Effectiviteit van Ondernemerschapsonderwijs in het HBO. Luc de Krosse. saxion.nl

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Effectiviteit van Ondernemerschapsonderwijs in het HBO. Luc de Krosse. saxion.nl"

Transcriptie

1 Effectiviteit van Ondernemerschapsonderwijs in het HBO Luc de Krosse saxion.nl

2 ISBN: ISBN/EAN: Titel: Effectiviteit van Ondernemerschapsonderwijs in het HBO Auteur: Luc de Krosse (L.E.P.T.) Uitgever: Saxion Lectoraat Kennisinnovatief Ondernemerschap Academie Creatieve Technologie Druk: 1e druk, maart 2017 Website: saxion.nl/proefschrift-luc-de-krosse

3 Voorwoord Ondernemerschap is een van de belangrijkste motoren voor de groei van de welvaart en voor verbetering van het welzijn. Het is buitengewoon verheugend dat steeds meer opleidingsinstituten het vak Ondernemerschap in hun pakket opnemen. Was er in het verleden nog sprake van enige scepsis ten opzichte van het doceren van ondernemerschap, vandaag begrijpt men dat ondernemerschap natuurlijk in de basis in de genen moet zitten, maar door opleiding verder ontwikkeld kan en moet worden. Ondernemen in een steeds gecompliceerdere wereld vereist scholing. Het promotieonderzoek van Luc de Krosse naar de effectiviteit van ondernemerschapsonderwijs in het HBO is daarom van groot belang. Het biedt ons een beter zicht op de onderwijsfactoren die kunnen bijdragen aan succesvol ondernemerschap. Hopelijk zal dit proefschrift opleidingsinstituten inspireren om nog meer aandacht te geven aan goed en hoogwaardig ondernemerschapsonderwijs. Prof. Mr. Bernard Wientjes Hoogleraar Entrepreneurship and Leadership, Universiteit Utrecht Oud-voorzitter van de ondernemingsorganisatie VNO-NCW p. 5

4 Ten geleide Vrij, verantwoordelijk en creatief ondernemerschap is een hoeksteen van duurzame en rechtvaardig verdeelde welvaart. Wat maakt dat een persoon zich tot een goed ondernemer ontwikkelt, en hoe kunnen we dat ontwikkelingstraject bevorderen en vormgeven? Ondanks het grote maatschappelijk belang van goed ondernemerschap, zijn deze vragen nog lang niet beantwoord. Binnen de ontwikkelings- en de onderwijspsychologie het vakgebied van ondergetekende, promotor van Luc de Krosse zijn aanzetten te vinden tot antwoorden, maar om degelijke empirisch onderbouwde informatie te vinden over de ontwikkeling tot ondernemerschap en het bevorderen daarvan door middel van onderwijs moet men goed zoeken. Er was en is dan ook behoefte aan goed onderzoek naar de manier waarop ondernemerschap zich ontwikkelt. Mijn eigen ervaring met dit onderwerp bleef beperkt tot het basisonderwijs. In het verlengde van het landelijke onderzoeks-en praktijkproject Talentenkracht, dat tot doel had de ontwikkeling van wetenschapstalenten van jonge kinderen te onderzoeken, was ik ook geïnteresseerd geraakt in ondernemend leren in het basisonderwijs. Bij jonge kinderen berusten ondernemerschap en wetenschap voor een belangrijk deel op dezelfde basis. Beiden vereisen durf tot aanpakken, enthousiasme, creativiteit, uitzoeken hoe je bepaalde problemen kunt oplossen, samenwerken, goed communiceren, vorm geven aan ideeën En dat zijn eigenschappen die ook bij volwassen (aspirant) ondernemers van belang zijn. In het kader van het Talentenkracht project werkte ik ook samen met het HBO rond de opleiding van basisschoolleerkrachten. Ik voelde dan ook weinig aarzeling om ja te zeggen toen ik in 2009 door Luc de Krosse, met Han van der Meer en Jos van der Werf als beoogde mede-promotoren, werd benaderd met de vraag of ik promotor wilde zijn van een door Luc de Krosse bedacht en uit te voeren promotieonderzoek naar de effectiviteit van ondernemerschapsonderwijs in het HBO. Ik mag mezelf beslist geen expert op dit gebied noemen, maar wetenschappelijk onderzoek p. 6

5 is toch in de eerste plaats teamwerk, en met een lector innovatief ondernemerschap (Han van der Meer) en een lector ondernemen in de zorg en welzijn (Jos van der Werf) in het promotorenteam was de inhoudelijke expertise meer dan gewaarborgd. Het doen van promotieonderzoek, en het afronden daarvan in de vorm van een proefschrift, is geen sinecure. En promotieonderzoek doen naast een drukke baan is dat al helemaal niet. Voor de zogenaamde externe promovendi zoals Luc de Krosse vereist het promoveren een combinatie van doorzettingsvermogen, een lange adem, geloof in je eigen kracht, ondernemingszin en de bereidheid om naast de baan keihard aan het promotieonderzoek te werken, naast de voor alle promovendi belangrijke vaardigheden en attitudes zoals nieuwsgierigheid, leergierigheid, creativiteit, veerkracht en een hele hoop andere eigenschappen die je pas ontdekt op het moment dat je ze in het promotietraject nodig hebt. Deze eigenschappen waren bij Luc de Krosse in ruime mate aanwezig, en ze hebben hem in staat gesteld zijn unieke onderzoek naar de effectiviteit van ondernemerschapsonderwijs in het HBO tot een goed eind te brengen in de vorm van een interessant en waardevol proefschrift. De resultaten van zijn onderzoek zijn niet alleen van wetenschappelijke maar ook van praktische betekenis. Om te beginnen ontwikkelt Luc, op basis van gedegen literatuurstudie en eigen ervaring, in dit proefschrift een conceptueel model van het ondernemerschap. De basis van dit model wordt gevormd door competenties (kwaliteiten, vaardigheden en kennis) en motieven (bijvoorbeeld behoefte aan autonomie, competentie en positieve relaties met anderen). Competenties en motieven liggen ten grondslag aan zelfwerkzaamheid, het gevoel van haalbaarheid, attitudes en het gevoel van wenselijkheid ten aanzien van ondernemen. Samen met de sociale waardering voor het ondernemerschap bepalen deze kenmerken de ondernemerschapsintentie van de toekomstige ondernemer. Een belangrijke bijdrage van Luc s onderzoek is de door hem ontwikkelde vragenlijst die al deze kenmerken beoogt te meten. Deze overkoepelende en veelzijdige vragenlijst kan p. 7

6 overigens ook worden gebruikt in de praktijk van het ondernemerschapsonderwijs, zowel door docenten ondernemerschap als door studenten. De eersten vinden in deze vragenlijst en het onderliggende conceptuele model een raamwerk voor de doelstellingen van het ondernemerschapsonderwijs. Studenten vinden in deze vragenlijst een model van persoonlijke eigenschappen en vaardigheden die ze nodig hebben om uit te groeien tot succesvolle ondernemers. De begeleiding van externe promovendi vindt vaak voor een belangrijk deel plaats op afstand, in de vorm van schriftelijke uitwisseling van gedachten, adviezen en commentaren op de in ontwikkeling zijnde meetinstrumenten, onderzoeksdesigns en wetenschappelijke rapporten. Voor een zelfstandig wetenschapsondernemer als Luc de Krosse werkte dit wonderwel, getuige de gestage voortgang die zijn onderzoek en de rapportering daarvan in de vorm van een proefschrift kenmerkte. Veel academische proefschriften bestaan tegenwoordig uit een bundeling van een aantal zelfstandig leesbare Engelstalige artikelen, die worden bijeengehouden door een inleiding die de algemene thematiek beschrijft, en een conclusie en discussie die de resultaten van deze aparte artikelen samenvat. Voor een onderwerp als de effectiviteit van ondernemerschapsonderwijs in het HBO is een dergelijke vorm echter niet de meest geschikte. De vorm die door Luc in samenspraak met zijn promotoren is gekozen is die van een monografie. Daarin wordt een theoretisch model ontwikkeld, een meetinstrument ontworpen gebaseerd op het theoretische model. Dat wordt gevolgd door een beschrijving van onderzoek met dit instrument in een authentieke onderwijsleersituatie (het concrete ondernemerschapsonderwijs in het Nederlandse HBO), en afgesloten met een samenvatting en conclusie van de resultaten en concrete adviezen voor de onderwijspraktijk. Vaak wordt betoogd dat het Engels de taal van de wetenschappelijke communicatie moet zijn, en dat proefschriften dus ook in het Engels moeten worden geschreven. Ik ben echter van mening een mening die door de medepromotoren en de promovendus werd onderschreven dat onderzoek naar maatschappelijk relevante en concrete problemen p. 8

7 in de eerste plaats moet worden gerapporteerd in de taal van degenen voor wie de resultaten van onderzoek primair van belang zijn. Om die reden is er voor gekozen een Nederlandstalig proefschrift te schrijven, waarbij technisch jargon zoveel mogelijk wordt vermeden. Luc de Krosse is erin geslaagd een manuscript af te leveren dat optimaal leesbaar en toegankelijk is, met een goede balans tussen wetenschappelijke betekenis, methodologische helderheid en praktische relevantie. Het levenstraject neemt soms absurde wendingen. Op de dag dat Luc de aller-allerlaatste versie van het manuscript van het proefschrift naar de promotoren zou sturen, bereikte ons het schokkende bericht dat hij een zeer zware hartaanval had gehad en in coma lag. Kort daarna is Luc overleden. Het is niet mogelijk om het doctoraat, in dit geval in de Gedrags- en Maatschappijwetenschappen postuum toe te kennen. Als promotoren hebben we, samen met Luc s familie en collega s,besloten om zijn proefschrift te publiceren als wetenschappelijke nalatenschap. De beste manier om Luc te eren voor zijn inzet en gedrevenheid om een antwoord te vinden op de vraag hoe effectief het ondernemerschapsonderwijs in het Nederlandse HBO feitelijk is, is door zijn werk ter beschikking te stellen aan allen die in het ondernemerschapsonderwijs en het bevorderen van ondernemerschap in het algemeen geïnteresseerd zijn. Het verheugt me dan ook zeer dat de Saxion Hogeschool het initiatief heeft genomen om het proefschrift als boek uit te geven. Paul van Geert Emeritus Hoogleraar Ontwikkelingspsychologie Honorair Hoogleraar Complexe Dynamische Systemen In Ontwikkeling, Opvoeding En Onderwijs Universiteit Groningen p. 9

8 Voorwoord Mijn reis naar inzicht en succes: passie, zelfvertrouwen en ambitie Een reis van ruim zeven jaar. Soms zeer intensief en andere keren sluimerend op de achtergrond. Momenten van euforie en momenten waarop de handdoek net niet in de ring belandde. Maar achteraf ben ik blij en tevreden over de reis en de uiteindelijke bestemming; het is het waard geweest! Voor mij persoonlijk draait dit promotieonderzoek om twee relevante zaken. In de eerste plaats is dat het willen wegnemen van mijn ongemakkelijke gevoel en mijn onzekerheid over de juistheid van de wijze waarop het ondernemerschapsonderwijs in het HBO in het algemeen en mijn ondernemerschapsonderwijs in het bijzonder wordt ingevuld en vormgegeven; doen we wel de juiste dingen en doen wij ze op de juiste manier? Ofwel het stillen van mijn enorme kennishonger, de drang om te weten. En in de tweede plaats draait dit onderzoek ook om mijn wens om succesvol te zijn in iets waar ik van kinds af aan al over droomde: promoveren op een vakgebied waar ik mij vol passie mee bezig wil houden. Ofwel het ruimte geven aan mijn ambitie, de aantrekkingskracht van succes. Zonder mijn passie voor ondernemerschap en onderwijs in combinatie met mijn kennishonger en ambitie, zou het starten, uitvoeren en afronden van een vaak eenzame, energievretende en tijdrovende exercitie als dit promotieonderzoek nooit enige kans hebben gehad zich in mijn dromen en gedachten te manifesteren om uiteindelijk onontkoombaar tot wasdom te komen in het voorliggende proefschrift. Passie, groeiend zelfvertrouwen en doelgerichte ambitie. Misschien zijn dat wel de bouwstenen of voorwaarden die, alleen in combinatie met elkaar, zowel de onderzoeker als de ondernemer drijven naar succes: het in vrijheid stellen en op een min of meer zelfstandige manier bereiken van zelf gekozen doelen! Graag neem ik u mee op mijn reis met bestemming: inzicht en succes! p. 10

9 Dankwoord Voordat het avontuur begint wil ik de lezers van dit proefschrift alvast bedanken voor de aandacht die zij hieraan willen geven en ik hoop dat zij uiteindelijk tot de slotconclusie komen dat het dat waard was. Uiteraard sta ik open voor jullie positieve en kritische opmerkingen. Uiteraard ook een groot dankwoord aan mijn promotoren, prof. dr. P.L.C. van Geert en prof. dr. J.J. van der Werf en aan mijn copromotor, ir. J.D. van der Meer. Zonder hun inhoudelijke, maar vooral ook enthousiasmerende steun en begeleiding was dit proefschrift nooit voltooid. Dank! Voor mijn (oud-)studenten, zonder wie ik geen omgeving zou hebben gehad om mijn passie voor ondernemerschapsonderwijs en de drang tot verbetering tot enig wasdom te laten komen. Luc de Krosse Arnhem, 30 juni 2016 p. 11

10 Inhoudsopgave Voorwoord Mijn reis naar inzicht en succes: passie, zelfvertrouwen en ambitie Dankwoord Inhoudsopgave Inleiding en leeswijzer Zelfstandig ondernemen: een kwestie van motieven en competenties Ondernemerschapsonderwijs: ontwikkelen van motieven en competenties Leeswijzer Hoofdstuk 1. Theoretisch Kader en Onderzoeksvragen 1.1 Inleiding Het belang van ondernemerschap Het stimuleren van ondernemerschap in het hoger onderwijs Doelstelling en probleemstellingen van het onderzoek 1.2 Ondernemerschap Succesvol Ondernemerschap Kenmerken van ondernemers Ondernemerschapsmodel Conclusie: Beantwoording van de theoretische hoofdvragen 1.3 Ondernemerschapsonderwijs Leermodel, onderwijsomgevingen en verwachte leerresultaten Effectiviteit van ondernemerschapsonderwijs De rol van zelfdeterminatie binnen het ondernemerschapsonderwijs Conclusie: beantwoording theoretische hoofdvragen 1.4 Empirische Onderzoeksvragen Attitude, haalbaarheid, sociale waardering en intentie Motieven of drijfveren Competenties 1.5 Hypothesen Hoofdstuk 2. Methode van onderzoek 2.1 Inleiding 2.2. Operationalisering variabelen en onderzoeksinstrument Attitude, haalbaarheid, sociale waardering en intentie Motieven Competenties Constructivisme Pilotstudie naar haalbaarheid en betrouwbaarheid van de vragenlijst 2.3. Onderzoeksprocedure Respondenten p. 12

11 2.3.2 Hoofdonderzoek 2.4 Analyse Factoranalyse Analyse verschillen voor- en binnen dezelfde groep Effecten van de onderwijsvorm op de effectvariabelen Analyse verschillen voor- en voor 2 groepen Hoofdstuk 3. Resultaten 3.1 Inleiding Gebruikte methoden Factoranalyse 3.2 Attitude, haalbaarheid, sociale waardering en intentie Effect ondernemerschapsonderwijs Effect constructiegericht ten opzichte van overdrachtsgericht ondernemerschapsonderwijs 3.3 Motieven of drijfveren Effect ondernemerschapsonderwijs Effect constructiegericht ten opzichte van overdrachtsgericht ondernemerschapsonderwijs 3.4 Competenties: de Kwaliteiten Effect ondernemerschapsonderwijs Effect constructiegericht ten opzichte van overdrachtsgericht onderwijs 3.5 Competenties: de Vaardigheden Effecten van ondernemerschapsonderwijs 3.5,2 Effect constructiegericht ten opzichte van overdrachtsgericht onderwijs 3.6 Competenties: de Kennisgebieden Effect ondernemerschapsonderwijs Effect constructiegericht ten opzichte van overdrachtsgericht onderwijs 3.7 Conclusies uit de interviews De reden voor ondernemerschap in het curriculum De doelstellingen van de minoren ondernemerschap De inhoud van de minoren ondernemerschap De vorm van de minoren ondernemerschap Constructivisme in de minoren ondernemerschap Waargenomen effectiviteit van de minoren ondernemerschap Samenvatting Hoofdstuk 4. Conclusie 4.1 Inleiding 4.2 Attitude, haalbaarheid, sociale waardering en intentie 4.3 Motieven of drijfveren 4.4 Kwaliteiten p. 13

12 4.5 Vaardigheden 4.6 Kennisgebieden 4.7 Algemene conclusie In welke mate stimuleert of ontwikkelt het ondernemerschapsonderwijs in het HBO de ondernemerschapsintentie? In welke mate stimuleert of ontwikkelt het ondernemerschapsonderwijs in het HBO de relevante motieven of drijfveren? In welke mate stimuleert of ontwikkelt het ondernemerschapsonderwijs in het HBO de relevante ondernemerschapscompetenties (kwaliteiten, vaardigheden en kennis)? In welke mate stimuleren of ontwikkelen de verschillende onderwijsvormen de ondernemerschaps-intentie, -motieven en -competenties? 4.8 Discussie Beperkingen van het uitgevoerde onderzoek Conclusies met betrekking tot vervolgonderzoek 4.9 Aanbevelingen voor de praktijk Scholing in onderwijskunde Kiezen voor constructiegerichtheid Focus op passie, talent en ambitie Referenties Bijlagen Nawoord p. 14

13 p. 15

14 Inleiding en leeswijzer Inleiding Zelfstandig ondernemen: een kwestie van motieven en competenties Weinig mensen beginnen tijdens of vlak na hun studietijd voor zichzelf als zelfstandig ondernemer. In gesprekken valt op dat veel mensen wel een (latente) wens hebben om op korte dan wel langere termijn zelfstandig ondernemer te willen worden. Want dan kun je doen wat je graag wil doen op je eigen wijze en dat zonder last van een baas of organisatie die voor jou uitmaakt wat je precies moet doen en hoe je je werk moet doen. Uiteindelijk blijkt maar een heel klein deel ook daadwerkelijk de stoute schoenen aan te trekken. Misschien komt het wel juist daardoor; het gevoel stoute schoenen aan te moeten trekken om een onzekere toekomst tegemoet te treden. Meestal wordt gekozen voor de vermeende veilige haven van het dienstverband (het liefst voor onbepaalde tijd). Soms wordt dan nog wel gezegd dat men eerst een aantal jaren ervaring op wil doen, wat rond wil kijken om zich op de mogelijkheden te oriënteren, maar uiteindelijk wordt de sprong in het diepe meestal toch niet genomen. En wanneer men dan wel kiest voor het zelfstandig ondernemerschap dan lijkt maar een klein deel van deze ondernemers echt te slagen. Een deel van de starters stopt alweer na een kortere of langere tijd, al dan niet door faillissement. Zo zijn in de eerste drie kwartalen van 2015 tegenover nieuwe bedrijven ook bedrijven gestopt, waarvan door faillissement (Kvk. nl, Bedrijvendynamiek 2015 Q1 t/m Q3). En een ander deel lukt het maar niet om echt succesvol te worden en werkt zich een slag in de rondte om soms zelfs nog niet een inkomen op bijstandsniveau te verdienen. Zo was het gemiddeld persoonlijk inkomen (totaal inkomen minus de premies voor inkomensverzekeringen) voor zelfstandigen in euro per jaar waarbij het gemiddelde in de bedrijfstak Financiele Dienstverlening op euro per jaar lag en in de bedrijfstak Horeca op euro per jaar. Hiernaast blijkt volgens het CBS 12% van de huishoudens met zelfstandigen een inkomen te hebben onder de lage-inkomensgrens, tegenover 8% voor alle huishoudens ( De reden dat er zo weinig mensen zijn die tijdens of na hun schooltijd voor zichzelf beginnen als zelfstandig ondernemer kan veel te maken hebben met de drijfveren of motieven en intentie die mensen hebben om dat te (blijven) doen wat ze uiteindelijk doen. Misschien hebben de starters en doorzetters bepaalde drijfveren of motieven die niet-starters en afhakers niet of in mindere mate bezitten. Dat de ene ondernemer wel succesvol is en de andere niet heeft te maken met de bestendigheid of duurzaamheid, en daarmee de kracht van de drijfveren of motieven. Blijven deze gedurende het zelfstandig ondernemerschap intact of gaan andere drijfveren of motieven een rol spelen die het zelfstandig ondernemerschap juist tegenwerken en die de drang om vol te houden wegneemt? Hiernaast heeft het te maken met de mate waarin competenties die noodzakelijk zijn voor succesvol ondernemersgedrag aanwezig zijn en uiteraard met de omgeving waarin wordt ondernomen. Ondernemerschapsonderwijs: ontwikkelen van motieven en competenties Dit alles doet de gedachte opkomen dat wanneer men wil stimuleren dat meer mensen gaan ondernemen en ervoor wil zorgen dat zij daarin ook succesvol kunnen zijn, men de relevante motieven en competenties moet stimuleren dan wel ontwikkelen. De interessante kernvraag voor dit onderzoek is dan uiteraard of dit mogelijk is en zo ja, p. 16

15 hoe dan? In discussies verdedig ik het standpunt dat je ondernemerschap (en dan specifiek de relevante motieven en competenties) kunt leren, waar anderen dit vaak betwisten. Je bent ondernemer of je bent het niet, het zit in de genen en daar doe je verder weinig aan, wordt dan vaak gezegd. Gevoelsmatig en gebaseerd op mijn persoonlijke kennis en ervaringen denk ik dat je ondernemerschap wel degelijk kunt leren en onderwijzen. Leeswijzer Het voorliggende proefschrift bestaat uit 4 hoofdstukken. In hoofdstuk 1. zullen het theoretisch kader, gebaseerd op literatuurstudie en de onderzoeksvragen worden gepresenteerd. Het belang van ondernemerschap en de de rol die onderwijs in het stimuleren hiervan kan spelen worden besproken. Ook zullen de doelstelling en de probleemstellingen van dit proefschrift aan de orde komen. De wijze waarop motieven en competenties van invloed zijn op ondernemerschap komt tot uiting in het ontwikkelde ondernemerschapsmodel dat tevens als conceptueel model voor het vervolg van dit onderzoek zal dienen. Tot slot zal de rol van het onderwijs bij het stimuleren van ondernemerschap worden besproken; hierbij zal een onderscheid worden gemaakt tussen overdrachtsgericht en constructiegericht onderwijs. In hoofdstuk 2. wordt de methode van onderzoek besproken. De variabelen worden geoperationaliseerd en het ontwikkelde onderzoeksinstrument wordt gepresenteerd. Ook zal in dit hoofdstuk de onderzoeksprocedure aan de orde komen. In hoofdstuk 3. worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. Hier zal duidelijk worden wat de effecten zijn van ondernemerschapsonderwijs op de intentie, de motieven en de competenties. Hierbij worden de effecten van overdrachtsgericht en constructiegericht onderwijs tegenover elkaar gesteld en met elkaar vergeleken. In hoofdstuk 4. zullen de conclusies worden getrokken. Ook zal een kritische beschouwing over het onderzoek niet ontbreken in de discussiesectie. Ten slotte zullen er aanbevelingen voor de onderwijspraktijk worden beschreven. p. 17

16 1. Theoretisch Kader en Onderzoeksvragen 1.1 Inleiding Het belang van ondernemerschap Dat het thema ondernemerschap relevant is voor de ontwikkeling van samenleving en economie behoeft nauwelijks betoog. Uit onderzoek komt naar voren dat ondernemerschap van groot belang is voor economische groei, dynamiek, innovatie, werkgelegenheid en de welvaart in het algemeen (van Praag, 2006; van der Sluis, 2007). Sommigen claimen dat het ondernemerschap in Nederland achterblijft en dat er geen ondernemerscultuur heerst (Westhof, 2005; van Praag, 2006). Westhof en van Praag zijn van mening dat meer ondernemerschap goed zou zijn voor de economische ontwikkeling en dat een ondernemende houding op de arbeidsmarkt steeds meer gewenst is. Zij vinden het daarom van groot belang om ondernemerschap te stimuleren. Belangrijk is om te constateren dat ondernemen en ondernemerschap in de toekomstige economie steeds belangrijker gaan worden en dat er tegelijkertijd in Nederland (nog) geen echte ondernemerscultuur heerst Het stimuleren van ondernemerschap in het hoger onderwijs De vraag die bovenstaande conclusie oproept is hoe ondernemerschap is te stimuleren? Het ligt voor de hand dat hiervoor gedacht wordt aan stimulerende maatregelen van overheidswege. Te denken valt bijvoorbeeld aan belastingvoordelen voor startende ondernemers en het terugdringen van belemmerende wetgeving en andere regels. Ook kan gedacht worden aan de inzet van diverse media- en communicatiemiddelen om de voordelen van het zelfstandig ondernemerschap onder de aandacht van het publiek te brengen. Minder voor de hand ligt wellicht dat een verbinding gelegd wordt met het ontwikkelen van competenties, kortom met onderwijs. Jonge mensen in het onderwijs zijn druk doende zichzelf te ontdekken en te ontwikkelen. Het onderwijs lijkt hierdoor bij uitstek de plaats om zelfstandig ondernemerschap onder de aandacht te brengen als een volwaardig of beter alternatief voor het dienstverband als loopbaanperspectief. In het onderwijs kunnen jongeren ontdekken of zelfstandig ondernemerschap een betere optie lijkt dan het dienstverband om hun ambities en andere drijfveren vorm te geven. Daarnaast kunnen zij zich binnen een veilige onderwijsomgeving ontwikkelen tot bekwame of competente ondernemers in de dop. Dit maakt het wenselijk dat in het onderwijs het stimuleren van ondernemen en ondernemerschap hoog op de agenda komen te staan. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat ondernemerschap en ondernemerschapsonderwijs grote aandacht hebben van beleidsmakers, onderzoekers en onderwijsinstellingen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit The Oslo Agenda for Entrepreneurship Education in Europe (2006). In het onderwijs is de aandacht voor ondernemen en ondernemerschap de laatste jaren toegenomen en is het ondernemerschapsonderwijs al enige jaren in ontwikkeling en uitvoering. Gesteld kan worden dat de algemene doelstelling van het hoger onderwijs is om studenten voor te bereiden op het succesvol kunnen uitvoeren van hun latere beroepstaken. Specifiek voor het ondernemerschapsonderwijs is deze doelstelling te vertalen naar de doelstelling om studenten voor te bereiden op het succesvol kunnen uitvoeren van de ondernemerstaken. Naast deze primaire doelstelling van ondernemerschapsonderwijs speelt meestal, soms expliciet maar vaak ook impliciet, de wens om te bereiken dat meer studenten tijdens of na hun studie gaan kiezen voor een bestaan als zelfstandig ondernemer. Dit roept een aantal relevante vragen voor het onderwijs op. De eerste vraag gaat over welke drijfveren of motieven en intenties iemand nodig heeft om zelfstandig ondernemer te worden en te blijven. De tweede vraag gaat over welke competenties iemand nodig heeft die maken dat hij de p. 18

17 ondernemerstaken succesvol kan uitvoeren. En de derde vraag ten slotte gaat over de wijze waarop het onderwijs de relevante motieven en intentie kan stimuleren en de relevante competenties kan ontwikkelen. De ondernemerstaken zijn in bovenstaande leidend. Het gaat er uiteindelijk om dat meer studenten gemotiveerd(er) raken deze taken te willen uitvoeren en wanneer zij dit doen dat zij hierin succesvol zijn. Deze ondernemerstaken bestaan uit het creëren of ontdekken van commerciële kansen, het evalueren van deze kansen en het exploiteren daarvan; meestal in de vorm van een eigen onderneming (Shane & Venkataraman, 2000). De uitdaging is duidelijk, maar de antwoorden op de vragen of en hoe ondernemerschap door onderwijs gestimuleerd en ontwikkeld kan worden zijn echter nog niet veel gezocht. Wellicht zijn deze vragen zelfs niet altijd gesteld en is als vanzelfsprekend aangenomen dat er een positieve relatie bestaat tussen het gevolgde ondernemerschapsonderwijs en de stimulering van de relevante motieven en intentie en de ontwikkeling van de relevante competenties. Dit laatste lijkt bevestigd te worden tijdens orientatiegesprekken die in het kader van dit onderzoek gedurende het studiejaar 2009/2010 gevoerd zijn met meer dan 40 programma-verantwoordelijken en -docenten van ondernemerschapsprogramma s in het HBO (zie hiervoor ook 1.3.1). Gebleken is dat vrijwel alle programma s vanuit enthousiasme of vanuit bestuurlijke drang een start hebben gemaakt met ondernemerschapsonderwijs. Dat het ondernemerschapsonderwijs van grote waarde kan zijn voor studenten werd over de gehele linie aangenomen. Op de vraag of het ontwikkelde en ingerichtte onderwijs steunde op wetenschappelijke kennis en inzichten werd vrijwel unaniem geantwoord dat dit niet het geval was. Veeleer was er sprake van een pragmatische methode van trial and error waarbij de ideeen van docenten, de studentenevaluaties en de organisatorische vraagstukken en knelpunten als uitgangspunten werden genomen om het onderwijs vorm te geven en bij te stellen. Buiten de algemene studentenevaluaties werd er ook niet altijd getoetst of het onderwijs daadwerkelijk de motivatie om te gaan ondernemen stimuleerde en de competenties om daarin succesvol te zijn ontwikkelde. Zoals we later zullen zien (zie 1.3.1) waren er ook in de literatuur weinig aanknopingspunten te vinden die een empirische onderbouwing geven van de relevantie van het aangeboden ondernemerschapsonderwijs. Daar waar effectiviteitsstudies gevonden zijn waren de resultaten eerder negatief dan positief. Uit de studies bleek niet dat ondernemerschapsonderwijs de leereffecten realiseerde die men er over het algemeen van verwachtte. Inmiddels is enkele jaren ervaring opgedaan met ondernemerschapsonderwijs in het hoger onderwijs in Nederland en kan empirisch onderzoek verricht worden naar de effectiviteit daarvan. Met het voorliggende onderzoek wordt gepoogd om de leereffectiviteit van het ondernemerschapsonderwijs in het HBO zichtbaar te maken. Hierbij spelen twee aspecten een belangrijke rol. Het eerste aspect gaat over de vraag wat ondernemerschap nu eigenlijk is en wat het onderwijs zou moeten stimuleren of ontwikkelen bij haar studenten opdat zij vaker en beter effectief ondernemerschapsgedrag gaan vertonen (dus: welke motieven en competenties willen we ontwikkelen). Het tweede aspect gaat over de vraag op welke wijze dit ondernemerschapsonderwijs het beste kan worden ontworpen en aangeboden (dus: hoe gaan we deze motieven en competenties ontwikkelen). Het eerste aspect gaat eigenlijk over een definitie van ondernemerschap en de vraag welke nu de relevante drijfveren of motieven en competenties zijn bij ondernemerschap. Wanneer de antwoorden op deze vragen zijn gevonden moet het duidelijk zijn waar het onderwijs zich op moet richten om ondernemerschap te kunnen stimuleren en de effectiviteit daarvan te vergroten. p. 19

18 Omdat er al veel onderzoek gedaan is naar deze motieven en competenties, kan gestart worden met een vooronderzoek op basis van bestaande literatuur. Het resultaat van deze literatuurstudie zal mogelijk meer inzicht geven in de relevante en door onderwijs te beïnvloeden motieven en competenties in relatie tot de ondernemerschapsintentie, het ondernemerschapssucces en het ondernemerschapsproces. De tweede vraag lijkt complexer en interessanter omdat het hier niet zozeer gaat om wat het uiteindelijke effect zou moeten zijn, maar veeleer over de wijze waarop dat effect kan worden gerealiseerd. En zoals met de meeste zaken zijn hier ook meerdere wegen die naar Rome leiden. Dit blijkt ook wel uit de veelheid van onderwijsvormen die worden aangeboden binnen het hoger ondernemerschapsonderwijs in Nederland. Deze varieren van korte kennismakingsmodulen van enkele studiepunten, het schrijven van ondernemingsplannen tot het opzetten van mini-ondernemingen. De meeste programma s worden gedurende een semester als Minor aangeboden en bestaan uit het ontwikkelen van een Businessmodel en het schrijven van een Ondernemingsplan. Maar leiden deze onderwijsprogramma s uiteindelijk tot het effect dat ondernemerschapsonderwijs beoogt te realiseren? Of is hier sprake van veel doodlopende wegen, omleidingen en zelfs heel andere routes waarbij Rome in de verste verte niet benaderd wordt, of sterker nog, men daar steeds verder van af raakt? En als het dan zo blijkt te zijn dat niet ieder onderwijsprogramma even effectief is, waar komt dat dan door? Wat maakt het ene onderwijsprogramma beter dan het andere? Verschillende oorzaken zouden hier debet aan kunnen zijn. Denk bijvoorbeeld aan het hanteren of juist ontbreken van een adequaat ondernemerschapsmodel en een hiervan afgeleide onderwijsdidactiek die ten grondslag liggen aan de ontwerpen van de diverse onderwijsprogramma s of aan de context waarin het ontworpen programma uitgevoerd moet gaan worden, waarbinnen veel ideale ontwerpen niet optimaal kunnen worden in- en uitgevoerd (door gestelde kaders, bureaucratie, docentkwaliteiten, etc.) Doelstelling en probleemstellingen van het onderzoek Uit de beschrijvingen van de diverse ondernemerschapsonderwijsprogramma s (studiehandleidingen en programmagidsen) komt naar voren dat de doelstelling van het ondernemerschapsonderwijs in het HBO in Nederland uiteen valt in twee subdoelstellingen: het stimuleren van de ondernemerschapsintentie en het ontwikkelen van de relevante ondernemerschapscompetenties bij de student. De vraag die gesteld kan worden is of deze doelstellingen daadwerkelijk worden gerealiseerd. De doelstelling van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de effectiviteit van diverse vormen van ondernemerschapsonderwijs in het HBO; ofwel inzicht krijgen in de mate waarin deze onderwijsvormen zowel de ondernemerschapsintentie als de relevante ondernemerschapscompetenties stimuleren of ontwikkelen. De probleemstellingen van dit onderzoek zijn in twee groepen in te delen. De vragen uit de eerste groep zijn theoretisch van aard en zullen in dit eerste hoofdstuk beantwoord worden op basis van literatuuronderzoek (1.2.4 en 1.3.6). De vragen uit de tweede groep zijn afgeleid uit de theoretische verhandeling in dit eerste hoofdstuk. Deze vragen zijn empirisch van aard en zullen beantwoord worden op basis van empirisch onderzoek. p. 20

19 De theoretische probleemstellingen zijn de volgende: Wat wordt verstaan onder de ondernemerschapsintentie? Wat wordt verstaan onder ondernemerschapsmotieven? Wat wordt verstaan onder ondernemerschapscompetenties? Hoe verhouden de ondernemerschapsintentie, de ondernemerschapsmotieven en de ondernemerschapscompetenties zich tot elkaar? Op welke wijze stimuleren de door studenten ervaren verschillende vormen van ondernemerschapsonderwijs de hierboven genoemde aspecten? De empirische probleemstellingen zijn de volgende: In welke mate stimuleert of ontwikkelt het ondernemerschapsonderwijs in het HBO de ondernemerschapsintentie? In welke mate stimuleert of ontwikkelt het ondernemerschapsonderwijs in het HBO de relevante motieven of drijfveren? In welke mate stimuleert of ontwikkelt het ondernemerschapsonderwijs in het HBO de relevante ondernemerschapscompetenties (kwaliteiten, vaardigheden en kennis)? In welke mate stimuleren of ontwikkelen de verschillende door studenten ervaren onderwijsvormen van het ondernemerschapsonderwijs in het HBO de ondernemerschaps-intentie, de ondernemerschapsmotieven en de ondernemerschapscompetenties? De eerste drie empirische probleemstellingen zullen worden beantwoordt ongeacht de manier waarop het ondernemerschapsonderwijs is ingericht. De beantwoording van deze vragen zal inzicht kunnen geven in de mate waarin het ondernemerschapsonderwijs in de huidige Nederlandse situatie gemiddeld genomen effectief is. De laatste empirische probleemstelling gaat ervan uit dat de diverse ondernemerschapsonderwijsprogramma s op verschillende manieren zijn ingericht en dat de perceptie van de studenten van deze verschillende omgevingen bepalen in welke mate de beoogde leerresultaten worden gerealiseerd. De leeromgeving kan worden gedefinieerd als de wijze waarop sturing, toetsing, interactie, context en activiteit zijn ingericht binnen een bepaald onderwijsprogramma (zie 1.3.4). Zoals in en zal blijken valt er een onderscheid te maken in meer overdrachtsgericht en meer constructiegericht onderwijs. De beantwoording van de laatste empirische vraag zal inzicht kunnen geven in de mate waarin het overdrachtsgerichte (traditionele) en het constructiegerichte (constructivistische) onderwijs gemiddeld genomen effectief zijn en welke van deze twee vormen het meest effectief is. Als uitgangspunt is gekozen voor de door de studenten ervaren leeromgeving in plaats van de objectieve leeromgeving. Dit omdat het vaak onduidelijk is of een ingerichte leeromgeving bewust gebaseerd is op een bepaalde leertheorie en omdat in het geval dit wel een bewuste keuze is geweest verschillende factoren de uitvoering en daarmee de perceptie door de studenten kunnen verstoren. Zo kunnen roostertechnische randvoorwaarden (zoals beschikbaarheid van ruimten en docenten), bureaucratie (zoals toetseisen en cijferregistraties) en docentkwaliteiten ervoor zorgen dat bijvoorbeeld een gewenste en beoogde constructiegerichte leeromgeving niet goed uit de verf kan komen waardoor deze objectief wel als zodanig kan zijn ontworpen en aangemerkt maar feitelijk door studenten niet als zodanig wordt ervaren. De daadwerkelijk door studenten ervaren leeromgeving lijkt daarom een beter uitgangspunt om de leeromgevingen betrokken in dit onderzoek als meer of minder overdrachtsgericht of constructiegericht aan te merken dan de beoogde en ontworpen leeromgeving. p. 21

20 1.2 Ondernemerschap Succesvol Ondernemerschap Shane & Venkataraman (2000) beschrijven ondernemen als een proces met drie fasen: kansen zien of ontdekken, kansen evalueren en kansen exploiteren. Het gaat hierbij om commercieel aantrekkelijke kansen in de betekenis dat de uiteindelijke (verkoop)opbrengsten hoger zijn dan de hiervoor te maken kosten, ofwel bedrijfskansen met winstpotentieel. Dit is het ondernemen bedoeld in dit onderzoek. We duiden het aan met de term zelfstandig ondernemen wanneer dit ondernemen voor eigen rekening en risico van de ondernemer wordt uitgevoerd. Dit laatste betekent dat de ondernemer hoofdzakelijk zelf verantwoordelijk is voor het al dan niet succesvol uitvoeren van de ondernemerstaken en daar ook zelf de al dan niet zoete vruchten van plukt. Ondernemerschapssucces kan op verschillende manieren of niveaus worden gedefinieerd. Op macro-niveau als de mate waarin maatschappelijke doelen worden gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld de groei van werkgelegenheid (Driessen, 2005; Bosma, 2000). Op meso-niveau als de mate waarin ondernemingsdoelen worden gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld bestaansduur, groei van omzet, personeel en winst (Driessen, 2005; Nandram, 2000; Bosma, 2000; Chattopadhyay, 2008). Op micro-niveau als de mate waarin persoonlijke doelen worden gerealiseerd (Driessen, 2005). Op alle drie de niveaus lijkt de kans om succesvol te worden als zelfstandig ondernemer in de eerste plaats af te hangen van de kracht en duurzaamheid van de relevante motieven of drijfveren, de competenties en de intentie van de zelfstandig ondernemer. Dit onderzoek richt zich met name op ondernemerschapssucces op meso-niveau waarbij de ondernemingsdoelen centraal staan. Dit sluit aan bij de definitie van zelfstandig ondernemen zoals in de vorige paragraaf is besproken: het ontdekken, evalueren en exploiteren van commercieel aantrekkelijke kansen voor eigen rekening en risico van de ondernemer. Om de gestelde ondernemingsdoelen en daarmee succes te kunnen behalen als ondernemer is het noodzakelijk om het juiste ondernemersgedrag te vertonen. Dit gedrag uit zich in het uitvoeren van de volgende opeenvolgende activiteiten: kansen ontdekken, evalueren en exploiteren. Om dit gedrag en daarmee deze activitei- Kansen zien Kansen evalueren Kansen exploiteren Ondernemerschapssucces Figuur 1. Ondernemerschapsfasering ten aanzien van zelfstandig ondernemerschap p. 22

21 ten succesvol te kunnen uitvoeren is het nodig daarbij over de daarvoor relevante motieven en competenties te beschikken. In figuur 1. is bovenstaande schematisch weergegeven. Het ondernemerschapssucces of het resultaat kan uiteraard positief of negatief zijn en dus als winst (succes) of verlies worden aangemerkt Kenmerken van ondernemers Ondernemerschapsintentie Wat bepaalt of iemand uiteindelijk kiest voor een bestaan als zelfstandig ondernemer? Het gaat hier om de ondernemerschapsintentie. Deze intentie gaat verder dan alleen de wens om zelfstandig ondernemer te worden; van belang is dat men ook daadwerkelijk van plan is zelfstandig ondernemer te worden en bereid is de hiervoor benodigde inspanningen gedurende een langere tijd te verrichten (Ajzen, 1987; Krueger, 1993; Shane, 2003). In de literatuur wordt gesteld dat de intentie om een onderneming op te richten de belangrijkste kracht is die de oprichting van een onderneming waarschijnlijk maakt (Krueger, 1993; Guerrero, 2006). In het oorspronkelijke model van planned behavior (Ajzen, 1987) wordt de intentie vooral bepaald door drie factoren: de attitude ten aanzien van het doelgedrag, de waardering door de omgeving hiervan en de veronderstelde gedragscontrole daarover. Engle e.a. (2010) stellen dat het model van Ajzen een belangrijk middel is voor de evaluatie van de ondernemerschapsintentie. Naarmate iemand een betekenisvolle waarde verwacht als uitkomst van het vertonen van ondernemersgedrag, de ondersteuning en waardering heeft van belangrijke anderen en gelooft dat hij of zij beschikt over de benodigde competenties om succesvol te worden als ondernemer, zal de ondernemerschapsintentie worden vergroot of versterkt (Engle e.a., 2010) Waar Ajzen al stelde dat de relatieve belangrijkheid van deze drie verklarende of voorspellende factoren zal varieren tussen verschillende situaties en verschillende gedragingen, blijkt uit het onderzoek van Engle e.a. (2010) dat dit zeker ook opgaat wanneer verschillende landen met elkaar worden vergeleken. De landen die in hun onderzoek werden vergeleken waren Bangladesh, China, Costa Rica, Egypte, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ghana, Rusland, Spanje, Zweden en de VS. Alleen voor de ondersteuning van en waardering door belangrijke anderen geldt dat Attitude ten aanzien van zelfstandig ondernemerschap Waardering door de omgeving voor zelfstandig ondernemerschap Ondernemerschapintentie Ondernemersgedrag Veronderstelde haalbaarheid ten aanzien van zelfstandig ondernemerschap Figuur 2. Ajzen s model of planned behavior (Engle et al., 2010) toegepast op ondernemerschap p. 23

22 deze in alle onderzochte landen een significante voorspeller is voor de ondernemerschapsintentie. Dit is des te meer opvallend omdat uit een onderzoek van Kreuger e.a. (2000) blijkt dat juist deze ondersteuning van en waardering door belangrijke anderen geen directe voorspeller is voor de ondernemerschapsintentie. We zullen straks zien dat dit niet betekent dat onder - steuning van en waardering door belangrijke anderen geen rol van betekenis spelen, maar dat deze een indirecte of intermedierende rol spelen door de directe invloed op de attitude en de veronderstelde haalbaarheid. Het oorspronkelijke model van Ajzen is, naast Engle e.a. (2010) door meer auteurs verder verfijnd. Zo wordt bijvoorbeeld gesteld dat de intentie afhankelijk is van of bepaald wordt door de gevoelde wenselijkheid om ondernemer te worden en de veronderstelde haalbaarheid daarvan (Krueger, 1993; Krueger & Brazeal, 1994, 2000; Gatewood, Shaver & Gartner, 1995; Guerrero, 2006; Linan, 2008; Chang Hui-Chen e.a., 2014; Zhang e.a., 2014). De gevoelde wenselijkheid of attitude (de overtuiging dat de voordelen van dit gedrag opwegen tegen de nadelen) wordt op haar beurt beïnvloed door de drijfveren of motieven, de veronderstelde beheersing van de relevante competenties en de mate waarin het te vertonen ondernemersgedrag gewaardeerd wordt door de omgeving (Ajzen, 1987; Krueger, 1993; Krueger & Brazeal, 1995; Guerrero, 2006; Chang Hui-Chen e.a., 2014). De veronderstelde haalbaarheid wordt vooral beïnvloed door de veronderstelde beheersing van de relevante competenties waardoor je jezelf persoonlijk in staat acht een bedrijf te starten en te runnen (Krueger,1993) en door de mate waarin het te vertonen ondernemersgedrag gewaardeerd wordt door de omgeving (Chang Hui-Chen e.a., 2014). Deze veronderstelde haalbaarheid komt grotendeels overeen met Bandura s (1986) construct van self-efficacy: de perceptie of veronderstelling dat je bepaald doelgedrag kunt uitvoeren (Krueger & Brazeal, 1994). Dit taakgebonden of gedragsgebonden zelfvertrouwen is te versterken door het ontwikkelen van de relevante competenties. Krueger & Brazeal (1994) stellen dat dit zelfvertrouwen is aan te leren door actual mastery of the behavior, middels geloofwaardige gedragsmodellen in de vorm van andere personen en door emotionele ondersteuning voor het vertonen van het gedrag. Bandura (1986) en Krueger & Brazeal (1994) geven zelfs aan dat de perceived self-efficacy (en daarmee de veronderstelde haalbaarheid) de sterkste op zichzelf staande voorspeller is voor iemands carrièrekeuze. Shane (2003) veronderstelt dat alle menselijke actie of gedrag het resultaat is van zowel motivatie als cognitieve factoren zoals competenties en intelligentie. Shane (2003) stelt dat het ondernemerschapsproces optreedt omdat mensen kansen willen pakken. Mensen verschillen in hun wil (motivatie) en mogelijkheden (competentie) om deze kansen te pakken. Aanknopingspunten hiervoor vinden we vooral in het stimuleren van relevante drijfveren of motieven en in het ontwikkelen van relevante competenties. Motieven en competenties zijn daarmee voor het onderwijs belangrijke aspecten waar zij zich op zou moeten richten en waar de leerresultaten van studenten aan afgemeten kunnen worden. In figuur 3. worden deze relaties in een model gevisualiseerd. Het betreft een statisch uni-directioneel model waarin de competenties, motieven en sociale ondersteuning de statische predictoren betreffen voor de veronderstelde haalbaarheid en de gevoelde wenselijkheid, en deze op hun beurt voor de ondernemerschapsintentie. In de figuur representeren de pijlen positief causale relaties. Dit betekent dat competenties op een hoger niveau leiden tot een sterkere veronderstelde haalbaarheid en gevoelde wenselijkheid, dat sterkere motieven leiden tot een sterkere gevoelde wenselijkheid en dat een positievere sociale ondersteuning leidt tot een sterkere veronderstelde haalbaarheid en een sterkere gevoelde wenselijkheid. p. 24

23 Competenties Motieven of drijfveren Veronderstelde haalbaarheid Sociale ondersteuning en waardering Gevoelde wenselijkheid of Attitude Ondernemerschapsintentie Figuur 3. Bepaling van intentie door competenties, motieven en sociale waardering Uiteindelijk zullen een sterkere veronderstelde haalbaarheid en een sterkere gevoelde wenselijkheid leiden tot een sterkere ondernemerschapsintentie. Concluderend kunnen we stellen dat de ondernemerschaps- intentie de krachtigste voorspeller is voor het starten en doorzetten van een onderneming (Krueger, 1993; Guerrero, 2006). De kracht van deze intentie wordt in belangrijke mate bepaald door de attitude (gevoelde wenselijkheid om zelfstandig ondernemer te worden en te blijven) en de veronderstelde haalbaarheid. De attitude wordt met name bepaald door de motieven, de veronderstelde beheersing van competenties en de waardering vanuit de omgeving. De veronderstelde haalbaarheid wordt met name bepaald door de veronderstelde beheersing van competenties en de waardering vanuit de omgeving. Dit betekent dat, wanneer het onderwijs de ondernemerschapsintentie wil stimuleren en daarmee de kans op ondernemerschapssucces wil vergroten, de aandacht gericht dient te worden op het stimuleren van de juiste motieven, het ontwikkelen van de juiste competenties en het bieden van een waarderende omgeving (geloofwaardige rolmodellen en emotionele ondersteuning voor het vertonen van ondernemersgedrag). Motieven of drijfveren Met het stimuleren van de wenselijkheid of attitude begeven wij ons op het terrein van de motivatie. Motieven zijn fundamentele en stabiele persoonskenmerken die iemands gedrag sturen door de positieve waardering van de consequenties van dat gedrag (Bipp & Dam, 2014). Motivatie verwijst naar de factoren die ertoe leiden dat een individu zich op een bepaald moment op een bepaalde manier gedraagt (Brysbaert, 2006). In ons geval gaat het dan om de factoren die ertoe leiden dat iemand zelfstandig ondernemer wordt en ook blijft, ofwel zich als ondernemer gedraagt door het uitvoeren van de eerder besproken ondernemerstaken. Motivatie beïnvloedt de p. 25

24 richting van het gedrag (welke doelen men zal nastreven), de intensiteit van het gedrag (hoeveel inspanningen men zal leveren) en de volharding van het gedrag (hoe goed men zal volhouden tot het doel bereikt is). In ons geval gaat het dan om het doel de ondernemerstaken succesvol te gaan uitvoeren ofwel een onderneming op te richten of over te nemen en bereid zijn om hier gedurende langere tijd hard voor te werken. Uit bovenstaande blijkt reeds dat een sterke motivatie leidt tot doelgerichtheid, daadkracht en volharding. In het algemeen kunnen we stellen dat voor het starten en succesvol volbrengen van een taak het, naast het beschikken over de nodige competenties, nodig is dat men het doel scherp voor ogen heeft en houdt en dat men hier gedurende langere tijd inspanningen voor levert. Dan blijft de vraag waar de motivatie hiertoe vandaan komt, ofwel wat zijn de motieven om te komen tot dit op succes gerichte gedrag? Zelf bepaalde of geaccepteerde doelstellingen kunnen mensen ertoe aanzetten om bepaalde gedragingen te vertonen of niet te vertonen. Een doel is een cognitieve representatie van een gewenste of ongewenste eindtoestand, die het gedrag stuurt. Volgens deze doelgerichte visie over motivatie krijgen acties betekenis en zin door de doelstellingen die een individu nastreeft; de kwaliteit en de intensiteit van gedragingen veranderen wanneer de doelstellingen van een persoon veranderen (Brysbaert, 2006). Dit veronderstelt dat voor effectief ondernemersgedrag of het succesvol uitvoeren van de ondernemerstaken een doel vereist is: het moet gaan om een, in de ogen van de betrokkenen, concreet en realistisch doel dat iemand heel graag wil bereiken. Men moet om kunnen gaan met onzekere situaties (ambiguïteit) door het stellen van krachtige doelen gecombineerd met een hoge mate van self-efficacy. Bipp & Dam (2014) onderscheiden drie fundamentele motiverende behoeften: de behoefte om te presteren (zelf beter te worden en te wedijveren met anderen), de behoefte aan vriendschappelijke relaties (samenwerken) en de behoefte aan macht of dominantie (de wens om zich krachtig te voelen om zo impact te kunnen hebben of om controle te krijgen over anderen). Deze drie motiverende basisbehoeften beïnvloeden het stellen van prestatiedoelen. Prestatiedoelen kunnen worden onderscheiden in ontwikkelingsdoelen, gericht op het ontwikkelen van competenties en resultaatdoelen, gericht op het demonstreren van competenties. Voor beide soorten doelen kunnen zowel toenaderingsdoelen (gericht op het realiseren van succes of het realiseren van een gewenste eindtoestand) als vermijdingsdoelen (gericht op het voorkomen van falen of het voorkomen van een ongewenste eindtoestand) worden geformuleerd waarbij alleen de eerste de uiteindelijke prestaties positief beïnvloeden (Bipp & Dam, 2014). Het is daarom voor (toekomstige) zelfstandig ondernemers van belang om vooral toenaderingsdoelen te stellen of formuleren, zowel voor de ontwikkeling van relevante ondernemerschaps-competenties als voor de beoogde ondernemersresultaten. De drie fundamentele motiverende behoeften van Bipp & Dam (2014) laten een sterke gelijkenis zien met de drie psychologische basisbehoeften uit de Self Determination Theory (SDT) van Deci e.a. (1991). Deze psychologische basisbehoeften betreffen de behoefte aan autonomie (vergelijkbaar met de behoefte aan macht of dominantie), de behoefte competent te zijn (vergelijkbaar met de behoefte om te presteren) en de behoefte aan interacties of relaties met anderen (vergelijkbaar met de behoefte aan vriendschappelijke relaties). De kern van de SDT is dat mensen streven naar autonomie ofwel zelfbepaling en zelfsturing. Uit een studie van Ajzen (1987) komt ook naar voren dat zelfsturing (self-regulation) een belangrijk aspect is van menselijk gedrag. Hij claimt dat de theorie die stelt dat persoonlijkheidskenmerken het gedrag in specifieke situaties verklaren, onhoudbaar is. In zijn studie speelt de intentie om een bepaald gedrag te vertonen een centrale p. 26

Ondernemerschaponderwijs. Kansloze onderneming?

Ondernemerschaponderwijs. Kansloze onderneming? Ondernemerschaponderwijs Kansloze onderneming? Probleemstelling Theoretisch kader Methode van Onderzoek Resultaten Conclusie Discussie Effectiviteit van Ondernemerschaponderwijs Probleemstelling Belang

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

LEREN ONDERNEMEN DOOR ONDERNEMEND LEREN? Een studie naar de effectiviteit van ondernemerschaponderwijs in het HBO

LEREN ONDERNEMEN DOOR ONDERNEMEND LEREN? Een studie naar de effectiviteit van ondernemerschaponderwijs in het HBO LEREN ONDERNEMEN DOOR ONDERNEMEND LEREN? Een studie naar de effectiviteit van ondernemerschaponderwijs in het HBO Promovendus drs. ing. L.E.P.T. de Krosse hoofddocent Saxion Promotoren prof. dr. P.L.C.

Nadere informatie

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' identiteitsbewijs ' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Onderwijs draait om mensen. Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie,

Nadere informatie

NL COACH CONGRES 01/12/2017

NL COACH CONGRES 01/12/2017 Persoonlijke ontwikkeling van de sportcoach 60graden feedback assessment NL COACH CONGRES 0//07 MARK.KAPTEIN@SPORTCOACHEXCEL.NL YARA@PUREPERFORMANCECOACHING.NL WELKOM Be here Be safe Be well Doel vandaag

Nadere informatie

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis IDENTITEITS- BEWIJS ' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis 2 Onderwijs draait om mensen Als wij in onze onderwijsinstelling iets willen bereiken, dan

Nadere informatie

Onderwijskundige Visie

Onderwijskundige Visie Onderwijskundige Visie 1 Inleiding Missie Het kind Het kind staat voorop en dus centraal. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Elk kind is bijzonder en elk kind mag er zijn. Kinderen zijn niet gelijk,

Nadere informatie

Motiveren is de sleutel

Motiveren is de sleutel Motiveren is de sleutel 1 Werken aan betere bedrijfsresultaten door je medewerkers te motiveren Motivatie is de sleutel Een medewerker die van binnenuit gemotiveerd is voor zijn werk, kan ook saaie of

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord 1 identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord identiteitsbewijs onderwijsgroep noord I Zijn wie je bent. Dat is geluk. I Erasmus 2 Onderwijs draait om mensen Als we met elkaar in het onderwijs

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld APQ-vragenlijst 28 maart 2018 Bea Voorbeeld Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

Inge Test

Inge Test 08.05.204 / 08.05.204 / Krachtvelden 2 Dit is een rapport over jouw krachtvelden We hebben daarvoor in ieder geval de vragenlijst gebruikt die jij zelf hebt ingevuld. De waarde en bruikbaarheid van het

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

Vragen pas gepromoveerde

Vragen pas gepromoveerde Vragen pas gepromoveerde dr. Maaike Vervoort Titel proefschrift: Kijk op de praktijk: rich media-cases in de lerarenopleiding Datum verdediging: 6 september 2013 Universiteit: Universiteit Twente * Kun

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013 Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, seminar 'Wetenschap middenin de samenleving', Groningen, 30 mei 2013 Dames en heren, Wetenschap is ontstaan uit verwondering en nieuwsgierigheid. Al

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Grijp je Ambities Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Je dromen verwezenlijken in 7 stappen. Grijp je ambities Brengt je dichterbij je ideaal Geeft je inzicht in jouw persoonlijke

Nadere informatie

Minor Toegepaste Psychologie

Minor Toegepaste Psychologie Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs onderwijsgroep noord identiteitsbewijs 'Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie, energie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers

Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Wokshop 28 maart Talentontwikkelend werken, welke criteria komen boven drijven? Griet Liebens

Wokshop 28 maart Talentontwikkelend werken, welke criteria komen boven drijven? Griet Liebens Wokshop 28 maart Talentontwikkelend werken, welke criteria komen boven drijven? Griet Liebens griet.liebens@khlim.be L zijn als boer en tuinder hun vak: helpen groeien Talentontwikkeling: werken aan positief

Nadere informatie

In je element met wie je bent!

In je element met wie je bent! In je element met wie je bent! SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Middagconferentie - juni 2016 Passend onderwijs voor begaafde leerlingen Doelen workshop Bewuste aandacht voor persoonlijke

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Krachtvelden 30 januari Daan Demo

Krachtvelden 30 januari Daan Demo Krachtvelden 30 januari 2019 Waar ligt jouw kracht? Weet jij waar je echt goed in bent? Heb jij verborgen kwaliteiten? Hoe zien anderen jou? Als je je kwaliteiten kent, weet je wat je te bieden hebt en

Nadere informatie

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,

Nadere informatie

Competentie-invullingsmatrix

Competentie-invullingsmatrix Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie Strategisch koersplan 2019-2023 Onderwijs met Ambitie Inhoud Inleiding...3 1. Waar laten we ons door leiden?...4 2. Waar staan we voor? 3. Waar kiezen we voor?... 6 Speerpunt 1: School en kind...6 Speerpunt

Nadere informatie

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal 360 GRADEN FEEDBACK Jouw competenties centraal Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Over gedrag en de... 4 3. Totaalresultaten... 5 4. Overzicht scores per competentie... 7 5. Overschatting-/onderschattinganalyse...

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Grijp je Ambities Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Je dromen verwezenlijken in 7 stappen. Grijp je ambities Brengt je dichterbij je ideaal Laat je talenten leven Helpt je het

Nadere informatie

Persoonlijk Rapport Junior Scan

Persoonlijk Rapport Junior Scan Persoonlijk Rapport Junior Scan Persoonlijke gegevens Naam test junior Datum test 02/09/2011 (17:19) Jouw ondernemersprofiel In vergelijking met het branche normprofiel geeft jouw profiel het volgende

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei 2006 1

Persoonlijk rapport van: Marieke Adesso 29 Mei 2006 1 Talenten Aanzien en Erkenning 3 Besluitvaardigheid 8 Confrontatie en Agitatie 4 Doelgerichtheid 4 Talenten Hulpvaardigheid 5 Ontzag 3 Orde en Netheid 4 Pragmatisme 6 Stressbestendigheid 7 Verantwoording

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Teamcoaching in de praktijk voor managementteams. "Geef leiding vanuit je bevlogenheid!"

Teamcoaching in de praktijk voor managementteams. Geef leiding vanuit je bevlogenheid! in de praktijk voor managementteams "Geef leiding vanuit je bevlogenheid!" Van nature is de passie voor leren en ontwikkelen in het onderwijs al groot. Een passie die maakt dat leerkrachten en andere betrokken

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel

STICHTING KINDANTE. Visie Personeel STICHTING KINDANTE Visie Personeel Visie Personeel 1 Inleiding De onderwijskundige visie van stichting Kindante vormt de basis voor de wijze waarop de Kindantescholen hun onderwijs vormgeven. Dit vraagt

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Veloncongres 2015 & Over het programma Promotiebeurs - doel Initiator Ministerie van OCW Loopt sinds 2011, inmiddels structureel

Nadere informatie

Leerplanschema Minor Psychologie

Leerplanschema Minor Psychologie Minor Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

Training Creatief denken

Training Creatief denken Training Creatief denken Creatief denken: een oplossing voor elk probleem Creatief denken is vandaag de dag een must. De markt verandert razendsnel en als je niet innovatief bent, loop je achter de feiten

Nadere informatie

OPROEP VOOR BIJDRAGE

OPROEP VOOR BIJDRAGE OPROEP VOOR BIJDRAGE 29 mei tot 31 mei 2013 Met groot genoegen nodigen we je uit om een voorstel tot bijdrage in te dienen voor de Onderwijs Research Dagen 2013 (ORD 2013) met als thema Over-Waarderen.

Nadere informatie

DE VISIE DIE TEN GRONDSLAG LIGT AAN HET INSTRUMENT MEVOLUTION

DE VISIE DIE TEN GRONDSLAG LIGT AAN HET INSTRUMENT MEVOLUTION DE VISIE DIE TEN GRONDSLAG LIGT AAN HET INSTRUMENT MEVOLUTION In het model van De Vitale Ruimte, worden de voorwaarden vervuld voor het leren van onderwijsprofessionals, binnen een Professionele Leergemeenschap.

Nadere informatie

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Werkplan vakverdieping kunstvakken Werkplan vakverdieping kunstvakken 2012-2013 algemene gegevens Naam: Klas: Nanda ten Have VR3C Gekozen vakverdieping: Beeldend onderwijs Persoonlijke leerdoel gekoppeld aan de vakcompetenties of gericht

Nadere informatie

Leergang Leiderschap voor Professionals

Leergang Leiderschap voor Professionals Leergang Leiderschap voor Professionals Zonder ontwikkeling geen toekomst! Leergang Leiderschap voor Professionals Tijden veranderen. Markten veranderen, organisaties en bedrijven veranderen en ook de

Nadere informatie

Doelstelling: Het zich bewust worden van factoren, die van invloed zijn op de loopbaan.

Doelstelling: Het zich bewust worden van factoren, die van invloed zijn op de loopbaan. Vragenlijst carrièrefactoren Doelstelling: Het zich bewust worden van factoren, die van invloed zijn op de loopbaan. Als er beslissingen genomen moeten worden ten aanzien van de loopbaan speelt wat u uiteindelijk

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Talent Motivatie Analyse

Talent Motivatie Analyse Talent Motivatie Analyse Talent Motivatie Analyse (of TMA) De TMA scan geeft een schets van uw persoonlijke 'blauwdruk'. Het is een instrument dat inzicht geeft in uw drijfveren en talenten. Als professional

Nadere informatie

In je element met wie je bent!

In je element met wie je bent! In je element met wie je bent! SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Conferentie 'Bijzonder Begaafd' 28 september 2016 - Nieuwegein Desirée Houkema Doelen workshop Bewuste aandacht voor persoonlijke

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Onderzoek naar Honors programma s op Saxion

Onderzoek naar Honors programma s op Saxion Onderzoek naar Honors programma s op Saxion Studiekeuzeconferentie Toegankelijk, Talent en Living Technology Simone van der Donk MSc Onderzoeksgroep Dr. Mark Gellevij Coördinatie en eindredactie Simone

Nadere informatie

SoHuman PROFIT/NON-PROFIT PARTICULIEREN SCHOLIEREN [INZICHT IN GEDRAG EN COMMUNICATIE]

SoHuman PROFIT/NON-PROFIT PARTICULIEREN SCHOLIEREN [INZICHT IN GEDRAG EN COMMUNICATIE] SoHuman PROFIT/NON-PROFIT PARTICULIEREN SCHOLIEREN [INZICHT IN GEDRAG EN COMMUNICATIE] Waarvoor kiezen klanten voor SoHuman? SoHuman helpt mensen, teams en organisaties met hun persoonlijke en professionele

Nadere informatie

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1 Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

ICT: Zelf doen of uitbesteden?

ICT: Zelf doen of uitbesteden? WHITEPAPER ICT: Zelf doen of uitbesteden? De groeiende rol van ICT in het onderwijs geeft schooldirecteuren de nodige kopzorgen. Digitaal lesmateriaal, laptops of ipads voor elke leerling, goede wifi in

Nadere informatie

Brave decisions. Kiezen vanuit persoonlijke drijfveren: Meer overtuiging. Meer bereik en resultaat. Van stress naar helderheid.

Brave decisions. Kiezen vanuit persoonlijke drijfveren: Meer overtuiging. Meer bereik en resultaat. Van stress naar helderheid. Brave decisions Kiezen vanuit persoonlijke drijfveren: Meer overtuiging. Meer bereik en resultaat. Het FemaleTopTalent programma Brave decisions voor de vrouwelijke professional: met een HBO- of academische

Nadere informatie

Krachtvelden 15 februari Bea Voorbeeld

Krachtvelden 15 februari Bea Voorbeeld Krachtvelden 15 februari 2019 ea Voorbeeld Waar ligt jouw kracht? Weet jij waar je echt goed in bent? Heb jij verborgen kwaliteiten? Hoe zien anderen jou? ls je je kwaliteiten kent, weet je wat je te bieden

Nadere informatie

Succesvol zijn wie je bent. Monique Dekker, mei 2018

Succesvol zijn wie je bent. Monique Dekker, mei 2018 E-BOOK Succesvol zijn wie je bent. Monique Dekker, mei 2018 0 Inhoudsopgave 1. Voorwoord... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2. Inleiding... 3 Wie is Monique Dekker?... 3 3. Bewustzijn... 4 Zijn wie

Nadere informatie

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt:

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt: Wabo effectief ?Hoe Zo! >> Het toepassen van de Wabo is meer dan alleen de IT-structuur aanpassen, de procedures herzien en/of de processen opnieuw beschrijven en herinrichten. Het zijn de medewerkers

Nadere informatie

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

ONDERZOEKSOPZET 1000-BANENPLAN REKENKAMER LEEUWARDEN DECEMBER 2016

ONDERZOEKSOPZET 1000-BANENPLAN REKENKAMER LEEUWARDEN DECEMBER 2016 ONDERZOEKSOPZET 1000-BANENPLAN REKENKAMER LEEUWARDEN DECEMBER 2016 Inleiding In maart 2016 wordt in het document 'Midterm Review Collegeprogramma Iedereen is Leeuwarden 2014-2018' een tussentijdse stand

Nadere informatie

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool Stellingen en uitleg over talentgerichte ontwikkeling op de basisschool Stellingen Het begrip Talent zegt vooral iets over de capaciteiten van een leerling. Sommige leerlingen hebben meer talent dan anderen.

Nadere informatie

Interventieonderzoek als onderdeel van docentenprofessionalering Een good practice

Interventieonderzoek als onderdeel van docentenprofessionalering Een good practice Interventieonderzoek als onderdeel van docentenprofessionalering Een good practice Interventieonderzoek als onderdeel van docentenprofessionalisering: het stimuleren van een onderzoekende houding bij honoursdocenten

Nadere informatie

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Relatiemarketing is gericht op het ontwikkelen van winstgevende, lange termijn relaties met klanten in plaats van het realiseren van korte termijn transacties.

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse Sara Berger

TMA Talentenanalyse Sara Berger TMA Talentenanalyse Kandidaat-rapportage samenvatting 5-2-2018 Sara Berger Inhoudsopgave Inleiding Betekenis van de scores Consistentie Beschrijving van de persoonlijkheid Kwaliteiten en valkuilen overzicht

Nadere informatie

Junior Company op vmbo basis, kader en gemengd (profiel economie en ondernemen)

Junior Company op vmbo basis, kader en gemengd (profiel economie en ondernemen) Junior Company op vmbo basis, kader en gemengd (profiel economie en ondernemen) Tijdens Junior Company richten de leerlingen hun eigen company op en deze runnen ze één schooljaar. Ze verdelen functies,

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het verkennen van aanknopingspunten om de motivatie van leerlingen in het vmbo te verbeteren.

Samenvatting (Summary in Dutch) Het verkennen van aanknopingspunten om de motivatie van leerlingen in het vmbo te verbeteren. Samenvatting (Summary in Dutch) Het verkennen van aanknopingspunten om de motivatie van leerlingen in het vmbo te verbeteren. Het onderwerp van dit proefschrift is ingegeven door de zorgen die we hebben

Nadere informatie

Junior Company op vmbo basis, kader en gemengd (profiel dienstverlening en producten)

Junior Company op vmbo basis, kader en gemengd (profiel dienstverlening en producten) Junior Company op vmbo basis, kader en gemengd (profiel dienstverlening en producten) Tijdens Junior Company richten de leerlingen hun eigen company op en deze runnen ze één schooljaar. Ze verdelen functies,

Nadere informatie

Het Mens Effect. hetmenseffect.nl

Het Mens Effect. hetmenseffect.nl Het Mens Effect hetmenseffect.nl Uw organisatiedoelen & het effect van talent In deze dynamische tijd vormt de mens weer de kern van succesvolle organisaties. Welke uitdaging ook, ICT-systemen, processen

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

waarbij de kennisontwikkeling plaatsvindt vanuit een specifieke situatie en gericht is op een specifiek gemeenschappelijk doel. In dit proces is het v

waarbij de kennisontwikkeling plaatsvindt vanuit een specifieke situatie en gericht is op een specifiek gemeenschappelijk doel. In dit proces is het v Samenvatting Het oplossen van complexe vraagstukken gebeurt steeds vaker door experts die in multidisciplinaire teams virtueel, veelal langs elektronische weg, samenwerken zonder elkaar rechtstreeks te

Nadere informatie

BEWEGEN TEGEN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN

BEWEGEN TEGEN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN BEWEGEN TEGEN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN Remco Regeling, 4 e jaar SLB er: Wouter de Groot INHOUD Definitie + relevantie Interventie Onderzoeksvraag Motivatie (definitie) Motivatie Self Determination Theory

Nadere informatie

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda 2012-2013 Inleiding M&S Breda bestaat uit acht organisaties die er voor willen zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen. De deelnemers in M&S Breda delen

Nadere informatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur SKPO Profielschets Lid College van Bestuur 1 Missie, visie SKPO De SKPO verzorgt goed primair onderwijs waarbij het kind centraal staat. Wij ondersteunen kinderen om een stap te zetten richting zelfstandigheid,

Nadere informatie

Het onderzoeksverslag

Het onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag Rian Aarts & Kitty Leuverink Onderzoeksverslag (zie ook handboek blz. 306) Titel en Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding (ook wel: Aanleiding) Probleemstelling

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 169 Nederlandse samenvatting Het vakgebied internationale bedrijfskunde houdt zich bezig met de vraagstukken en de analyse van problemen op organisatieniveau die voortkomen uit grensoverschrijdende activiteiten.

Nadere informatie

Krachtvelden. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Krachtvelden. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum: Krachtvelden Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 01.04.2016 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 01.04.2016 / Krachtvelden (QK360) 2 Waar ligt jouw kracht? Een krachtveld is een verzameling van gedragingen

Nadere informatie

brede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen

brede interesse specifieke, diepgaande interesses kennishonger leergierig ontwikkelingspotentieel hoogbewust zijn creërend (denk)vermogen productief Dabrowski: overexcitabilities asynchroon gevoelig complex Dweck: FIXED vs growth mindset intens scherpe waarneming plezier in creëren origineel snel opvallend gevoel voor humor rijke fantasie

Nadere informatie

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) In de voorbereiding op het Pop gesprek stelt de medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Hierbij maakt de medewerker gebruik

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Introductie

Hoofdstuk 1. Introductie Hoofdstuk 1 Introductie Wat kan dit boek voor jou betekenen? Als je dit boek leest, sta je op het punt een enorm succes te maken van je bedrijf. Dat vind ik geweldig cool. Welkom! Mijn naam is Marielle

Nadere informatie

De sleutel naar vrijheid

De sleutel naar vrijheid De sleutel naar vrijheid Een boek over het mechanisme van mensen zichzelf gevangen te maken en te houden, waardoor ze niet toekomen aan dat wat ze echt zouden willen. Voor iedereen die vast raakt of zit,

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie