FACULTAIR BELEID STUDENTENBEVRAGING ONDERWIJS

Transcriptie

1 FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN DIENST ONDERWIJSBELEIDSONDERSTEUNING EN STUDIEBEGELEIDING DEKENSTRAAT 2 BE-3000 LEUVEN AAN VAN DATUM C.C. FOwO Vicedecaan onderwijs; Fabienne De Ryck 17/09/2016 NOTA AANTAL BLZ. FACULTAIR BELEID STUDENTENBEVRAGING ONDERWIJS 1. INLEIDING Deze nota omvat de facultaire richtlijnen van de studentenbevraging onderwijs vanaf AJ1718. De nota bouwt verder op de nota die werd goedgekeurd in november De nota bevat de afspraken inzake: Timing Selectie van de bevragingseenheden Kansen tot herbevraging Het doorstromen van de gegevens naar de personeelsdossiers De vragen die worden voorgelegd Het bepalen van representativiteit Het toekennen van eindwaarderingen Het opvolgen van de uitkomsten De rapportering van de uitkomsten Resultaten van AJ1617 zullen m.a.w. aan de hand van deze richtlijnen worden geïnterpreteerd. De selectie van de opleidingsonderdelen van AJ1718 gebeurt dan eveneens op basis van deze richtlijnen. De nota houdt rekening met de meer fundamentele bemerkingen die geopperd werden in de facultaire onderwijsoverlegorganen. Er zal enerzijds meer nadruk gelegd worden op het feit dat het om een studententevredenheidsmeting gaat, de contextualisaties zullen meer in rekening worden gebracht en bijkomende initiatieven ter bevordering van onderwijskwaliteit zullen verder gestimuleerd en ondersteund worden. Anderzijds worden op centraal niveau andere systemen van docentevaluaties verkend.

2 2 2. TIMING AJ Oktober - Studenten vullen bevraging over 2 e semester X-1 in - Subcommissies samenstellen AJ X-1 - Inzage en contextualisatie door docenten bevraging AJ X-1 November - Voorbereiding en opvolging subcommissies AJ X-1 - Selectie bevragingseenheden AJ X December - Decaan geeft door welke gegevens mogen doorstromen voor AJ X-1 Januari - Controle lijsten bevragingseenheden semester 1 AJ X Februari - Studenten vullen bevraging over 1 e semester AJ X in. Maart - Studenten vullen bevraging over 1 e semester AJ X in. - Inzage en contextualisatie door docenten bevraging sem 1 AJ X April - Controle lijsten bevragingseenheden semester 2 AJ X Juni Juli - Studenten vullen bevraging over 2 e semester AJ X in. Augustus - Studenten vullen bevraging over 2 e semester AJ X in. September - Studenten vullen bevraging over 2 e semester AJ X in. - Data subcommissies AJ X vastleggen in AJ X+1 3. PERIODICITEIT & BEVRAGINGSEENHEDEN Sinds academiejaar wordt de studentenbevraging onderwijs jaarlijks (in plaats van tweejaarlijks) georganiseerd, en wordt de bevraging van onderwijsleeractiviteiten gespreid over een periode van 3 jaar. Dit impliceert dat elke onderwijsleeractiviteit dus minstens om de 3 jaar geëvalueerd dient te worden. Alle werkvormen worden bevraagd. De standaardtrajecten werden opgesplitst in drie en per semester zal 1/3 van de opleidingsonderdelen (zowel plicht- als keuzeopo s), via de afzonderlijke leeractiviteiten worden bevraagd. Op die manier zijn de bevragingseenheden redelijk goed verspreid over de opleidingen, fases en semesters voor de standaardtrajecten en kunnen telkens alle onderwijsleeractiviteiten van een opleidingsonderdeel samen worden bevraagd. Bij de verdere selectie van de bevragingseenheden wordt vertrokken van deze selectie. Bij wijze van uitzondering worden volgende opo s wel opgenomen, ook al waren ze in het oorspronkelijke schema niet voorzien. Het gaat hierbij telkens om extra bevragingen, zonder aanpassing van het schema. opo s die in de vorige bevragingsronde bijsturing noodzakelijk kregen o in dat geval worden alle docenten van het opo herbevraagd en ook alle ola s binnen het opo. o bij opo s die in de vorige bevragingsronde waardering met aandachtspunten kregen, laat men centraal de keuze aan faculteiten om al dan niet te herbevragen. PPW kiest ervoor om de opvolging in handen van de programmadirecteur te leggen (die met docent in gesprek kan gaan) en niet sowieso voor een herbevraging te gaan. o De subcommissies komen daarom bij voorkeur samen voorafgaand aan de selectie van de opo s, zodat herbevragingen onmiddellijk mee kunnen worden opgenomen in de oplijsting van de te bevragen opo s (zo wordt anonimiteit van de resultaten gewaarborgd). nieuwe opo s o behalve ingeval van administratieve codewijziging 2

3 3 o bij overgangsmaatregelen worden zowel oude als nieuwe code bevraagd o herbevraging ook bij sterk gewijzigde inhoud zonder codewijziging (op basis van info POC) opo s met nieuwe docent(en) o zowel nieuw aangestelde docenten als docenten die voor het eerst een opo geven (op basis van onderwijsopdrachten en in overleg met vicedecaan) opo s waarvoor docent zelf herbevraging aanvraagt buiten het reguliere tijdstip o aanvraag te beoordelen door collectief van programmadirecteurs Bij wijze van uitzondering worden volgende opo s ook als ze gepland waren evenwel niet opgenomen: o opo s van docenten die op einde academiejaar op emeritaat gaan worden niet opgenomen o opo s die over één of twee academiejaar nav programmahervorming verdwijnen worden niet opgenomen o opo s waarvoor er een éénjarige vervanging is (nav bijv ziekte), tenzij de vervanger er zelf vragende partij voor is o ingeval van bijsturing noodzakelijk worden de parallelle opleidingsonderdelen (bijvoorbeeld KULAK) niet opnieuw bevraagd als daar een andere waardering was. o Wanneer een ola-docent combinatie bijsturing noodzakelijk had en de docent is het volgende academiejaar éénmalig afwezig (door ziekte, zwangerschap, zuurstofperiode, sabbatical, ) wordt de bevraging met één jaar uitgesteld. Nadien wordt het normale bevragingsschema hernomen. Afhankelijk van de resultaten en/of indien meerdere docenten betrokken zijn, wordt in overleg met de programmadirecteurs en eventueel andere de docenten bekeken of het wenselijk is de bevraging ook te herhalen in het academiejaar waarin de docent afwezig is. Daarnaast gebeuren volgende checks: o bij tenure tracks is er elk jaar minstens één opo in de bevraging (tenzij tenure track maar één opo heeft, dan is de standaard driejaarlijkse bevraging) o opo s die na drie jaar nog niet bevraagd zouden zijn worden in het derde jaar sowieso toegevoegd Na drie jaar wordt de vaste bevragingslijst zo sterk mogelijk aangehouden, maar wordt wel afgetoetst of de verdeling nog evenwichtig is. In het verleden werden al inspanningen gedaan aan de faculteit PPW om het aantal vragenlijsten te beperken en in te korten. Deze inspanningen zullen worden gecontinueerd door nog steeds navraag te doen bij docenten over hun participatie bij een opleidingsonderdeel zodat studenten geen overbodige vragenlijsten moeten invullen. Enkel indien een docent minstens drie contactmomenten heeft gegeven zal een vragenlijst worden aangeboden. Hierover wordt navraag gedaan in dezelfde mail als waarin gemeld wordt welke opleidingsonderdelen zullen worden bevraagd. Indien er 3 of meer docenten daadwerkelijk minimum 3 contactmomenten hebben in een ola zal er standaard een anonieme bevraging op OPO-niveau worden georganiseerd om het aantal vragenlijsten te beperken, tenzij de docenten anders vragen. Het collectief van programmadirecteurs zal beslissen over deze aanvragen. Omwille van technische redenen is de keuze om anoniem te bevragen telkens voor alle onderwijsleeractiviteiten van een opleidingsonderdeel. Bij alle andere werkvormen dan college zal de coördinator worden bevraagd. In de communicatie naar studenten zal duidelijk gemaakt worden dat er geen koppeling mogelijk is tussen bijvoorbeeld student en practicumbegeleider en dat daarom de naam van de coördinator wordt vermeld als verantwoordelijk ZAP-lid. Alle opleidingsonderdelen die mee opgenomen worden in de studentenbevraging onderwijs volgen automatisch de rapporteringsflow zoals voorzien in de studentenbevraging onderwijs. De decaan kan in specifieke gevallen, bijvoorbeeld op advies van de POC-subcommissie, de resultaten uitsluiten van doorstroming naar het personeelsdossier. 3

4 4 Om nieuwe docenten en nieuwe opleidingsonderdelen voldoende kansen te geven, worden de opleidingsonderdelen waarvoor ze verantwoordelijk zijn in het eerste jaar al opgenomen in de online bevraging maar zullen de resultaten niet doorstromen naar het personeelsdossier. Personeelsleden die dit wensen kunnen steeds de pdf met resultaten zelf toevoegen aan bvb. hun onderwijsportfolio. Voor masterpoeven en stages wordt geen eindoordeel uitgesproken. Ze worden algemeen bevraagd met de programmadirecteur als coördinator. De resultaten van deze bevragingen stromen niet door naar het dossier van de programmadirecteur. Ze dienen louter als signaalfunctie voor de POC. De resultaten van anonieme bevragingen stromen steeds door naar het dossier van de coördinator van het opleidingsonderdeel. Vanaf academiejaar worden opleidingsonderdelen uit postgraduaten, honoursprogrammes, PECS en LCIE ook opgenomen in de studentenbevraging onderwijs. Onze faculteit heeft geen opo s in die laatste twee programma s en voorlopig ook geen aparte opocodes in het honoursprogramme. Net zoals voor andere opleidingsonderdelen kan een faculteit aangeven dat bepaalde opleidingsonderdelen, bijvoorbeeld door de gehanteerde werkvorm of de studenten die dit opleidingsonderdeel volgen, niet geschikt is om mee op te nemen in de universiteitsbrede studentenbevraging onderwijs. In dat geval dient de faculteit wel op een andere manier de kwaliteit van dit opleidingsonderdeel te monitoren. Aangezien de POC PGO in de psychotherapie momenteel bezig is met het uitdenken van een intern kwaliteitszorgkader en er een aantal werkvormen worden uitgebouwd in samenwerking met de praktijk (erkende therapeuten, maar geen KU Leuven personeel) worden de opleidingsonderdelen uit postgraduaatopleidingen niet mee opgenomen in de studentenbevraging onderwijs. De kwaliteit van de opleidingsonderdelen blijft een aandachtspunt binnen POC PGO.. 4. FACULTAIRE VRAGENLIJST Hoorcollege & Excursie 1 De docent(e) toonde zich gedreven. The professor demonstrated dedication in his/her teaching of the course. 2 De evaluatie was in lijn met wat ik moest kennen en kunnen voor deze onderwijsleeractiviteit. 3 In deze onderwijsleeractiviteit heb ik belangrijke inzichten, kennis, en/of vaardigheden verworven. 4 Het was duidelijk wat ik moest kennen en kunnen voor deze onderwijsleeractiviteit. 5 Deze onderwijsleeractiviteit was goed opgebouwd. 6 Rekening houdend met de werkvorm van deze onderwijsleeractiviteit, werd er voldoende begeleiding voorzien. 7 Ik was tevreden over de kwaliteit van het onderwijs in deze onderwijsleeractiviteit. 1 Ik was tevreden met de manier waarop mijn practicumbegeleider(s) het practicum verzorgde. 2 De evaluatie was in lijn met wat ik moest kennen en kunnen voor deze onderwijsleeractiviteit. Practicum The evaluation was in line with the knowledge and skills I had to acquire for this course. In this course I acquired important insights, knowledge and / or skills. It was clear what knowledge and skills I needed to acquire in this course. The course was well organized and designed. Given the teaching method, sufficient supervision was provided. I was satisfied with the quality of education in this course. I was happy with the way the teacher gave the practical sessions The evaluation was in line with the knowledge and skills I had to acquire for this course. 4

5 5 3 In deze onderwijsleeractiviteit heb ik belangrijke inzichten, kennis, en/of vaardigheden verworven. 4 Het was duidelijk wat ik moest kennen en kunnen voor deze onderwijsleeractiviteit. 5 Deze onderwijsleeractiviteit was goed opgebouwd. 6 Rekening houdend met de werkvorm van deze onderwijsleeractiviteit, werd er voldoende begeleiding voorzien. 7 Ik was tevreden over de kwaliteit van het onderwijs in deze onderwijsleeractiviteit. In this course I acquired important insights, knowledge and / or skills. It was clear what knowledge and skills I needed to acquire in this course. The course was well organized and designed. Given the teaching method, sufficient supervision was provided. I was satisfied with the quality of education in this course. Opdrachten 1 Het didactisch team stond open voor vragen, opmerkingen, en suggesties van studenten. The teaching staff was open to questions, comments, and suggestions from students. 2 De evaluatie was in lijn met wat ik moest kennen en kunnen voor deze onderwijsleeractiviteit. The evaluation was in line with the knowledge and skills I had to acquire for this course. 3 In deze onderwijsleeractiviteit heb ik belangrijke inzichten, kennis, en/of vaardigheden verworven. 4 Het was duidelijk wat ik moest kennen en kunnen voor deze onderwijsleeractiviteit. 5 Deze onderwijsleeractiviteit was goed opgebouwd. 6 Rekening houdend met de werkvorm van deze onderwijsleeractiviteit, werd er voldoende begeleiding voorzien. 7 Ik was tevreden over de kwaliteit van het onderwijs in deze onderwijsleeractiviteit. 1 Ik was tevreden over de kwaliteit van het onderwijs in deze onderwijsleeractiviteit. Masterproef & Stages In this course I acquired important insights, knowledge and / or skills. It was clear what knowledge and skills I needed to acquire in this course. The course was well organized and designed. Given the teaching method, sufficient supervision was provided. I was satisfied with the quality of education in this course. I was satisfied with the quality of education in this course. Daarnaast worden 2 open vragen gesteld. - Welke aspecten van deze onderwijsleeractiviteit vind je goed en moeten behouden blijven (maximaal 3)? - Welke aspecten van deze onderwijsleeractiviteit vind je minder goed en zijn voor verbetering vatbaar (maximaal 3; Geef eventueel suggesties ter verbetering.)? Daarenboven wordt aan elke vragenlijst een universiteitsbrede vraag met een aparte antwoordschaal die peilt naar de studietijd worden toegevoegd. Deze vraag laat toe om zowel opleidingsonderdelen te detecteren die meer studietijd vragen dan begroot als opleidingsonderdelen die minder studietijd vragen dan begroot. Op basis van deze resultaten kan dan gekeken worden of het wenselijk is dit verder en diepgaander te onderzoeken aan de hand van andere instrumenten. Omdat deze vraag van een andere orde is, zal deze vraag niet meegenomen worden in de berekening van de eindwaarderingen, maar eerder een signaleringsfunctie hebben.. 5

6 6 5. INSCHATTEN VAN DE RESPONSRATE EN TOEKENNING VAN WAARDERINGSCATEGORIEËN RESPONSRATE Voor groepen kleiner of gelijk aan 50 studenten is een responsrate van 50% nodig om de resultaten als representatief te mogen beschouwen, voor groepen met meer dan 50 studenten is een responsrate van 40% voldoende. Voor grote groepen (populatie > 200 studenten) volstaat een absolute respons van 80 studenten. EINDWAARDERINGEN De categorieën van eindwaarderingen zijn: bijzondere waardering, waardering, waardering met aandachtspunten en bijsturing noodzakelijk. De regels om tot één van deze eindwaarderingen te komen, werden in de lijn van de vorige bevraging opgesteld: Indien 3/6 items + 7e item groter dan of gelijk aan 4,5 bijzondere waardering Indien 3/6 items + 7e item groter dan of gelijk aan 4,0 waardering Indien 3/6 items + 7e item groter dan 3,3 waardering met aandachtspunten Indien 3/6 items + 7e item kleiner dan of gelijk aan 3,3 bijsturing noodzakelijk Het item over studietijd wordt niet meegenomen in de berekeningen van eindwaardering. In de faculteit PPW worden de resultaten altijd bekeken door de betrokken docenten en de programmadirecteur van de POC waartoe het opleidingsonderdeel behoort en de POC-specifieke subcommissie. Deze POC-subcommissie vertrekt vanuit de tevredenheidsscore die door studenten werd toegekend op basis van de facultaire regels, maar baseert voor zover mogelijk haar eindoordeel op een bredere set gegevens (contextualisering/andere evaluaties). In de toelichting van de eindwaardering wordt toegelicht op welke manier het eindoordeel tot stand kwam. De responseisen en berekeningen van eindwaarderingen verschillen per faculteit. In de tekst van de eindwaardering worden daarom ook de regels worden vermeld op basis waarvan men tot de uitspraak werd gekomen. Formulering eindwaarderingen: De POC-subcommissie stelt op basis van de facultaire regels* vast dat de studenten waardering hebben voor het onderwijs dat u heeft verzorgd in ola X. Aangevuld met: In afwezigheid van andere indicatoren van onderwijskwaliteit dan de indicator studententevredenheid is het eindoordeel van de POC-subcommissie waardering. of Naast de indicator studententevredenheid beschikte de POC-subcommissie eveneens over een contextualisering door de docent, en/of aanvullende evaluaties. Al deze informatie in rekening brengend is het eindoordeel van de POC-subcommissie waardering. *Standaardregels FPPW inschatting respons & eindwaarderingen: N 50: 50%; N 200: 40%; N > 200: absolute respons van 80 voldoende. Bijzondere waardering: 3/6 items + 7e item 4,5; waardering: 3/6 items + 7e item 4,0; waardering met aandachtspunten: 3/6 items + 7e item > 3,3; bijsturing noodzakelijk: 3/6 items + 7e item 3,3. noodzakelijk. 6

7 7 Voor gegevens met een te lage responsgraad spreken de POC-subcommissies geen eindwaardering uit, tenzij er alternatieve gegevens worden aangeleverd. Ook bij een te lage responsgraad kan de docent zelf initiatieven nemen om met de resultaten aan de slag te gaan of kan de programmadirecteur toch een gesprek hebben waarin aandacht wordt gevraagd voor een specifiek resultaat. 6. POC-SUBCOMMISSIES De POC-subcommissie bespreekt vertrouwelijk de resultaten van de bevraging en spreekt eindwaarderingen uit per bevragingseenheid. De POC-subcommissies worden samengesteld door de POC s. De programmadirecteur doet een voorstel na navraag bij ABAP en studentenvertegenwoordigers. Programmadirecteur (voorzitter) 1 ZAP 1 ABAP 2 studenten 1 facultaire onderwijsondersteuner Om de werking van de subcommissies vlot te laten verlopen, wordt voorgesteld de samenstelling zo veel mogelijk stabiel te houden voor een periode van 4 jaar. In de subcommissie van POC BAPW wordt de OC-voorzitter van Kortrijk aangeduid als ZAP-lid. De subcommissie van MES-E en MAPW vergadert gezamenlijk. De programmadirecteur MES-E is het extra ZAP-lid bij de commissie MAPW en omgekeerd. 7. STUDENTENHEARINGS Wanneer een docent waardering met aandachtspunten of bijsturing noodzakelijk haalt, wordt door de subcommissie beslist of een bijkomende studentenhearing nodig is. Er worden (indien mogelijk) willekeurig 20 studenten geselecteerd (uit de huidige en vorige groep studenten die het opo volg(d)en. De eerste 10 studenten worden aangeschreven en wanneer een student niet aanwezig kan zijn, worden de reserves aangeschreven. De hearing wordt voorbereid door de onderwijsondersteuner en de programmadirecteur. De bijeenkomst wordt geleid door de programmadirecteur. Indien de programmadirecteur betrokken is bij het opleidingsonderdeel, neemt de vicedecaan onderwijs zijn plaats in. De programmadirecteur bespreekt nadien het verslag van de hearing met de docent. 8. RAPPORTERING 8.1 Aan docenten De rapportering aan docenten verloopt voor de eigen resultaten via KU Loket. De algemene resultaten zullen voorliggen op de POC s en Faculteitsraad en beschikbaar zijn op de website. 8.2 Aan POC De resultaten worden elk jaar via een overzichtzichtsrapport (facultair + POC) gerapporteerd aan de POC. Dit gebeurt op de eerste POC van het tweede semester in het academiejaar volgend op de afname van de bevraging. Het rapport bevat volgende elementen: Responsgraad 7

8 8 Resultaten per vraag (gemiddelde score + standaardafwijking) Verdeling eindwaarderingen 8.3 Aan Faculteitsraad Alle overzichtsrapporten per POC worden gebundeld in één rapport dat zal voorliggen op de Faculteitsraad van januari. Daarnaast bevat dit rapport een overzicht van de gehanteerde regels en vragen, alsook een overzicht van de communicatie-initiatieven omtrent de online bevraging. Driejaarlijks zal een omvattend facultair rapport gemaakt worden waarin rekening wordt gehouden met de laatste evaluatie van elk opo en waarin ook een samenvatting wordt gegeven per opleiding i.p.v. per POC 8.4 Aan studenten Studenten worden op de hoogte gebracht van de algemene resultaten via de oproepingsmail voor de volgende bevraging bij de start van elk tweede semester. De overzichtsrapporten zijn beschikbaar zijn op het studentenportaal. 9. ANDERE INITIATIEVEN TER BEVORDERING VAN ONDERWIJSKWALITEIT De studentenbevraging onderwijs is niet het enige instrument om aan kwaliteitszorg te doen. POC s nemen zelf ook initiatieven om het gesprek over onderwijs aan te gaan zoals BELPOP, OPO in de kijker, leerlijn in de kijker, ) Docenten worden aangemoedigd om ook zelf initiatieven te nemen. Voorbeelden hiervan zijn:specifieke evaluatie van ABAP, gerichte bevragingen over een bepaald aspect van het opleidingsonderdeel, deelname aan onderwijsprofessionalisering, onderwijsportfolio, peerobservation, focusgesprek. Docenten kunnen voor ondersteuning bij deze initiatieven terecht bij de facultaire dienst onderwijsbeleid. Indien gewenst kunnen de resultaten van deze initiatieven ook vastgesteld worden door de POCsubcommissie in jaren waarin een opleidingsonderdeel niet wordt bevraagd en kan een document daarvan aangeleverd worden als bevestiging. De docent kan dit dan zelf toevoegen aan zijn/haar personeelsdossier. Docenten die van deze mogelijkheid gebruik willen maken, bezorgen de resultaten het eigen initiatief en vraag tot bevestiging ten laatste op 31 oktober aan de facultaire medewerker die de online bevraging opvolgt. De bevestiging van de subcommissie wordt dan in de loop van de maand december aangeleverd en kan door de docent worden toegevoegd aan de het personeelsdossiers en/of onderwijsportfolio. 8