgens de anchoring en adjustment bias, de afwijking afhangt van het type verhuizing. De meest rechtse figuur laat zien dat er volgens de availability bias altijd een neiging tot onderschatting bestaat, los van het type verhuizing.

8

9 SCHATTINGSMETHODE We schatten hoe snel de inschatting van het lokale inbraakrisico van nieuwelingen convergeert met dat van de bestaande bewoners van de wijk. We leunen hierbij op methoden die zijn ontwikkeld in de immigratieliteratuur. Daarbij gaat het om methoden die gericht zijn op het in beeld brengen van de convergentie van lonen van immigranten met die van de lokale bevolking (Borjas 1995). In deze literatuur staat een soortgelijke onderzoeksvraag centraal en hebben de gebruikte gegevens soortgelijke kenmerken. We maken de volgende vergelijking: Perceptie lokale inbraakrisico i = β Tijd sinds verhuizing i + γ Verhuisd i + Persoonlijke kenmerken i λ + Cohort indicator c µ + Wijk en enquêtejaar indicator t,n +ε i Te verklaren variabele is Perceptie lokale inbraakrisico van respondent i. De variabele is 1 als de respondent zegt dat inbraak in de eigen buurt zeldzaam is en is anders 0. De verklarende variabele Tijd sinds verhuizing meten we per maand. We toetsen dus of het tenminste langer dan één maand duurt voordat percepties van de nieuwelingen zich aanpassen aan die van de bestaande bewoners. Parameter β is waar we primair in geïnteresseerd zijn: β geeft aan hoe de risicoperceptie varieert met de tijd sinds verhuizing. Het model is lineair, we gaan er dus van uit dat elke additionele maand een soortgelijke invloed heeft op de risicoperceptie. 1 In hoeverre dit ook het geval is, onderzoeken we later in dit hoofdstuk met behulp van een grafische analyse. De variabele Verhuisd geeft aan of de respondent de afgelopen tien jaar een of meerdere malen is verhuisd. We houden rekening met Persoonlijke kenmerken van de respondent die zowel de tijd sinds verhuizing (via de verhuisgeneigdheid) als de risicoperceptie kunnen beïnvloeden. Het gaat om leeftijd, geslacht, huishoudgrootte, indicatoren voor hoogst behaalde opleiding (secundair, tertiair onderwijs), betaald werk voor meer dan 12 uur per week, eigen woningbezit en indicatoren voor het type woning (vrijstaand, rijtjeswoning, appartement). Om verschillen in risicoperceptie tussen cohorten van mensen die verhuisd zijn uit te sluiten, nemen we een indicator op die aangeeft in welk jaar iemand is verhuisd (Cohort indicator; zogenoemde cohort-fixed effects). Tot slot nemen we indicatoren op voor de wijk waar iemand naar verhuisd is en laten deze indicatoren variëren naar enquêtejaar (Wijk en enquêtejaar indicator; zogenoemde neighbourhood by survey year-fixed effects). Dankzij de wijkindicatoren vergelijken we mensen die recent zijn verhuisd alleen met andere mensen die de afgelopen jaren op dezelfde wijze zijn verhuisd en met de bestaande bewoners van de bewuste wijk. We laten vervolgens toe dat het lokale inbraakrisico verschilt tussen de enquêtejaren waarin we de cohorten waarnemen. Tot slot geeft ε de storingsterm aan. We clusteren de storingsterm naar wijk en enquêtejaar. 1 Een alternatieve schattingsmethode is multinomial logit, waarbij we de verschillende categorieën van het gepercipieerde risico gebruiken. Het is mogelijk om met deze methode indicatoren voor wijk en enquêtejaar te gebruiken. De schattingsresultaten blijken niet fundamenteel verschillend van het aanzienlijk sneller te schatten en eenvoudiger te interpreteren linear probability model dat we gebruiken.

10 GEBRUIKTE GEGEVENS Bron van gegevens over perceptie van het inbraakrisico is de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) voor de jaren 2008, 2009, 2010 en De IVM is een enquête die jaarlijks wordt afgenomen onder een willekeurig gekozen groep Nederlanders ouder dan 15 jaar. In oneven jaren gaat het om circa respondenten, in even jaren om circa respondenten. De omvang van de steekproef is uniek in de wereld: in geen enkel ander land benadert het aantal respondenten (ten opzichte van de bevolking) die van de IVM. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) coördineert de uitvoering van de enquête. Deze wordt tussen 15 september en 31 december afgenomen. Ongeveer 40 procent van de benaderde personen is (soms na herhaalde pogingen) bereid om deel te nemen aan de enquête. In totaal hebben we gegevens van respondenten. Dankzij een koppeling van de enquêtegegevens aan de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) is te achterhalen wanneer respondenten voor het laatst verhuisd zijn. De verhuisgegevens gaan terug tot In de analyse definiëren we mensen die recent verhuisd zijn: de laatste verhuizing is niet meer dan 10 jaar geleden. Het oudste cohort is dus in 1998 verhuisd; het meest recente cohort in In de gegevens worden de gevolgen van de kredietcrisis voor de huizenmarkt duidelijk zichtbaar. Vanaf 2009 nemen verhuisbewegingen duidelijk af. De daling is vooral te zien onder woningbezitters (zie ook ABF Research, 2013, p. 50). In de analyse gaan we terug tot het wijkniveau. We gebruiken de definitie van wijken van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2011 telde Nederland in totaal wijken. Het gemiddeld aantal inwoners per wijk was Een kleine gemeente als Ten Boer (7.400 inwoners) telt twee wijken. Een provinciehoofdstad als Groningen ( inwoners) telt 10 wijken. Een grote stad in de Randstad als Den Haag ( inwoners) telt 44 wijken.

11 Tabel 1 geeft een overzicht van de in de analyse gebruikte variabelen. Tabel 1 Overzicht van gebruikte variabelen RECENT VERHUISDEN VOLLEDIGE STEEKPROEF gemiddelde standaard gemiddelde standaard - deviatie - deviatie Risicoperceptie Woninginbraak is zeldzaam in deze buurt 0,422 0,493 0,387 0,487 Persoonlijke kenmerken Leeftijd 42,581 15,323 49,017 17,423 Geslacht 0,531 0,499 0,537 0,498 Huishoudgrootte 2,620 1,230 2,623 1,229 Hoogst behaalde opleiding: secundair onderwijs 0,366 0,481 0,370 0,482 Idem: tertiair onderwijs 0,431 0,495 0,303 0,459 Betaald werk voor tenminste 12 uur per week 0,674 0,468 0,546 0,497 Woningbezitter 0,717 0,450 0,677 0,467 Woont in vrijstaande woning 0,162 0,368 0,170 0,375 Woont in rijtjeshuis 0,502 0,499 0,535 0,498 Woont in appartement 0,330 0,470 0,285 0,451 Aantal maanden sinds verhuizing 61,061 33,236 Aantal malen verhuisd afgelopen 10 jaar 1,828 1,221 Aantal waarnemingen Gebaseerd op enquêtegegevens uit de IVM voor de jaren , gekoppeld aan het GBA. Recent verhuisden zijn respondenten voor wie de laatste verhuizing niet meer dan 10 jaar geleden is.

12 SCHATTINGSRESULTATEN Grafische analyse In de schattingsvergelijking gaan we uit van een lineair verband tussen de tijd sinds verhuizing en de risicoperceptie. Om te onderzoeken of dit een goede benadering is, voeren we eerst een grafische analyse uit. Daarbij schatten we voor elk jaar sinds het moment van verhuizing het verschil in risicoperceptie van de verhuisde personen met die van de bestaande wijkbewoners. Het enige wat aan de schattingsvergelijking verandert, is dat we parameter β vervangen door een verzameling indicatoren die het aantal jaren na het moment van verhuizing weergeeft. Figuur 2 Percentage verhuisden eens met stelling Woninginbraak is zeldzaam in deze buurt ten opzichte van bestaande bewoners (zonder vaste effecten voor cohorten) inbraak in buurt zeldzaam (%) ten opzichte van lokale bewoners 0,16 0,12 0,08 0,04 0, tijd sinds verhuizing (jaren) Figuur 2 geeft de schattingsresultaten weer. Op de horizontale as staat het aantal jaren sinds het moment 0,20 van verhuizing. Op de verticale as staat het gemiddelde verschil in risicoperceptie tussen personen die naar eenzelfde wijk zijn verhuisd en de bestaande wijkbewoners. Voor nog meer flexibiliteit 0,16 laten we de vaste effecten voor cohorten uit de schattingsvergelijking. We dwingen de veilig - veilig verschillende cohorten dus niet om op één lijn te liggen. inbraak in buurt zeldzaam (%) ten opzichte van lokale bewoners 0,12 0,08 0,04 onveilig - veilig onveilig - onveilig veilig - onveilig 0,

13 De figuur laat duidelijk zien dat de ontwikkeling van de risicoperceptie voor zo goed als elk cohort 0,16 negatief is. Naarmate mensen langer in een plaats wonen, zijn zij het minder vaak eens met de stelling 0,12 dat inbraak in de buurt zeldzaam is. Nieuwelingen in de wijk schatten de kans op inbraak veel lager in dan de overige bewoners. Het gaat om een verschil van meer dan 30 procent (0.12 gedeeld 0,08 door het gemiddelde van 0.38). Na 10 jaar is dit verschil zo goed als verdwenen. De opgedane negatieve indrukken cumuleren dus over deze periode van 10 jaar. Dit suggereert dat het niet 0,04 om vluchtige indrukken gaat. inbraak in buurt zeldzaam (%) ten opzichte van lokale bewoners 0,00 Eén belangrijke 0 conclusie 1 kunnen 2 3 we nu al 4 trekken: 5 leren 6 over het 7 lokale 8 inbraakrisico 9 10 kost jaren en indrukken die de risicoperceptie voeden blijven jaren hangen. tijd sinds verhuizing (jaren) Figuur 3 Percentage verhuisden eens met stelling Woninginbraak is zeldzaam in deze buurt ten opzichte van bestaande bewoners, naar type verhuizing (met vaste effecten voor cohorten) inbraak in buurt zeldzaam (%) ten opzichte van lokale bewoners 0,20 0,16 0,12 0,08 0,04 veilig - veilig onveilig - veilig onveilig - onveilig veilig - onveilig 0, tijd sinds verhuizing (jaren) Een wijk met een niveau van vermogenscriminaliteit beneden het nationale gemiddelde wordt aangeduid als veilig ; een wijk 0,14 met een niveau van vermogenscriminaliteit boven het nationale gemiddelde wordt aangeduid als onveilig. 0,12 binnen zelfde wijk andere wijk, zelfde gemeente In Figuur 0,1 3 laten we toe dat aanpassing van de perceptie van het buurtrisico verschilt naar type andere gemeente, zelfde provincie verhuizing. Zoals besproken zou dit volgens de anchoring-and-adjustment bias uit moeten maken voor de 0,08 andere provincie vertekening van de risicoperceptie. We onderscheiden vier typen verhuizingen: (1) van een wijk met een benedengemiddeld criminaliteitsniveau naar een wijk met een bovengemiddeld 0,06 criminaliteitsniveau; (2) van een wijk met een bovengemiddeld criminaliteitsniveau naar een wijk met een 0,04 bovengemiddeld criminaliteitsniveau; (3) van een wijk met een bovengemiddeld inbraak in buurt zeldzaam (%) ten opzichte van lokale bewoners 0,02

14 criminaliteitsniveau naar een wijk met een benedengemiddeld criminaliteitsniveau; (4) van een wijk met een benedengemiddeld criminaliteitsniveau naar een wijk met een benedengemiddeld criminaliteitsniveau. Voor het bepalen van het criminaliteitsniveau in een wijk gebruiken we het slachtofferschap van alle vormen van vermogenscriminaliteit. Het slachtofferschap van inbraak is hier sterk mee gecorreleerd. Reden om niet alleen naar het inbraakrisico te kijken, is dat zelfs met een totale steekproefgrootte van meer dan een half miljoen personen het inbraakrisico op het niveau van een wijk vaak niet voldoende betrouwbaar is vast te stellen. 2 In de figuur duiden we een benedengemiddeld criminaliteitsniveau aan als veilig en een bovengemiddeld criminaliteitsniveau als onveilig. Voor de helderheid voegen we in de schattingen vaste effecten toe voor de cohorten; we dwingen nu de aanpassing van de risicoperceptie op één lijn te liggen. De figuur laat zien dat de risicoperceptie in alle gevallen negatiever wordt na een verhuizing. Dit is een belangrijke bevinding, want dit suggereert dat de anchoring-and-adjustment bias niet opgaat. Er lijkt geen sprake te zijn van een vertekening in de risico inschatting doordat mensen te sterk uitgaan van de situatie in hun vorige woonplaats. Dan zouden we immers moeten zien dat de risicoperceptie zich na het moment van verhuizing in ongunstige zin aanpast bij een verhuizing van een wijk met een benedengemiddeld criminaliteitsniveau naar een wijk met een bovengemiddeld criminaliteitsniveau en in gunstige zin bij een verhuizing van een wijk met een bovengemiddeld criminaliteitsniveau naar een wijk met een benedengemiddeld criminaliteitsniveau. Wat we nu vinden, is veel meer in lijn met de availability bias: de risico inschatting is vertekend, omdat mensen zich te veel laten leiden door het gemak waarmee inbraak in de nieuwe woonplaats is voor te stellen. Mensen die net zijn verhuisd, hebben schijnbaar nog weinig weet van inbraken in hun nieuwe buurt. Ze schatten de situatie daarom gunstiger in dan de bestaande bewoners. We kunnen nu een tweede belangrijke conclusie trekken: na een verhuizing onderschatten mensen systematisch het inbraakrisico. Daarbij maakt het niet uit of het criminaliteitsniveau in de nieuwe woonplaats hoger of lager ligt dan in de oude woonplaats. 2 De reden is dat in sommige gebieden relatief meer mensen zijn geënquêteerd dan in andere gebieden. Gemeenten hadden de vrijheid om extra waarnemingen in te kopen. Dit doen zij over het algemeen in oneven jaren, vandaar de grote steekproef in de oneven jaren. Maar niet elke gemeente maakt in dezelfde mate van deze optie gebruik.

15 Statistische toets op de resultaten Als tweede stap in de empirische analyse voeren we een statistische toets uit op het hierboven gevonden verband tussen risicoperceptie en de tijd sinds verhuizing. Dat doen we aan de hand van de eerder gepresenteerde schattingsvergelijking. De grafische analyse heeft laten zien dat een lineair model een goede benadering vormt van de relatie. De schattingsresultaten zijn in Tabel 2 weergegeven. Tabel 2 Effect van tijd sinds verhuizing op perceptie van verhuisden van het lokale inbraakrisico ten opzichte van bestaande bewoners, naar type verhuizing (1) Te verklaren variabele: Woninginbraak is zeldzaam in deze buurt (% eens) (1) (2) Maanden sinds verhuizing * veilig-veilig verhuizing -0,8735 (0,0757)*** -1,4318 (0,1622)*** Maanden sinds verhuizing * onveilig-veilig verhuizing -0,7436 (0,0890)*** -1,3024 (0,1616)*** Maanden sinds verhuizing * veilig-onveilig verhuizing -0,4418 (0,1154)*** -0,9911 (0,1807)*** Maanden sinds verhuizing * onveilig-onveilig verhuizing -0,5858 (0,1012)*** -1,1375 (0,1666)*** Cohort-vaste effecten nee ja Aantal waarnemingen Gebaseerd op enquêtegegevens uit de IVM voor de jaren , gekoppeld aan het GBA. Coëfficiënten zijn vermenigvuldigd met een factor Schattingsresultaten voor verhuisindicator, persoonlijke kenmerken, cohort indicatoren en wijk-en-enquêtejaar indicatoren zijn niet weergegeven. Tussen haakjes standaardfouten geclusterd naar wijk en enquêtejaar. ***, **, * geven statistische significantie aan op het 1, 5 en 10 procent niveau. (1) Een wijk met een niveau van vermogenscriminaliteit beneden het nationale gemiddelde wordt aangeduid als veilig ; een wijk met een niveau van vermogenscriminaliteit boven het nationale gemiddelde wordt aangeduid als onveilig. In de eerste kolom van Tabel 2 schatten we geen vaste effecten voor cohorten mee. We gaan er dan van uit dat cohorten niet verschillen op niet-waargenomen kenmerken althans niet op een manier die hun risicoperceptie beïnvloedt. In lijn met de resultaten van de grafische analyse zien we voor alle typen verhuizingen een duidelijk negatief verband tussen de tijd sinds verhuizing en de risico perceptie. Alle geschatte coëfficiënten zijn statistisch significant verschillend van nul op het 1 procent niveau. In de tweede kolom schatten we ook vaste effecten voor cohorten mee. Dit vergt het uiterste van onze gegevens, omdat we cohorten maximaal maar gedurende vier jaar waarnemen. De moeilijkheid is verschillen tussen cohorten niet te verwarren met hun verschillende tijd sinds verhuizing. De resultaten blijken opnieuw statistisch significant en het geschatte effect wordt eerder groter dan kleiner. Kortom, de resultaten van de grafische analyse doorstaan ook deze statistische toets.

16 NADERE INTERPRETATIE VAN DE RESULTATEN De resultaten suggereren dat mensen zich bij de inschatting van het inbraakrisico te veel laten leiden door het gemak waarmee inbraak in de nieuwe woonplaats is voor te stellen. Het lijkt er op dat de risicoperceptie is gebaseerd op de voorraad indrukken en ervaringen die iemand heeft. Deze voorraad is lokaal bepaald. Na een verhuizing wordt op reset gedrukt. De voorraad indrukken en ervaringen gerelateerd aan inbraken in de nieuwe woonplaats is dan tijdelijk op een laag niveau en dat vertaalt zich in een te lage inschatting van het inbraakrisico. Mettertijd worden meer indrukken en ervaringen opgedaan en wordt de kloof tussen de perceptie en de werkelijke situatie kleiner. Als deze voorraadtheorie klopt, dan zouden we ook moeten zien dat de vertekening van de risicoperceptie kleiner is voor verhuizingen dichtbij dan voor verhuizingen veraf. Bij een verhuizing over korte afstand is het voor te stellen dat de opgedane voorraad indrukken en ervaringen voor een deel relevant blijft, waardoor de vertekening in de risicoperceptie kleiner zou zijn dan voor verhuizingen waarbij de voorraad ervaringen en indrukken wel hun relevantie verliezen. Dat is eenvoudig te toetsen: we kunnen met de gebruikte gegevens vier typen verhuizingen onderscheiden: binnen dezelfde wijk; naar een andere wijk, maar binnen dezelfde gemeente; naar een andere gemeente, maar dezelfde provincie; naar een andere provincie. Onze gegevens staan niet toe om naar een lager geografisch niveau af te dalen dan de wijk. Zoals aangegeven in de paragraaf over gebruikte gegevens is een wijk nog een redelijk groot gebied, met gemiddeld inwoners. In een stad kan een wijk gemakkelijk drie of vier buurten omvatten. Ook een verhuizing binnen een wijk kan dus een verandering van woonomgeving betekenen, maar het is aannemelijk dat de schok kleiner is dan bij een verhuizing naar een andere wijk of een andere gemeente.

17 inbraak in ten opzichte 0,08 0,04 veilig - onveilig 0, tijd sinds verhuizing (jaren) Figuur 4 Percentage verhuisden eens met stelling Woninginbraak is zeldzaam in deze buurt ten opzichte van bestaande bewoners, naar type verhuizing (met vaste effecten voor cohorten) 0,14 inbraak in buurt zeldzaam (%) ten opzichte van lokale bewoners 0,12 0,1 0,08 0,06 0,04 0,02 binnen zelfde wijk andere wijk, zelfde gemeente andere gemeente, zelfde provincie andere provincie 0-0, tijd sinds verhuizing (jaren) Figuur 4 laat de relatie tussen de risicoperceptie en de tijd sinds verhuizing zien voor de vier verschillende typen verhuizingen. We zien duidelijk dat de mate van vertekening van de risicoperceptie kleiner is voor verhuizingen binnen dezelfde wijk dan voor verhuizingen over een grotere afstand. De resultaten suggereren dat het voor de vertekening van de risicoperceptie niet veel uitmaakt of het gaat om een verhuizing naar een andere wijk, andere gemeente of zelfs andere provincie. Figuur 4 maakt een alternatieve interpretatie van onze resultaten onwaarschijnlijk. De vertekening van de risicoperceptie na een verhuizing zou ook het resultaat kunnen zijn van de neiging om gemaakte keuzes te rechtvaardigen. Dit staat bekend als de zogenoemde choice-supportive bias (Mather en Johnson 2000). Een verhuizing is een belangrijke keuze en het zou kunnen zijn dat mensen de situatie na hun verhuizing met opzet te rooskleurig zien om hun keuze te rechtvaardigen. Dat onze resultaten een geleidelijk aanpassingsproces van 10 jaar laten zien, maakt deze alternatieve interpretatie al wat minder waarschijnlijk. Maar het sterke verband tussen de vertekening van de risicoperceptie en de afstand van de verhuizing maakt deze interpretatie onwaarschijnlijk. Een laatste aanwijzing dat de choice-supportive bias geen goede verklaring vormt voor onze resultaten is dat de door ons gevonden vertekening in de risicoperceptie in het geheel niet blijkt af te hangen van de leeftijd van de respondent (resultaten op verzoek verkrijgbaar van de auteur). Uit onderzoek blijkt namelijk dat ouderen meer neigen tot de choice-supportive bias dan jongeren (Mather en Johnson 2000).

18 Wat betekenen onze resultaten voor de inschatting van het inbraakrisico voor mensen die niet verhuizen? Als de voorraad opgedane indrukken en ervaringen inderdaad sterk bepalend zijn voor de risicoperceptie, dan zou meer algemeen gelden dat de risicoperceptie vertraagd reageert op een schok in het inbraakrisico. Als het inbraakrisico plotseling stijgt, dan reflecteert de voorraad indrukken en ervaringen nog de oude, veiliger situatie. In dat geval zijn mensen geneigd het inbraakrisico te onderschatten. Bij een plotselinge daling van het risico zouden mensen geneigd zijn het risico te overschatten. Onze analyse suggereert dat het jaren kan duren eer de risico inschatting weer in lijn is met het daadwerkelijke risico. Dit vertekende beeld van het risico kan een aanleiding vormen voor preventiebeleid, omdat het kan resulteren in een preventieniveau dat niet in overeenstemming is met de voorkeuren van het individu en de maatschappelijke welvaart verlaagt. REFERENTIES ABF Research, 2013, Wonen in ongewone tijden. De resultaten van het Woononderzoek Nederland 2012, rapport voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Delft. Borjas, George, 1995, Assimilation and changes in cohort quality revisited: what happened to immigrant earnings in the 1980s?, Journal of Labor Economics, 13 (2), Dijk, Jan J.M. van en Ben A. Vollaard, 2012, Self-limiting crime waves, in: Jan J.M. van Dijk, Andromachi Tseloni, Graham Farrell (red.), The International Crime Drop: New Directions in Research, Palgrave MacMillan, New York, Ehrlich, Isaac, 1981, On the usefulness of controlling individuals: an economic analysis of rehabilitation, incapacitation and deterrence, American Economic Review, 71 (3), Ehrlich, Isaac, 1996, Crime, Punishment, and the Market for Offenses, Journal of Economic Perspectives, 10 (1), Mather, Mara en Marcia K. Johnson, 2000, Choice-supportive source monitoring: do our decisions seem better to us as we age?, Psychology and Aging, 15 (4), Salm, Martin en Ben Vollaard, 2014, Learning about risk in a new environment, mimeo, Universiteit Tilburg. Tversky, Amos en Daniel Kahneman, 1973, Availability: a heuristic for judging frequency and probability, Cognitive Psychology, 5, Tversky, Amos en Daniel Kahneman, 1974, Judgment under uncertainty: heuristics and biases, Science, 185, Vollaard, Ben en Pierre Koning, 2009, The effect of police on crime, disorder and victim precaution. Evidence from a Dutch victimization survey, International Review of Law and Economics, 29 (4),

19 CENTRUM VOOR CRIMINALITEITSPREVENTIE EN VEILIGHEID Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) draagt bij aan de maatschappelijke veiligheid door met partners integrale aanpakken te ontwikkelen en een brede implementatie daarvan te bevorderen. Het CCV zorgt voor ondersteuning en afstemming op maat, gericht op de lokale praktijk. MEER INFORMATIE Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen, neem dan contact op met het CCV. Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) Churchilllaan 11, 3527 GV Utrecht Postbus 14069, 3508 SC Utrecht

20 Stichting Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) draagt bij aan de maatschappelijke veiligheid door het stimuleren van publiek-private samenwerking, actieve kennisdeling van de veiligheidspraktijk en kwaliteitsontwikkeling van instrumenten en regelingen. Eindredactie: Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid Vormgeving: CO3 grafisch ontwerpers. Fotografie: Inge van Mill. Het CCV, april 2014.

Slachtoffers van woninginbraak

Slachtoffers van woninginbraak 1 Slachtoffers van woninginbraak Fact sheet juli 2015 Woninginbraak behoort tot High Impact Crime, wat wil zeggen dat het een grote impact heeft en slachtoffers persoonlijk raakt. In de regio Amsterdam-Amstelland

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel

6 secondant #6 december 2010. Groot effect SOV/ISD-maatregel 6 secondant #6 december 21 Groot effect SOV/ISD-maatregel Selectieve opsluiting recidivisten werkt Crimi-trends Een langere opsluiting van hardnekkige recidivisten heeft een grote bijdrage geleverd aan

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Wynand van de Ven en Erik Schut Wederreactie op Douven en Mannaerts In ons artikel in TPEdigitaal (Van de Ven en Schut 2010) hebben wij uiteengezet

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Methode en selectie

1 Inleiding. 2 Methode en selectie 1 Inleiding In de CPB Policy Brief over de positie van de middeninkomens op de woningmarkt (CPB, 2016) spelen subsidies in de verschillende segmenten van de woningmarkt een belangrijke rol als verklaring

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? In deze factsheet staat de binding met de provincie Groningen centraal. Het gaat dan om de persoonlijke gevoelens die Groningers hebben

Nadere informatie

Bruto nationaal geluk: een proef op de som 19

Bruto nationaal geluk: een proef op de som 19 Bruto nationaal geluk: een proef op de som Crétien van Campen De laatste jaren hebben verscheidene auteurs gepleit voor geluk als een nieuw richtsnoer voor beleid (Kahneman 1999, Veenhoven 2002, Layard

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke BSc In opdracht van de NBvK Juni 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke/NBvK, juni 2018 Pagina!1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Invloed van Groningse aardbevingen op woongenot

Invloed van Groningse aardbevingen op woongenot Invloed van Groningse aardbevingen op woongenot Welke invloed hebben de aardbevingen in Noord-Oost Groningen op het woongenot? Hoe schat men de kans in dat de eigen woonplaats getroffen kan worden? Onderzoek

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers Prognose 2020 Door Alexander Otgaar, RHV Erasmus Universiteit Rotterdam Diverse studies zijn in het verleden uitgevoerd met als doel om de economische bijdrage van Rotterdam the Hague Airport (hierna aan

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

CITO AMSTERDAMSEWEG CM ARNHEM

CITO AMSTERDAMSEWEG CM ARNHEM CITO AMSTERDAMSEWEG 13 6814 CM ARNHEM Onderstaand rapport is gebaseerd op de afnamegegevens van de groep kandidaten "Voorbeeld" die uw school na afname van het centraal schriftelijk examen aan Cito heeft

Nadere informatie

<<NAAM SCHOOL>> <<ADRES SCHOOL>>

<<NAAM SCHOOL>> <<ADRES SCHOOL>> Onderstaand rapport is gebaseerd op de afnamegegevens van de groep kandidaten "V6netl$$$$" die uw school na afname van het centraal schriftelijk examen aan Cito heeft verstrekt.

Nadere informatie

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit

Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit Verhuiswensen ouderen komen moeilijk uit mei 2018, Leo Prins en Paul de Vries - Ouderen verhuizen zeer weinig. Van alle senioren in een koopwoning wil 6,6 procent verhuizen, maar dat lukt maar 2,3 procent.

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

DEZE PAGINA NIET vóór 8.30u OMSLAAN!

DEZE PAGINA NIET vóór 8.30u OMSLAAN! STTISTIEK 1 VERSIE MT15303 1308 1 WGENINGEN UNIVERSITEIT LEERSTOELGROEP MT Tentamen Statistiek 1 (MT-15303) 5 augustus 2013, 8.30-10.30 uur EZE PGIN NIET vóór 8.30u OMSLN! STRT MET INVULLEN VN NM, REGISTRTIENUMMER,

Nadere informatie

Feiten over. Veiligheidsbeleving. in de gemeente Arnhem

Feiten over. Veiligheidsbeleving. in de gemeente Arnhem Feiten over Veiligheidsbeleving in de gemeente Arnhem Feiten over Veiligheidsbeleving in de gemeente Arnhem Voor burgers speelt het persoonlijke gevoel van veiligheid een belangrijke rol. Dit gevoel wordt

Nadere informatie

kennislink.nl maakt nieuwsgierig

kennislink.nl maakt nieuwsgierig Page 1 of 6 kennislink.nl maakt nieuwsgierig Terug van weggeweest Daders plegen vaak misdrijven in hun oude buurt Misdadigers slaan vaak toe in hun eigen woonomgeving. Maar wat gebeurt er als zij verhuizen?

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam

Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam Martijn Epskamp Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) januari 2010 In opdracht van ds+v (gemeente Rotterdam) en provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Veilig geldtransport. 15 tips om geld veilig te vervoeren

Veilig geldtransport. 15 tips om geld veilig te vervoeren Veilig geldtransport 15 tips om geld veilig te vervoeren Veilig geldtransport Geldvervoer is nooit zonder risico s. Maar u kunt die risico s wél zoveel mogelijk beperken. In deze folder vindt u de 15 belangrijkste

Nadere informatie

Behorend bij de Macro Economische Verkenning 2014

Behorend bij de Macro Economische Verkenning 2014 CPB Achtergronddocument Schatting effect btw-verhoging op inflatie Behorend bij de Macro Economische Verkenning 4 7 september Martin Mellens Centraal Planbureau M.C.Mellens@cpb.nl Jonneke Dijkstra Centraal

Nadere informatie

Misdrijf vaak in voormalige woonbuurt dader

Misdrijf vaak in voormalige woonbuurt dader Misdrijf vaak in voormalige woonbuurt dader Terug naar vertrouwd terrein Crimi-trends Criminelen slaan vaak toe in hun eigen buurt, die ze als hun broekzak kennen. Ook na een verhuizing zoeken ze hun oude

Nadere informatie

4 Hoe aantrekkelijk zijn O&O functies als startersbaan?

4 Hoe aantrekkelijk zijn O&O functies als startersbaan? 4 Hoe aantrekkelijk zijn O&O functies als startersbaan? Arnaud Dupuy Al meer dan een decennium lang geven bedrijven die veel aan onderzoek en ontwikkeling (O&O) doen te kennen dat zij O&O vacatures maar

Nadere informatie

Cultuur in stad en provincie. De culturele positie van de stad en de provincie Utrecht

Cultuur in stad en provincie. De culturele positie van de stad en de provincie Utrecht Cultuur in stad en provincie De culturele positie van de stad en de provincie Utrecht Cultuur in stad en provincie Eindredactie en opmaak: M Tekst & Beeld, Bunnik Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

Hein Roethofprijs 2007. veiligheid door samenwerking

Hein Roethofprijs 2007. veiligheid door samenwerking Hein Roethofprijs 2007 veiligheid door samenwerking omslag: Stadsmarinierschap uit Rotterdam wint Hein Roethofprijs 2006 Het project Stadsmarinierschap is een van de maatregelen die Rotterdam neemt om

Nadere informatie

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie Samenvatting Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie In dit proefschrift wordt een aantal studies gepresenteerd waarin tijdreeksanalyse wordt toegepast

Nadere informatie

E f f e c t v a n i n z e t l o k f i e t s e n o p f i e t s d i e f s t a l

E f f e c t v a n i n z e t l o k f i e t s e n o p f i e t s d i e f s t a l E f f e c t v a n i n z e t l o k f i e t s e n o p f i e t s d i e f s t a l B r a m B e r h i t u & B e n V o l l a a r d, T i l b u r g U n i v e r s i t y, m e i 2 0 1 7 1 Samenvatting resultaten.

Nadere informatie

Twee unieke voorbeelden van demografisch gezondheidsonderzoek op basis van CBS microdata

Twee unieke voorbeelden van demografisch gezondheidsonderzoek op basis van CBS microdata Datum 06-11-2014 1 Twee unieke voorbeelden van demografisch gezondheidsonderzoek op basis van CBS microdata Dr. Eva Kibele Population Research Centre, Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Healthy Ageing:

Nadere informatie

LEIDT BLIND TELLEN VAN DE VOORRAAD TOT MINDER TELFOUTEN?

LEIDT BLIND TELLEN VAN DE VOORRAAD TOT MINDER TELFOUTEN? Management control: LEIDT BLIND TELLEN VAN DE VOORRAAD TOT MINDER TELFOUTEN? Ondanks technologische ontwikkelingen in vooraadbeheersingssystemen blijft fysieke voorraadopname belangrijk voor interne en

Nadere informatie

De belangrijkste prijseffecten vinden plaats binnen 250 meter van de investeringslocatie.

De belangrijkste prijseffecten vinden plaats binnen 250 meter van de investeringslocatie. Er is de afgelopen decennia fors geïnvesteerd in zogenoemde krachtwijken. De investeringen waren vooral gericht op het verbeteren van de socialewoningvoorraad. Als het krachtwijkenbeleid tot aantrekkelijker

Nadere informatie

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus Dat economie in essentie geen experimentele wetenschap is maakt de econometrie tot een onmisbaar

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

Statistiek voor A.I.

Statistiek voor A.I. Statistiek voor A.I. College 13 Donderdag 25 Oktober 1 / 28 2 Deductieve statistiek Orthodoxe statistiek 2 / 28 3 / 28 Jullie - onderzoek Tobias, Lody, Swen en Sander Links: Aantal broers/zussen van het

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Steekproevendistributies

Hoofdstuk 5: Steekproevendistributies Hoofdstuk 5: Steekproevendistributies Inleiding Statistische gevolgtrekkingen worden gebruikt om conclusies over een populatie of proces te trekken op basis van data. Deze data wordt samengevat door middel

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

Statistiek voor A.I. College 14. Dinsdag 30 Oktober

Statistiek voor A.I. College 14. Dinsdag 30 Oktober Statistiek voor A.I. College 14 Dinsdag 30 Oktober 1 / 16 2 Deductieve statistiek Orthodoxe statistiek 2 / 16 Grootte steekproef Voorbeeld NU.nl 26 Oktober 2012: Helft broodjes döner kebab vol bacteriën.

Nadere informatie

Duurzaam in de buurt. Over groene stroom en investeren. Enquête leefbaarheid en veiligheid 2008. Bureau Onderzoek Gemeente Groningen

Duurzaam in de buurt. Over groene stroom en investeren. Enquête leefbaarheid en veiligheid 2008. Bureau Onderzoek Gemeente Groningen Duurzaam in de buurt Over groene stroom en investeren Enquête leefbaarheid en veiligheid 2008 Bureau Onderzoek Gemeente Groningen Bureau Onderzoek is ondergebracht bij de dienst Sozawe van de Gemeente

Nadere informatie

MODEL. veiligheid door samenwerking

MODEL. veiligheid door samenwerking MODEL Integrale Brandveiligheid Bouwwerken veiligheid door samenwerking Brandveiligheid Rookmelders, sprinklersystemen en brandtrappen; brandveiligheidsmaatregelen vullen elkaar aan en zijn vaak onlosmakelijk

Nadere informatie

ORS. LEK EN LINGE POSTBUS AL CULEMBORG

ORS. LEK EN LINGE POSTBUS AL CULEMBORG ORS. LEK EN LINGE POSTBUS 461 4 AL CULEMBORG Onderstaand rapport is gebaseerd op de afnamegegevens van de groep kandidaten "M6mo6" die uw school na afname van het centraal schriftelijk examen aan Cito

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 w Rapport Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 T.J. Slager en J. Weidum 14 november 2014 Samenvatting In 2013 is er in totaal 374 miljoen euro door gemeenten uitgegeven aan bijzondere bijstand. Het gaat

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Afstand tot voortgezet onderwijs, 2011

Afstand tot voortgezet onderwijs, 2011 Indicator 20 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Nederlanders wonen op gemiddeld

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Rapport. Martine van de Pol Elisabeth Duijser. B5462 13 november 2003. Bestemd voor: Hydron Zuid Holland te Gouda

Rapport. Martine van de Pol Elisabeth Duijser. B5462 13 november 2003. Bestemd voor: Hydron Zuid Holland te Gouda Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Concurrentie binnen watermarkt schaadt vertrouwen consument

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Kort samengevat is het doel van dit proefschrift het verbeteren van de kwaliteit van officiële statistieken. Kwaliteit van statistische informatie heeft meerdere facetten. Dit werk richt zich op twee van

Nadere informatie

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Bedrijfseconomische Statistieken Statistische analyse Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Gert Buiten, Andries

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit

Nadere informatie

VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN STOP WONINGINBRAKEN. Het CCV helpt gemeenten in hun strijd tegen woninginbraak

VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN STOP WONINGINBRAKEN. Het CCV helpt gemeenten in hun strijd tegen woninginbraak VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN STOP WONINGINBRAKEN Het CCV helpt gemeenten in hun strijd tegen woninginbraak STOP WONINGINBRAKEN BINNEN UW GEMEENTE U wilt de woninginbraken in uw gemeente een halt toe roepen.

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2001 DOCUMENTATIE Rep01_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

E f f e c t v a n i n z e t l o k f i e t s e n o p f i e t s d i e f s t a l

E f f e c t v a n i n z e t l o k f i e t s e n o p f i e t s d i e f s t a l E f f e c t v a n i n z e t l o k f i e t s e n o p f i e t s d i e f s t a l B r a m B e r h i t u & B e n V o l l a a r d, T i l b u r g U n i v e r s i t y, m e i 2 0 1 7 1 Samenvatting resultaten.

Nadere informatie

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10 1 INLEIDING SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. De monitor is het resultaat van een strategische samenwerking

Nadere informatie

Graffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing)

Graffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing) Graffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing) Dr. Gabry Vanderveen Onderzoek met medewerking van Funda Jelsma; in opdracht van en gefinancierd door CCV/ Ministerie van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010

Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 Bijlage bij hoofdstuk 15 van het Sociaal en Cultureel Rapport 2010 In deze bijlage wordt achtereenvolgens kort ingegaan op de verrichte analyses en de gebruikte bestanden en worden enige aanvullende resultaten

Nadere informatie

Inbraakpreventie in Westfriesland

Inbraakpreventie in Westfriesland Inbraakpreventie in Westfriesland uitkomsten van een peiling onder inwoners Westfriese gemeenten Juni 2014 Belangrijkste uitkomsten Risico-perceptie De zes gemeenten die deel uit maken van het politiedistrict

Nadere informatie

Misdrijf vaak in voormalige woonbuurt dader

Misdrijf vaak in voormalige woonbuurt dader Misdrijf vaak in voormalige woonbuurt dader Misdadigers slaan vaak toe in hun eigen woonomgeving. Maar wat gebeurt er als zij verhuizen? Recent onderzoek laat zien dat zij dan vaak in hun voormalige woonbuurten

Nadere informatie

Zij weer? Over inbrekers die twee keer langskomen

Zij weer? Over inbrekers die twee keer langskomen TERUG MAIL SLA OP Zij weer? Over inbrekers die twee keer langskomen SAMENVATTING 27/1/2009 Als er in de buurt is ingebroken, kun je maar beter de ramen dichthouden en een extra slot op de deur doen. De

Nadere informatie

Verkoopprijs woningen, 2010

Verkoopprijs woningen, 2010 Indicator 30 augustus 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gemiddelde verkoopprijs

Nadere informatie

Commercial and Residential Real Estate Market Liquidity D.W. van Dijk

Commercial and Residential Real Estate Market Liquidity D.W. van Dijk Commercial and Residential Real Estate Market Liquidity D.W. van Dijk Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Marktliquiditeit in residentieel en commercieel vastgoed De hoofdvraag in dit proefschrift

Nadere informatie

Vooraf ingevulde waarden in de inkomens- en lastentoets in de telecombranche. Een experiment in de online keuzeomgeving

Vooraf ingevulde waarden in de inkomens- en lastentoets in de telecombranche. Een experiment in de online keuzeomgeving Vooraf ingevulde waarden in de inkomens- en lastentoets in de telecombranche Een experiment in de online keuzeomgeving Publicatiedatum: 01-mrt-2018 Autoriteit Financiële Markten De AFM maakt zich sterk

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Leegstand woningen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Leegstand woningen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 18 oktober 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Op 1 januari 2012 stonden 350

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2 (Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Gemeente Breda. Subjectieve onveiligheid. Individuele en buurtkenmerken onderzocht. Juni 2015

Gemeente Breda. Subjectieve onveiligheid. Individuele en buurtkenmerken onderzocht. Juni 2015 Gemeente Breda Subjectieve onveiligheid Individuele en buurtkenmerken onderzocht Juni 2015 Uitgave: Gemeente Breda BBO/Onderzoek en Informatie e-mail: onderzoek@breda.nl www.kenjestadbreda.nl Publicatienummer:

Nadere informatie

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen 8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen Er bestaat een samenhang tussen twee variabelen als de verdeling van de respons (afhankelijke) variabele verandert op het moment dat de waarde

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-049 8 juli 2008 9.30 uur In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Sterkste groei aan noordoostzijde Randstad Ook meer huishoudens in Noord-Brabant

Nadere informatie

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden, Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel woningen en inwoners

Nadere informatie

Zorgadvies door zorgverzekeraars A. Victoor, A. Potappel & J.D. de Jong

Zorgadvies door zorgverzekeraars A. Victoor, A. Potappel & J.D. de Jong Dit factsheet is een uitgave van het Nivel. De gegevens mogen met bronvermelding (A. Victoor, A. Potappel & J.D. de Jong. Zorgadvies door zorgverzekeraars. Utrecht: Nivel, 2019) worden gebruikt. U vindt

Nadere informatie

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen April 2013 Binding met aar verbonden met stad en regio In hoeverre richt de aar zich op de eigen stad dan wel op de regio voor diverse activiteiten? Wat is hun oriëntatie in de randstad? Deze vraag staat

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp 2000 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever

Nadere informatie

Keurmerk Veilig Ondernemen. Samenwerken aan de veiligheid van winkelgebieden en bedrijventerreinen

Keurmerk Veilig Ondernemen. Samenwerken aan de veiligheid van winkelgebieden en bedrijventerreinen Keurmerk Veilig Ondernemen Samenwerken aan de veiligheid van winkelgebieden en bedrijventerreinen centrum voor criminaliteitspreventie en veiligheid keurmerk veilig ondernemen Iedere ondernemer is wel

Nadere informatie

Tentamen Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: Tijd: , BBL 420 Dit is geen open boek tentamen.

Tentamen Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: Tijd: , BBL 420 Dit is geen open boek tentamen. Tentamen Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: 19-12-2002 Tijd: 9.00-12.00, BBL 420 Dit is geen open boek tentamen. Algemene aanwijzingen 1. U mag ten hoogste één A4 met aantekeningen raadplegen.

Nadere informatie

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel Resultaten LHBT-Veiligheidsmonitor 2015: Kwart maakte afgelopen jaar een onveilige situatie mee; veiligheidsgevoel onder transgenders blijft iets achter. De resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-145 29 juni 2000 9.30 uur Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Door de gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Microdataservices. Documentatie Jaarbedragen van personen met een Algemene Ouderdomswet (AOW)-uitkering (AOWJAARBEDRAGTAB)

Microdataservices. Documentatie Jaarbedragen van personen met een Algemene Ouderdomswet (AOW)-uitkering (AOWJAARBEDRAGTAB) Documentatie Jaarbedragen van personen met een Algemene Ouderdomswet (AOW)-uitkering (AOWJAARBEDRAGTAB) Datum:14 december 2017 Bronvermelding Publicatie van uitkomsten geschiedt door de onderzoeksinstelling

Nadere informatie